MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
Beste cliënt, Op grond van art. 184, §5 W.Venn. kan de ontbinding èn de vereffening (lees: dadelijke sluiting van de vereffening) in één enkele notariële akte plaatsvinden mits een aantal voorwaarden worden gerespecteerd. Men heeft het in dit verband over de zogenaamde “ééndagsprocedure” en/of “turboliquidatie”. Met de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (art. 108), B.S., 14 mei 2014, in werking getreden op 24 mei 2014, werden deze voorwaarden herschreven. Thans worden volgende voorwaarden gesteld: 1° er is geen vereffenaar aangeduid; 2° alle schulden ten aanzien van derden zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen werden geconsigneerd; 3° alle aandeelhouders of vennoten zijn op de algemene vergadering aanwezig of geldig vertegenwoordigd en besluiten met eenparigheid van stemmen Verder stelt de wet: a) dat de terugname van het resterend actief door de vennoten zelf gebeurt b) Indien een verslag moet worden opgemaakt door een commissaris, een bedrijfsrevisor of een externe accountant overeenkomstig artikel 181, § 1, derde lid, maakt dit verslag melding van de terugbetaling of consignatie van de schulden in zijn conclusies. Dit document reikt een FAQ (frequently asked questions) aan waarin een aantal topics m.b.t. deze zogenaamde ééndagsprocedure aan bod komen en die – met oog op de samenwerking met ons vennootschapscliënteel en/of haar tussenpersonen (accountants, boekhouders, belastingconsultenen, revisoren, advocaten, bedrijfsjuristen) het standpunt weergeeft van Notariskantoor Michiels & Stroeykens. Uiteraard dient deze FAQ als een standaard guideline beschouwd worden en zal elk dossier in functie van zijn concrete omstandigheden moeten beoordeeld worden. En uiteraard staat Notariskantoor Michiels & Stroeykens open tot overleg hieromtrent met zijn cliënten en tussenpersonen. Vragen omtrent deze FAQ kunnen worden verstuurd naar één der notarissen (
[email protected] of
[email protected] of
[email protected]).
(1) Er mag geen vereffenaar worden aangesteld. Heeft dit specifieke (nadelige) gevolgen ? De wettekst verbiedt formeel de aanstelling van een vereffenaar indien voor de toepassing van de ééndagsprocedure wordt geopteerd. Het gevolg hiervan is een [1]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
verzwaarde aansprakelijkheid voor de op het ogenblik van de ontbinding in functie zijnde bestuurders en zaakvoerders. Art. 185 Wetboek Vennootschappen voorziet immers dat in het geval er geen vereffenaars benoemd worden, de bestuurders/zaakvoerders alsdan ten aanzien van derden “als vereffenaars beschouwd worden”. Concreet betekent dit dat tijdens de periode van zogenaamde “passieve rechtspersoonlijkheid” van de vennootschap, d.i. een periode van 5 jaar te rekenen vanaf de bekendmaking aan 3den van de sluiting van de vereffening via neerlegging op de griffie en de bekendmaking in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad, de bestuurders/zaakvoerders het slachtoffer kunnen worden van (lees: aansprakelijk kunnen gesteld worden voor) eventuele rechtsvorderingen die 3den zouden instellen (bv. door een 3de schuldeiser die niet betaald werd). Cfr. inzake de verjaring van rechtsvorderingen m.b.t. de vereffening van vennootschappen, art. 198, §1, derde gedachtenstreepje W.Venn. De zittende bestuurders/zaakvoerders dienen zich bewust te zijn van deze verzwaarde aansprakelijkheid ! Zijn de bestuurders aanwezig bij de ondertekening van de akte dan zal de instrumenterende notaris hen hierop attenderen. Zijn ze niet aanwezig en hebben ze verzakingsdocument getekend wat de oproeping betreft, dan wordt in dit document best opgenomen dat ze in kennis zijn van deze verzwaarde aansprakelijkheid.
(2) Schulden en staat van actief en passief Anders dan in de oude versie, verwijst art. 184, §5 W.Venn. in zijn nieuwe versie sinds de wet van 25 april 2014 niet langer naar schulden die blijken uit de bij toepassing van art. 181, §1, 2de lid W.Venn. op te stellen staat van actief en passief (die op datum van de notariële ontbindingsakte niet ouder mag zijn dan 3 maanden). Een en ander heeft onderstaande gevolgen: (1) er mogen schulden blijken uit de staat van actief en passief ! Echter …. deze moeten vóór de ondertekening van de notariële ontbindingsakte betaald zijn of de nodige maatregelen tot “consignatie” (zie verder) moeten genomen zijn. En !, van deze terugbetaling dient de deskundige (extern accountant / bedrijfsrevisor) in de conclusies van zijn deskundigenverslag over de staat van actief en passief melding te maken (zie verder).
[2]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
Opgelet, daar de deskundige over de terugbetaling van de schulden die nog zouden blijken uit de staat van actief en passief of over de consignatie in zijn verslag melding dient te maken, dient deze terugbetaling of consignatie gebeurd te zijn voorafgaand aan het ogenblik dat de deskundige zijn verslag opstelt (en dus nog in een veel vroeger stadium dat de ondertekening van de notariële ontbindingsakte) ! De deskundige zal immers het bewijs van deze terugbetaling en/of consignatie moeten voorgelegd worden. (2) ook vennootschappen die op grond van art. 181, §1 W.Venn. niet verplicht zijn tot de opmaak van een staat van actief en passief, zoals de VOF of Gewone Commanditaire Vennootschap, dienen op het ogenblik van het in ontbinding gaan vrij te zijn van schulden tegenover derden (of de nodige maatregelen tot consignatie dienen genomen te worden). De ontbinding van dit type van vennootschap kan onderhands en dus zonder notariële tussenkomst plaatsvinden. Echter, wanneer vrijwillig wel op de tussenkomst van een notaris een beroep wordt gedaan, zal de notaris ook hier moeten kunnen nagaan of de wettelijke voorwaarden voor de eendagsprocedure zijn vervuld (inzonderheid betreffende het schuldenvrij zijn van de vennootschap), en zal MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS in de praktijk toch de voorlegging van een staat van actief en passief vragen ook voor deze vennootschapstypes, evenals een schriftelijke verklaring af te leveren door een extern accountant of bedrijfsrevisor, zo uit die staat van actief en passief schulden zijn blijken, dat de schulden inmiddels terugbetaald zijn (of het nodige is gedaan voor de consignatie)
(3) Schulden: wat verstaat men onder “derden” ? Sinds de herschrijving van art. 184, §5 W.Venn. door de wet van 25 april 2014 wordt nu in de wettekst duidelijk gesteld dat enkel schulden t.a.v. derden geviseerd worden en dat enkel dergelijke schulden onbestaande mogen zijn of voor het in ontbinding gaan – lees: voorafgaand aan de opmaak van het deskundigenverslag (zie hoger) betaald moeten zijn, dan wel geconsigneerd (zie verder). Uit de voorbereidende werken (Cfr. de Memorie van Toelichting bij de Wet van 25 april 2014, Parl.St., Doc 53 / 3149/001, p. 92 ) blijkt duidelijk dat schulden jegens
[3]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
aandeelhouders/vennoten geen probleem vormen. 1 De achterliggende redenering is dat door de (andere) wettelijke vereiste, die stelt dat de ééndagsontbinding met éénparigheid dient gestemd te worden, deze aandeelhouders/vennoten perfect op de hoogte zijn van wat er te gebeuren staat. Aldus belet de bv. de aanwezigheid van een rekening-courant schuldvordering van een aandeelhouder/vennoot de toepassing van de eendagsprocedure niet en mag dergelijke schuld uit de staat van actief en passief blijken (en hoeft dergelijke schuld ook niet terugbetaald te zijn alvorens de notariële ontbindingsakte wordt getekend). Het kan in casu ook gaan om een intra-groepsschuld. Althans, naar ons oordeel mits de andere vennootschap-schuldeiser tevens aandeelhouder/vennoot is van de vennootschap die ontbinding zal worden gesteld (bv. de moederhoofdaandeelhouder). Quid als er geen enkele link is tussen de schuld en het aandeelhoudersschap van de te ontbinden vennootschap ? Bv. de RC-schuld jegens een bestuurder/zaakvoerder die zelf geen vennoot/aandeelhouder is ? Bv. een intragroepsschuld jegens een zustervennootschap binnen de groep die evenwel geen vennoot/aandeelhouder is van de te ontbinden vennootschap ? Als dergelijk link ontbreekt, dan komt het ons voor dat zulks als een schuld jegens een “derde” dient beschouwd te worden zodat deze niet op de staat van actief en passief mag voorkomen, of er wel mag voorkomen mits het bewijs aangeleverd wordt dat deze schuld voorafgaand aan de notariële ontbindingsakte is terugbetaald of de nodige maatregelen tot consignatie zijn genomen (zie verder).
(4) Schulden: terugbetaling – wanneer precies ? Schulden aan derden moeten niet noodzakelijk reeds terugbetaald zijn op het tijdstip dat tot de opmaak van de staat van actief en passief wordt overgegaan. Zoals hoger vermeld verwijst de wettekst terzake de schulden niet langer naar deze staat. Anderzijds lijkt het ons in de praktijk wel raadzaam er voor te zorgen dat de schulden tijdig zijn weggewerkt en wel voor de opmaak van deze staat, zodat een staat kan afgeleverd worden die schulden”clean” is. Dit vergemakkelijkt de zaken en het bewijs 1
Cfr de tekst in de Memorie van Toelichting die letterlijk als volgt luidt: “Door de verwijzing naar schulden t.a.v. derden wordt vermeden dat een rekening-‐courant t.a.v. een vennoot (die krachtens de derde voorwaarde sowieso met de beslissing instemt) een obstakel vormt’. [4]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
van effectieve betaling nadien hoeft niet langer geleverd te worden. Is het door omstandigheden niet mogelijk de schulden te betalen voorafgaand de opmaak van de staat van actief en passief, dan komt het ons voor dat uit de wettekst mag afgeleid worden dat de effectieve terugbetaling een (bewezen !) feit is voorafgaand aan de ondertekening van de notariële ontbindingsakte, meer precies voorafgaand aan de opmaak door de deskundige (extern-accountant of bedrijfsrevisor) van zijn deskundigenverslag over de staat van actief en passief. Trouwens de nieuwe wettekst lijkt hier het standpunt te willen aannemen dat eerder reeds was ingenomen door de Minister van Justitie in antwoord op een parlementaire vraag (Parl. Vr. Luk an Biesen, aan de Minister van Justitie, nr. 14529, 12 december 2012, 53 Com 620, p. 17) en waaruit eveneens duidelijk kan afgeleid worden dat de effectieve betaling voorafgaand de ontbindingsakte moet gebeurd zijn (thans bij lectuur van de nieuwe wettekst te lezen als: voorafgaand de opmaak van het deskundigenverslag over de staat van actief en passief, want deze moet over de terugbetaling / consignatie verslag uitbrengen. Van de terugbetaling van de schulden (aan derden) tussen de datum van staat van actief en passief en de ontbindingsakte zal het bewijs moeten aangeleverd worden aan de deskundige (extern accountant of bedrijfsrevisor) daar deze van de terugbetaling melding moet maken in de conclusies van zijn deskundigenverslag (zie verder).
(5) Schulden: terugbetaling – wat verstaat men onder “consignatie” Sinds de Wet van 25 april 2014 voorziet art. 184, §5 W.Venn. thans ook expliciet in de mogelijkheid om schulden aan derden te “consigneren”. Deze mogelijkheid, zo blijkt uit de Voorbereidende Werken (Cfr. de Memorie van Toelichting bij de Wet van 25 april 2014, Parl.St., Doc 53 / 3149/001, p. 92) is ingevoerd naar analogie met wat reeds voorzien was in art. 190, §2 W.Venn. (ook laatstgenoemd wetsartikel voorziet namelijk in de mogelijkheid van consignatie). Ook hier komt het ons voor dat deze consignatie voorafgaand de ondertekening van de notariële ontbindingsakte, meer precies voorafgaand de opmaak door de deskundige van zijn deskundigenverslag over de staat van actief en passief dient te gebeuren.
[5]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
En ook als van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt zal het bewijs van de consignatie moeten aangeleverd worden aan de deskundige (extern accountant of bedrijfsrevisor) daar hij van de consignatie melding moet maken in de conclusies van zijn deskundigenverslag (zie verder). De vraag is wat de wetgever in art. 184, §5 W.Venn. precies verstaat onder “consignatie” ? Betekent dit consigneren in de gebruikelijke juridische zin en dus “afzonderen” op een aparte wachtrekening bij de Deposito en Consignatiekas (voor uitleg hoe dit dient te gebeuren, zie www.depositokas.be) ? Nergens in de nieuwe wettekst wordt gepreciseerd wat in deze context onder “consignatie” precies dient begrepen te worden. Ook de Voorbereidende Werken zwijgen hierover in alle talen. Indien effectief consignatie bij de Deposito- en Consignatiekas bedoeld wordt, dan zal hiervan allicht in de praktijk weinig gebruik worden gemaakt gelet op de administratieve rompslomp die er mee gepaard gaat. In dat geval lijkt het ons beter om de schuld i.p.v. te consigneren gewoon te betalen. Anders is het als “consigneren” in de brede zin van het woord moet begrepen worden. Volgens van Dale betekent “consigneren”: in bewaring geven. Het zou dan betekenen dat geld bestemd om in een latere fase de schuldeiser te betalen voorafgaand de notariële ontbindingsakte “opzij wordt gezet” op een aparte rekening. De vraag is dan op rekening van wie ? Van de vennootschap ? Dit lijkt weinig zinvol, want die verdwijnt meteen ? En zal de bankinstelling de rekening kunnen aanhouden op naam van een vennootschap die niet langer bestaat ? Allicht niet. Op een rekening van de vereffenaar ? Uiteraard niet want die is er niet bij een ééndagsprocedure ! Op rekening van één van de bestuurders / zaakvoerders ? Dit blijkt niet uit de wettekst. En bovendien, dit is gevaarlijk voor schuldeisers want welke bescherming hebben ze in dat geval ? (behoudens uiteraard het instellen van een vordering in aansprakelijkheid daar de zittende bestuurders / zaakvoerders bij ontstentenis van benoeming van een vereffenaar als vereffenaar worden beschouwd; toepassing art. 185 juncto art. 198, §1, 3de gedachtenstreepje W.Venn.) Voorlopige conclusie: zolang er geen duidelijkheid is over de notie “consignatie” is het af te raden deze techniek te gebruiken en is het aan te bevelen eerder tot een [6]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
effectieve betaling van de schuld aan de derde over te gaan voorafgaand de notariële ontbindingsakte. Volgens onze informatie heeft er intussen een overleg plaatsgevonden tussen de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en vertegenwoordigers van het IAB en IBR. Daaruit zou blijken dat het inderdaad om consigneren bij de Deposito- en Consignatiekas zou gaan (dit standpunt zou eerstdaags gecommuniceerd worden).
(6) Schulden: wat met (latente) belastingschulden ? Quid met belastingen die betrekking hebben op het lopende boekjaar. We denken aan vennootschapsbelasting wegens de (winstgevende) activiteiten in de maanden die de ontbinding voorafgaan. Of schuld jegens de BTW-administratie (om zelfde reden). Voor de Wet van 25 april 2014 werd doorgaans gesteld dat deze minstens voorafgaand aan de ondertekening van de notariële ontbindingsakte dienen betaald te worden. Sommigen rechtbanken aanvaarden ook de neerlegging op de griffie van turbo-liquidaties niet als bleek dat er nog belastingschulden waren. Het komt ons voor dat dit m.b.t. de hierboven opgesomde belastingschulden nog steeds de houding dient te zijn. Het is immers een schuld aan een derde, die bovendien perfect vooraf kan uitgerekend worden en voldaan kan worden via een fiscale voorafbetaling. De betaling kan gebeuren tussen de datum van opmaak van de staat van actief en passief en de ondertekening van de ontbindingsakte. De deskundige zal in dat geval het bewijs van de betaling van de belastingschuld voorgelegd moeten krijgen en er melding moeten van maken in de conclusies van zijn deskundigenverslag. Mogelijks zijn de hier bedoelde schulden ook vatbaar voor “consignatie”. Dit kan eventueel ook afgeleid worden uit de Voorbereidende Werken tot de Wet van 25 april 2014 (Cfr. de Memorie van Toelichting bij de Wet van 25 april 2014, Parl.St., Doc 53 / 3149/001, p. 92) waar volgende passage te lezen staat: “Door, naar analogie met art. 190 de mogelijkheid tot consignatie te voorzien wordt het probleem van de kosten van vereffening zelf en van de fiscale afrekening opgelost”. Onduidelijk is dat de wetgever verstaat onder “fiscale afrekening”. Geldt dit ook voor belastingschulden die perfect op het ogenblik van de vereffening gekend zijn (of [7]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
berekenbaar zijn) ? Of enkel voor latente belastingschulden die pas ontstaan na (want door) de ontbinding ? Quid met belastingschulden die pas ontstaan door de ontbinding zelf ? We denken hierbij aan de RV op de liquitatiebonus of Venn.B die verschuldigd wordt op meerwaarden die aan het licht komen via de ontbinding (bv. meerwaarde op onroerend goed). Van dergelijke schulden kan uiteraard onmogelijk geëist worden dat ze voorafgaand aan de notariële ontbindingsakte worden betaald, want ze bestaan op dat moment niet eens. Allicht zal hier consignatie de oplossing zijn. De deskundige zal van deze consignatie melding dienen te maken in de conclusies van zijn deskundigenverslag. Wat specifiek de RV op de liquidatiebonus betreft,, kan men zich de vraag stellen of deze wel moet geconsigneerd worden. In feite is dit niet echt een schuld van de vennootschap maar eerder van de vennoten zelf die enkel door de vennootschap in naam en voor rekening van de vennoten wordt ingehouden en betaald wordt aan de fiscus.
(7) Schulden: wat met de kosten van accountant ? notaris ? Quid kosten die inherent zijn aan de vereffening zelf zoals kosten van de accountant, bedrijfsrevisor, advocaat, en notaris ? Vóór de Wet van 25 april 2014 werd doorgaans gesteld dat deze minstens voorafgaand aan de ondertekening van de notariële ontbindingsakte dienen betaald te worden. Het komt ons voor dat dit nog steeds de houding dient te zijn. Het is immers een schuld aan een derde, die bovendien perfect vooraf gekend is (de cijferberoeper en de notaris kunnen perfect factureren / zich laten provisioneren voorafgaand aan de ontbindingsakte) en dus voor de ontbindingsakte kan deze kost voldaan worden. De betaling kan gebeuren tussen de datum van opmaak van de staat van actief en passief en de ondertekening van de ontbindingsakte. De deskundige zal in dat geval het bewijs van de betaling van de bewuste vereffeningskost voorgelegd moeten krijgen en er melding moeten van maken in de conclusies van zijn deskundigenverslag. Blijkbaar gaat de wetgever er van uit dat de hier bedoelde kosten thans ook voorwerp kunnen zijn van “consignatie” (Cfr. de Memorie van Toelichting bij de Wet van 25 [8]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
april 2014, Parl.St., Doc 53 / 3149/001, p. 92) waar volgende passage te lezen staat: “Door, naar analogie met art. 190 de mogelijkheid tot consignatie te voorzien wordt het probleem van de kosten van vereffening zelf en van de fiscale afrekening opgelost”. Nota Bene: Vóór de Wet van 25 april 2014 werd aangenomen dat voor hier bedoelde kosten van vereffening (accountant, notaris, revisor enz.) een boekhoudkundige voorziening (art. 50, KB 30 januari 2011 tot uitvoering W.Venn. mocht worden aangelegd die dan mocht blijken uit de staat van actief en passief (cfr. Parl. Vr. Luk an Biesen, aan de Minister van Justitie, nr. 14529, 12 december 2012, 53 Com 620, p. 17, waar te lezen stond: “De kosten of provisies verbonden aan de vereffening zelf vormen evenmin een beletsel”; cfr. ook art. 28 van het K.B. van 30 januari 2001 tot uitvoering van het W.Venn. dat stelt: “… een voorziening moet worden gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden….”). Noteer dat het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) van oordeel was dat dergelijke voorziening voor kosten van de vereffening niet op de staat van actief en passief mocht voorkomen daar dit – rekening houdend met de oude versie van de wettekst – neerkwam op “passiva” als bedoeld in de wet. Thans is dit niet langer een argument daar het woord “passiva” is vervangen door “schulden aan derden”. Ofschoon de wettekst nu herschreven werd, komt het ons voor dat een dergelijke voorziening voor kosten toch niet langer tot de mogelijkheden behoort en dat er voor deze kosten – rekening houdend met de actuele bewoordingen van de wettekst slechts twee mogelijkheden bestaan; ofwel worden ze effectief betaald ofwel worden ze “geconsigneerd” voorafgaand aan de akte van ontbinding.
(8) Schulden: wat moet precies waar in het verslag van de deskundige staan ? Het artikel 184, §5 W.Venn. is door de Wet van 25 april 2014 aangevuld met een nieuw lid dat als volgt luidt: "Indien een verslag moet worden opgemaakt door een commissaris, bedrijfsrevisor of externe accountant overeenkomstig artikel 181, §1, derde lid, maakt het verslag melding van deze terugbetaling of consignatie in zijn conclusies". Een en ander betekent concreet dat de deskundige die n.a.v. zijn onderzoek van de staat van activa en passiva vaststelt dat er schulden aan derden zijn, zich het bewijs van betaling of consignatie moet laten voorleggen door de vennootschap, zodat hij [9]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
van de effectieve betaling of consignatie voorafgaand de notariële ontbindingsakte melding kan maken in zijn verslag. Deze melding dient voor te komen in de conclusies van zijn verslag. Uiteraard verdient het aanbeveling dat de deskundige hierover meer diepgaande toelichting geeft in zijn verslag zelf. Indien de staat van actief en passief melding maakt van schulden aan derden, zal het er in de praktijk dus op neerkomen dat de deskundige zo lang mogelijk wacht met de opmaak van zijn verslag en dit pas afsluit enkele dagen voorafgaande de notariële ontbindingsakte. Immers, en zo wordt o.i. terecht verdedigt door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, indien de consignatie of terugbetaling gebeurt na de opmaak van het verslag, zal een aanvulling door de auteur ervan vereist zijn. Blijkt uit de staat van actief en passief dat er geen schulden jegens derden zijn, dan kan de deskundige uiteraard meteen tot de opmaak van zijn verslag overgaan. Hij hoeft dan immers geen melding te maken van enige betaling of consignatie nadien. De vraag is welke de rol is van de deskundige zo uit de staat van actief en passief geen schulden aan derden blijken, maar het zeker geweten is dat er aan de vereffening nog schulden zullen verbonden zijn die evenwel nog moeten ontstaan. We denken hierbij dan aan de fiscale afrekening als gevolg van de ontbinding (bv. RV op de liquidatiebonus; Venn.B. als gevolg van meerwaarden die aan het licht komen n.a.v. de ontbinding). Dit is onduidelijk. De vraag is of hiervoor ook niet een bedrag dient geconsigneerd te worden en of de deskundige hierover ook geen melding dient te maken in zijn verslag. Het komt ons voor dat zulks het geval is.
(9) Wat als de vennootschap eigenaar is van een onroerend goed en/of titularis van een zakelijke recht van tijdelijk vruchtgebruik/opstal op een onroerend goed ? In dat geval is belangrijk zeer tijdig naar Notariskantoor Michiels & Stroeykens de volgende documenten toe sturen: - een kopie van de notariële koopakte via dewelke de vennootschap eigenaar werd van het onroerend goed of titularis van het zakelijk recht; - indien op het onroerend goed een hypothecaire schuld rust, een kopie van de notariële akte waarbij tot hypotheekvestiging werd overgaan (indien geleend werd op basis van een zogenaamd hypothecair mandaat/volmacht, ook een kopie van deze akte);
[10]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
- enkel voor BVBA’s: een kopie van het register van aandelen of ander bewijs waaruit blijkt dat de vennoten aandelen bezaten in de BVBA toen deze het onroerend goed verwierf tegen betaling van het kooprecht (mogelijke toepassing art. 129, 3de lid W.Reg., zie verder)
Pas na ontvangst van deze documenten, kunnen wij starten met de noodzakelijk en wettelijke opzoekingen. Hou er rekening mee dat het inzamelen van deze vastgoedopzoekingen tijd vergt ! Reken op 3 tot 4 weken. We zijn voor het bekomen van een aantal opzoekingen aangewezen op wettelijk te respecteren termijn en deels ook afhankelijk van de al dan niet efficiënte / snelle werken van een aantal administratieve diensten (gemeenten, hypotheekkantoor, kadaster, enz.). De hierboven opgelijste documenten hebben we tevens nodig om na te kunnen gaan of de onttrekking van het onroerend goed n.a.v. de ééndagsprocedure al dan niet in aanmerking komt voor een later registratierecht dan het kooprecht (10 % / 12,5%). Artikel 129, derde lid W.Reg. voorziet inzonderheid voor de BVBA’s in mogelijke uitzonderingen. Noteer alvast dat dergelijke uitzonderingen niet bestaan voor NV’s noch voor CVBA’s en in de vennootschappen de onttrekking van het onroerend goed steeds zal gebeuren tegen een fiscale kost die gelijk is aan het kooprecht, dus 10% of 12,5% registratierecht (tenzij het onroerend goed reeds in onverdeeldheid toebehoort aan de NV of CVBA’s en haar vennoten/aandeelhouders).
(10) Wat met de jaarrekening over het lopende boekjaar ? Wat met de kwijting van de zaakvoerders / bestuurders ? De vraag stelt zich of naar aanleiding van de eendagsprocedure de verplichting bestaat tot goedkeuring van jaarrekening (evt. jaarverslag) én geven van al dan niet kwijting aan bestuursorgaan/commissaris. Belangrijk in deze is dat een quasi-unanieme rechtsleer stelt dat een staat van actief & passief zoals bedoeld in artikel 181 W.Venn. niet voldoet als jaarrekening (en dus niet het document kan zijn waarop een kwijting is gebaseerd) ! a. Laatst afgesloten boekjaar (indien op het moment van de ééndagsprocedure nog geen gewone algemene vergadering heeft plaatsgevonden die beslist heeft over jaarrekening/kwijting van het inmiddels verlopen boekjaar) Artikel 92 W.Venn. stelt dat het bestuursorgaan elk jaar een jaarrekening moet opmaken over het afgesloten boekjaar en dat dat binnen de 6 maanden na de sluiting [11]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
van boekjaar moet worden voorgelegd aan de algemene vergadering. Artikel 126 W.Venn. voorziet in strafsancties bij niet naleving van artikel 92 ! De BAV die zich uitspreekt over de eendagsprocedure is het ultieme moment waarop een beslissing kan genomen worden m.b.t. de jaarrekening over het afgesloten jaar. Dit punt moet dus op de agenda geplaatst worden. Wil de cliënt dat niet dan zal daar melding van gemaakt worden in de notariële notulen van de BAV : “De instrumenterende notaris stelt vast dat de algemene vergadering tot op heden geen beslissing heeft genomen betreffende het afgesloten boekjaar, zijnde het boekjaar lopende van … tot …. De notaris wijst de vergadering op de verplichtingen opgenomen in artikel 92 van het Wetboek van vennootschappen en op de strafsancties verbonden aan het niet naleven van die verplichtingen.” Wordt er een beslissing genomen over de jaarrekening van het laatst afgesloten jaar dan wordt er meteen ook een beslissing genomen over de al dan niet kwijting voor de leden van het bestuursorgaan/commissaris. b. Lopende boekjaar (ingegaan de dag na afsluitdatum van het vorige boekjaar tot op de datum van de BAV houdende de ééndagsprocedure) Het is – zo lijkt ons – in de huidige stand van de wetgeving niet heel duidelijk of er al dan niet een wettelijke verplichting bestaat tot opmaak van een jaarrekening voor het lopende boekjaar met als afsluitdatum de datum van de akte van ontbinding. Bovendien wordt de juridisch discussie hierbij bemoeilijkt door de eigenheid van de ééndagsprocedure waarbij de vennootschap (en haar organen) meteen bij het in ontbinding gaan ook verdwijnt. Toen de vennootschapswetgever de spelregels uitschreef rond de verplichte opmaak van de jaarrekening werd hiermee geen rekening gehouden. Uiteraard, want de ééndagsprocedure bestond niet eens (althans er was geen wettelijk kader voor). En bovendien heeft de wetgever – ten onrechte – bij het uitschrijven van art. 184, §5 W.Venn. hieraan ook geen aandacht besteed. Het gevolg is dan ook dat in de rechtsleer tegenovergestelde geluiden te lezen zijn. Zo argumenteren sommigen dat in de ééndagsprocedure geen jaarrekening moet worden opgesteld over het lopende boekjaar (aldus: BAART, T. en SCHOETERS, V.,
[12]
MICHIELS, STROEYKENS & PELGRIMS Geassocieerde Notarissen
FAQ – V EREFFENING VIA EENDAGSPROCEDURE
Boudewijnlaan 19 - 3200 AARSCHOT Tel 016 56 17 74 - Fax 016 56 72 66 Burgerlijke BVBA - RPR Leuven BTW BE 0471.669.428
[email protected] www.michiels-stroeykens-pelgrims.be
“Verplichting tot het opstellen van een jaarrekening naar aanleiding van de ontbinding en vereffening in één akte”, Nieuwsbrief Notariaat, 2013, nr. 6). Anderen pleiten er voor dit wel te doen (aldus: DE BIE, E., “Vereffening van vennootschappen na de Wet van 19 maart 2012: reparatie en innovatie”, in Notariële Actualiteit 2012-2013, Leuvense Notariële Geschriften, Intersentia, p. 60). Nota Bene: Er bestaat een (oud) advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen dat aanbeveelt om bij het in ontbinding gaan over te gaan tot de opmaak van een tussentijdse jaarrekening (voor de periode tussen de datum afsluiting van het vorige boekjaar en de datum van de ontbinding). De achterliggende reden is dat hierdoor een duidelijke scheidingslijn wordt getrokken tussen de periode waarin het bestuur “het bewind voerde” en de nieuwe periode waarin de vereffenaar de touwtjes in handen neemt. Echter, dit argument gaat bij de ééndagsprocedure niet op daar er per definitie geen vereffenaar wordt benoemd. Notariskantoor Michiels & Stroeykens adviseert zijn cliënteel in dit debat, bij gebrek aan duidelijkheid, een voorzichtige houding aan te nemen en dus om wel degelijk tot de opmaak van een jaarrekening voor het lopende boekjaar over te gaan. Gelet op het onduidelijkheid in de wet en de tegenstrijdigheid binnen de doctrine, kunnen we uiteraard de opmaak van deze jaarrekening niet als eis stellen voor het verlijden van de notariële ontbindingsakte. We adviseren evenwel ons cliënteel om het wel te doen. Beslist de cliënt het niet te doen dan is dit op eigen verantwoordelijkheid (fiscaal en/of juridisch of anderszins). Beslist de cliënt dat er geen jaarrekening wordt opgemaakt over het lopende boekjaar, dan heeft dit wel voor gevolg dat er ook geen kwijting kan worden gegeven aan de leden van het bestuursorgaan/commissaris. Wenst het bestuursorgaan die kwijting te krijgen, dan zal er sowieso een jaarrekening opgesteld moeten worden (best zo dicht mogelijk bij de datum van de BAV). Het bestuursorgaan heeft hier de touwtjes dus zelf in handen.
[13]