Museum WO2 i.o.
Museum met een missie zoekt partners van betekenis
Inhoud
1.
De Tweede Wereldoorlog: from memory to history
2
2.
Museum WO2: bundeling van krachten van drie toonaangevende oorlogsmusea
4
3.
Een museum met een missie: de Tweede Wereldoorlog én de actualiteit
7
4.
Een laagdrempelig museum: voor een breed publiek
8
5.
Een open en innovatief museumconcept 5.1. Centrale vestiging: de Tweede Wereldoorlog in brede context 5.2 Sitemusea: elk met een eigen locatiegebonden focus 5.3. Extramurale presentaties: verbindend en verdiepend
10 11 11 11
6.
Collecties: optimaal beheer en behoud van relevant erfgoed van de oorlog
14
7.
Locaties: waar ooit slag is geleverd 7.1. Voorwaarden locatie centrale vestiging 7.2. Nijmegen 7.3. Locaties sitemusea
15 15 16 18
8.
Organisatie: compact en flexibel
19
9.
Partners: samenwerking als uitgangspunt
20
10.
Investeringen: 30 miljoen Euro
21
11.
Exploitatie: maximalisatie van eigen inkomsten
22
12.
Planning: focus op 2014
24
13.
Bijlagen a. Visie Museum WO2 b. Stichtingskosten en exploitatiebegroting c. Prognose minimale bezoekersaantallen op jaarbasis
25 25 26 27
1
1. D e Tw e e d e We r e l d o o r l o g : from memory to history 65 jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog. De nog levende eerstelijns getuigen die de bezetting bewust hebben meegemaakt zijn inmiddels hoogbejaard. In de komende decennia zal hun aantal steeds verder afnemen tot het moment dat er niemand meer is die het meemaakte. Dan is de Tweede Wereldoorlog niet langer een herinnering maar blijvend geschiedenis geworden; dan is de transitie from memory to history een feit. Deze verandering heeft gevolgen voor de instituten die zich in ons land bezighouden met het verzamelen, behouden, onderzoeken en presenteren van het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog. Immers: het toekomstige publiek zal zich op een andere manier verhouden tot dit ingrijpende onderdeel van onze geschiedenis dan dat tot nu toe gebeurde. De helende herinnering door ooggetuigen en nabestaanden zal plaatsmaken – en plaats moeten maken – voor een toe-eigening van oorlogserfgoed en herinneringsplaatsen door nieuwe generaties die aan het verleden nieuwe vragen zullen stellen1. De materiële getuigenissen van en de achterliggende verhalen over de Tweede Wereldoorlog worden in Nederland door een groot aantal musea verzameld, beheerd en gepresenteerd2. Het overgrote deel belicht specifi eke ‘hoofdstukken’ uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, zoals de jodenvervolging, het verzet of lokale of regionale gebeurtenissen en fenomenen. Dat levert een boeiend en belangwekkend, maar tevens decentraal en gefragmenteerd beeld op. Het is opvallend dat Nederland geen centraal museum kent waar het gehele verhaal van de Tweede Wereldoorlog, inclusief aanleiding en nasleep, in bredere context wordt verteld. 1 2
2
Opvallend omdat de Tweede Wereldoorlog het grootste confl ict is dat de wereldgeschiedenis gekend heeft, en voor Nederland de zwaarste strijd die hier heeft plaatsgevonden. Als gevolg van oorlogshandelingen, bezetting en vervolging lieten ca. 225.000 Nederlandse militairen en burgers het leven: bijna 2,5% van het aantal toenmalige inwoners van ons land. Daarmee is Nederland procentueel gezien koploper binnen bezet West-Europa. Opvallend ook omdat op Nederlands grondgebied in de periode 1944-1945 militaire operaties plaatsvonden die doorslaggevend bleken bij het verloop van de oorlog en de capitulatie van Duitsland. Daarbij sneuvelden nog eens 15.000 geallieerde en 18.000 Duitse militairen. Opvallend ten slotte omdat er ook in ons land grote belangstelling bestaat voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het is te verwachten dat deze zal groeien, zoals ook in delen van ons omringende landen (Vlaanderen, NoordFrankrijk) de interesse voor de Eerste Wereldoorlog nog steeds levend is en toeneemt.
Frank van Vree en Rob van der Laarse, Dynamiek van de herinnering, Amsterdam, 2009 De website van Stichting Informatie Wereldoorlog Twee (STIWOT ) geeft aan dat in Nederland circa 100 musea aandacht aan de Tweede Wereldoorlog besteden. Duitse krijgsgevangenen tijdens het Rijnland Offensief
Drie oorlogsmusea in Oost-Nederland, die samen het gehele verhaal van de Tweede Wereldoorlog vertellen, hebben de ambitie om zo’n centrale museale presentatie te realiseren: een nieuw instituut met de werktitel Museum WO2. Waar een breed publiek kennis kan nemen van het complete verhaal van de Tweede Wereldoorlog en de context ervan. Waar objecten en verhalen verzameld, beheerd en onderzocht worden. Een museum dat betekenis en waarde wil behouden, voor de bezoekers van nu en in de toekomst. Een instituut met één centrale presentatie op een nieuwe locatie, en drie sitemusea3, op de huidige vestigings locaties in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon, gelegen in een ‘herdenkingslandschap’ met in situ verwijzingen naar de gevoerde strijd die in het kader van ‘slagveldtoerisme’ worden geduid en ontwikkeld. Gebaseerd op de drie breedste en omvangrijkste WO2-collecties in Nederland.
Een instituut met nationale relevantie, een inter nationaal (Europees) relevant ‘verhaal’ en de ambitie zich daarmee nationaal en internationaal te positioneren en te profi leren. Op een wijze die recht doet aan het erfgoed van het grootste gewapende confl ict uit de Nederlandse en de wereldgeschiedenis. Deze brochure geeft op hoofdlijnen de gedachten over Museum WO2 weer. In de hoop en de verwachting in gesprek te komen met toekomstige partners en fi nanciers die de betekenis van Museum WO2 onderschrijven en realisatie van de plannen kunnen ondersteunen.
>>
Een instituut met een collectie van nationale relevantie en een internationaal (Europees) relevant ‘verhaal’
3
Sitemuseum/-musea, afgeleid van het Engelse begrip sitemuseum: een museum over (de geschiedenis van) een locatie, gevestigd op die locatie.
Dalende parachutisten boven Groesbeek, 17 september 1944
Dokumentationszentrum Reichsparteitaggelände, Nürnberg (D)
Canadese bevrijders
2. M useum WO2: bundeling van k r a c h t e n v a n d r i e t o o n a a n g e v e n d e oorlogsmusea Museum WO2 is het initiatief van drie toonaangevende oorlogsmusea in Oost-Nederland die samen reeds jaren een groot en divers publiek trekken: het Airborne Museum Hartenstein te Oosterbeek, het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek en het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum / Liberty Park in Overloon. De ambitie van de drie betrokken musea om Museum WO2 te vormen is gebaseerd op een gedeelde sense of urgency. Gebaseerd op de huidige demografische, economische, maatschappelijke, historische, museologische en institutionele realiteit. Mede aangemoedigd door organisaties als het Fonds voor rijheid en Veteranenzorg en de Eenheid Oorlogsgetroffenen V en Herinnering WO II van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, hebben de besturen en directies van deze musea de afgelopen periode actief naar een adequaat antwoord gezocht op de uitdagingen die het huidige tijds gewricht blijkt te stellen. Antwoorden dus op vragen naar maatschappelijk draagvlak en betekenis, maar ook naar efficiency en publieksbereik. Daarbij ontstond de overtuiging dat het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog slechts relevantie voor de toekomst kan behouden indien het integraal en op een vernieuwende, aansprekender en professionelere manier wordt beheerd en gepresenteerd. Dat de musea zelf het voortouw moeten nemen in een innovatief proces dat erop gericht is om hun relevantie en waarde voor huidige en toekomstige doelgroepen te behouden en te blijven ontwikkelen. Bundeling van krachten en schaalvergroting bleek daarbij voorwaarde tot 4
Airborne Museum Hartenstein - Oosterbeek
meerwaarde. Want individueel zijn de betrokken musea met hun relatief bescheiden omvang niet in staat om de gewenste investeringen te laten renderen of om specialisten op het terrein van marketing, productontwikkeling en beheer in dienst te nemen. De duurzame kwaliteitsslag die Museum WO2 voor ogen staat vereist een schaal van organisatie die de drie schragende musea individueel ontberen. Aldus ontstond de ambitie om bij het beoogde innovatietraject niet alleen in te zetten op de huidige bestaande musea in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon, maar naar een gezamenlijke ambitie te zoeken. Die ambitie heeft geleid tot de overtuiging dat er in Nederland behoefte is aan een Nederlands oorlogsmuseum met een Europese en internationale dimensie. Het kreeg voorlopig de werktitel Museum WO2. Een nieuw instituut, gebaseerd op de kennis en ervaring van de drie genoemde musea.
Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 - Groesbeek
Museum WO2 zal gaan bestaan uit een nieuwe centrale resentatie en drie in omvang beperkte sitemusea op de p drie huidige locaties in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon. Ze worden verbonden door de Liberation Route en andere markeringen in de voormalige omringende slagvelden, terwijl een gezamenlijke website de bezoeker zal informeren en involveren. Naar analogie van vergelijkbare voorbeelden in Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum / Liberty Park Overloon
landen als Frankrijk en België. Daar worden de slagvelden en militaire erebegraafplaatsen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog gekoesterd als lieux de mémoire, ontsloten en toegankelijk voor een breed publiek. Zoals dat succesvol gebeurt op de voormalige slagvelden rond Ieper met het museum In Flanders Fields, de slagvelden bij de Somme met het Musée Historial de la Grande Guerre in Péronne (Eerste Wereldoorlog) en de D-Day sites in Normandië met het Musée Memorial in Caen en het Musée du Débarquement in Arromanches (Tweede Wereldoorlog). Museum WO2 wil zijn doelen uitdrukkelijk realiseren in s amenwerking met een breed spectrum aan partners: overheden, toeristische organisaties, bedrijfsleven, collegamusea en archieven, wetenschappelijke instellingen en maatschappelijke organisaties.
>>
E r i s b e h o e f t e aan een N e d e r l a n d s o o r l o g s m u s e u m m e t e e n E u r o p e s e e n i n t e r n a t i o n a l e dimensie
5
>>
Authentieke objecten
>>
Unieke verhalen
>>
Audiovisuele media
>>
Va s t e p r e s e n t a t i e s
>>
Tijdelijke tentoonstellingen
>>
Manifestaties
>>
Educatie
3. E e n m u s e u m m e t e e n m i s s i e : d e Tw e e d e We r e l d o o r l o g é n d e a c t u a l i t e i t Museum WO2 is letterlijk en fi guurlijk een museum met een missie.
‘ M u s e u m W O 2 l e g t d e r e l a t i e t u s s e n d e g e s c h i e d e n i s v a n d e Tw e e d e W e r e l d o o r l o g e n d e a c t u a l i t e i t . H e t p r e s e n t e e r t a a n e e n z o b r e e d m o g e l i j k p u b l i e k h e t o n t s t a a n , h e t v e r l o o p , d e g e v o l g e n e n d e b e t e k e n i s v a n d e Tw e e d e W e r e l d o o r l o g v o o r d e s a m e n l e v i n g e n i n d i v i d u e n ( b u r g e r s é n m i l i t a i r e n ) , v a n u i t r e g i o n a a l , n a t i o n a a l e n i n t e r n a t i o n a a l p e r s p e c t i e f a a n d e h a n d v a n a u t h e n t i e k e l o c a t i e s , o b j e c t e n e n v e r h a l e n .’
Deze missie hangt nauw samen met de visie van Museum WO2, die als bijlage aan het einde van dit document te vinden is. 7
4. E e n l a a g d r e m p e l i g m u s e u m : voor een breed publiek
>>
270.000
Wie wil weten hoe de Tweede Wereldoorlog ontstond, verliep en welke gevolgen dit confl ict had voor het huidige Nederland en de geopolitieke wereldorde, vindt in Museum WO2 de antwoorden. Dat daar daadwerkelijk belangstelling voor is blijkt steeds weer.
Museum WO2 heeft bovendien de ambitie een van de meest laagdrempelige musea van Nederland te zijn. Leeftijd, kennisniveau, herkomst mogen geen beperking zijn om het museum te bezoeken en zich daar welkom en begrepen te voelen. Museum WO2 is uitermate geschikt als ‘instapmuseum’ waar bezoekers zonder feitelijke kennis van WO2 een overzicht wordt
Airborne Museum Hartenstein, Oosterbeek
Minimaal
gepresenteerd: basiskennis die hen beter toerust om een eigen standpunt in te nemen en andere musea en informatiebronnen over de Tweede Wereldoorlog te raadplegen. Op verschillende doelgroepen toegesneden productontwikkeling én eff ectieve en professionele marketing blijven daarbij overigens cruciaal.
bezoekers per jaar uit binnenen buitenland
Historial de la Grande Guerre 14-18, Péronne (FR) (Fr.)
Als doelgroepen onderscheidt Museum WO2: • Ouderen (met speciale aandacht voor veteranen, eerstelijnsgetuigen en hun nabestaanden) • Jongeren in school-/studieverband (lager, voortgezet en hoger onderwijs) • Gezinnen • Recreatieve bezoekers (verblijfs- en doorgangsrecreanten in de regio) • Special interest groups (slagveldtoeristen, historici, collegae, militaire groepen) • De internationale markt: potentiële bezoekers uit de bij de strijd in 1940-1945 betrokken mogendheden Waar taal een noodzakelijk instrument is voor de informatie overdracht wordt alle informatie uiteraard meertalig aangeboden: in het Nederlands, Engels en Duits. Het te verwachten aantal bezoekers is thans lastig in te s chatten. Variabelen als locatie, bereikbaarheid, ontwikkeling van het slagveldtoerisme in de regio van vestiging en algemene toeristische en mobiliteitstrends zijn uiteraard van invloed op de bezoekcijfers. Een voorzichtige inschatting geeft aan dat Museum WO2 in totaal minimaal 270.000 bezoekers per jaar zou kunnen trekken, verdeeld over de centrale vestiging en de sitemusea. Het is echter de verwachting dat bij een optimaal functionerende aanbodketen (slagveldtoerisme) en een effectieve collectieve marketing het aantal bezoekers significant zal toenemen. Het aantal genoemde bezoekers is dan ook, met het oog op de inkomstenbegroting, doelbewust uiterst conservatief begroot.
Motieven en kansen • D e belangstelling voor geschiedenis én de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is groot. • D e kennis van achtergronden en feiten onder het publiek van de Tweede Wereldoorlog is incompleet. 4 • D e museale aandacht voor de Tweede Wereldoorlog wordt in Nederland gedomineerd door decentrale, kleinschalige initiatieven en presentaties, alsmede een aantal landelijke herinneringscentra die zich primair op de jodenvervolging richten; nergens wordt het ‘gehele verhaal’ van de Tweede Wereldoorlog, aanloop, nasleep en context museaal gepresenteerd. • De behoefte aan kennis van het integrale verhaal is bij een groot publiek aanwezig. 5 • D e historische distantie tot de Tweede Wereldoorlog leidt tot behoefte aan meningsvorming over nieuwe genuanceerde en pluriforme gezichtspunten ten aanzien van klassieke tegenstellingen zoals dader - slachtoffer en goed - fout. • D e geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog vormt een belangrijke schakel in het verklaren en verdedigen van actuele en universele thema’s van vrijheid, democratie en mensenrechten en vormt een referentiekader bij de morele en politieke meningsvorming over uiteenlopende onderwerpen zoals hedendaagse gewapende conflicten, internationale verdragen, globalisering en de Europese eenwording. • D e Tweede Wereldoorlog vormt een belangrijk onderdeel van de Nationale Canon, lokale en regionale canons. De canon van de Duitse bezetting is zojuist uitgekomen. 6 • N aar de recent uitgezonden televisiedocumentaire De Oorlog van Ad van Liempt keken per uitzending gemiddeld 1 miljoen mensen. • G elijksoortige musea in het buitenland zijn succesvol. Het Musée Mémorial te Caen (Normandië) trekt jaarlijks ca. 400.000 bezoekers; het In Flanders Fields museum in Ieper haalt jaarlijks een bezoekersaantal van ruim 200.000. Nationaal Comité 4 en 5 mei, Nationaal Vrijheidsonderzoek, kennisdeel, 2007. Nationaal Comité 4 en 5 mei, Nationaal Vrijheidsonderzoek, draagvlakonderzoek 2009: 38% van de g eïnterviewden gaf aan meer te willen weten over de Tweede Wereldoorlog. 6 Canon WOII, NIOD 2009; Geschiedenis van Nederland 1940 - 1945. De canon van de Duitse bezetting, NIOD 2010. 4 5
9
5. E en open en innovatief m u s e u m c o n c e p t Het concept van Museum WO2 is open en innovatief, zowel qua inhoud als vorm. De inhoudelijke kern vormt het verhaal van de Tweede Wereldoorlog met voorgeschiedenis, strijd, bezetting, bevrijding en gevolgen op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Een verhaal dus van vrijheid, onvrijheid, herwonnen vrijheid en de breekbaarheid daarvan. Meerstemmig en vanuit verschillende perspectieven gepresenteerd. Gebaseerd op historische gebeurtenissen, met relevantie voor het heden.
Een verhaal opgebouwd uit realia en immateriële getuigenissen met een belangrijke stem voor burgers en militairen die het meemaakten en hun nabestaanden, elk vanuit hun eigen positie en nationaliteit. Integraal verteld in de centrale vaste presentatie en verdiept in tijdelijke tentoonstellingen en de site-specifieke presentaties in de drie sitemusea. Museum WO2 zal zich blijven ontwikkelen en aandacht besteden aan nieuwe en veranderende gezichtspunten als die zich ten aanzien van de (re)presentatie van het erfgoed van de oorlog aandienen. Museum WO2 wordt een innoverend instituut met een klassieke museale kern: de kracht van authentieke objecten en verhalen staat centraal. Uiteraard aangevuld met en ondersteund door audiovisuele en nieuwe media om meerstemmigheid, context, evocatie en beleving te creëren.
>>
Schematisch bestrijkt Museum WO2 de volgende inhoudelijke velden Regionaal
Nationaal
Internationaal
•
••
•••
Tweede Wereldoorlog 1939 - 1945
•••
•••
•••
Geopolitieke gevolgen 1945 - heden
•
••
•••
Voorgeschiedenis 1914 - 1939
Het aantal bullets representeert de mate waarin binnen de vaste opstelling(en) aandacht aan de thematiek wordt besteed
E e n b e l a n g r i j k e s t e m v o o r b u r g e r s e n m i l i t a i r e n d i e h e t m e e m a a k t e n en hun nabestaanden, elk vanuit hun eigen positie en nationaliteit.
10
5 . 1 . C e n t r a l e v e s t i g i n g : d e Tw e e d e We r e l d o o r l o g i n b r e d e context
5 . 2 . S i t e m u s e a : e l k m e t e e n e i g e n l o c a t i e g e b o n d e n focus
5 . 3 . E x t r a m u r a l e p r e s e n t a t i e s : v e r b i n d e n d e n v e r d i e p e n d
In de centrale vestiging worden de centrale presentatie, tijdelijke tentoonstellingen en back offi ce functies samengebracht. Uiteraard zijn de vaste presentatie en de tijdelijke tentoonstellingen van Museum WO2 innovatief waar het gaat om verbeelding en vormgeving. Om het internationale karakter van het museum te benadrukken wil Museum WO2 bij de vormgeving en conceptontwikkeling ook deskundigen inschakelen uit de landen die destijds bij de strijd betrokken waren. Daarmee vallen niet alleen inhoud en vorm van het museum samen, maar krijgen de museale begrippen ‘meerstemmigheid’ en ‘pluriformiteit’ een zeer concrete invulling.
Drie site-specifi eke presentaties in respectievelijk Oosterbeek, Groesbeek en Overloon behouden elk een eigen profi el en thematiek. Voor de term sitemuseum is gekozen om de verbondenheid van deze musea met de slagvelden ter plaatse te duiden: als markering van een gemusealiseerde lieu de mémoire. De sitemusea zijn beperkt in omvang en hebben een groot aantal functies met betrekking tot presentatie, bedrijfsvoering, depots, beheer en behoud overgedragen aan het centrale apparaat van Museum WO2, dat vanuit de centrale back offi ce de sitemusea zal ondersteunen.
Een van de uitdagingen van Museum WO2 is het leggen van de relatie tussen de centrale presentatie, de sitemusea én de sporen, markeringen en monumenten in het omringende landschap. Dit omringende ‘herdenkingslandschap’ wordt optimaal leesbaar gemaakt via verwijzingen naar historische gebeurtenissen ter plaatse. Ten aanzien van nieuwe media en web-presentaties wordt optimale afstemming nagestreefd met beheerders en eigenaren van andere digitale informatie.
Dokumentationszentrum Reichsparteitaggelände, Nürnberg (D)
Airborne Museum Hartenstein, Oosterbeek
Arnhem Oosterbeek War Cemetery
Museum WO2
Website
Extramuraal
Sitemuseum Oosterbeek
Sitemuseum Groesbeek
Sitemuseum Overloon
Product
Centralepresentatie
Informatie
Slagvelden
Thema
Thema
Thema
Inhoud
• Voorgeschiedenis 1914-1939
• Museum
• Monumenten
• Market Garden
• Market Garden
• Market Garden
• WO2 1939-1945
• Sitemusea
• Erevelden
• Slag om Arnhem
• Slag om Overloon
• Collectie
• ‘Luisterstenen’
• Slag om Nijmegen + Rijnland Off ensief
• Slagveldtoerisme
• Bruggen
• Interactie (web 2.0)
• Gebouwen
• Links
• Locaties
• Routes en info
• Vaste presentatie
• Vaste presentatie
• Vaste presentatie
• Markeringen
• Kleine tijdelijke tentoonstellingen
• Kleine tijdelijke tentoonstellingen
• Kleine tijdelijke tentoonstellingen
• Educatie
• Educatie
• Educatie
• Manifestaties
• Manifestaties
• Manifestaties
• Gevolgen 1945-heden
• Infrastructuur • Landschap Product
• Vaste presentatie
• Informatie
• Tijdelijke tentoonstellingen
• Reconstructies
- Verdiepend
• Behoud
- Thematisch - Vraagsturing - Actualiteit Overige
• Back offi ce; bedrijfsvoering, depots, beheer en behoud collectie • Educatie • Manifestaties
12
• Educatie • Informatie over manifestaties
• Educatie
Museum WO2, een museum met een missie
>>
Tw e e d e We r e l d o o r l o g é n a c t u a l i t e i t
>>
Ontstaan, verloop, gevolgen en betekenis
>>
Burgers én militairen
>>
Regionaal, nationaal en internationaal
>>
Authentieke locaties, objecten, verhalen
....voor een zo breed mogelijk publiek
6. C ollecties: optimaal beheer en b e h o u d v a n r e l e v a n t e r f g o e d v a n d e oorlog De collectie van Museum WO2 bestaat in eerste instantie uit de bundeling van de collecties van de drie betrokken musea. Daarmee beschikt Museum WO2 over de belangrijkste en omvangrijkste collectie WO2-realia in Nederland. Het collectieplan (met beleidslijnen inzake beheer en acquisitie) zal verder richting geven aan selectie, continuïteit en versterking van deze collectie. Het collectiebeleid van het museum is gericht op realia en meer in het bijzonder driedimensionale objecten met relevantie voor de missie van het museum. Tweedimensionale objecten (documenten, archivalia, foto’s), alsmede beeld- en geluiddragers worden alleen in de collectie opgenomen vanwege hun documentaire waarde en (mogelijke) ondersteunende functie in presentaties en tentoonstellingen. De depotfunctie is optimaal geschikt voor de opslag van een zeer diverse collectie en wordt (deels) opgezet als studiedepot. Depotfaciliteiten worden ontwikkeld met het oog op een mogelijke toekomstige rol als kenniscentrum voor beheer en behoud van driedimensionaal oorlogserfgoed.
14
Via overleg met en afstemming op overige collectiebeherende instellingen op het terrein van de Tweede Wereldoorlog, zoals de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (waarin het Instituut Collectie Nederland per 1 januari 2011 geïntegreerd wordt), overige oorlogs- en verzetsmusea (via het Landelijk Overleg Directeuren Oorlogs- Verzets- en Bevrijdingsmusea), het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, en het inventarisatieproject MusIP van de Oorlog, wordt naar een efficiënt en effectief, hoogwaardig collectiebeheer en -beleid gestreefd.
7. Locaties: waar ooit slag is geleverd 7.1 V oorwaarden locatie c e n t r a l e v e s t i g i n g Er is gezocht naar mogelijke locaties voor de centrale vestiging van Museum WO2. Een zoektocht naar een plek in de regio waar operatie Market Garden zich afspeelde en waar een aansprekend museumgebouw van ruim 6.000 m² kan worden gerealiseerd. Voorwaarden die aan de centrale vestigingslocatie worden gesteld: •
De locatie dient voldoende potentie te hebben om het beoogde publieksbereik te genereren.
•
Er dienen voldoende vierkante meters beschikbaar te zijn om (nieuw)bouw te realiseren.
•
e bereikbaarheid, ontsluiting en parkeermogelijk D heden dienen uitstekend te zijn.
•
De lokale overheid van de vestigingslocatie is daadwerkelijk geïnteresseerd in ‘mede-eigenaarschap’, co-financiering, facilitering en procesondersteuning.
•
De provinciale overheid van de provincie van v estiging is daadwerkelijk geïnteresseerd in ‘mede-eigenaarschap’, co-financiering, en proces ondersteuning.
•
e vestigingslocatie heeft zo mogelijk een inhoudeD lijke meerwaarde m.b.t. de missie van het museum, bijvoorbeeld als sprake is van een locatie met een historische verbinding met Operatie Market Garden.
15
7 . 2 N i j m e g e n Uit het verkennende onderzoek naar mogelijke locaties voor de centrale vestiging van Museum WO2 bleek de stad Nijmegen de beste papieren te hebben. De stad scoorde hoog ten aanzien van de aan de vestiging te stellen randvoorwaarden en er werd door de gemeente met groot enthousiasme gereageerd op de plannen. Belangrijke argumenten om voor Nijmegen te kiezen zijn: a. M useumWO2isgebaatbijdecentraleliggingvan Nijmegen Nijmegen ligt centraal ten aanzien van de drie site musea. Groesbeek, Oosterbeek, Overloon liggen alle drie op maximaal 40 autominuten vanaf de beoogde vestigingsplaats van het nieuwe Museum WO2. De stad vormt een aantrekkelijke stedelijke bestemming voor verblijfs- en dagtoerisme en temidden van een cultuur- en natuurhistorisch aantrekkelijk en afwisselend gebied. De stad is goed bereikbaar met auto en openbaar vervoer en die bereikbaarheid zal in de toekomst nog verder verbeterd worden. Het voorzieningenniveau op het gebied van horeca, winkelaanbod en cultuur is uitstekend. b. M useumWO2sluitnaadloosaanopdebewogen oorlogsgeschiedenisvanNijmegen Er is een sterke inhoudelijke relatie van de stad met het onderwerp van Museum WO2: de stad vormde het decor van zowel Market Garden als de start van het Rijnland Off ensief, terwijl eerder, in februari 1944 bij een Amerikaans vergissingsbombardement, ca. 800 burgerslachtoff ers vielen. Qua aantal slachtoff ers was dit na Rotterdam het grootste bombardement op een Nederlandse stad tijdens de Tweede Wereldoorlog. In en om Nijmegen ligt een gebied met een groot aantal herinneringsplekken, monumenten, erevelden en voormalige slagvelden. 16
De Waalbrug bij Nijmegen
c.
MuseumWO2sluitaanbijdecitymarketingvan ijmegen N De gemeente Nijmegen heeft de wens zich, als oudste stad van Nederland, te profi leren met vier brede en aansprekende cultuurhistorische thema’s: de Romeinen, de Middeleeuwen, de Vrede van Nijmegen en de Tweede Wereldoorlog. Museum WO2 versterkt de ambitie van de stad om de rol van Nijmegen in het herdenken van de Tweede Wereldoorlog te versterken. Het feit dat Nijmegen thans geen groot nationaal museum binnen de gemeentegrenzen heeft, biedt de toekomstige profi lering en marketing van Museum WO2 optimale kansen voor een breed en aantrekkelijk publieksbereik, zonder dat er sprake is van mogelijke verdringingseff ecten bij andere musea. d. H etnieuwestadsontwikkelingsgebiedWaalsprongkan MuseumWO2optimalemogelijkhedenbieden De ontwikkeling van de Waalsprong, een groot nieuw stadsdeel ten noorden van de Waal tussen de huidige woonkernen Lent en Oosterhout, biedt aantrekkelijke vestigingsopties. In 2020 zal eenvijfde van het huidige aantal Nijmegenaren daar wonen en is er een levendig nieuw centrum ontstaan, ‘de Citadel’ genaamd. Het locatieonderzoek binnen de gemeentegrenzen van Nijmegen richt zich op dit moment op verschillende opties binnen het Waalsprong-gebied. Vestiging in de Waalsprong biedt het Museum WO2 de kans om op een uitstekend toegankelijke locatie een museumgebouw te realiseren op historische grond, met direct zicht op een van de ‘iconen’ van operatie Market Garden, de Nijmeegse Waalbrug en nagenoeg op de plek waar een van de meest roemruchte acties in de Tweede Wereldoorlog plaatsvond: de heroïsche oversteek van Amerikaanse para’s in roeibootjes op klaarlichte dag. e. E engemeentebestuurmetvisiealsaantrekkelijke partnervanMuseumWO2 Tijdens de initiële en verkennende contacten van de Stichting Museum WO2 met het College van Burgemeester en Wethouders, bleek enthousiasme en visie voor de planvorming te bestaan én de wil en de wens om de verdere planvorming waar mogelijk te stimuleren, ondersteunen en te faciliteren,
17
bijvoorbeeld ten aanzien van het actief zoeken naar een locatie. Samen optrekken met de gemeente Nijmegen betekent dat Museum WO2 zich verzekerd voelt van de steun van een stevige, betrokken en enthousiaste partner.
>>
In en om
De Waaloversteek - privé opname van de film ‘Een brug te ver’
Nijmegen ligt een gebied met een groot aantal herinneringsplekken,
Nijmegen ’44 Forever Free, de herdenking van Operatie Market Garden, 2009
monumenten, erevelden en voormalige slagvelden. Koninklijke aanwezigheid bij Nijmegen ’44 Forever Free
APELDOORN
7 . 3 L o c a t i e s s i t e m u s e a
AMERSFOORT
De sitemusea blijven gevestigd op de huidige locaties in respectievelijk Oosterbeek, Groesbeek en Overloon. Ter plaatse zijn of worden site-specifi eke presentaties gerealiseerd. Door de directe relatie met het slagveldtheater en de historische gebeurtenissen ter plaatse zal de belevings component benut worden voor de positionering en profi lering van de sitemusea. De sitemusea worden vanuit een integrale presentatiegedachte ontwikkeld: elkaar en de centrale vestiging versterkend en aanvullend. Het Airborne Museum Hartenstein heeft met de recente renovatie, uitbreiding en herinrichting op ca 2.000 m² een overtuigende invulling van de sitemuseum-gedachte gerealiseerd. Dit museum zal in de toekomst zijn huidige omvang en aanbod, met een focus op de Slag om Arnhem behouden.
A30
A12 Airborne Museum OOSTER OOSTER-Hartenstein BEEK RIJN A50
A325
A15 WAAL
TIEL
Plannen voor de musea in Groesbeek en Overloon zullen in het kader van de ontwikkeling van Museum WO2 worden uitgewerkt. Als onderdeel van Museum WO2 zal het sitemuseum in Groesbeek op ca. 1000 m² de operaties in het Rijk van Nijmegen tijdens Operatie Market Garden en het Rijnland Off ensief belichten. In Overloon zal als onderdeel van Museum WO2 een sitemuseum van ca. 1000 m² worden gerealiseerd. De focus daarvan komt te liggen op de Slag om Overloon en de gemechaniseerde oorlogsvoering. Recent heeft dit museum geïnvesteerd in de presentatie militair materieel. Het Liberty Park zal ook in de toekomst naast het sitemuseum een presentatie met dit materiaal handhaven.
ARNHEM
NIJMEGEN
A50
Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944 - 1945
GROESBEEK
KLEVE
GRAVE
KALKAR
A50 A73 GOCH UDEN
Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum / Liberty Park
OVER-OVER LOON
Market Garden Rijnland Offensief
18
Overzichtskaart van gebieden betrokken bij Operatie Market Garden en de start van het Rijnland Offensief
8 . O r g a n i s a t i e : c o m p a c t e n f l e x i b e l Museum WO2 is gebaat bij een compacte en fl exibele organisatie, die in staat is om zowel centraal te functioneren alsook decentraal te kunnen ondersteunen en uitvoeren. Centraal zullen in ieder geval directie, bedrijfsvoering, marketing, collectiebeheer, bibliotheek en archieven en technische dienst worden gehuisvest. Per locatie zal afhankelijk van vorm en inhoud bepaald worden welke functies daar noodzakelijk zijn voor de dagelijke bedrijfsvoering, beveiliging, educatie, publieksopvang en fl ankerende functies (aantrekkelijke horeca, winkel, manifestaties). De plannen voor Museum WO2 zijn ontwikkeld door de Stichting Museum WO2 i.o. Hierin zijn de drie betrokken musea op bestuurlijk en directieniveau vertegenwoordigd. Het bestuur van de Stichting Museum WO2 fungeert als gesprekspartner voor inhoudelijke partners, overheden, fi nanciers en fondsen.
19
Afro-Amerikaanse soldaat in Wijchen 1944
9. P a r t n e r s : s a m e n w e r k i n g a l s u i t g a n g s p u n t Zoals eerder aangegeven zoekt Museum WO2 naar optimale samenwerking en afstemming met andere instellingen die zich bezig houden met het verzamelen, beheren en presenteren van oorlogserfgoed. Ook met nieuwe instellingen die de komende jaren worden gerealiseerd, zoals het Nationaal Historisch Museum en het Defensiemuseum te Soesterberg, wordt inhoudelijke en programmatische afstemming gezocht. Zoals gemeld heeft het museum de ambitie en potentie om uit te groeien tot een kennisinstituut voor behoud en beheer van driedimensionaal erfgoed van de oorlog. Zo’n positie kan alleen verworven worden op basis van gezag en competenties, in samenspraak met ‘co-makers’ en op basis van een reële vraag. Vooral de verbinding en samenwerking met wetenschappelijke, archivistische en kennisinstituten als universiteiten is hierbij cruciaal. Bij het realiseren van deze ambitie wordt een groeimodel gehanteerd waarbij de ontwikkeling en groei tot het beoogde kenniscentrum gestalte zal krijgen via een geleidelijke weg, gezamenlijke projecten en vraagsturing. Een specifi eke rol is denkbaar als ‘vangnet’, waarbij Museum WO2 relevant driedimensionaal oorlogserfgoed kan opvangen dat door onverhoopte sluiting van musea verloren dreigt te gaan.
20
Kristallnacht 9 november 1938
Waar Museum WO2 in de huidige planvorming start met drie stichtende musea, is het denkbaar dat in de toekomst ook andere musea onderdeel van het instituut gaan vormen, dan wel autonoom als sitemuseum een aanvullende rol gaan vervullen. Naast het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden met inhoudelijke partners, onderzoekt Museum WO2 mogelijkheden om samen op te trekken met overige partners die de ambities van het museum delen en de planvorming wensen te ondersteunen: beleidsmatig, strategisch, operationeel en fi nancieel. Daartoe worden de plannen tot oprichting van Museum WO2 voorgelegd aan overheden, toeristische organisaties, bedrijfs leven, fondsen en maatschappelijke organisaties.
Indonesië Japanse bezetting
De zware aanvallen leidden tot omvangrijke evacuaties
1 0 . I n v e s t e r i n g e n : 30 miljoen Euro Initiële berekeningen hebben aangegeven dat de stichtingskosten voor Museum WO2 in de thans beoogde vorm op ca. 25 miljoen Euro uitkomen, voor bouw en inrichting van de centrale vestiging. Voor aanpassing en inrichting van de sitemusea worden de kosten thans op ruim 5 miljoen Euro geschat. Uiteraard betreft het hier een grove inschatting op basis van kengetallen. Meer precieze berekeningen kunnen eerst gemaakt worden op basis van een of meer concrete locatie-opties.
21
1 1 . E x p l o i t a t i e : m a x i m a l i s a t i e v a n e i g e n i n k o m s t e n Op basis van de thans beschikbare kennis en een formatieomvang van ca. 28 fte’s voor de centrale vestiging en de collectieve back offi ce functies, zijn de jaarlijkse exploitatielasten begroot op 2,2 miljoen Euro. De jaarlijkse lasten voor de drie sitemusea worden gezamenlijk begroot op 1,4 miljoen Euro. In totaal € 3.585.000 per jaar. Op basis van het beoogde publieksbereik worden de inkomsten geraamd op € 3.084.000 per jaar. Het jaarlijkse tekort bedraagt op dit moment dus € 501.000. Het lijkt mogelijk om dit tekort verder terug te dringen door (conservatief ingeschatte) extra eigen inkomsten uit sponsoring, project subsidies, een vriendenorganisatie en locatieverhuur. Na verrekening resteert dan een jaarlijks exploitatietekort van € 275.000 voor Museum WO2 (centrale vestiging + 3 sitemusea). Tegen de achtergrond van de NIBIS-norm van een minimaal eigen inkomstenniveau van 17,5% geldend voor museale instellingen in de basisinfrastructuur, geeft de huidige berekening, waarbij sprake is van 86% eigen inkomensvorming door Museum WO2, aanleiding tot de veronderstelling dat een verzoek tot structurele subsidiëring van dit tekort alleszins billijk lijkt 7. In bijlage 2 worden de kosten en baten geresumeerd.
7
22
NIBIS staat voor Nieuwe Inkomstennormen Basis Infrastructuur, die onder andere geldt voor de Rijksgesubsidieerde musea Musée Mémorial, Caen (FR)
Een sterke aanbodketen: >>
Centrale vestiging (Nijmegen)
>>
3 sitemusea (Groesbeek, Oosterbeek, Overloon)
>>
Slagveldroute
>>
We b s i t e
1 2 . P l a n n i n g : focus op 2014 De Stichting Museum WO2 hoopt vaart te kunnen houden in het proces rond de plan vorming. Een natuurlijk moment om Museum WO2 aan het brede publiek te kunnen presenteren vormt de 70 ste herdenking van Operatie Market Garden. Dat is in 2014. Voor een ambitieus plan is dat een korte tijdspanne.
In 2010 en 2011 wordt verder gewerkt aan de inhoudelijke draagvlakontwikkeling, het smeden van allianties met partners, uitwerking van het museumconcept en financiering. In 2012 zal het definitieve programma van eisen gereed komen, waarna in 2013 en 2014 aan de realisatie van Museum WO2 gewerkt wordt.
24
1 3 . B i j l a g e n a.
Visie Museum WO2
Museum WO2 wil op nationaal niveau binnen één centrale presentatie overzicht en inzicht verschaffen in de complexe omstandigheden waarin de Tweede Wereldoorlog ontstond, de wijze waarop deze uitgroeide tot een mondiaal gewapend conflict en beëindigd werd. De drie sitemusea in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon zijn locatiegebonden presentaties met specifieke informatie over de ter plaatse geleverde strijd in de periode 1944-1945. Zij vormen schakels in een keten van sporen, bouwwerken en infrastructuur, landschappen, monumenten en erevelden en andere graven die als lieux de mémoire de beleving van het verleden verdiepen en intensiveren. Het sitemuseum Oosterbeek (het huidige Airborne Museum Hartenstein te Oosterbeek) richt zich daarbij op de Slag om Arnhem. Het sitemuseum Groesbeek (het huidige Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945) presenteert het deel van de operatie Market Garden dat zich rond Nijmegen afspeelde en het daaropvolgende Rijnland Offensief. Het sitemuseum Overloon (het huidige Nationale Oorlogs- en Verzetsmuseum / Liberty Park) richt zich daarbij op de strijd op de zuidflanken van het Market Garden-gebied met speciale aandacht voor de grootste tankslag op Nederlandse bodem: de Slag om Overloon (september/oktober 1944). De centrale presentatie vormt aldus de context voor de drie sitemusea van Museum WO2, maar is feitelijk ook een contextuerende introductie op de presentaties van de vele (vaak k leinschalige en lokaal, regionaal of thematisch gebonden) overige oorlogs- en verzetsmusea in ons land.
25
Museum WO2 streeft naar vernieuwende en innovatieve methoden van presentatie, zowel binnen de centrale presentatie, de sitemusea, alsmede via internet en andere nieuwe mediatoepassingen. Informatie en beleving staan daarbij centraal en zijn erop gericht dat het publiek feitelijk geïnformeerd wordt en zich een mening kan vormen over de betekenis van de Tweede Wereldoorlog voor samenlevingen en individuen die op een of andere wijze betrokken waren bij dit mondiale conflict en de wijze waarop de wereldorde daarna vorm kreeg. Het museum streeft naar nauwe samenwerking met andere organisaties, musea en instituten die een wetenschappelijke, publicitaire of andere informatieve functie vervullen op het terrein van oorlogs- en/of militair erfgoed in binnen- en buitenland en wil kennis delen waar nodig en mogelijk. Museum WO2 streeft naar verantwoorde en optimale collectiemobiliteit en zal waar mogelijk ruimhartig meewerken aan het uitwisselen van museale bruiklenen op basis van reciprociteit. Met gelijksoortige musea in het buitenland wordt daartoe een collegiaal netwerk onderhouden met het oog op wederzijdse bruikleenverstrekking en het delen van kennis. Voor het onderwijs wil Museum WO2 het nationale loket zijn voor presentaties en informatie over de Tweede Wereldoorlog aan de hand van authentieke objecten en verhalen. Vraagsturing en nauwe samenwerking met het onderwijs moeten leiden tot een aanbod dat optimaal aansluit bij de curricula, het kennis niveau en de belevingswereld van leerlingen van lager en voortgezet onderwijs.
Met directe stakeholders, zoals het Nationaal Comité 4 en 5 mei, het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg, de Directie Eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII van het Ministerie van VWS, het NIOD, Hoger Onderwijs, provincies en gemeenten van vestiging, wil Museum WO2 duurzame relaties onderhouden, mede via structurele of incidentele subsidies en gezamenlijke projecten. Waar dat aan de orde is worden prestatie-afspraken gemaakt en nagekomen. Voor de steeds kleinere groep eerstelijns getuigen, veteranen en hun nabestaanden (en hun organisaties) uit binnen- en buitenland wil het museum een respectvolle plek zijn voor herdenking, reflectie en het delen van emoties en getuigenissen. Waar relevante materiële (en in sommige gevallen immateriële) getuigenissen van de Tweede Wereldoorlog verloren dreigen te gaan, wil Museum WO2 een vangnet bieden voor beheer en behoud en mogelijke relocatie. Museum WO2 wil een inspirerende instelling zijn voor medewerkers, vrijwilligers, leden van vriendenverenigingen en andere betrokkenen en een betrouwbare partner voor sponsors, fondsen, overheden en anderen waarmee incidenteel of structureel wordt samengewerkt. Bestuur en toezicht worden via de geldende normen van ‘cultural governance’ ingericht, waarbij transparantie, maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemerschap centraal staan.
b.
Stichtingskosten en exploitatiebegroting
Stichtingskosten Bouw en inrichting centrale vestiging Aanpassing en inrichting sitemusea Totaal
25.000,000 5.347.000 30.347.000
Exploitatielasten Exploitatielasten Museum WO2 centrale vestiging Exploitatielasten sitemuseum Oosterbeek Exploitatielasten sitemuseum Groesbeek Exploitatielasten sitemuseum Overloon Totaal
2.200.000 480.000 200.000 705.000 3.585.000
Exploitatie Baten Baten Exploitatie Museum WO2 centrale vestiging Winkel en Horeca Entrees volbetalend ex BTW Entrees korting ex BTW Baten totaal sitemuseum Oosterbeek Baten totaal sitemuseum Groesbeek Baten totaal sitemuseum Overloon Totaal Exploitatiesaldo
240.000 846.000 361.000 630.000 260.000 747.000 3.084.000 -501.000
Dekking Inkomsten vriendenorganisatie Inkomsten locatieverhuur Sponsoring Projectsubsidies fondsen/overheden Structurele subsidies Totaal
26
25.000 26.000 75.000 100.000 275.000 501.000
c.
Prognose minimale bezoekersaantallen op jaarbasis Centrale vestiging Museum WO2
Sitemuseum Oosterbeek
Sitemuseum Groesbeek
Sitemuseum Overloon
Totaal
120.000
60.000
30.000
60.000
270.000
Bij deze prognose is rekening gehouden met mogelijke v erdringingseffecten vanwege de ‘zuigkracht’ van de centrale vestiging van Museum WO2 en de beperkte omvang van de drie sitemusea. Het bezoek aan de centrale vestiging is
27
conservatief ingeschat (bijvoorbeeld in vergelijking met een referentiemuseum als In Flanders Fields te Ieper, dat 200.000 bezoekers op jaarbasis trekt).
Colofon Datum:
November 2010
Informatie:
Tekst:
TiMe Amsterdam i.s.m. het Airborne Museum Hartenstein te Oosterbeek, het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek, het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon en de Gemeente Nijmegen
rs. Wiel P.H. Lenders D Directeur Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945, Groesbeek E-mail:
[email protected] Mobiel: (06) 26 70 22 89
Drs. Erik van den Dungen Directeur Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum, Overloon E-mail:
[email protected] Mobiel: (06) 10 95 30 09
Ing. Paul H. Tirion, Waarnemend directeur/penningmeester Airborne Museum Hartenstein, Oosterbeek E-mail:
[email protected] Mobiel: (06) 22 43 46 77
Herkomst foto’s: TiMe Amsterdam en de drie betrokken musea Vormgeving:
BUUV vormgeving & communicatie, olenhoek M
Druk:
Total Graphics, Oss
Uitgave:
© 2010 Stichting Museum WO2 i.o. E-mail:
[email protected] Internet: www.museumwo2.nl
Het vooronderzoek waarop dit document is gebaseerd werd mede mogelijk gemaakt door:
28