Paritaiire comm missie ‘d decentra alisatie’ WERKG GROEP VR RIJE TIJD
Algemene cconclusies 1. Algem mene kaderin ng van de op pdracht 2. Algem mene bevindiingen van de d werkgroeep 3. Doelsttellingen geg gevensregisttratie en mo onitoring 3.1. Doelstelling van v gegeven nsregistratiee en monitorring 4. Voorsttellen tot monitoring m in n de toekom mst 4.1. W We stemmen n de verschilllende strom men van dattaverzameling op elkaaar af, zowel inhoudelijk k als in de tijd. 4.2. W We ontsluiten n de data op een centraaal platform m. 4.3. De opgevraag gde data wo ordt verrijkkt met eigen data of datta uit anderre sectoren. 5. Voorsttellen tot veervolg van de d werkgroeep BIJLAGE 1 - Huidige situ uatie BIJLAGE 2 – samenstellling werkgroep vrije tij d
Parritaire co ommissie ‘decentrralisatie’’
ALGEMEENE CONCLUSIES Werkgrroep Vrijje Tijd
INHOUDSSOPGAVE Inhoudsopggave .................................................................... ................................................................................................................................. 1 1 1. ALGEM MENE KADER RING VAN DE E OPDRACH HT ............................................................................................................................. 2 2 2. ALGEM MENE BEVIND DINGEN VAN N DE WERKG GROEP .................................................................................................................. 2 2 3. DOELSSTELLINGEN GEGEVENSR REGISTRATIEE EN MONITO ORING ......................................................................................... 3 3 3.1. Doelstelling van v gegeven nsregistratiee en monitorring ............................................................................................. 4 4 4. VOORSTELLEN TO OT MONITORING in de to oekomst .............................................................................................................. 4 4 4.1. W We stemmen n de verschilllende strom men van dattaverzameling op elkaaar af, zowel inhoudelijk k als in de tijd...................................................................... ................................................................................................................................ 4 4 4.2. W We ontsluiten n de data op een centraaal platform m. .................................................................................................. 5 5 4.3. De opgevraag gde data wo ordt verrijkkt met eigen data of datta uit anderre sectoren. ....................... . 5 5 5. VOORSTELLEN TO OT VERVOLG G VAN DE W WERKGROEP .......................... . ............................................................................ 6 6 BIJLAGE 1 - Huidige situ uatie ......................................... .................................................................................................................................7 7 BIJLAGE 2 – samenstellling werkgroep vrije tij d ........................................................................................................................... 166
1
1.
ALGEMENE KADERING VAN DE OPDRACHT
Het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 legt grote nadruk op sterke gemeenten met meer bevoegdheden en taken, meer autonomie en verantwoordelijkheid, meer beleidsruimte. Binnen dit kader bepaalt het Vlaams regeerakkoord: “De Vlaamse Regering engageert zich om, in een paritair (Vlaanderen/lokale besturen) samengestelde commissie, na te gaan op welke terreinen de autonomie van de lokale besturen kan verhoogd worden, met name voor welke concrete bevoegdheden van het lokale bestuursniveau het niet meer of minder nodig is dat Vlaanderen sturend optreedt. Deze doorlichting zal het eerste jaar van de legislatuur georganiseerd worden, samen met de gemeenten en provincies, en dient voor 31 maart 2015 tot concrete resultaten te leiden.” In de nota aan de Vlaamse regering van 10 oktober 2014 werd de paritaire commissie decentralisatie opgericht. De paritaire commissie is samengesteld uit een aantal subwerkgroepen zoals de werkgroep ‘Vrije Tijd’. De paritaire commissie vrije tijd (samenstelling als bijlage) focuste op de wederzijdse monitorbehoeften van lokale besturen en de Vlaamse overheid. Want na de overheveling van de sectorsubsidies (sport, jeugd en cultuur) in de algemene financiering (gemeentefonds), valt er nog maar weinig te decentraliseren. Ondanks de zo goed als totale beleidsvrijheid die lokale besturen wordt geboden bij het uittekenen van het lokale cultuur, jeugd en sportbeleid, is er nood aan een nieuwe relatie tussen de lokale overheid en de Vlaamse overheid. Voor beide besturen is het aangewezen om een slagkrachtige verbinding uit te werken waarin de informatie- en monitoringsbehoefte vorm krijgt, al was het maar om een overkoepelend overzicht te kunnen bewaren op het beleidsveld. Er wordt onderzocht hoe een evenwicht kan worden gevonden tussen deze informatiebehoefte en het respect voor de autonome beleidsruimte. Tevens moet er over gewaakt worden dat we niet evolueren van een planlast naar een rapporteringslast.
2.
ALGEMENE BEVINDINGEN VAN DE WERKGROEP
De vergaderingen verliepen in een constructieve en open sfeer. Binnen haar bevoegdheid over de culturele aangelegenheden speelt de Vlaamse overheid een centrale rol in het ontwikkelen van een strategisch kader voor het cultuur-, het jeugd- en het sportbeleid. Monitoring van de beleidsuitvoering is inherent verbonden aan deze bestuurlijke verantwoordelijkheid. Beleidsontwikkeling is niet mogelijk zonder een degelijke kennis van het landschap en evaluaties van het bestaande beleid. Zowel de cultuursector, de jeugdsector als de sportsector kennen een sterke verwevenheid tussen wat op lokaal vlak gebeurt en wat op een regionaal niveau gebeurt. De laatste jaren heeft zich binnen cultuur, jeugd en sport een verregaande decentralisatie voltrokken. Ondanks de autonomie die de lokale besturen krijgen bij het uittekenen van hun vrijetijdsbeleid, wil het Vlaams niveau ook in de toekomst een overkoepelend overzicht bewaren over de beleidsvelden. Een goede dataset ontwikkelen is in dat perspectief wenselijk, met respect voor het MAGDA-principe (MAGDA staat voor ‘Maximale GegevensDeling tussen Administraties) en met de ambitie een win-win te realiseren in de dataverzameling, informatiedeling en publieksontsluiting. We willen onderzoeken hoe een evenwicht kan worden gevonden tussen de monitoring op Vlaams niveau met de daaraan verbonden vraag voor informatiedeling en de beleidsautonomie van steden en gemeenten. 2
3.
DOELSTELLINGEN GEGEVENSREGISTRATIE EN MONITORING
Zowel de lokale besturen als de Vlaamse overheid willen weten wat er ‘leeft en speelt’ in de beleidsdomeinen cultuur, jeugd en sport. Het is daarom belangrijk om via een onderling akkoord over de dataset en de monitoring deze informatie te ontsluiten en toegankelijk te maken. Door open-data beschikbaar te maken voor lokale besturen is het mogelijk dat zij zich kunnen vergelijken (benchmarking) met andere lokale besturen. Relevante data zijn immers een belangrijk instrument om hun lokaal beleid te (laten) inspireren en te innoveren. Door deze data voor iedereen toegankelijk te maken kunnen ook andere actoren (bijvoorbeeld onderzoekers) deze data gebruiken en vermijden we dubbele bevragingen (MAGDAprincipe). De focus van gegevensregistratie en monitoring moet liggen op relevantie zowel voor de lokale besturen als voor de Vlaamse overheid. Door deze manier van (samen)werken faciliteren we een complementair beleid. Het benoemen van de randvoorwaarden, het zoeken en ontwerpen van de nodige instrumenten is een ‘work in progress’ en zal in overleg met de betrokkenen (lokale overheid, VVSG en de Vlaamse overheid) worden uitgewerkt. Relevante data Relevante data vatten we samen onder drie grote noemers: 1. Werking en organisatie: tewerkstelling (personeelsinzet), eigen werking, overdrachten naar derden voor taken/opdrachten ter uitvoering van gemeentelijk beleid … 2. Beheer en infrastructuur: investeringen, tariefbeleid, collecties, relatie behoefte-aanbod … 3. Publieksbereik en participatie: gebruiks- en gebruikersprofielen, deelname en tevredenheidsmeting, non-participatie, participatie-effecten … Gemeenten wijzen op het belang van data over: 1.
klassiek bevraagde sectoren/segmenten (bv. bibliotheken, cultuurcentra, zwembad) en minder klassieke, nieuwe sectoren/segmenten (bv. sociaal-artistieke projecten, buurtsport)
2. in gemeentelijk, intergemeentelijk of regionaal en Vlaams verband Het wisselend detailniveau waarop data relevant zijn, is ook belangrijk zowel: 1.
geografisch (intergemeentelijk/regionaal, stad/gemeente, district/deelgemeente, wijkniveau)
2. inhoudelijk (sector/deelsector of segment) 3. publieksbereik (categoriaal: traditioneel/niet-traditioneel)
3
3.1.
Doelstelling van gegevensregistratie en monitoring
De doelstelling van gegevensregistratie en monitoring is tweeledig:
4.
•
Een beleidsmatige invalshoek: op basis van een aantal indicatoren kunnen omvang, veranderingen en evoluties in beeld gebracht worden. Door de ontsluiting van relevante gegevens zullen deze bruikbaar zijn voor beleidsdoeleinden, verder onderzoek en voor informatiedeling met een breder en geïnteresseerd publiek.
•
Een organisatiegerichte invalshoek: de gegevens kunnen omwille van hun gestandaardiseerde indicatoren ook gebruikt worden door de verschillende lokale besturen om hun eigen ontwikkeling op te volgen en om zich te benchmarken met andere (gelijkaardige) lokale besturen.
VOORSTELLEN TOT MONITORING IN DE TOEKOMST
Op basis van de algemene bevindingen was de werkgroep het eens over het volgende toekomstperspectief voor monitoring:
De Vlaamse overheid vertrekt bij haar monitoring vanuit de lokale informatiebehoefte. Zo kan Vlaanderen mee het lokale beleid ondersteunen en versterken. Hiertoe staan 3 principes centraal: 1. We stemmen de verschillende stromen van dataverzameling op elkaar af, zowel inhoudelijk als in de tijd. 2. We ontsluiten de data op een centraal platform, minstens voor de cluster vrije tijd (cultuur-jeugd-sport), maar liefst ook verder afgestemd met andere sectoren. 3. De opgevraagde data worden verrijkt met eigen data of data uit andere sectoren.
4.1.
We stemmen de verschillende stromen van dataverzameling op elkaar af, zowel inhoudelijk als in de tijd.
De huidige monitoringsinstrumenten binnen cultuur, jeugd en sport zijn Bios, Bloso databank Sportelen, Bloso Sportdatabank, CCinC, Cijferboek cultureel erfgoed, Cijferboek Jeugd, Cijferboek Sport en de VIA bevraging. In bijlage 2 is een overzicht weer gegeven. De Vlaamse overheid zal een instrumentele en beleidsmatig geïnspireerde relevante dataregistratie en monitoringtool voor de cultuur-, jeugd-, en sportsector uitbouwen, waarbij zal ingezet worden op overkoepelende interpretatie en duiding, die benchmarking mogelijk maakt. Zowel de timing, de inhoud als het bevragingssysteem zal opgesteld worden in nauw overleg met de lokale overheden en in samenwerking met de steunpunten, onderzoekcentra en universiteiten. De daaruit voortvloeiende afspraken met steunpunten en/of belangenbehartigers over databevragingen leggen we vast in de beheersovereenkomsten die de Vlaamse overheid sluit met deze organisaties. 4
4.2.
We ontsluiten de data op een centraal platform.
De verschillende databevragingen leveren een rijke en diverse set aan data op. Voor de cultuur-, jeugd- en sportsector worden die data verzameld in een centraal Datawarehouse. Die centrale dataverzameling vergemakkelijkt de centrale ontsluiting van de data. De terugkoppeling van de verzamelde gegevens naar lokale besturen wordt als essentieel beschouwd. Vanuit de Vlaamse administratie streven we naar de ontwikkeling van één centraal dataplatform. Er wordt momenteel, als een pilootproject, gewerkt aan de ontsluiting van de data uit Bios en CCinC. Hiervoor zal Qlikview worden gebruikt, een Business Intelligence (BI) tool voor data analyse en rapportage, dat ook door andere entiteiten binnen de Vlaamse overheid zal worden geïmplementeerd. Dit centraal platform, op basis van Qlikview, willen we in de nabije toekomst verder uitbouwen met andere datasets. In dit proces wordt ook afstemming gezocht met andere beleidsdomeinen en Statistiek Vlaanderen om ervoor te zorgen dat gemeenten op één plaats data over verschillende beleidsdomeinen kunnen raadplegen.
4.3.
De opgevraagde data wordt verrijkt met eigen data of data uit andere sectoren.
Het is niet de bedoeling van deze nieuwe dataregistratie en monitoringtool om een evaluatieinstrument te bouwen, maar wel om een informatief instrument te ontwikkelen ter ondersteuning van beleidsvoorbereiding en -evaluatie en vergelijking (benchmarking). Door de centrale verzameling van data (zowel monitorings-, subsidie- als onderzoeksgegevens) kan er vanuit de Vlaamse overheid werk worden gemaakt van het gericht samenbrengen van verschillende datasets. De (sub)sectorale bevragingen kunnen op die manier worden verrijkt met gegevens uit andere bevragingen of registraties. De Vlaamse overheid bewerkt de data en zet in om dit materiaal op een goede toegankelijke manier te ontsluiten (kant- en klare rapporten, fact sheets, dashboards,….). Deze informatie wordt ontsloten voor lokale besturen en voor burgers. De Vlaamse overheid zal zich verder inzetten om relevante gegevens op kaart te zetten (samenwerking met Geopunt). Zo zullen lokale besturen en hun burgers het vrijetijdsaanbod (jeugd, sport en cultuur) in hun gemeente visueel weergegeven zien. De beschikbare datasets zullen meer worden gebruikt als uitgangspunt voor of als ondersteuning bij beleidsmatig onderzoek. Ook bij voor de lokale besturen relevant onderzoek wordt telkens onderzocht hoe de resultaten op een toegankelijke manier kunnen worden teruggekoppeld.
5
5.
VOORSTELLEN TOT VERVOLG VAN DE WERKGROEP
De Vlaamse overheid engageert zich om op basis van de drie basisprincipes haar registratie- en monitoringsbeleid over lokale overheden in de sectoren cultuur, jeugd en sport verder uit te bouwen en bij te sturen, in voortdurend overleg met de lokale overheid. De doelstelling is het beleid, zowel op lokaal als Vlaams niveau, te voeden met relevante gegevens over de vrijetijdsbeleving en – besteding in de Vlaamse gemeenschap. Het is geenszins de bedoeling extra planlast op te leggen aan de lokale besturen. De dataset zal daarom opgesteld worden met respect voor het MAGDA-principe . Er wordt overeengekomen om een werkgroep op te richten om een nieuwe dataset te ontwikkelen waarin naast de beide overheden ook vertegenwoordigers van de steunpunten zullen uitgenodigd worden.
6
BIJLAGE 1 - HUIDIGE SITUATIE De Vlaamse overheid bevraagt lokale besturen en lokale overheidsdiensten op verschillende vlakken en met verschillende doeleinden. We brengen hieronder in kaart welke bevragingen de Vlaamse overheid op dit moment organiseert in de sectoren cultuur, jeugd en sport. De doeleinden van die bevragingen zijn op te delen in drie niveaus: in functie van monitoring, subsidiëring en onderzoek.
Monitoring Deze bevragingen bij lokale besturen of lokale overheidsinstellingen gebeuren met het oog op verzameling en ontsluiting van lokale gegevens. Verder in dit document komt de ontsluiting van deze gegevens (naar de lokale besturen, naar de sector of naar het brede publiek) nog aan bod. Bevraging
sector
organisator bevraging
verplicht/ facultatief
periodiciteit
respons-graad (bij betrokken lokale besturen)
Bios
Cultuur
Departement
verplicht
jaarlijks
100%
Bloso databank Sport Sportelen
Bloso
facultatief
doorlopend
nvt
Bloso Sportdatabank Sport
Bloso
facultatief
doorlopend
nvt
CCinC
Departement
verplicht
jaarlijks
100%
Cultuur
Cijferboek cultureel Cultuur erfgoed°
FARO en facultatief Departement
tweejaarlijks
96%
Cijferboek Jeugd
Jeugd
Departement
facultatief
driejaarlijks
90%
Cijferboek Sport
Sport
Departement
facultatief
Driejaarlijks
90%
Departement
facultatief
jaarlijks
90%
VIA bevraging Cultuur, (tewerkstelling) Jeugd, Sport
° Het Cijferboek cultureel erfgoed verzamelt tweejaarlijkse cijfergegevens over de werking van de erkende (met kwaliteitslabel) musea, archiefinstellingen en erfgoedbibliotheken, van de landelijk gesubsidieerde erfgoedorganisaties en van de erfgoedcellen. 110 van de 115 organisaties vulde in 2012 de vragenlijst in.
7
De data die in deze bevragingen worden verzameld kunnen worden teruggebracht naar zeven grote clusters: contactgegevens, infrastructuur, tarieven, tewerkstelling, aanbod (clubs, initiatieven, organisaties, verengingen, activiteiten, collecties, dienstverlening), participatie en financiën. welke gegevens
waar bevraagd
relevantie
contactgegevens
Bios, Bloso databank Sportelen, Bloso sportdabank, CCinC, cijferboeken
Het centraal verzamelen van contact- en adresgegevens heeft enerzijds planlastvermindering tot doel (één centrale plek om gegevens bij te houden) en creëert anderzijds de mogelijkheid om die gegevens op een uniforme manier te gaan ontsluiten naar het publiek.
infrastructuur
Bios, Bloso Door het verzamelen van infrastructuurgegevens kan het sportdatabank, CCinC, publiek worden geïnformeerd over de plaatsen waar ze cijferboeken terecht kunnen voor hun vrijetijdsbeleving.
tarieven
Bios
tewerkstelling
Bios, cijferboeken, bevraging
aanbod
Bios, CCinC, Door het in beeld brengen van het vrijetijdsaanbod cijferboeken, effecten vanuit lokale besturen en lokale instellingen kan de jeugdbeleid breedheid en diversiteit aan mogelijkheden voor de burgers worden geschetst.
participatie
Bios, CCinC, cijferboek jeugd (jeugdraad), cijferboek sport, cijferboek cultureel erfgoed
financiën
Bios, CCinC, cijferboek Door de financiële inspanningen (zowel uitgaven als sport, cijferboek inkomsten) in beeld te brengen wordt de economische cultureel erfgoed. impact van de vrijetijdssector beter in beeld gebracht.
Door gehanteerde tarieven op een Vlaams niveau te registreren krijgen we een beter beeld van het prijzenbeleid dat wordt gehanteerd. CCinC, Het registreren van tewerkstellingsgegevens is noodVIA zakelijk om de werkgelegenheid in de vrijetijdssectoren te kunnen blijven opvolgen. In het kader van VIA zijn bij de voorbereiding van een nieuw akkoord tewerkstellingsgegevens onmisbaar.
Bij het registreren van publieksbereik en participatie kan worden ingeschat op welke manier de vrijetijdsbeleving vorm krijgt. Voor jeugd worden geen vragen gesteld over publieksbereik en slaat participatie op de jeugdraad.
8
Subsidiëring Lokale besturen kunnen beroep doen op verschillende subsidiekanalen. De Vlaamse overheid beschikt over data door middel van de subsidiedossiers en de afrekeningen en evaluaties ervan. Deze data worden niet verzameld om te monitoren, maar om subsidies te verantwoorden. Overzicht bestaande subsidiestromen Cultuur, Jeugd en Sport waar lokale besturen kunnen op intekenen:
Subsidiestromen die specifiek bedoeld zijn voor lokale besturen Decreet/reglement
Sector
Waarop kan lokaal bestuur intekenen
Decreet lokaal cultuurbeleid
Cultuur
Wordt grotendeels geschrapt op 1 januari 84.714.059,90 2016. Vanaf 2016 kunnen Brusselse euro gemeenten en de faciliteitengemeenten intekenen op subsidies voor de openbare bibliotheek en het gemeentelijk cultuurbeleid. Voor de Brusselse gemeenten verloopt dit via beleidsplannen, voor de faciliteitengemeenten via BBC.
Cultureel-erfgoeddecreet:
Cultuur
Structurele ondersteuning van het lokale of 2.390.747 euro regionale cultureel-erfgoedbeleid. Voor de Kunststeden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven en Mechelen) en de provincies gebeurt dit via Vlaamse Beleidsprioriteiten. Andere lokale besturen kunnen een cultureel-erfgoedconvenant sluiten op basis van een intergemeentelijk samenwerkingsverband.
-
Cultureelerfgoedconvenants
-
Vlaamse Beleidsprioriteiten
Totaal 2014
bedrag
Participatiedecreet
Cultuur, - Convenanten met gemeenten voor de 356.393,94 euro jeugd en bibliotheekwerking voor gedetineerden sport - Subsidie voor gemeenten met een lokaal 977.577,93 euro netwerk voor personen in armoede - Projectsubsidies voor gemeenschapscentra 1.328.112,36 euro met een aanbod voor kansengroepen en bijzonder cultuuraanbod
Decreet lokaal sportbeleid
Sport
Wordt grotendeels geschrapt op 1 januari 15.084.255,60 2016. euro
9
Vlaams sportinfrastructuurplan
Lokaal en jeugdbeleid
Sport
provinciaal Jeugd
30% subsidie op de 12.566.910,18 beschikbaarheidsvergoeding voor de euro realisatie van sportinfrastructuur in het kader van het decreet betreffende de inhaalbeweging voor sportinfrastructuur via alternatieve financiering (PPS). De subsidie wordt jaarlijks verleend gedurende de looptijd van een met een private partner afgesloten DBFM-overeenkomst. Enkel bij oproep Wordt grotendeels geschrapt op 1 januari 21.298.000 2016 euro
Subsidiestromen bedoeld voor organisaties, waarbij ook organisaties die beheerd worden door lokale besturen kunnen intekenen Decreet/reglement
Sector
Waarop kan lokaal bestuur intekenen
Totaal bedrag 2014 (lokaal besturen)
Besluit van de Vlaamse Rege- Jeugd ring betreffende het verlenen en van investeringssubsidies cultuur voor culturele infrastructuur met bovenlokaal belang.
De Vlaamse overheid verleent investerings- 2.250.000 euro subsidies voor grote (stedelijke) en (423.011,06 sectorale accommodaties in de sectoren euro) jeugd en cultuur.
Circusdecreet
Cultuur
Lokale besturen kunnen een subsidie (55.000 euro) aanvragen voor de organisatie van een circusfestival.
Kunstendecreet
Cultuur
-Werkingssubsidies aan (113.000 euro) kunstenorganisaties van landelijk of internationaal belang. Subsidies voor kunstenprojecten van landelijk of internationaal belang. - Landelijke organisaties die onderdeel zijn van een lokaal bestuur (bvb stadstheaters) kunnen intekenen op deze subsidies. (noot: dit komt slechts bij uitzonderlijk voor).
-
Projectsubsidies Werkingssubsidies
10
Cultureel-erfgoeddecreet:
-
Cultuur
Werkingssubsidies aan cultureelerfgoedorganisaties van landelijk of (133.300 euro) internationaal belang (musea, culturele (387.888 euro) archiefinstellingen, landelijke organisaties volkscultuur, landelijke expertisecentra…) Subsidies voor cultureel-erfgoedprojecten van landelijk of internationaal belang. Landelijke organisaties die onderdeel zijn van een lokaal bestuur (bvb een museum opgericht door een gemeente) kunnen intekenen op deze subsidies. Noot: organisaties en projecten van lokaal of regionaal belang komen niet in aanmerking (want deze vallen onder de bevoegdheid van de provincies en gemeenten). Inzake het cultureel-erfgoedbeleid is er een protocol waarin bepaald is welk overheidsniveau verantwoordelijk is voor welke werkingen en projecten (lokaal / regionaal / landelijk)
Cultuur
De Vlaamse overheid koopt Topstukken / Sleutelwerken aan en geeft deze in langdurige bewaargeving van een cultureel-erfgoedorganisatie (museum of archief) van landelijk of internationaal belang. Landelijke organisaties die onderdeel zijn van een lokaal bestuur (bvb een museum opgericht door een gemeente) kunnen gebruik maken van deze regeling (bvb aangekochte Ensor werd in bewaring gegeven aan MSK Gent).
Projectsubsidies Werkingssubsidies
Topstukkendecreet
11
Decreet inzake gezond en Sport ethisch sporten
Het decreet biedt sinds kort een juridische 487.850 euro (0 basis om initiatieven ter bevordering van euro) gezond of ethisch sporten, of de organisatie van of deelname aan lerende netwerken over ethisch sporten te subsidiëren. Dit kan een mogelijkheid bieden voor lokale besturen, maar is vooralsnog geen effectieve, bestaande ‘subsidiestroom’. Deze mogelijkheid zal eerder ook na een specifiekere projectoproep invulling kunnen krijgen, afhankelijk van de budgettaire middelen.
Evenementen Vlaanderen
Evenementen worden ondersteund op 1.744.300 basis van een criterialijst en er wordt (0 euro) rekening gehouden met vooropgestelde richtbedragen. Enkel evenementen voor sporten die opgenomen zijn in de Vlaamse sporttakkenlijst kunnen een aanvraag indienen via dit subsidiekanaal. De aanvraag dient te gebeuren door verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s). In uitzonderlijke gevallen kan de subsidie ook worden toegekend aan bv. gemeentebesturen of autonoom gemeentebedrijf (AG).
Topsport Sport
euro
Evenementen ter promotie Sport van een breed sportaanbod
Als een gemeente/stad ook een vzw 176.600 euro (0 beheert die sportactiviteiten organiseert euro kunnen ze reageren op de halfjaarlijkse oproep door het indienen van een aanvraagdossier.
Jeugdverblijfcentra en hostels
Jeugdverblijfcentra die een erkenning (17.960,75 euro) hebben van toerisme Vlaanderen kunnen op basis van dit decreet onder bepaalde voorwaarden werkingsen/of personeelssubsidie ontvangen. Ook Intern Verzelfstandigde Agentschappen van lokale besturen die de specifieke opdracht hebben een jeugdverblijf te beheren kunnen beroep doen op deze subsidie.
Jeugd
12
Onderzoek Lokale besturen en gemeentelijke instellingen worden ook bevraagd met het oog op onderzoek in de sectoren Cultuur, Jeugd en Sport, soms door de overheid, vaker door en op initiatief van derden. Een alomvattende opsomming hiervan is onmogelijk, onderzoek gebeurt ook vaak éénmalig. Een aantal recente voorbeelden: onderzoeken Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport (vooral onderzoeken sport bevragen lokale besturen), effectenmeting Lokaal Cultuurbeleid (2010), toegankelijkheid Jeugdinfrastructuur (2011), effectenmeting Sport voor Allendecreet, tevredenheidsenquête (jeugdwerknet, 2012), onderzoek fuifklimaat (steunpunt jeugd, 2011), internationalisering (Jint, 2011), bevraging in functie van sportinfrastructuurplan, onderzoek ouderenbeleid bibliotheken en cultuurcentra (2011), 0-meting lokaal jeugdbeleid (2013), 1-meting , speelpleinonderzoek (2015), … In sommige gevallen beschikt de Vlaamse overheid hierdoor over data, die aanvullend aan monitoringsgegevens en subsidiegegevens worden verzameld.
13
Ontsluiting van gegevens Veel data uit vermelde bevragingen worden ontsloten naar diverse publieken (beleid, lokaal, Vlaams, breed publiek, sector, …) met het oog op verschillende doeleinden (rapportering, benchmarking, communicatie, …). We geven een overzicht: Instrument
Wat te bekijken?
website
Bibliotheekstatistieke De ingevoerde gegevens uit Bios, over www.bibliotheekstatistieken.be n de werking en output van openbare bibliotheken, kunnen vrij worden geraadpleegd in een rapporterings- en benchmarkingstool. Cijferboek erfgoed
cultureel In het cijferboek worden basisgegevens www.cijferboekcultureelerfgoed. over de werking van de erkende be/rapport/toelichting culturele archieven, erfgoedbibliotheken, musea, de landelijk gesubsidieerde cultureelerfgoedorganisaties en de erfgoedcellen/convenanten bijeengebracht.
Cijferboeken cultuur, Met de cijferboeken Cultuur, Jeugd en www.cijferboek.be jeugd en sport Sport wil de Vlaamse overheid een overzicht bieden van de beleidsinspanningen van de lokale overheden ten aanzien van cultuur, jeugdwerk of sport. Geopunt
interactieve kaart van Vlaanderen met www.geopunt.be een laag voor het thema vrije tijd, voorlopig enkel bibliotheken (gegevens uit Bios) en sportinfrastructuur vanuit CJS Vlaanderen (ook nog toerisme en erfgoed), lokale besturen gebruiken dit zelf om lokaal aanbod in kaart te brengen.
Lokale statistieken
deze website biedt heel wat cijfers en www.lokalestatistieken.be rapporten over diverse sectoren. Naast kant- en klare rapporten en bijhorende kaarten kunnen gebruikers zelf eigen rapporten aanmaken
14
Sportdatabank
Sportdatabank Vlaanderen biedt www.bloso.be/sportdatabank praktische informatie (o.a. ligging, aanbod, contactgegevens, ...) overongeveer 17.000 sportclubs in Vlaanderen die aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatieen 4.200 sportclubs die niet bij een sportfederatie zijn aangesloten. Er werden eveneens heel wat nuttige gegevens opgenomenoversportfederaties, sportdiensten, sportraden, ... en ongeveer 19.000 Vlaamse sportaccommodaties.
UiT in Vlaanderen
Op UiTinVlaanderen.be kan je terecht www.uitinvlaanderen.be voor de meest volledige cultuur- en vrijetijdsagenda voor Vlaanderen en Brussel. Input komt niet enkel van lokale besturen, maar ook via organisaties en instellingen met een lokale relevantie.
Website Jeugd
afdeling Op de website worden alle www.sociaalcultureel.be/jeugd/o onderzoeksrapporten die in opdracht nderzoek.aspx gebeuren van de afdeling jeugd ontsloten
Website CJSM
Op de website worden alle https://cjsm.be/cultuur/onderzo onderzoeksrapporten cultuur ontsloten ek-en-publicaties
VRIND
De Studiedienst van de Vlaamse http://www4.vlaanderen.be/dar regering publiceert jaarlijks het boek /svr/Pages/2014-11-20Vlaamse Regionale Indicatoren, kortweg vrind2014.aspx VRIND. In deze publicatie vindt u informatie over de algemene omgeving waarin de Vlaamse overheid optreedt en over de mate waarin de maatschappelijke doelstellingen en effecten die de Vlaamse overheid zich stelt, gerealiseerd worden.
15
BIJLAGE 2 – SAMENSTELLING WERKGROEP VRIJE TIJD Naam Functie Trekker (kabinet Gatz) Stephanie D'Hose Adjunct-kabinetschef Cultuur Vlaamse politieke vertegenwoordiging N-VA Nicole Bossaerts Raadgever Sport CD&V Jan Vermassen Raadgever kunsten en erfgoed Lien Verwaeren Raadgever communicatie Open VLD Erwin Vermeulen Adviseur lokale besturen VVSG Kris Declercq Schepen van cultuur en toerisme Roeselare Anniek Nagels Schepen van cultuur, bibliotheek en academies Genk Cil Cuypers Schepen van cultuur, patrimonium Bierbeek Elke Decruynaere Schepen van onderwijs, opvoeding en jeugd Gent Jorre Biesmans Medewerker Schepen van jeugd Gent Bart Doucet Cultuurbeleidscoördinator Gent Greet Geypen Schepen van jeugd, stadsvernieuwing en monumentenzorg Mechelen Rik Verwaest Schepen van jeugd, erfgoed, musea, toerisme en evenementen Lier Ludo Van Schepen van sport Antwerpen Campenhout Tom Brees Kabinetsadviseur Schepen van Sport , Antwerpen Bart Lambrecht Schepen van sport en communicatie Aartselaar Hilde Plas Stafmedewerker VVSG Chris Peeters Stafmedewerker VVSG VVP Luk Lemmens Gedeputeerde Antwerpen Lieven Elst Directeur vrije tijd Vlaams Brabant Technische sectorondersteuning Els Cuisinier Adviseur lokaal jeugdbeleid Mia Desmedt Adviseur lokaal cultuurbeleid Kristof Vanden Adviseur team cultureel-erfgoedorganisaties Bulcke Filip Libin Directeur domeincoördinatie CJSM Steven Thielemans Bedrijfsdirecteur Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs stad Antwerpen Projectondersteuning ABB Leander Price Beleidsmedewerker ABB
16