Nederlands
Rolf Onderwijs bv Mercuriusweg 14 4051 CV Ochten Holland Tel. +31 344 647 647 Fax +31 344 647 610
1-2-3 Getallenlijn Art. 230.3625 Inhoud: 6 getallenlijnen met cijfers (rood kader) 6 getallenlijnen met afbeeldingen (rood kader) 6 getallenlijnen met cijfers (blauw kader) 6 getallenlijnen met afbeeldingen (blauw kader) 3 getallenlijnen met cijfers (groen kader) 3 getallenlijnen met stippen (groen kader) 12 kaartjes met cijfers (rood kader) 12 kaartjes met afbeeldingen (rood kader) 30 kaartjes met cijfers (blauw kader) 30 kaartjes met afbeeldingen (blauw kader) 28 kaartjes met cijfers (groen kader) 28 kaartjes met stippen (groen kader)
English
1-2-3 Numerical Series Art. 230.3625 Contents: 6 numerical series with numbers (red frame) 6 numerical series with illustrations (red frame) 6 numerical series with numbers (blue frame) 6 numerical series with illustrations (blue frame) 3 numerical series with numbers (green frame) 3 numerical series with dots (green frame) 12 cards with numbers (red frame) 12 cards with illustrations (red frame) 30 cards with numbers (blue frame) 30 cards with illustrations (blue frame) 28 cards with numbers (green frame) 28 cards with dots (green frame)
Deutsch
1-2-3 Zahlenreihe Art. 230.3625 Inhalt: 6 Zahlenreihen mit Zahlen (roter Rahmen) 6 Zahlenreihen mit Bildern (roter Rahmen) 6 Zahlenreihen mit Zahlen (blauer Rahmen) 6 Zahlenreihen mit Bildern (blauer Rahmen) 3 Zahlenreihen mit Zahlen (grüner Rahmen) 3 Zahlenreihen mit Punkten (grüner Rahmen) 12 Kärtchen mit Zahlen (roter Rahmen) 12 Kärtchen mit Bildern (roter Rahmen) 30 Kärtchen mit Zahlen (blauer Rahmen) 30 Kärtchen mit Bildern (blauer Rahmen) 28 Kärtchen mit Zahlen (grüner Rahmen) 28 Kärtchen mit Punkten (grüner Rahmen) Niet geschikt voor kinderen onder 3 jaar i.v.m. kleine onderdelen. Not suitable for children under 36 months. Contains small component parts. Nicht geeignet für Kinder unter 3 Jahren wegen kleiner Teile.
Nederlands Leerdoel: Functionele ontwikkeling Aspecten: denkontwikkeling: rekenen 1. ordenen, 2. globale hoeveelheidperceptie, 3. structureren van hoeveelheden, 4. symboolkennis. Beschrijving van het materiaal: Er zijn twee soorten getallenlijnen bij dit spel: - getallenlijnen met cijfersymbolen en - getallenlijnen met afbeeldingen van hoeveelheden. Bij elke getallenlijn met cijfersymbolen hoort een getallenlijn met afbeeldingen. Voor de afbeeldingkaartjes geldt hetzelfde. Er zijn dus kaartjes met cijfersymbolen en kaartjes met afbeeldingen. Doel van het materiaal: Bij het werken met 1-2-3-getallenrij komen twee aspecten van het getal-begrip aan de orde: a. het ordinaal aspect (de plaats van een getal in een reeks b.v. huisnummer 3). b. het kardinaal aspect (de hoeveelheidsaanduiding b.v. ik heb 3 appels). Met dit spel kan pas gewerkt worden wanneer de kinderen in staat zijn een verbinding te leggen tussen hoeveelheid en hoeveelheidsaanduiding.
Didactische aanwijzingen Omdat de kinderen al ervaring opgedaan hebben in het leggen van verbanden tussen hoeveelheid en hoeveelheidsaanduiding wordt bij dit spel vooral aandacht besteed aan het vergelijken van hoeveelheden en het rangorde aspect van de getallen. Getallenlijn met 3 getallen (rood kader) Eerst wordt gewerkt met getallenlijnen waarop de afbeeldingen staan. Er wordt een getallenlijn neergelegd. Op de lege vakjes moeten de juiste afbeeldingskaartjes gelegd worden. Het betreft hier de kaartjes met een rood kader. Begrippen als één meer en één minder komen hierbij aan de orde. Aanvankelijk zullen de kinderen bloemen bij bloemen en vissen bij vissen leggen. Op den duur zullen ze moeten ervaren dat de afbeeldingen door elkaar te gebruiken zijn. Wanneer een kind in staat is op deze manier steeds de goede kaartjes neer te leggen, worden dezelfde handelingen verricht met de getallenlijnen waarop de cijfersymbolen staan. Het is heel belangrijk de kinderen de relatie tussen de beide getallenlijnen te laten ontdekken. Wanneer een kind in staat is nagenoeg foutloos met deze getallenlijnen te werken, kunnen de getallenlijnen met de blauwe kaders aangeboden worden. Tot slot kan gewerkt worden met de getallenlijnen van 0 t/m 10. Hierbij behoren de stippenkaarten (groen kader).
Nederlands Memory (voor 2, 3 of 4 kinderen) Door de afbeeldingskaartjes met cijfersymbolen en die met de afbeeldingen omgekeerd op tafel te leggen kunnen de kinderen heel eenvoudig een memory spelen. Ze moeten bij elk kaartje met een afbeelding het kaartje met het corresponderende getal zoeken. Eén meer.......... (voor 2, 3 of 4 kinderen) (blauw kader). Hiervoor zijn de afbeeldingskaartjes met het blauwe kader nodig. Eerst wordt het spel gespeeld met de 30 kaartjes met afbeeldingen. Acht van deze kaartjes worden omgekeerd tussen de spelers ingelegd. De rest wordt onder de spelers verdeeld. De kinderen bekijken hun eigen kaartjes goed en laten ze met de afbeeldingen naar boven op tafel liggen. Eén van de kaartjes in het midden wordt omgekeerd. ledereen mag alle kaartjes waarop een voorwerp meer afgebeeld is wegleggen. Degene die na een tijdje het minst aantal kaartjes overheeft is winnaar. Op dezelfde wijze kan het spel gespeeld worden met als opdracht: ........ “één minder”, ........ “twee meer”, ........ “twee minder”.
Alles bij elkaar (voor 2 of 3 kinderen) Alle afbeeldingskaartjes worden bij elkaar gelegd. Wanneer de leerkracht bijvoorbeeld “5” zegt, zoeken de kinderen alle kaartjes waarop een cijfer 5 staat en alle kaartjes waarop 5 afbeeldingen staan bij elkaar. Op dezelfde wijze worden alle andere hoeveelheden gesorteerd. Op deze wijze ervaren kinderen dat een bepaalde hoeveelheidsaanduiding voor alle verzamelingen met hetzelfde aantal elementen “staat”. Spel met getallenlijn 0 t/m 10 (voor 2 kinderen) (groen kader) De kinderen nemen een getallenlijn bijv. waar 3 en 7 op staan tussen zich in en verdelen de bijbehorende getallenkaartjes (één kind krijgt 4, de ander 5 stuks). De leerling die 5 kaartjes heeft, begint. Ze zoekt een getallenkaartje dat aan moet sluiten bij 3 of bij 7, b.v. 2. Ze legt het kaartje op de juiste plaats. Daarna is het andere kind aan de beurt. Als één van de kinderen niet kan aansluiten is de andere winnaar. Om het snel wat ingewikkelder te maken kunnen 1 of 2 getallenlijnen toegevoegd worden. Werkgroep Pedomat
English Object of instruction: Functional development Aspects: mental development: to count 1. to arrange, 2. global perception of quantities, 3. structuring of quantities, 4. knowledge of symbols. Description of the material: There are two kinds of numerical series in this game: - numerical series with symbols of figures and - numerical series with illustrated quantities. A numerical series with illustrations is forming part of each numerical series with symbols of figures. The same is applicable to the cards with illustrations. Consequently, there are cards with symbols of figures as well as illustrated cards. Object of the material: When working with the numerical series 1-2-3, two aspects of the notion of numbers are brought up: a. the ordinal aspect (the position of a number in a series, e.g. house No. 3) b. the cardinal aspect (the indication of quantities, e.g. I have got 3 apples). This game can only be applied when the children are already able to establish a relationship between quantities and indications of quantities.
Didactic remarks: Since the children have already learned how to establish relationships between quantities and indications of quantities, in this game, the attention is particularly directed on the comparison between quantities and the aspect of the order of numbers. Numerical series with 3 numbers (red frame) To begin with, illustrated numerical series are used. One numerical series is put aside. The empty boxes have to be provided with the right illustrated cards. This concerns the cards with a red frame. In this game, notions as ‘one more’ and ‘one less’ are brought up. At the start, the children are supposed to put flowers to flowers and fishes to fishes. Finally, they have to learn that the illustrations are interchangeable. As soon as a child is able to always put down the right cards by this rneans, the sarne operations will be carried out, by using the numerical series showing symbols of figures. It is of great importance that the children learn to find out the relationship between the two numerical series. Whenever a child is able to work with these numerical series, almost without making any mistake, the numerical series with the blue frames can come into use. At the end, the numerical series between 0 and 10 can be applied. The cards with the dots (green frame) are forming part of the above series.
English Memory (for 2, 3 or 4 children) By putting upside-down the cards showing symbols of figures and the ones with illustrations on the table, the children can easily play a memory. For each illustrated card, they have to find the card showing the corresponding figure. ‘One more ......’ (for 2, 3 or 4 children) (blue frame) For this game, the illustrated cards with the blue frames are to be applied. At the start, there are 30 cards with illustrations in the game. Eight of the above-mentioned cards are put upside-down between the players while the remaining cards are distributed among the players. The children eye attentively their own cards and let them lie on the table with the illustrations on the upper side. One of the cards lying in the middle is turned. Everybody is allowed to put aside all the cards showing an additional object. The one who, after some time, has got the smallest number of cards is the winner. In the same way, it is possible to play this game with the following order: ........ ‘one less’ ........ ‘two more’ ........ ‘two less’.
All the cards heaped up (for 2 or 3 children) All the illustrated cards are put together. When the teacher says e.g. ‘5’, the children try to find all the cards showing the figure 5, as well as all the cards on which 5 illustrations are to be found together. In the same way, all the other quantities are sorted. By this means, children learn that a specific indication of quantities signifies every collection of the same number of elements. Game with the numerical series 0 to 10 (for 2 children) (green frame) The children put a numerical series, showing e.g. 3 and 7, in their middle and distribute the cards with figures belonging to that series (one child gets 4 and the other one 5 cards). The child having got 5 cards begins. She is looking for a card with figures that has to link up with 3 or 7. e.g. 2. She puts the card in the right place. Thereafter, it is the turn of the other child. Whenever one of the children is unable to link up, the other child is the winner. In order to make this game more difficult, another one or two numerical series can be added to it. Working Group Pedomat.
Deutsch Zweck des Unterrichts: Funktionelle Entwicklung Aspekte: Entwicklung des Denkvermögens: Rechnen 1. Ordnen 2. Globales Erfassen von Mengen 3. Mengenstrukturierung 4. Kennen von Symbolen Beschreibung des Materials: Dieses Spiel umfasst zwei verschiedene Zahlenreihen: - Zahlenreihen, bei denen die Symbole Zahlen sind und - Zahlenreihen, in denen Mengen bildlich dargestellt sind. Zu jeder Zahlenreihe mit Zahlen-Symbolen gehört eine Zahlenreihe mit Bildern, Das gleiche gilt auch für die Bildkärtchen. Das bedeutet, dass es sowohl Kärtchen mit Zahlen-Symbolen als auch mit Bildern gibt. Zweck des Materials: Wenn mit der 1-2-3-Zahlenreihe gearbeitet wird, kommen zwei Aspekte des Zahlenverständnisses zur Sprache: a. der ordinale Aspekt (der Platz einer Zahle in einer Reihe, z.B. Hausnummer 3) b. der kardinale Aspekt (die Mengenangabe, z.B. ich habe 3 Äpfel.) Dieses Spiel kann jedoch erst dann zur Anwendung gebracht werden, wenn die Kinder dazu in der Lage sind, eine Verbindung zwischen Menge und Mengenangabe herzustellen.
Didaktische Hinweise: Da die Kinder bereits gelernt haben, wie sie eine Beziehung zwischen Mengen und Mengenangaben zustandebringen können, geht es bei diesem Spiel vor allem um den Vergleich von Mengen und um den Aspekt der Rangordnung von Zahlen. Zahlenreihen mit 3 Zahlen (roter Rahmen) Zunächst wird mit Zahlenreihen mit Bildern gearbeitet. Eine Zahlenreihe wird weggelegt. Die leeren Fächer sind daraufhin mit den richtigen Bildkärtchen zu versehen. Es geht hierbei um die Kärtchen mit rotem Rahmen. Dabei kommen Begriffe wie ‘eins mehr’ und ‘eins weniger’ zur Sprache. Am Anfang haben die Kinder die Aufgabe, Blumen zu Blumen und Fische zu Fischen zu legen. Auf die Dauer müssen sie lernen, dass die Bilder auch durcheinander verwendet werden können. Sobald ein Kind dazu imstande ist, auf diese Weise immer die richtigen Kärtchen hinzulegen, wird dazu übergegangen, das gleiche mit Zahlenreihen mit Zahlen-Symbolen zu tun. Es ist dabei sehr wichtig, dass die Kinder die Beziehung zwischen den beiden Zahlenreihen selbst herausfinden. Wenn ein Kind dazu in der Lage ist, mit diesen Zahlenreihen so zu arbeiten, dass es fast keine Fehler mehr macht, kann es mit den Zahlenreihen mit den blauen Rahmen beginnen. Zum Schluss können die Zahlenreihen von 0 bis 10 eingesetzt werden. Dazu gehören die Kärtchen mit den Punkten (grüner Rahmen).
Deutsch Memory (für 2, 3 oder 4 Kinder) Legt man die Bildkärtchen mit Zahlen-Symbolen und die, die Abbildungen haben, umgekehrt auf den Tisch, können die Kinder in ganzer einfacher Form ein Memory spielen. Sie müssen für jedes Bildkärtchen das entsprechende Zahlenkärtchen finden. ‘Eins mehr ......’ (für 2, 3 oder 4 Kinder) (blauer Rahmen) Hierfür sind die Bildkärtchen mit dem blauen Rahmen erforderlich. Zunächst wird mit den 30 Kärtchen mit Bildern gespielt. Acht davon legt man umgekehrt zwischen die Spieler, während der Rest unter ihnen verteilt wird. Die Kinder sehen sich ihre eigenen Kärtchen gut an und lassen sie dann mit der Bildseite nach oben auf dem Tisch liegen. Eines von den sich in der Mitte befindenden Kärtchen wird umgedreht. Jedes Kind darf alle Kärtchen, auf denen ein Gegenstand mehr abgebildet ist, weglegen. Gewinner ist, wer nach einiger Zeit noch die wenigsten Kärtchen hat. In der gleichen Weise kann dieses Spiel mit der folgenden Anweisung gespielt werden: ......... “eins weniger”, ......... “zwei mehr” und ......... “zwei weniger”.
Alles in einem Haufen (fur 2 oder 3 Kinder) Alle Bildkärtchen werden zusammengelegt. Sagt der Lehrer zum Beispiel “5”, suchen die Kinder alle Kärtchen zusammen, auf denen die Zahl 5 zu sehen ist und alle Kärtchen, die 5 Abbildungen nebeneinander aufweisen. Das Sortieren aller sonstiger Mengen erfolgt in der gleichen Weise. So lernen die Kinder, dass eine bestimmte Mengenangabe alle Ansammlungen zahlenmässig gleicher Elemente bedeutet. Spiel mit der Zahlenreihe 0 bis 10 (für 2 Kinder) (grüner Rahmen) Die Kinder nehmen eine Zahlenreihe, die z.B. 3 und 7 zeigt, in ihre Mitte und verteilen die dazugehörenden Zahlenkärtchen untereinander (ein Kind bekommt 4, das andere 5 Kärtchen). Das Kind mit den 5 Kärtchen darf beginnen. Es sucht ein Zahlenkärtchen, das vor oder nach 3 oder 7 kommt, z.B. 2. Es legt das Kärtchen auf den richtigen Platz. Danach kommt das andere Kind an die Reihe. Wenn eines der Kinder den Anschluss nicht finden kann, hat das andere Kind gewonnen. Will man das Spiel etwas schwieriger gestalten, besteht die Möglichkeit, noch 1 oder 2 Zahlenreihen hinzuzunehmen. Arbeitsgruppe Pedomat
