Beeldbewerking 1 GIMP: een gratis en volwaardig alternatief voor Photoshop GIMP staat voor GNU Image Manipulation Program. Het is een grafisch programma voor het bewerken van foto's evenals het creëren en bewerken van afbeeldingen. GIMP valt onder de zogenaamde vrije software en is dus gratis. Door de uitgebreide functionaliteit en andere voordelen is GIMP uitgegroeid tot een pakket dat zich kan meten met populaire commerciële programma's als Adobe Photoshop. Je kan GIMP dus ook thuis gratis downloaden. De meest recente versie van GIMP is 2.6. Surf naar de officiële website http://www.gimp.org/ of zoek via Google naar download mogelijkheden.
2 Schermopbouw
De afbeelding hierboven toont de standaard vensterschikking van GIMP. Je ziet de volgende drie vensters: 1) Het gereedschapsvenster Helemaal bovenaan vind je het hoogste menuniveau met alle mogelijke functies en opties in GIMP. De gereedschapskist bevat een collectie pictogramknoppen waarmee verschillende gereedschappen geselecteerd kunnen worden. Gereedschap Opties Onder het gereedschapsvenster is het dialoog venster met de opties van het gereedschap dat geactiveerd is (in dit geval het gereedschap om rechthoeken te selecteren). 2) Een afbeeldingsvenster Elke geopende afbeelding in GIMP wordt in een apart venster weergegeven. Er kunnen meerdere afbeeldingen tegelijkertijd geopend zijn.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
1
3) Lagen venster Dit dialoogvenster laat de laagstructuur van de huidig actieve afbeelding zien en biedt de mogelijkheid om de lagen op een aantal verschillende manieren te bewerken. Penselen/Patronen/Verlopen Het gekoppelde dialoogvenster onder het lagenvenster biedt de mogelijkheden van penseel, patroon of verloop te wisselen of deze anders in te stellen.
3 Afbeeldingen in GIMP plaatsen Er zijn 3 mogelijke manieren om een afbeelding in GIMP te zetten. 1) Een bestand openen De eenvoudigste manier om een bestand te openen is met het menu door: Bestand → Openen in het gereedschapsvenster te gebruiken. Hierdoor open je het ‘Afbeelding openen’ venster en kan je naar de bestanden bladeren. Het gewenste bestand kan je vervolgens aanklikken.
2) Bestanden slepen Je kan een bestand ook openen door de afbeelding simpelweg te slepen naar GIMP.
3) Kopiëren en plakken Je kan een afbeelding ook openen via kopiëren (CTRL+C) en plakken (CTRL+V).
4 Selecteren Meestal wil je bij het bewerken van een afbeelding slechts een deel ervan veranderen. Het selectiemechanisme maakt dit mogelijk. Een selectie in een afbeelding kan je onderscheiden met behulp van korte streepjes die over de scheidingslijn tussen de geselecteerde en niet-geselecteerde delen bewegen
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
2
Je ziet dus een lijn met daarop schuivende lichte en donkere stukken verschijnen, de zogenaamde ‘marcherende mieren’ om de selectie heen.
5 Bewerkingen ongedaan maken Bijna alle bewerkingen kan je ook weer ongedaan maken. De laatste bewerking kan je annuleren door de menukeuzes Bewerken → Ongedaan maken (sneltoets: CTRL+Z). Ongedaan maken kan zelf ook ongedaan gemaakt worden. Als je een bewerking ongedaan hebt gemaakt, kan je die opnieuw uitvoeren door de menukeuzes Bewerken → Opnieuw uitvoeren (sneltoets: Ctrl+Y). Deze mogelijkheid kan nuttig zijn om het effect van een bewerking beter in te schatten door deze herhaaldelijk ongedaan te maken en te herstellen.
6 Wat zijn lagen? Een ‘laag’ van een afbeelding is vergelijkbaar met een bladzijde in een boek. De eenvoudigste afbeeldingen zijn uit slechts een laag opgebouwd en zijn vergelijkbaar met een enkel vel papier. Maar een afbeelding kan ook een zeer ingewikkelde constructie zijn. Complexe afbeeldingen kunnen uit tientallen lagen opgebouwd zijn. Lagen hoeven niet ondoorschijnend te zijn of de afbeelding volledig te bedekken. De weergave van de afbeelding laat dus meer dan de bovenste laag zien. Je ziet elementen van meerdere lagen. Het zijn als het ware min of meer transparante vellen. Je kan een afbeelding dus beter beschouwen als een boek met vele pagina’s dan een enkel vel papier met daarop een plaatje. De pagina’s van het boek zijn te vergelijken met de ‘lagen’ van de afbeelding. Je zal merken dat je al snel enkele lagen verkrijgt bij het bewerken van een afbeelding. De laagopbouw van de afbeelding wordt getoond in het Lagen dialoogvenster. Via de rechtermuisknop krijg je een keuzemenu met verschillende opties.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
3
Via Laagattributen bewerken kan je een eigen naam geven aan een laag. Bijvoorbeeld welke handeling je doet in deze laag (zodat je later nog weet hoe de afbeelding precies is opgebouwd)
Je kan een laag onzichtbaar maken door op het oog te klikken. Dit is een schakelknop. Je kan de laag dus opnieuw zichtbaar maken door nogmaals op dezelfde plaats te klikken. Dit kan handig zijn om bijvoorbeeld het effect (voor en na) van een laag te bekijken.
7 Penselen Een penseel is een puntenpatroon waarmee getekend kan worden. GIMP biedt 10 soorten penseeltekengereedschappen die niet alleen teken-, maar ook wis-, kopieer-, uitsmeer-, verlicht- en helderheidsmogelijkheden bieden.
Door de muistoets tijdens een beweging ingedrukt te houden wordt er een penseelstreek gezet die uit een reeks van deze puntafbeeldingen bestaat. Penselen worden gekozen door op een pictogram in het penseeldialoogvenster te klikken.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
4
Hieronder een afbeelding met verschillende penseelstreken.
8 Gereedschapskist
TIP: In het gereedschapsvenster kan je de muis enige tijd op een onderdeel ervan laten rusten om een “gereedschap-tip" te laten verschijnen. Deze vertelt je de naam van wat er onder het pictogram zit en legt in het kort uit wat je ermee kan doen. In veel gevallen kan je ook door op de F1-toets te drukken hulp krijgen over hetgeen zich op dat moment onder de muiscursor bevindt.
8.1 Zoomen Om nauwkeuriger te werken kan je de afbeelding in- of uitzoomen. Inzoomen: muisklik(ken) Uitzoomen: Ctrl ingedrukt houden + muisklik(ken)
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
5
Er zijn verschillende selectiegereedschappen: We bespreken hieronder volgende gereedschappen: schaar, toverstaf, vrije selectie, rechthoekige selectie en ovale selectie. Maar eerst bekijken we enkele opties die bij een aantal selectiegereedschappen horen.
Modus De Modus bepaalt de manier waarop de selectie die je maakt gecombineerd wordt met de (huidige) bestaande selectie. Je kan echter ook gebruik maken van sneltoetsen. 1) Huidige selectie vervangen: dit zorgt ervoor dat de huidige selectie verwijderd wordt, en vervangen door de nieuwe selectie. 2) Toevoegen aan huidige selectie (SHIFT): dit zorgt ervoor dat de nieuwe selectie toegevoegd wordt aan de huidige selectie. De nieuwe selectie en de huidige selectie vormen dan samen een geselecteerd gebied. 3) Van huidige selectie aftrekken (CON TROL): het resultaat is het gebied van de huidige selectie dat niet in de nieuwe selectie zit. 4) Snijden met huidige selectie (SHIFT+CONTROL): bestaat het resultaat uit het overlappende gedeelte van de huidige selectie en de nieuwe selectie (ook wel de intersectie genoemd). Anti-aliasing Deze optie heeft maar op enkele van de Selectie gereedschappen effect: de rand van de selectie zal vloeiender gemaakt worden als deze optie aanstaat. Zonder anti-aliasing kan (met name een niet-rechte) rand erg hoekig worden, anti-aliasing maakt deze hoeken minder scherp en vloeiender. Zachte Randen Met de zachte randen optie ingeschakeld wordt de rand van de selectie vervaagd.
8.2 Rechthoekige selectie Dit is een veel gebruikt selectiegereedschap. Hiermee kan je rechthoeken of vierkanten selecteren in een afbeelding. Activeer deze tool en teken een rechthoek of vierkant. Versleep de randen om de selectie aan te passen.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
6
8.3 Schaar Klik in de afbeelding voor het beginpunt. Via muisklik(ken) maak je een selectie. Hoe dichter de punten bij elkaar, hoe nauwkeuriger. Je kan echter de selectiepunten of de verbindingslijnen tussen twee punten verslepen om kleine correcties te doen. Begin- en eindpunt moeten elkaar raken! Er moeten twee ‘trouwringen’ verschijnen om een gesloten selectie te maken. Klik daarop. Klik vervolgens ergens in de selectie om de selectie te vervolledigen. Je krijgt dan de ‘marcherende mieren’ te zien.
8.4 Ovale selectie Voor deze afbeelding kan je ook gebruik maken van de ovale selectie. Dit is eigenlijk veel makkelijker. Versleep de randen om de cirkel of het ovaal te bepalen.
Hoe kan je nu de afbeelding bewerken, zonder te raken aan de selectie? Kopieer de selectie naar een drijvende selectie via CTRL + C, dan CTRL + V. Knippen kan ook, maar kopiëren is veiliger, want dan krijg je geen ‘leeg gat’ in de afbeelding.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
7
Maak van de drijvende selectie een nieuwe laag. Via de rechtermuisknop krijg je een selectiemenu waar je Nieuwe laag kiest. Je hebt nu een nieuwe laag gecreëerd.
Klik op de onderste laag om de afbeelding (behalve de nieuwe laag) te wijzigen. De nieuwe laag plakt als het ware op de onderste laag. Zet de kleuren van de afbeelding om in grijstinten door in de menubalk Kleuren → Desatureren (= kleuren verwijderen) te kiezen.
Maak de laatste bewerking terug ongedaan.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
8
Hoe kan je een nieuw object in de afbeelding verwerken? Kopieer simpelweg een nieuwe afbeelding naar de bestaande afbeelding via CTRL+C en CTRL+V. Maak van deze drijvende selectie een nieuwe laag.
8.5 Toverstaf = selecteer een aaneensluitend gebied op basis van de kleur
Om de achtergrond te verwijderen uit de afbeelding, kan je gebruik maken van de toverstaf. Activeer de toverstaf en klik vervolgens ergens in het gebied dat je wilt selecteren. Je ziet dan een selectie met ‘marcherende mieren’. Je hebt nu de achtergrond geselecteerd, maar je wil eigenlijk het object selecteren.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
9
Ga via de menubalk naar Selecteren → Inverteren (CTRL + I). Op die manier wordt de selectie omgedraaid en is nu het object in plaats van de achtergrond geactiveerd. Kopieer de selectie naar een nieuwe laag. Verwijder vervolgens de vorige laag (met de volledige afbeelding). Nu blijft enkel het object over (zonder de achtergrond).
8.6 Schalen: een afbeelding vergroten of verkleinen
Om een afbeelding groter of kleiner te maken, kan je gebruik maken van de functie ‘schalen’. Als je de breedtehoogte verhouding wil behouden, als je dus met andere woorden de afbeelding niet wil vervormen, zorg er dan voor dat je Breedte en Hoogte in het venster schalen aan elkaar vastmaakt door op de ketting te klikken. Vervolgens kan je het aantal beeldpunten instellen. Je kan uiteraard ook in de afbeelding zelf de hoeken verslepen om de afbeelding te vergroten of te verkleinen tot de gewenste grootte.
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
10
8.7 Lagen, selecties en andere objecten verplaatsen
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
11
Activeer de laag, selectie of het object dat je wil verplaatsen. Versleep dit vervolgens naar de juiste positie.
Hoe kan je de afbeelding echter laten lijken? Als we het object ‘in’ de afbeelding kunnen plaatsen, kunnen we de afbeelding echter laten lijken. Bij het voorbeeld, willen we dus het figuurtje achter de lantaarnpaal zetten. Selecteer het gedeelte van de lantaarnpaal dat voor het figuurtje moet komen aan de hand van een vrije selectie.
Kopieer deze selectie naar een nieuwe (bovenliggende) laag. Het verschil ziet er zo uit:
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
12
9 Een logo aanmaken in GIMP
N. Willems
Beeldbewerking – GIMP
13