Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421 Datum: 28-01-14
Onderwerp Vaststellen Winkeltijdenverordening Boxtel 2014
Status Besluitvormend
Voorstel 1. De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 vast te stellen 2. De verordening op gebruikelijke wijze in procedure te brengen
Inleiding Op 1 juli 2013 is de gewijzigde Winkeltijdenwet van kracht gegaan. Dit betekent dat de “oude” Winkeltijdenwet is komen te vervallen. De gewijzigde Winkeltijdenwet maakt het mogelijk dat gemeenten (of beter gezegd de Raden) zelf bepalen wat de omvang is van de openstelling van winkels. Het verbod van artikel 2 van de wet blijft van kracht (gesloten op zon- en feestdagen), maar de gemeenteraad krijgt de bevoegdheid om hiervoor vrijstellingen (collectief) of ontheffingen (per individu) op te nemen in een verordening. Voorheen waren dit soort vrijstellingen aan strenge regimes verbonden (bijvoorbeeld toerismebepaling of “bijzondere aangelegenheid”). Bij de nieuwe wet is hier geen sprake van. Kort gezegd: complete vrijheid voor de Raad om het kader zelf te bepalen. Het is daarom vooral belangrijk om tot een voorstel / verordening te komen die draagkracht heeft bij de Raad, of een voorstel waarmee de Raad naar zijn mening in de lokale behoefte kan voorzien. Belangrijke vragen zijn dan: 1. Wat is de lokale behoefte bij ondernemers en burgers? 2. Welke systemen zijn er mogelijk om hierin te voorzien? De gemeente Boxtel heeft de afgelopen maanden onderzoek verricht ter beantwoording van de eerste vraag (dit is tevens gebeurd omdat dit een belofte was aan de politiek). Dit betreft een enquêteonderzoek onder de burgers (zie bijlage 1 en 2) en een informerend onderzoek bij de lokale ondernemersverenigingen (zie bijlage 3 en 4). Wel dient direct te worden opgemerkt dat bepaalde ontvangen informatie voor algemene beeldvorming gebruikt kan worden, maar dat de respons dusdanig laag was dat valide conclusies niet mogelijk zijn (hierover later meer). De ontvangen informatie is in een oordeelvormende notitie uitgewerkt en (zover mogelijk) gekwalificeerd. Dit alles om te komen tot de beantwoording van vraag twee.
1
Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
De oordeelvormende notitie is aan de Commissie Bestuurlijke Zaken voorgelegd en de leden hebben hun oordeel / voorkeur kenbaar gemaakt. De voorkeur van de Commissie is verwerkt in dit raadsvoorstel.
Beoogd effect Het belangrijkste beoogde effect is te komen tot een winkeltijdenverordening die voorziet in de lokale behoefte van ondernemers en burgers. Dit laatste is tweeledig. De burger is namelijk consument (winkelbehoefte) en bewoner (wat merkt de burger van een ruimere openstelling van winkels). Belangrijke beoogde (neven)effecten zijn dan ook: 1. Een systeem wat geen verstoring van de zondagsrust veroorzaakt; 2. Een systeem wat geen verstoring van het woon- en leefklimaat veroorzaakt; 3. Een systeem wat geen oneerlijke concurrentie veroorzaakt. Het uitgevoerde onderzoek was ook gericht om inzicht te krijgen in het bovenstaande. Het wordt namelijk beoogd dat er een systeem komt waarbij bovenstaande effecten zijn gewaarborgd. Alleen dan kan er gesproken worden over een succesvol systeem wat invulling geeft aan de wensen van de maatschappij.
Argumenten Voordat er inhoudelijk wordt ingegaan op de argumenten, dient het volgende te worden opgemerkt. Twee belangrijke componenten van dit raadsvoorstel zijn de meningen van burgers en de meningen van ondernemers. Middels een enquêtes onder 500 burgers heeft de gemeente Boxtel gepoogd om een beeld van te krijgen van wat de burger wenst. Er is bewust gekozen voor een enquête via internet om de drempel voor burgers zo laag mogelijk te houden. Er is echter gebleken dat maar 110 van de 500 geënquêteerden gereageerd hebben. Dit is een zeer lage respons. Men kan stellen dat hieruit blijkt dat het niet echt leeft onder de Boxtelse burger. Het is daarom aanbevolen om de ontvangen respons van burgers vooral als algemene beeldvorming te beschouwen en niet zozeer als een valide onderzoeksresultaat. Toch, uit de ontvangen resultaten kan men weldegelijk een algemene tendens onder de burgers opmaken die een bepaald beeld bevestigd. Op deze wijze is de informatie ook gebruikt in deze notitie. Wat betreft de meningen van ondernemers ligt dit anders. Deze ontvangen informatie kan wel gebruikt worden om “concrete” conclusies te trekken. Ook al is en blijft het een representatie, deze informatie is wel als dusdanig gebruikt. 1.1 Waarborging economische belangen ondernemers Uit het verrichtte onderzoek (zie bijlage 4) blijkt dat de meeste ondernemers in Boxtel voor een algehele zondagopenstelling zijn. De meeste ondernemers zijn voorstander van een systeem waarbij de ondernemer zelf uitmaakt of deze wel of niet op zon- en feestdagen wil opengaan. Dit betekent een voorkeur voor een vrijstellingsysteem. Toch, ook spreken de meeste ondernemers uit dat er ook een mogelijkheid tot maatwerk moet zijn. Dit betekent dus eveneens een voorkeur voor een systeem met een ontheffingsmogelijkheid.
2
Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
Er kan geconcludeerd worden dat de meeste ondernemers in Boxtel voorstander zijn van een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en daarnaast aanvullend een mogelijkheid tot ontheffing voor bijvoorbeeld de een bakker of autohandelaar om voor of na de gestelde tijden open te zijn. Uit de contacten met de ondernemers blijkt ook dat de meeste ondernemers tevreden zijn met de huidige situatie en enkel sommigen (bijvoorbeeld een bakker of autohandelaar) nog wat kleine wijzigingen wensen. Economisch gezien is er dus een voorkeur voor een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en een mogelijkheid tot ontheffing. 1.2 Waarborging belangen van de consument De algemene beeldvorming is dat een groot deel van de burgers het fijn vindt om op zondag te kunnen winkelen, maar ook dat een groot deel er geen behoefte aan heeft en/of het niet zoveel uitmaakt . Hiernaast dient direct te worden opgemerkt dat ook veel mensen van buitenaf op zon- en feestdagen in Boxtel komen winkelen (dit bleek uit eerder onderzoek van de A.H.). De algemene beeldvorming is eveneens dat de meeste burgers, die voor een openstelling op zonen feestdagen zijn, voorstander zijn van een algehele zondagopenstelling met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur. Dit blijkt ook uit de ervaringen met de huidige situatie (de afgelopen maanden). Burgers vinden het niet nodig om op zondag om 09.00 uur al in de winkel te staan. De gemeente ontvangt enkel positieve signalen uit de maatschappij over de huidige regeling. Vanuit de consument is er dus een voorkeur voor een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en een mogelijkheid tot ontheffing. 1.3 Waarborging belangen van de burgers De algemene beeldvorming is dat burgers een ruimere openstelling van winkels geen verstoring van het woon- en leefklimaat achten. Veel burgers vinden het vermoedelijk wel belangrijk dat er sprake is van een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, dit om mogelijke overlast zoveel mogelijk te beperken. In de afgelopen maanden zijn er bij de gemeente, of de politie, geen klachten binnengekomen in relatie tot de huidige openstelling van winkels op zon- en feestdagen. Het huidige systeem wordt, gelet hierop, dus in dit kader als positief/acceptabel ervaren. Men kan zich bijvoorbeeld wel voorstellen dat het niet wenselijk is dat een supermarkt in een woonwijk om 09.00 uur opengaat en om 08.00 uur al met laden en lossen begint (even los van het feit of de supermarkt dit zelf wil) Het gestelde kader is mogelijk dus ook een reden geweest voor dit succes. In het kader van het woon- en leefklimaat voor burgers is het dus wenselijk om te kiezen voor een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en een mogelijkheid tot ontheffing. 1.4 Waarborging religieuze belangen De algemene beeldvorming is dat ook de meeste burgers een ruimere openstelling van winkels geen verstoring van de zondagsrust achten. Dit vermoedelijk met dezelfde motivatie als in punt 3 “belangen van de burgers”. Het gestelde kader speelt hierbij dus een belangrijke rol. Men acht het wenselijk dat er toch nog enige bescherming is van deze belangen, maar niet dat het bepalend is (bijvoorbeeld geen winkels op zondag open). Voor de waarboring van de religieuze belangen is het wenselijk om te werken met een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en een mogelijkheid tot ontheffing.
3
Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
1.5 Waarborging belangen van of voor de maatschappij De algemene beeldvorming is dat de meeste burgers voorstander zijn van een ruimere winkelopenstelling, vooral omdat ook Boxtel mee moet met de tijd. Het wordt dus niet gezien als een zeer ongewenste en/of onnoodzakelijke maatregel. De meeste burgers begrijpen namelijk dat Boxtel niet achter kan blijven, even los van de vraag of ze zelf wel of niet op zondag willen winkelen. Tevens, dit gevoel overheerst bij de respons op het onderzoek, verwachten de meeste burgers niet dat ze er “last” van zullen hebben. Dit is ook wel te verklaren, want feitelijk is er weinig veranderd. Het aantal koopzondagen is gelijk gebleven en er zijn wat extra supermarkten, een tuincentrum en een autohandelaar op zondag opengegaan. De effecten zijn (vooralsnog) heel beperkt voor Boxtel en het ligt niet in de lijn verwachting dat dit ineens 180 graden zal omslaan. Gezien de belangen van of voor de maatschappij is het wenselijk om te werken met een algehele vrijstelling, met een gesteld kader tussen 12.00 uur en 18.00 uur, en een mogelijkheid tot ontheffing.
Kanttekeningen 1.1 Speciale feestdagen Er kan overwogen worden om bepaalde feestdagen (bijvoorbeeld Pasen en Kerstmis) uit te sluiten bij de vrijstelling. Dit kan worden gedaan omdat het vanuit een religieus kader als onwenselijk wordt ervaren, dan wel dat het sociaal/maatschappelijk onwenselijk is. Toch, uit de praktijk blijkt dat de meeste winkels sowieso niet op dit soort dagen willen opengaan. Het is, ook gelet op de discussie in de Commissie BZ, daarom niet als dusdanig opgenomen in de verordening. 1.2 Vervanging vrijstellingenbesluit Voorheen bestond er een zogenaamd “Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet”. Dit vrijstellingenbesluit zorgde ervoor dat bepaalde winkels, onder speciale omstandigheden, op zondag open mochten zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een winkel met Ramadan producten tijdens de Ramadan, een carnavalswinkel tijdens carnaval, een winkel bij of op een vliegveld, dan wel dat een friettent op zondag blikjes en dergelijke mag verkopen (wordt als detailhandel gezien). Vrijwel allemaal logische uitzonderingen die mogelijk moeten kunnen worden gemaakt. Doordat de oude wet is komen te vervallen, vervalt ook het vrijstellingenbesluit. Toch, in de nieuwe wet blijft het oude verbod van kracht, maar nu kunnen de gemeenten bepalen hoe het geregeld is. Het is in deze aanbevolen om de bepalingen van het vrijstellingenbesluit één op één over te nemen in de nieuwe verordening. 1.3 Waarborging belangen van de werknemers in Boxtel De belangen van “het personeel” zijn bewust niet onderzocht. Deze belangen worden namelijk al gewaarborgd door de betreffende C.A.O.’s van werknemers. Een werknemer persoonlijk vragen of hij wel of niet op zondag wil werken, om daar mogelijk conclusies op te baseren, gaat heel ver en brengt de lokale overheid in een aparte positie (C.A.O. regeling landelijk en vervolgens lokale discussie).
4
Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
Uitvoering en planning De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 treedt in werking 8 dagen na publicatie.
Communicatie De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Voorts wordt deze verordening, naar aanleiding van nieuwe Europese regelgeving per 1 januari 2010, genotificeerd (aangemeld) bij de Europese Commissie.
Financiën N.v.t.
Inbreng adviesorganen De ondernemingsverenigingen van alle deelgebieden zijn geraadpleegd. Hun inbreng is verwerkt in het voorstel.
Duurzaamheid N.v.t.
Werkgelegenheid De gevolgen zijn vooraf niet in te schatten, maar het zal weldegelijk effecten hebben voor de werkgelegenheid.
Boxtel, 3-12-13 Burgemeester en wethouders van Boxtel, de secretaris, de burgemeester, drs. J.K. Fraanje M. Buijs
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5.
De enquête die onder de burgers is verspreid Resultaten enquêteonderzoek De brief aan de ondernemingsverenigingen met de onderzoeksvragen Resultaten onderzoek van ondernemers Vrijstellingenbesluit oude Winkeltijdenwet
5
Raadsvoorstel Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
Ter inzage 1. De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 zal, na publicatie, gedurende vier weken ter inzage worden gelegd.
Contactpersoon De heer Luc Beekx, medewerker van de Afdeling Concern & Dienstverlening van de gemeente Boxtel.
6
Raadsbesluit Ag. nr.: Reg. nr.: 1310421
Aanhef De Raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3-12-13; gelet op de artikelen 149 en 149a van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; gehoord de Commissie Bestuurlijke Zaken van 13-11-13;
Besluit De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 vast te stellen:
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: –feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag; –werkdagen: maandag tot en met zaterdag; –winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet. Artikel 2. Zon- en feestdagenregeling De verboden, vervat in het eerste lid, onder a en b en het tweede lid van artikel 2 van de wet, gelden niet op de zon- en feestdagen van 12.00 tot 18.00 uur. Artikel 3. Openstelling op werkdagen Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur en op zon- en feestdagen van 00.00 tot 12.00 en van 18.00 tot 24.00 uur. Artikel 4. Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken. 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Artikel 5. Overdracht van de ontheffing 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar aan een rechtsopvolger door middel van een melding aan het college.
1
Raadsbesluit
Reg. nr.: 1310421 2. De houder van de ontheffing meldt de overdracht schriftelijk aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de rechtverkrijgende.
Artikel 6. Weigeren, intrekken of wijzigen van de ontheffing Het college kan een ontheffing weigeren, intrekken of wijzigen indien: 1. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; 2. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist; 3. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon en leefklimaat ter plaatse; 4. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; 5. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn; 6. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Artikel 7a. Bepaalde winkels De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. musea; b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht; c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment. Artikel 7b. Openstelling anders dan voor verkoop 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom; b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen. 2.De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.
2
Raadsbesluit
Reg. nr.: 1310421
Artikel 7c. Straatverkoop van bepaalde goederen De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Artikel 7d. Begraafplaatsen 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. Artikel 7e. Culturele evenementen 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. Artikel 7f. Sportcomplexen 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband
3
Raadsbesluit
Reg. nr.: 1310421 houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
Artikel 7g. Bejaardenoorden 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten. Artikel 7h. E.H. Communie 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie. 2.De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen. Artikel 7i. Allerheiligen en Allerzielen 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. Artikel 7j. Ramadan 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.
4
Raadsbesluit
Reg. nr.: 1310421
Artikel 7k. Bedevaartplaats 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. Artikel 11l. Carnaval 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen. Artikel 11m. Kermis 1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis. 2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden. Artikel 8. In werking treden De Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 treedt in werking 8 dagen na publicatie.
5
Raadsbesluit
Reg. nr.: 1310421 Artikel 9. Oude regeling De Verordening winkeltijden Boxtel 1997 komt te vervallen op het moment dat de Winkeltijdenverordening Boxtel 2014 in werking treedt.
Artikel 10. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Winkeltijdenverordening Boxtel 2014.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 28-01-14; De gemeenteraad van Boxtel, de griffier, Mw. Ir. V.M.E. van den Broek
de voorzitter, M. Buijs
6