Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie
3D fotografie, doe het zelf!
1. Hoe maak je een 3D foto? Veel mensen denken dat het maken van 3D foto’s moeilijk is. Ten onrechte, want iedereen die iets van fotograferen afweet, kan ook stereofoto’s maken! In dit verhaal lees je hoe gemakkelijk het is. Wat heb je nodig: 1. Een fotocamera. Hoeft niets speciaals te zijn. Gewoon je eigen digitale camera. Liefst wel met een groothoeklens. 2. Een rood-cyaan 3D bril, om je 3D foto te bekijken. Als je die niet hebt kun je die bestellen bij: www.3dstore.nl En misschien heb je wel een 3D TV. Dan is het natuurlijk helemaal leuk om daar je eerste 3D foto op te bekijken! Eerst even een korte uitleg waarom we eigenlijk diepte zien. Dit komt omdat we twee ogen hebben. Het linkeroog ziet alles uit een net iets andere hoek dan het rechteroog. Onze hersenen voegen deze twee beelden weer samen, maar de kleine verschillen tussen de beelden van het linker- en het rechteroog worden daarbij niet weggegooid. Deze worden omgezet in diepte-informatie. Daardoor weten we welk onderwerp ver weg staat en welk voorwerp dichterbij is. We kunnen onze hersenen dus heel gemakkelijk voor de gek houden door het linkeroog een net iets ander plaatje te laten zien dan het rechteroog. Als de verschillen tussen die plaatjes net zo zijn zoals ze in de werkelijkheid zouden zijn, dan zien we ineens diepte! Nu de praktijk. Pak je camera er maar bij: a) Allereerst zoek je een mooi onderwerp uit. Het moet in ieder geval iets zijn dat niet beweegt. b) Zet je fototoestel op een tafeltje of op een statief o.i.d.. c) Zorg ervoor dat het onderwerp op ca. 2 meter vanaf de lens staat en dat er verder niets dichter bij de lens staat dan deze 2 meter afstand. d) Een compactcamera zet je op de automatische stand. Als je een spiegelreflex camera hebt zet deze dan op de “Av” stand (diafragma voorkeuze) en zet het diafragma op een zo groot mogelijk getal (bijvoorbeeld 32 of 16). e) Maak een foto. f) Schuif het fototoestel 65mm naar rechts (ongeveer de oogafstand). g) Maak weer een foto. Gefeliciteerd. Je hebt je eerste 3D foto gemaakt!
Maak zo een paar leuke foto's en lees dan verder voor wat extra uitleg bij de stappen die je genomen hebt.
Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie A) Gebruik een stilstaand onderwerp. Dit moet omdat je de twee foto’s niet tegelijkertijd kunt maken. Normaal zie je een beweging wel met allebei je ogen tegelijk. Als je bijvoorbeeld 2 foto's maakt van een hond en hij kwispelt op de ene foto met z’n staart naar links en op de andere foto naar rechts dan kunnen je hersenen dit nooit met elkaar in overeenstemming krijgen. Maar ook snel bewegende wolken of bladeren die door de wind heen en weer zwiepen, zijn niet te fotograferen op deze manier. Daarvoor is een 3D fototoestel nodig met twee lenzen of twee elektronisch gekoppelde camera's.
3D fotografie, doe het zelf!
Een 3D camera met 2 lenzen.
B) De afstand tot het onderwerp. De verschuiving en de afstand tot het dichtstbijzijnde onderwerp hebben veel met elkaar te maken. In het voorbeeld hierboven was de verschuiving 65mm en stond het onderwerp op 2 meter afstand. Gebruik de volgende formule als je onderwerpen wilt fotograferen die dichterbij of verder weg liggen: Cameraverschuiving = voorwerpafstand / 30 Dus als het dichtstbijzijnde voorwerp op 1000 mm ligt, dan is de maximaal toelaatbare cameraverschuiving 1000/30= 33 mm. In plaats van “cameraverschuiving” zeggen we bij 3D fotografie vaak “basis”. Deze formule is overigens alleen geldig bij een groothoeklens. Als je verder gaat inzoomen dan f=35mm dan gebruik je de volgende formule: V = Z x 30 x S Hierbij is V de voorwerpafstand, Z is de zoomfactor t.o.v. f=35mm (kleinbeeld equivalent) en S is de Basis. Dus als je inzoomt tot f=70mm, dan is de zoomfactor Z=2. Bij een basis van 65mm moet het dichtstbijzijnde voorwerp dan minimaal 2 x 30 x 65 = 3900mm afstand vanaf de lens blijven. C) Alles op de foto moet scherp zijn. Een stereofoto moet zoveel mogelijk overeen komen met de echte wereld. En daar kun je ook zowel de voorgrond als de achtergrond scherp zien. Daarom moet dus alles scherp op de foto staan. Een compactcamera heeft van zichzelf al een grote scherptediepte. Daarbij is de automatische stand dus meestal voldoende. Bij een spiegelreflex camera bereik je een zo groot mogelijke scherptediepte door een klein diafragma te gebruiken, bijvoorbeeld tussen de 16 en de 32, hoe groter het getal hoe beter. Als de lichtmeter aangeeft dat de foto onderbelicht is, gebruik dan een langzamere sluitertijd of een hogere ISO waarde tot de belichting goed is. Ook is het mogelijk een flitser te gebruiken. Deze moet dan wel bij zowel het linker- als bij het rechterplaatje op dezelfde plek staan. Hij mag dus niet aan de camera vast zitten. Dan zou het licht voor het linkeroog uit een andere richting komen dan bij het rechteroog.
2. Hoe bekijk je de 3D foto? Nu wil je de stereofoto natuurlijk ook graag bekijken. Voordat dit kan moeten de twee losse foto’s eerst met elkaar uitgelijnd worden. Alle punten die met elkaar overeen komen op de linker en rechter foto moeten op precies dezelfde hoogte liggen. De twee foto's mogen dus niet gedraaid of in de hoogte verschoven t.o.v. elkaar zitten. Voor dit uitlijnen is er een gratis programma die dat helemaal automatisch voor je doet: Stereo Photo Maker (SPM). Dit programma kun je op de volgende plek downloaden: http://stereo.jpn.org/eng/stphmkr/ Pak het bestand uit (unzip) en ga dan naar de map waar je SPM ingezet hebt en klik op: stphmkre. Het programma start met een zwart scherm, met bovenaan een menu en een aantal knoppen. Druk nu als eerste op de knop:
Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie
3D fotografie, doe het zelf!
Nu komt er een venster waar boven staat: “Open Left Image”. Zoek in dit scherm de map op waar je de twee foto's neergezet heb die je net gemaakt hebt. Klik nu op de linker foto en dan op de knop “Openen”. Direct daarna komt er weer een scherm waar nu boven staat: “Open Right Image”. Klik nu op de rechter foto en daarna weer op “Openen” Nu ziet het scherm er ongeveer zo uit:
Klik nu op de knop . (auto alignment). Vervolgens gaat de computer de foto automatisch voor je uitlijnen. Afhankelijk van de snelheid van je computer en het aantal megapixels van je foto's duurt dit korter of langer. Na het uitlijnen geeft SPM een overzicht van alle verschuivingen en rotaties die zijn uitgevoerd. Ook kun je hier zien of er iets is misgegaan bij het uitlijnen. Hoe dat werkt wordt besproken in hoofdstuk 3. Wacht even tot de knop “Close” verschijnt en klik hier dan op. Klik daarna op de knop Nu wordt de 3D foto afgebeeld als een anaglyph. Druk nu op <enter> voor een weergave op volledig scherm. Bekijk het scherm nu met een rood-cyaan brilletje en geniet van je eerste zelfgemaakte stereofoto! Met <Esc> keer je weer terug naar de vensterweergave. Je kunt nu de afbeelding nog bijsnijden naar de verhouding van je beeldscherm. Klik daarvoor op het pijltje naast: Kies dan “Free Cropping Option…” en wijzig zo nodig de waarde in het eerste witte vakje in “16” en in het tweede vakje in “9” (als je een andere schermverhouding hebt dan 16:9 dan vul je die waarden in). Vervolgens klik je weer op “OK” De muisaanwijzer is nu veranderd in 2 kruisende lijnen. Hiermee kun je nu de afbeelding bijsnijden door de muiskop in te drukken en bij een ander hoekpunt weer los te laten. Klik daarna als bevestiging nog een keer in het vak wat je zo getekend hebt. En de afbeelding is bijgesneden. Druk nu op
om de afbeelding weer passend op het scherm weer te geven. Nu kun je de stereofoto opslaan. Maar klik altijd eerst op: . Hierdoor wordt de 3D foto weer weergegeven als side-by-side. De afbeelding wordt namelijk opgeslagen in het formaat wat op het scherm staat. En side-by-side is daarvoor het geschiktst, want dit formaat kun je later naar alle andere soorten 3d-weergave omzetten. En opgeslagen als anaglyph kun je later alleen nog als anaglyph bekijken. Klik nu op om je eerste stereofoto op te slaan.
Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie
3D fotografie, doe het zelf!
3. Wat kan er mis gaan? Het eerste wat mis kan gaan is dat je de linker en rechter foto verkeerd om geopend hebt. Hierdoor zie je het 3D effect achterstevoren. Wat ver weg is, is dichtbij en wat dichtbij is, zit ver weg. Dit wordt ook wel “pseudo” genoemd. Als dit gebeurd is, zie je dit snel genoeg met het rood-cyaan brilletje. Je kunt links en rechts dan eenvoudig omwisselen met de knop: Ook bij het automatisch uitlijnen kan er iets misgaan. Hieronder zie je twee varianten van het venster met de uitlijnresultaten:
Let hierbij op de tweede regel van onder. Hier staat de “disparity of te infinity points”. Dit heeft te maken met de punten die op de 3D-foto het verst van je verwijderd zijn. Als je de twee foto’s heel nauwkeurig bekijkt, zie je dat een punt dat wat verder van je verwijderd is, bij de linker foto iets naar links schuift en bij de rechter foto iets naar rechts. Bij de punten die het verst van je verwijderd zijn is deze verschuiving dus het grootst. Dit mag echter niet te groot zijn, anders krijg je hoofdpijn bij het bekijken van de foto in 3D. Als regel houden we aan dat de vertepunten niet meer dan 1/30 van de beeldbreedte uit elkaar geschoven mogen zijn (we gaan hier uit van liggende foto’s). Als je nu weer naar de 2 vensters hierboven kijkt, dan zie je dat bij de linkse versie de vertepunten 1/39 uit elkaar staan. Dat is prima. Bij het rechtse voorbeeld zitten de vertepunten echter 1/24 uit elkaar. Dat is niet goed. SPM geeft een waarschuwing als de vertepunten meer dan 1/25 uit elkaar zitten, dit zie je achteraan in deze regel. Het programma kan nu de 3D foto niet meer uitlijnen volgens de regels. Hij probeert er nog het beste van te maken, maar de 3D foto zal onrustig zijn om naar te kijken. Dit probleem ontstaat vooral als je je niet gehouden hebt aan de formule uit hoofdstuk 1, of als je erg veel hebt bijgesneden. Het beste is om de foto nog een keer te maken en dan de camera iets minder te verschuiven (kleinere basis). Je zult zien dat dan de vertepunten ook minder ver uit elkaar zitten. Er is nog een mogelijke fout die een 3D-foto heel onrustig maakt om naar te kijken. Dat is een schijnraamfout. De randen van de 3D foto kun je namelijk zien als een “raam” waardoor je kijkt naar een driedimensionale voorstelling. Nu kan het zo zijn dat je bijvoorbeeld een grasveld op de foto gezet hebt, dat zover naar voren komt dat er grassprieten voor dit denkbeeldige raam komen. Het is niet gebruikelijk dat gras door een raam naar binnen komt. Bovendien lijkt het alsof het gras bij de rand van het scherm plotseling is afgesneden. Dit ziet er erg onrustig uit en levert hoofdpijn op. De regel is: alles wat de randen van het scherm raakt moet achter het schijnraam zitten.
Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie
3D fotografie, doe het zelf!
We gaan er vanuit dat je eerst de 3D foto hebt uitgelijnd met: Daarna kun je het schijnraam controleren en zo nodig aanpassen met de knop: (easy adjustment) Ga nu als volgt te werk: 1. zet een vinkje voor “show grid” en zet in het vak erachter “30”. Nu staat het grid op 1/30 van de beeldbreedte. Met het grid kun je controleren of overeenkomende punten op dezelfde hoogte zitten en of de vertepunten niet te ver uit elkaar zitten. 2. zet achter flashing: 40. 3. schuif naar links om de hele 3D voorstelling naar je toe te halen, of naar rechts om hem verder naar achteren te duwen.
4. Controleer schijnraam. Klik nu op de knop “Flashing”. Nu knippert om en om het rode en cyaankleurige beeld. Let er nu op dat overal het cyaan naar rechts springt t.o.v. het rood. Als dit niet zo is, dan zit het voorwerp voor het schijnraam. In dat geval schuif je de schuifblak bovenaan naar rechts. Als alles goed zit klik je weer op de knop “Both Images(anaglyph)” om het knipperen te stoppen.
5. Controleer vertepunten Voorwerpen in de achtergrond mogen niet verder uit elkaar zitten dan een gridvakje. Als dit wel meer is, schuif dan de schuifbalk bovenaan naar links. Als er hierdoor weer voorwerpen voor het schijnraam schuiven, dan is de foto niet genomen volgens de formules uit hoofdstuk 1. Ook als je erg veel hebt bijgesneden kunnen de vertepunten te ver uit elkaar komen.
6. laat uit scherm steken. Een voorwerp wat naar voren steekt en nergens de rand van de foto raakt, zoals deze loop van het kanon mag wel voor het schijnraam zitten. Bij het knipperen mag dan het cyaan naar links springen t.o.v. het rood. Een dergelijk voorwerp steekt dan uit het scherm naar voren. Maak het niet te extreem. Als je een verschuiving hebt van een half grid-vakje, dan ziet een toeschouwer het kanon al tot halverwege tussen zichzelf en het scherm naar binnen komen (bij projectie op een scherm van ca. 4,3 meter breed). Controleer wel of het werkt. Er zijn namelijk meerdere factoren die mede bepalen of het geloofwaardig overkomt.
Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie
3D fotografie, doe het zelf!
4. Bekijken op een 3D TV. Nu je je eerste 3D foto goed hebt uitgelijnd kun je de foto ook op andere manieren bekijken. Misschien heb je wel een 3D TV. Dan wil je waarschijnlijk ook wel graag de 3D foto hierop bekijken. Bijkomend voordeel is dat je de stereofoto dan ook in kleur kunt zien. Bij een anaglyph wil dat meestal niet zo goed. Om de 3D foto op een 3D TV te bekijken, zet je de stereofoto op een USB stick. Het beste kun je hem er op 2 manieren opzetten: 1. Als MPO file. Als eerste moet je de foto bijsnijden in de verhouding 16:9, zie hoofdstuk 2. Klik daarna op het menu “File” en dan op “Save MPO File…” 2. Als “Sqeezed” afbeelding. Dat wil zeggen opgeslagen als side-by-side maar dan met de halve breedte. Klik hiervoor in het menu op “Stereo” en dan op “Side-by-Side” en dan op “Half With SBS...” Nu zie je de afbeelding in het sqeezed formaat. Sla het nu op met “File” en kies dan “Save Stereo Image…” opgeslagen als sqeezed JPG Nu doe je de USB stick met de 3D foto’s in je 3D TV. Daarna moet je met de afstandbediening op de TV de USB poort openen en de TV in de stand zetten voor sqeezed of side-by-side. Helaas gaat dit bij iedere 3D TV anders. Het beste is om in de handleiding van je 3D TV te kijken hoe dit precies moet. De meeste TV’s zullen wel een van beide formaten herkennen. Als je eenmaal weet of je MPO’s of sqeezed afbeeldingen moet gebruiken, dan hoef je uiteraard in het vervolg alleen maar op die manier op te slaan.
5. Hoe nu verder? Hiermee eindigt deze korte introductie. Je hebt nu alle basiskennis in huis om goede stereofoto’s te maken. Maar er is meer. Als je door wilt gaan met stereofotografie dan raden wij je aan om een keer naar een verenigingsdag van de Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie (NVvS) te komen. Dit is 5x per jaar in Huizen. Kijk op de site: http://www.stereofotografie.nl wanneer de eerstvolgende verenigingsdag is. Zo’n verenigingsdag is voor niet leden gratis toegankelijk als introducé (meldt je bij aankomst even aan bij een bestuurslid). Je kunt dus rustig een keer komen kijken voor je besluit om lid te worden van onze boeiende vereniging. Op een verenigingsdag valt het volgende te beleven: 1. Er worden altijd stereoshows geprojecteerd op een groot scherm, zodat je kunt zien hoe anderen het doen. Ook kun je je eigen 3D foto’s laten projecteren op het grote scherm, er is namelijk altijd een blokje “dia’s van leden”. 2. Je kunt meer informatie krijgen over het fotograferen in 3D. Dit kan bijvoorbeeld door een boek te lenen uit de bibliotheek of door een gesprek aan te knopen met een van de aanwezige leden. Soms wordt er ook een workshop gegeven. Als je besluit om lid van de vereniging te worden, dan krijg je ook geregeld ons verenigingsmagazine het “3D-Bulletin” opgestuurd waarin je ook veel informatie krijgt over 3D. Wij wensen je veel succes bij het maken van je eerste stereofoto’s en hopen je snel te ontmoeten op een van onze verenigingsdagen! Kijk op onze site http://www.stereofotografie.nl voor verdere informatie.