DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN
Leerlingenreglement van het Eckartcollege 2014-2015.
Kenmerk:008L27JH
Kenmerk:008L27JH
pag. 1
LEERLINGENREGLEMENT ECKARTCOLLEGE
INHOUD
INLEIDING
2
1. VRIJHEID VAN MENINGSUITING 2. ALLES IN EN RONDOM LESSEN
4 5
3. BEPERKEN VAN OVERLAST 4. GEBRUIK VAN RUIMTEN 5. RESPECT VOOR ELKAAR 6. AFSPRAKEN 7. LEERLINGENPAS 8. STAFBARE FEITEN 9. KLACHTENPROCEDURE
11 12 14 15 15 15 15
Kenmerk:008L27JH
pag. 2
DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN Het leerlingenreglement van het Eckartcollege, 2014-2015. Elke organisatie heeft regels. Zo heeft je sportclub regels en ook het bedrijf waar je een baantje hebt. Al die regels zorgen ervoor dat alles soepel verloopt en vooral ook dat er rust, orde en veiligheid is voor iedereen. Kortom: regels scheppen duidelijkheid, je weet waar je aan toe bent. Natuurlijk werkt het alleen goed, als iedereen zich aan die regels houdt.
Ook het Eckart heeft regels en die vind je hieronder. De hoofdregels zijn: we hebben respect voor elkaar en elkaars spullen we houden rekening met elkaar we accepteren dat mensen van elkaar mogen verschillen we gaan open en eerlijk met elkaar om
Iedereen snapt, dat personeel en leerlingen eigen rechten en plichten hebben. Ook zijn er enkele verschillen tussen leerlingen uit de onderbouw en leerlingen uit de bovenbouw (bijvoorbeeld waar je mag zijn in pauzes en wie buiten mogen roken).
We gaan ervan uit dat elke leerling zich gedraagt zoals in dit reglement staat beschreven. Bovendien verwachten we van je dat je het leerlingenstatuut doorleest waarin je rechten en plichten staan.
In het hieronder volgende leerlingenreglement komen de volgende zaken aan de orde:
1. VRIJHEID VAN MENINGSUITING: informatie van en voor leerlingen. 2. ALLES IN EN RONDOM LESSEN: te laat, afwezig, ziek, huiswerk, testen, werkstukken, conflicten, roosterwijzigingen, klassenboek, pakketwisseling. 3. BEPERKEN VAN OVERLAST 4. GEBRUIK VAN RUIMTEN: lokalen, mediatheek, pauzeplaatsen, bij lesuitval 5. RESPECT VOOR ELKAAR 6. AFSPRAKEN 7. LEERLINGENPAS 8. STRAFBARE FEITEN 9. KLACHTENPROCEDURE
Dhr. J. Wiertz, rector van het Eckartcollege Eindhoven en van Pleincollege Nuenen aug. 2014
1. VRIJHEID VAN MENINGSUITING Iedereen mag voor zijn mening uitkomen, als dat op een respectvolle en fatsoenlijke manier gebeurt. Dit betekent bijvoorbeeld dat je niet discrimineert, dat je niemand beledigt, pest of bang maakt, dat je geen scheldwoorden gebruikt, geen acties onderneemt die schadelijk zijn voor de school en dat je rustig blijft. Dat geldt ook voor het gebruik van de sociale media. En verder betekent deze vrijheid ook dat je je mag kleden en dat je je uiterlijk mag verfraaien zoals je zelf wilt, als dat tenminste past binnen wat op school normaal wordt gevonden (zie ook artikel 18 en 19 van het Leerlingenstatuut). Informatie van en voor leerlingen De meeste informatie vind je op de site van het Eckartcollege en in Magister. Gebruik je persoonlijke inlogcode, niet die van je ouders! * onder de knop “roosters” vind je wijzigingen in het dagelijks en wekelijks rooster; vergeet niet daarop te kijken, * onder de knop “Magister” vind je je cijfers en rapporten, planners e.d. * onder de knop “informatie” vind je het laatste nieuws. Daarnaast heeft de school een aantal publicatieborden en monitoren: • voor de mededelingen en roosterwijzigingen aan leerlingen: publicatiekastjes in Hal A en B, de brugklashal en het studiehuis. • voor de decanen, voor studievoorlichting en culturele zaken: borden in hal A en in het studiehuis. • voor bekendmaking van allerlei activiteiten en roosterwijzigingen: monitoren in Hal A en B, in de brugklashal, de aula en het studiehuis. Verder is er informatie via de website: www.eckartcollege.nl en via www.eckartnet.nl te vinden. De schoolleiding is ervoor verantwoordelijk, dat alles op school goed verloopt. Daarom kan de schoolleiding mededelingen van leerlingen die volgens haar niet passen bij wat hierboven over vrijheid van meningsuiting is gezegd, verwijderen. Dit geldt voor de schoolkrant en de publicatieborden (zie artikel 21 en 25 van het leerlingenstatuut) 2. ALLES IN EN RONDOM LESSEN Dit onderdeel is nader uitgewerkt in artikel 8 van het leerlingenstatuut. Uitgangspunt is dat in principe iedereen alle lessen volgt. Dit betekent bijvoorbeeld: • we zijn op tijd in elke les; • we respecteren elkaar en we houden rekening met elkaar; • we dragen door een positieve houding bij aan een ordelijk verloop van de les; • we gebruiken geen sociale media in de lessen, tenzij de docent daarover afspraken maakt en daarvoor toestemming geeft. • we gebruiken geen sociale media bij schriftelijke overhoringen en testen of andere vormen van toetsen, ook als we voor het eind van de toets klaar zijn (devices uit en in de tas); • we doen actief mee in de les; • we hebben boeken (goed gekaft) en andere leermiddelen bij ons; • we hebben voor elk vak een schrift bij ons of een duidelijke plaats in een ringmap; • we hebben het huiswerk in orde; • we eten, drinken en snoepen niet tijdens de les (dus ook geen kauwgom!); • we bevuilen of vernielen meubilair, apparatuur enzovoort niet; • we dragen tijdens de lessen geen jas en/of pet.
Te laat Vóór aanvang van de lessen controleren leden van de schoolleiding regelmatig telaatkomers. Zij delen telaatkomerskaarten uit bij de ingangen. Zij doen dat ook bij wijze van regelmatige steekproef door de lesdag heen. Als je te laat bent wordt dat geregistreerd door de docent in Magister. Als je een geldige reden hebt, regel je het bij je leerlingcoördinator, met vermelding van de reden uiteraard. Heb je geen geldige reden dan geldt onderstaande regeling: e Als een leerling de 1 keer te laat komt, dan dient hij zich e de eerstvolgende dag om 07.50 uur op school te melden, ook als hij het 1 uur geen les heeft. Als een leerling zich niet de volgende ochtend om 07.50 uur meldt, krijgt hij een middag corvee. Indien een strafmiddag wordt gegeven, worden de ouders geïnformeerd. e • Als een leerling voor de 2 keer te laat komt, volgen nadere maatregelen. De ouders worden geïnformeerd. • Als een leerling in ’n schooljaar 6 keer of meer te laat komt, wordt de leerling opgeroepen voor het maandelijkse spreekuur van de leerplichtambtenaar op school. Afwezig Iedere leerling krijgt een standaard afwezigheidsbriefje. Als je niet naar school kunt, dan meldt een van je ouders/verzorgers dit zo snel mogelijk en wel telefonisch vóór 08.15 uur. Kom je weer op school, breng dan het afwezigheidsbriefje mee, waarop je ouders/verzorgers de reden en de duur van je afwezigheid noteren. Heb je geen afwezigheidsbriefje meer, dan haal je dat op bij je leerlingcoördinator of download je dat van de Eckartsite. Als je vrij wilt krijgen voor een speciale gebeurtenis, vraag je dit ruim van te voren aan via een briefje van je ouders/verzorgers bij de leerlingcoördinator. Elke docent noteert het in Magister als je afwezig bent. Wanneer de docent je afwezig heeft gemeld en je later in de les komt, verandert de docent de melding in “te laat”. Indien je zonder een geldige reden afwezig bent, dan bespreekt de leerlingcoördinator dit met je. Indien nodig meldt de leerlingcoördinator dit aan de ouders. Je moet de gemiste tijd dubbel inhalen. Indien je vaker spijbelt, meldt je leerlingcoördinator dit aan de leerplichtambtenaar. Deze kan jou en je ouders dan oproepen. Ziek naar huis Als je ziek wordt in de les, noteert de docent dat in Magister. Je gaat nooit ziek naar huis zonder dat je je hebt afgemeld. Dat afmelden gebeurt bij de receptie. Daar wordt een notitie gemaakt en de receptie stuurt je door naar de leerlingcoördinator of de adjunctdirecteur. Alle leerlingen van de onderbouw moeten altijd eerst even naar huis bellen, in het bijzijn van leerlingcoördinator of adjunct of iemand van de receptie. Dit in verband met de veiligheid. Als je weer beter bent, laat je dat natuurlijk zo snel mogelijk via het afwezigheidsbriefje ingevuld door je ouders/verzorgers aan de leerlingencoördinator weten. Indien je vaak of langdurig afwezig bent door ziekte, dan meldt je leerlingcoördinator dit bij de ziekteverzuimbegeleiding van de GGD. De GGD kan jou en je ouders dan oproepen. Huiswerk niet af Zie ook artikel 9 van het leerlingenstatuut. We gaan ervan uit, dat je je huiswerk (leerwerk én maakwerk) af hebt. Bij ziekte van een docent gaat het huiswerk gewoon door, behalve wanneer de docent een andere afspraak gemaakt heeft. Als je huiswerk niet goed in orde is of als je je spullen niet bij je hebt, kan de docent maatregelen nemen, zoals overschrijven van een deel van het reglement. Ben je het daar niet mee eens, bespreek dat dan met de docent. Blijkt dit onmogelijk of levert dit geen bevredigend resultaat op, dan kun je het beste overleggen met je klasdocent en, als dat niet het gewenste resultaat oplevert, met de leerlingcoördinator en de adjunctdirecteur van de desbetreffende afdeling. Testen: afwezigheid Zie ook artikelen 10, 11 en 12 van het leerlingenstatuut. Als je door ziekte of door een andere geldige reden (door de leerlingcoördinator te bepalen) een test gemist hebt, moet je een inhaaltest maken volgens de inhaalregeling. Bij het inhalen van testen leg je je
leerlingenpas en/of faciliteitenpas op de hoek van de tafel. Als je een test moet inhalen, dan neem je zelf het initiatief. Dus jij gaat naar je docent en je meldt dat je een test wilt inhalen. Heb je geen geldige reden dan kun je een test niet inhalen. De regeling is dan als volgt: Door een leerlingcoördinator wordt bepaald of er sprake is van ongeoorloofde afwezigheid. Als dat het geval is, geeft de desbetreffende docent in principe een 1. De leerling haalt een groen briefje (ongeoorloofd afwezig) bij de leerlingcoördinator en geeft dit aan de vakdocent. Alle gevallen van ongeoorloofde afwezigheid worden geregistreerd en zo nodig gemeld aan de leerplichtambtenaar. (Voor schoolexamenklassen geldt een andere regeling. Zie daarvoor het Programma van Toetsing en Afsluiting). Het fraudecijfer wordt doorberekend in het rapportcijfer, dus ook in het eindrapportcijfer. Dit meldt de docent aan de betreffende leerlingcoördinator. Testen: fraude - Je mag tijdens een overhoring of een test nooit sociale media gebruiken, ook niet als je de test al af hebt. Doe je dat toch, dan wordt dat beschouwd als fraude (devices uit en in de tas voor in de klas). - De leerling meldt zich bij de dienstdoende leerlingcoördinator van team Mavo. - Deze leerlingcoördinator stelt vast wat de reden van verwijdering bij het maken van een test is, dit in overleg met de surveillant. - Deze leerlingcoördinator geeft altijd een strafmiddag en geeft de zaak daarna met een schriftelijk memo over aan de leerlingcoördinator van de desbetreffende afdeling. - De dienstdoende leerlingcoördinator van het team Mavo overlegt met de vakdocent die de test moet nakijken of hij de test laat overmaken, punten in mindering brengt of (in uitzonderingsgevallen) het cijfer 1 toekent (voor examenklassen geldt een andere regeling, zie daarvoor het Programma van Toetsing en Afsluiting). De informatie wordt doorgestuurd aan de betreffende afdeling. - Alle fraudegevallen worden geregistreerd. - Het fraudecijfer wordt doorberekend in het rapportcijfer, dus ook in het eindrapportcijfer. Dit meldt de docent aan de betreffende leerlingcoördinator. Werkstukken, leesverslagen, praktische opdrachten. De vakdocent neemt als enige de werkstukken persoonlijk in ontvangst. Dat betekent dat de werkstukken niet via een andere docent in het postvakje van de desbetreffende docent worden gedeponeerd. De docent bepaalt wanneer het werkstuk ingeleverd moet zijn. Het inleveren moet uiterlijk in de laatste vakles van de inleverperiode plaatsvinden. Mocht de docent in de afgesproken vakles afwezig zijn neem dan zo snel mogelijk contact op met je leerlingcoördinator om je werkstuk te kunnen inleveren. Mocht je zelf afwezig zijn in deze afgesproken les, dan lever je altijd uiterlijk in de eerstvolgende vakles dat je op school bent het werkstuk in. Voor alle klassen geldt dat er voor het - zonder geldige reden - te laat inleveren van een werkstuk per werkdag 1 punt in mindering wordt gebracht (voor examenklassen geldt het Programma van Toetsing en Afsluiting). De vakdocent bepaalt of de reden van het te laat inleveren terecht is of niet. Bij verschil van mening tussen de vakdocent en de leerling bepaalt de leerlingcoördinator of het een goede reden is. Conflict docent-leerling Als jij of een groep leerlingen vindt dat een docent zijn of haar taak niet op behoorlijke wijze uitvoert, dan bespreek je dit met de desbetreffende docent. Blijkt dit onmogelijk of levert dit geen bevredigend resultaat op, dan wordt eerst de klasdocent ingeschakeld, vervolgens de leerlingcoördinator en de adjunctdirecteur van de desbetreffende afdeling (zie verder artikel 7 van het leerlingenstatuut).
Mocht een docent je uit de les sturen, dan geldt de volgende regeling: - Je krijgt van de docent een rood papier, waarop deze de reden van verwijdering noteert en datum en tijdstip invult; indien je niet zo’n papier krijgt, ga je meteen naar de receptie en vult daar het papier in. - Je docent meldt de lesverwijdering in Magister. - Je gaat met dit papier direct naar het opvanglokaal in het brugklasgebouw. - Je meldt je daar en je vult jouw mening in over de lesverwijdering. - De beheerder van het opvanglokaal noteert de tijd dat je binnenkwam en zet een paraaf. -
Je krijgt strafwerk te schrijven of je moet een corveetaak doen. Vijf minuten voor het eind van de les ga je met het papier terug naar de docent. De docent handelt het met je af of verwijst door naar de leerlingcoördinator. In alle gevallen geeft de docent het papier door aan de leerlingcoördinator. De leerlingcoördinator bepaalt de straf, indien nodig. De docent kan het ook zelf afhandelen. De leerlingcoördinator stelt de mentor op de hoogte. Je ouders krijgen indien nodig een brief.
Roosterwijzigingen Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van roosterwijzigingen of lesuitval. Je vindt die op Magister en op de monitoren. Pakketwisseling en profielwijziging Zie ook artikel 16 van het leerlingenstatuut. Wijzigingen van profiel en van vak in de vrije ruimte of andere wijzigingen in het vakkenpakket kunnen alleen worden toegestaan door de adjunctdirecteur van de desbetreffende afdeling, na overleg met de decaan en de roostermaker. Wijzigingen kunnen alleen worden aangevraagd naar aanleiding van het rapport van periode 1 (tot uiterlijk eind december; na Kerstmis is pakketwisseling niet meer mogelijk). Standpunt inzake bijwonen van voorlichtingsdagen Een verzoek om een voorlichtingsdag, meeloopdag, etc, bij een vervolgopleiding bij te wonen wordt tijdig ingediend bij de leerlingcoördinator van de desbetreffende afdeling. Die beslist over wel of geen toestemming. Er wordt in elk geval geen toestemming gegeven voor voorlichtingsdagen die behalve op een werkdag ook in het weekend vallen of tijdens testweken. Een en ander ter beoordeling van de leerlingcoördinator. 3. BEPERKEN VAN OVERLAST We leven op school niet alléén. We zijn allemaal verantwoordelijk voor elkaar. Dat betekent ook dat we rekening moeten houden met de mensen in onze omgeving. Zowel op school als daarbuiten. Daarom de volgende regels: • Onze buurtbewoners hebben recht op hun privacy. Zij wonen hier tenslotte. Daarom blijven leerlingen tijdens de pauzes, tijdens ingeroosterde tussenuren en bij lesuitval op school. • Leerlingen en docenten die les hebben, stoor je niet. Om overlast te voorkomen, loop je tijdens de lessen niet door de gangen (dus ook niet naar je kluisje). Alleen tijdens pauzes en leswisselingen kom je op de pauzeplaatsen. • Alleen bij hoge uitzondering ga je onder lestijd naar het toilet. • Na 16.00 uur verblijf je niet meer in het schoolgebouw als dat niet nodig is. • Na lestijd blijf je niet bij de poorten of in de buurt van de school rondhangen. • Je vertrekt op tijd naar het brugklasgebouw en het studiehuis. Onze school is er voor jou. Het is een omgeving die je helpt om te leren voor later. Daar hoort ook bij verantwoordelijkheid nemen voor een schone en veilige school. Daarom lopen de leerlingen van klas 4 Schoolwacht. Zij zien er in de pauzes op toe dat alle leerlingen zich houden aan de regels, zoals: • Je zorgt voor een schoon milieu en je houdt de gebouwen, het schoolterrein en de buurt schoon. Een schone omgeving ziet er niet alleen prettiger uit, maar is ook leefbaarder. Gooi daarom afval in de afvalbakken. • Je zorgt ervoor dat de lokalen, de hallen en de aula er na je
• • • • • •
•
verblijf weer netjes en schoon uitzien. Je gaat in het gebouw niet op de grond liggen of zitten. Dat is veiliger en je hindert dan anderen niet. Als je wilt zitten, kan dat in hal A, B en in de aula (klas 2 t/m 6) of in de brugklashal (klas 1). Het is niet toegestaan met de brommer op het schoolterrein te rijden. Dat is onveilig en hinderlijk voor anderen. Beperk geluids- en stankoverlast door de motor van je brommer bij de poort af (of aan) te zetten. Alle leerlingen werken mee met de Schoolwacht. Het is niet toegestaan in de leslokalen hoofdbedekking te dragen, behalve op religieuze gronden. Het in bezit hebben, verhandelen en afsteken van vuurwerk is verboden;dit kan leiden tot verwijdering van school. Het in bezit hebben, verhandelen en gebruiken van alcohol of drugs is verboden. Dit kan leiden tot verwijdering van school. Alcoholgebruik op school is alleen beperkt toegestaan wanneer de schoolleiding daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven (bijvoorbeeld bij de uitreiking van het diploma). Het in bezit hebben van alle vormen van wapens is ten strengste verboden. Bij overtreding van deze regel wordt de politie ingeschakeld. Dit kan ertoe leiden dat je van school wordt verwijderd. Het is niet toegestaan binnen school te roken; buiten mag je wel roken als je in klas 4, 5 of 6 zit, maar alleen tijdens pauzes en in het daarvoor bestemde vak tussen brugklasgebouw en hoofdgebouw. Houd je je niet aan deze regel, dan krijg je een strafmiddag.
4. GEBRUIK VAN RUIMTEN Onze school heeft beperkte ruimte en veel mensen. Mensen voor wie het zo gezellig en leefbaar mogelijk moet zijn. We hebben dan ook praktische regelingen nodig voor het gebruik van ruimten. Gun elkaar de ruimte! Daarom volgen hier enkele regels. • Je verblijft zo kort mogelijk in de gangen en op de trappen, want dit zijn verbindingswegen. • Wat de toiletten betreft: het doel daarvan is duidelijk. Het zijn geen ruimten om een gezellig praatje te maken. • Blijf niet hangen in de ruimten tussen de deuren bij de ingang. Lokalen • Schrijf niet op banken of op stoelen. • Laat het lokaal waarin je hebt gezeten, voor de volgende klas netjes achter. Je ruimt eventuele rommel op en na het laatste lesuur veegt de klassenorde het lokaal. • Je komt alleen in een lokaal na toestemming van de docent. Hij of zij is immers verantwoordelijk voor de apparatuur. • Ramen, verwarming, luxaflex, buitenzonwering, apparatuur en verlichting worden alleen bediend door of in opdracht van een docent. Mediatheek In de mediatheek is het gebruikersreglement van kracht. Pauzeplaatsen • Je volgt de aanwijzingen van de Schoolwacht op. • Brugklasleerlingen pauzeren alleen in de brugklashal of op de brugklaspauzeplaats. • Leerlingen van klas 2 t/m 6 pauzeren in hal A of B, in de aula of op de pauzeplaats tussen het hoofdgebouw en het brugklasgebouw. Tijdens de pauze gelden de volgende regels: • Je verblijft tijdens de pauze niet zonder geldige reden buiten de eerdergenoemde plaatsen; • je gaat in het gebouw niet op de grond zitten; • leerlingen van klas 4, 5 en 6 mogen alleen roken in pauzes in de daarvoor bestemde ruimte tussen brugklasgebouw en hoofdgebouw; • je gooit afval in de afvalbakken;
• •
je verlaat het schoolterrein niet; je komt in de pauze niet in het studiehuis.
Verblijf tijdens lesuitval Alle lessen die uitvallen van het eerste tot en met het voor-laatste lesuur worden opgevangen voor alle leerlingen (dus klas 1 tot en met 6). Het zevende en achtste lesuur worden niet opgevangen. Je gaat naar het lokaal waar je volgens het rooster les hebt. Je gaat dan verder werken aan het vak dat uitvalt (via de studieplanner) en als je daarmee klaar bent, ga je huiswerk maken of leren. Je werkt in stilte en je werkt alleen. Er is een docent die toezicht houdt. Verblijf tijdens een tussenuur (havo-4, havo-5, vwo-4, vwo-5 en vwo-6). Voor ingeroosterde tussenuren meld je je aan voor stilteruimte of mediatheek. Indien er dan nog tussenuren over zijn, kun je gaan werken in de nissen van het studiehuis of als je wilt naar de aula gaan. Je verlaat bij een tussenuur het schoolterrein niet. 5. RESPECT VOOR ELKAAR EN ELKAARS EIGENDOMMEN Je bent verantwoordelijk voor elkaar, voor elkaars eigendommen en voor die van onze school. En áls je eens schade veroorzaakt, moet je daar ook voor uit (durven) komen (zie verder artikel 25 van het leerlingenstatuut). Je handelt zoals beschreven in de “Gedragscode gebruik communicatiemiddelen”, te vinden op de website van swchool en op de ELO van Magister. Dit betekent onder meer dat je niemand (leerling en/of medewerker van school) elektronisch of telefonisch lastig valt, bijvoorbeeld door pesten, bedreiging, belediging, discriminatie of seksueel getinte opmerkingen. Ook maak je geen contact met medewerkers van school via hyves, msn, sms, facebook of twitter. • • • • • •
• •
In de pauzes kom je niet in de gangen en lokalen. Dit geldt natuurlijk ook voor de (brom)fietsenstalling en de parkeerplaatsen. Bescherm je eigendommen en die van een ander. We zijn samen verantwoordelijk voor het gebouw en het meubilair. Zorg ervoor dat je naam onuitwisbaar in of op al je eigen spullen staat. Berg je waardevolle spullen op in je kluisje; de school is niet aansprakelijk voor het zoek raken van je bezittingen. Zet je fiets of brommer op de voor jou aangegeven plaats zo neer, dat je andere fietsen of brommers niet beschadigt. Fietsen moeten worden geplaatst in het fietsenrek. Fietsen die buiten de aangewezen plaatsen staan worden verwijderd. Laat het lokaal waarin je gezeten hebt, netjes achter. Dat betekent dat je de tafels en stoelen recht zet en je rommel opruimt. Zonodig ook die van anderen. Breng gevonden voorwerpen onmiddellijk naar de receptie of de conciërge.
6. AFSPRAKEN Het is belangrijk dat we de schoolregels nakomen en aanwijzingen van de Schoolwacht opvolgen. Als je ze toch niet uitvoert, dan moet je ook bereid zijn de gevolgen te accepteren. Een eventuele straf wordt alleen uitgedeeld als er een duidelijke overtreding is begaan. Een straf kan bestaan uit: • strafwerk of een straftaak (opgelegd door docent of leerlingcoördinator) • strafmiddag of strafcorvee (opgelegd door leerlingcoördinator) • schorsing (opgelegd door de leerlingcoördinator of adjunctdirecteur)
• verwijdering (opgelegd door de adjunctdirecteur) Zie verder artikel 32 en 33 van het leerlingenstatuut, waarin staat aangegeven bij wie bezwaar aangetekend kan worden en bij wie je in beroep kunt gaan. 7. LEERLINGENPASSEN Leerlingen ontvangen aan het begin van het schooljaar een leerlingenpas. Bij overtredingen van de afspraken en regels moet de leerling de pas tonen aan bijvoorbeeld de surveillant. Bij een inhaaltest legt de leerling zijn leerlingenpas op de hoek van de tafel. De pas is ook bedoeld als toegangsbewijs, bijvoorbeeld bij schoolfeesten. 8. STRAFBARE FEITEN De school heeft, zoals vermeld in het veiligheidsplan, met de politie afgesproken om strafbare feiten die in of rond de school zijn gepleegd te melden of - indien nodig - aan te geven. 9. KLACHTENPROCEDURE. Zie artikel 34 van het leerlingenstatuut. Verder vind je een klachtenprocedure in de Schoolgids.
NOTITIES