1 Angstig
hapte ik naar lucht, steeds sneller totdat ik de controle volledig verloor. Mijn hand greep naar het plastic geval dat mij aangereikt werd, ik greep mis. ‘Adem in en rustig weer uit.’ Alsof dat niet was wat ik probeerde, zagen ze dan niet dat het niet ging? Nijdig deed ik opnieuw een greep naar het zakje, dit keer kon ik het pakken. Snel hield ik het voor mijn neus en mond. Door erin te ademen kreeg ik het gevoel alsof ik stikte, hoe kon ik op die manier nu lucht krijgen? Langzaam maar zeker kreeg ik weer lucht en kon ik om me heen kijken om te ontdekken dat iedereen gestopt was met zijn of haar activiteiten om mij te bestuderen, alsof ze nog nooit eerder iemand hadden gezien die een astma aanval kreeg. Voor mij had de les lichamelijke opvoeding lang genoeg geduurd en ik besloot richting de kleedkamers te lopen. De docent bleek een andere gedachte te hebben en versperde mij de weg. ‘Waar wilde je heen gaan? De les is nog lang niet voorbij.’ ‘Voor mij wel.’ Toen ik verder wilde lopen voelde ik een stevige hand op mijn schouder. ‘Blijf van me af!’ gilde ik. Een arrogante glimlach verscheen op zijn gladde gezicht. Waarom scheen iedereen hem te mogen? Zagen ze dan niet dat hij iedere seconden genoot van de aanblikken van onze lichamen, en dan bedoel ik die van de meiden. Hij kickte erop wanneer we ondersteboven in de ringen hingen zodat ons shirt niet langer ons bovenlichaam verhulde. 2 Hij liet me niet los maar pakte mijn andere schouder ook vast, subtiel trok hij me naar zich toe. Bijna begon ik opnieuw te hyperventileren, mijn gedachten maalden op volle snelheid, ik moest wat bedenken om weg te komen. Zijn vingers bewerkten mijn schouders subtiel, maar de aanraking was alles behalve geruststellend. Ik dacht niet langer na en draaide me om, vervolgens schopte ik mijn been omhoog. Een harde schreeuw galmde door de sportzaal. Mijn actie resulteerde in mijn vrijheid, zo snel als ik kon verliet ik de zaal. Het kon me zelfs niet schelen dat ik opnieuw een astma aanval zou kunnen krijgen. Helemaal buiten adem kwam ik aan in de kleedkamers, de afstand was maar zo kort geweest en nu al kwam ik adem te kort. Ik had geen tijd om op adem te komen. Snel griste ik mijn spullen bij elkaar. ‘Kom terug!’ Pijn doorklonk in zijn stem en ik hoorde zijn onregelmatige maar zware voetstappen dichterbij komen. ‘Dit komt je duur te staan!’ In mijn sportkleding rende ik door de school, de trap af, naar het kantoor van de conciërge. Op het moment dat de vrouw de paniek in mijn ogen zag opende ze de deur, ik rende naar binnen en zakte op de grond, snakkend naar adem. 3 Ik merkte hoe ze naast me neerknielde en geruststellend over mijn rug wreef, het zou me gerustgesteld hebben wanneer ik niet hyperventileerde vanwege mijn astma. Piepend probeerde ik haar duidelijk te maken dat ik een zakje moest hebben, en ze begreep me. Zelfs met behulp van het zakje duurde het nog een hele tijd voordat ik weer wat kracht had om iets te doen. In mijn tas zocht ik naar mijn medicijnen, ongegeneerd nam ik ze in. Het geklop op de deur werd steeds luider. ‘Sandra, laat me binnen. Ik moet je dringend spreken!’ Bij het horen van de stem kromp ik in elkaar. Vloeiend stond ze op, maar in plaats van de deur te openen liep ze naar het loket en schoof ze het raam een klein stukje aan de kant.
© Diana Lammers
2
‘Wat wilde je met me bespreken Jeroen?’ Haar stem klonk vleiend en lieflijk, maar ik herkende er een ondertoon in die mij geruststelde, ze zou hem niet binnen laten en ik was veilig totdat ik hier weg zou gaan. ‘Een leerlinge van mij had een astma aanval, ik zag haar deze kant uitgaan en vroeg me af hoe het met haar ging.’ ‘Ze heeft rust nodig, in ieder geval zal ze niet meer kunnen meedoen aan je les. Je wilt toch niet dat ze opnieuw een aanval krijgt?’ Daarna kon ik ze niet meer verstaan. Het enige dat ik hoorde was het zachte, walgelijke en vleiende geluid van zijn stem. ‘Zeg haar dat ze zich aan het einde van de les bij mij moet melden.’ Opnieuw kromp ik in elkaar, ik wilde niet naar hem toe, bang voor wat hij me aan zou kunnen doen wanneer we alleen waren in zijn kantoor. 4 Met angstige ogen keek ik Sandra aan, ze was naast me neergeknield. ‘Ik wil niet!’ riep ik nog voor ze haar mond geopend had. De schuldige blik in haar ogen verried dat ze me toch zou dwingen om te gaan. Moedeloos keek ik van haar weg, ze hielp me altijd maar moest ook de regels van de school handhaven en dus moest ik gaan. ‘Zal ik met je mee gaan?’ vroeg ze bezorgd. Ik knikte, maar niet van harte. De tijd leek vleugels te hebben en voor ik er erg in had stond ik voor de deur van zijn kantoor. Moeizaam slikte ik, mijn hand bolde tot een vuist. ‘Binnen.’ Alleen het geluid van zijn stem gaf me al de rillingen, het feit dat ik nog niet aangeklopt had en hij al wist dat ik er stond maakte dat alleen maar erger. ‘Sandra..’ Een korte stilte. ‘Ik wist niet dat je zoveel verlangde naar onze avond.’ Vragend keek ik naar hun gezichten, wat speelde er tussen hen? Kon ik de conciërge nog wel vertrouwen nu ze iets leken te hebben? Toen ik in haar ogen keek zag ik ze glinsteren van het vocht, moest ze huilen? Voordat ik goed kon kijken had ze zich omgedraaid. Ze liet me alleen. ‘Zo lieve Marije, fijn dat je gekomen bent. Is alles weer goed met je?’ Ik voelde hoe zijn klamme hand mijn wang bewerkte. Verstijfd van angst liet ik het toe, al wilde ik ontsnappen, ik kon niet. 5 Nog
na rillend stond ik onder de douche, ondanks het hete water dat mijn huid rood kleurde had ik het koud. Voor de derde keer dit uur werd er op de deur geklopt. ‘Marije, stop nu eens met douchen!’ De stem van mijn moeder klonk kwaad, maar ik negeerde haar. Ik zou pas stoppen met douchen wanneer ik weer schoon was, wanneer mijn herinneringen aan die middag door het doucheputje de riolering in waren gevoerd. Het was afschuwelijk geweest, ieder plekje op mijn lichaam had hij aangeraakt, daarna had hij mij laten gaan. ‘Marije! Dit is de laatste keer dat ik waarschuw.’ Zuchtend deed ik de kraan uit, ik voelde me nog altijd verschrikkelijk. Voorzichtig droogde ik me af, mijn huid was pijnlijk van het veel te hete water maar alles was beter dan herinnerd te worden aan zijn tastende handen. Mijn badjas rook heerlijk naar lentebloesem. Toen ik uiteindelijk de woonkamer binnenliep keek ze me kwaad aan.
© Diana Lammers
3
‘Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat het geld me niet op de rug groeit?’ Ik rolde met mijn ogen toen ze een sigaret opstak en begon opstandig te hoesten. Het had geen zin om te protesteren, wanneer mijn moeder iets zei dan moest ik het daarmee doen. ‘Nou, krijg ik nog antwoord?’ ‘Sorry mam. Maar zou je niet willen roken, ik heb vandaag weer een aanval gehad.’ ‘Ik bepaal zelf wel wanneer en waar ik rook.’ Neerslachtig verliet ik mijn kamer. Hoe zou ik mijn moeder ooit kunnen vertellen wat hij had gedaan, ze zou nooit de tijd nemen om mijn verhaal volledig aan te horen. 6 Ik had mijn voeten nog niet op de trap gezet toen ik kwaad terug geroepen werd. ‘Waarom ging je weg. Ik had je gezegd hier te blijven!’ Haar dreigende blik maakte me bang. Sinds papa bij haar weg was gegaan nam ze niet meer de tijd voor mij en kon ik niets meer goed doen. Bang kroop ik in een hoekje op de bank om haar een zo klein mogelijke kans te geven mij te voorzien van blauwe plekken. ‘Je weet dat ik niet tegen rook kan.’ Ik kon het piepende geluid tijdens mijn ademhaling alweer horen, maar ze trok zich er niets van aan. ‘Waarom stond je zo lang onder de douche. Je weet dat we niet veel geld hebben, sinds papa..’ Met een beschuldigende blik keek ze me aan. Ze verweet het mij dat ze waren gescheiden, ik was een ondankbaar en onhandelbaar kind dat niets kon. En hoe vaker ze het mij vertelde hoe meer ik daarvan overtuigd raakte. De dingen die ik kon leken te verbleken bij alles wat fout ging. Fysiek was ik zwak, dat was altijd al zo geweest en zou ook niet veranderen. ‘Marije!’ ‘Sorry, zei je iets mam?’ ‘Ach laat ook maar, het interesseert je toch nooit wat ik heb gedaan.’ Haar vlakke hand streek neer op mijn rug, een schrijnende pijn trok door mijn hele lichaam. Meteen versnelde mijn ademhaling en ik begon opnieuw te hyperventileren. Mijn moeder scheen het niet te interesseren en ze blies nog eens opzichtig wat rook uit. 7 ‘Lisa?’
Ik zat weggekropen onder mijn dekens en hield de telefoon als een reddingsboei tegen mijn oor gedrukt. ‘Ik ben er Marije, wat is er met je? Je klinkt zo bang.’ Zachtjes begon ik te snikken, ik kon mezelf niet langer in bedwang houden en moest mijn verhaal bij iemand kwijt. Lisa was mijn beste vriendin, ik kende haar al sinds ik me kon herinneren, ze wist alles van mij en ik wist alles van haar. ‘Blijf waar je bent, ik kom naar je toe.’ ‘Het is te laat Lisa.’ ‘Ik kom.’ De verbinding werd verbroken en ik wist dat Lisa binnen tien minuten voor de deur zou staan. Voorzichtig kwam ik onder de dekens vandaag, schichtig keek ik om me heen. In mijn kamer was het donker maar toch kon ik alles van elkaar onderscheiden. Stilletjes pakte ik mijn tas in, een foto van ons gezin, mijn dagboek, een aantal kleren, medicijnen en mijn mobiele telefoon. Ik was niet van plan om nog langer thuis te blijven. De deur van mijn
© Diana Lammers
4
kamer ging open, Lisa liep naar me toe en legde een arm om mijn schouders. Rillend kroop ik tegen haar aan. ‘Heb je alles?’ Ik knikte, want ik vertrouwde mijn stem niet. ‘Mama zal me tegenhouden,’ fluisterde ik na een tijdje. ‘Het komt goed, mijn moeder houd haar bezig.’ Toen we beneden kwamen zag ik dat het klopte, snel liepen we de deur uit. Bang kroop ik in de auto. Lisa kwam naast me zitten en zei niets, het enige dat ze deed was een arm om me heen slaan en me troosten. Daarvoor was ze geen woorden nodig. 8 De auto werd gestart, het grommende geluid bracht me terug in de realiteit. In het voorbij rijden zag ik mijn moeder in de woonkamer zitten, ze keek TV alsof er niets was gebeurt. Al snel kwamen we aan bij het huis waar Lisa met haar ouders woonde, we liepen de woonkamer in en meteen werd ik warm begroet door haar vader. Niet alleen voelde ik me daar thuis, ik kon ook de frisse lucht inademen die ik thuis miste, mijn benauwdheid werd minder. ‘Je mag hier zo lang blijven als je wilt.’ ‘Bedankt,’ stamelde ik verlegen. Ik sliep bij Lisa op de kamer en voelde me daar veilig. Ze lette heel goed op mij en herinnerde me eraan dat ik mijn medicijnen moest nemen. De beurse plekken op mijn lichaam probeerde ik te verbergen, dat hoefden ze niet te weten, nog niet. Toen we in bed lagen viel ik in een rusteloze slaap waarin al mijn angsten mij kwamen bezoeken. 9 ‘Marije, Marije.’ Vanuit de verte werd angstig mijn naam geroepen. Ik was een grote diepte in gesleurd waarin ademhaling steeds moeizamer werd. Mijn lichaam werd omgeven door sterke banden waar ik mezelf onmogelijk uit kon bevrijden. Opnieuw werd mijn naam genoemd, ik wilde antwoorden en opende mijn ogen om nog één keer het licht te mogen zien. Plotseling verdween het gevoel dat ik viel, boven mij zweefde het hoofd van Lisa, ze leek opgelucht omdat ik mijn ogen geopend had. Ik merkte dat de banden die ik al die tijd had voelen trekken rondom mijn lichaam niets anders waren dan mijn dekens waarin ik volledig verwikkeld was. ‘Het gaat al weer,’ zei ik toen ik bevrijd was uit de dekens. Maar Lisa bleef geduldig naast me zitten en legde haar hand op mijn schouders, ik schoot in elkaar van de pijn, tranen sprongen in mijn ogen en ik liet een zachte kreet over mijn lippen gaan. ‘Nu vertel je me wat er is gebeurd. Probeer er niet onderuit te komen, ik weet gewoon dat er iets is.’ Moeizaam haalde ik adem, ik begon weer te hyperventileren en wist dat het niet te voorkomen was. Lisa kwam snel in actie door een zakje om mijn mond en neus te brengen. Vervolgens ging ze opzoek naar mijn medicatie die ik even later in mijn handen gedrukt kreeg. Ik kalmeerde maar langzaam en ze keek me doordringend aan. ‘Zeg het maar.’ ‘Mama,’ begon ik twijfelend. ‘Wat deed ze?’ Ik liet Lisa een aantal van mijn blauwe plekken zien, ze keek me ongeloofwaardig aan, haar ogen werden groter en haar mond viel langzaam open. Binnen enkele minuten wist ze alles
© Diana Lammers
5
over wat mijn moeder me aandeed, over die middag zei ik niets, ik durfde niet. 10 Vol verbazing keek ze me aan, haar ogen vol vuur. ‘Dit kun je niet menen! Je moet naar de politie, de kinderbescherming, noem maar op.’ Ik schudde moedeloos mijn hoofd, ik wilde niet, het zou niets helpen. ‘Praat er dan ten minste met een leraar op school over. Meneer Frank zal wel naar je willen luisteren.’ Mijn gezicht verstrakte, ik kreeg een brok in mijn keel. Zijn gestalte doemde weer voor mij op, zijn geur deed mijn neusvleugels beven. Opnieuw bewerkten zijn grove handen mijn armen, langzaam maar zeker betastte hij mijn benen. Een korte pauze waarin ik adem kon halen volgde, toen ging hij verder. Mijn buik werd op een onprettige manier aangeraakt, zijn handen gingen omhoog richting mijn nu al duidelijk zichtbare boezem. Ademen kon ik niet langer. ‘Marije, adem!’ gilde Lisa. Ik nam een diepe teug lucht en vulde mijn longen. Ze zat geschrokken naar me te kijken, was zelfs enkele decimeters opgeschoven, waarschijnlijk van schrik. In de deuropening stond haar moeder, ook zij keek me met een geschrokken blik aan. Vermoeid liet ik me op mijn rug vallen, ik sloot mijn ogen en deed alsof ik sliep, maar in werkelijkheid was ik wakker en zou ik niet eens in slaap durven vallen. 11 Trillend
stond ik op mijn benen, mijn ene hand stevig om de deurkruk geklemd, de ander mijn schooltas angstvallig vasthoudend. Ik keek in de spiegel en zag een meisje met een vlot donkerbruin kapsel, onder haar ogen waren donkere wallen zichtbaar. Ze had vast en zeker weinig geslapen. Langzaam trok ik mijn ogen los van de aanblik, ik kon niet vluchten en moest de confrontatie met mijn angst aangaan. Met moeite verzamelde ik de moed die ervoor nodig was om de ruimte binnen te gaan. Mijn benen leken wel twee ton te wegen toen ik ze één voor één optilde om ze over de drempel te zetten. De blikken van mijn klasgenoten schoten naar de deur waardoor ik naar binnen stapte. Zouden ze weten wat er gebeurd was? Ik duwde de gedachte weg en liep met een zelfverzekerde tred naar achteren waar ik mijn tas op het bankje liet vallen. Zo traag als mogelijk trok ik mijn sportkleding aan, daarbij voorkwam ik dat de anderen mijn beurse plekken zouden zien. ‘Marije, wat fijn dat je er weer bent.’ Griezelend en walgend draaide ik mijn hoofd van hem weg. Achter me hoorde ik jaloers gefluister, wilden ze dan echt zo graag aandacht van deze vreselijke persoon. Ik besloot om er niets van aan te trekken. We gingen ringzwaaien, en ik haatte het. Daar stond hij, zijn glimlach waarvan ieder meisje, behalve ik, wegsmolt op zijn gezicht geprent. Zijn ogen lieten een gemene glinstering zien. Hij keek me aan op een manier waarbij hij me dwong om mijn mond te houden. ‘De volgende keer mag je afspringen, ik vang je op.’ Ja, precies waar ik op zat te wachten, die viespeuk die me opving. Ik dacht erover om aan de andere kant af te springen, maar ik durfde niet. Nog twee, één, ik liet de ringen los en belandde in zijn geopende armen. Met een rilling besefte ik hoe hij mijn borsten streelde terwijl hij me opving. Vlug liep ik van hem weg, terwijl ik dat deed hoorde ik hem fluisteren. ‘Je kunt beter niets zeggen.’
© Diana Lammers
6
12 De
rest van de les probeerde ik hem zo goed en kwaad als het ging te negeren. Iets dat moeilijker was dan het in eerste instantie leek. Het viel Lisa op dat ik me anders gedroeg dan anders. Een paar keer wilde ze naar meneer Frank toe stappen om hem te vertellen dat het niet goed met me ging, maar ik weerhield haar er op het laatste moment toch van. Aan het einde van de les maakte ik dat ik het lokaal verliet, nog voor ik de kleedkamers bereikte had meneer Frank me ingehaald. Met zijn ene hand hield hij mijn schouder vast, terwijl zijn andere hand mij uitnodigend over mijn rug streelde. ‘Je wilde toch niet weg gaan zonder een fatsoenlijk afscheid?’ Ik gromde en wilde me los trekken. Zijn greep verstrakte zich en zijn andere hand streelde niet langer over mijn rug. ‘Kom mee,’ siste hij. Hij duwde me ruw vooruit naar het andere gymlokaal, er was niemand en hij sloot de deur achter ons. Ik wilde gillen, maar de hand die hij voor mijn mond hield verhinderde dat. Ruw duwde hij me in een hoek van de grote ruimte. Ik kon zijn zweetlucht al ruiken maar toch kwam hij dichter bij me staan. Angstig sloot ik mijn ogen in de hoop niets te hoeven meekrijgen van wat hij van plan was. Een tijd lang gebeurde er niets, ik denk dat hij wachtte totdat iedereen weg was. De bel ging, de pauze was begonnen en mijn angstige vermoeden werd werkelijkheid. Met enkele vlugge bewegingen liet hij een dikke mat op de grond vallen. Vervolgens duwde hij mij erop. ‘L..laat me gaan,’ kermde ik angstig. Ik rolde iets naar links en kwam tegen zijn gespierde lichaam aan, hij legde zijn arm rondom mij en kwam dichterbij met zijn hoofd. ‘Wees maar niet bang, ik ben bij je.’ 13 Zou hij echt niet begrijpen dat ik daar juist zo bang voor was? Ik hoefde het niet te vragen, waarschijnlijk wist hij dat ik daarom bang was, maar wilde hij me dat niet toestaan. Zijn vlugge handen raakten me overal waar hij bij kon en terwijl hij dat deed hield hij me in een stevige houdgreep waardoor ontsnappen onmogelijk was. Zo hard ik kon schreeuwde ik, maar het had geen zin, wie zou mij nu horen, iedereen was immers in de kantine pauze aan het houden. Er werd op de deur geklopt. ‘Frank?’ Mijn hart klopte sneller bij het horen van de bekende stem. ‘Snel, doe je kleren weer goed aan,’ beviel hij mij. Ik deed wat me was opgedragen, bang voor de gevolgen wanneer ik het niet zou doen. Sandra kwam binnen en keek van Frank naar mij, ik zag een bezorgde blik in haar ogen. Wist ze wat er zojuist was gebeurd? Ze wendde zich tot Frank. ‘Wat doet deze leerling in de pauze nog bij jou?’ ‘Ze had wat moeite met het landen bij hoogspringen, daarom bood ik haar aan om na de les nog even te oefenen. Zoals je hoorde vond ze het nog best wel eng.’ Haar ogen keken me aan voor een bevestiging van zijn verhaal, ook hij keek me aan en daarom knikte ik maar. ‘Kleed je maar snel om Marije, dan kun je nog eventjes pauze houden voor de volgende les begint.’ Ik wist niet hoe snel ik de gymzaal uit moest vluchten. In de kleedkamer trok ik snel mijn kleren aan, daarna rende ik naar de toiletten. De eerste tranen rolden al over mijn wangen
© Diana Lammers
7
toen ik de ruimte binnen liep. Snel sloot ik mezelf op in één van de onder gekalkte hokjes. Nu stroomden de tranen over mijn wangen, ze spatten uiteen op de betegelde vloer. De bel ging, dat betekende dat iedereen zich nu naar de volgende les zou begeven. Zouden ze me missen? Ik verwachtte van niet, het grijze muisje van de klas werd nooit gemist. Daar zat ik, tegenover een oude man gekleed in een grijs gestreept pak. Hij keek me doordringend aan, wachtend op een antwoord. Aan alles liet ik merken dat ik weigerde om ook maar een woord tegen hem te spreken. Mijn moeder had me bij hem gebracht volgens haar was ik onhandelbaar en nu moest ik praten met meneer de psycholoog. ‘Nou?’ De man begon ongeduldig met zijn vingers op de tafel te tikken. Ik schudde alleen mijn hoofd. Een uur had ik daar gezeten, in dat muffe hok waar de geur van oude mannen zweefde. Geen woord had ik gezegd, hij zou me toch niet begrijpen. Ik keek in het rond om te zien of mijn moeder ergens op mij stond te wachten, maar ik zag haar niet. Teleurgesteld liep ik naar buiten, ik verwachtte haar met een sigaret op het bordes aan te treffen, maar ook daar zag ik haar niet. Opeens liep er iemand voorbij die mij bekend voorkwam. ‘Sandra!’ riep ik, zowel verbaasd als opgelucht. Ze keek me aan en vervolgens omhoog naar de gevel. Op haar gezicht stonden vraagtekens te lezen. ‘Mijn moeder,’ zei ik alleen. Sandra knikte begrijpend en ging op de trap zitten. Ze klopte op de plaats naast haar en ik ging ook zitten. ‘Je hebt niets gezegd is het niet?’ Als antwoord schudde ik mijn hoofd. Er speelde een glimlach rond haar lippen toen ze me aankeek. Maar ik zag in haar ogen dat het een glimlach was die veel pijn kostte. ‘Ik ben niet de enige hé?’ vroeg ik haar. Ze schudde haar hoofd en stond op. ‘Kom, we kunnen hier niet praten.’ Zwijgend stond ik op, ik liep met haar mee, op mijn moeder hoefde ik niet te wachten die zou ik wel weer zien zodra ik thuis kwam. 15 We liepen zwijgend naast elkaar, zo nu en dan sloegen we een andere weg in. Uiteindelijk stonden we stil voor een grote eikenhouten deur. Ik keek omhoog naar de prachtige klokgevel, een oud grachtenpand in een schitterende staat. Sandra hield de deur glimlachend voor me open. Met een ongemakkelijk gevoel stapte ik over de drempel. ‘Is dit jou huis?’ Ze knikte en hield een volgende deur voor me open. ‘Wil je iets te drinken?’ Ik knikte en voelde me nog steeds niet volledig op mijn gemak toen ik op een zachte witte bank ging zitten. Het duurde niet lang voordat Sandra naast me op de bank kwam zitten, de kussens veerden kort op waarna ze hun vorige vorm weer aannamen. ‘Hoelang al?’ vroeg ze me om de stilte te doorbreken. Ik slikte en keek in haar betraande ogen. 14
© Diana Lammers
8
‘Een week, misschien wat langer. Ik wil er niet aan denken, dan lijkt het als maar erger te worden. Ik wil me niet herinneren wat hij met me heeft gedaan.’ Mijn stem zwol aan en kreeg meer kracht naarmate ik mijn woede losliet. Ze knikte begrijpend. ‘Hij is niet altijd zo geweest. Ooit was hij een lieve man, mijn toevluchtsoord, een plaats waar ik met al mijn problemen terecht kon. Ik zocht hem steeds vaker op en merkte niet dat de intimiteit tussen ons anders werd naarmate de tijd verstreek. Voor ik het goed en wel doorhad was ik volledig in zijn macht. Toen probeerde ik te vluchten, maar hij had me in zijn greep.’ 16 Ik
voelde me beter dan ik me in tijden had gevoeld, niet alleen had Sandra naar mij geluisterd en me haar verhaal verteld, ze had me ook de rust leren kennen. Eerst had ik het weifelend aangenomen, maar ze liet me weten dat ik haar volledig kon vertrouwen. Langgerekt liet ik me in de donzige witte kussens van de bank vallen, ik voelde me als een vogel die voor het eerst het nest had verlaten. Roze wolken streelden zacht langs mijn huid, die warm was als wanneer de zon erop scheen in de zomer. Een lelijk prikkelend geluid in mijn keel liet me ontwaken uit mijn heerlijke droom. Sandra keek me vragend aan en schudde toen met een enigszins schuldig gezicht haar hoofd. ‘Ik had erbij stil moeten staan. Maar geef toe, het helpt.’ Bang om haar teleur te stellen knikte ik. De heerlijke geur drong nog eens mijn neus binnen, het had veel langer geduurd voordat ik er iets van merkte, misschien was er zelfs wel iets anders de oorzaak van mijn hoestbui die nu steeds heviger werd. Het duurde niet lang voordat ik begon te hyperventileren, een lelijk piepend en raspend geluid steeg op vanuit mijn keel. Mijn medicijnen boden een klein beetje verlichting, maar nog niet voldoende. Ondertussen zette Sandra een raam aan de achterzijde van het huis open, ik vroeg me af waarom ze dat niet aan de voorkant deed, waar wij zaten. Ze scheen mijn onuitgesproken gedachten te hebben vernomen en gaf mij een verklaring. ‘Achter is de tuin, daar is bijna nooit iemand en mensen schijnen nogal vreemde gedachten aan te nemen wanneer ze deze geur in zich opnemen.’ Ik begreep haar vreemde verklaring niet volkomen en knikte daarom nog maar eens. Het openen van het raam had een uitkomst geboden, ik kon weer beter ademen. ‘Wat een vreemde ervaring, het was fijn, maar vreemd.’ ‘Het helpt me echt te ontspannen na die momenten, even alles vergeten. Maar ik doe het vooral om gezuiverd te worden. Je begrijpt me wel toch?’ Dit keer moest ik oprecht knikken, ik voelde me inderdaad stukken beter dan toen ik bij haar naar binnen was gelopen. Ze bood me aan dat ik zo vaak mocht langskomen als ik wilde. Daarna stond ze op van de bank. ‘Ik zal je nu moeten laten gaan, ik moet nog naar een aantal ehm.. vrienden toe,’ zei ze met een lichte twijfel in haar stem. Met een lichte tegenzin stond ik op, als dank voor wat ze voor me had gedaan omhelsde ik haar. Daarna liep ik naar buiten. Ik zou alleen naar huis moeten lopen, maar dat vond ik niet erg. Nog één keer keek ik achterom, ik zag haar nerveus om zich heen kijken en vroeg me af waar ze nog meer bang voor was. Of zou hij misschien in de buurt zijn? Moest ze nu naar hem toe?
© Diana Lammers
9
17 In
een haastig tempo liep ik naar huis, ik wilde niet het risico lopen door hem te worden ingehaald al was ik nu om onverklaarbare redenen wel minder bang voor hem. Het idee dat ik nog altijd kwetsbaar en klein was maakte toch dat ik bang genoeg was om snel en veilig in huis te willen zijn. Met een krakend geluid ging de schutting over, ik had de tuin bereikt en dacht veilig te zijn, maar daar bleek ik me lelijk in vergissen. ‘MARIJE! Waar ben jij geweest? Ik heb verdomme heel de ochtend op je staan wachten. Waar zat je!’ Angstig kroop ik in elkaar, en zocht zo snel als ik kon veilige haven bij de muur van het huis die enigszins als bescherming zou kunnen dienen. Het kwam niet in me op dat het zowel een veilige haven als een dodelijk wapen kon zijn. Haar handen grepen stevig om mijn bovenarmen, ze snoof woedend en duwde me hard tegen de muur. Mijn hoofd kwam met een luide bons tegen de harde stenen aan. ‘Ik was praten met een lerares van school, ze had beloofd wat extra uitleg te geven,’ mompelde ik angstig. Haar ogen leken ondoorgrondelijke zwarte zeeën waaruit ik onmogelijk kon vluchten. Scherpe nagels doorboorden mijn gloeiende huid. Ik voelde dat ik aan meerdere kanten bloed verloor maar kon me er niet volledig op richten. Een natte klodder ketste van mijn gezicht af, mijn moeder had zojuist naar me gespuugd. ‘Naar je kamer, ik wil je vandaag niet meer zien!’ Vervolgens kreeg ik nog een trap na. Het enige dat ik kon doen was in een ras tempo vluchten naar mijn slaapkamer, mezelf daar opsluiten en wachten tot ze weer kalm was.
Nerveus tikte ik met mijn vingers op de rand van mijn bed, mijn moeder kon ieder moment mijn kamer binnenstormen en nieuwe verwensingen naar mijn hoofd smijten. Het was te lang stil, veel te lang naar mijn idee. Vlak nadat ik naar mijn kamer was gegaan hoorde ik haar voetstappen vlug de trap op komen, klaar om mij pijn te doen, maar ze was niet gekomen. Het getik dat ik zelf veroorzaakte werd afgewisseld met een luide tik, ik hield mijn vingers stil en luisterde nog eens. Al snel kwam ik tot de conclusie dat het geluid afkomstig was van een steentje dat tegen het raam aan gegooid werd. Vlug liep ik naar het raam, schoof het gordijn aan de kant en keek de straat in om te zien wie er zo onopgemerkt mogelijk mijn aandacht wilde. Beneden zag ik Sandra staan, ze zag me ook en wenkte me. Ik gebaarde haar dat ik eraan zou komen en sloot de gordijnen weer. Daarna liep ik naar de deur toe, ik luisterde of ik mijn moeder ergens hoorde, maar het was nog altijd muisstil in huis. Zachtjes deed ik de deur open. Schichtig keek ik om de deur, niemand te zien. Ik waagde een spurt naar de trap, zonder om te kijken rende ik naar beneden. Bijna struikelde ik over mijn eigen voeten, ik kon nog net voorkomen dat ik viel door me vast te grijpen aan de deurkruk. Opgelucht hapte ik naar adem, trok de kruk omlaag en opende de deur, ik had het gehaald. Precies op het moment dat ik mijn voet over de drempel zette voelde ik een harde klap tegen mijn hoofd, ik werd duizelig en zakte in elkaar.
18
Ik werd wakker in een schaars verlichtte ruimte, op een plaats waar ik comfortabel lag. Mijn hoofd klopte pijnlijk, het duurde even voor ik mij herinnerde wat er gebeurt was. Die klap op mijn hoofd, mijn moeder was me achterna gekomen, heel stilletjes en had me met een steelpan op het hoofd geslagen juist voordat ik naar buiten kon vluchten. Maar waar was
19
© Diana Lammers
10
ik nu? De ruimte waarin ik me bevond was zeker geen ziekenhuis, daarvoor was het te sfeervol ingericht. Ik kon me niet herinneren of ik hier ooit eerder was geweest, en toch, toch voelde de plaats zo vertrouwt. Moeizaam duwde ik mezelf omhoog, voor even werd het kloppende gevoel in mijn hoofd erger. Toen het wegzakte nam ik de tijd om mijn omgeving in me op te nemen. Steeds meer dingen leek ik te herkennen. Er hing een speciale geur in de woonkamer, ik had er goede herinneringen aan, al kon ik me op dat moment niet bedenken welke herinneringen dat waren. Op de tafel zag ik een beschreven papier liggen, nieuwsgierig boog ik naar voren. Mijn naam stond er in een sierlijk handschrift op geschreven, daardoor begon mijn hart sneller de kloppen. De brief was aan mij gericht. Langzaam, met trillende handen pakte ik het papier op. Marije, Als je deze brief leest ben ik even weg om een paar dingen te regelen, ik zal niet lang wegblijven dat beloof ik. Ik heb je meegenomen naar mijn huis, je moeder was over de rode en ik dacht dat je hier meer rust kon krijgen. Straks als ik terug ben zal ik je alles vertellen. Probeer nog wat te slapen, dat zal je goed doen. Als je honger hebt kun je wat uit de koelkast halen, daar staat vast wel iets dat je lekker vind. O ja, laat niemand binnen. Tot snel. Sandra Ik las de brief nog een aantal keer over, er was iets dat mij niet aanstond. Opeens voelde ik me minder op mijn gemak. Wat was er in mijn kleine wereldje, dat vrolijk en onbezonnen hoorde te zijn, aan de hand? Mijn buik produceerde een brommend geluid. Misschien kon ik wat te eten nemen, in Sandra’s brief stond immers dat ik wat uit de koelkast mocht nemen. Te snel stond ik op, het werd zwart voor mijn ogen en ik kon me nog net voor ik viel ergens aan vastgrijpen. Toen ik mezelf weer onder controle had liep ik naar de dichtstbijzijnde deur. Ik verwachtte de keuken te zien toen ik de deur zachtjes open duwde, maar toen ik het licht aangeknipt had zag ik iets dat ik waarschijnlijk niet had mogen zien. Zo snel ik kon sloot ik de deur weer. Met een licht gevoel van paniek liep ik naar de volgende deur. De keuken, dit keer wel. Na rillend van wat ik zojuist gezien had liet ik mezelf op een stoel neervallen. 20 De lichte ruimte nam het onbehaaglijke gevoel deels van me weg, ik voelde een soort van rust over me heen komen. Maar die adempauze duurde niet lang. Buiten hoorde ik stemmen, onaangenaam, sissend, schreeuwend. Mijn ademhaling versnelde, en ik kon niet voorkomen dat ik begon te hyperventileren. Er werd een sleutel in het slot gestoken, een harde klap en daarna was het stil, muisstil. ‘Marije, dus hier ben je.’ Sandra’s bezorgde gezicht verscheen in de deuropening. ‘Is alles goed?’ Ik knikte, maar schudde toen mijn hoofd. Een piepend geluid steeg op vanuit mijn keel, ik begon opnieuw te hyperventileren. Sandra snelde zich naar mij toe, maakte een kommetje van haar handen en hield ze voor mijn neus en mond. Ik ademde een heerlijke kalmerende geur in. Bijna meteen kreeg ik mijn ademhaling weer onder controle. ‘Kun je me nu vertellen wat er allemaal aan de hand is?’ © Diana Lammers
11
Zwijgend legde ze haar vingers op mijn lippen. Mijn ogen gleden over haar gezicht, een paar beurse plekken waren vakkundig met make-up weggewerkt, maar van dichtbij kon je ze nog altijd zien. ‘Je gezicht..’ Sandra draaide haar hoofd van mij weg. ‘Goed, ik zal je vertellen wat er gisteren is gebeurt.’ ‘Dat weet ik al, mijn moeder heeft me geslagen. Waarom kun je me niet vertellen wat er tussen jou en Frank is?’ ‘Marije, je bent te jong om..’ ‘Vertel me niet dat ik te jong ben om met mijn eigen ogen te zien dat er iets aan de hand is dat mij zeker aangaat. Misschien volstaat het wel wanneer je verteld wat er in die kamer hiernaast gebeurt.’ In een ruk draaide Sandra zich naar mij om, in haar ogen was angst te lezen. Ze pakte mijn bovenarmen stevig vast en keek me diep in de ogen. ‘Dat had je niet mogen zien,’ zei ze met trillende stem. ‘Ik had de deur op slot moeten doen,’ zei ze vervolgens tegen haarzelf. ‘Loop nu niet steeds weg.’ De stem van Frank dreunde door mijn hoofd, zijn grote handen vormden zich rondom mijn heupen en zorgden ervoor dat ik mijn wanhopige vluchtpoging moest staken. ‘Blijf van me af jij.. jij..’ Hij drukte ruw zijn lippen op die van mij om me het zwijgen op te leggen, ik moest ervan kokhalzen en probeerde mijn gezicht weg te draaien. Zijn kus was smerig en begerig, waarom moest hij mij hebben? Even liet hij me gaan, met een blik van triomf op zijn gezicht. Ik spuwde en trok mezelf los. ‘Sandra!’ gilde ik bang. ‘Iemand!’ Opnieuw trok Frank mij tegen zich aan. Rondom hem hing een doordringende zweetlucht. ‘Marije, lief kindje, ik laat je niet gaan.’ Rondom zijn lippen speelde een dreigende grijns, maar hoewel ik wist dat hij gelijk had wilde ik mijn poging niet staken, ik zou me niet zomaar overgeven. Kokhalzend werd ik wakker, ik voelde me misselijk en had pijn over mijn hele lichaam. Sandra stond op uit de stoel waar ze had gezeten en snelde zich naar mij toe. ‘Meisje toch, wat is er?’ ‘Hij, hij was toch niet hier?’ vroeg ik met bevende stem. ‘Je moet het gedroomd hebben, een nachtmerrie. Wij zijn hier alleen, jij en ik verder niemand,’ stelde ze me gerust. Ik wilde dat ik me kon ontspannen, maar het ging niet. Het had allemaal zo echt geleken, was het dan echt een nare droom geweest, ik kon het niet geloven. Sandra zag dat ik het er moeilijk mee had en sloeg haar arm om me heen. ‘Excuseer me even.’ Ze liet me alleen achter en liep naar de keuken waar ze even bleef. Toen ze vervolgens terug kwam had ze een dikke sigaret in haar handen, van de tafel pakte ze een aansteker. Ik glimlachte maar voelde me tegelijkertijd een beetje bang. Zonder zich iets van de angst die
21
© Diana Lammers
12
van mijn gezicht af te lezen was aan te trekken stak Sandra de sigaret aan. Meteen begon ik te hoesten, meer uit gewoonte dan vanwege de rook. De sterke geur drong diep tot me door en kalmeerde me. Toen ze me de sigaret aanbood nam ik hem dankbaar aan. Meer en meer voelde ik me op mijn gemak, alsof ik de wereld met alle nare dingen achter me liet. Alles was goed en fijn, totdat ik opnieuw begon te hoesten. Verontschuldigend deed Sandra het raam naar de tuin open. ‘Daar had ik aan moeten denken.’ ‘Het is goed, dit was echt wat ik nodig had, dankjewel.’ Na dat te hebben gezegd nestelde ik me tegen haar aan, het duurde niet lang voor mijn ogen dichtvielen en ik in een prachtige donzige wereld terecht kwam. ‘Jongens doe eens zachtjes, het kind slaapt nog.’ ‘Ik ben wakker,’ zei ik slaperig terwijl ik de slaap uit mijn ogen wreef. Een onbekend gezicht verscheen om de deur. ‘Goedemiddag schone slaapster, je moet wel een zware nacht hebben gehad?’ ‘Hoe laat is het?’ Al voor ik het vroeg had ik op de klok gekeken en gezien dat het drie uur in de middag was. ‘Bijna kinderbedtijd,’ antwoordde de jonge man. ‘Ik heet Samuël.’ Vol ongeloof keek ik hem aan, zijn donkerbruine huid glansde in de middagzon die door het raam naar binnen scheen. ‘Sam, ze is geen kind meer. Zie je niet dat ze al bijna volwassen is.’ Een tweede gezicht verscheen in de deuropening. ‘Hoi, ik ben Herman. Maar noem me maar Ekster.’ De kalende man knipoogde vriendelijk naar me. Door zijn verschijning voelde ik me niet op mijn gemak, hij droeg een iets te strak driedelig pak en een zware zonnebril, hoewel de zon niet eens scheen. ‘Marije, je bent wakker.’ Opgewekt liep Sandra naar me toe. Ze legde me uit dat deze twee mannen haar vrienden waren en gebruik maakten van die ene kamer in haar huis, en omdat zij het huis van hen huurde met een flinke korting kon ze hen dat niet weigeren. Ik vond het allemaal maar wat vreemd, toch nam ik haar verhaal voor waarheid aan. In ieder geval zolang ik zelf nog geen geloofwaardigere verklaring had gevonden. ‘Zou ik de telefoon mogen gebruiken?’ vroeg ik. Sandra knikte, wees me de telefoon en ging daarna terug naar de twee mannen in het kamertje. Ik besloot me er niets meer van aan te trekken en voer het nummer van Lisa in. 23 De telefoon ging maar één keer over voor hij werd opgenomen. ‘Met wie spreek ik?’ ‘Lies, ik ben zo blij dat je meteen opneemt.’ ‘Marije, waar zit je? Waarom was je vandaag niet op school? Ik heb me zoveel zorgen om je gemaakt.’ ‘Ik ben bij Sandra. Weer ruzie met mama en toen heeft Sandra me meegenomen naar haar huis. Waar ben jij nu?’ ‘Onderweg naar huis, hoezo?’
22
© Diana Lammers
13
‘Vind je het erg als ik naar je toe kom? Als je wacht bij het Hoekje dan ben ik daar binnen tien minuten.’ ‘Ehm, oké. Ik zie je daar.’ In de badkamer zorgde ik ervoor dat ik over straat kon lopen, vervolgens zei ik Sandra gedag en ging ik naar buiten. Toen ik de deur achter me sloot hoorde ik nog een korte groet. Snel liep ik naar het Hoekje, Lisa had er waarschijnlijk al even staan wachten en ik wilde haar niet ongerust maken. Bij het Hoekje aangekomen zag ik Lisa al staan, ze liet haar fiets staan en rende op me af. ‘Marije, je ziet er niet uit,’ zei ze me in een omhelzing. Niet begrijpend keek ik haar aan. Ze pakte me bij mijn arm en gebood me achter op haar fiets te gaan zitten. Berustend ging ik zitten en sloeg mijn armen om haar heen, het voelde zo goed om weer bij haar te zijn, het voelde vooral veilig. 24 Een
tijd lang fietste Lisa zwijgend, zo nu en dan keek ik angstvallig om me heen om te zien waar we heen gingen. Ik herkende de weg die we gingen, ze fietste naar haar huis. Ik verstevigde mijn grip om haar middel en liet een zacht geluid horen. Lisa trapte op de rem en draaide zich naar me om. ‘Wat is er Marije?’ vroeg ze, en ze keek me met grote ogen aan. ‘Kunnen we naar het bos gaan?’ ‘Waarom?’ ‘Ik moet je veel vertellen en dat doe ik liever niet waar iemand ons horen kan.’ Beschaamd keek ik naar mijn vingers zodat ik de afgunst die ongetwijfeld over haar gezicht zou liggen niet hoefde te zien. Zonder te reageren draaide Lisa haar fiets om en reed naar het bos. Toen we daar waren aangekomen fietste ze naar onze favoriete plek. Nog voor ze goed en wel stilstond was ik al van haar fiets gesprongen. Met mijn handen zocht ik naar het zachte mos op de grond, het was droog en dus ging ik zitten. Verlegen voelde ik met mijn handen in mijn zakken, ik ontdekte een aansteker en een sigaret. Hoe waren die daarin gekomen? Snel duwde ik ze dieper naar beneden, ik wilde er niet aan denken. Maar terwijl ik ze naar onder duwde steeg het verlangen om mijn gedachten tot rust te bannen ook. Ik dwong mezelf om Lisa niet aan te kijken, maar ze legde haar kleine warme hand onder mijn kin. Haar grote bange ogen waren op mij gericht en ik zag tranen in de hoeken blinken. Naast mij vergeleken leek ze nog zo jong, wat was ik snel oud geworden, zonder er zelf bij stil te staan. ‘Waar wilde je over praten Marije?’ Opnieuw keek ik in haar grote angstige ogen. Voorzichtig gleed mijn hand weer in mijn zak, dit keer kon ik het niet weerstaan. En met trillende handen haalde ik de sigaret en aansteker uit mijn zak. Ik liet het niet expres aan Lisa zien maar wist dat haar ogen mijn handeling gevolgd hadden. Ze zei niets maar haar ogen vertelden de afgunst die ze voelde beter dan woorden ooit zouden kunnen doen. Ook ik zei niets en stak hem aan, de heerlijke verdovende geur omringde me en mijn hoofd werd leeg. Het gevoel van een donzig verenkussen onder me en de zachte, warme en strelende lucht rondom me lieten me veilig voelen. ‘MARIJE!’ gilde Lisa ontsteld. Mijn veilige en warme omgeving leek te trillen en vervolgens te breken, er was opeens niets meer van over. In mijn ogen welden tranen op. 25 Ik brak compleet in stukken, niets leek me
© Diana Lammers
14
nog bij elkaar te houden, alleen de grond onder me zorgde ervoor dat ik niet in een eindeloze diepte viel. De tijd leek niet voorbij te gaan, misschien lag ik wel uren achter elkaar roerloos op de grond, wegkwijnend in mijn eigen ongeluk. Mijn ademhaling was onregelmatig en neigde naar een hyperventilatie. Al die tijd dacht ik dat Lisa zonder om te kijken weg was gefietst, totdat ik haar warme hand op mijn schouder voelde, ze probeerde me overeind te helpen. ‘Marije, het is niet jou schuld. Je moet me vertellen wat er allemaal aan de hand is. En al helemaal waarom jij wiet rookt.’ Haar stem klonk alles behalve boos, ze klonk juist ongerust en leek zich oprecht zorgen om mij te maken. Moeizaam probeerde ik mezelf weer bijeen te schrapen maar het lukte me niet om mijn ademhaling voldoende te vertragen. Behulpzaam vormde Lisa een bakje met haar handen die ze om mijn neus en mond vouwde. Het hielp en na een kwartier was ik weer in staat om normaal adem te halen en de omgeving in me op te nemen. De grote groene bomen die ons kleine veldje omheinde, tussen de boomstammen stond hoog gras met felgekleurde bloemen. Het veldje was in zijn geheel bedekt met het zachtste mos dat in het bos te vinden was. Ik stond op het punt om mijn verhaal te vertellen, de woorden brandden op het puntje van mijn tong. Lisa keek me doordringend en liefdevol aan, en ik was er zeker van dat wanneer ik haar mijn verhaal zou vertellen ze me daarom niet zou veroordelen maar me zou helpen zoeken naar een oplossing. ‘Begin bij het begin,’ zei Lisa uit het niets, alsof ze mijn gedachten had gelezen en wist dat ik geen idee had waar ik mijn verhaal moest starten. ‘Al vanaf het begin van het schooljaar kijkt Frank naar me, iedere keer wanneer hij de kans krijgt raakt hij me subtiel aan op zo’n manier waarop een leraar zijn leerling niet aan hoort te raken.’ ‘Wat Frank?’ onderbrak Lisa me, haar gezicht was vertrokken in een angstige en tegelijkertijd ongelooflijke blik. ‘Ja. Maar dat was niet alles. Op een bepaald moment hield hij me na de les tegen en ging hij verder. Toen heeft Sandra mij gered. Ik ben haar zoveel verschuldigd, ze is echt geweldig.’ Op dat moment wist ik dat ik geen kwaad woord over Sandra zou kunnen spreken, ik zou een andere vage smoes verzinnen voor het feit dat ik drugs op zak had en het ook gebruikte. Alles zou ik doen om ervoor te zorgen dat Sandra na al haar zorgen voor mij niet in de problemen zou komen. Ik ging nog maar weinig naar school, meer dan één lesuur kon ik me niet concentreren dan was ik volledig uitgeput en moest ik uitrusten. Dan ging ik weer met Sandra naar huis, waar ik nu zo ongeveer woonde. Ze was met me mee naar huis gegaan en ik had mijn moeder verteld dat ik van de psycholoog tijdelijk bij iemand anders moest blijven om alles te verwerken. Door de brief die Sandra heel goed nagemaakt had geloofde mijn moeder het meteen. In eerste instantie was alles fijn bij Sandra thuis, ik mocht alles doen waar ik zin in had en kreeg om de zoveel tijd een sigaret om te ontspannen, iets dat me erg goed hielp. Soms moest Sandra weg, maar altijd was ze binnen een paar uur terug. Die week ging ik helemaal niet naar school, ik stuurde Lisa een sms om haar te laten weten dat ik ziek was en dat Sandra goed voor me zorgde. Ze kwam zelfs één keer langs, maar om een vreemde reden 26
© Diana Lammers
15
voelde ze zich niet thuis bij Sandra, daarom spraken we af dat ik haar zou komen opzoeken zodra ik me beter voelde. Maar tot nu toe, drie weken later, was dat moment nog altijd niet gekomen. O, ja ik sprak Lisa op school in dat ene uurtje per dag dat ik kwam, dat was net voldoende om haar gerust te stellen. Zodra Sandra me weer thuis gebracht had namen we beiden een joint, ik kon ondertussen niet meer zonder. En hoewel het me goed deed bleef ik altijd nog iets last houden van mijn astma, maar niet zodanig dat ik de sigaretten zou opgeven. Iedere avond kwamen er vrienden van Sandra langs, omdat het er zoveel waren kon ik ze onmogelijk uit elkaar houden. Sommigen brachten alleen wat nieuw spul terwijl anderen langer bleven en een gezellige avond met ons vulden, vaak tot diep in de nacht gingen we door. Dat laatste verklaarde mijn vermoeidheid iedere ochtend als ik weer naar school toe ging. Ook Frank had ik twee keer gezien, maar Sandra nam hem snel mee naar haar eigen kamer en stuurde hem vervolgens weer weg. Al die tijd dat hij binnen was kroop ik zo diep mogelijk weg onder de dekens en hield ik mijn adem zo lang mogelijk in. Ik begreep niet waarom Sandra zich niet tegen hem verzette, hij leek haar volledig in zijn grip te hebben. ‘We krijgen weer bezoek vanavond Marije.’ ‘Wie?’ wilde ik weten. Niet dat het ook maar iets zou uitmaken omdat ik de persoon toch niet zou kennen. ‘Ehm.. Fr.. een vriend,’ prevelde Sandra nerveus. Ze stond op en liep naar de keuken, al snel kwam ze terug met een glas drinken. Er ging een vreemde scherpe geur vanuit en ik keek haar wantrouwend aan. ‘Een kruidendrankje, dat is goed voor je.’ Ik glimlachte en nam het drankje aan. Voorzichtig nam ik een slokje, het brandde in mijn keel. Moedig zette ik door, Sandra wist veel van kruiden dus ook dit zou wel goed komen. Ik had het glas leeg en liet me achterover vallen op de bank, even staarde ik stilletjes naar het plafond. Mijn hoofd voelde erg licht aan, alsof het helemaal leek was, mijn omgeving was wazig en ik niets leek me meer pijn te kunnen doen. Weer had Sandra me een nieuwe fijne omgeving leren kennen, ik glimlachte. Toen ik de deur open hoorde gaan en een bekende stem waarnam werd ik niet ongerust, rustig bleef ik op de bank wachten tot hij door de deur naar binnen zou komen. 27 Frank liep met opgeheven hoofd de kamer binnen, zijn ogen blonken gevaarlijk terwijl hij me vleiend aankeek. Eerder zou ik waarschijnlijk bang zijn weggekropen in een hoekje, maar nu voelde ik geen angst en dus bleef ik zitten waar ik zat. Hij kwam dichterbij en ging zelfs naast me op de bank zitten. ‘Lieve Marije, wat heb ik jou lang moeten missen. Heb je mij ook gemist?’ Ik knikte stilletjes en wist niet wat ik terug moest zeggen op de vleiende woorden. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was legde hij zijn arm om me heen om me vervolgens dichter naar zich toe te trekken. Sandra was ook gaan zitten en keek ons aan, ze had haar handen op haar schoot tot vuisten gebald. ‘Is er iets Sandra.’ ‘N.. nee, niets!’ antwoordde ze iets te fel. ‘Kom er ook bij zitten lief. Er is genoeg mij voor jullie beiden.’ Er verscheen een glimlach op haar gezicht maar ze kwam niet direct bij ons zitten. Eerst liep ze naar de keuken. Al snel kwam ze terug, ze had een joint meegenomen. ‘Iemand?’ vroeg ze nonchalant.
© Diana Lammers
16
We knikten beide en ik wist zonder te kijken te vertellen dat we erg blij keken. Of in ieder geval ik. ‘Heb je ook wat te drinken?’ Gefrustreerd keek ik Frank aan, moest hij het nu echt voor mij verpesten. Ik trok een pruillip. De twee volwassenen barstten in lachen uit. Sandra liep de keuken weer in en kwam terug met een grote fles gevuld met witte vloeistof. Steeds ongeduldiger zat ik op de bank, en hupste van mijn ene op mijn andere been. ‘Hier, neem jij maar eerst ongeduldig kindje.’ Daarna ging de tijd erg snel. Ik kon me niet meer herinneren wat er allemaal gebeurt was. Het eerste dat ik me weer kon herinneren was dat ik wakker werd met een hevige hoofdpijn en zeer ernstige spierpijn. In mijn kamer was het donker maar zodra ik me goed genoeg voelde deed ik het licht aan. Snel pakte ik mijn ochtendjas van de stoel en trok die aan. Door mijn veel te snelle bewegingen leek de kamer voor even om mij heen te draaien. Ik zocht nog naar steun aan de muur maar was veel te langzaam, ik viel met een bons op de grond. Het was zwart om me heen, waarschijnlijk omdat ik mijn ogen dicht had gedaan vanwege de hevige pijn. ‘Gaat het lieverd?’ vroeg Sandra vanuit de verte. Schor hoorde ik mijn eigen antwoord dat uit enkele loze lettergrepen bestond de ruimte in gaan. ‘Je ziet er ziek uit. Ik leg je wel in mijn bed dan kun je daar bijkomen.’ Ze tilde me voorzichtig op, alsof ik niets woog en bracht me naar had bed. Daar keek ik haar verbaasd aan, ze zag er alles behalve sterk uit. ‘Sandra?’ vroeg ik, mijn stem nog altijd rauw en schor. Ze draaide zich naar me om en kwam naast me op het bed zitten alsof ze verwachtte een lang verhaal te moeten aanhoren of vertellen. ‘Wat is er gisteravond gebeurd? Ik kan me niets herinneren, het lijkt één groot zwart gat te zijn.’ Ik hoorde Sandra slikken toen ik mijn vraag stelde. ‘Je was al een beetje koortsig dus ben je vroeg naar bed gegaan. Je moet zeker diep hebben geslapen.’ Het antwoord kwam er vloeiend uit maar klonk onzeker, alsof er iets werd verborgen voor mij. Ik wilde verder vragen, maar toen ik mijn mond opende om verder te vragen ging de telefoon. Sandra stond op en liep meteen naar de hal om de telefoon op te nemen. ‘Je gaat vanaf morgen weer gewoon naar school,’ gebood Sandra me met een serieuze toon in haar stem. Ik keek haar niet begrijpend aan, vanwaar die plotselinge verandering? Al weken achter elkaar hield ze me bewust weg van school en moest ik “werken” om in onderhoud te voorzien voor mezelf. ‘Hoe.. waarom?’ vroeg ik verward. Na het bezoek van Frank een paar weken geleden was er zoveel veranderd, en nu moest ik opeens terugkeren naar mijn oude leventje? Ik begreep er niets van. ‘Geen vragen, je zult je toetsen toch moeten halen anders kun je niet over naar het volgende jaar.’
28
© Diana Lammers
17
Ze klonk streng, zoals ze aldoor deed de laatste tijd. Tegensputteren had geen enkele zin, haar wil was zo ongeveer wet en als ik niet deed wat ze me opdroeg kreeg ik de volgende dag niet mijn benodigde “spul”. De volgende ochtend stond ik met tegenzin onder de douche, het warme water liep in straaltjes over mijn koude huid. Ik kon het niet warm krijgen, daar leek ik de laatste tijd steeds meer moeite mee te hebben. Sandra klopte op de deur. ‘Schiet je op? Je kunt beter niet te laat komen.’ Zuchtend draaide ik de kraan uit. Tien minuten later stapte ik de badkamer uit, ingepakt in een dikke trui en om mijn nek een dikke sjaal. ‘Marije, dit kan echt niet, het is twintig graden. Zo kun je de deur niet uit.’ Behendig duwde ze me terug de badkamer in. Met een paar simpele bewegingen trok ze mijn trui weer uit en hielp ze me in een strak shirtje met driekwart mouw. De sjaal mocht ik gelukkig weer om doen. ‘Moet ik echt?’ vroeg ik nog één keer hoopvol. ‘Ja.’ Was het korte antwoord dat ik kreeg. We liepen naar de deur, maar toen ik daar aankwam merkte ik dat ik alleen was. Ik draaide me om en zag nog net dat Sandra naar me toe kwam lopen. ‘Hier, het heeft niet hetzelfde effect maar zal je door je schooluren heen helpen.’ Het pakje sigaretten in mijn hand voelde zwaar aan. Wat moest ik ermee, ik was er zeker van dat het effect alles behalve hetzelfde zou zijn. In al die tijd was ik dan misschien veel vergeten, maar ik was niet vergeten dat ik astma had en dat sigaretten daar nooit een goede invloed op hadden uitgeoefend. Het schoolplein was vol, iedereen genoot uitbundig van het prachtige weer, maar ik kon er niet van genieten. Opeens werd ik ontzettend nerveus, misschien wilde niemand nog wat met me te maken hebben nu ik zo lang niets van me had laten horen. Zelfs mijn contact met Lisa was verdwenen. Het was niet zo geweest dat ik geen contact wilde zoeken, ik mocht het niet, dat was niet veilig of zo. Om mijn zenuwen in bedwang te krijgen pakte ik toch een sigaret uit het pakje. Toen ik de eerste rook uitblies kwam Lisa op me toe gelopen. ‘Marije? Ben je echt terug?’ Ze liep enthousiast op me af en negeerde de sigaret die ik in mijn hand had. Tijdens de omhelzing die ze me gaf kuchte ze zachtjes. Ook ik begon een klein beetje te hoesten. ‘Ja, ik ben echt terug,’ antwoordde ik blij. Blij omdat ze me niet aan de kant had geschoven, blij dat ze me toch nog wilde kennen. Ik inhaleerde opnieuw, blies de rook uit en hapte nog eens naar lucht. Maar in plaats van een vlaag lauwe lucht die tot diep in mijn longen doordrong voelde ik hevige steken in mijn borststreek. Hoestend probeerde ik de steken weg te krijgen, maar ze werden er alleen maar erger van. ‘Gaat het wel goed?’ ‘Ja, het zal zo wel over gaan.’ Mijn stem piepte en kraakte, de pijn leek bijna ondraaglijk te zijn geworden. Gedwongen door mijn eigen lichaam ging ik zitten op de grond, ik leunde half naar achteren en voelde dat er langzaam weer een klein beetje lucht in mijn longen binnen kwam. Niet zoals het
29
© Diana Lammers
18
hoorde te zijn, er leek een dikke slijmlaag in de weg te zitten en mijn borst wilde bijna niet bewegen om meer lucht toe te laten. De schoolbel ging en ik krabbelde met een van pijn vertrokken gezicht weer overeind. Lisa probeerde me terug op de grond te dwingen maar ik maakte haar duidelijk dat ik hoe dan ook naar de les zou moeten gaan. Ze begreep niet waarom ik opeens zo gedreven was om weer lessen te volgen terwijl ik weken achter elkaar niet eens in de buurt van school was geweest. Maar mijn verhaal was te complex en gevaarlijk om haar erin te betrekken. ‘Marije, ga jij maar voorin zitten.’ We hadden Engels en ik had geen idee waar we het over hadden. Lisa wilde naast me gaan zitten maar werd door de leraar naar haar eigen plaats gestuurd. Het lesuur leek ongelooflijk traag te verlopen, de wijzers van de klok gingen haast achteruit in plaats van vooruit. Ook de rest van de dag ging ontzettend traag voorbij, als laatste hadden we gym. Op het gezicht van Frank verscheen een brede glimlach toen hij mij zag aankomen. Er ging een rilling over mijn rug en ik greep Lisa’s arm vast. 30 ‘Goedemiddag Marije,’ zei hij uiterst beleefd. Ik zei niets en sliep snel naar de kleedkamers. Over het omkleden deed ik erg lang. De les was al begonnen toen ik binnenkwam. We moesten rennen en omdat ik wilde voorkomen dat er een reden zou zijn waarom ik na de les zou moeten blijven deed ik fanatiek mee. Maar mijn lichaam kon het niet aan om zo fanatiek en actief bezig te zijn. De steken die ik die ochtend gevoeld had keerden terug, maar dit keer voelde ik ook een zware druk op mijn borst. Half zitten op de grond gaf ook geen verlichting. Ik wilde schreeuwen maar er kwam geen geluid over mijn lippen. Met veel pijn en moeite wist ik nog net genoeg zuurstof binnen te krijgen om mezelf bij bewustzijn te houden. Niet alleen had ik pijn, het was ook erg vermoeiend en ik sloot mijn ogen. Langzaam, zonder dat ik het zelf doorhad zakte ik weg. Herinneringen aan de laatste maanden kwamen opeens extreem helder naar voren. “MIJN OUDERS WAREN GESCHEIDEN NA EEN EXTREME RUZIE. MIJN MOEDER GAF MIJ ER DE SCHULD VAN EN DAT WAS DE EERSTE KEER DAT IK BLAUWE PLEKKEN OPGELOPEN HAD DOOR HAAR TOEDOEN. ZE WAS VAAK BOOS OP ME EN SLOEG ME IN EEN OPWELLING. IN DE KLAS WAS IK EEN TERUGGETROKKEN PERSOON EN DAT WERD IK ALLEEN MAAR MEER. FRANK, ONZE DOCENT LICHAMELIJKE OPVOEDING LEEK VEEL INTERESSE IN MIJ TE TONEN. OP DAT MOMENT WIST IK NOG NIET DAT HIJ MEER WAS DAN ALLEEN EEN DOCENT OP DE MIDDELBARE SCHOOL. DE CONCIËRGE
SANDRA WAS ERG BEHULPZAAM EN NAM HET VOOR ME OP. MAAR OOK ZIJ BLEEK NIET GOED VOOR MIJ TE ZIJN, IK RAAKTE VERSLAAFD AAN DRUGS EN OP EEN GEGEVEN MOMENT DWONG ZE MIJ MET BEHULP VAN ALCOHOL EN ANDERE VERDOVENDE MIDDELEN ERTOE OM MANNEN HET HOF TE MAKEN OF ALS SPEELGOED VOOR HEN TE DIENEN.”
Nu, lief dagboek zit ik hier met tranen in mijn ogen de woorden neer te pennen. Hoe heeft mijn fantasie zo met mij op de loop kunnen gaan. Het lijkt allemaal zo realistisch te zijn, maar diep van binnen weet ik wel beter. Mijn leven lijkt één boze droom en hoe meer ik probeer te vluchten in mijn verbeelding hoe angstaanjagender deze nachtmerrie lijkt te worden. Ik kan het nog altijd niet geloven dat papa echt is overleden en nooit meer zal terugkomen. Zonder hem is mijn leven nooit meer het zelfde, ik mis zijn veilige armen om in weg te kruipen. Zijn rustgevende stem die mijn kalmeerde wanneer ik weer een astma aanval had, en er is nog zoveel meer.
© Diana Lammers
19
Lief dagboek, echt iedereen om mij heen is zo lief voor me. Maar ik kan het niet accepteren, liefde doet mij zoveel pijn maar tegelijkertijd is dat precies wat ik nodig ben. Als ik terugkijk naar de afgelopen periode, zie ik dat er drastisch iets moet veranderen. Misschien is dit het moment waarop ik besluit om het anders aan te pakken. Dag lief dagboek, bedankt voor alles! Ik knipperde met mijn ogen tegen het felle zonlicht dat de witte kamer binnenkwam. Ik dacht even na om vervolgens te herinneren dat ik in het ziekenhuis lag vanwege een longontsteking die met dank aan mijn astma veel heviger was geworden. Hoe lang ik precies had geslapen wist ik niet, maar ik had een vreselijke nachtmerrie gehad. Naast mij, op het nachtkastje, lag mijn dagboek. De laatste beschreven pagina lag open naar boven, ik herkende mijn eigen handschrift en besefte dat ik al eerder wakker moest zijn geweest om dit op te schrijven, maar hoe hard ik ook mijn best deed, ik kon het me niet herinneren. Mama kwam mijn kamer binnen en omhelsde me liefdevol. ‘Alles komt goed meisje, je zult snel beter worden. Ik houd van je!’ ‘Ik ook van jou mam, ik ook van jou!’ Met een subtiel handgebaar sloot ik mijn dagboek, niemand hoefde dit ooit te lezen. Het boek was uit en mijn leven stond op het punt om een nieuw pad in te slaan. EINDE
© Diana Lammers
20