Leerlingenstatuut Hieronder volgt het leerlingenstatuut van de Haemstede-Barger mavo
Inhoud 1. ALGEMEEN ................................................................................... 2 2. TOELATING .................................................................................. 3 3. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS ................................................... 4 4. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN ...................................................... 4 5. HUISWERK ................................................................................... 6 6. TOETSING, BEOORDELING, RAPPORTAGE ........................................ 6 7. OVERGANG, VAKKENPAKKETKEUZE ................................................. 8 8. SCHOOLONDERZOEKEN, EXAMENS ................................................. 8 9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN ....................................................... 8 10. PRIVACY .................................................................................. 10 11. INSPRAAK ................................................................................ 10 12. VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN VRIJHEID VAN VERGADERING .. 11 13. KLACHTEN ................................................................................ 12
BIJLAGE 1 ...................................................................................... 13 Schoolregels en afspraken binnen en om de school. ............................ 13
1
1. ALGEMEEN 1.1 Leerlingenstatuut 1.1.1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en de plichten van de leerlingen. 1.1.2 Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door de schoolleiding nadat de medezeggenschapsraad zich over het leerlingenstatuut heeft kunnen uitspreken. 1.1.3 Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle aan de school ingeschreven leerlingen in relatie tot de schoolleiding en alle aan de school verbonden organen en personeelsleden. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en -terreinen, zowel onder schooltijd als daarbuiten. Alle buitenschoolse activiteiten vallen onder deze regeling. 1.1.4 Het leerlingenstatuut treedt in werking op een door de schoolleiding te bepalen datum. 1.1.5 Het leerlingenstatuut kan worden gewijzigd op voorstel van hetzij:
tenminste 10 leerlingen tenminste 10 personeelsleden tenminste 10 ouders de schoolleiding
Een voorstel tot wijziging wordt aangeboden in een petitie tot wijziging van het leerlingenstatuut. De schoolleiding kan het leerlingenstatuut wijzigen nadat het al dan niet daartoe een voorstel heeft ontvangen. Het statuut kan niet worden gewijzigd voor de medezeggenschapsraad zich over de wijziging heeft kunnen uitspreken. 1.1.6 Voorstellen tot wijziging, welke door de schoolleiding zijn ontvangen voor 1 maart, zullen, mits gehonoreerd, worden doorgevoerd in het statuut geldende het nieuwe schooljaar, tenzij de schoolleiding het leerlingenstatuut tussentijds wijzigt, zoals omschreven in punt 1.1.5. 1.1.7 Het leerlingenstatuut wordt door de schoolleiding gepubliceerd op de website van de school. Het leerlingenstatuut ligt voorts ter inzage op school. 1.1.8 Leerlingen, hun ouders, personeelsleden en leden van de schoolleiding van de school worden geacht kennis te nemen en te hebben van de inhoud van het leerlingenstatuut. 1.2 Begrippen In het leerlingenstatuut wordt onder de volgende begrippen verstaan:
de school: Haemstede-Barger vmbo-t, Heemstede. leerlingen: alle aan de school ingeschreven leerlingen. ouders: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen. personeelsleden: de aan de school verbonden leden van de schoolleiding, teamleider, docenten, onderwijsondersteunende personeelsleden, stagiaires en vrijwilligers. docenten: de aan de school verbonden leraren. schoolleiding: de directeur teamleider boven- of onderbouw: het personeelslid dat leiding geeft aan één van de afdelingen onderbouw of bovenbouw. Het managementteam: De schoolleiding plus de teamleiders onderbouw en bovenbouw
2
mentor: het onderwijsgevend personeelslid dat de verantwoordelijkheid heeft voor een klas. schoolbestuur: het college van bestuur van IRIS, de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs. medezeggenschapsraad: het orgaan binnen de school ten behoeve van overleg en medezeggenschap, waarin zitting hebben personeelsleden, ouders en leerlingen van de school. klassenvertegenwoordiger: de leerling die zijn klas vertegenwoordigt. schoolregels: samenstel van regels over de rechten en plichten van de personen en organen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. inspecteur: de inspecteur van het voortgezet onderwijs.
klachtenregeling: de regeling met procedures hoe te handelen bij klachten
In dit leerlingenstatuut wordt alleen in mannelijke vorm geschreven ten behoeve van de leesbaarheid. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt kunnen ook vrouwelijke gelezen worden. 1.3 Rechten en plichten in algemene zin 1.3.1 De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag en de doelstelling van de school. 1.3.2 De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer. 1.3.3 De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Evenzo hebben zij het recht organen en personeelsleden te houden aan de regels die ten aanzien van hen gelden in de school. 1.3.4 De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan alle goederen van elkaar, van alle andere personen in de school en alle andere goederen in de school. 1.3.5 Leerlingen en personeelsleden erkennen dat zij allen leden zijn van één organisatie, waarin ieder lid zich veilig en geaccepteerd moet kunnen voelen. Iedereen kan aangesproken worden op gedragingen in woord en daad die indruisen tegen door de school aanvaarde protocollen op het gebied van pesten, ongewenste intimiteiten en discriminatie. Bovengenoemde protocollen liggen ter inzage bij de administratie en de schoolleiding. Het pestprotocol staat op de site.
2. TOELATING 2.1 Het managementteam volgt voor wat betreft de toelating de regeling zoals vastgelegd in het Inrichtingsbesluit VWO/ HAVO/MAVO/VMBO-basis en kader, hoofdstuk 2. 2.2 Voor toelating tot het eerste leerjaar volgt het managementteam de toelatingsregeling, vastgesteld door de Commissie Bevoegd Gezag Haarlem en omstreken. Het managementteam stelt de criteria vast op grond waarvan een (aspirant-)leerling kan worden toegelaten tot een hoger leerjaar dan het eerste leerjaar. Deze criteria dienen bij de (aspirant-)leerling, en indien deze minderjarig is ook bij zijn ouders, bekend te zijn. 2.3 Indien het managementteam weigert een (aspirant-) leerling toe te laten, dan wordt dit aan hem medegedeeld, en indien hij minderjarig is ook aan zijn ouders, met opgave van redenen.
3
3. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 3.1 De leerlingen hebben recht op het volgen van goed onderwijs en een passende begeleiding daarbij. Onder het laatste wordt in elk geval verstaan:
Elke vorm van keuzebegeleiding (overstap, pakketkeuze e.d.). Eventuele (studie) begeleiding bij de overstap van MAVO naar MBO, HAVO en de overstap van MAVO naar VMBO-kaderberoepsgerichte leerweg, VMBO-gemengde leerweg of de VMBO-basisberoepsgerichte leerweg, Leerwegondersteunend onderwijs, Praktijkonderwijs, dan wel vormen van speciaal onderwijs. Passende regelingen bij studiebemoeilijkende afwijkingen als bijvoorbeeld dyslexie en faalangst. Begrip voor studiebemoeilijkende situaties buiten school zoals bijvoorbeeld scheiding en het overlijden van een familielid. Passende begeleiding wordt, wanneer dit ingrijpende maatregelen betreft vooraf met de leerling, en indien hij minderjarig is ook met zijn ouders besproken.
3.2 Als een leerling meent dat het onderwijs onvoldoende kwaliteit heeft, of als de begeleiding naar zijn mening niet correct is, kan hij dit gemotiveerd kenbaar maken aan de schoolleiding. 3.3 Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op gelijke behandeling.
4. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN 4.1 Aanwezigheid 4.1.1 De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hun geldende rooster, tenzij er voor een bepaalde les een andere regeling is getroffen. Zij dienen voor het volgen van de lessen op tijd in de daartoe bestemde lesruimte(n) aanwezig te zijn. De school verbindt zich om een goed werkbaar lesrooster te maken, dat, vooral in de onderbouw, tussenuren zo veel mogelijk voorkomt. 4.1.2 De leerling is verplicht alle zaken bij zich te hebben die nodig zijn om de lessen te kunnen volgen, zoals boeken, schriften, schrijfgerei e.d. Indien dit niet in orde is, kan de docent passende maatregelen treffen. Een leerling kan echter niet om deze reden het recht ontzegd worden de les te volgen. 4.1.3 De leerling die te laat aanwezig is, dient zich bij de verzuimcoördinator te melden als te laat, hiervoor een briefje te halen en dit bij de docent af te geven. Indien er geen geldige reden voor het te laat komen is, zal een sanctie opgelegd worden. Sancties zijn vastgelegd. Leerlingen kunnen ze inzien. Ze staan als bijlage in het ondersteuningsplan. 4.1.4 Indien de docent bij aanvang van de les niet aanwezig is, dan gaat een leerling bij de administratie vragen of de les wel of niet doorgaat. Afhankelijk de situatie worden maatregelen getroffen.
4.1.5 Wanneer bij ziekte van een docent of door een andere oorzaak een les niet door kan gaan, wordt dit vermeld op het noodrooster. Het noodrooster is zichtbaar op de monitoren bij
4
de ingangen in de school en wordt geplaatst op de website van school. Als hierdoor tussenuren ontstaan, blijft de leerling op school Er wordt naar gestreefd tussenuren te voorkomen, ofwel door wijziging van het rooster, dan wel door docenten lessen te laten vervangen. Iedere leerling dient dagelijks te kijken op de website van de school. 4.1.6 Een leerling heeft alleen het recht de lessen te verzuimen indien dit eerst bij de teamleiding is gemeld en hiervoor een akkoord is verleend. Een verzoek tot verzuim dient schriftelijk door de ouders bij de teamleiding te worden ingediend. 4.1.7 Indien een leerling ziek is, wordt dit door één van de ouders tussen 08.00 en 08.30 uur telefonisch aan de administratie gemeld. Een leerling die op school ziek wordt, meldt zich bij de administratie. Zo mogelijk wordt telefonisch contact gezocht met de ouders. Voor langdurig verzuim van de gymlessen is een verklaring van een arts nodig. 4.1.8 Indien een leerling niet aanwezig was op een moment dat hij wel aanwezig moest zijn, zonder hiervoor toestemming te hebben gekregen van de teamleider, kan deze hem een passende maatregel opleggen. 4.2 Gedrag 4.2.1 De leerlingen gedragen zich in en om de school naar behoren. Aan het leerlingenstatuut is als bijlage een gedragscode toegevoegd. 4.2.2 Indien een leerling zich onbehoorlijk gedraagt, dan kan de docent hem uit de les verwijderen. De leerling is dan verplicht zich te melden bij de verzuimcoördinator. 4.2.3 Leerlingen mogen niet roken in de school, op het terrein van de school en in de directe omgeving van de school. 4.2.4 De leerlingen mogen geen alcoholhoudende dranken of verdovende middelen bij zich hebben, verkopen of gebruiken. Dit geldt uiteraard ook voor buitenschoolse activiteiten. 4.3 Veiligheid 4.3.1 De leerlingen en personeelsleden gedragen zich naar de gegeven voorschriften betreffende de veiligheid in en om de school en overigens zodanig dat de veiligheid in en om de school zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. 4.3.2 Het managementteam behoudt zich het recht voor om zo nodig controle van de inhoud van de kluisjes uit te (laten) voeren. 4.3.3 Als medewerkers van de school gebruik maken van moderne media doen ze dat volgens de gebruiksregels van moderne media. Zie de website van mijn kind online 4.4 Schade 4.4.1 De schoolleiding aanvaardt geen wettelijke aansprakelijkheid voor schade die buiten zijn verantwoordelijkheid wordt toegebracht aan bezittingen van leerlingen. De schoolleiding aanvaardt tevens geen wettelijke aansprakelijkheid bij het zoekraken en verliezen van eigendommen van de leerlingen welke tijdens schooltijd zijn zoekgeraakt. 4.4.2 Indien een leerling aan het schoolgebouw, aan de leermiddelen die zich daarin bevinden of aan andere bezittingen van de school of aan andere onder het beheer van de school staande zaken, schade toebrengt, dan wordt deze schade hersteld op kosten van de leerling of, indien deze minderjarig is, op kosten van zijn ouders.
5
4.4.3 Indien een minderjarige leerling voor enige schade aansprakelijk is, stelt de school de ouders daarvan schriftelijk in kennis. 4.4.4 De school treft maatregelen om schade aan en verlies van bezittingen zoveel mogelijk te voorkomen. Daartoe heeft zij kluisjes geplaatst. Deze zijn te huur op school. De desbetreffende regeling is op te vragen bij de administratie.
5. HUISWERK 5.1 De mentor houdt toezicht op de werkbelasting van zijn leerlingen ten gevolge van huiswerk en treedt zo nodig in overleg met docenten en teamleider om te zware belasting tegen te gaan. De eerste dag na een vakantie (van tenminste één week) is huiswerkvrij. 5.2 De leerlingen zijn verplicht het opgegeven huiswerk te maken en te leren. Als het werk niet gemaakt is moet dat voor de les bij de docent gemeld worden. Niet melden betekent om 8.00 uur nakomen op de volgende dag. 5.3 De gezamenlijke docenten van een klas of groep streven ernaar het huiswerk zoveel mogelijk gespreid op te geven, zodat er van een evenwichtige belasting sprake is. 5.4 De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt, meldt dit bij aanvang van de les aan de betreffende docent onder vermelding van de reden van verhindering. Indien deze reden naar het oordeel van de docent de leerling niet van zijn plicht tot het maken van zijn huiswerk ontslaat, kan de docent hem een maatregel opleggen. 5.5 Het is in sommige gevallen mogelijk dat leerlingen huiswerkvrij krijgen op een individueel verzoek. Huiswerkvrij wordt in beginsel alleen verleend voor dat huiswerk, dat is opgegeven op de dag die voorafgaat aan de dag waarvoor huiswerkvrij wordt verleend. Huiswerkvrij inclusief proefwerkvrij wordt alleen verleend wanneer de leerling twee of meer dagen voor de dag, waarop het proefwerk wordt afgenomen, afwezig is geweest met een geldige reden. Daarvoor is een schriftelijke verklaring vereist, ondertekend door de ouders of verzorgers. Dit geldt eveneens voor ziekte op zaterdag en zondag en een proefwerk op maandag. kenbaar maken aan de docent die de toets heeft afgenomen.
6. TOETSING, BEOORDELING, RAPPORTAGE 6.1 Toetsing van de vordering van het onderwijs kan geschieden op de volgende wijzen:
proefwerken, schriftelijk of digitaal mondelinge, schriftelijke of digitale overhoringen (in stofomvang kleiner dan proefwerken), gesprekken of spreekbeurten n.a.v. gelezen boeken, werkstukken, e.d., practicum, werkstukken en opdrachten. andere vormen van toetsing.
6.2 Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen toets wordt van tevoren de wegingsfactor ten opzichte van andere vormen van toetsing kenbaar gemaakt. Het cijfer van een proefwerk weegt zwaarder dan dat voor een overhoring. 6.3 Een proefwerk, inclusief stofomschrijving, wordt tenminste 1 week van te voren opgeven.
6
6.4 Een leerling hoeft niet meer dan 2 proefwerken per dag te maken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voor doen, welke door de teamleider boven- of onderbouw gemotiveerd worden aangegeven. Het maximum aantal proefwerken dat een klas/groep per week kan krijgen is 6. Daarnaast mogen nog 2 schriftelijke overhoringen opgegeven worden. Het totaal van schriftelijke overhoringen en proefwerken mag niet meer dan 8 per week bedragen. 6.5 Indien de omstandigheden, waaronder een toets wordt afgenomen, de leerling bij het maken hebben belemmerd, wordt daarmee bij de beoordeling van deze toets rekening gehouden. 6.6 Een docent beoordeelt een afgenomen toets en maakt het resultaat bekend en voert de behaalde cijfers in Magister in binnen twee weken nadat de toets is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen; dit ter beoordeling van de teamleider boven- of onderbouw. De normen van de beoordeling worden door de docent meegedeeld en zo nodig toegelicht. 6.7 Een leerling heeft recht op inzage in zijn toets, nadat deze is beoordeeld. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling kan hij dit binnen 2 schoolweken na inzage kenbaar maken aan de docent die de toets heeft afgenomen. 6.8 Indien een toets zich daartoe leent wordt deze na de beoordeling door de docent met de leerlingen besproken. 6.9 Indien een werkstuk meetelt voor het examendossier of een rapportcijfer dan dient van te voren bekend te zijn aan welke normen het moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en wat de gevolgen zijn van het te laat inleveren ervan. 6.10 Een leerling die om welke reden dan ook niet kan deelnemen aan een proefwerk, neemt zodra hij weer op school is contact op met de betrokken docent. 6.11 Komt een leerling zonder geldige reden te laat en kan hij daardoor een proefwerk niet of slechts gedeeltelijk maken, dan is het cijfer voor dit proefwerk een 1 of zoveel meer als behaald in de nog resterende tijd. 6.12 Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan fraude, of weinig respectvol werk aflevert (tekeningen, stuitende opmerkingen, onleesbaar werk, enz.), dan wordt het werk met het cijfer 1 gekwalificeerd. Het werk kan niet worden overgemaakt. 6.13 Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken vanaf de start van het schooljaar in de vorm van voortschrijdende gemiddelden. 6.14 Het cijfer op het eindrapport wordt bepaald door de cijfers die in het gehele schooljaar behaald zijn. Het eindcijfer is het voortschrijdende gemiddelde. 6.15 Indien de studieresultaten van een leerling aanleiding geven tot het treffen van maatregelen, dienen deze vooraf met de leerling, of wanneer deze minderjarig is met zijn ouders, besproken te worden. 6.16 De leerlingen van de examenklassen ontvangen uiterlijk twee weken voor de aanvang van de proefwerkweek (in de laatste periode van het schooljaar) het rooster van deze week. 6.17 Tijdens de twee lesdagen die vooraf gaan aan de proefwerkweek worden geen proefwerken en schriftelijke overhoringen afgenomen. 6.18 De leerling die beschikt over een erkende dyslexie- of dyscalculieverklaring, heeft recht op faciliteiten die op de dyslexie- of dyscalculi verklaring aangegeven staan.
7
6.19 De leerlingen en hun ouders/verzorgers hebben recht op inzage in behaalde cijfers via de website van de school.
7. OVERGANG, VAKKENPAKKETKEUZE 7.1 De school heeft de criteria omschreven waaraan een leerling moet voldoen om naar een volgend leerjaar te kunnen overgaan. Deze criteria worden vermeld op de website van school. 7.2 De leerling kan zijn keuze voor een bepaalde samenstelling van zijn vakkenpakket kenbaar maken. Met deze keuze zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. De keuzemogelijkheden worden begrensd door de in 7.1 genoemde bevorderingscriteria en de vastgestelde lessentabel. In het geval dat een gekozen vakkenpakket tijdens het maken van het jaarrooster grote problemen geeft, dit ter beoordeling van de schoolleiding, kan deze een vakkenpakketwijziging afdwingen. 7.3 In leerjaar 3 bestaat de mogelijkheid buiten het rooster een extra vak te kiezen, behalvewanneer de leerling al LO2 of KV2 als ingeroosterd extra vak volgt. In leerjaar 4 bestaat de mogelijkheid een ingeroosterd extra vak te kiezen.
8. SCHOOLONDERZOEKEN, EXAMENS 8.1 Aan het begin van zowel het derde leerjaar als het examenjaar, doch uiterlijk voor 1 oktober, wordt de leerlingen het programma van toetsing en afsluiting (PTA) bekend gemaakt. Dit programma bevat regels over de wijze van toetsen van de kennis en vaardigheden van deze leerlingen alsmede op welke wijze het cijfer van het schoolexamen wordt vastgesteld. 8.2 De schoolleiding stelt een examenreglement vast. Dit reglement bevat regels over de wijze waarop het examen wordt afgenomen, de wijze waarop de cijfers worden gegeven, de regels over verzuim bij examens, examenfraude, herexamen en over de mogelijkheden om tegen beslissingen betreffende het examen bezwaar te maken. 8.3 Uiterlijk twee weken voor de aanvang van een tentamenweek ontvangen de leerlingen het rooster voor deze week. Dit geldt voor zowel schriftelijke als het mondelinge tentamens. De leerlingen kunnen hun wensen t.a.v. wijzigingen van dit rooster kenbaar maken aan de teamleider bovenbouw. De schoolleiding beslist in overleg met de teamleider bovenbouw over het definitieve rooster. Het definitieve rooster is één week voor aanvang van de schoolonderzoekweek bekend. 8.4 Voorafgaand aan de tentamenweek is er geen toetsvrije periode. Tijdens de tentamenweek gaan de lessen in het examenjaar zoveel mogelijk door.
9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN 9.1 De leerling die de in de school geldende regels niet nakomt kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Zo'n maatregel kan worden opgelegd door een docent, door de teamleider boven- of onderbouw, of door de schoolleiding. Disciplinaire maatregelen kunnen zijn:
berisping maken van strafwerk uit de les worden verwijderd
8
nablijven gemiste les inhalen opruimen van gemaakt rommel corveewerkzaamheden uitvoeren de toegang tot de school ontzegd worden
De schoolleiding heeft als enige de bevoegdheid: een leerling te schorsen voor de periode van ten hoogste een week met opgave van redenen. Bij schorsing moet onderscheid gemaakt worden tussen interne schorsing en externe schorsing. Bij interne schorsing wordt de reden schriftelijk meegedeeld aan ouders en kan er een gesprek plaatsvinden op verzoek van de schoolleiding of van de ouders. De schorsing duurt ten hoogste twee dagen. Bij externe schorsing wordt de reden telefonisch meegedeeld en is er altijd een gesprek tussen leerling, ouders/verzorgers en schoolleiding voordat de leerling teruggeplaatst wordt in de les. Een externe schorsing wordt altijd gemeld aan de inspectie en kan ten hoogste een week duren. een leerling aan het bestuur voor te dragen voor verwijdering. Verwijdering vindt plaats met inachtneming van artikel 14 Inrichtingsbesluit WVO. Afhankelijk van de ernst van de overtreding licht de school de ouders in. Bij meerderjarige leerlingen licht zij de ouders in na overleg met betrokkene. 9.2 Bij het opleggen van een maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de aanleiding tot het opleggen ervan en de zwaarte van de maatregel. 9.3 Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel is opgelegd, kan hij dit aan de schoolleiding ter beoordeling voorleggen. 9.4 Een leerling is verplicht de les te verlaten, zodra de docent hem dit opdraagt. Hij moet zich onmiddellijk melden bij de absentie- en verzuimcoördinator. 9.5 Een leerling die bij herhaling de in de school geldende regels overtreedt of die zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag, kan door de schoolleiding worden geschorst of worden voorgedragen bij het bestuur om definitief van school verwijderd worden. 9.6 Het schorsingsbesluit wordt schriftelijk aan de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaar bereikt heeft, aan zijn ouders, medegedeeld, met opgave van redenen. Zie 9.1 9.7 Indien een leerling aan het bestuur is voorgedragen om hem definitief van school te verwijderen, stelt het bestuur eerst de leerling, en indien deze minderjarig is zijn ouders, in de gelegenheid om zich hierover uit te spreken. In geval het een leerplichtige leerling betreft dient de schoolleiding mededeling te doen aan de inspectie. Tevens moet het bestuur zich inspannen om de leerplichtige leerling op een andere school geplaatst te krijgen. 9.8 Tijdens de procedure tot verwijdering kan een leerling worden geschorst. 9.9 Een leerling kan niet in de loop van het jaar worden verwijderd van school op grond van onvoldoende resultaten. 9.10 Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door de schoolleiding is opgelegd, kan hij artikel 13 van dit statuut ten uitvoer brengen. 9.11 Het besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk aan de leerling, en indien deze minderjarig is ook aan zijn ouders, meegedeeld, met opgave van redenen. Voorts geeft het bestuur daarbij aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd, dit zal binnen
9
dertig dagen moeten gebeuren. Indien een leerling definitief wordt verwijderd, meldt het bestuur dit bij de inspectie, met opgave van redenen. 9.12 Een verwijderde leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders, kan binnen dertig dagen nadat hij definitief is verwijderd, aan de schoolleiding om herziening van het besluit tot verwijdering vragen. Het bestuur stelt de leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders, in de gelegenheid zich over de kwestie uit te spreken. Voorts voert het bestuur overleg met de inspectie hierover en als het bestuur dat nodig vindt met andere deskundigen. Het bestuur stelt de leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders, in de gelegenheid om de adviezen of rapporten die op de beslissing op het verzoek tot herziening betrekking hebben, in te zien. Het bestuur beslist zo spoedig mogelijk na het verzoek, maar niet later dan dertig dagen na ontvangst ervan.
10. PRIVACY 10.1 Leerlingenregistratie 10.1.1 Van alle leerlingen zijn door de school gegevens geregistreerd. Deze gegevens dienen correct te zijn en zich te beperken tot die gegevens die uit onderwijskundig of organisatorisch oogpunt voor een goed functioneren van de school of voor het belang van de betrokken leerling nodig zijn. De betrokken leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders, kunnen deze gegevens inzien en, indien nodig, vragen deze te wijzigen of te verbeteren. 10.1.2 De gegevens van leerlingen zijn alleen toegankelijk voor hen die hiervoor van de schoolleiding toestemming hebben gekregen, zoals de schoolleiding zelf, de decaan, de mentoren, de docenten van de betrokken leerling en de leden van de administratie. 10.1.3 De gegevens worden alleen aan anderen dan de in punt 10.1.2 vermelde personen verstrekt indien dit wettelijk verplicht is of indien dit in het belang is van het onderwijs aan de betrokken leerling. In het laatste geval is toestemming nodig van de betrokken leerling, of indien deze minderjarig is, van zijn ouders. 10.2 Ongewenste intimiteiten. 10.2.1 De school heeft een procedure waarlangs ongewenste intimiteiten kunnen worden gemeld en waardoor er passend op ongewenste intimiteiten kan worden gereageerd.
De tekst van de procedure is opvraagbaar is bij de schoolleiding en de administratie.
11. INSPRAAK 11.1 De leerlingen kunnen hun belangen bepleiten via de leerlingenraad of via de leerlingengeleding in de medezeggenschapsraad.
10
Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om persoonlijk, dan wel via de mentor persoonlijke of groepsbelangen te bepleiten. 11.2 De schoolleiding legt in het medezeggenschapsreglement regels vast over de verkiezing van leerlingen in de medezeggenschapsraad, alsmede over hun rechten en plichten in deze raad. Dit reglement is opvraagbaar bij de administratie.
12. VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN VRIJHEID VAN VERGADERING 12.1 Algemeen 12.1.1 Leerlingen zijn vrij hun mening te uiten mits dit niet in strijd is met de goede gang van het onderwijs en de regels van de school. 12.1.2 Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn worden niet toegestaan. Indien er sprake is van discriminatie of belediging kan de schoolleiding passende maatregelen treffen. Deze regel geldt uiteraard ook voor docenten. 12.2 Aanplakborden 12.2.1 Leerlingen kunnen met toestemming van de schoolleiding gebruik maken van bepaalde delen van de prikborden in de school. De schoolleiding zal die toestemming doorgaans verlenen voor zover de mededelingen niet in strijd zijn met de grondslag of doelstelling van de school en voor zover deze niet discriminerend of beledigend van aard zijn. 12.3 Bijeenkomsten 12.3.1 Leerlingen kunnen bij de schoolleiding verzoeken indienen om ruimte ter beschikking te stellen voor bijeenkomsten van leerlingen. In het algemeen zal de schoolleiding aan dergelijke verzoeken voldoen. Een afwijzing door de schoolleiding van een dergelijk verzoek is bindend. 12.5 Klassen- en schoolfeesten 12.5.1 Een klassenfeest onder de vlag van de Haemstede-Barger is als zodanig herkenbaar aan een door de mentor ondertekende aankondigingbrief aan de ouders, waarin ook beginen eindtijd van het feest vermeld staan. 12.5.2 Een schoolfeest wordt middels een bericht van de schoolleiding aan de ouders bekend gemaakt. Begin- en eindtijd van het feest staan vermeld in het bericht. 12.5.3 De school- en klassenfeesten zijn uitsluitend bestemd voor de leerlingen die in het betreffende cursusjaar als leerling van de Haemstede-Barger staan ingeschreven. 12.5.4 De school draagt geen enkele verantwoording voor feesten, bezocht door leerlingen van de school, die zonder medeweten van de school of zonder toestemming van de school georganiseerd worden. 12.6 excursies en werkweken 12.6.1 De prijs is vooraf bekend
11
12.6.2.Het reisprogramma wordt vooraf aan de deelnemers verstrekt. 12.6.3 Afmelden voor een reis als onderdeel van het schoolprogramma kan alleen onder opgaaf van een geldige reden uiterlijk een maand voor vertrek bij de teamleider. Reeds gemaakte kosten worden aan de ouders/verzorgers doorberekend. De beoordeling van de reden berust bij de teamleider. 12.6.4 Alle deelnemers zijn verzekerd via het standaardpakket van de school. 12.6.5 Er is een lijst met deelnemers bij de begeleiders bij de schooladministratie en bij de schoolleiding. 12.6.6 Gedragsregels en veiligheidsregels van de vervoerder, van de eigenaar van de accommodatie of van het gastgezin gaan voor de eigen gedragsregels van de leerling. 12.6.7 Op school is een contactpersoon aangewezen die 24 uur per dag bereikbaar is.
13. KLACHTEN 13.1 Indien leerlingen of hun ouders, verzorgers, menen dat het leerlingenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, dienen zij deze klacht op te lossen met de betrokken persoon(en). Indien blijkt dat het onderling oplossen niet lukt of niet wenselijk is, dient de klacht schriftelijk bij de schoolleiding te worden ingediend. De schoolleiding zal een besluit nemen over de klacht en dit schriftelijk aan de betrokkene kenbaar maken. 13.2 Voor advies en/of hulp bij het indienen van een klacht kan men zich wenden tot een van de vertrouwenspersonen van de school. 13.3 Mocht een klacht niet naar tevredenheid zijn afgehandeld, bestaat de mogelijkheid voor ouders, verzorgers zich tot het bestuur te wenden voor een gesprek. Het bestuur heeft in de klachtafhandeling een informele rol. Voor de formele weg kan men zich wenden tot de landelijke geschillencommissie bijzonder onderwijs: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, 070-3861697. 13.4 Onze klachtenregeling is via onze schoolwebsite in te zien. Daarnaast is deze regeling ook op school te raadplegen.
12
BIJLAGE 1 Schoolregels en afspraken binnen en om de school. Vooraf: Over het thema “schoolregels” wordt binnen onze school verschillend gedacht. Aan de ene kant is er de mening dat we zo weinig mogelijk regels vast moeten leggen en ons zouden moeten beperken tot die ene, pakkende slogan waarin alles vervat ligt. Aan de andere kant wordt er gedacht aan een dekkend overzicht van regels en gebruiken, zodat ieder weet waar men aan toe is. Wij hebben gekozen voor een drietrapsraket: 1. Een beperkt aantal algemeen aanvaarde statements die gaan over de omgang met elkaar, de ruimte die wij elkaar bieden en de zorg voor elkaar en onze schoolomgeving. 2. Een aantal kort geformuleerde regels over gedrag en verkeer binnen onze school. 3. Een bijlage waarin vooral ook voor de medewerkers in detail een aantal regels omschreven staat. Stap 1: waar staan wij voor als Haemstede-Barger gemeenschap? Wat hieronder staat wordt met een paar mooie foto‟s van leerlingen en medewerkers tot een poster gemaakt, die komt te hangen in de aula en de hallen naar het voorplein en het achterplein. Via een pdf kan de poster ook geopend worden op onze website. Ook in het leerlingenstatuut zijn deze grondregels opgenomen. De tekst luidt als volgt: Wij, van de Haemstede-Barger mavo, doen wat wij zeggen!
Wij Wij Wij Wij Wij
zijn verantwoordelijk voor de sfeer op school. vertegenwoordigen onze school. Taalgebruik en kleding passen we daarop aan. hebben zorg voor ons schoolgebouw. Afval hoort in de prullenbak. volgen de aanwijzingen in de lessen en bij andere activiteiten direct op. houden ons aan de wet. Roken, drinken en pesten zijn taboe
Stap 2: de schoolregels in hoofdlijnen. 1. De school heeft het keurmerk “Veilige School.” Wij zorgen ervoor dat wij dit waarmaken. 2. Wij vertegenwoordigen elke dag onze school. In ons gedrag en onze kledingkeuze zijn wij ons daarvan bewust. 3. Wij zorgen ervoor dat wij altijd de juiste spullen bij ons hebben en dat wij ons werk in orde hebben. 4. De school is van ons allemaal. Van iedereen verwachten we dat we in en om het schoolgebouw geen rommel veroorzaken en voorzichtig omgaan met alle spullen. 5. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen spullen, dus ook de schoolboeken die in bruikleen zijn. Berg waardevolle spullen altijd op in de kluisjes. 6. Iedereen houdt zich aan de afspraken die gelden aan het begin van de lesdag, tijdens de pauzes en aan het eind van de lesdag. Verderop wordt dit toegelicht. 7. De school is rookvrij en alcoholvrij. 8. In alle lokalen wordt niet gegeten en gedronken. In het gebouw kan dit alleen in de aula. 9. Jassen hangen we aan de kapstokken of bergen we op in de kluisjes. In de lokalen dragen we geen petten of mutsen. 10. Het gebruik van telefoons, tablets en/of andere geluidsdragers tijdens de lessen is niet toegestaan, tenzij een docent deze apparatuur inzet in de les. 11. Als je uit de les gestuurd bent of je bent te laat, dan meld je je bij de verzuimcoördinator in de mediatheek.
13
12. Je bent elke schooldag tot 15.50 uur beschikbaar voor lessen, naschoolse en buitenschoolse activiteiten. 13. In de mediatheek kun je elke schooldag tussen 08.30 en 16.00 werken aan schoolwerk. 14. Ben je ziek, dan moet een van je ouders dit voor 08.30 uur telefonisch melden bij de administratie van de school. Voor het bezoek aan een arts of tandarts onder schooltijd is een schriftelijk bericht van de ouders voor de administratie nodig. 15. Heb je een toets gemist, dan maak je met de docent een afspraak over het inhalen hiervan in de eerstvolgende les. Totdat je de toets hebt ingehaald staat er „inh‟ in Magister. Binnen een week is de toets ingehaald. 16. Iedereen houdt zich aan de regels voor het stallen fietsen en scooters. De conciërges leggen je de regels uit en geven je een stallingnummer voor je fiets. Stap 3: Bijlage. Hieronder wordt over enkele van de hierboven genoemde punten nadere toelichting gegeven. Dit is met name bedoeld voor de medewerkers, maar mentoren kunnen dit ook bespreken met hun klassen. De start van de lesdag: Bij droog weer blijven de leerlingen op de pleinen totdat het eerste zoemersignaal gaat. Dan mogen ze naar binnen, naar de kluisjes en de lokalen. Dat geldt ook voor de leerlingen die pas het tweede uur of derde uur beginnen. Bij slecht weer (regen, sneeuw, fikse kou) mogen de leerlingen naar de aula. Niet naar de kluisjes of in de gangen. De pauzes: In de pauzes mogen alle leerlingen in de aula verblijven. Als aan de bel getrokken wordt gaat iedereen via de auladeuren naar het voorplein. De leerlingen uit de onderbouw blijven op het voorplein. De leerlingen uit de bovenbouw kunnen via de stoep en de stallingingang naar het achterplein. De leerlingen kunnen niet via de gangen naar het achterplein. Alle leerlingen moeten ervoor zorgen dat ze hun jassen al bij zich hebben in de aula. De leerlingen blijven buiten totdat de zoemer weer gaat. Het is niet toegestaan aan leerlingen om tijdens de pauzes de wijk rond de school in te gaan. Bij slecht weer (regen, sneeuw, fikse kou) kunnen de leerlingen in de aula blijven of in de entree van de ingang bij het achterplein. Na schooltijd: De leerlingen kunnen tot 16.00 uur werken in de mediatheek of in de aula. Wie dat niet wil, gaat naar huis en blijft niet in de omgeving van de school hangen. De boeken: De schoolboeken die de leerlingen in bruikleen hebben moeten gekaft zijn en een sticker hebben met de naam en de klas van de bewuste leerling. Alle docenten moeten hierop toezien.
14