Patiënteninformatie De operatie bij borstkanker De operatie bij borstkanker en de nabehandeling
Inhoud 1. Inleiding 2. Borstoperatie 2.1: Borstsparende operatie 2.2: Borstsparende operatie met oncoplastische reductie 2.3: Borstamputatie 2.4: Borstamputatie met directe reconstructie
3. Lymfklieroperatie 3.1: Schildwachtklier procedure = Sentinel Node 3.2: Verwijdering van de okselklieren (=okselkliertoilet) De operaties worden in verschillende combinaties uitgevoerd.
4. De uitslag 5. Wondgenezing 6. Mammacare In dit informatieboekje vindt u een korte uitleg over de verschillende operaties. Vanaf hoofdstuk 4 vindt u algemene informatie zodat u de informatie kunt lezen die bij u van toepassing is.
Patiënteninformatie 1. Inleiding Binnenkort wordt u opgenomen voor een borstoperatie. Met deze folder informeren wij u wat er tijdens en na de borstoperatie gebeurt. Wanneer u vragen heeft of wanneer er iets niet helemaal duidelijk is, aarzelt u dan niet om de arts of verpleegkundige nadere inlichtingen te vragen. Er zijn verschillende operaties mogelijk. De behandelend specialist zal bespreken welke verschillende opties er voor u zijn. Er zijn borst- en lymfklieroperaties.
2. Borstoperatie 2.1 Borstsparende operatie Bij een borstsparende operatie wordt de tumor verwijderd, samen met een gedeelte van het omliggende gezonde borstweefsel. Dit om er zo zeker mogelijk van te zijn dat er geen kwaadaardige cellen in de borst achter blijven. Bij meer dan de helft van de vrouwen met borstkanker kan tegenwoordig een borstsparende operatie worden uitgevoerd. Na een borstsparende operatie wordt de borst altijd bestraald. (meestal 16 tot 21x). De bestraling start enkele weken na de operatie. De bestralingen vinden in het HaGa Ziekenhuis, locatie Leyenburg of in het MCH locatie Westeinde plaats. Door de bestraling kan de huid iets donkerder worden en de borst kan stugger aanvoelen. De borst wordt meestal ook iets steviger. Het is niet altijd zo dat na een borstsparende operatie de borst er nog net zo uit ziet als voor de operatie. Soms is bijna niets te zien, maar het kan ook zijn dat de geopereerde borst kleiner wordt of dat de borst op de plaats waar het gezwel is weggehaald iets ingedeukt is. Ook de plaats van de tepel van de geopereerde borst kan iets veranderd zijn. Dit hangt af van de plaats waar het gezwel is weggenomen. Het gevoel in de borst blijft behouden. Rondom het litteken kan de borst gevoelloos worden. Na verloop van tijd kan de borst rond het litteken door de vorming van littekenweefsel wat verhard aanvoelen. Het operatieverband mag 24 uur na de operatie van de wond gehaald worden. Hierna mag u dan ook douchen. In de dagen na de operatie zult u zich weer vrij snel helemaal zelf kunnen verzorgen en vrij bewegen. De operatie kan in dagbehandeling plaatsvinden of u wordt voor een kort verblijf opgenomen (een - twee dagen). Voor verdere algemene informatie over de opname, verwijzen wij u naar de folder “Informatie bij opname” of “Dagbehandeling” en de folder “Narcose en anesthesie”
Patiënteninformatie 2.2 Oncoplastische reductie Oncoplastische reductie is een borstsparende behandeling in de vorm van een borstverkleining. Met name vrouwen met een grote cupmaar is soms mogelijk om een borstsparende behandeling te doen in de vorm van borstverkleining. Dit is een operatie waarbij de chirurg en plastisch chirurg gezamenlijk opereren. De chirurg verwijdert de tumor en de plastische chirurg voert direct erna de borstverkleinende operatie uit. Hierdoor blijft de vorm van de borst mooi. Hierna is ook bestraling nodig. Na de bestraling, als vorm en volume van de bestraalde borst duidelijk gevormd is, wordt de andere borst aangepast. Voor meer informatie over de ze operatie, opname en andere belangrijke zaken, verwijzen wij u naar de folder Primaire borstreconstructie.
2.3 Borstamputatie Bij een borstamputatie wordt de hele borst verwijderd, dat wil zeggen het borstweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier. Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad, maar kan iets verdikt zijn. Dit kan zich na een paar maanden herstellen. De borsthuid wordt veel minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer; soms trekt dit later iets bij. Een enkele keer wordt een deel van de wond juist extra gevoelig. Na de operatie zit er in de wond een drain (slangetje) die bedoeld is om wondvocht af te voeren. Dit vocht wordt opgevangen in een hard plastic drainflesje, dat aan uw bed hangt. De drain wordt verwijderd, als de vochtproductie minder dan 30 cc/ 24 uur is of na één tot drie dagen. Na de operatie en het verwijderen van de drain, kan dit vocht zich ophopen en een zwelling geven bij het borstwondgebied. Het kan nodig zijn dit vocht weg te halen door middel van een punctie. Dit is over het algemeen niet pijnlijk Zolang de drain erin zit, is het verstandig de elleboog niet boven schouder niveau te bewegen. Voor de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. U wordt de dag van de operatie opgenomen. De opname duurt meestal twee tot vier dagen. Voor verdere algemene informatie over de opname, verwijzen wij u naar de folder “Informatie bij opname” en de folder “Narcose en anesthesie” Tijdens de opname komt er een moment dat u de wond van de weggehaalde borst voor het eerst ziet. De verpleegkundige zal met u een afspraak maken om dit samen te doen. Misschien wilt u alleen zijn als u voor het eerst gaat kijken, misschien wilt u iemand erbij hebben, bijvoorbeeld uw partner, een familielid of een vriendin. Geef aan wat u zelf het liefste wilt. Na een borstamputatie kan de eerste aanblik heel moeilijk zijn. Het kan fijn zijn als er een verpleegkundige bij is, die kan uitleggen wat u precies ziet. In de dagen na de operatie zult u zich weer vrij snel helemaal zelf kunnen verzorgen en vrij bewegen. Voordat u wordt ontslagen wordt een aantal zaken geregeld: Het wondverband wordt verwijderd, zodat u weer kunt douchen. U krijgt een voorlopige prothese. Ook krijgt u uitleg over de aanschaf van een definitieve prothese.
Patiënteninformatie Kort na de operatie krijgt u advies en behandeling van een fysiotherapeut. Deze zal u uitleggen welke oefeningen u kunt doen om de beweeglijkheid van uw arm en schouder te herstellen. Het is de bedoeling dat u deze oefeningen thuis een tijd blijft doen. Zo nodig krijgt u een verwijzing naar een fysiotherapeut bij u in de buurt. Na de borstamputatie zijn er op een later moment mogelijkheden voor een borstreconstructie door de plastisch chirurg. Meer informatie hierover kunt u krijgen via uw chirurg of mammacare verpleegkundige. Er is ook een informatie folder over de secundaire borstreconstructie. (=borstreconstructie een aantal maanden/jaar na de borstamputatie).
2. 4 Borstamputatie met directe reconstructie. Deze methode van opereren is om medische redenen niet altijd een optie. Uw chirurg kan u hier over informeren. Bij een borstamputatie met directe reconstructie, wordt de hele borst verwijderd, dwz het borstweefsel inclusief de tepel (door de chirurg) en in dezelfde operatie sessie een borstreconstructie (door de plastisch chirurg). Onder de borstspier wordt een prothese geplaatst. Het streven is om een mooi decolleté te creëren, zodat u geen beperkingen tegenkomt in het kiezen van de kleding. Een gereconstrueerde borst kan een echte borst natuurlijk niet vervangen en zal altijd, indien u een enkelzijdige reconstructie ondergaat, anders blijven dan uw andere kant. Voor meer informatie over deze operatie, de opname en andere belangrijke zaken verwijzen we u naar de folder primaire borst reconstructie.
3. Lymfklieroperatie 3.1 Schildwachtklierprocedure Borstkanker kan zich als eerste naar de oksellymfklieren verspreiden. Daarom is het van belang de eerste klier te onderzoeken. Deze noemen we de schildwachtklier. De schildwachtklierprocedure is een methode waarbij vóór de operatie een onderzoek wordt uitgevoerd om de plaats van de eerste lymfklier, vanuit het tumorgebied, te bepalen. De schildwachtklier kan opgespoord worden met een zeer kleine dosis radioactief eiwit. Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde van het Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde, wordt de plaats van de schildwachtklier bepaald. Een dag voor de operatie of op dezelfde dag krijgt u op deze afdeling één tot vier injecties rondom de bij u geconstateerde afwijking. De injecties kunnen even pijnlijk zijn. Meestal valt het mee. De radioactieve stof is nodig om de lymfeklieren zichtbaar te maken.
Patiënteninformatie Hierna worden er foto’s gemaakt. Dit duurt ongeveer 45 minuten. Tussen de injecties en de foto’s (ongeveer 3 uur) hoeft u niet steeds in het ziekenhuis te blijven. Er wordt een afspraak gemaakt hoe laat men u weer terug verwacht. U wordt dezelfde dag of de volgende ochtend op genomen in het LangeLand Ziekenhuis voor de operatie. Tijdens de operatie aan uw borst wordt eerst een injectie met een blauwe kleurstof naast de tumor in uw borst gegeven. Dit zorgt ervoor dat de schildwachtklier d.m.v. geluid, maar ook door een blauwe verkleuring gemakkelijk is op te sporen. De chirurg zal als eerste de schildwachtklier verwijderen en voor onderzoek naar de patholoog sturen. Indien de schildwachtklier niet kan worden gevonden, zullen alle okselklieren worden verwijderd (het zogenaamde okselkliertoilet). Na de operatie kan de urine en de ontlasting een groen/blauwe kleur hebben en kunt u een grauw gezicht hebben. Bij een borstsparende behandeling kan de borst nog enige maanden tot een jaar een blauwe verkleuring hebben rondom de injectieplaats. De uitslag is na veertien dagen bekend. De patholoog-anatoom heeft deze tijd nodig om de schildwachtklier goed te kunnen onderzoeken. De chirurg zal de uitslag poliklinisch met u bespreken. Bevat de schildwachtklier geen tumorcellen, dan is de kans klein dat de andere lymfeklieren wel uitzaaiingen zouden bevatten. Deze hoeven dan niet te worden weggenomen. Omdat een okselkliertoilet vervelende gevolgen kan hebben, heeft het veel voordelen de klieren niet onnodig te verwijderen. Als na twee weken blijkt dat de schildwachtklier wel tumorcellen bevat, dan kan er een operatie volgen of een bestraling van alle okselklieren. Voor een operatie van de schildwachtklier wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Meestal wordt u opgenomen op de dag van opereren. De opname duurt over het algemeen één dag. In de dagen na de operatie zult u zich weer vrij snel helemaal zelf kunnen verzorgen en bewegen. U mag 24 uur na de operatie het wondverband verwijderen en u mag dan onder de douche. Voor verdere algemene informatie over de opname, verwijzen wij u naar de folder “Informatie bij opname” of “Dagbehandeling” en de folder “Narcose en anesthesie”
3.2 Verwijderen van de okselklieren Het verwijderen van de okselklieren wordt ook wel okselkliertoilet genoemd. Bij een okselkliertoilet worden alle lymfeklieren in de oksel weggehaald, omdat aangetoond is dat er een lymfeklier aangetast is. Lymfeklieren staan in onderling contact door middel van lymfebanen die uiteindelijk uitmonden in de bloedcirculatie. In de lymfeklieren worden bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt. Om deze afvalstoffen te kunnen vervoeren, is het lymfestelsel gevuld met vocht. Dit vocht komt weer terug in de bloedcirculatie. Na de operatie wordt er een drain (slangetje) achtergelaten, die bedoeld is om wondvocht af te voeren. Dit vocht wordt opgevangen in een drainflesje, dat aan uw bed hangt. De drain wordt verwijderd, als de vochtproductie minder dan 30 cc/ 24 uur is of na één tot drie dagen.
Patiënteninformatie Na de operatie en het verwijderen van de drain, kan dit vocht zich ophopen en een zwelling geven onder de oksel of bij het borstwondgebied. Het kan nodig zijn dit vocht weg te halen door middel van een punctie. Dit is over het algemeen niet pijnlijk. In het begin zult u last hebben bij het bewegen en u zult merken, dat na een okseloperatie het gevoel in de huid langs de wondranden en aan de binnenkant en achterzijde van de bovenarm ontbreekt of sterk is verminderd. Dit is een gevolg van het feit dat een deel van de gevoelszenuwen in het wondgebied is doorgesneden. Meestal zal na verloop van tijd het gevoel in het wondgebied weer wat normaler worden. Ook kan er juist een tintelend/schrijnend gevoel op treden aan de binnenkant van de bovenarm. Het is mogelijk dat u na de operatie last blijft houden van een doorgesneden gevoelszenuw. Dat uit zich in pijn in de borst(streek), de oksel en/of de arm en de schouder. Dit geeft hinder bij de dagelijkse werkzaamheden. Bespreek dit met uw behandelend chirurg of met de mammacare-verpleegkundige. De fysiotherapeut heeft u oefeningen geleerd die belangrijk zijn om optimaal te kunnen blijven bewegen. Na drie weken moet de beweeglijkheid van de schouder weer redelijk normaal zijn. Indien de problemen langer aanhouden is soms fysiotherapie thuis nodig. Twee tot drie maanden na de operatie kunt u over het algemeen de arm weer normaal gebruiken. Wij raden u aan zolang de drain er nog inzit, de elleboog niet boven schouder niveau op te bewegen. Voordat u uit het ziekenhuis wordt ontslagen, worden een aantal zaken geregeld: Het wondverband wordt verwijderd, zodat u weer kunt douchen. Na de operatie krijgt u advies en behandeling van een fysiotherapeut. Deze zal u uitleggen welke oefeningen u kunt doen om de beweeglijkheid van uw arm en schouder te herstellen. Het is de bedoeling dat u deze oefeningen thuis een tijd blijft doen. Zo nodig krijgt u een verwijzing naar een fysiotherapeut bij u in de buurt De okseldrain blijft één tot drie dagen zitten. U kunt met drain naar huis. De verpleegkundige zal u tijdens de opname uitleggen, hoe u in de thuissituatie hier mee om kunt gaan en wat u kan doen bij drainproblemen. Door het verwijderen van de okselklieren is er kans op het ontstaan van lymfoedeem (het dik worden van de arm of het operatiegebeid). Om dit in de gaten te houden en om vroegtijdig fysiotherapie (lymfdrainage) te kunnen starten, zal de mammacare-verpleegkundige regelmatig afspraken maken om de armomvang op te meten. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de folder: Lymfoedeempoli.
4. De uitslag Na de operatie wordt het weefsel opgestuurd naar het laboratorium voor pathologisch onderzoek. Hier wordt het verwijderde weefsel nauwkeurig nagekeken en bestudeerd. De uitslag van dit onderzoek is bepalend voor de verdere behandeling. Alle uitslagen worden in het oncologische team besproken, waarna een nabehandelingsadvies volgt.
Patiënteninformatie Ongeveer twee weken na de operatie komt u op de polikliniek bij de chirurg terug om de uitslag van het weefselonderzoek te bespreken. De chirurg bespreekt tevens het nabehandelingsadvies. Korte uitleg over mogelijke nabehandelingen. Meer informatie over een specifieke nabehandeling, krijgt u van uw behandelend arts en verpleegkundige. Chemotherapie; behandeling met bepaalde medicijnen (cytostatica) die een celdodend effect hebben of de celdeling remmen. Na toediening komen de cytostatica in het bloed terecht waardoor zij door het hele lichaam worden verspreid. Radiotherapie; een behandeling met behulp van stralen (gericht op een specifiek gedeelte van het lichaam) Hormoontherapie: behandeling met medicijnen waarbij de productie van bepaalde eigen hormonen wordt beperkt of hun invloed verminderd. Immunotherapie; een behandeling met medicijnen die gebruik maakt van het afweersysteem om kankercellen te herkennen, aan te vallen en te vernietigen. Mammaprint ® ® Mammaprint is een genetische onderzoek dat inzicht geeft in het risico op het ontstaan van uitzaaiingen ® van borstkanker binnen een periode van 10 jaar. De uitslag van de mammaprint kan de arts helpen bij de ® behandelkeuze (wel of geen chemotherapie). De mammaprint is niet altijd zinvol. Er zijn situaties waarin ® de uitslag van de test geen extra informatie geeft. Of u in aanmerking komt voor de mammaprint kunt u overleggen met uw arts.
5. Wondgenezing Zeker de eerste weken na de operatie kan de wond pijnlijk zijn en trekken. De huid rondom de wond kan enigszins verkleurd zijn en soms is het littekengebied wat gezwollen. Naarmate de wond geneest, zullen deze verschijnselen afnemen. Waar moet u op letten als u thuis bent de wond kan gaan wijken en van kleur veranderen, warm aanvoelen en rood worden de pijn kan verergeren er kan koorts optreden, wat kan duiden op een ontsteking van de wond de wond kan vocht gaan lekken of zelfs gaan nabloeden de arm aan de geopereerde zijde kan dik worden Als één van bovenstaande symptomen zich voordoen, neem dan contact op met de mammacareverpleegkundige (079) 346 28 14 of de polikliniek chirurgie (079) 346 28 85. Krijgt u in het weekend, ' s avonds of 's nachts koorts of gaat de wond bloeden, neem dan contact op met de dienstdoende huisarts of de huisartsenpost.
Patiënteninformatie 6. Mammacare De mammacare-verpleegkundigen in LangeLand Ziekenhuis zijn Els Bekink en Andrea Wijnen. U en uw familieleden kunnen bij de mammacare-verpleegkundige terecht voor allerlei vragen rondom de operatie en behandelingen van borstkanker. U krijgt ook een afspraak bij één van de mammacareverpleegkundigen nadat u de weefseluitslagen heeft gehoord van de chirurg.
Het telefonisch spreekuur mammacare verpleegkundige Dinsdag van 9.00-10.00 uur, Woensdag van 14.00-15.00 uur en Donderdag van 9.00-10.00 uur. Vrijdag (alleen de even weken) 9.00-10.00 tel. nr: (079) 346 28 14 e-mail:
[email protected] E-mailadres alleen te gebruiken voor niet-dringende zaken aangezien de mailbox niet dagelijks wordt bekeken!
U kunt ook kijken op de site van LangeLand Ziekenhuis: www.llz.nl Herstel Het is moeilijk om vooraf aan te geven hoelang het zal duren voor u weer helemaal hersteld bent. Ook de nabehandeling is bepalend voor de duur van uw herstel. Uw specialist zal de nabehandeling met u bespreken. Lotgenotencontact Veelal blijkt dat vrouwen op een bepaald moment behoefte hebben aan contact met iemand die zelf borstkanker meegemaakt heeft. Hiervoor kunt u de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) benaderen. Op de site kunt u terecht voor meer informatie hierover: www.borstkanker.nl of via www.de-amazones.nl (voor jonge vrouwen) of via de Ervaringslijn van de BVN, deze is bereikbaar op maandag-, woensdag- en vrijdagochtend van 10.00 uur tot 13.00 uur . het telefoonnummer is: (030) 291 72 20. Tot slot Mochten zich voor, tijdens of na uw verblijf in het ziekenhuis dingen voordoen die u beangstigen of niet begrijpt, schrijft u dit dan op en bespreek dit met uw (huis)arts of verpleegkundige.
Patiënteninformatie Ruimte voor eventuele vragen en notities: …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
© LangeLand Ziekenhuis, Zoetermeer P00.198/ juli 2013/ mammacare