Click box to go back to guide >>> 1 (ENQ.: het gaat om formeel onderwijs, zowel overdag als 's avonds en in het weekend. Maak duidelijk dat er ENQ.: NOTEER HIERONDER DE BEGINTIJD VAN DE later vragen komen over andere cursussen zoals ACHTERGRONDVRAGENLIJST. hobbycursussen.)
Deel I - Achtergrondvragenlijst ............................
A. ALGEMENE INFORMATIE ONDERWIJSLOOPBAAN
Allereerst zou ik u enkele vragen willen stellen over uw achtergrond, uw onderwijs, de talen die u spreekt en daarna over de job of jobs die u de afgelopen 12 maanden heeft gehad. A1. Bent u in België geboren?
A2.
1 Ja ------------> GA NAAR A7 2 Neen In welk land bent u dan geboren? 1 2 3 4 5 11
Aantal jaren: ............................................. ---> ALS 00 JAREN, GA NAAR B1 Het berekenen van het aantal jaar kan op de volgende manier gebeuren als de respondent er zelf niet uitkomt: (A) Noteer hoe oud de respondent was toen hij/zij van school weg ging. (B) Noteer hoe oud de respondent was toen hij/zij voor het eerst naar school ging. (C) Noteer het aantal keer zittenblijven. Trek B en C van A af. Vul dit getal (A-B-C) in. A8. Wat is uw hoogst voltooide opleiding (hoogst behaalde diploma of getuigschrift)?
Algerije 6 Marokko Duitsland 7 Nederland (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) Frankrijk 8 Spanje (ENQ.: het gaat om formeel onderwijs, zowel overdag als 's avonds en in het weekend. Maak duidelijk dat er Griekenland 9 Turkije later vragen komen over andere cursussen zoals Italië 10 Verenigd Koninkrijk hobbycursussen.) Ander, specificeer ........................................................... 1 Geen enkele opleiding voltooid ----------> GA NAAR A12 A5. Wat was uw hoogst voltooide school2 Lager onderwijs ----------> GA NAAR A12 opleiding (hoogst behaalde diploma of 3 Lager secundair getuigschrift) voordat u naar België onderwijs ----------> GA NAAR A11 emigreerde? 4 Hoger secundair onderwijs (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) 5 Hoger onderwijs buiten de (ENQ.: het gaat om formeel onderwijs, zowel overdag als universiteit, korte type 's avonds en in het weekend. Maak duidelijk dat er 6 Hoger onderwijs buiten de later vragen komen over andere cursussen zoals hobbycursussen.) universiteit, lange type 7 Universitair onderwijs 1 Geen enkele opleiding gevolgd 8 Postuniversitair onderwijs 2 Geen enkele opleiding voltooid 9 Andere 3 Lager onderwijs 10 Weet niet 4 Lager secundair onderwijs A9. Welke richting volgde u om het diploma 5 Hoger secundair onderwijs secundair onderwijs te behalen? 6 Hoger onderwijs buiten de universiteit, (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) korte type 7 Hoger onderwijs buiten de universiteit, 1 Algemeen secundair onderwijs (ASO) lange type 2 Technisch secundair onderwijs (TSO) 8 Universitair onderwijs 3 Kunstsecundair onderwijs (KSO) 9 Postuniversitair onderwijs 4 Beroepssecundair onderwijs (BSO) 10 Andere 5 Buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) 11 Weet niet 6 Tweedekansonderwijs e.d. 7 Andere A7. Hoeveel jaar heeft u in totaal onderwijs 8 Weet niet gevolgd? Start het tellen vanaf het eerste ---> GA NAAR A13 leerjaar van de lagere school en tel de jaren wanneer u in een bepaalde klas bleef zitten, niet mee. (ENQ.: het gaat dus om alle opleidingen, zowel die in België als buiten België.)
2 A11. Welke richting volgde u om het diploma A15. Bent u gedurende uw opleiding één of secundair onderwijs te behalen? meerdere jaren blijven zitten? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 Ja 1 Algemeen secundair onderwijs (ASO) 2 Neen ---------------> GA NAAR A18 2 Technisch secundair onderwijs (TSO) A16. Hoeveel jaren bent u in totaal blijven zitten? 3 Kunstsecundair onderwijs (KSO) Aantal jaren: ............................................. 4 Beroepssecundair onderwijs (BSO) 5 Buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) A17. Wanneer was dit? 6 Tweedekansonderwijs e.d. (ENQ.: MEER DAN EEN ANTWOORD MOGELIJK.) 7 Andere 1 Lager onderwijs 8 Weet niet 2 Lager secundair onderwijs A12. Wat is de belangrijkste reden dat u op een 3 Hoger secundair onderwijs bepaald moment geen verder (regulier) 4 Hoger onderwijs buiten de universiteit, onderwijs gevolgd heeft? korte type (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) 5 Hoger onderwijs buiten de universiteit, 1 Niet van toepassing, is nog in opleiding lange type 2 Had voldoende opleiding 6 Universitair onderwijs 3 Moest gaan werken/financiële redenen 7 Postuniversitair onderwijs 4 Wilde graag werken, al werkend een vak 8 Andere leren 9 Weet niet 5 Familiale redenen (helpen in familiebedrijf, A18. Heeft u een opleiding gevolgd (of volgt u nu ziekte thuis, getrouwd, zwanger, enz.) een opleiding) hoger dan ......... (antwoord 6 Ging niet graag naar school vraag A8), die u (nog) niet voltooid heeft? 7 Presteerde niet goed op school, verveelde (ENQ.: het gaat om formeel onderwijs, zowel overdag als zich 's avonds en in het weekend. Maak duidelijk dat er later vragen komen over andere cursussen zoals 8 Eigen ziekte of ongeschiktheid hobbycursussen.) 9 Geen geschikte school in de buurt, school niet toegankelijk 1 Ja 10 Militaire dienst 2 Neen ----------------> Ga naar B1 11 Weet niet A19. Wat is uw hoogst gevolgde opleiding (die 12 Andere, specificeer dus (nu nog) niet voltooid is)? ........................................................... (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) A13. Heeft u in het secundair onderwijs (ENQ.: het gaat om formeel onderwijs, zowel overdag als 's avonds en in het weekend. Maak duidelijk dat er verschillende richtingen gevolgd? (b.v. later vragen komen over andere cursussen zoals zowel ASO als TSO). hobbycursussen.) 1 Ja 2 Neen -----> GA NAAR A15 3 Weet niet -----> GA NAAR A15 4 Volgde geen secundair onderwijs -----> GA NAAR A15 A14. Welke richtingen heeft u gevolgd? (ENQ.: MEER DAN EEN ANTWOORD MOGELIJK.)
1 2 3 4 5 6 7 8
Algemeen secundair onderwijs (ASO) Technisch secundair onderwijs (TSO) Kunstsecundair onderwijs (KSO) Beroepssecundair ondewijs (BSO) Buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) Tweedekansonderwijs e.d. Andere Weet niet
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Lager onderwijs Lager secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs Hoger onderwijs buiten de universiteit, korte type Hoger onderwijs buiten de universiteit, lange type Universitair onderwijs Postuniversitair onderwijs Andere Weet niet
3 B. TAALGEBRUIK
De volgende vragen gaan over de taal of de talen die u spreekt. B1. Wat was de eerste taal die u sprak als kind? (ENQ.: DUID ENKEL MEER DAN EEN ANTWOORD AAN indien de verschillende talen tegelijkertijd gesproken werden.)
B14. Welke taal spreekt u thuis het meest? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 2 3 4 5 11
1 2 3 4 5 11
Nederlands 6 Arabisch Frans 7 Italiaans Engels 8 Spaans Duits 9 Grieks Turks 10 Pools Andere taal, specificeer ...........................................................
Nederlands 6 Arabisch Frans 7 Italiaans Engels 8 Spaans B14.1. Spreekt u thuis nog andere talen? Duits 9 Grieks 1 Ja Turks 10 Pools 2 Neen -------------> GA NAAR B15 Andere taal 1, specificeer B14.2. Welke andere talen spreekt u dan nog ........................................................... thuis? 12 Andere taal 2, specificeer (ENQ.: MEER DAN EEN ANTWOORD MOGELIJK.) ........................................................... ---> ALS 1 IN ANTWOORD, GA NAAR B13 1 Nederlands 6 Arabisch B10. Hoe goed begrijpt u gesproken 2 Frans 7 Italiaans Nederlands? 3 Engels 8 Spaans (ENQ.: TOON KAART A.) 4 Duits 9 Grieks 5 Turks 10 Pools Slecht 1 11 Andere taal, specificeer Redelijk 2 ........................................................... Goed 3 Zeer goed 4 Begrijpt geen Nederlands 5 B11. Hoe goed spreekt u Nederlands?
B15. Welke taal spreekt u meestal op school of op het werk? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
(ENQ.: TOON KAART A.)
1 Nederlands 6 Arabisch Slecht 1 2 Frans 7 Italiaans Redelijk 2 3 Engels 8 Spaans Goed 3 4 Duits 9 Grieks 5 Turks 10 Pools Zeer goed 4 11 Andere taal, specificeer Spreekt geen Nederlands 5 ........................................................... B13. Welke taal/talen (inclusief Nederlands) spreekt u goed genoeg om daar een B17. In welke taal drukt u zich het vlotst uit? gesprek in te voeren? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) (ENQ.: MEER DAN EEN ANTWOORD MOGELIJK.)
1 2 3 4 5 11
Nederlands 6 Arabisch Frans 7 Italiaans Engels 8 Spaans Duits 9 Grieks Turks 10 Pools Andere taal 1, specificeer ........................................................... 12 Andere taal 2, specificeer ........................................................... ---> ALS ENKEL 1 TAAL, GA NAAR C5
1 2 3 4 5 11
Nederlands 6 Arabisch Frans 7 Italiaans Engels 8 Spaans Duits 9 Grieks Turks 10 Pools Andere taal, specificeer ...........................................................
4 D3.
C. OUDERS
C5.
Wat is de hoogst voltooide opleiding van uw moeder (of voogd)?
1
(ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 2 3 4 5 6
Geen enkele opleiding gevolgd Geen enkele opleiding voltooid Lager onderwijs Lager secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs Hoger onderwijs buiten de universiteit, korte type 7 Hoger onderwijs buiten de universiteit, lange type 8 Universitair onderwijs 9 Postuniversitair onderwijs 10 Andere 11 Weet niet C11. Wat is de hoogst voltooide opleiding van uw vader (of voogd)?
D4.
D5.
D6.
7 8 9 10 11
Geen enkele opleiding gevolgd Geen enkele opleiding voltooid Lager onderwijs Lager secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs Hoger onderwijs buiten de universiteit, korte type Hoger onderwijs buiten de universiteit, lange type Universitair onderwijs Postuniversitair onderwijs Andere Weet niet
D. WERKSITUATIE
De volgende vragen gaan over uw dagelijkse bezigheden. D1. Wat is uw huidige werksituatie? Bent u ... (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
Werkend 1 ---> GA NAAR D4 Gepensioneerd 2 Werkloos/werkzoekend 3 Student (incl. werkstudent) 4 Huisvrouw/huisman 5 Andere 6 D2. Heeft u de afgelopen 12 maanden betaalde arbeid uitgevoerd? (ENQ.: onafhankelijk het aantal uren, dus ook deeltijds.)
1 Ja 2 Neen
-------------> GA NAAR D4
19...............
------------> GA NAAR D19
2 Nooit gewerkt ------------> GA NAAR D19 Hoeveel verschillende werkgevers (inclusief uzelf, b.v. als zelfstandige) heeft u de afgelopen 12 maanden gehad? ........................................................... Heeft u de afgelopen 12 maanden vooral voltijds of deeltijds gewerkt? 1 Voltijds --------------> GA NAAR D7 2 Deeltijds Wat is voor u de belangrijkste reden geweest om deeltijds te werken?
(ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 Eigen ziekte of onvermogen 2 Verzorging van de eigen kinderen 3 Andere persoonlijke of familiale verantwoordelijkheden 4 Ging zelf nog naar school, volgde cursussen of studeerde 5 Kon alleen maar deeltijds werk krijgen 6 Wou niet voltijds werken 7 Gepensioneerd 8 Andere, specificeer ...........................................................
(ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 2 3 4 5 6
Wanneer heeft u voor het laatst betaalde arbeid uitgevoerd?
D7.
In welke sector of branche werkte u de afgelopen 12 maanden de langste tijd? 1 2 3 4 5 6 7 8
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Mijnbouw Industrie Elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groothandel, kleinhandel en horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiën, verzekeringen, onroerende goederen en dienstverlening ten behoeve van ondernemingen 9 Gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening 10 Moeilijk onder te brengen in één van deze categorieën 11 Weet niet
5 Welke functie had u? Welk beroep voerde u D14. Hoeveel weken heeft u in de afgelopen 12 maanden (dus 52 weken) gewerkt (een uit? kontrakt gehad)? (ENQ.: het gaat om alle banen (aanstellingen), inclusief 1 Wetenschappelijke en andere vakantie, ziekte, ouderschapsverlof, vakspecialisten, kunstenaars zwangerschapsverlof, stakingen, enz....) 2 Beleidsvoerende en hogere leidinggevende functies Aantal weken: ............................................. 3 Administratieve functies ---> INDIEN 52 WEKEN, GA NAAR E1 4 Commerciële functies D15. Wilde u liever werken in de weken die u het 5 Dienstverlenende functies afgelopen jaar niet tewerkgesteld was? 6 Agrarische beroepen, vissers e.d. 1 Ja --------------> GA NAAR D17 7 Ambachts-, industrie-, transportberoepen en 2 Neen verwante functies D16. Waarom wilde u in die weken niet werken? 8 Militairen (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) 9 Moeilijk onder te brengen in één van deze categorieën 1 Wegens eigen ziekte of onvermogen 10 Weet niet 2 Verzorging van de eigen kinderen D10. Hoeveel mensen werkten er in het totaal in 3 Andere persoonlijke of familiale dit bedrijf of deze organisatie in België? omstandigheden (ENQ.: het gaat om het aantal in alle vestigingen van dat 4 Ging zelf nog naar school, volgde cursussen bedrijf in België.) of studeerde 5 Gepensioneerd Minder dan 20 1 6 Niet geïnteresseerd in werken 20 tot 99 2 7 Andere, specificeer 100 tot 199 3 ........................................................... 200 tot 499 4 ---> GA NAAR E1 500 of meer 5 D17. U heeft net geantwoord dat u van de weet niet 6 afgelopen 52 weken er <......> (ENQ.: 52 min D11. Wat was uw positie in deze baan of de mate het antwoord op D14) niet heeft gewerkt. U van verantwoordelijkheid? heeft ook geantwoord dat u die weken wel 1 Werknemer die geen leiding geeft wilde werken. Werknemer die leiding geeft aan Toch is het mogelijk dat u gedurende (een maximaal 5 andere werknemers 2 deel van) die weken niet (actief) naar werk Werknemer die leiding geeft aan hebt gezocht. 3 meer dan 5 werknemers Hoeveel weken was u de afgelopen 12 4 Zelfstandige zonder werknemers maanden niet aan het werk en zocht u ook Zelfstandige met maximaal 5 NIET (actief) naar werk? 5 werknemers Zelfstandige met meer dan 5 Aantal weken: ............................................. 6 werknemers ---> INDIEN OO WEKEN, GA NAAR E1 Meewerkende echtgenoot/ 7 echtgenote Andere 8 D13. Hoeveel uren werkte u meestal per week voor deze baan? D9.
Aantal uren: ..............................................
6 D18. Wat was voor u de belangrijkste reden om die weken niet naar werk te zoeken? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 Wegens eigen ziekte of onvermogen 2 Verzorging van de eigen kinderen 3 Andere persoonlijke of familiale omstandigheden 4 In afwachting van heroproep na tijdelijk uit de running te zijn geweest 5 In afwachting van start nieuwe baan 6 Beschikte niet over de kennis of ervaring die nodig was voor beschikbare banen 7 Gepensioneerd 8 Te oud om werk te vinden 9 Ging zelf nog naar school, volgde cursussen of studeerde 10 Andere, specificeer ........................................................... ---> GA NAAR E1 D19. Wilde u gedurende het afgelopen jaar, in de weken die u niet gewerkt heeft, wel werken? 1 Ja -------------> GA NAAR D21 2 Neen D20. Waarom wilde u in deze weken niet werken? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 Wegens eigen ziekte of onvermogen 2 Verzorging van de eigen kinderen 3 Andere persoonlijke of familiale omstandigheden 4 Ging zelf nog naar school, volgde cursussen of studeerde 5 Gepensioneerd 6 Niet geïnteresseerd in werken 7 Huisvrouw/huisman 8 Andere, specificeer ........................................................... ---> GA NAAR F0 D21. Hoeveel weken zocht u het afgelopen jaar NIET naar werk? Aantal weken: ............................................. ---> INDIEN OO WEKEN, GA NAAR F0
D22. Wat was voor u de belangrijkste reden om die weken niet naar werk te zoeken? (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
1 Wegens eigen ziekte of onvermogen 2 Verzorging van de eigen kinderen 3 Andere persoonlijke of familiale omstandigheden 4 In afwachting van heroproep na tijdelijk uit de running te zijn geweest 5 In afwachting van start nieuwe baan 6 Beschikte niet over de kennis of ervaring die nodig is 7 Gepensioneerd 8 Te oud om werk te vinden 9 Ging zelf nog naar school, volgde cursussen of studeerde 10 Andere, specificeer .......................................................... ---> GA NAAR F0
7 E. LEZEN EN SCHRIJVEN OP HET WERK EN BIJ HET ZOEKEN NAAR WERK
De volgende vragen gaan over lezen en schrijven op het werk. Ga bij het beantwoorden van de vragen uit van het werk waar u de afgelopen 12 maanden de langste tijd heeft gewerkt. Hou er rekening mee dat u niet alleen iets kunt aflezen van papier maar bijvoorbeeld ook van een beeldscherm. Schrijven kan op papier maar ook via een toetsenbord van een computer. E1. Hoe vaak leest of gebruikt u volgende informatie voor uw werk? Duid telkens één van de volgende alternatieven aan : dagelijks, een paar keer per week, eens per week, minder dan eens per week, bijna nooit. (ENQ.: TOON KAART B.) (ENQ.: LEES ALLE ONDERWERPEN VOOR.)
Hoe vaak leest of gebruikt u informatie van
A. brieven of memo's B. rapporten, artikels, tijdschriften of kranten C. handleidingen of naslagwerken (ook catalogi, ...) D. grafieken of schema's E. rekeningen, facturen, spreadsheets of begrotingen F. stukken geschreven in een andere taal dan het Nederlands G. gebruiksaanwijzingen of bijsluiters bij medicijnen, recepten of andere produkten E2.
Dagelijks
Een paar keer per week
Eens per week
Minder dan eens per week
Nooit of bijna nooit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 16
12 17
13 18
14 19
15 20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
voor uw werk? De volgende vragen gaan over het zelf schrijven of invullen van bepaalde zaken. Hoe vaak schrijft of vult u volgende zaken in voor uw werk? Duid telkens één van de volgende alternatieven aan: dagelijks, een paar keer per week, eens per week, minder dan eens per week, bijna nooit.
(ENQ.: TOON KAART B.)
Hoe vaak schrijft of maakt u:
A. brieven of memo's B. rekeningen, facturen of begrotingen C. rapporten of artikels D. schattingen of technische specificaties
Dagelijks
Een paar keer per week
Eens per week
Minder dan eens per week
Nooit of bijna nooit
1 6 11 16
2 7 12 17
3 8 13 18
4 9 14 19
5 10 15 20
Eens per week
Minder dan eens per week
Nooit of bijna nooit
voor uw werk? (ENQ.: TOON KAART B.) Dagelijks
Een paar keer per week
E3.A. Hoe vaak gebruikt u in uw werk rekenen (zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) om de grootte of het gewicht van dingen te meten of te schatten?
1
2
3
4
5
E3.B. Hoe vaak gebruikt u in uw werk rekenen (zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) om prijzen of kosten te berekenen of om begrotingen te maken ?
6
7
8
9
10
8 Hoe zou u uw Nederlandse LEESVAARDIGHEID beoordelen met F. VOLWASSENENEDUCATIE EN OPLEIDING betrekking tot uw WERK? De volgende vragen gaan na welke opleiding, (ENQ.: TOON KAART C.) vorming of onderwijs u gedurende de laatste Uitstekend 1 jaren gevolgd heeft. Met opleiding of vorming Goed 2 wordt b.v. bedoeld: taalcursussen, Middelmatig 3 computercursussen, kooklessen, lees- en Slecht 4 schrijfgroepen, opleidingen op het werk, Geen mening/niet van toepassing 5 volwasseneneducatie, privélessen, schriftelijk E5. In welke mate remt uw onderwijs, hobby- en creativiteitscursussen. LEESVAARDIGHEID in het Nederlands uw F0. Heeft u de afgelopen 5 jaar gedurende promotiekansen, bijvoorbeeld om uw enige tijd een opleiding, vorming of positie te verbeteren of ander werk te onderwijs gevolgd? zoeken? 1 Ja Remt in belangrijke mate 1 2 Neen ---> GA NAAR F15 Remt enigszins 2 F1. Heeft u de afgelopen 12 maanden, dus Remt helemaal niet 3 sinds februari 1995, gedurende enige tijd E6. Hoe zou u uw Nederlandse een opleiding, vorming of onderwijs SCHRIJFVAARDIGHEID beoordelen met gevolgd? betrekking tot uw WERK? 1 Ja (ENQ.: TOON KAART C.) 2 Neen ---> GA NAAR F15 Uitstekend 1 F2. Hoeveel cursussen en/of opleidingen heeft Goed 2 u gevolgd in de afgelopen 12 maanden? Middelmatig 3 Aantal cursussen:................................... Slecht 4 Geen mening/niet van toepassing 5 F2.1. Hoeveel uren heeft u in totaal cursussen E7. In welke mate remt uw en/of opleidingen of vorming gevolgd SCHRIJFVAARDIGHEID in het Nederlands gedurende de afgelopen 12 maanden? uw promotiekansen, bijvoorbeeld om uw Aantal uren:.............................................. positie te verbeteren of ander werk te zoeken? E4.
E8.
Remt in belangrijke mate 1 Remt enigszins 2 Remt helemaal niet 3 Hoe zou u uw REKENVAARDIGHEID beoordelen met betrekking tot uw WERK?
(ENQ.: TOON KAART C.)
E9.
Uitstekend 1 Goed 2 Middelmatig 3 Slecht 4 Geen mening/niet van toepassing 5 In welke mate remt uw REKENVAARDIGHEID uw promotiekansen, bijvoorbeeld om uw positie te verbeteren of ander werk te zoeken? Remt in belangrijke mate Remt enigszins Remt helemaal niet
1 2 3
9 EERSTE ANTWOORD
F3.
Wat zijn de namen of titels van de DRIE RECENTSTE cursussen en/of opleidingen of vorming?
(ENQ.: schrijf de namen van de drie meest recente cursussen of programma's op de voorziene plaats en spoor aan tot het geven van verschillende antwoorden.) (ENQ.: een programma is een aantal cursussen dat leidt tot een specifieke graad, diploma of certificaat. Indien de respondent een aantal cursussen opsomt die allemaal op hetzelfde tijdstip startten, vraag dan naar de naam van het programma.)
....................................................................
....................................................................
....................................................................
F4.
Nu wil ik u een aantal vragen stellen over ... (naam van de eerste cursus of programma/naam van de tweede cursus of programma/naam van de derde cursus of Uzelf of uw gezin De werkgever programma). De overheid Werd deze opleiding of cursus financieel Een vakbond of gesteund door ... beroepsorganisatie (ENQ.: LEES ALLE CATEGORIEEN.) Andere (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.) Neen, gratis (ENQ.: TOON KAART D.) Weet niet
Ja
Neen
1 3 5
2 4 6
7 9 11 12
8 10
1 Volgde u deze opleiding of cursus om één Een universitair diploma 2 van de volgende diploma's, getuigschriften Diploma hoger onderwijs Beroepscertificaat of -diploma 3 of bevorderingen te behalen? (ENQ.: LEES ALLE CATEGORIEEN.) Getuigschrift leertijd, voortgezette (ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.) vorming of patroonsopleiding 4 (ENQ.: TOON KAART E.) Getuigschrift lager onderwijs of diploma secundair onderwijs 5 Bevordering beroep of carrière 6 Andere 7 Ja Neen F6. Door wie werd de opleiding of cursus Universiteit of andere ingegeven? stelling voor hoger onderwijs 1 2 (ENQ.: LEES ALLE CATEGORIEEN.) School (o.a. sociale promotie) 3 4 (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.) F5.
(ENQ.: TOON KAART F.)
Privaat opleidingsinstituut Producent of verdeler van apparatuur Non-profit organisatie (o.a. vakbond, werkgeversorganisatie, socioculturele organisatie) Werkgever Centrum middenstandsopleiding (o.a. VIZO) of landbouwopleiding VDAB (of RVA) Centrum voor basiseducatie/ Open school voor volwassenen Andere
5
6
7
8
9 11
10 12
13 15
14 16
17 19
18
10 TWEEDE ANTWOORD
DERDE ANTWOORD
....................................................................
....................................................................
....................................................................
....................................................................
....................................................................
....................................................................
Ja
Neen
---------------------------------------------- ---------------------------------------------------- Ja---- Neen
Uzelf of uw gezin------------------------------- 1 ------- 2 De werkgever ----------------------------------- 3 ------- 4 De overheid-------------------------------------- 5 ------- 6 Een vakbond of beroepsorganisatie------- 7 ------- 8 Andere -------------------------------------------- 9 ------ 10 Neen, gratis------------------------------------- 11 Weet niet ---------------------------------------- 12
Uzelf of uw gezin -------------------------------- ------- 1 -------------------------------------------- 2 De werkgever ------------------------------------ ---------------------------------------------------- 3------ 4 De overheid--------------------------------------- ---------------------------------------------------- 5------ 6 Een vakbond of beroepsorganisatie ---------------------------- ------- 7 -------------------------------------------- 8 Andere --------------------------------------------- ---------------------------------------------------- 9----- 10 Neen, gratis--------------------------------------- ---------------------------------------------------- 11 Weet niet ------------------------------------------ ---------------------------------------------------- 12
Een universitair diploma----------------------- -------- 1 Diploma hoger onderwijs ---------------------- -------- 2 Beroepscertificaat of -diploma -------------- 3 Getuigschrift leertijd, voortgezette vorming of patroonsopleiding ------------- 4 Getuigschrift lager onderwijs of diploma secundair onderwijs ----------- 5 Bevordering beroep of carrière ------------- 6 Andere --------------------------------------------- ------------------------------------------------------ ----------------------------------------------------- 7 Ja --------------------------------------- Neen Universiteit of andere instelling voor hoger onderwijs ------------- 1 ----- 2 School (o.a. sociale promotie) ----------- 3 ----- 4 Privaat opleidingsinstituut------------------- 5 ----- 6 Producent of verdeler van apparatuur ------------------------------- 7 ----- 8 Non-profit organisatie (o.a. vakbond, werkgeversorganisatie, socioculturele organisatie) ---------------- 9 ----- 10 Werkgever -------------------------------------- 11 ----- 12 Centrum middenstandsopleiding (o.a. VIZO) of landbouwopleiding ------- 13 ----- 14 VDAB (of RVA) -------------------------------- 15 ----- 16 Centrum voor basiseducatie/ Open school voor volwassenen 17 18 Andere ------------------------------------------- 19 -------
Een universitair diploma----------------------- -------- 1 Diploma hoger onderwijs ---------------------- -------- 2 Beroepscertificaat of -diploma -------------- 3 Getuigschrift leertijd, voortgezette vorming of patroonsopleiding-------------- 4 Getuigschrift lager onderwijs of diploma secundair onderwijs ----------- 5 Bevordering beroep of carrière ------------- 6 Andere --------------------------------------------- ------------------------------------------------------ ----------------------------------------------------- 7 Ja --------------------------------------- Neen Universiteit of andere instelling voor hoger onderwijs ------------- 1------ 2 School (o.a. sociale promotie) ----------- 3------ 4 Privaat opleidingsinstituut------------------- 5------ 6 Producent of verdeler van apparatuur ------------------------------- 7------ 8 Non-profit organisatie (o.a. vakbond, werkgeversorganisatie, socioculturele organisatie) ---------------- 9------ 10 Werkgever -------------------------------------- 11------ 12 Centrum middenstandsopleiding (o.a. VIZO) of landbouwopleiding ------- 13------ 14 VDAB (of RVA) -------------------------------- 15------ 16 Centrum voor basiseducatie/ Open school voor volwassenen---------- 17------ 18 Andere ------------------------------------------- 19
11 EERSTE ANTWOORD
F7.
Waar volgde u deze opleiding of cursus?
(ENQ.: DUID ENKEL EEN ANTWOORD AAN.)
F8.
1 In een school 2 In een openbaar opleidingscentrum 3 In een privaat opleidingscentrum 4 Op het werk 5 Thuis 6 Andere Aantal weken:..............................................
Hoeveel weken duurde deze opleiding of cursus in het totaal? Aantal dagen:.............................................. F9. Hoeveel dagen per week volgde u gemiddeld deze opleiding of cursus? F10. Hoeveel uren per dag volgde u gemiddeld Aantal uren:............................................... deze opleiding of cursus? F11. Wat was de belangrijkste reden voor u om Om beroepsredenen (b.v. het deze opleiding of cursus te volgen? vergroten van promotiekansen, carrière) 1 (ENQ.: LEES DE CATEGORIEEN.) ---> GA NAAR F12 (ENQ.: DUID ENKEL EEN CATEGORIE AAN.) Om persoonlijke redenen 2 ---> GA NAAR F13 Andere 3 --> GA NAAR F13 F12. In welke mate maakt u op het werk gebruik In grote mate 1 van de in deze opleiding of cursus In min of meer grote mate 2 opgedane kennis of vaardigheden? In kleine mate 3 (ENQ.: LEES DE CATEGORIEEN.) Helemaal niet 4 (ENQ.: TOON KAART G.) Niet van toepassing 5 Ja Neen F13. Wie heeft u aangeraden deze opleiding of 1 2 cursus te volgen? Wie bracht u op het Uzelf Vrienden of familie 3 4 idee? (ENQ.: LEES DE CATEGORIEEN.) Uw werkgever 5 6 (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.) Collega's 7 8 (ENQ.: TOON KAART H.) Opgenomen in arbeidsovereenkomst 9 10 Vakbond 11 12 Is een vereiste (wettelijk of voor het werk) 13 14 Sociale dienst of arbeidsbemiddelingsbureau 15 16 Andere 17 18 Weet niet 19 20 F14. Ik noem nu een aantal werkvormen en Ja Neen leermaterialen die in opleidingen en Klassikaal onderwijs, seminarie cursussen gebruikt kunnen worden. Wilt u of workshop 1 2 aangeven welke daarvan in de cursus Educatieve software 3 4 werden gebruikt? Radio of TV 5 6 (ENQ.: LEES DE CATEGORIEEN.) Cassettes, video's, platen (ENQ.: TOON KAART I.) of CD's 7 8 Leesmateriaal (geschreven leerpakketten) 9 10 On-the-job-training (op het werk) 11 12 Andere methoden 13 14 ENQ.
(ENQ.: Indien andere cursussen vermeld worden in vraag F3, GA NAAR vraag F4 tweede antwoord.) (ENQ.: Indien geen enkele andere cursus vermeld wordt in F3, GA DOOR NAAR F15.)
12 TWEEDE ANTWOORD
DERDE ANTWOORD
1 In een school 2 In een openbaar opleidingscentrum 3 In een privaat opleidingscentrum 4 Op het werk 5 Thuis 6 Andere Aantal weken:.................................
1 In een school 2 In een openbaar opleidingscentrum 3 In een privaat opleidingscentrum 4 Op het werk 5 Thuis 6 Andere Aantal weken:.................................
Aantal dagen:................. ................
Aantal dagen:................. ................
Aantal uren:.................. ..................
Aantal uren:.................. ..................
Om beroepsredenen (b.v. het vergroten van promotiekansen, carrière) 1 ---> GA NAAR F12 Om persoonlijke redenen 2 ---> GA NAAR F13 Andere 3 --> GA NAAR F13 In grote mate 1 In min of meer grote mate 2 In kleine mate 3 Helemaal niet 4 Niet van toepassing 5 Ja Neen Uzelf 1 2 Vrienden of familie 3 4 Uw werkgever 5 6 Collega's 7 8 Opgenomen in arbeidsovereenkomst 9 10 Vakbond 11 12 Is een vereiste (wettelijk of voor het werk) 13 14 Sociale dienst of arbeidsbemiddelingsbureau 15 16 Andere 17 18 Weet niet 19 20 Ja Neen Klassikaal onderwijs, seminarie of workshop 1 2 Educatieve software 3 4 Radio of TV 5 6 Cassettes, video's, platen of CD's 7 8 Leesmateriaal (geschreven leerpakketten) 9 10 On-the-job-training (op het werk) 11 12 Andere methoden 13 14
Om beroepsredenen (b.v. het vergroten van promotiekansen, carrière) 1 ---> GA NAAR F12 Om persoonlijke redenen 2 ---> GA NAAR F13 Andere 3 --> GA NAAR F13 In grote mate 1 In min of meer grote mate 2 In kleine mate 3 Helemaal niet 4 Niet van toepassing 5 Ja Neen Uzelf 1 2 Vrienden of familie 3 4 Uw werkgever 5 6 Collega's 7 8 Opgenomen in arbeidsovereenkomst 9 10 Vakbond 11 12 Is een vereiste (wettelijk of voor het werk) 13 14 Sociale dienst of arbeidsbemiddelingsbureau 15 16 Andere 17 18 Weet niet 19 20 Ja Neen Klassikaal onderwijs, seminarie of workshop 1 2 Educatieve software 3 4 Radio of TV 5 6 Cassettes, video's, platen of CD's 7 8 Leesmateriaal (geschreven leerpakketten) 9 10 On-the-job-training (op het werk) 11 12 Andere methoden 13 14
(ENQ.: Indien andere cursussen vermeld worden in vraag F3, GA NAAR vraag F4 derde antwoord.) (ENQ.: GA DOOR NAAR F15.) (ENQ.: Indien geen enkele andere cursus vermeld wordt in F3, GA DOOR NAAR F15.)
13 F15. Was er een cursus of opleiding die u het afgelopen jaar, dus sinds februari 1995, had willen volgen voor uw WERK OF CARRIERE, die u toch niet gevolgd heeft? 1 Ja 2 Neen
--->
F17. Was er een cursus of opleiding (die NIET met uw LOOPBAAN of WERK te maken had zoals b.v. een hobbycursus) die u het afgelopen jaar, dus sinds februari 1995, had willen volgen maar toch niet gevolgd heeft?
GA NAAR F17
1 Ja 2 Neen
--->
GA NAAR G1
F16. Wat waren de redenen om deze cursus of opleiding niet te volgen? (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.)
F18. Wat waren de redenen om deze cursus of opleiding niet te volgen? (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.)
1 Te druk, gebrek aan tijd 2 Te druk op het werk 3 De cursus of opleiding werd niet aangeboden 4 Verantwoordelijkheden voor het gezin 5 Te duur, geen geld 6 Onvoldoende gekwalificeerd voor die cursus of opleiding 7 Gebrek aan ondersteuning door de werkgever 8 Cursus of opleiding werd op een slecht tijdstip gegeven 9 Taalproblemen 10 Gezondheidsredenen 11 Andere
1 Te druk, gebrek aan tijd 2 Te druk op het werk 3 De cursus of opleiding werd niet aangeboden 4 Verantwoordelijkheden voor het gezin 5 Te duur, geen geld 6 Onvoldoende gekwalificeerd voor die cursus of opleiding 7 Gebrek aan ondersteuning door de werkgever 8 Cursus of opleiding werd op een slecht tijdstip gegeven 9 Taalproblemen 10 Gezondheidsredenen 11 Andere
G. LEZEN EN SCHRIJVEN IN HET ALGEMEEN De volgende vragen gaan over lezen en schrijven in het dagelijks leven, NIET op het werk of op school. G1. Ik zal u nu een lijst van activiteiten voorlezen. Kunt u voor elk van deze actitiveiten aangeven of u deze dagelijks, wekelijks, maandelijks, enkele keren per jaar of nooit doet? (ENQ.: TOON KAART J.) (ENQ.: LEES ALLE SITUATIES VOOR.) Hoe vaak Enkele Dage- Weke- Maandekeren per lijks lijks lijks jaar Nooit A. maakt u gebruik van een openbare bibliotheek B. gaat u naar een film, toneelstuk of concert C. woont u sportevenementen bij of sport u zelf D. schrijft u brieven of andere teksten die langer zijn dan één bladzijde 16 17 18 19 E. doet u vrijwilligerswerk of bent u actief in organisaties 21 22 23 24 F. leest u kranten of tijdschriften 26 27 G. leest u boeken 31 32 33 34 H. luistert u naar de radio, opnames, cassettes, platen of CD's 36 37 38 39 40
1 6 11
2 12
3 7 13
29
30
20 25 28 35
4 14
5 8 15
9
10
14 Vaak Soms Nooit
G4. Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld per dag aan het kijken naar televisie of video's? Niet iedere dag 1 uur of minder per dag 1 tot 2 uren per dag Meer dan 2 uren maar minder dan 5 uren 5 uren of meer per dag Ik heb geen televisie G6. Welke van de volgende materialen momenteel bij u thuis aanwezig?
1 2 3 4 5 6 zijn
D. het lezen van instructies zoals b.v. bijsluiters van medicijnen 10 E. het lezen van instructies op verpakte produkten in de winkel of supermarkt 13 F. het rekenen, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 16 G. het schrijven van notities en brieven 19
11
12
14
15
17
18
20
21
G10.1. Bent u momenteel bezig of bent u van plan om in de toekomst lessen te volgen om uw Ja Neen Nederlandse lees- en schrijfvaardigheid te Dagbladen 1 2 verbeteren? Weekbladen/tijdschriften 3 4 1 Ja, ik ben bezig met lessen Meer dan 25 boeken 5 6 2 Ja, ik ben het van plan Een encyclopedie (in meerdere delen) 7 8 3 Neen Een woordenboek 9 10 G11. Hoe zou u uw Nederlandse G7. Ik zal u nu een lijst van verschillende delen LEESVAARDIGHEID omschrijven zoals u die in van de krant voorlezen. Kunt u aangeven welke het dagelijkse leven nodig heeft? delen u over het algemeen leest in de krant? (ENQ.: TOON KAART C.) (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.)
Ja 1 2 4
Neen
Uitstekend 1 Goed 2 Middelmatig 3 Slecht 4 Geen mening 5 G12. Hoe zou u uw Nederlandse SCHRIJFVAARDIGHEID omschrijven zoals u die in het dagelijkse leven nodig heeft?
Ik lees geen krant Zoekertjes 3 Reclame 5 Binnenlands nieuws/ buitenlands nieuws 6 7 Regionaal of lokaal nieuws 8 9 Sport 10 11 (ENQ.: TOON KAART C.) Mode, gezondheid, wonen 12 13 Uitstekend 1 Commentaarpagina 14 15 Goed 2 Financieel nieuws en Middelmatig 3 beursberichten 16 17 Slecht 4 Stripverhalen, cartoons 18 19 Geen mening 5 Televisieprogramma's 20 21 G13. Hoe zou u uw REKENVAARDIGHEID Film- en concertagenda 22 23 omschrijven zoals u die in het dagelijkse leven Recensies van boeken, nodig heeft? concerten en kunst 24 25 (ENQ.: TOON KAART C.) Horoscoop 26 27 Andere, specificeer 28 29 Uitstekend 1 10. Soms komt het voor dat iemand hulp nodig Goed 2 heeft van familieleden of vrienden bij het lezen Middelmatig 3 of schrijven in het Nederlands. Heeft u vaak, Slecht 4 soms of nooit hulp van anderen nodig bij ... Geen mening 5 (ENQ.: LEES DE VERSCHILLENDE MOGELIJKHEDEN.) G14. Alles in aanmerking genomen, hoe tevreden bent u over uw Nederlandse LEES- en Vaak Soms Nooit SCHRIJFVAARDIGHEID? A. het lezen van krantenartikelen 1 2 3 B. het lezen van informatie van de overheid, bedrijven of andere instellingen C. het invullen van formulieren zoals aanvraagformulieren, formulieren voor de bank
(ENQ.: TOON KAART K.)
4
5
6
7
8
9
Zeer tevreden Enigszins tevreden Enigszins ontevreden Zeer ontevreden Geen mening
1 2 3 4 5
15 G15. Heeft u ooit ... (ENQ. : LEES DE VERSCHILLENDE ALTERNATIEVEN VOOR.)
Neen
Ja
G16. Had u dit probleem al in de lagere of secundaire school? Neen Indien ja
G17. Heeft u dit probleem nog?
Ja
Neen Ja
A. oog- of gezichtsproblemen gehad die niet door een bril gecorrigeerd konden worden? 1 2 -----> 11 12 ----------> 21 22 B. gehoorproblemen gehad? 3 4 -----> 13 14 ----------> 23 24 C. spraakproblemen gehad? 5 6 -----> 15 16 ----------> 25 26 D. specifieke leerstoornissen gehad? 7 8 -----> 17 18 ----------> 27 28 E. andere gezondheidsproblemen gehad die zes maanden of langer duurden? 9 10 -----> 19 20 ----------> 29 30 G18. Bent u actief lid (dit is deelnemen aan de H. GELETTERDHEID VAN HET GEZIN activiteiten of zetelen in het bestuur) van de volgende verenigingen of organisaties? We vervolgen met een aantal vragen over uw (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.) familie en/of gezin. Ja Neen H1. Bent u ouder, voogd of dagelijks Sportclub 1 2 verantwoordelijk voor 1 of meer kinderen Politieke partij 3 4 van 6 tot 18 jaar oud die op dit moment bij u Vakbond 5 6 wonen? Socio-culturele verenigingen 1 Ja (zoals KAV, KWB, 2 Neen ----------> GA NAAR J1 Willemsfonds, SVV) 7 8 H7. De volgende vragen hebben betrekking op Hobbyclub 9 10 het gehele gezin. Vereniging voor amateuristische kunstbeoefening (v.b. kunst, Duid aan of de volgende stellingen juist of muziek, toneel, dans; bekijken of fout zijn voor uw gezin. beluisteren én zelf uitvoeren) 11 12 Jeugdbeweging 13 14 Juist Fout Weet Vrijwilligerswerk 15 16 niet Andere, specificeer 17 18 A. Er is een verscheidenheid ........................................................... aan boeken in uw huis 1 2 3 G19. Bent u passief lid (dit is een lidkaart B. Er is een verscheidenheid hebben doch niet deelnemen aan actiaan tijdschriften en ander viteiten en niet zetelen in bestuur) van de leesmateriaal in uw huis volgende verenigingen of organisaties? C. Uw kinderen zien u of (ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.) uw eventuele partner Ja Neen vaak lezen Sportclub 1 2 D. Uw kinderen leerden lezen Politieke partij 3 4 vóór het eerste leerjaar Vakbond 5 6 E. Uw kinderen lezen thuis Socio-culturele verenigingen elke dag gedurende (zoals KAV, KWB, enige tijd Willemsfonds, SVV) 7 8 F. Uw kinderen mogen Hobbyclub 9 10 maar een beperkte Vereniging voor amateuristische tijd T.V. kijken kunstbeoefening (v.b. kunst, G. Uw kinderen kiezen vaak muziek, toneel, dans; bekijken of hun eigen boeken beluisteren én zelf uitvoeren) 11 12 om te lezen Jeugdbeweging 13 14 H. Uw kinderen hebben hun Vrijwilligerswerk 15 16 eigen boeken en een vaste Andere, specificeer 17 18
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
16 (Interviewer:toon kaart G.)
J. INFORMATIE OVER HET GEZIN
Tenslotte wil ik u enkele vragen stellen over het inkomen van uw gezin, uw huishouden. Wanneer u deze vragen liever zelf invult zodat u niet met mij over dit onderwerp hoeft te praten, dan kunt u zelf deze bladzijde invullen. (ENQ.: respons is zeer gewenst. Bij onwilligheid aandringen op behoud van privacy door de respondent zelf te laten invullen. Geef hen daarvoor blad 1.)
J1.
Uit welk van volgende bronnen heeft u in 1995 inkomen ontvangen?
(ENQ.: DUID ALLES AAN DAT VAN TOEPASSING IS.)
Ja
J2.
Neen
Inkomen uit arbeid (loon, salaris, eigen onderneming) 1 2 Inkomen uit sociale uitkering (ziekte, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid) 3 4 Inkomen uit pensioen, lijfrente 5 6 Inkomen uit vermogen (intresten, investeringen, eigendommen) 7 8 Inkomen uit andere bronnen (b.v. alimentatie, studietoelage) 9 10 Kan u aanduiden wat uw totale persoonlijk netto-inkomen van deze maand is, uit alle hoger vernoemde bronnen, uitgezonderd vermogens.
1 0 BF - 31.920 BF netto per maand 2 31.921 BF - 39.368 BF netto per maand 3 39.369 BF - 46.816 BF netto per maand 4 46.817 BF - 58.520 BF netto per maand 5 58.521 BF - ... netto per maand 6 geen inkomen 7 Weet het niet J4.Uit hoeveel personen, uzelf meegerekend, bestaat uw gezin? Indien 01 personen Ga naar 7 J5.Duid het totale netto maandinkomen (uit alle bronnen) van alle leden van uw huishouden aan. Als u het niet precies weet wilt u dan in het belang van dit onderzoek toch de categorie noteren waarvan u denkt dat deze het dichtst in de buurt komt. (Interviewer:toon kaart H.) 1 0 BF - 39.397 BF netto per maand 2 39.398 BF - 58.520 BF netto per maand 3 58.521 BF - 79.097 BF netto per maand 4 79.098 BF - 101.399 BF netto per maand 5 101.400 BF - ... netto per maand 6 geen inkomen 7 Weet het niet J6. Bent u het die de overschrijvingen invult en andere bankverrichtingen doet? 1 Ja 2 Neen 7. ENQ.: NOTEER HIERONDER DE TIJD BIJ HET BEEINDIGEN VAN DE VRAGENLIJST.
..................................... Als u het niet precies weet wilt u dan in het belang van dit onderzoek toch de categorie noteren waarvan u denkt dat deze het dichtst in de buurt komt. (Interviewer:Toon kaart F.) 1 0 BF - 24.472 BF netto per maand 2 24.473 BF - 34.048 BF netto per maand 3 34.049 BF - 42.560 BF netto per maand 4 42.561 BF - 53.200 BF netto per maand 5 53.201 BF - ... netto per maand 6 geen inkomen Ga naar J4 7 Weet het niet J3.Duid aan wat uw totale persoonlijk nettoinkomen van deze maand is, maar uitsluitend het inkomen uit arbeid (geen dertiende maand, vakantiegeld,...). Als u het niet precies weet wilt u dan in het belang van dit onderzoek toch de categorie noteren waarvan u denkt dat deze het dichtst in de buurt komt.