1. Impact – de musical in het kort (Scène 1) De journalisten Ben en Sarah geven commentaar op de gebeurtenissen. Verschillende scènes worden door hen ingeleid. Ze vertellen dat ze nu op de plek staan waar het allemaal gebeurd is. (2) Diana zegt tegen alle groep 8-ers dat ze zich moeten verstoppen, want ze gaan Annabella verrassen. Annabella is jarig, en ze gaan net doen alsof er nog niemand op school is. Na een tijdje springen ze allemaal tevoorschijn en zingen een felicitatielied voor haar. Annabella is echter helemaal niet blij. Diana en Melanie weten wel waarom: Kevin is er nog niet. Dan komt er nog iemand binnen. Annabella hoopt dat het Kevin is, maar het is meester Ligtenberg met een suf cadeautje: rubber handschoenen. Hij wil ook nog een keertje voor haar gaan zingen. (3) Ben en Sarah voorspellen dat de gezelligheid snel voorbij zal zijn. (4) Kevin komt binnen; gehaast en bezweet. Hij laat horen dat er buiten sirenes klinken en zegt dat er iets op de school komt afgevlogen. Iedereen gaat snel op de grond liggen, want dat moet altijd in dit soort situaties. Maar dat houd je geen uren vol, er moet iemand naar buiten gaan om te kijken wat er aan de hand is. (5) Kevin wil wel naar buiten gaan, maar meester Ligtenberg vindt dat hij het moet doen. Maar Ligtenberg is waarschijnlijk het bangst van allemaal. Als Kevin uiteindelijk de deur opent, horen ze weer de sirenes en een harde knal. Iedereen gaat opnieuw op de grond liggen. (6) Ben en Sarah vertellen dat ze zo minstens 20 minuten bleven liggen. Niet echt interessant voor het publiek. (7) Jeanet wordt erg ongelukkig van alle onzekerheid. Zij doet de televisie aan en kijkt naar het extra nieuwsbericht, maar dat bericht wordt steeds herhaald. (8) Volgens Ben en Sarah reageert iedereen weer anders op stresssituaties. Gelukkig raakte niet iedereen in paniek, en bleven sommige kinderen zelfs super positief! (9) Roy vindt het belangrijk dat ze met z’n allen samenwerken. Sjoukje is de ‘positivo’ van het stel. Zij denkt dat ze er morgen alweer om kunnen lachen. Nu is het even stressen, maar morgen is het vast alweer minder zenuwslopend.
(10) Ben en Sarah vinden het knap dat Sjoukje zo positief blijft, maar het is natuurlijk niet altijd mogelijk om positief te blijven. (11) Roy stelt voor dat ze elkaar allemaal een hand geven. Hand in hand willen ze gezamenlijk naar buiten gaan. Als ze de deur openen, komt juffrouw Lot binnen. Zij wordt direct ondervraagd: wat is er buiten aan de hand? Is het wel veilig om naar buiten te gaan? Is het een terroristische aanslag? Maar juf Lot weet ook niet zoveel, alleen wél dat er horden journalisten buiten staan te wachten. (12) Ben en Sarah geven hun commentaar op journalisten: het zijn soms net ramptoeristen… (13) Met een list lukt het om de groep journalisten van het schoolterrein af te krijgen. Nu kan groep 8 eindelijk gaan onderzoeken wat er precies aan de hand is op het schoolplein. (14) Ben en Sarah denken dat de journalisten snel zullen terugkomen. (15) Er komen twee politieagenten op. Zij zetten een gedeelte van het podium af, zodat ramptoeristen op afstand blijven. (16) Annabella ziet een prachtig lichtje glinsteren op het schoolplein. Ze gaan er met z’n allen opaf. (17) Ben en Sarah vinden dat groep 8 het allemaal heel goed heeft aangepakt. Als ze niet zo dapper waren geweest, lagen ze nu nog steeds op de grond te bibberen. (18) Het licht is echt prachtig. Melanie, de sterrendeskundige van de groep, weet wat het is. Het is een brokje meteoriet. Kevin pakt heel voorzichtig een lichtje op en geeft dat aan Annabella: het is zijn cadeau voor haar. Annabella houdt het lichtje omhoog: het staat symbool voor de veerkracht van groep 8. Want, hoe donker het ook is of wordt… we zullen nooit opgeven!
2.1 Alle rollen Voor alle rollen geldt dat ze zowel door een jongen als door een meisje gespeeld kunnen worden. Alleen moet dan soms de naam worden aangepast. (1-2) BEN en SARAH: ze zijn journalisten, maar ook wel erg kritisch over hun collega’s. Ben en Sarah leiden de scènes in en geven commentaar op de gebeurtenissen. In feite is het net alsof zij een ‘documentaire’ presenteren van een ‘bijna-ramp’ die op school heeft plaatsgevonden.
4
(3) DIANA: de grote regelaar van groep 8. Het is haar idee om Annabella te verrassen op haar verjaardag. Zij neemt ook het initiatief om met z’n allen op de grond te gaan liggen als ze de sirenes horen. (4) ROY: hij vindt het zeer belangrijk om alles samen te doen. ‘Samen sta je sterk’ is zijn motto. Roy is zelf ook wel eens angstig, maar erg positief ingesteld. Hij gelooft vooral dat je met z’n allen een heel eind komt. (5) MELANIE: zij weet alles van sterren. Het is haar grootste droom om een keer een sterrenreis te maken. Ze gelooft dat sterren en andere hemellichamen een grote invloed hebben op het leven op aarde. Sterren kunnen voorspellen. Zij weet ook als eerste wat het lichtje precies betekent, én dat het zeer zeldzaam is! (6) SJOUKJE: er zijn maar weinig mensen zo positief ingesteld als Sjoukje. Zij denkt – en soms is dat natuurlijk naïef – dat morgen alles weer beter is. Door die houding lukt het haar om ook anderen uit de put te trekken. (7) JEANET: zeer bang door de onzekere situatie. Sowieso vindt zij onzekerheid (en de stress die daarbij komt kijken) verschrikkelijk. Jeanet wil het liefst urenlang televisie kijken om maar meer nieuws te horen. Naar het nieuws kijken is voor haar een manier om zich af te wenden van de werkelijkheid. Afleiding. Maar door haar angst draait ze in kringetjes rond (ze kan geen genoeg krijgen van de herhaling van het extra nieuwsbericht). (8) LEEN: bevriend met Jeanet. Hij vindt het ook wel een vervelende en stressvolle situatie. Maar hij vindt het nog vervelender om naar de eindeloze herhalingen van het journaal te moeten kijken. Daar raakt hij nóg veel gestresster van! (9) ANNABELLA: het is haar verjaardag, maar erg blij is ze niet. Dat komt nog niet eens door de onzekere situatie: ze is vooral verdrietig omdat Kevin er in het begin van de musical niet is. En als hij komt, heeft hij niet eens een cadeautje bij zich. Annabella houdt niet van
5
paardrijden, en is daarom verbaasd dat ze paardrijdhandschoenen krijgt van meester Ligtenberg. (10) MEESTER LIGTENBERG: vindt dat hij eigenlijk de dapperste moet zijn, omdat hij volwassen is. Maar in feite is hij de bangste van het hele stel. Af en toe probeert hij het voortouw te nemen, maar dan blijkt hij toch al snel weer bang te zijn. (11) KEVIN: hij heeft ontdekt dat er iets op de school af komt vliegen. Eerst geloven ze hem niet (het is vast een excuus omdat hij zo laat is), maar als de anderen ook de sirenes en de knal horen, weten ze dat het de waarheid is. Kevin is trouwens vergeten om een cadeautje voor Annabella te kopen, maar hij heeft het geluk dat hij op het eind nog een lichtje aan haar kan geven. (12) NIEUWSLEZER: het is belangrijk dat de nieuwslezer het bericht steeds op precies dezelfde manier voorleest. Het moet dus iemand zijn die goed en netjes/duidelijk kan voorlezen! (13) JUF LOT: blijft altijd rustig. Ze is – als enige – al buiten geweest na de knallen. Maar ook zij weet niet precies wat er aan de hand is. Gelukkig is juf Lot een volwassene die wel rustig blijft. Dit in tegenstelling tot meester Ligtenberg. (14-15) WIJNAND en LEXIA: deze twee nieuwsgierige journalisten willen precies weten wat er aan de hand is op het schoolplein. Ze laten zich gemakkelijk om de tuin leiden, maar hebben dan ook écht geen zin om een cadeautje voor Annabella te kopen, laat staan een liedje voor haar te zingen… (16-17) JAN en MIEKE: twee kalme politieagenten die de situatie direct onder controle hebben. Zij zorgen er voor dat het geen zootje
6
wordt op het schoolplein, en hebben gelijk in de gaten dat Melanie het allermeest van sterren weet.
Rollen in de tussenscènes (niet noodzakelijk): (18-20) JOHN, FREDERIK en MARY: deze journalisten praten in een vaag Engels taaltje. Ze zijn zeer nieuwsgierig wat er op het Nederlandse schooltje aan de hand is. Hun rollen kunnen uitgebreid worden. (21-23) DIETRICH, GABY en ANNIE: deze journalisten praten in een vaag Duits taaltje. Ze zijn zeer nieuwsgierig wat er op het Nederlandse schooltje aan de hand is. Hun rollen kunnen uitgebreid worden. (24-27) GROEPJE AGENTEN: deze collega’s van Jan en Mieke helpen om de boel af te zetten. Het zijn echte doorpakkers, rouwdouwers. Weinig praten, veel actie. Hun rollen kunnen ook uitgebreid worden. (28-30) JOSH, VANCE en RACHEL: deze terrorisme-experts zijn tamelijk ‘agressief’. Ze hebben het idee dat alleen zij weten hoe ze goed met deze spannende situatie om kunnen gaan. Ze vinden dat de sterrendeskundigen beter iets anders kunnen gaan doen, en ook de kinderen moeten op afstand blijven. (31-33) JOLANDA, BART en STERRE: deze sterrenkijkers zijn minder vijandig dan de terrorisme-experts, en blij als Josh, Vance en Rachel weggestuurd worden. Maar ze blijken veel minder van sterren te weten dan Melanie en worden daarom zelf ook weggestuurd.
2.2 Uitbreiding aantal rollen Door de ‘tussenscènes’ kunt u het aantal rollen gemakkelijk aanpassen aan de grootte van uw groep. Als u alle tussenscènes gebruikt, kunt u al eenvoudig tot 33 rollen komen! Als er meer rollen wenselijk zijn, is dat ook mogelijk. * De groepjes (de journalisten, politieagenten, terrrorisme-experts en sterrenkundigen in de tussenscènes) kunnen uit meer spelers bestaan.
7
* Ben en Sarah kunnen ook een collega hebben die de teksten uitspreekt. * Er kunnen twee nieuwslezers zijn. Eventueel kan het nieuwsbericht dan nog wat uitgebreid worden. * Er kunnen meer collega’s van Wijnand en Lexia zijn. De scène rond hen kan dan nog een stuk uitgebreid worden. * Wellicht zijn er leerlingen die liever geen (grote) rol willen spelen. Zij kunnen een rol krijgen in een koor dat tijdens alle liedjes optreedt, of een bijdrage leveren aan de decors, kleding en andere attributen.
2.3 Verminderen aantal rollen Tamelijk eenvoudig kunt u ook het aantal rollen verminderen. Als u de tussenscènes weglaat, blijven er 17 rollen over. Maar een aantal van deze rollen kan ook nog worden weggelaten of worden verdeeld over andere rollen. * Jan of Mieke kan ook alleen op school komen. * Wijnand of Lexia kan ook alleen op school komen. * De nieuwslezer kan een dubbelrol zijn (met bijvoorbeeld Jan/Mieke of Wijnand/Lexia). * Ben of Sarah kan ook een dubbelrol zijn (met bijvoorbeeld Jan/Mieke of Wijnand/Lexia). Eventueel kan u ook een van de rollen (Ben of Sarah) weglaten; de tekst moet dan wel hier en daar worden aangepast. Door deze wijzigingen aan te brengen, heeft u het aantal rollen terug gebracht naar twaalf/dertien. Het aantal kan nog verder worden verminderd, maar dan moeten er wat grotere tekstaanpassingen worden doorgevoerd.
3.1 Suggesties voor het decor Het decor voor Impact – de musical kunt u zeer eenvoudig houden. Er zijn drie locaties in de musical: 1. Klaslokaal Hier kunt u de gebruikelijke ‘klas-attributen’ voor gebruiken: schoolbord, bankjes en stoelen, prullenmand, enzovoort. Verder is er een deur zichtbaar, waardoor spelers ook daadwerkelijk naar binnen kunnen komen (eventueel een groot doek, of gemaakt van
8
een houten ombouw). In de achterwand is een raam zichtbaar. Hier kunnen de spelers af en toe ‘zogenaamd’ door naar buiten kijken. 2. Voor het podium Ben en Sarah houden hun dialogen vóór het podium. Zij kunnen wijzen naar het publiek (‘de ramptoeristen’) en naar het podium (‘daar is het gebeurd’) 3. Op het schoolplein Aan het einde van de musical gaan de spelers ‘naar buiten’ om te kijken wat er precies gebeurd is. Eventueel kunt u dit gedeelte van de musical ook voor het podium laten plaatsvinden. Of misschien vindt het plaats op een hoek van het podium dat geen klaslokaal is. Natuurlijk kunt u ook een decorwisseling laten plaatsvinden, maar het is dan wel belangrijk dat dit zeer snel gebeurd. (Eventueel kunt u daar een tussenscène van maken: de agenten zetten niet alleen het terrein af, maar verbouwen het klaslokaal ook langzaam tot schoolplein) Het is belangrijk dat er op het schoolplein een verhoging zichtbaar is. In deze verhoging is het licht zichtbaar (dit kan een zaklamp zijn of een lamp die bijvoorbeeld van afstand is aan te zetten). Met bijvoorbeeld gekleurd vliegerpapier kunt u hier leuke effecten mee bewerkstelligen. Algemeen: Hoeveel aandacht u aan het decor besteedt, hangt voor een groot deel af van de tijd die u eraan kunt en wilt besteden en natuurlijk van de financiële en praktische mogelijkheden van uw school. Het is aan te raden om panelen van hardboard aan te schaffen en deze te beschilderen. U kunt van deze panelen de muren van de schoolhal maken. U kunt ze ergens tegenaan zetten of een houten voetstuk gebruiken. De panelen zijn aan twee kanten te gebruiken, zodat ze tijdens locatiewisselingen kunnen worden omgedraaid.
3.2 Rekwisieten * Microfoons en fototoestel voor Ben en Sarah * Bankjes, stoelen (één versierde stoel!), een schoolbord, een wereldkaart * Horloge (van Annabella)
9
* Bril en schooltas (meester Ligtenberg) * Lelijke rubberhandschoenen (cadeautje voor Annabella) * Een televisie (bijvoorbeeld gemaakt van een poppenkast of een grote doos – er moet een nieuwslezer doorheen kunnen kijken) * Mobieltje (van Jeanet) * Elastiekje (van Sjoukje) * Microfoon (op hengel) van journalisten * Fotocamera’s die flink flitsen (ook van journalisten) * Roodwit politielint, waarmee je plekken kunt afzetten * Brilletjes, notitieblokjes (voor de sterrenkundigen) * Lichtjes (kleine zaklampjes, omwikkeld met vliegerpapier) * Tijdens het slotlied kunnen de spelers allemaal een waxinelichtje of sterretje in handen houden. Of kleine lichtjes.
4. Kledingadviezen Veel van de personages in Impact – de musical kunnen alledaagse kleren dragen. Het is natuurlijk wél leuk als de spelers iets aantrekken dat net een beetje bijzonder is. U kunt de leerlingen hier zelf ook een aandeel in geven. (1-2) BEN en SARAH: deze journalisten/documentairemakers gaan netjes gekleed (nette broek, overhemd, rokje, blouse). Het is leuk als hun kleding goed bij elkaar past. Ze kunnen bijvoorbeeld dezelfde kleurencombinatie aanhebben. Beiden hebben ook een microfoon in handen, waardoor ze de hele tijd spreken. (3) DIANA: kan alledaagse kleding dragen. Omdat ze de grote ‘regelaar’ is, heeft ze misschien wat serieuzere kleding aan dan de rest. Misschien heeft ze ook wel iets in handen waar ze af en toe mee zwaait (een liniaal of zoiets). (4) ROY: ziet er hip en sportief uit. Hij is een ‘populaire’ jongen die er graag vlot uitziet. Maar ook weer niet té bijzonder; hij vindt het namelijk ook wel prettig als iedereen hem aardig vindt. (5) MELANIE: in haar kleding komt haar ‘sterrenliefde’ terug. Misschien heeft ze een T-shirt aan met een opdruk van een ster erop. Of misschien wel een petje/mutsje met een maan en sterren. Verder kan haar kleding tamelijk alledaags zijn.
10
(6) SJOUKJE: ziet er lekker hip en sportief uit. Vrolijke, positieve kleuren. Veel tierelantijntjes aan kleding en accessoires. (7) JEANET: ziet er ook alledaags uit, maar dan wat somberder. Misschien meer zwart- en grijstinten. Uit haar kleding blijkt al dat Jeanet niet altijd het zonnetje in huis is… (8) LEEN: alledaagse kleding die wel een beetje bij die van Jeanet past: ze zijn tenslotte vrienden. Leen is niet de vlotste van groep 8; dus niet al te modern en vlot. (9) ANNABELLA: heeft zich mooi aangekleed omdat het haar verjaardag is. Misschien wel een jurkje of een mooie/nette combinatie (rok/blouse). Ook een sieraad; bijvoorbeeld een kettinkje. In het begin kan ze ook een feestmuts op haar hoofd krijgen. Die raakt ze tijdens het op de grond liggen kwijt. (10) MEESTER LIGTENBERG: ziet er wat stoffig uit. Redelijk netjes (colbertje), maar toch ook wel slordig. Tijdens de musical wordt hij steeds slordiger door alle stress en geijsbeer. Ligtenberg kan ook een brilletje en een hoedje op hebben. (11) KEVIN: ziet er leuk uit. Hoewel hij in het begin wat paniekerig overkomt, blijft hij er smaakvol uitzien. Je kunt je voorstellen dat Annabella een oogje op hem heeft…
11
(12) NIEUWSLEZER: een netjes geklede persoon. Colbertje, deftig brilletje. Haartjes netjes (in een scheiding?) gekamd. (13) JUF LOT: je kunt aan haar zien dat ze de juffrouw is, maar ze ziet er lang niet zo stoffig/slordig uit als meester Ligtenberg. Misschien loopt ze wel op hakken en draagt ze een rok. Juf Lot is duidelijk een moderne, jonge juf. (14-15) WIJNAND en LEXIA: in vliegende haast zijn deze journalisten naar de school gekomen. Ze zien er netjes uit, maar je kunt ook aan ze zien dat ze zich gehaast hebben. Bij voorkeur wel een passende combinatie (bijvoorbeeld dezelfde kleuren). (16-17) JAN en MIEKE: politiekleren. Een pet, een knuppel (waarmee ze naar de experts kunnen zwaaien), misschien wel een neppistool en handboeien.
Rollen in de tussenscènes (niet noodzakelijk): (18-20) JOHN, FREDERIK en MARY: cliché-Engelse kleding. Ruitmotief, donkerbruine ribstof. Misschien hebben ze wel een stoffen pet op hun hoofd. Ook hun kleding past goed bij elkaar. (21-23) DIETRICH, GABY en ANNIE: hun kleding mag wat Duitser zijn. Leren broeken, leren jasjes? Misschien dragen ze ook wel iets in de kleuren van de Duitse vlag. (24-27) GROEPJE AGENTEN: politiekleding die past bij die van Jan en Mieke. Zij hebben bovendien vele meters afzetlint bij zich. (28-30) JOSH, VANCE en RACHEL: zien er erg stoer uit. Ze hebben een hoed op en een zonnebril. Verder vale spijkerbroeken, met een brede riem daarop, en stoere en nette overhemden. Ook dragen ze mobieltjes aan hun broeken. (31-33) JOLANDA, BART en STERRE: zien er uit als echte ‘wetenschappers’. Ze kunnen ‘stofjassen’ dragen en hebben in hun zakken telescopen of andere sterrenattributen.
12
5. Adviezen voor zang en muziek De muziek van Impact – de musical is gevarieerd: een paar lekker vrolijke swingende liedjes, een wat ‘gevoeliger’ liedje en een pakkende afsluiter. Van het slotlied is ook een Engelstalige versie opgenomen. De melodieën sluiten direct aan bij de tekst. Bij de composities is rekening gehouden met het bereik van (ongeoefende) kinderstemmen. De melodieën zijn meestal op ‘spreekhoogte’, wat betekent dat de tonen hoofdzakelijk tussen een ‘a’ en een ‘bes’ binnen het centrale c-akkoord van een instrument vallen. Soms komt er in de liedjes een ‘b’ of een ‘c’ voor.
Algemene tips: 1. Besteed allereerst aandacht aan de inhoud van het lied en de plaats van het lied in het verhaal. 2. Besteed vervolgens ruime aandacht aan het alleen maar luisteren naar de liedjes. Dus zonder dat de leerlingen meezingen. Het eerst luisteren heeft op de langere termijn een groter effect dan het direct proberen mee te zingen van de liedjes. 3. Besteed tijdens dit luisteren extra aandacht aan de momenten waarop de leerlingen een zin, couplet of refrein moeten beginnen. Geef hierbij een teken. 4. Voordat met het daadwerkelijke instuderen wordt begonnen, is het goed om de kinderen eerst zachtjes mee te laten neuriën, zodat zij gevoel krijgen voor de hoogte en het ritme van het lied. 5. Wanneer er een koortje wordt gevormd, is het raadzaam de sterke zangers gelijkmatig over de groep te verdelen, zodat de minder sterke zangers door de betere zangers worden ondersteund. 6. Besteed aandacht aan de balans tussen het volume van de geluidsband en dat van de zang. Het is belangrijk dat de zangers de begeleidingsmuziek steeds goed kunnen horen. De wat stevigere nummers moeten dus wat zachter worden gedraaid.
13
De liedjes: 1. Gefeliciteerd Een heerlijk simpel lied dat door iedereen uitbundig mee kan worden gezongen. De slotzin (‘Gefeliciteerd, Annabella!’) wordt door één iemand uitgesproken; bijvoorbeeld door Diana. 2. We zijn zo bang Dit lied moet zo spannend mogelijk gebracht worden. Groep 8 is bang, en dat laten ze weten in dit lied. Aan het begin en redelijk aan het einde wordt er door de spelers gefluisterd met elkaar. Het lied begint terwijl iedereen op de grond ligt (let op, dat het wél goed verstaanbaar blijft!), halverwege het lied komen de spelers langzaam overeind en bewegen zich richting de deur. Het is belangrijk om de tekst echt ‘te vertellen’. Luister daarom goed naar het voorbeeld op de cd voor klemtonen en intonatie.
3. Morgen Een lekker vrolijke ‘inhaker’. Sjoukje kan het lied solo zingen, of in ieder geval centraal staan. Zij doet sowieso de gesproken tekstjes. Tijdens het lied kan er misschien echt worden ingehaakt. Het lied is erg optimistisch en dat mag ervan af spatten (vooral de zin: ‘morgen… ja, morgen… is er gelukkig weer een dag!’) Andere belangrijke momenten in het lied zijn de ‘Neehee!’ in het eerste couplet, en de ‘Jaha!’ in het tweede. Deze uitroepen kunnen met gebaren worden ondersteund.
14
4. Is er nog nieuws? Eigenlijk een lied in drie delen: algemene coupletten, vrolijke refreinen en beschrijvende tussenstukken. Tijdens de coupletten kunnen een vader en een moeder over het podium lopen. Zij stellen dan ook de vraag: ‘Hé, is er nog nieuws?’ De coupletten en refreinen kunnen door de hele groep worden gezongen. De tussenstukjes (‘Journalisten vliegen echt…’ en ‘Journalisten zijn hier…’) kan door een afzonderlijk groepje worden gedaan. Deze stukjes worden eigenlijk voorgelezen/uitgesproken. Het kan ook tekst zijn die door Ben en Sarah wordt voorgelezen. In het voorbeeld op de cd wordt met de gesproken tekst meegezongen, maar dat is beslist niet noodzakelijk. In het algemeen heeft het lied een beschrijvend karakter, maar de spelers zijn ook vrolijk verbaasd dat zij opeens ‘het nieuws van de dag’ zijn. 5. Sterren stralen Een wat dromerig liedje over Melanie’s grote liefde: sterren. Het lied kan solo worden gezongen door Melanie, maar u kunt er ook voor kiezen om het door de hele groep te laten zingen. In dat geval staat Melanie in het middelpunt. Ze kan gebaren maken die bij de tekst passen: ze kan niet slapen, kijkt naar de sterren, probeert ze aan te raken, enzovoort. 6. Helemaal oké In het slotlied mogen alle remmen los. Iedereen mag meezingen met dit superpositieve lied. De spelers zijn er trots op dat ze het er zo goed van af gebracht hebben. En dat mag iedereen weten! Tijdens het lied worden ook de ‘lichtjes’ getoond die aan het slot van de musical zijn gevonden. Het is leuk als het zaallicht tijdens dit lied wordt uitgedraaid of gedimd. Dan komen de ‘veerkracht-lichtjes’ (waxinelichtjes, sterretjes, bijvoorbeeld) nog beter tot hun recht. 7. Everything’s okay Voor de Engelstalige versie geldt grotendeels hetzelfde. Als u ook deze versie op de planken wil brengen, helpt het misschien om voor sommige leerlingen de tekst fonetisch uit te schrijven. Het valt misschien niet mee om het in ‘perfect Engels’ ten gehore te brengen, maar het is wel een leuke uitdaging voor u en uw spelers!
15
6. Speladviezen De meeste scènes spreken voor zich. En ook in het tekstboekje worden enkele suggesties gegeven. Hieronder volgen nog enkele algemene adviezen: Scène-wisselingen moeten zo snel en geruisloos mogelijk plaatsvinden (anders bestaat de kans dat het publiek rumoerig wordt). Omdat er in Impact – de musical maar één echt belangrijke locatie is, kunnen de wisselingen zeer soepel verlopen. In feite kan de hele musical in één keer doorlopen. Regie-adviezen Waarschijnlijk zult u, als leerkracht van groep 8, zelf de regie van de musical op u nemen. Hoewel u misschien in de loop der jaren al heel wat ervaring heeft opgedaan, kan het toch handig zijn nog enkele punten aan te stippen. Hieronder volgt een aantal tips waar u, als regisseur, tijdens de instudeerperiode mogelijk iets aan hebt: • Toneelspelen bestaat voor een groot deel uit spreken. Het is belangrijk dat alle spelers rustig en duidelijk hun teksten opzeggen en altijd met hun gezicht naar het publiek staan. • Een ander belangrijk onderdeel van toneelspelen is het nietspreken: sommige spelers zullen soms een tijdje geen dialoog hebben. Om te voorkomen dat ‘wachtenden’ met elkaar gaan praten, kunt u als regisseur wat handelingen voor ze bedenken of ze deze zelf laten bedenken. Ze leven mee met wat er om hen heen op het podium gebeurt. Ze reageren met gebaren en gezichtsuitdrukkingen op teksten van anderen (als ze langere tijd geen tekst hebben, kunt u ze ook het podium laten verlaten). • Misschien wel het belangrijkste aspect van toneelspelen is de combinatie van spreken en het gebruik van passende gebaren/mimiek. Mimiek en gebaren mogen best wat overdreven worden. Tijdens het oefenen kunt u de spelers een beetje uitdagen en bijvoorbeeld de opdracht geven hun teksten zo overdreven mogelijk uit te spreken. Door met hun tekst en rol te spelen, krijgen ze hem het beste onder de knie. • Tijdens de oefenperiode kunt u kinderen ook eens van rol laten ruilen of zelf eens wat voor spelen. Iedereen vult een
16
17
Veel plezier met het oefene en veel succes met de opvoer
18