DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie Onderdeel: Wiskunde 1.
De kandidaat kan structuur aanbrengen in door hem uit te voeren werkzaamheden.
P
2.
De kandidaat kan de relatie omschrijven tussen de wiskunde enerzijds en andere vakgebieden anderzijds.
B
3.
De kandidaat kan een gefundeerd kritische houding innemen ten opzichte van afleidingen, bewijzen, redeneringen en de interpretatie van gegevens.
P
4.
De kandidaat kan aangeven of en in hoeverre bij de oplossing van praktisch-technische problemen van eenvoudige aard, wiskunde een rol speelt.
B
5.
De kandidaat kan eigener beweging praktisch-technische vraagstukjes oplossen, waarbij de toepassing van wiskunde is vereist.
R
6.
De kandidaat kan de samenhang van de bewerkingen verklaren en hun relatie tot de getalverzamelingen.
B
7.
De kandidaat kan (expressies van) letterbreuken vereenvoudigen.
R
8.
De kandidaat kan omgaan met de begrippen recht- en omgekeerd evenredig.
B
9.
De kandidaat kan veeltermen en produkten van veeltermen vereenvoudigen, in het bijzonder de merkwaardige produkten.
R
10. De kandidaat kan (expressies van) machten van variabelen vereenvoudigen, waarbij de exponenten gebroken zijn en variabelen bevatten.
R
11. De kandidaat kan polynomen van hogere dan tweede graad ontbinden in factoren met behulp van de factorstelling.
R
57-50807 8/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie 12. De kandidaat kan de in de techniek veel voorkomende vergelijkingen oplossen.
R
13. De kandidaat kan stelsels linaire vergelijkingen van maximaal 3 bij 3 oplossen.
R
14. De kandidaat kan niet-lineaire stelsels met twee variabelen oplossen.
R
15. De kandidaat kan tweedegraads ongelijkheden oplossen.
R
16. De kandidaat kan een vergelijking bepalen van de raaklijn aan de grafiek van een tweedegraads functie.
R
17. De kandidaat kan de bijzonderheden van gebroken functies met eerstegraads teller en noemer bepalen en verband leggen tussen die bijzonderheden en de grafiek.
R
18. De kandidaat kan bepalen of een tweetallige relatie een functie is.
B
19. De kandidaat kan de inverse van een relatie bepalen.
R
20. De kandidaat kan domein, bereik en volledig origineel van nul bepalen van een tweetallige relatie.
R
21. De kandidaat kan verbanden leggen tussen de bijzonderheden en de grafiek van functies en tussen de grafieken onderling, waarbij onder de functies wordt verstaan tweedegraadsfuncties, exponentile en logaritmische functies met eenvoudig argument en functies met modulus-strepen.
R
22. De kandidaat kan de eigenschappen van al of niet bijzondere driehoeken en vierhoeken toepassen.
R
23. De kandidaat kan de eigenschappen van de bijzondere lijnen en driehoeken en vierhoeken toepassen.
R
57-50807 9/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie 24. De kandidaat kan de omtrek en de oppervlakte bepalen van een driehoek, een vierhoek, een cirkel(-deel) en een regelmatige veelhoek.
R
25. De kandidaat kan de coördinaten van het snijpunt van lijnen bepalen en de hoek waaronder die elkaar snijden.
R
26. De kandidaat kan radialen in graden en graden in radialen converteren.
R
27. De kandidaat kan de sinus- en cosinusregel hanteren.
R
28. De kandidaat kan de kentallen van een vector in de tweedimensionale ruimte bepalen, ook ten opzicht van een niet orthogonale basis.
R
29. De kandidaat kan een vectorvoorstelling van een lijn bepalen en converteren in de normaalvergelijking en die conversie ook in de omgekeerde richting uitvoeren.
R
30. De kandidaat kan de grafiek tekenen van een eenvoudige goniometrische functie.
R
31. De kandidaat kan bepalen welke invloed de constanten a, b en c hebben op de grafiek van x -> a.sin (b.x + c).
R
32. De kandidaat kan eenvoudige goniometrische vergelijkingen oplossen waarbij een rol spelen: de formules voor complementaire en supplementaire hoek, die voor de tegengestelde hoek en sin2a + cos2a = 1 en kent de vormen arcsin, arccosin en arctan.
R
33. De kandidaat kan de formules voor de som van twee hoeken in het bijzonder van dubbele hoeken en de som van twee goniometrische functies toepassen.
R
57-50807 10/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie Onderdeel: Informatica 1.
De kandidaat kan de onderdelen van een computer-configuratie alsmede hun rol benoemen.
F
2.
De kandidaat kan aangeven welke rol de software speelt in relatie tot de hardware.
B
3.
De kandidaat kan de voor de computer relevantere presentaties van gegevens onderscheiden.
B
4.
De kandidaat kan de namen noemen van de meest voorkomende programmeertalen en de bijbehorende toepassingsgebieden.
F
5.
De kandidaat kan de belangrijkste taken van een besturingssysteem noemen.
F
6.
De kandidaat kan met een besturingssysteem deze taken uitvoeren.
R
7.
De kandidaat kan een PSD en PSS van een eenvoudig op te lossen probleem maken.
R
8.
De kandidaat kan een ingewikkelder PSS en PSD interpreteren.
P
9.
De kandidaat kan in programmeertaal een programma schrijven voor een eenvoudig op te lossen probleem.
R
10. De kandidaat kan een zelf geschreven programma door de computer laten uitvoeren.
R
11. De kandidaat kan de functie van een programma voor tekstbewerking, gegevensbeheer en calculaties beschrijven.
B
12. De kandidaat kan ofwel een PSD of PSS maken van een ingewikkelder probleem en een programma daarvoor schrijven ofwel eenvoudige handelingen verrichten met een of ander programma voor tekstbewerking en/of gegevensbeheer en/of calculaties.
P
57-50807 11/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie Onderdeel: Natuurkunde 1.
De kandidaat kan het SI-stelsel en de symbolen voor grootheden en eenheden overeenkomstig NEN 999 hanteren.
R
2.
De kandidaat kan probleemstellingen uit de bewegingsleer (translatie/rotatie) begrijpen en daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
B
3.
De kandidaat kan diagrammen uit de bewegingsleer tekenen.
R
4.
De kandidaat kan de tweede en derde wet van Newton toepassen.
R
5.
De kandidaat kan de mechanische energie onderscheiden in wrijvingsarbeid, potentiële energie en kinetische energie, en probleemstellingen met betrekking tot mechanische energie begrijpen en de daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
6.
De kandidaat kan het begrip druk definiëren en probleemstellingen die betrekking hebben op temperatuursveranderingen in gassen (wetten van Gay-Lussac), vloeistoffen en vaste stoffen, ook bij onderling contact (regel van Block) begrijpen en de daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
7.
De kandidaat kan de aggregatietoestanden vast, vloeibaar, gas en plasma aan de hand van de temperatuurbeweging verklaren en energieberekeningen aangaande de fase-veranderingen (vastvloeibaar, vloeibaar-gas) uitvoeren.
R
8.
De kandidaat kan luchtdruk, gasdruk, vloeistofdruk en materiaalspanning verklaren en probleemstellingen met betrekking tot luchtdruk, gasdruk, vloeistofdruk en materiaalspanning door toepassing van de wet van Boyle, wet van Pascal, wet van Archimedes en de wet van Hooke begrijpen en daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
57-50807 12/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie 9.
De kandidaat kan probleemstellingen met betrekking tot de absolute vochtigheid, de relatieve vochtigheid, het dauwpunt en de condensmassa begrijpen en daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
10. De kandidaat kan de grondslagen van de harmonische trilling en het ontstaan en voortplanten van lopende golven verklaren en probleemstellingen met betrekking tot de grondslagen van de harmonische trilling en het ontstaan en voortplanten van lopende golven begrijpen en daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
11. De kandidaat kan probleemstellingen met betrekking tot geluidsgolven begrijpen en de daaruit voortvloeiende vragen beantwoorden.
R
12. De kandidaat kan het verband tussen interferentie en de terugkaatsing van lopende golven omschrijven.
B
13. De kandidaat kan de begrippen resonantie en eigen frequentie aanduiden.
B
14. De kandidaat kan de factoren die de warmtegeleiding door materialen bepalen aanduiden.
B
15. De kandidaat kan aan de hand van tabellen en relevante gegevens probleemstellingen met betrekking tot warmtedoorgang oplossen.
R
16. De kandidaat kan natuurkundig onderbouwde bouwkundige adviezen geven ter beperking van het energiegebruik.
P
17. De kandidaat kan probleemstellingen met betrekking tot de continuteitsvergelijking en de Wet van Bernoulli begrijpen en de daaruit voortvloeidene vragen beantwoorden.
R
57-50807 13/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie 18. De kandidaat kan de werking van de op dit principe gebaseerde werktuigen verklaren.
B
19. De kandidaat kan het begrip viscositeit en de invloed daarop van de temperatuur verklaren.
B
20. De kandidaat kan de eerste hoofdwet der thermodynamica, de algemene gaswet en de eerste Wet van Poisson in probleemstellingen (toestandsveranderingen) toepassen.
R
21. De kandidaat kan kringprocessen en ter zake doende toestandsveranderingen in een diagram weergeven.
R
22. De kandidaat kan geluidsbronnen en de relatie geluidsbron/geluidsniveau herkennen.
F
23. De kandidaat kan de natuurkundige achtergrond van meetapparatuur herkennen.
F
57-50807 14/8
DEELKWALIFICATIE DOORSTROMING KADERFUNCTIES
Taxonomie Onderdeel: Scheikunde 1.
De kandidaat kan uit de atoomopbouw het periodiek systeem verklaren.
B
2.
De kandidaat kan de chemische symbolen herkennen.
F
3.
De kandidaat kan reactievergelijkingen opstellen en probleemstellingen met betrekking tot reactievergelijkingen voor zowel de organische als de anorganische chemie oplossen.
R
4.
De kandidaat kan begrippen uit de kernfysica herkennen.
F
5.
De kandidaat kan toepassingen vanuit de chemie in de techniek herkennen.
F
6.
De kandidaat kan de invloed van toepassingen uit de chemie op het milieu herkennen.
F
7.
De kandidaat kan de gevolgen van elektrochemische corrosie voorspellen.
R
Onderdeel Practicum 1.
De kandidaat kan van ter zake doende probleemstellingen praktische meetopstellingen opbouwen.
R
2.
De kandidaat kan vanuit het experiment de verlangde grootheid bepalen.
R
3.
De kandidaat kan per experiment een voldoende gedetailleerd verslag schrijven.
P
57-50807 15/8