HUISHOUDELIJK REGLEMENT (ex artikel 20 van de statuten van de vereniging NVAB) CONTRIBUTIE Artikel 1 1.
De jaarlijkse contributie van de leden van de vereniging, waarin inbegrepen de afdracht aan de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, wordt vastgesteld in de ledenvergadering.
2.
De contributieheffing is in lijn met het over contributieheffing bepaalde in de statuten van de KNMG, m.n. artikel 22 en het Algemeen Reglement van de KNMG, m.n. artikel 15, 16 en 17.
3.
De financiële bijdrage van de donateurs kan nooit lager zijn dan de contributie van de gewone leden.
Artikel 2 1.
Indien een lid, na door of namens de vereniging tot betaling te zijn gemaand, nog in gebreke is gebleven de contributie over het lopende jaar te voldoen, kan het bestuur overgaan tot royement van de nalatige wegens wanbetaling.
2.
Bij tussentijdse toetreding kan het bestuur bepalen, dat het bedrag van de contributie voor het lopende jaar naar evenredigheid wordt verminderd, met in achtneming van artikel 1, lid 2 van dit huishoudelijk reglement.
3.
Indien het lidmaatschap eindigt ten gevolge van b.v. pensionering wordt een gereduceerd contributietarief aangeboden onder voorwaarde dat het betreffend lid zich aanmeldt voor het belangstellend lidmaatschap, dit met in achtneming van artikel 1, lid 2 van dit huishoudelijk reglement.
BOEKJAAR Artikel 3 1.
Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2.
Aan het einde van het boekjaar sluit de penningmeester de boeken van de vereniging af en maakt daaruit een balans en winst- en verliesrekening op.
BESTUUR Artikel 4 1.
De vergadering van het bestuur wordt gehouden zo dikwijls de voorzitter of drie bestuursleden dit wensen.
2.
De voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester vormen samen het dagelijks bestuur (DB). Taak van het DB is de voorbereiding van de bestuursvergadering.
3.
Convocatie voor de bestuursvergadering geschiedt schriftelijk op een termijn van tenminste vier dagen.
4.
Bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter, indien deze afwezig is door de vice-voorzitter en bij diens afwezigheid door het langst in functie zijnde bestuurslid.
5.
Wanneer ten behoeve van de besluitvorming een stemming plaatsvindt, heeft bij het staken van de stemmen de voorzitter een beslissende stem.
6.
Van de bestuursvergaderingen worden notulen gehouden, onder de eindverantwoordelijkheid van de secretaris, welke notulen in de eerstvolgende bestuursvergadering worden vastgesteld.
7.
De voorzitter wordt de gelegenheid geboden voor een deel van zijn/haar werkzaamheden te worden vrijgesteld; de kosten hiervan zijn voor rekening van de vereniging.
8.
De Stichting NVAB stelt een directeur aan t.b.v. de vereniging NVAB. De directeur wordt aangestuurd door de voorzitter en bij diens ontstentenis door de vice-voorzitter. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn nader omschreven in het directiereglement.
9.
De bestuursleden en directeur kunnen hun reiskosten declareren. De vereniging gaat niet over tot uitkering van vacatiegelden. Declaratie van eventuele onkosten is ter beoordeling van de penningmeester.
Artikel 5 1.
De secretaris heeft de eindverantwoordelijkheid omtrent de correspondentie, omtrent de redactie van alle voor de vereniging uitgaande stukken en het jaarverslag en het beheer van het archief van de vereniging.
2.
De secretaris verschaft de overige bestuursleden alle inlichtingen betreffende de vereniging die deze mochten verlangen.
Artikel 6 1.
De penningmeester voert het geldelijke beheer der vereniging en doet daarvan rekening en verantwoording aan het bestuur; namens het bestuur doet hij rekening en verantwoording aan de ledenvergadering.
2.
Goedkeuring door de ledenvergadering van de jaarrekening en het jaarverslag déchargeert het bestuur voor het gevoerde beleid en de penningmeester voor zijn/haar beheer, tenzij voorbehoud is gemaakt.
3.
De penningmeester draagt, in overleg met het bestuur, zorg dat de geldmiddelen der vereniging, die niet noodzakelijk zijn voor de lopende uitgaven der vereniging, worden belegd.
Artikel 7 De voorzitter, de secretaris en de penningmeester zijn bevoegd met toestemming van het bestuur zich van administratieve assistentie te voorzien; de kosten hiervan zijn voor rekening van de vereniging. LEDENVERGADERING Artikel 8 1.
In de ledenvergadering wordt door de secretaris en de penningmeester verslag uitgebracht .
2.
In de ledenvergadering vinden verkiezingen voor het bestuur plaats.
3.
Op voorstel van het bestuur worden door deze vergadering leden in een Financiële Adviescommissie (FAC) benoemd. Er zijn 3 wisselende leden met een zittingstermijn van 3 jaar. Ieder jaar wordt een lid benoemd en wordt van het langst zittende kascommissielid afscheid genomen. Een lid van de FAC is voor maximaal drie jaar herbenoembaar. Profiel: financieel ervaren en geïnteresseerde leden. Mandaat: a. de rekening en verantwoording van de penningmeester over het lopende jaar na afsluiting na te zien b. gevraagd en ongevraagd te adviseren aan het Bestuur betreffende de verenigingsfinanciën en over beide aspecten in de eerstvolgende ledenvergadering verslag te doen.
De FAC heeft in ieder geval 2x per jaar overleg met de penningmeester over de (half-)jaarcijfers. Artikel 9 Voor het wetenschappelijk gedeelte ter vergadering en voor de BG-dagen is introductie van niet-leden door de leden mogelijk. Een verzoek hiertoe dient tijdig aan het bestuur gericht te worden. Artikel 10 Een besluit tot uitgifte van een periodiek behoeft de goedkeuring van de ledenvergadering, die aan deze goedkeuring voorschriften kan verbinden. COMMISSIES Artikel 11 Definitie commissie: Enige deskundige personen aan wie door het bestuur een bepaalde opdracht wordt gegeven.
1.
Het bestuur kan commissies instellen. Deze commissies kunnen zowel permanente commissies als ad hoc commissies zijn.
2.
Iedere commissie heeft een schriftelijk vastgelegde opdracht.
3.
De commissieleden, welke lid van de NVAB dienen te zijn, worden door het bestuur benoemd.
4.
Permanente commissies maken een jaarplan en leggen dat ter goedkeuring voor aan het bestuur.
5.
Van de vergaderingen van de permanente commissies worden notulen bijgehouden, welke in kopie naar het bestuur worden gezonden.
6.
De permanente commissies brengen periodiek verslag uit aan het bestuur, in ieder geval in de vorm van een jaarverslag.
7.
Ad hoc commissies sluiten hun werk af met een eindrapportage.
8.
Commissies kunnen gebruik maken van commissie-werkgroepen. a. De activiteiten van deze werkgroep vallen onder de verantwoording van de commissie. b. De commissie benoemt de leden van haar werkgroep, welke niet perse lid van de NVAB behoeven te zijn.
9.
De commissie adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd.
10.
Standpunten van een commissie, die mede het algemeen beleid raken, worden na fiattering van het bestuur, naar buiten kenbaar gemaakt.
11.
De commissieleden kunnen hun reiskosten declareren. De vereniging gaat niet over tot uitkering van vacatiegelden. Declaratie van eventuele onkosten is ter beoordeling van de penningmeester.
STUURGROEPEN Definitie stuurgroep: Groep deskundigen (en belangstellenden) die in een bepaalde aangelegenheid adviezen geeft of beleidsvoorbereidend werk verricht. Artikel 12 1.
Het bestuur kan stuurgroepen instellen.
2.
Iedere stuurgroep heeft een schriftelijk vastgelegde opdracht.
3.
De stuurgroepleden, welke lid van de NVAB dienen te zijn, worden door het bestuur benoemd.
4.
Van de vergaderingen van de stuurgroep worden notulen bijgehouden, welke in kopie naar het bestuur worden gezonden.
5.
De stuurgroepen brengen periodiek verslag uit aan het bestuur, in ieder geval in de vorm van een jaarverslag.
6.
Stuurgroepen kunnen gebruik maken van stuurgroep-werkgroepen. a. De activiteiten van deze werkgroep vallen onder de verantwoording van de stuurgroep. b. De commissie benoemt de leden van haar werkgroep, welke niet perse lid van de NVAB behoeven te zijn.
7.
De stuurgroep adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd.
8.
Standpunten van een stuurgroep, die mede het algemeen beleid raken, worden na fiattering van het bestuur, naar buiten kenbaar gemaakt.
9.
De stuurgroepleden kunnen hun reiskosten declareren. De vereniging gaat niet over tot uitkering van vacatiegelden. Declaratie van eventuele onkosten is ter beoordeling van de penningmeester.
WERKGROEPEN Definitie werkgroep A: Groep van deskundige personen die zich verenigen rond een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld hun werksetting of branche. Definitie werkgroep B: Groep van deskundige personen die als subgroep van een stuurgroep, commissie of in opdracht van het bestuur gezamenlijk een taak, onderzoek etc. ter hand nemen. Artikel 13A 1.
De vereniging kent erkende werkgroepen van leden en niet-leden, ingesteld op grond van specifieke taakuitoefening, gemeenschappelijke belangstelling of gemeenschappelijke problematiek.
2.
Een werkgroep wordt desgevraagd door de vereniging als zodanig erkend, indien zij naar het oordeel van het bestuur van de vereniging representatief geacht kan worden voor de betreffende groep van leden en een duidelijk omschreven doelstelling heeft, die past in de doelstellingen van de vereniging zoals omschreven in de statuten.
3.
Niet alle leden van de werkgroep behoeven verenigingslid te zijn.
4.
Een werkgroep wijst uit haar midden een bestuur aan. De bestuursleden zijn lid van de vereniging.
5.
Van de vergaderingen van een werkgroep worden notulen bijgehouden, welke in kopie naar het bestuur van de vereniging worden gezonden.
6.
Een werkgroep rapporteert periodiek in de ledenvergadering in de vorm van een jaarverslag.
7.
Het bestuur van de vereniging is gehouden een werkgroep aangaande haar standpunt te raadplegen ten aanzien van aspecten van het bestuursbeleid die de doelstellingen van de werkgroep raken.
8.
Standpunten van een werkgroep kunnen, na fiattering van het bestuur, naar buiten kenbaar worden gemaakt.
9.
De werkgroepleden kunnen hun reiskosten niet declareren. De vereniging gaat niet over tot uitkering van vacatiegelden. Declaratie van eventuele onkosten is ter beoordeling van de penningmeester.
Artikel 13B 1.
Commissies en stuurgroepen kunnen werkgroepen van leden en niet-leden instellen.
2.
Deze werkgroepen worden ingesteld met een specifieke taakopdracht. De commissie of stuurgroep is eindverantwoordelijk voor de werkgroep.
3.
Niet alle leden van de werkgroep behoeven verenigingslid te zijn.
4.
Een werkgroep wijst uit haar midden een bestuur aan. De bestuursleden zijn lid van de vereniging.
5.
Van de vergaderingen van een werkgroep worden notulen bijgehouden, welke in kopie naar de instellende commissie of stuurgroep worden gezonden.
6.
De werkgroepleden kunnen hun reiskosten declareren. De vereniging gaat niet over tot uitkering van vacatiegelden. Declaratie van eventuele onkosten is ter beoordeling van de penningmeester.
NVAB-KRINGEN Artikel 14 1.
De NVAB kent NVAB-Kringen. Een NVAB-Kring is een samenwerkingsverband van leden van de vereniging.
2.
De NVAB-Kringen hebben diverse doelstellingen. Een daarvan is informatie-uitwisseling van bestuur naar leden van de NVAB-Kringen en vice versa. Bij- en nascholing is een belangrijke doelstelling van de NVAB-Kringen. Ook de netwerkfunctie onderling en het leggen van contacten met o.a. de curatieve sector is een doelstelling van de NVAB-Kringen.
3.
De NVAB-Kringen kunnen een rechtspersoonlijkheid hebben. De organisatie en werkwijze van de NVABKringen worden in dit artikel van het huishoudelijk reglement van de vereniging geregeld. De statuten van een NVAB-Kring mogen niet in tegenspraak zijn met de statuten en het Huishoudelijk Reglement van de vereniging NVAB.
4.
Elke NVAB-Kring heeft een kring-bestuur. Alle bestuursleden van de NVAB-Kring zijn lid van de vereniging. De NVAB-Kring regelt zelf de verkiezing van haar bestuur.
5.
Een NVAB-Kring kan ook niet-NVAB-leden het lidmaatschap van de kring verlenen.
6.
De penningmeester van de NVAB maakt jaarlijks een tijdens de ledenvergadering vastgestelde bijdrage per NVAB-lid over aan de penningmeester van de NVAB-Kring. Dit geschiedt uiterlijk op 1 april van het lopende boekjaar.
7.
De penningmeester van de NVAB-Kring houdt een boekhouding bij ter verantwoording van de besteding van de NVAB-bijdrage.
8.
Het bestuur van de NVAB stelt de geografische gebieden van de NVAB-Kringen vast. Ieder individueel lid van de vereniging wordt door het bestuur naar woonplaats ingedeeld in een NVAB-Kring, Het individuele lid kan desgewenst van NVAB-Kring wisselen.
9.
Naast de NVAB-kringen bestaan er KNMG-districten. Regelingen voor deze districten worden niet door de NVAB apart opgesteld, maar door de federatiepartners van KNMG, waaronder de NVAB. Er wordt hier verwezen naar de stukken van de KNMG, m.n. het Algemeen Reglement van de KNMG, art.11.
Artikel 15 Samenwerkingsverbanden waarin leden van de vereniging participeren en die volgens de gangbare opvattingen tot de NVAB-kringen gerekend worden, doch waarvan de huidige inrichting en werkwijze afwijken van hetgeen beschreven is in artikel 14, worden voor de toekenning van een bijdrage ex artikel 14 lid 6 vooralsnog gelijk gesteld aan NVAB-kringen in de zin van artikel 14, mits zij participeren in het bestuurlijk overleg tussen NVAB en de NVAB-kringen en zij handelen in overeenkomst met het beleid en de belangen van de vereniging NVAB.
REGLEMENTSWIJZIGING Artikel 16 Tot wijziging van dit reglement kan worden besloten bij meerderheid van uitgebrachte geldige stemmen in een ledenvergadering, mits het voorstel tot deze wijziging op de agenda voorkomt en mits het voorstel niet in tegenspraak is met KNMG-statuten en - reglementen.
NVAB, november 2010 Bijgesteld art. 8.3, goedgekeurd door najaarsALV 2010