Bedieningsvoorschrift Doseerpompen ProMinent Hydro/ 2 und Hydro/ 3 HP2a HP3a Noteer hier de identcode van de pomp! Om de doseerpompen ProMinent Hydro veilig en correct te kunnen bedienen zijn twee bedieningsvoorschriften noodzakelijk: Dit productspecifieke bedieningsvoorschrift en het algemene bedieningsvoorschrift voor ProMinent Motordoseerpompen en hydraulische toebehoren; beide gelden slechts in combinatie met elkaar! S.v.p. eerst het bedieningsvoorschrift geheel doorlezen! Niet weggooien! De garantie dekt geen schade die te wijten is aan onjuiste bediening! Artikelnummer 200.0049 ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4A 3451 GG VLEUTEN BA HY _____________________________
Druk: Bedieningsvoorschrift ProMinent doseerpompen Hydro/2 en Hydro/3 ProMinent Verder B.V., 08-2005 ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4a NL-3451 GG Vleuten Postbus 12 NL-3450 AA Vleuten Tel.: +31 (0)30 677 92 80 Fax.: +31 (0) 30 677 92 88
[email protected] www.prominent.nl Wijzigingen voorbehouden Gedrukt in Nederland
Inhoudsopgave Pagina Pompidentificatie/Identcode Algemene aanwijzing voor de gebruiker 1 Over deze pomp 2 Veiligheid 3 Opslag, transporteren en uitpakken 4 Pompoverzicht en besturingselementen 5 Functiebeschrijving 6 Monteren 7 Installeren 7.1 Installeren, hydraulisch 7.2 Installeren, elektrisch 8 In bedrijf nemen 9 Bedienen 10 Onderhoud 11 Repareren 12 Storingen oplossen 13 Buiten bedrijf stellen en afvoeren 14 Technische gegevens 15 Onderdelen en toebehoren Bijlagen
Pompidentificatie/Identcode Pompidentificatie/Identcode Vul de identcode, zoals op de pomp op het typeplaatje aangegeven, hieronder in. HP2a ProMinent Hydro/ 2 H hoofdaandrijving D hoofdaandrijving, dubbelkopsuitvoering E hoofdaandrijving voor aanbouw F hoofdaandrijving dubbelkopsuitvoering met aanbouwaandrijving H aanbouwaandrijving B aanbouwaandrijving dubbelkopsuitvoering Pomptype 100003 100 bar, 3 liter 064007 64 bar, 7 liter 025019 25 bar, 19 liter 100006 100 bar, 6 liter 064015 64 bar, 15 liter 025040 25 bar, 40 liter 100007 100 bar, 7 liter 064018 64 bar, 18 liter 025048 25 bar, 48 liter 100009 100 bar, 9 liter 064022 64 bar, 22 liter 025060 25 bar, 60 liter 100010 100 bar, 10 liter 064025 64 bar, 25 liter 025068 25 bar, 68 liter PVT max. 25 bar Materiaal doseerkop: SS roestvrijstaal PV PVDF HC Hastelloy C Materiaal afdichting: T PTFE-afdichting Membraanuitvoering: 0 standaard meerlaags membraan met breuksignalering Doseerkopuitvoering: 0 zonder ventielveren (standaard) 1 met ventielveren D dubbelkogelventiel Hydraulische aansluiting: 0 standaard-schroefdraadaansluiting E met flens DIN ISO F met flens ANSI H HV-uitvoering (alleen voor 025019-025060) Uitvoering: 0 met ProMinent logo 1 zonder ProMinent logo M anders * pompeigenschappen zie opdrachtbevestiging
Elektrische aansluiting: S 3-fasen, 230 V/400 V, 50/60 Hz, 0,37 kW L 3-fasen, 230 V/400 V, 50 Hz (Exe, Exde), 0,37 kW P 3-fasen, 265 V/440 V, 60 Hz (Exe, Exde), 0,37 kW R toerental regelmotor 3-fasen, 230/400 V, 0,37 kW V toerental regelmotor met geïntegreerde frequentie omvormer 1-fase, 230 V, 50/60 Hz Z toerental regeling compleet 1-fase, 230 V, 50/60 Hz 3 zonder motor met B 5 flens, Gr. 71 4 zonder motor met C 56 flens (NEMA) 0 aanbouwaandrijving Beschermingsklasse: 0 IP 55 (standaard) 1 Exe-motor uitvoering ATEX-T3 2 Exde-motor uitvoering ATEX-T4 A aandrijving ATEX Slagsensor: 0 zonder slagsensor (standaard) 1 slagsensor (geschikt voor Ex-toepassing) Slaglengte instelling: 0 handmatig (standaard) 1 met stelmotor 230 V/50/60 Hz 2 met stelmotor 115 V/60 Hz A met regelmotor 0-20 mA 230 V/50/60 Hz B met regelmotor 4-20 mA 230 V/50/60 Hz C met regelmotor 0-20 mA 115 V/60 Hz D met regelmotor 4-20 mA 115 V/60 Hz Hydraulische olie: 0 standaard 1 toegelaten voor levensmiddelen 2 lage temperatuur tot -25° C HP2a
Pompidentificatie/Identcode Pompidentificatie/Identcode Vul de identcode, zoals op de pomp op de typeplaatje aangegeven, hieronder in. HP3a ProMinent Hydro/ 3 H hoofdaandrijving D hoofdaandrijving, dubbelkopsuitvoering E hoofdaandrijving voor aanbouw F hoofdaandrijving dubbelkopsuitvoering met aanbouwaandrijving H aanbouwaandrijving B aanbouwaandrijving dubbelkopsuitvoering Pomptype: 100010 100 bar, 10 liter 064019 64 bar, 19 liter 025048 25 bar, 48 liter 100021 100 bar, 21 liter 064040 64 bar, 40 liter 025100 25 bar, 100 liter 100025 100 bar, 25 liter 064048 64 bar, 48 liter 025120 25 bar, 120 liter 100031 100 bar, 31 liter 064060 64 bar, 60 liter 025150 25 bar, 150 liter 100035 100 bar, 35 liter 064068 64 bar, 68 liter 025170 25 bar, 170 liter PVT max. 25 bar Materiaal doseerkop: SS roestvrijstaal PV PVDF HC Hastelloy C Materiaal afdichting: T PTFE-afdichting Membraanuitvoering: 0 standaard meerlaags membraan met breuksignalering Doseerkopuitvoering: 0 zonder ventielveren (standaard) 1 met ventielveren D dubbelkogelventiel (alleen voor 064019-064060) Hydraulische aansluiting: 0 standaard-schroefdraadaansluiting E met flens DIN ISO F met flens ANSI H HV-uitvoering Uitvoering: 0 met ProMinent logo 1 zonder ProMinent logo M anders* * pompeigenschappen zie opdrachtbevestiging
Elektrische aansluiting: S 3-fasen, 230 V/400 V, 50/60 Hz, 0,75 kW L 3-fasen, 230 V/400 V, 50 Hz (Exe, Exde), 0,75 kW P 3-fasen, 265 V/440 V, 60 Hz (Exe, Exde), 0,75 kW R toerental regelmotor 3-fasen, 230/400 V, 0,75 kW V toerental regelmotor met geïntegreerde frequentie omvormer 1-fase, 230 V, 50/60 Hz Z toerental regeling compleet 1-fase, 230 V, 50/60 Hz 3 zonder motor met B 5 flens, Gr. 80 4 zonder motor met C 56 flens (NEMA) 0 aanbouwaandrijving Beschermingsklasse: 0 IP 55 (standaard) 1 Exe-motor uitvoering ATEX-T3 2 Exde-motor uitvoering ATEX-T4 A aandrijving ATEX Slagsensor: 0 zonder slagsensor (standaard) 1 slagsensor (geschikt voor Ex-toepassing) Slaglengte instelling: 0 handmatig (standaard) 1 met stelmotor 230 V/50/60 Hz 2 met stelmotor 115 V/60 Hz A met regelmotor 0-20 mA 230 V/50/60 Hz B met regelmotor 4-20 mA 230 V/50/60 Hz C met regelmotor 0-20 mA 115 V/60 Hz D met regelmotor 4-20 mA 115 V/60 Hz Hydraulische olie: 0 standaard 1 toegelaten voor levensmiddelen 2 lage temperatuur tot -25° C HP3a
Algemene aanwijzingen voor de gebruiker Algemene aanwijzingen voor de gebruiker Leest u aub de volgende aanwijzingen voor de gebruiker door! In de tekst wordt vooral de nadruk gelegd op: opsommingen aanwijzingen Werkaanwijzingen: AANWIJZING Een aanwijzing vergemakkelijkt het werk. en veiligheidsaanwijzingen: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijke gevaarlijke situatie. Bij het niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzingen, bestaat er levensgevaar en kans op zwaar lichamelijk letsel. VOORZICHTIG Duidt op een mogeljke gevaarlijke situatie. Bij het niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzingen, bestaat er gevaar op licht lichamelijk letsel of materiële schade. LET OP Duidt op een mogelijke schadelijke situatie. Bij het niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzingen, kan er materiële schade ontstaan. Let ook op de aanwijzingen in het bedieningsvoorschrift "Algemeen bedieningsvoorschrift voor ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toeberhoren"! Geef bij ruggespraak of het bestellen van onderdelen altijd de identcode en het serienummer, welke op het typeplaatje staat, door. Zo kunnen het pomptype en de variaties van materialen eenduidig geïdentificeerd worden. Alleen voor EX-pompen: Het op de titelpagina geplakte typeplaatje behoort bij de geleverde pomp zodat de bedieningsvoorschriften alleen betrekking hebben op deze pomp.
Over deze pomp / Veiligheid 1 Over deze pomp De ProMinent Hydro hydraulische membraandoseerpomp HP2/HP3 is een standaard doseerpomp aangedreven met een 0,37/0,75 kW toerental motor met een breed bereik. De slaglengte laat zich met een nauwkeurigheid van 1% instellen. De van aluminium gegoten behuizing wordt telkens gecombineerd met 5 aandrijfoverbrengingen, 3 doseermaten en 3 verschillende doseerkop materialen. Alle pomptypes worden standaard met een vastingestelde veiligheids-overstortventiel uitgerust, welke in de hydrauliek geïntegreerd is, evenals een meerlaags membraan met membraanbreuksignalering. De reproduceerbaarheid van de dosering is bij gelijkblijvende omstandigheden en correcte installatie beter dan 1% in slaglengtebereik van 20% - 100%. Dubbelkopsuitvoering De dubbelkopsuitvoering is van een tweede doseereenheid voorzien, welke tegengesteld werkt (boxerprincipe). Elke doseereenheid is voorzien van een aparte slaglengteverstelling, zodat men elke doseereenheid met een aparte doseercapaciteit kan instellen. Aanbouwpompen De Hydro-aanbouwpompen kunnen met een hoofdaandrijving gecombineerd worden. Men kan ze zowel als éénkops- als ook als dubbelkopsuitvoering inzetten. 2 Veiligheid Correct gebruik van de pomp • De pomp mag alleen voor de dosering van vloeibare media ingezet worden! • In explosiegevaarlijke bedrijfsruimtes in Zone 1, apparatencategorie II 2G van de explosiegroep II C, mogen alleen pompen met de overeenkomstige typeplaat (en de overeenkomstige EG-conformiteitsverklaring) voor explosiegevaarlijke bedrijfsruimtes conform richtlijn 94/9/EG van de Europese richtlijnen gebruikt worden. • De pomp is niet bedoeld om gasvormige media of vaste stoffen te doseren! • Pompen zonder een overeenkomstige typeplaat (en de overeenkomstige EGconformiteitsverklaring) voor pompen voor explosiegevaarlijke bedrijfsruimtes mogen nooit in explosiegevaarlijke bedrijfsruimtes gebruikt worden. Correct gebruik veiligheids-overstortventiel • Niet Ex-pompen: Het veiligheids-overstortventiel is er alleen voor bedoeld om de motor en de aandrijving tegen ontoelaatbare overdruk te beschermen welke door de doseerpomp veroorzaakt wordt! • Het veiligheids-overstortventiel mag bij een draaiende pomp niet worden gebruikt om een doseerstop te overbruggen. Het is een veiligheidsonderdeel! • Het veiligheids-overstortventiel mag niet gebruikt worden ter bescherming van de installatie. Het kan de installatie niet beschermen! • Alle andere toepassingen of wijzigingen zijn niet toegestaan! • U bent ertoe verplicht de aanwijzingen in dit bedieningsvoorschrift en het "Algemeen bedieningsvoorschrift voor ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" voor montage, installatie en onderhoud op te volgen! • Werkzaamheden aan de pomp mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel!
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. • Zodra er spanning op de pomp staat, begint deze met pompen! Vermijd dat gevaarlijke doseermedia eruit kan lopen! • De pomp kan zonder stroom niet geschakeld worden! Bij een elektrisch ongeluk de netkabel van het net halen!
Veiligheid / Opslaan, transporteren en uitpakken • Voor werkzaamheden aan de pomp, deze eerst spanningsloos maken! • Voor werkzaamheden aan de pomp eerst de druk eraf halen! • Voor werkzaamheden aan de pomp de doseereenheid eerst legen en spoelen indien gevaarlijke of onbekende media gebruikt worden! • Draag tijdens werkzaamheden aan de doseereenheid met dosering van gevaarlijke of onbekende vloeistoffen geschikte persoons beschermingsmiddelen! • Pompen moeten voor bediening en onderhoud te allen tijde toegankelijk zijn. Toegangen mogen niet afgesloten of geblokkeerd worden! • Pompen voor radioactieve media mogen niet worden verzonden! VOORZICHTIG • Montage en installatie van ProMinent-doseerpompen met vreemde onderdelen, die niet door ProMinent zijn gecontroleerd en aanbevolen zijn, is ontoelaatbaar en kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! • Let bij het doseren van agressieve media op de bestendigheid van de gebruikte pompmaterialen (zie bestendigheidslijst in de productcatalogus)! • Neem bij installatie de geldende nationale voorschriften in acht! Geluidsniveau Het geluidsniveau is < 70 dB (A) volgens DIN EN 12639 (geluidsmeting van vloeistofpompen) 3 Opslaan, transporteren en uitpakken De pomp wordt in een houten kisten geleverd. De pomp is op de bodem van de kist vastgeschroefd. LET OP De pomp is met olie gevuld, als ze met een doseereenheid geleverd wordt! Omgevingsvoorwaarden voor opslag en transport: Temperatuur : -10° C bis 50° C Luchtvochtigheid : max. 95% rel. vochtigheid, niet condenserend Verzendgewicht: Eénkopsuitvoering Dubbelkopsuitvoering Eénkopsuitvoering met eénkopsaanbouwaandrijving Dubbelkopsuitvoering met dubbelkopsaanbouwaandrijving Dubbelkopsuitvoering met eenkopsaanbouwaandrijving Uitpakken - de verzekering van de kistdeksel verwijderen en de deksel van de kist halen - de verzekering aan de onderzijde van de kist halen - trek de de wanden uit elkaar - de bevestigingsschroeven van de pomp aan de bodem verwijderen - de Hydro-uitvoering zonder motor en doseereenheid met de hand eruit tillen. Andere uitvoeringen: - de positie van de transportbanden controleren (zie volgende Afb.en) - maak de transportbanden vast aan de kraanhaak - til de pomp met de kraan uit de kist en zet deze op een vlakke, stabiele ondergrond
Opslaan, transporteren, uitpakken Positie van de transportbanden Afb. 1 Eénkopsuitvoering met motor Afb. 2 Dubbekopsuitvoering met motor Afb. 3 Dubbelkopsuitvoering zonder motor
Pompoverzicht / Besturingselementen 4 Pompoverzicht/besturingselementen Afb. 4 Afb. 6 Afb. 5 Afb. 7 A Aandrijving B Hydraulisch gedeelte C Doseereenheid 1 Slaglengteverstelling 2 Veiligheids-overstortventiel 3 Oliekijkglas 4 Aandrijvings-ontluchtingsstop 5 Olieaftapstop 6 Olieaftapschroef 7 Slagsensor (optie) Afb. 8 1 Persventiel 2 Membraan kopschijf 3 Membraanbreuk-sensor 4 Zuigventiel 5 Doseerkop
Functiebeschrijving 5 Functiebeschrijving Functiebeschrijving aandrijving De Hydro-pomp is een motordoseerpomp met hydraulisch aangedreven meerlaags membraan (7). Net als bij een traditionele motordoseerpomp beweegt de motor de plunjer (4) via een wormaandrijving en excenter (1) naar voren; omdat de plunjer (4) niet vast zit aan de excenter (1), moet de plunjerveer (6) hem in het hydraulische gedeelte terugdrukken. Bij de voorwaartse beweging drukt de plunjer (4) in het hydraulische gedeelte en bouwt druk in de hydraulische olie in het hydraulische gedeelte op; daardoor drukt de hydraulische olie het meerlaags membraan (7) in de doseerkop. Om de slaglengte te kunnen verstellen, heeft de hole plunjer (4) zogenaamde stuurgaten. De verstelbare regelschuif (3) dicht deze gaten bij elke persslag af. Afhankelijk van de positie van de regelschuif sluit deze de gaten in de plunjer vroeger of later af. Zolang de gaten in de plunjer niet afgesloten zijn, kan bij een persslag hydraulische olie uit het hydraulische gedeelte naar het pomphuis stromen; in dat geval wordt het meerlaags membraan in de doseerkop niet aangedreven. Als dan de gaten in de plunjer afgesloten worden, kan de plunjer (4) druk in het hydraulische gedeelte opbouwen en het meerlaags membraan (7) wordt in de doseerkop gedrukt. Omdat er hydraulische olie uit het hydraulische gedeelte naar het pomphuis is gestroomd, wordt het meerlaags membraan minder in het doseerkop gedrukt. Bij de zuigslag stroomt de hydraulische olie uit het pomphuis door de stuurgaten in de plunjer weer terug in het hydraulische gedeelte. Bij pompen met een aanbouwaandrijving werken beide aandrijvingen tegengesteld. De pomp heeft een vooraf ingeregeld veiligheids-overstortventiel (5) in het hydraulische gedeelte. Het veiligheids-overstortventiel is een bescherming van de pompaandrijving en het membraan bij verhoogde tegendruk. Is de perszijde van de doseereenheid geblokkeerd, dan opent het veiligheids-overstortventiel (5) bij de ingestelde druk en laat de hydraulische olie naar het pomphuis stromen. De installatie wordt door dit veiligheidsoverstortventiel niet beschermd tegen overdruk! Bij de Ex-pomp moet dus een overstortventiel geïnstalleerd worden! 1 Excenter 2 Slaglengteverstelling 3 Regelschuif 4 Plunjer 5 Veiligheids-overstortventiel 6 Plunjerveer 7 Meerlaags membraan Afb. 9
Functiebeschrijving Functiebeschrijving doseereenheid Het hart van de doseereenheid is een duurzaam meerlaags membraan (1). Dit membraan sluit de pompkamer van de doseerkop hermetisch af en verdringt bij iedere pompslag de vloeistof uit de doseerkop. Het zuigventiel (6) en het persventiel (3) zorgen samen met de membraanverplaatsing voor de vloeistofbeweging. Het membraan (1) is strak gespannen tussen de doseerkop (4) en de membraan kopschijf (2). Omdat het membraan hydraulisch werkt - het is niet verbonden met de plunjer - werkt het altijd drukcompenserend en is daardoor geschikt voor hoge doseerdruk. Een plunjerveer (7) zorgt voor de terugkeer van het membraan in de startpositie. Het membraan (1) is standaard als meerlaags membraan uitgevoerd. De op elkaar liggende membraanlagen zijn door de membraankern (5) en een vloeibaarheidsfilm met elkaar verbonden. 1 Meerlaags membraan 2 Membraan kopschijf 3 Persventiel 4 Doseerkop 5 Membraankern 6 Zuigventiel 7 Membraan plunjerveer Functiebeschrijving membraanbreuk-signalering De membraanbreuk-signalering bewaakt de dichtheid van het meerlaags membraan. De middelste membraanlaag van het meerlaags membraan is van gleufen voorzien die door een kanaal in de doseerkop (1) met een membraanbreuk-sensor (2) verbonden zijn. Breekt één van de buitenste membraanlagen, dan stroomt er doseermedium of hydraulische olie naar de sensor, die een signaal afgeeft. Het meerlaags membraan voorkomt, dat er bij een membraanbreuk doseermedium bij de hydraulische olie komt. 1 Doseerkop 2 Membraanbreuk-sensor Afb. 11: De weg welke de vloeistof aflegt na een membraanbreuk (grijs)
Monteren / Installeren 6 Monteren Omgevingstemperatuur -10° C tot 40° C Luchtvochtigheid max. 95% rel. vochtigheid, niet condendserend De volgende werkzaamheden hoeven alleen uitgevoerd te worden aan pompen welke zonder doseereenheid geleverd zijn: De doseereenheid monteren en met hydraulische olie vullen (volg de aanwijzigingen zoals beschreven in hoofdstuk "Onderhoud" en "Het membraan wisselen"). De complete pomp moet horizontaal op een vlakke, stabiele ondergrond geschroefd worden. Hiervoor de pomp met vier schroeven (M8 of M10) en ringen door de vier uitsparingen in de pompvoet aan de ondergrond vastschroeven. 7 Installeren WAARSCHUWING Neemt u de aanwijzingen van het aanvullende bedieningsvoorschrift "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent Motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht - in het bijzonder bij Ex-pompen! 7.1 Installeren, hydraulisch WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. • De doseereenheid kan van het testen in bedrijf nog waterresten bevatten! Bij media, die niet met water in contact mogen komen, moet de doseereenheid voor het installeren van water ontdaan worden! Hiervoor kunt u de doseereenheid via het zuigventiel met perslucht met normale druk doorblazen. Daarna via de zuigaansluiting met een geschikt middel spoelen! LET OP Bij media met deeltjes groter dan 0,3 mm beslist een filter in de zuigleiding installeren. AANWIJZING Een nauwkeurige dosering is alleen bij een gelijkblijvende tegendruk boven 1 bar mogelijk. Wordt bij een vrije uitloop gedoseerd, dan moet er een drukhoudventiel gemonteerd worden zodat er een tegendruk van 1,5 bar ontstaat. Maximale tegendruk voor doseereenheden in PVDF-uitvoering: 25 bar Maximale toegestane voordruk (zuigzijde): 5 bar Viscositeitsgrens bij inzet: - zonder ventielveren max. 200 mPa s - met ventielveren max. 500 mPa s
Installeren 7.2 Installeren, elektrisch WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. • Voordat er gewerkt kan worden aan de motor, deze spanningsloos maken en beveiligen tegen onbevoegd inschakelen. Wanneer een externe ventilator, stelmotor, toerentalregelaar of membraanbreuk-sensor aanwezig zijn, deze spanningsloos maken. Controleren of er geen spanning meer aanwezig is! LET OP! Motor • Bij het aansluiten van de motor de draairichting in acht nemen (zie afbeelding). Belangrijke motorgegevens staan op de typeplaat. Het klemmenaansluitplan bevindt zich in de klemmenkast. Aanwijzingen voor het elektrisch aansluiten van de motor, van de externe ventilator bij toerentalgestuurde motor met externe ventilator en de temperatuurbewaking, vindt u in het "Algemene bedieningsvoorschrift voor ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren"! Externe ventilator bij toerentalgestuurde motor met externe ventilator en temperatuurbewaking: Zie "Algemene bedieningsvoorschrift voor ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren"! Automatisch slagverstelling Hydro 0/4-20 mA Klemmenaansluitplan zie "Bijlage" Regelbare automatische slagverstelling Klemmenaansluitplan zie "Bijlage" Membraanbreuk-sensor Standaard: 30V DC/1 A, potentiaal vrij contact (NC). Uit veiligheidsoverwegingen is het noodzakelijk om een spanningsbeveiliging aan te leggen (SELV volgens EN 60335-1). Kabeldoorvoer: meegeleverd Optie, intrinsiek veilig: Neem het bijgesloten bedieningsvoorschrift van de sensoren in acht (alleen Ex-pompen)! 5 – 25 V DC, volgens Namur resp. DIN 19234, potentiaal vrij uitgevoerd. Nominale voedingspanning: 8 V DC (Ri ~ 1 kΩ) Stroomopname: actief oppervlak vrij >3 mA actief oppervlak bedekt < 1 mA Normschakelafstand: 1,5 mm De sensor gebruikt wijzigingen in de spanning om een membraanbreuk te detecteren.
Kabelaansluiting: Optie Blauw Bruin
Installeren / In bedrijf nemen Let op De membraanbreuksensor moet elektrisch worden aangesloten! Bij de klant dient een voorziening aanwezig te zijn welke de pomp uitschakelt na een membraanbreuk-signalering. Slagsensor Neem het bijgesloten bedieningsvoorschrift van de sensoren in acht (alleen Expompen)! Bedrijfsspanning 5 – 25 V DC, volgens Namur resp. DIN 19234, potentiaal vrij uitgevoerd. Nominale voedingspanning: 8 V DC (Ri ~ 1 kΩ) Stroomopname: actief oppervlak vrij >3 mA actief oppervlak bedekt < 1 mA Normschakelafstand: 1,5 mm De sensor gebruikt wijzigingen in de spanning om een membraanbreuk te detecteren. Kabelaansluiting: Blauw Bruin 8 In bedrijf nemen WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. LET OP • Voor de pomp in bedrijf te nemen, de rode aandrijf-ontluchtingsknop uittrekken (zie hoofdstuk 4) • Neem beperkingen bij hoge viscositeit of dichtheid van het doseermedium in acht! • De bestendigheid van het materiaal van de doseereenheid voor het doseermedium controleren! (zie bestendigheidlijst in de productcatalogus of op www.prominent.nl) • De pomp mag niet buiten de onder hoofdstuk "Technische gegevens" omschreven omgevingsvoorwaarden werken. • Bij een medium met deeltjes groter dan 0,3 mm, moet er beslist een filter in de zuigleiding geïnstalleerd worden. AANWIJZING • Voor viskeuze media een zo groot mogelijke slaglengte kiezen! • Voor uitgassend media een zo groot mogelijke slaglengte kiezen! • Voor een goede menging een zo hoog mogelijke slagfrequentie kiezen! • Voor een nauwkeurige dosering bij proportioneel doseren, de slaglengte niet onder 20% instellen.
In bedrijf nemen / Bedienen / Onderhoud Ontluchten van de doseereenheid Ontluchten van de doseereenheid of aanzuigen bij tegendruk: WAARSCHUWING: • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de zuig- en persleiding af! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet bij de werkzaamheden aan de doseereenheid geschikte persoons beschermingsmiddelen gedragen worden. - persleiding los halen - een stuk doorschijnende slang monteren - de pomp langzaam laten lopen tot het doseermedium in het slangstuk verschijnt - het slangstuk demonteren - de persleiding monteren Regelbare automatische slagverstelling instellen (optie) De regelbare automatische slagverstelling is in de fabriek ingesteld op de bestelde doseercapaciteit. Wanneer u de regelbare automatische slagverstelling op een andere doseercapaciteit wilt instellen, neem dan contact met ons op. Aanwijzingen voor het installeren van ventiel: Bij aanzuigproblemen tijdens de installatie, het ventiel op een stabiel vlak plaatsen en de PTFE-kogelzittingsschijf middels een messingtab met een ca. 300 g zware hamer licht aanslaan. Ventiel in natte toestand laten aanzuigen. De pomp is bedrijfsklaar! messingtab Afb. 13 9 Bedienen WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. Neem de aanwijzingen in hoofdstuk "In bedrijf nemen" in acht! VOORZICHTIG Verbrandingsgevaar bij warmgelopen aandrijfmotor!
10 Onderhoud WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. • Alleen vakkundig en geautoriseerd personeel mogen doseerpompen en randapparatuur onderhouden en repareren! • Voordat er gewerkt kan worden aan de pomp, beveiligen tegen onbevoegd inschakelen. AANWIJZING Leg een onderdelenset voor de doseereenheid voor onderhoudswerkzaamheden op voorraad (zie hoofdstuk 15!) Bovendien raden wij aan: Afdichtingen voor de olieaftapstop, artikelnummer 1004803
Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden Na 3 maanden controleren: • Alleen bij Ex-pompen speciale onderhoudswerkzaamheden! • Draaimoment van de doseerkopschroeven (20 Nm) • Stevige bevestiging van het persventiel en het zuigventiel • Stevige bevestiging van de doseerleidingen (pers-/zuigzijde) • Oliepeil • Of de pomp correct doseert (kort laten lopen) Bij een zware belasting (bijv. continubedrijf) is een kortere interval raadzaam. Na ca. 5.000 bedrijfsuren: De hydraulische olie vervangen. WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door zeer warme hydraulische olie. Bij het aftappen van de olie, contact met de olie die eruit loopt vermijden. VOORZICHTIG Als de pomp met levensmiddelen geschikte olie is voorzien, dan mag alleen deze olie bijgevuld worden! Aandrijfolie Mobilube 1 SHC 70W-90, ProMinent artikelnummer 1005823. Oliehoeveelheden Benodigde oliehoeveelheid Geleverde oliehoeveelheid Eénkopsuitvoering Dubbelkopsuitvoering Hydraulische olie aftappen (zie afb. 14/15): (bij een dubbelkopsuitvoering de stappen voor beide koppen uitvoeren) - de slaginstelknop (2) op "0" verstellen - de aandrijvings-ontluchtingsstop (3) eruit schroeven - een olieopvangbak onder de olieaftapschroef (5) zetten - de olieaftapschroef (5) uit de aandrijfbehuizing schroeven - de hydraulische olie uit de aandrijving laten lopen - een olieopvangbak onder de hydraulische eenheid zetten - de olieaftapstop (4) uit de hydraulische eenheid schroeven - de hydraulische olie uit de hydraulische eenheid laten lopen - de olieaftapschroef (5) erin schroeven - de olieaftapstop (4) met een nieuwe afdichting erin schroeven
Onderhoud Afb. 14 Afb. 15 1 Veiligheids-overstortventiel 2 Slaginstelknop 3 Aandrijvings-ontluchtingsstop 4 Olieaftapstop 5 Olieaftapschroef 6 Oliekijkglas Hydraulische olie vullen (zie afb. 14/15): (bij een dubbelkopsuitvoering de stappen voor beide koppen uitvoeren) - de slaginstelknop (2) op 100% instellen en het veiligheids-overstortventiel (1) openen - door de opening voor de aandrijving-ontluchtingsstop (3) langzaam hydraulische olie in gieten tot het oliekijkglas (6) voor ¾ gevuld is - de pomp starten - de pomp 1-2 minuten laten lopen - eventueel hydraulische olie bijvullen - de aandrijving-ontluchtingsstop (3) weer inschroeven (niet sluiten) en het veiligheidsoverstortventiel (1) sluiten Na ca. 10.000 bedrijfsuren: Het membraan wisselen: Het membraan is een slijtend deel, de levensduur is afhankelijk van de volgende parameters: • tegendruk van de installatie • bedrijfstemperatuur • eigenschappen van het doseermedium • slagfrequentie • slaglengte Als de parameters zeer ongunstig zijn, dan kan dat de levensduur van het membraan verkorten.
Onderhoud WAARSCHUWING • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de zuig- en persleiding af! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet voor onderhoudswerkzaamheden of reparatie eerst de doseereenheid legen en spoelen! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet bij de werkzaamheden aan de doseereenheid geschikte bescherming gedragen worden. • Verbrandingsgevaar door zeer warme hydraulische olie. Bij het aftappen van de olie, contact met de olie die eruit loopt vermijden. LET OP • Haal het meerlaags membraan pas uit de verpakking als hij daadwerkelijk ingebouwd wordt. • Het membraan mag niet vervuild zijn! • De deelmembranen niet uit elkaar halen! Anders kan de membraanbreuk-signalering weigeren. (Bij de dubbelkopsuitvoeringen en aanbouwaandrijvingen voert u de volgende aanwijzingen aan beide koppen uit.) - de slaginstelknop (2) boven 100% tot en met de aanslag draaien - de aandrijving-ontluchtingsstop (3) eruit schroeven - de olieopvangbak onder de hydraulische eenheid zetten - de olieaftapstop (4) uit de hydraulische eenheid schroeven - de hydraulische olie uit de hydraulische eenheid laten lopen - de olieaftapstop (4) met een nieuwe afdichting erin schroeven Membraan verwisselen (zie afb. 16): - Druk van de zuig- en persleiding halen - De zuig- en persleiding van de doseereenheid schroeven (is de hydraulische olie afgetapt? (zie boven)) - De doseereenheid met de schroeven van de doseerkop van de hydraulische eenheid halen - De membraan kopschijf (2) met het membraan (1) van de doseerkop losmaken WAARSCHUWING De veer (3) en de veerschotel (5) op de membraankern (6) kunnen wegspringen bij het losmaken van de veiligheidsring (4)! Draag een beschermbril! - De veiligheidsring (4) losmaken en de veer (3) met de veerschotel (5) van de membraankern afhalen - De membraan/membraankern-unit van de membraan kopschijf (2) afhalen - De nieuwe membraan/membraankern-unit in de membraan kopschijf (2) steken - De membraanveer (3) met de veerschotel (5) op de membraankern (6) steken en met de veiligheidsring (4) bevestigen - De O-ring (7), die tussen de membraan kopschijf (2) en de hydraulische eenheid zit, vervangen - Het membraan (1) met de membraan kopschijf (2) in de hydraulische eenheid plaatsen
- De doseerkop met de schroeven zo plaatsen, dat de zuigaansluiting onder zit (letten op doorstroomrichting / pijlmarkering op ventielen). - De doseerkopschroeven eerst licht aandraaien, dan kruislings met een draaimoment van 20 Nm aandraaien - De zuig- en persleiding aan de doseereenheid schroeven.
Onderhoud 1 Meerlaags membraan 2 Membraan kopschijf 3 Veer 4 Zekeringsring 5 Veerschotel 6 Membraankern 7 O-ring Hydraulische olie in de hydraulische eenheid gieten (zie afb. 14/15): (bij de dubbelkopsuitvoering de volgende stappen voor beide koppen uitvoeren) - de slaginstelknop (1) op 100% instellen en het veiligheids-overstortventiel (2) openen - door de opening voor de aandrijving-ontluchtingsstop (4) langzaam hydraulische olie in gieten tot het kijkglas voor ¾ gevuld is - de pomp starten - de pomp 1-2 minuten laten lopen - de aandrijving-ontluchtingsstop (4) weer inschroeven (niet sluiten) en het veiligheidsoverstortventiel (2) sluiten - de pomp bij maximale tegendruk op dichtheid controleren LET OP Het draaimoment van de doseerkopschroeven (20 Nm) na 24 bedrijfsuren controleren!
Repareren 11 Repareren WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. •Alleen vakkundig en geautoriseerd personeel mogen doseerpompen en randapparatuur onderhouden en repareren! • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de zuig- en persleiding af! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet voor onderhoudswerkzaamheden of reparatie eerst de doseereenheid geleegd en gespoeld worden! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet bij de werkzaamheden aan de doseereenheid geschikte persoons beschermingsmiddelen gedragen worden. • Voordat er gewerkt kan worden aan de motor, deze spanningsloos maken en beveiligen tegen onbevoegd inschakelen. Wanneer een externe ventilator, stelmotor, toerentalregelaar of membraanbreuksensor aanwezig zijn, deze spanningsloos maken. Controleren of er geen spanning meer aanwezig is! LET OP Na het losdraaien van de doseerkopschroeven moeten de doseerkopbouten met het opgegeven draaimoment kruislings worden aangetrokken. Eénkogel-ventiel reparatie Het ventiel demonteren De versleten delen vervangen Overige delen reinigen Het ventiel in elkaar zetten LET OP De pijlen op de pers- en zuigaansluiting controleren! Zij geven de doorstroomrichting aan. Reinigen van een persventiel (dubbelkogel) AANWIJZING • Reinig de pers- en zuigventielen na elkaar, aangezien ze niet aan de hand van de pijlmarkeringen te onderscheiden zijn! Ter oriëntatie, als u een gedemonteerd doseereenheid voor u heeft: het zuigventiel zit aan de kant van de membraanbreuksensor! • Gebruik alleen nieuwe onderdelen die in uw ventiel passen! (qua vorm en chemicaliënbestendig!) Persventiel demonteren - persleiding los halen - het persventiel uit de doseerkop schroeven en grondig afspoelen - de overige delen uit de doseerkop halen - de delen uit de ventielbehuizing (1) voor zover mogelijk verwijderen - steek een inbussleutel of iets dergelijks door het kleine gat van de ventiel (1) en druk
de overige delen eruit - de laatste afdichting (2) en de laatste kogelzittingen (3) met een kleine schroevendraaier uit de ventielbehuizing (1) halen - alle delen spoelen en reinigen - de versleten delen en de afdichtingen vervangen.
Repareren Persventiel in elkaar zetten AANWIJZING Let bij het in elkaar zetten op de uitlijning van de ventielzitting (3). De ventielzitting (3) dient op de fijnbewerkte zijde als kogelzitting en op de andere zijde als kogelbus en veergeleiding. De fijnbewerkte zijde moet bij alle ventielzittingen in doorstromingsrichting wijzen. Let op bij het in elkaar zetten van de ventielen op de volgorde: Teflon - Metaal - Teflon - Metaal... Steek na elkaar in de ventielbehuizing (1): - een afdichting (2) en een ventielzitting (3, richting!) - een afdichting (2) en een ventielhuls (4) - (indien voorzien, een veer (*) in de veergeleiding van de ventielzitting (3) laten glijden) - een kogel (5) in de ventielbehuizing (1) laten glijden - een afdichting (2) en de tweede ventielzitting (3, richting!) - een afdichting (2) en de tweede ventielhuls (4) - (indien voorzien, een tweede veer (*) in de veerleiding van de ventielzitting (3) laten glijden) - de tweede kogel (5) in de ventielbehuizing (1) laten glijden - een afdichting (2), de derde ventielzitting (3, richting!) en nog een afdichting (2) - de ventielschijf (6) met de verdikking op de pakking/afdichting zetten AANWIJZING De afstand tussen de rand van de ventielbehuizingen en de ventielschijf is constructieafhankelijk. - de grote afdichting (7) tussen de ventielschijf (6) en de doseerkop plaatsen - het ventiel tot en met de aanslag inschroeven - de persleiding bevestigen Reinigen van een zuigventiel Het onderhouden, reinigen en in elkaar zetten van een zuigventiel gebeurt precies als bij het persventiel. Let bij het in elkaar zetten dat de ventielzitting (3) in tegengestelde richting geplaatst dient te worden. De fijnbewerkte zijde moet bij alle ventielzittingen (3) in de doorstromingsrichting wijzen!
Repareren Membraanbreuk-sensor reparatie De membraanbreuk-sensor moet na elke membraanbreuk gecontroleerd worden en indien nodig vervangen worden (bijvoorbeeld wanneer het medium gekristalliseerd of vervuild is en deeltjes vertoont). Membraanbreuksensor controleren (30 V versie): - tijdens het wisselen van het membraan, de membraanbreuk-sensor uit de doseerkop schroeven - controleren of drukschakelaar functioneert - met een botte, geïsoleerde stift (Ø 2-3 mm, zonder scherpe kanten) in het kanaal/ingang van de membraanbreuk-sensor drukken - controleren of de drukschakelaar schakelt - de stift weer loslaten - controleren of drukschakelaar functioneert - als alles in orde is, de membraanbreuk-sensor met een nieuwe afdichting (1) in de doseerkop schroeven - bij een defect, de volgende stap ondernemen Scheidingsmembraan van een membraanbreuk-sensor verwisselen (30 V versie): WAARSCHUWING • De voeding van de membraanbreuk-sensor nemen. • Indien gevaarlijke of onbekend medium gebruikt wordt, dient u zich hiertegen te beschermen. • Na een membraanbreuk is het medium aanwezig in de membraanbreuk-sensor en in de inlaat van de doseereenheid. Afb. 17 1 Afdichting 2 Bovenste deel 3 Scheidingsmembraan 4 Plaat 5 Behuizing - tijdens het wisselen van het membraan, de membraanbreuk-sensor uit de doseerkop schroeven - de membraanbreuk-sensor uit het bovenste deel (2) halen - de behuizing (5) met een steeksleutel vasthouden - de membraanbreuk-sensor eraf schroeven - de verontreinigde delen schoonmaken - de nieuwe scheidingsmembraan (3) met de hellende kant (PTFE) vooraan in het bovenste deel (2) leggen - de plaat (4) met de oneffen kant vooraan in het bovenste deel leggen - de behuizing (5) in het bovenste deel schroeven en vast draaien - de membraanbreuk-sensor controleren, zoals omschreven in "Membraanbreuk-sensor controleren (30 V versie)"
Repareren Membraanbreuk-sensor controleren (Ex versie): - tijdens het wisselen van het membraan, de membraanbreuk-sensor uit de doseerkop schroeven - controleren of drukschakelaar functioneert - met een botte, geïsoleerde stift (Ø 2-3 mm, zonder scherpe kanten) in het kanaal/ingang van de membraanbreuk-sensor drukken - controleren of de drukschakelaar schakelt - de stift weer loslaten - controleren of drukschakelaar functioneert - als alles in orde is, de membraanbreuk-sensor met een nieuwe afdichting (1) in de doseerkop schroeven - bij een defect, de volgende stap ondernemen Scheidingsmembraan van een membraanbreuk-sensor verwisselen (Ex versie): WAARSCHUWING • Indien gevaarlijke of onbekend medium gebruikt wordt, dient u zich hiertegen te beschermen. • Na een membraanbreuk is het medium aanwezig in de membraanbreuk-sensor en in de inlaat van de doseereenheid. Afb. 18 1 Afdichting 2 Bovenste deel 3 Scheidingsmembraan 3a Veerzitting 4 Plaat 5 Behuizing 6 Veer - tijdens het wisselen van het membraan, de membraanbreuk-sensor uit de doseerkop schroeven - de membraanbreuk-sensor uit het bovenste deel (2) halen - de behuizing (5) met een steeksleutel vasthouden - niet de verzekerde moer! - de membraanbreuk-sensor eraf schroeven - de verontreinigde delen schoonmaken - de nieuwe scheidingsmembraan (3) met de hellende kant (PTFE) vooraan in het bovenste deel (2) leggen - de schijf (4) in het bovenste deel (2) leggen - de veer in de behuizing (5) steken - de behuizing (5) in het bovenste deel leggen - controleren of de veer (6) juist op de veerzitting (3a) zit - de behuizing (5) in het bovenste deel schroeven en vast draaien - de membraanbreuk-sensor controleren, zoals omschreven in "Membraanbreuk-sensor controleren (Ex versie)"
Repareren Doseercapaciteit kalibreren De pompen worden in de fabriek op de maximale bedrijfsdruk afgesteld (zie de druk op de schaalschijf of in het veiligheids-overstortventiel). Elke pomp kan in de vestiging of in de fabriek op een lagere tegendruk gekalibreerd worden als de standaard druk. Mogelijke drukken zijn 10, 16, 25, 40, 64 en 100 bar. De doseercapaciteit van een hydraulische membraan doseerpomp, is minimaal afhankelijk van de tegendruk. Het heeft daarom alleen maar zin om te kalibreren als men bij een sterk veranderde tegendruk zeer nauwkeurig zou willen doseren. WAARSCHUWING Alleen Ex pompen: Neem de voorzorgsmaatregelen voor explosiegevaarlijke stoffen in acht welke betrekking hebben op het doseermedium in de open meetcylinder (zie volgende aanwijzingen). LET OP De doseercapaciteit alleen bij gesloten drukleiding en volgens normale bedrijfsvoorschriften kalibreren! De doseercapaciteit is van tegendruk afhankelijk. 1. De pomp uitschakelen 2. De slaglengteknop op maximum draaien (boven 100% tot aan de aanslag draaien) 3. De afdekkap (4) van de slaglengteknop verwijderen en de schroef (3) daaronder iets losdraaien 4. De zuigleiding in een maatbeker leggen (zie afb. 20) 5. De maatbeker vullen met het doseermedium 6. De pomp starten 7. Als de tegendruk in de installatie bereikt is, de vulhoogte Q1 noteren en gelijktijdig een stopwatch starten 8. De pomp iets laten lopen 9. De vulhoogte Q2 noteren en gelijktijdig de stopwatch stoppen 10. De waarde van de doseercapaciteit berekenen 11. De doseercapaciteit met de slaglengteknop verlagen en punt 7 en 10 herhalen tot de gewenste waarde bereikt wordt 12. De schaalschijf (1) naar de 100% markering draaien zodat deze precies door de schaalwijzer (2) wordt aangewezen 13. De schroef (3) in de slaglengteknop voorzichtig aandraaien en de afdekkap (4) erop drukken AANWIJZING Noteer de waarde van de doseercapaciteit en de tegendruk! Afb. 19 1 Schaalschijf 2 Schaalwijzer 3 Schroef 4 Afdekkap Afb. 20
Storingen oplossen 12 Storingen oplossen WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. •Alleen vakkundig en geautoriseerd personeel mogen doseerpompen en randapparatuur onderhouden en repareren! • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de zuig- en persleiding af! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet voor onderhoudswerkzaamheden of reparatie eerst de doseereenheid geleegd en gespoeld worden! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet bij de werkzaamheden aan de doseereenheid geschikte persoons beschermingsmiddelen gedragen worden. • Voordat er gewerkt kan worden aan de motor, deze spanningsloos maken en beveiligen tegen onbevoegd inschakelen. Wanneer een externe ventilator, stelmotor, toerentalregelaar of membraanbreuksensor aanwezig zijn, deze spanningsloos maken. Controleren of er geen spanning meer aanwezig is! LET OP Na het losdraaien van de doseerkopbouten moeten de doseerkopbouten met het opgegeven draaimoment kruislings worden aangetrokken. Pomp bereikt geen hoge druk of pomp zuigt ondanks volledige slagbeweging en ontluchting niet aan Oorzaak: Ventiel vervuild/versleten Oplossing: Ventiel repareren (zie "Ventiel repareren", hoofdstuk "Repareren") Oorzaak: Veiligheids-overstortventiel open Oplossing: Instelmoer van het veiligheids-overstortventiel losdraaien Oorzaak: Veiligheids-overstortventiel sterk versleten, omdat de overstortleiding verstopt zit Oplossing: Veiligheids-overstortventiel en overstortleiding vervangen Oorzaak: Te weinig hydraulische olie Oplossing: Hydraulische olie bijvullen tot het kijkglas voor ¾ is gevuld (zie "Membraan verwisselen", hoofdstuk "Onderhoud") Oorzaak: Schaalschijf verdraait Oplossing: Schaal instellen (zie "Doseercapaciteit kalibreren", hoofdstuk "Repareren") Oorzaak: Motor verkeerd aangesloten Oplossing: 1. Draairichting, spanning, frequentie controleren 2. Motor juist aansluiten
Oorzaak: Geen netspanning meer Oplossing: Oorzaak oplossen Oorzaak: Meerlaags membraan lek zonder alarm te hebben gegeven Oplossing: 1. Meerlaags membraan onmiddellijk verwisselen (zie "membraan verwisselen", hoofdstuk "Onderhoud") 2. Scheidingsmembraan van de membraanbreuk-sensor verwisselen (zie "Scheidingsmembraan membraanbreuk-sensor vernieuwen", hoofdstuk "Repareren")
Storingen oplossen / Buiten bedrijf stellen en afvoeren Membraanbreuk signalering geeft alarm Oorzaak: Meerlaags membraan lek Oplossing: 1. Meerlaags membraan onmiddellijk verwisselen (zie " Membraan verwisselen", hoofdstuk "Onderhoud") 2. Scheidingsmembraan van membraanbreuk-sensor verwisselen (zie "Scheidingsmembraan membraanbreuk-sensor vernieuwen", hoofdstuk "Repareren") Aandrijfmotor zeer heet Oorzaak: Persleiding is verstopt Oplossing: 1. Verstopping in de persleiding verwijderen 2. Veiligheids-overstortventiel laten controleren 13 Buiten bedrijf stellen en afvoeren Buiten bedrijf stellen WAARSCHUWING • Alleen Ex-pompen: Beslist het hoofdstuk "Belangrijke aanvullingen voor doseerpompen in Ex bereik", en het "Algemene bedieningsvoorschrift ProMinent motordoseerpompen en hydraulische toebehoren" in acht nemen. • Alleen vakkundig en geautoriseerd personeel mogen doseerpompen en randapparatuur onderhouden en repareren! • Bij buiten bedrijf stellen van de pomp moet de behuizing en in het bijzonder de doseereenheid grondig gereinigd worden • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de zuig- en persleiding af! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet voor onderhoudswerkzaamheden of reparatie eerst de doseereenheid geleegd en gespoeld worden! • Als er een gevaarlijk of onbekend medium gebruikt wordt, dan moet bij de werkzaamheden aan de doseereenheid geschikte persoons beschermingsmiddelen gedragen worden. • Voordat er gewerkt kan worden aan de motor, deze spanningsloos maken en beveiligen tegen onbevoegd inschakelen. Wanneer een externe ventilator, stelmotor, toerentalregelaar of membraanbreuksensor aanwezig zijn, deze spanningsloos maken. • Controleren of er geen spanning meer aanwezig is! •Verbrandingsgevaar door zeer warme hydraulische olie. Bij het aftappen van de olie, contact met de olie die eruit loopt vermijden. Definitief buiten bedrijf stellen - De pomp van het net halen - De doseereenheid met een geschikt medium spoelen, bij gevaarlijk medium de doseereenheid grondig spoelen - De olie aftappen
Tijdelijk buiten bedrijf stellen Extra: - De afdekkappen op de ventielen plaatsen - De pomp kan het beste op een palet gelegd worden - De pomp met een dekzeil afdekken (zorg voor ventilatie) De pomp in een droge, gesloten hal opslaan met: Opslagtemperatuur -10 tot +50˚ C Luchtvochtigheid max. 95% rel. vochtigheid, niet condenserend Demonteren LET OP Elektronica-afval en afgewerkte olie is speciaal afval. Denk om de in uw vestigingsplaats geldende voorschriften!
Technische gegevens 14 Technische gegevens Capaciteitsgegevens en gewichten Pomptype Doseereenheid bij max. tegendruk Overbrenging Membraan diameter Aanzuighoogte* Zuighoogte** Slaglengte Toelaatbare voordruk Aansluiting Verzendgewicht*** (éénkops/dubbelkops) Pomptype bar l/u ml/slag mm m m slagen/minuut bar G"- DN kg
Technische gegevens Pomptype Doseereenheid bij max. tegendruk Overbrenging Membraan diameter Aanzuighoogte* Zuighoogte** Slaglengte Toelaatbare voordruk Aansluiting Verzendgewicht*** (éénkops/dubbelkops) Pomptype bar l/u ml/slag mm m m slagen/minuut bar G"- DN kg * Aanzuighoogte/Aanzuigdruk (droog) geldend voor water bij een lege doseerkop en lege zuigleiding alsook schone en vochtige ventielen (ventielveren verlagen deze waarde) ** Zuighoogte/Zuigdruk geldend voor water bij een gevulde doseerkop en gevulde zuigleiding - uitgaande van een juist gedimensioneerde zuigleiding *** Bij pompen met gekoppelde aandrijving zie hoofdstuk 3 Maximale tegendruk voor doseereenheden in de uitvoering PVT: 25 bar Nauwkeurigheid - De reproduceerbaarheid is beter dan ± 1% (bij metingen bij gelijkblijvende verhoudingen, tenminste 20% slaglengte en met water van 20° C - bij juiste installatie). - De doseernauwkeurigheid ligt rond 5% bij maximale slaglengte en maximale tegendruk. Viscositeit Viscositeitsgrens in nieuwstaat: - zonder ventielveren max. 200 mPa s - met ventielveren max. 500 mPa s
Technische gegevens Materiaalinformatie doseereenheden Uitvoering Doseerkop Aansluiting Afdichtingen Kogels Keramiek Elektrische gegevens Identcode Elektrische aansluiting Motor gegevens Uitvoering met externe koeling Motor met regelbaar toerental met geïntegreerde frequentie omvormer Voor meer informatie betreffende elektromotoren kunnen motordata bladen opgevraagd worden. Afwijkende motoren en flenzen op aanvraag. Isolatieklasse: F Automatisch slagverstelling Beschermingsklasse: IP 65 Regelbare automatische slagverstelling Beschermingsklasse: IP 65 Membraanbreuksensor Standaard: 30 V DC/1 A, potentiaalvrij contact (NC). Uit veiligheidsoverwegingen is het aanbevolen een spanningsbeveiliging aan te leggen (SELV volgens EN 60335-1). Kabeldoorvoer: meegeleverd Optie, intrinsiek veilig: Neem het bijgesloten bedieningsvoorschrift van de sensoren in acht (alleen Ex-pompen)! 5 – 25 V DC, volgens Namur resp. DIN 19234, potentiaal vrij uitgevoerd. Nominale voedingspanning: 8 V DC (Ri ~ 1 kΩ) Stroomopname: actief oppervlak vrij >3 mA actief oppervlak bedekt < 1 mA Normschakelafstand: 1,5 mm De sensor gebruikt wijzigingen in de spanning om een membraanbreuk te detecteren.
Kabelaansluiting: Optie Blauw Bruin
Technische gegevens Slagsensor, intrinsiek Neem het bijgesloten bedieningsvoorschrift van de sensoren in acht (alleen Expompen)! Bedrijfsspanning 5 – 25 V DC, volgens Namur resp. DIN 19234, potentiaal vrij uitgevoerd. Nominale voedingspanning: 8 V DC (Ri ~ 1 kΩ) Stroomopname: actief oppervlak vrij >3 mA actief oppervlak bedekt < 1 mA Normschakelafstand: 1,5 mm De sensor gebruikt wijzigingen in de spanning om een membraanbreuk te detecteren. Kabelaansluiting: Blauw Bruin Omgevingsvoorwaarden Opslagtemperatuur Omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid
-10° C tot 50° C -10° C tot 40° C max. 95% relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend
Maximale temperatuur van het doseren medium voor pompeenheden is afhankelijk van de materiaaluitvoeringen: lange tijd bij max. tegendruk korte tijd bij max. 2 bar (15 min.) Beschermklasse behuizing Contact- en vochtigheidsbescherming: IP 55 conform DIN VDE 470 (EN IEC 60529) Veiligheids-overstortventiel Openingsdruk met de bijbehorende druktrappen Druktrappen Openingsdruk * Zoals aangegeven op de schaalschijf of ventielbehuizing ** Door pomp veroorzaakte tegendruk bij geblokkeerde drukzijde ± 3 bar Hydraulische olie Olie Mobilube 1 SHC 70W-90, ProMinent artikelnummer 1005823 Oliehoeveelheden Benodigde oliehoeveelheid Geleverde oliehoeveelheid Eénkopsuitvoering Dubbelkopsuitvoering
Uitwisselbaarheid De hydraulische toebehoren van de Hydro hydraulische membraandoseerpomp, komen overeen met de Sigma en Meta plunjerdoseerpompen. De aansluitmaten van ventielen en doseerkopen van gelijke grootte, maar toch verschillende materialen, zijn gelijk. (Dit geldt niet bij verschillende materialen van het membraan.)
Onderdelen en toebehoren 15 Onderdelen en toebehoren Onderdelen Explosieveilige tekening doseereenheid Hydro Alleen PVT afdekschijf membraan * Leveringsomvang onderdelenset Technische wijzigingen voorbehouden.
Onderdelen en toebehoren Onderdelenset De onderdelenset bestaat in het algemeen uit de slijtende delen van de doseereenheid. Leveringsomvang bij materiaaluitvoering SST 1 Doseermembraan 2 Ventielkogels 1 Afdichtingsset compleet Leveringsomvang bij materiaaluitvoering PVT 1 Doseermembraan 1 Zuigaansluiting compleet 1 Persaansluiting compleet 2 Ventielkogels 1 Afdichtingsset compleet Onderdelenset Hydro/2 (geldig voor identcode) Artikelnummer (zonder ventiel compleet) (voor dubbelkogelventiel) Onderdelenset Hydro/3 Doseermembraan PTFE
Onderdelen en toebehoren Doseermembraan PTFE/Hast. C, PTFE bekleed Afdichting voor olieaftapstop Toebehoren Automatische slagverstelling Automatische slagverstelling Regelbare automatische slagverstelling Regelbare automatische slagverstelling Toerental regelmotor Toerental regeling Sokkel Hydro HP2 voor aanbouwaandrijving Sokkel Hydro HP3 voor aanbouwaandrijving
volgens identcode "Elektrische aansluiting" identcode "R" volgens identcode "Elektrische aansluiting" identcode "Z"
Bijlage Afmetingen Hydro HP2 (HP2a H) Afmetingen Hydro HP2 (in mm) für = voor * dubbelkogelventiel ** met standaard motor Afmetingen Hydro HP3 (HP3a H) Afmetingen Hydro HP3 (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor
Bijlage Afmetingen Hydro HP2, dubbelkopsuitvoering (HP2a D) Afmetingen Hydro HP2, dubbelkops (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor Afmetingen Hydro HP3, dubbelkopsuitvoering (HP3a D) Afmetingen Hydro HP3, dubbelkops (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor
Bijlage Afmetingen Hydro HP2 met aanbouwaandrijving (HP2a E + HP2a A) Afmetingen Hydro HP2, aanbouwaandrijving (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor Afmetingen Hydro HP3 met aanbouwaandrijving (HP3a E + HP3a A) Afmetingen Hydro HP3, aanbouwaandrijving (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor
Afmetingen Hydro HP2 met aanbouwaandrijving, dubbelkopsuitvoering (HP2a F + HP2a B) Afmetingen Hydro HP2, aanbouwaandrijving met dubbelkop (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor Afmetingen Hydro HP3 met aanbouwaandrijving, dubbelkopsuitvoering (HP3a F + HP3a B) Afmetingen Hydro HP3, aanbouwaandrijving met dubbelkop (in mm) * dubbelkogelventiel ** met standaard motor
Bijlage EG-conformiteitsverklaring Hiermee verklaren wij,
ProMinent Dosiertechnik GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 D-69123 Heidelberg
Dat het volgende omschreven product op basis van zijn ontwerp en constructie voor de door ons in omloop gebrachte uitvoeringen voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidseisen zoals omschreven in de EG-richtlijnen. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van het product verliest deze verklaring haar geldigheid. Benaming van het product:
doseerpomp, reeks Hydro
Producttype:
HP2a .. / HP3a …
Serienummer:
zie typeplaat op doseerpomp
EG-richtlijnen:
EG-machinerichtlijn (98/37/EG) EG-laagspanningsrichtlijn (73/23/EWG) EG-EMV-richtlijn (89/336/EWG later 92/31/EWG)
Toegepaste norm:
DIN EN 292-1, DIN EN 292-2, DIN EN 809, DIN EN 563, DIN EN 982 DIN EN 60034-1/7/18, DIN EN 63335-1, DIN EN 60335-2-41 DIN EN 60204-1, DIN EN 50081-1/2, DIN EN 50082-1 DIN EN 55014-1/2
Toegepaste nationale norm en andere technische specificaties in het bijzonder:
DIN VDE 0530 T1/T5/T7/T18 EN 60034-5, IEC 60034-1/5/7/18, IEC 38
Datum/fabrikant/handtekening:
11.05.00
Ondertekend door:
Manfred Hüholt, Procureur
Bijlage Voor pompen in Ex-bereik EG-conformiteitsverklaring Hiermee verklaren wij,
ProMinent Dosiertechnik GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 D-69123 Heidelberg
Dat het volgende omschreven product op basis van zijn ontwerp en constructie voor de door ons in omloop gebrachte uitvoeringen voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidseisen zoals omschreven in de EG-richtlijnen. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van het product verliest deze verklaring haar geldigheid. Benaming van het product:
doseerpomp, reeks Hydro, uitvoering "Ex-bescherming" volgens "ATEX 95"
Producttype:
HP2a .. / HP3a …,"Elektrische aansluiting" = "P" of "L", en motoruitvoering = "1" of "2" of "Elektrische aansluiting" = "0, 3 of 4" en motoruitvoering = "A"
Serienummer:
zie typeplaat op doseerpomp
EG-richtlijnen:
EG-machinerichtlijn (98/37/EG) EG-laagspanningsrichtlijn (73/23/EWG) EG-EMV-richtlijn (89/336/EWG later 92/31/EWG) EG-Ex-richtlijn 94/9/EWG
Toegepaste norm: Pomp zonder motor DIN EN 292-1, DIN EN 292-2, DIN EN 809, DIN EN 13463 prEN 13463 Motor Ex "e" : EN 50014, EN 50019, EN 60034-1/5/6/7/8/9/12/14 Motor Ex "d": EN 50014, EN 50018, EN 50019, EN 60034-1/5/6/7/9/12/14 Slagsensor: EN 50014, EN 50020, EN 60947-5-2, EN 60947-5-6 Toegepaste nationale norm en andere technische specificaties in het bijzonder: DIN 44081 (thermo-bescherming EX "d" - motor) Datum/fabrikant/handtekening: Ondertekend door:
18.06.00 dhr. Dr. Rainer V. Dulger, Directeur F&E en Productie
De EG-conformiteitsverklaring voor de pomp voor explosiegevaarlijke bedrijfsplaatsen is bijgevoegd bij de pomp. De EG-conformiteitsverklaring, EG-bouwmonstertestbericht en het bedieningsvoorschrift voor de componenten zijn eveneens bij de pomp bijgevoegd.
Bijlage Bestelnummer Motor data blad Fabrikant Motor type Machine type Beschermingsklasse Constructie Nominaal vermogen Nominale spanning Nominale stroomsterkte Getest volgens Ph. Motor = fase motor Capaciteitsfactor Rendement Nominale frequentie Nominaal toerental Temperatuur klasse Aanloop stroom Aanloop moment Kantel moment Omgevingstemperatuur Aansluiting % Hz tpm maal maal maal °C Opmerking Pomptype
Nummer Datum Aanvullende informatie kunt u bij uw ProMinent vestiging of agentschap opvragen. Speciale motoren of motorflenzen zijn op aanvraag mogelijk.
Bijlage Bestelnummer Motor data blad Fabrikant Motor type Machine type Constructie Nominaal vermogen Beschermingsklasse Nominale spanning Nominale stroomsterkte Nominale frequentie Nominaal toerental Pomptype ph. Motor = fase motor U/min = tpm Capaciteitsfactor Rendement Temperatuur klasse Aanloop stroom Aanloop moment Kantel moment Omgevingstemperatuur Aansluiting Identcode fach = maal Opmerking De gegevens komen overeen met de informatie van de motorfabrikant. Gegevens van soortgelijke motoren van andere fabrikanten geven slechts minimale afwijkingen.
Nummer Datum
Aansluitschema Aansluitschema regelbare automatische slagverstelling Ingang, uitgang: Gemeten waarde massa Gemeten waarde I of U Ingestelde waarde I of U Ingestelde waarde massa Aansluitschema automatische slagverstelling
Capaciteitsdiagram Capaciteitsdiagram Hydro / 2 HP2a H Dosierleistung = Capaciteit Q (l/u) Hublänge = Slaglengte (%) Druck = Druk (bar)
Capaciteitsdiagram Capaciteitsdiagram Hydro / 2 HP2a H Dosierleistung = Capaciteit Q (l/u) Hublänge = Slaglengte (%) Druck = Druk (bar) Capaciteitsdiagram Hydro / 3 HP3a H Dosierleistung = Capaciteit Q (l/u) Hublänge = Slaglengte (%) Druck = Druk (bar)
Capaciteitsdiagram Capaciteitsdiagram Hydro / 3 HP3a H Dosierleistung = Capaciteit Q (l/u) Hublänge = Slaglengte (%) Druck = Druk (bar)