AUTISME EN PESTEN Kinderen met autisme lopen meer kans om gepest te worden. Voor een deel heeft dat met het autistisch gedrag te maken. Hier volgen 7 voorbeelden met tips. Daarna nog tips voor leerkrachten.
1. Het kind heeft te weing decorumbesef en tics (bijvoorbeeld neuspeuteren, smakken) Leg op een ontspannen moment uit wat anderen raar vinden aan smakken en andere tics. Het kind voelt dit zelf vaak helemaal niet aan. Laat voelen dat je het kind zelf accepteert zoals hij is, maar dat hij buitenshuis moet proberen om bepaalde dingen niet te doen omdat anderen het raar vinden. Als het kind dit niet begrijpt kun je bepaald gedrag spiegelen. Laat zien hoe het eruit ziet als je met je mond open eet of uit je neus. Het kind krijgt zo meer inzicht in zichzelf en in de beleving van anderen op een humoristische manier. Verbind er eenduidige regels aan. (Bij velen raadzaam om dit op te schrijven) Voorbeelden: * Met je hand in je broek alleen als je in bed ligt. * Uit je neus eten alleen als er niemand in dezelfde ruimte is. Beloon hem voor goed gedrag met iets wat hij echt graag wil. Stel niet meer dan 2 regels tegelijk op. Wees consequent en geef hem de tijd om uit het gedragspatroon te komen.
2. Het kind is niet flexibel in spel; alles moet op zijn manier, moeite met nieuw spel Speel vaker met je kind en probeer je te verplaatsten in zijn leeftijdsgenoot. Zo ontdek je wat hinderlijk kan zijn voor andere kinderen. Leg uit hoe het voelt voor de ander. Verbind hier ook regels aan. Voorbeelden: * Eerst doen we wat jij wil, dan doen we wat ik wil. (eerst zijn zin doen) * Eerst doen we het bekende spel, dan doen we wat nieuws. Als het kind er erg veel moeite mee heeft kun je een beloning in het vooruitzicht stellen (als we het nieuwe spel gedaan hebben, mag je op de Wii.) Formuleer de regels positief: wat wel de bedoeling is. Niet wat niet de bedoeling is. Daarmee herinner je hem aan ongewenst gedrag. Bovendien hebben autistische kinderen soms echt geen idee wat nou wel de bedoeling is, ook al zijn ze verder intelligent. Speel mee als er vriendjes zijn. Zo krijg je zicht op het spelgedrag van je kind/verbeterpunten. Stimuleer je kind
Pagina 1 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]
om goed spelgedrag te imiteren.Hou ermee op als het goed gaat. Bij oudere kinderen kun je discreet afluisteren hoe het gaat. Lijkt raar, is nodig in geval van problemen.
3. Het kind is te eerlijk, kwetst per ongeluk anderen Leg op een ontspannen moment uit waarom kinderen boos worden als hij aan de juf vertelt dat een klasgenoot iets doet wat niet mag. Doe het vragend (waarom denk je dat ze boos werden?) Zo ontdek je welke sociale inzichten hij wel en niet heeft. Leg uit wat klikken is, wanneer je wel eerlijk moet zijn en wanneer je beter kunt zwijgen en waarom. Gebruik concrete voorbeelden. Waarom hij niet tegen het mooiste meisje van de klas moet zeggen dat zij een snor heeft, ook al is het waar. Leg de gevoelens van anderen uit aan je kind. Kijk met hem naar films, lees kinderboeken en bespreek alle ingewikkelde sociale regels, stilzwijgende codes, verborgen grapjes die erin voorkomen. Doe het vragend om te controleren of zijn begrip groter is geworden. Erken met nadruk dat het heel lastig is. Dat je hem niet afkeurt, maar helpt.
4. Het kind heeft afwijkende hobby's en mist daardoor aansluiting Stimuleer zijn hobby in huiselijke kring. Koppel hem aan mensen (meestal volwassenen) met dezelfde interesses, misschien is opa ook dol op Bach. Zoek een hobbyclub waar hij zijn ei kwijt kan. Vraag de leerkracht of ze een themadag aan zijn hobby kan wijden zodat anderen er meer begrip voor krijgen en hij uit kan blinken. Sommige autisten zijn erg goed in spreekbeurten laat hem in dat geval over zijn hobby vertellen. Stimuleer hem daarnaast om zich buitenshuis aan te passen, net als de rest pokemonplaatjes sparen ook al vindt hij er niets aan. (Als hij er daardoor meer bij hoort zal dat zijn aversie verminderen, zijn aanpassing wordt beloond) Creeer spelsituaties met andere kinderen die voor beiden aantrekkelijk zijn. (Naar de speeltuin, een computerspel wat ze allebei leuk vinden, pannenkoeken bakken) zodat hij succeservaringen opdoet in het spelen met anderen. Als je zijn spelrepertoire al hebt vergroot is er steeds meer overlap met andere kinderen. Veel autisten houden niet van competitie, maakt ze onzeker.
5. Je kind voelt zich gepest terwijl het niet zo is Maak je kind weerbaarder door met hem te stoeien, plaag hem voorzichtig, leg het verschil tussen plagen en pesten uit met concrete voorbeelden. Vraag de informatie terug. Leer hem gevatte antwoorden, gedragingen. Bedenk samen een briljant antwoord. Leg uit dat het pesten erger wordt als hij het zich zo aantrekt en waarom dat zo is. Laat je kind een goede cursus volgen om weerbaarder en sterker te worden.
6. Je kind kan niet goed meekomen met voetballen op het schoolplein
Pagina 2 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]
Veel kinderen met autisme hebben een zwakke motoriek. Ze krijgen daardoor een hekel aan sport. Oefen sporten in de huiselijke kring, wees niet streng. Veel complimenten en plezier zijn belangrijk. In een ontspannen situatie zonder prestatiedrang met vertrouwde volwassenen of een aardig ouder buurkind kan de motoriek enorm verbeteren.Jonge kinderen vinden het leuk als hun ouders met ze spelen, zelfs sport wordt leuker, jij bent de motivator. Bij oudere kinderen kan een autismevriendelijke sportleraar voordelen hebben op sportgebied. Een ander probleem is dat veel kinderen het overzicht missen bij voetbal in de pauze. Wie hoort bij wie? Iedereen rent en schreeuwt en dat is erg prikkelend. Je kunt je kind leren keepen in de thuissituatie. (rugdekking, overzicht en een vaste taak) Gebruik twee honkbalhandschoenen als hij bang is voor de bal. Vraag de juf om 1x in de week iets anders te doen in de pauze. Op elke school staan in elke pauze minstens 2 jongens per klas stiekem vreselijk te balen van het eeuwige gevoetbal. Zet zelf een leuke buitenspelactie op touw, wordt overblijfouder zodat je zicht hebt op wat er gebeurd.
7. Je kind wordt gepest, is angstig en depressief Het is heel normaal dat je in deze situatie medelijden met je kind hebt. Anderzijds is het voor het kind niet goed als je ouders je zielig vinden, slecht voor het zelfvertrouwen. Probeer hem niet te pamperen, blijf eisen, regels en grenzen stellen. Geef hem troost, erkenning, verantwoording en vertrouwen. Zorg dat hij succeservaringen op kan doen, stimuleer waar hij goed in is. Probeer nieuwe dingen uit, hij is geen kasplantje. Als je hem zo behandelt gaat hij zich steeds meer zo voelen en zich er steeds meer naar gedragen wat pesten in de hand werkt. Maak hem stoer, geef hem uitdaging. Probeer positief te blijven, je humor te bewaren. Beinvloed jullie negatieve gedachten met een leuk boek, fijne muziek, leuke visite, een huisdier een spannend spel, lachfilms, affirmaties . Alles wat jullie leuk vinden, niet alleen hij. Zorg goed voor jezelf en zoek hulp als je erg verdrietig bent over je kind. Tot slot: Het uitleggen en oefenen van de sociale gedragingen en interactie is meestal niet tijdelijk. In een nieuwe levensfase komt het autistisch kind weer met nieuwe sociale interacties en grapjes in aanraking. Onze zoon blijft bepaalde gedragingen van mensen onbegrijpelijk vinden en als ik er door zijn ogen naar kijk heeft hij gelijk. Hij houdt er van als ik het zakelijk, feitelijk en kort houdt. Regels en handvaten op papier, die hangt hij boven zijn bed. Veel kinderen met autisme hebben dat liever, maar er zijn geen twee autisten hetzelfde! Voor meer tips kun je mailen naar
[email protected].
Pagina 3 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]
TIPS VOOR DE LEERKRACHT 1. Sommige kinderen met autisme denken dat ze gepest worden terwijl het niet zo is Probeer te achterhalen waar het gevoel vandaan komt: Mag hij vaak niet meedoen? Is er een misverstand? Een interpretatiefout? Is het kind overprikkeld? Observeer onopvallend. In jouw aanwezigheid pesten kinderen niet en krijg je geen zicht op wat er speelt. Erken dat het kind zich ellendig voelt, ook al wordt hij niet echt gepest. Van erkenning worden autistische kinderen rustig omdat ze zich vaak zo onbegrepen voelen. In een rustige staat kan het kind objectiever naar de situatie kijken.
2. 70% van de kinderen wordt wel gepest. Te vaak gaan leerkrachten uit van overgevoeligheid van het autistisch kind Kinderen met autisme hebben het moeilijker dan anderen als ze inderdaad gepest worden. Ze zijn vaak niet verbaal sterk genoeg, te angstig of overstuur om goed te kunnen verwoorden wat er aan de hand is. Als de meerderheid van de pesters hardnekkig blijft ontkennen of liegen wordt het voor het autistische kind nog veel moeilijker. De pesters gaan steeds harder liegen, want dat loont. Het speciale kind heeft de schijn tegen. Als de leerkracht de pesters gelooft kan het kind enorm overstuur raken (de waarheid klopt niet) Autistisch gedrag neemt toe en het vertrouwen in de leerkracht(en) verdwijnt.
3. Bij twijfel over de ware toedracht van een pestincident kun je de betrokkenen veel beter individueel ondervragen Als er meerdere pesters betrokken zijn zorg dan dat ze geen kans krijgen om met elkaar een kloppende leugen te verzinnen. Schakel hulp in om kinderen uit elkaar te houden. Ondervraag het slachtoffer nooit in bijzijn van mogelijke daders. Hij kan in deze situatie dichtklappen of zelfs daden gaan bekennen die hij niet gepleegd heeft uit angst voor wraakacties. Vraag getuigen of ze weten wat er is gebeurd, kies sociaal sterke kinderen en vraag het hen niet in bijzijn van de daders.
4. Een gevoelige snaar raken bij de pester werkt beter In geval van ernstige mishandeling is schorsing niet overdreven. Je maakt hiermee als school een duidelijk statement. Bij gemiddelde pestincidenten kan alleen boos worden en straf geven averechts werken. Er moet met de pesters gepraat worden. Doorgaans heeft de hoofdpester zelf problemen. Bied troost en leer hem zijn gevoelens anders te kanaliseren. Meepesters zitten soms onder de plak bij de hoofdpester en voelen zich eigenlijk niet prettig bij het pesten. Soms hebben pesters een gegronde rede om zich aan een autistisch kind te ergeren. Wellicht geeft
Pagina 4 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]
de pester waardevolle informatie over gedrag wat verbeterd, veranderd of uitgelegd kan worden. Leer pesters om compassie te hebben met anderen.
5. Wees nooit nonchalant over pesten Als kinderen vanaf groep 1 een duidelijke sociale opvoeding krijgen, neemt de kans op pestgedrag af. Wees open, doorbreek taboe's. Leer kinderen om zich in te leven in anderen (Hoe zou jij je voelen als.....)In een groep met een veilige sfeer zal de meerderheid niet gaan meelopen met de pester en pestgedrag afkeuren. Soms wordt de hele groepsdynamica hardnekkig verpest door een of twee kinderen. Met die kinderen en hun ouders moet gepraat worden, laat het niet op zijn beloop, zoek hulp van derden indien nodig.
6. Wees onder voorbehoud open over het autisme als er problemen ontstaan Als het kind zich goed voelt is het niet nodig, bij problemen kan het helpen. Kinderen hebben vaak al op de kleuterschool in de gaten dat er iets speciaals met een kind is, terwijl volwassenen het kind niet willen bestempelen. Het stempel is al lang gezet, daarom wordt hij gepest. Openheid en informatie kan tot meer compassie leiden. Voorwaarde is dat de sfeer in de klas veilig is anders werkt het volkomen averechts! Doe het in overleg met alle betrokkenen. Benadruk sterke kanten van autisme en mijd begrippen als handicap, gebrek. Vergeet Bill Gates en Einstein niet te noemen. Sommige autistische kinderen houden zelf een spreekbeurt over het onderwerp. Maak het onderwerp op de middelbare school bespreekbaar met filmmateriaal (Ben X , bijvoorbeeld. )
7. Als het kind de plank misslaat in sociale interacties, leg hem dan uit wat er gebeurde Autistische kinderen begrijpen vaak echt niet wat ze verkeerd doen, waarom anderen lachen of zich ergeren. Geef hem erkenning, leg de situatie en gevoelens van anderen uit en geef tips wat hij beter kan doen. In een veilige klas met een open sfeer kan dit zelfs klassikaal, het zal het begrip van de klasgenoten alleen maar vergroten. Vraag klasgenoten om het kind hierbij te helpen.
8. Geef het kind bepaalde taken of verantwoordelijkheden Veel autistische kinderen zijn faalangstig. Geef hen de mogelijkheid om uit te blinken op gebieden waar talenten en interesses liggen (bijv. computer instaleren, technische zaken, een dier verzorgen enz.) Wees niet te rigide als het om optredens gaat, voor veel autisten is dit moeilijk. Zij kunnen uitblinken door belichting of geluid te doen, foto's, decor bouwen enz.(Sluit aan bij hem) Sta kinderen die geen spreekbeurt durven te geven toe om de spreekbeurt thuis te filmen en die te vertonen aan de klas.
9. In bepaalde situaties kan het prettig zijn om een maatje te hebben
Pagina 5 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]
Overleg met het kind en ouders zodat de hulp op maat is, teveel of onnodige hulp is slecht voor zijn zelfvertrouwen. Laat hem anderen helpen met uitleg van rekenen, andere vakken waar hij goed in is. Zodat hij zelf ook maatje is.
10. Autistische kinderen gedragen zich thuis anders dan op school Thuis komt de stress er doorgaans pas echt uit. Ze kunnen een probleem tegenover de leerkracht zelfs ontkennen, juist door hun stress/wantrouwen. Voelen zich te onveilig om iets van hun ware gevoelens te tonen. Ouders kunnen daardoor ten onrechte het stempel krijgen dat ze overbezorgd en overbeschermend zijn, olie op het vuur gooien. Sommige ouders filmen het kind thuis als hij flipt zodat de leerkracht kan zien waar het over gaat. Sta open voor het verhaal van ouders, door verkeerde oordelen wordt hun situatie niet beter. Blijf constructief, oplossingsgericht. Soms is het autisme erfelijk via een ouder. Zoek hulp als de problemen te groot worden. Tot slot: Het kan heel erg moeilijk kan zijn om kinderen 1op1 te ondervragen als je een klas vol hebt. Zoek hulp bij goede schoolbegeleiders/intern begeleider/ouders/ conciërge/ambulant begeleiders/collega's. Een veilige schooltijd is minstens zo belangrijk en vormend als cognitief leren. Spreek met je collega's af dat je elkaar niet aankijkt als je met elkaar praat in de pauze. Als je al pratend om je heen blijft kijken zie je veel meer gebeuren tussen kinderen. Ook hier erkenning dat een leerkracht eigenlijk recht heeft op een half uur rust als de kinderen buiten spelen, gezien de intensiteit en druk van het beroep (pleinwachthulp van ouders? ondersteunend personeel? kamervoorstel?). Denk mee over goede oplossingen!
Pagina 6 van 6 - © Auteur: Carry Mans – http://autisme.training –
[email protected]