09 tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 15 nummer 9 september 2009
‘Vertrouwen en gezag zijn niet meer vanzelfsprekend’ Hans Crombag ziet de wereld van het recht op eigen wijze
Dreiging van cybercrime Uitneembaar: historie OM
2
hoek van Jan
Inhoud
OPPORTUUN · 09 / 2009
‘Het strafrechtelijk systeem heeft schaduwkanten’
OPPORTUUN tijdschrift van het openbaar ministerie
Hans Crombag, pag. 14-17
jaargang 15 nummer 9 september 2009 Opportuun is het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
Hoop Het was langs de A28, ergens bij de Veluwe. Op de vluchtstrook zat ze. Een moedereend. Stapje voor stapje liep ze richting de rijbaan. Een metertje achter haar ontwaarde ik een bruine hoop. Krioelende kuikentjes. Hoewel ik best door reed, meende ik in de ogen van de kleintjes iets te kunnen zien. Natuurlijk vertrouwden de beestjes op mama. Maar toch zag ik ook een spoor van twijfel: ‘weet je dit wel héél zeker?’ Ooit deed ik een brandonderzoek. Diverse woningen waren in vlammen op gegaan. Het onderzoek liep stroef. Dat heb je nu eenmaal vaker met branden. Maar op een dag leek er een beetje schot in de zaak te komen. Die dag kreeg ik een telefoontje. Er was iets gevonden bij één van de verwoeste woningen. Of ik kon komen kijken. Een uurtje later stond ik verbaasd te staren naar een grote bruine hoop. Volgens de deskundige (…) van menselijke origine. Er staken wat besmeurde papiertjes uit. Je kunt niet zomaar de broek optrekken,
tenslotte. Zelfs niet als je je bijdrage in andermans tuin hebt gedeponeerd. De blaadjes waren op het oog bladzijden uit een agenda. Tussen de smurrie zag je een hint van een naam. En een spoor van een telefoonnummer. De moeite van het onderzoeken waard. Leek me. Maar dan wel door iemand anders. In mijn ooghoek zag ik de technisch rechercheur. Hij maakte zich gereed. Trok van die rubber handschoenen aan. Langzaam maar zeker begaf hij zich richting de hoop. Zijn hand reikte naar de papiertjes. Toen keek hij om en mij aan. Ik moet toen wel zo’n eendenkuikentje geleken hebben. Ik had alle vertrouwen in de man. Maar toch stond ook in mijn ogen die ene vraag: ‘weet je dit wel héél zeker?’ Jan Hoekman
Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. NB: inhoudelijke opmerkingen en suggesties melden aan de eindredacteur (zie hieronder).
September 2009
rubrieken
6 Pascal F.
18 Mensensmokkel
Redactieadres Openbaar Ministerie, Afdeling Communicatie Parket-Generaal, kamer 5.19 Prins Clauslaan 16, Postbus 20305 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840.
In Alles Afwegende Elisabeth JulsingNijenhuis, de advocaat-generaal die destijds levenslang eiste tegen Pascal F. omdat hij Nadia van de Ven in koelen bloede liquideerde. Zij kijkt terug op een drama dat ook haar adem deed stokken…
Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected].
10 ICT als doelwit
Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 300 verdachten van mensensmokkel vervolgd. Hoe komen die verdachten in beeld? Een deel van de informatie komt uit reguliere controles door de politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de douane. Het is een speurtocht naar smokkelaars en gesmokkelden.
Vaste medewerkers Thea van der Geest, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Jan Hoekman, Willem Hoogendoorn, Petra Sprado. Aan dit nummer werkten verder mee Aleida Berends, Louis Cornelisse, Marcel van der Horst, Hans Juffermans, Martin Mak, Gerard Trentelman Foto omslag Vincent Boon Ontwerp Fabrique, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 8.000
Aanvallen op computers, digitale inbrekersinstrumenten en andere criminele activiteiten op internet nemen enorm toe. Om beeld te krijgen en effectief op te treden tegen cybercrime komt er in elk regioparket een cybercrime-officier. Landelijk cybercrime-officier Lodewijk van Zwieten: ‘Tien jaar geleden vonden we het al heel wat om GSM’s te tappen, dat is tegenwoordig niet afdoende.’
14 Rechtspsycholoog Hans Crombag Meer dan dertig jaar bekijkt rechtspsycholoog Hans Crombag de wereld van het recht door een psychologische bril. In artikelen, boeken en als getuige-deskundige, ontleedt hij casussen. ‘Gelaten’, zegt Crombag, ‘draag ik het lot niet de sweetheart van de juristerij te zijn.’
22 Burger over strafeisen Bij het eisen van soort en hoogte van straffen doet het OM het zo gek nog niet. Die indicatie kwam uit een experiment met burgerconsultatie bij richtlijnen voor strafvordering. Het OM neemt de burgerwensen mee bij het actualiseren van richtlijnen. Zónder wetten, vonnissen en verantwoordelijke politici uit het oog te verliezen.
26 Helletocht van OM-team De zon is ondergegaan. Een lange sliert lichtjes slingert zich over de Veluwer heide. In de sliert strompelen OM’ers mee, vastbesloten om tientallen kinderen onderwijs te kunnen laten bieden. Over de prachtige helletocht van OM-team-deelnemer Martin Mak
02 Hoek van Jan ‘Hoop’ 04 KortOM 09 Handig met GPS ‘Strafrechtketennummer’ 13 Column ‘Schuldig?’ 25 Ut Recht ‘Prachtburger’ 30 Verkeer 31 Internationaal 32 AchterOM
3
t 4
KORTom
OPPORTUUN · 09 / 2009
'CJIB boekt succes met Haarlemse GPS-zaak schadevergoeding' naar archief
‘De zorg voor het slachtoffer komt nu veel beter uit de verf’, vertelt Frans van der Linden, afdelingshoofd Maatregelen bij het CJIB. Niet alleen de aandacht voor het slachtoffer is toegenomen, ook het proces zelf is beter ingericht. De tijd tussen de uitspraak van de rechter en de uitbetaling aan het slachtoffer is hierdoor flink ingekort. In 2008 gaf de Tweede Kamer het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) opdracht om in 2009 80% van de schadevergoedingsmaatregelen binnen drie jaar af te ronden. Met behulp van de verschillende ketenpartners ging het CJIB deze uitdaging aan. Met succes, want in juni werd 85% van de zaken binnen drie jaar afgehandeld. Volgens Van der Linden is het succes van de snelle afhandeling niet alleen de verdienste van het CJIB. Zonder het goede werk van ketenpartners als het Openbaar Ministerie (OM), de politie, Dienst Justitiële Inrichtingen en de gerechtsdeurwaarders was de 85% niet gehaald. Zo gaat de politie sneller op pad als er een arrestatiebevel is uitgevaardigd en zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de
gerechtsdeurwaarders. Ook bij het OM is er in de afgelopen jaren veel verbeterd. Doordat zaken er sneller worden afgehandeld, heeft het CJIB een flinke effectiviteitslag kunnen maken. Een inning voor een schadevergoedingsmaatregel is heel wat anders dan het innen van geld voor een verkeersovertreding of een boetevonnis, twee andere taken waarmee het CJIB belast is. ‘We hebben hier met slachtoffers te maken’, legt Van der Linden uit. ‘In dit geval innen we niet namens de overheid, maar namens het slachtoffer. Daarin zit een wezenlijk verschil met andere taken van het CJIB.’ Lukt het niet een zaak binnen drie jaar af te handelen, dan betekent dat niet dat de zaak wordt afgeschreven. De inning loopt in dat geval gewoon door. Het CJIB probeert het hoge afdoeningspercentage in de komende jaren vast te houden of waar mogelijk te verbeteren.
Tekst: Ate Hoekstra
De allereerste GPSverdachte heeft de geldboete die hem op de eerste GPS-zitting is opgelegd voldaan! Op 15 december 2008 hebben PG Harm Brouwer en administratief juridisch medewerker Nathalie Molenaar in de eerste GPS-zaak van parket Haarlem, de verdachte een transactie van € 400,- aangeboden. Het betrof hier een eenvoudige belediging van een politieman. De verdachte was het niet eens met het OM en vond dat zijn uitspraken vielen in de categorie vrijheid van meningsuiting. Zijn zaak is door Judith Hendriks, officier van justitie, op 18 mei 2009 tijdens de eerste GPSzitting voorgedragen aan de rechter.
De verdachte verscheen op zitting en heeft daar zijn verhaal kunnen doen. De politierechter veroordeelde hem tot een geldboete gelijk aan de eerder opgelegde transactie. Deze straf is geëxecuteerd en de boete is inmiddels binnen, de zaak staat in de werkbak archiveren en is daarmee beëindigd. Natuurlijk gebeurt dit dagelijks met vele zaken.........maar ach dit blijft toch een beetje onze eerste zaak.
Tekst: Hans Juffermans
5
Rapport kritisch over drugsbeleid
In dit nummer: 200 jaar OM
Hoewel het Nederlandse drugsbeleid goed voldoet op doelstellingen als beperking van de schade voor de gezondheid van de gebruikers, constateert de commissie Van de Donk dat er op belangrijke punten sprake is van forse problemen.
In 2011 bestaat het OM 200 jaar. Dit jubileum zal niet ongemerkt voorbijgaan. Het is een unieke gelegenheid om aandacht te schenken aan de boeiende geschiedenis van het OM. Het historisch verhaal van het OM is nu al in deze Opportuun te vinden.
De commissie vindt dat het drugsbeleid dringend gewijzigd moet worden en heeft zes hoofdpunten geformuleerd. Het gebruik van drugs en alcohol door minderjarigen moet veel sterker worden tegengegaan. De coffeeshops zullen terug moeten naar waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren: verkooppunten voor de lokale gebruikers. En de ontwikkeling op de illegale drugsmarkten en de daaraan gekoppelde bedreiging van de samenleving door de georganiseerde misdaad vraagt om een sterkere, meer consequente en breder ingezette bestrijding. Daarnaast adviseert de commissie dat het drugsbeleid permanent dient te worden gemonitord en er systematischer dient te worden gehandhaafd en geleerd. De veelheid aan lokale initiatieven om te komen tot een vorm van regulering van aanvoer in besloten coffeeshops
vereist een landelijk beleidskader en een systematische vorm van wetenschappelijke evaluatie. De commissie beveelt onderzoek aan naar het gebruik van één lijst van middelen in de Opiumwet. De ministers van VWS, Justitie, BZK en Jeugd en Gezin gaan de voorstellen uitwerken in een actieplan. De hoofdlijnenbrief drugsbeleid zal naar verwachting begin september naar de Tweede Kamer worden gezonden. Meer informatie: www.minvws.nl/kamerstukken/vgp/2009/aanbiedingrapporten-drugsbeleid.asp
Het is 1810 als Napoleon ons land inlijft bij zijn keizerrijk. Al vrij snel (1811) voert hij een rechterlijke organisatie naar Frans model in. Als Nederland wordt bevrijd verdwijnt de Franse overheerser. Wat wel blijft, zijn de Franse wetgeving en rechterlijke organisatie. 2011 Is ook het jaar van 200 jaar rechtspraak. De geschiedenis van OM en ZM kunnen niet los van elkaar worden gezien. Het ligt dan ook voor de hand om voor een groot deel samen op te trekken onder het motto: 200 jaar rechterlijke organisatie.
Het zichtbaar maken van de geschiedenis van het OM is de eerste (belangrijke) stap in dit proces. Het historisch verhaal is als apart boekje bijgesloten in deze Opportuun. Een stuurgroep onder leiding van hoofdofficier Paul van de Beek en een werkgroep ‘200 jaar rechterlijke organisatie’ laten binnenkort meer weten over de activiteiten in het jubileumjaar.
6
Alles Afwegende
OPPORTUUN · 09 / 2009
Als ook de adem van de aanklager stokt…
7
‘Nee, er waren geen tranen. Voordat die opwelden, vroeg ik schorsing aan’
De zaak-Pascal F. Recent, vier jaar nadat het Arnhemse Hof hem veroordeelde tot twintig jaar cel en tbs, werd Pascal F. weer groot nieuws. De rechter verplichtte hem “meerdere tonnen” schadevergoeding te betalen aan de moeder van Nadia van de Ven, de informaticastudente die hij in 2002 in koelen bloede liquideerde. ‘Dat vonnis doet mij deugd,’ erkent Elisabeth Julsing-Nijenhuis, de advocaat-generaal die destijds levenslang eiste tegen F. ‘Deze dappere vrouw verdient dat.’ In alle openheid blikt de aanklager terug op een drama dat ook haar adem deed stokken…
In de lente van 2005 staat de dan 31-jarige Pascal F. uit Utrecht in hoger beroep terecht voor een dubbele moord. De rechtbank heeft hem een levenslange gevangenisstraf opgelegd wegens het “beestachtig liquideren” van de 31-jarige verzekeringsagent Anton Bussing – in november 1995 – in Ede en de 25-jarige Nadia van de Ven – begin oktober 2002 – in Utrecht, maar de man houdt vol onschuldig te zijn. Hij zou part noch deel hebben aan wat de volksmond inmiddels “de Uzimoorden” is gaan noemen, een case die golven van publiciteit veroorzaakt. Tijdens de laatste zittingsdagen van het gerechtshof in Arnhem is er opnieuw veel media-aandacht. Die focust zich met name op openbare aanklager Elisabeth Julsing-Nijenhuis. Niet alleen omdat de advocaat-generaal bij het ressortsparket Arnhem opnieuw levenslang eist tegen Pascal F., maar ook doordat ze het emotioneel moeilijk heeft. Tijdens het voorlezen van de slachtofferverklaringen van Nadia’s moeder Minke en jongere zus Lucinda – beide in de vorm van een brief aan hun dierbare – breekt AG Julsing-Nijenhuis.
Aanklager in tranen! roepen diverse media.
Slachtofferverklaring ‘De zaak-Pascal F. staat in mijn geheugen gegrift,’ verklaart de 53-jarige magistraat in een terugblik op de geruchtmakende moordzaak. ‘In de eerste plaats door de gruwelijkheid van de feiten – een gestoorde man executeert zomaar, plots, pardoes, met een uzi-pistoolmitrailleur twee argeloze mensen – en het immense verdriet van de nabestaanden. Maar daarbij telt dat incident natuurlijk zwaar mee… Hevige emoties, die je dan ook als aanklager blijkbaar niet volledig onder controle hebt. Overigens was er van in tranen uitbarsten geen sprake. Dat beeld moet eerlijk gezegd wel genuanceerd worden. Niet omdat ik me schaam voor dat zwakke moment, maar ik heb toch ook geen zin in het stempel af en toe een soort jankorgel te zijn.’ Een milde dag in juli 2009. Ruimhartig heeft Elisabeth Julsing-Nijenhuis, ondanks haar eivolle agenda, in haar Arnhemse kantoor uren gereserveerd voor een interview over de brute dubbele moord.
‘Een tragedie die hoort in het rijtje zaken waaraan je op je vijfenzestigste, als je gaat rusten, onvermijdelijk terugdenkt,’ heeft zij kort daarvoor over de levensdelicten gezegd. Openhartig analyseert zij, met een aangenaam timbre, de feiten uit de lijvige dossiers van de strafzaak. En detail. Ze begint met “haar moment van uitglijden”. ‘Er was nog geen vast protocol voor het voorlezen van slachtofferverklaringen. ’t Was heel nieuw. Slachtoffers of nabestaanden doen dat zelf of laten het – al dan niet in de vorm van een samenvatting – over aan de magistratuur. Omdat de Hofpresident er in de zaak-Pascal F. van afzag, las ik de verklaringen van Nadia’s moeder en zus voor. Zeer aangrijpend gaven zij het peilloze verdriet weer – iedereen in de zaal próefde het – dat zij voelden over de wrede dood van hun kind/zusje. Dat verdriet voelde ik ineens bij me binnenkomen… Dacht ik terug aan de moeder, die me had beschreven hoe zácht de kapotgeschoten schedel van Nadia had aangevoeld? Aan dat moment in een schietkelder, waarin mij en parketsecretaris Tim Wassink werd gedemonstreerd hoe je een slachtoffer in bedwang
houdt en toch een uzi kunt gebruiken?’ ‘Nee, er waren geen tranen. Voordat die opwelden, vroeg ik schorsing aan. Op de gang heb ik een adempauze genomen, water gedronken en daarna Minke en Lucinda gevraagd wat ze wilden. Zij gaven aan dat het grootste deel was voorgelezen en dat ik voor hen niet verder hoefde. De president heeft toen hun verhalen afgemaakt.’
Twee executies ‘Het is maar goed dat je ook als magistraat soms zwaar wordt getroffen door woorden van slachtoffers/achterblijvers. Die kunnen ook extra diepte geven aan een case. Maar je moet dat zo goed en waardig mogelijk hanteren. Reacties, details kunnen je overvállen, maar je hoort dat in de rechtszaal te kunnen verbergen. Hevige emoties mogen bij de magistraat niet zichtbaar zijn, vind ik. Zakelijkheid is nummer een, menselijkheid een onderliggend iets. Als professional heb ik daarna vol overtuiging gerequireerd. Het arrest van het Hof viel anders uit dan ik had gehoopt. Op 11 mei 2005 werd een levenslang van F. voor de moord op >
Foto's: Christian van der Meij
8
Alles afwegende
‘Hevige emoties mogen bij de magistraat niet zichtbaar zijn’ > Nadia omgezet in twintig jaar plus tbs met dwangverpleging en van de executie van Bussing werd hij vrijgesproken. Die strafomzetting lag dus voor de hand, omdat iemand zelden levenslang krijgt voor één moord. Met de beslissing van het Hof over de vrijspraak in de Edese zaak kon ik vrede hebben. We hadden ingecalculeerd dat deze “lastig” zou worden… Bergen (knap vergaard) technisch bewijs hadden de twee zware delicten feilloos aan elkaar gekoppeld. Met dezelfde uzi – nooit gevonden trouwens - en dezelfde munitie waren Nadia en Anton omgebracht, maar het Hof achtte niet onomstotelijk bewezen dat een en dezelfde persoon in 1995 en in 2002 dat moordwapen ook had gehanteerd.’ ‘Een koud, heel koud persoon, die F. Superegoïstisch, materialistisch, echt iemand waarvan een onderhuidse dreiging uitgaat,’ zo omschrijft AG JulsingNijenhuis de veroordeelde dader. ‘Dat maakte dat ik echt achter mijn eis van levenslang stond. En nog sta. Een gewetenloze killer – financial controller bij een bank, red. – die zomaar twee mensen standrechtelijk executeert. Deze wapenfreak worstelde met agressieneigingen, een alcoholprobleem, een vorm van autisme en met ultrarechtse ideeën, dus wat doet ie dan maar? Als (mede)huisbaas en bewoner van een statig pand aan de Utrechtse Weerdsingel slacht hij een kritische, maar uiterst beschaafde huurster van hem – Nadia – af, steelt haar auto en vlucht, met hulp van zijn ouders, naar Polen. Pas vier maanden later kan hij in Holland worden opgepakt. Hier kan hij vervolgens door uitmuntend werk van rechercheurs en forensische specialisten naadloos worden gekoppeld aan een tweede zinloze moord, zeven jaar eerder. En… hoe stelt zo iemand zich in tal van rechtszittingen dan op? Nimmer spreekt hij ook maar één woord van medeleven uit richting nabestaanden van zijn slachtoffers. Nog steeds moeilijk te verteren voor mij…’
Levenslang Zo’n zestien jaar geleden kwam Elisabeth Julsing-Nijenhuis als talentvolle, innemende persoonlijkheid, binnen bij het
gps-tips
OPPORTUUN · 09 / 2009
OM. Tot 1992 had zij als docente aan de Katholieke Hogeschool Tilburg gewerkt en als strafjurist en plaatsvervangend directeur van een bijzondere opsporingsdienst bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij startte haar carrière als officier van justitie bij het parket Utrecht en bekleedde die functie daarna nog in Den Haag en Zwolle. Zes jaar geleden promoveerde zij tot AG bij het ressortsparket Arnhem, aanvankelijk nog als waarnemend. In al die jaren bouwde ze de reputatie van bevlogen OM’er op. ‘Dan weer was zij de tough woman, dan weer een echt, warm mens,’ aldus opsporingsmensen in Utrecht en Zwolle. De aanklager over haar werk: ‘Ja, ’t is een zwaar beroep. Dat hoor je vooral van mensen die dichtbij je staan. Zelf vind ik dat niet… Ik kan geen beroep bedenken dat me zoveel plezier en voldoening verschaft als deze baan. De diepte ervan, die verschillende boeiende facetten eraan…’ Vier keer in haar loopbaan heeft zij levenslang tegen een verdachte geëist. ‘Tegen een Iraniër die zijn vrouw en dochter met erg veel messteken had omgebracht (vonnis: achttien jaar en tbs) en tegen de Duitser die een politieman in Enschede vermoordde (vonnis: twintig jaar). En na de zaak Pascal F. eiste ik ook voor Rudolf K., de Beul van Twente, levenslange opsluiting. Zo luidde ook het arrest. In eerste aanleg van deze zaak, waarbij ik als contact-AG al was betrokken, waren eis en vonnis eveneens levenslang. Deze moordenaar/dierenbeul valt voor mij in de categorie daders van wie je hoopt dat ze nooit gratie zullen krijgen. Voor mij hoort ook Pascal F. in die groep thuis.’ Over de heftigste case van haar loopbaan hoeft de AG geen twee seconden na te denken. Julsing-Nijenhuis, ernstig: ‘Petra, het Biafraantje, noemden we het slachtoffer. Als baby was zij in een pleeggezin opgenomen, maar daarin tientallen jaren verwaarloosd. En als een Assepoestertje gebruikt. De hondjes in het gezin lagen comfortabel bij de pleegouders in bed, maar Lisa lag aan de ketting in een bijkeuken, met een emmer naast zich. Ze leefde op havermout en water… Op haar drieëntwintigste trof een wijkagent het meisje in
die ruimte aan. Uitgemergeld en met een lichaamstemperatuur van 24 graden… Ik ben zó blij dat het goed is gekomen met haar.’ De AG associeert deze trieste casus blijkbaar met haar “zwakke moment in de rechtszaal”, want ongevraagd zegt ze nog: ‘Dat incident heeft bij ons allemaal wat losgemaakt. Hoe moeten we dit soort heftige zaken aanpakken? was de hamvraag. De SSR geeft trainingen op het vlak van slachtoffergesprekken en je kunt als de nood hoog is altijd een professionele hulpverlener bellen, maar in de eerste en tweede lijn van ons werk wordt er weinig aan nazorg gedaan. Stuit je op schokkende dingen dan moet je die eerst zelf zien te structureren en verwerken… Door af en toe je beperkingen te tonen, kan het trouwens allemaal ook inhoudsvoller worden. Je leert ervan, kunt bijvoorbeeld nieuwe strategieën ontwikkelen voor zwaar emotionele slechtnieuwsgesprekken en rechtszittingen.’
Civiele procedure In de week van het interview beslist de rechtbank in Arnhem dat Pascal F. minstens enkele tonnen moet gaan betalen aan Nadia’s moeder. Minke van de Ven heeft door een posttraumatische stressstoornis als huisarts jarenlang niet of nauwelijks kunnen werken en krijgt nu naast een ongewoon groot bedrag aan shockschade nog tienduizend euro smartengeld. De spontane reactie van advocaat-generaal Julsing-Nijenhuis: ‘Deze uitspraak is een doorbraak in Nederland. De ontroostbare moeder van Nadia heeft dit verdiend. Dapper is zij blijven vechten voor haar rechten en de civiele procedure, waarvan ze mij op de hoogte hield, is nu gewonnen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad. F. móet betalen. Eindelijk. Ook als hij in beroep gaat.’
Tekst: Gerard Trentelman
Het Strafrechtketennummer
Handig met GPS Een nieuw element doet zijn intrede in de strafrechtketen: het strafrechtketennummer, ter ondersteuning van het integer persoonsbeeld. Ook GPS is hierop voorbereid.
Wat is SKN?
Is GPS klaar voor het SKN?
Wat als er geen SKN is?
Het integer persoonsbeeld geeft medewerkers in de strafrechtketen meer zekerheid over de identiteit en juiste registratie van de persoonsgegevens van een verdachte of veroordeelde als deze door de keten gaat (opsporing, vervolging, berechting en uitvoering). Persoonsverwisseling en identiteitsfraude hebben ernstige gevolgen voor de integriteit en effectiviteit van de strafrechtspleging en voor de eventuele slachtoffers. Het is daarom van belang dat de werkwijze voor het vaststellen van de identiteit van verdachten en veroordeelden aan hoge eisen voldoet en door heel de keten heen eenduidig wordt gevolgd.
Deze zomer is GPS aangepast zodat het SKN voortaan deel uitmaakt van het werkproces. Schermen en documenten waar het VIP-nummer op voorkwam, vermelden nu het SKN. Ook in de uitwisseling van informatie met systemen van onze ketenpartners is de vernieuwing doorgevoerd.
Dan verandert er eigenlijk niks ten opzichte van de “pre-SKN” werkwijze. GPS stuurt zaken op de bekende manier via een elektronisch bericht naar het CJIB. Enige tijd later komen dan de juiste persoonsgegevens en adresgegevens binnen. Zonder VIP-nummer maar mét een SKN. Voor rechtspersonen is er geen automatische verificatie, daar blijft een uittreksel van de Kamer van Koophandel nog steeds onderdeel van het dossier.
Voor de strafrechtketen wordt een centraal bestand van identificerende administratieve persoonsgegevens en foto’s van verdachten en veroordeelden opgebouwd: de SKDB (StrafrechtKeten DataBase). Deze databank is de opvolger van de huidige Verwijsindex Personen (VIP). Het SKN (StrafrechtKetenNummer) is daarmee de opvolger van het huidige VIP-nummer. Een verdachte krijgt slechts eenmaal een SKN, dat bij de identificatie door de opsporingsinstantie wordt vastgesteld en doorgegeven aan de ketenpartners. Heeft de verdachte al een VIP-nummer, bijvoorbeeld 12345678, dan wordt dit 'omgedoopt' tot SKN 12345678. De scan van het identiteitsdocument, de ID-staat, wordt onderdeel van het procesdossier. De actuele ID-staat kan opgevraagd worden bij de SKDB.
Hoe komt het SKN naar voren in GPS? Het is de bedoeling dat medewerkers tijdens de intake, beoordeling & registratie van een zaak in GPS het SKN én de geboortedatum (of minimaal het geboortejaar) van de verdachte invoeren als deze in het proces-verbaal vermeld staan. Door een druk op de nieuwe knop “GBA verificatie” voert GPS een controle uit. De geverifieerde gegevens verschijnen vervolgens in beeld. Is de zaak aangeleverd via TRIAS of DPD (Digitaal ProcesDossier, afkomstig van de Politie) dan verifieert GPS de gegevens automatisch.
9
10
Intensiveringsprogramma
OPPORTUUN · 09 / 2009
11
ICT als doelwit De dreiging van cybercrime
Aanvallen op computers, digitale inbrekersinstrumenten en andere criminele activiteiten op internet nemen enorm toe. Om beeld te krijgen en effectief op te treden tegen cybercrime komt er in elk regioparket een cybercrime-officier. Landelijk cybercrime-officier Lodewijk van Zwieten vertelt gedreven over de andere kennis die van het OM wordt verwacht. ‘Tien jaar geleden vonden we het al heel wat om GSM’s te tappen, dat is tegenwoordig niet afdoende.’ Illustratie: Erwin Suvaal
Lodewijk van Zwieten geeft leiding aan het Team High Tech Crime van het KLPD. Niks in zijn Rotterdamse werkkamer verwijst naar zijn specialisatie. Er staan geen handleidingen over ingewikkelde computersystemen in zijn boekenkast. ‘Maar,’ zegt Van Zwieten, ‘ik heb altijd al iets gehad met computers.’ In 2008 werkte Lodewijk van Zwieten met de toenmalige landelijke cybercrime-officier Bart den Hartigh en vanaf 1 maart dit jaar, na het vertrek van Den Hartigh, heeft Van Zwieten de taak als landelijk officier overgenomen. Onder cybercrime vallen alle criminele activiteiten waarbij gebruik gemaakt wordt van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Fraude of kinderporno zijn duidelijke voorbeelden waar ICT als middel wordt gebruikt . ‘Het is oude wijn in nieuwe zakken,’ aldus de landelijk officier. Het project high tech crime concentreert zich daarentegen op een onderdeel van cybercrime: ICT niet alleen als middel,
maar als doelwit. ‘Dan hebben we het over een aanval op internet als zodanig of individuele computersystemen.’ Sinds twee en een halfjaar hoort de bestrijding van cybercrime tot de taak van het Landelijk Parket. De opzet was om na te gaan of specialiseren in de bestrijding van bepaalde computercriminaliteit zin had. ‘Ja, dat heeft zin,’ lacht Van Zwieten, met de kennis van nu, om de achterhaalde vraagstelling. Het intensiveringsprogramma cybercrime (dat los staat van de projectmatige oprichting van het Team High Tech Crime) was in eerste instantie bedoeld om in de eigen organisatie een besef te kweken van de gevaren, de impact en schade die computercriminaliteit kan berokkenen. Cybercrime moest een plek krijgen. De angst of digifobie bij medewerkers moest er vanaf. Spoedig groeide het besef dat de organisatie zelf niet goed ingericht was om cybercrime volwaardig aan te kunnen pakken.
Van Zwieten: ‘10 Jaar geleden vonden we het geweldig om GSM’s te tappen, maar tegenwoordig wordt andere kennis verwacht. Hoe pak je botnets aan? Dat zijn door een virus aan elkaar gekoppelde computers die op afstand bestuurd worden, meestal met slechte bedoelingen. Met die gekaapte computers kan je alles laten doen: creditcard gegevens kopiëren, spam versturen (90% via botnets) of gecoördineerd een computersysteem aanvallen waardoor het systeem overbelast raakt en op zwart gaat. Hoe ga je om met aanvallen op ziekenhuizen, de backbone van internet zelf of energievoorzieningen? Dat is toch allemaal redelijk rampzalig.’
Onzichtbaar De invulling van cybercrime-capaciteit staat hoog op de agenda van het intensiveringsprogramma. Het plan is om volgens een groeimodel in 2011 op elk regioparket een cybercrime-officier beschikbaar te hebben. ‘Elk strafbaar feit waar je een computer
bij kan gebruiken valt er strikt genomen onder en dat is bijna alles,’ geeft Lodewijk van Zwieten de enormiteit van dit soort criminaliteit aan. Daarnaast is er onvoldoende zicht op de aard en omvang van cybercrimezaken. Een van de opdrachten aan de nieuwe cybercrime-officieren is dan ook om dat helder te krijgen. ‘Stel dat ik Second Life speel en een eigen virtuele omgeving heb opgebouwd’, geeft de landelijk officier als voorbeeld. ‘Op een gegeven moment blijkt dat mijn virtuele bezit gestolen is. Alles weg. Ik wil aangifte doen, maar volgens de politie is dat niet hun taak.’ Maar Van Zwieten weet dat wat erachter zit, heel serieus kan zijn. Dichterbij huis komt cybercrime ook voor. Op Marktplaats wordt er wat besteld, maar niet geleverd. Onbekende bedragen worden plotseling afgeschreven van een creditcard. Het zijn allemaal fraudezaken, die tot op heden niet geclassificeerd worden als cybercrime en daardoor onzichtbaar blijven. Daarnaast houden bedrijven die
aangevallen worden liever hun mond om imagoschade te beperken. Computercriminaliteit is een volwaardige, volwassen misdaad geworden. De mate van dienstverlening, het gemak waarmee je bepaalde softwarepakketten kan downloaden om een eigen virus te schrijven en de wijdverspreidheid van de misdaad baren Van Zwieten zorgen.
Cybercrime-officier De nieuwe cybercrime-officieren worden eerst op vlieghoogte gebracht. Bij de SSR is een leergang cybercrime ontwikkeld en in het vignettensysteem opgenomen. De cybercrime-officier heeft een belangrijke taak in het verkrijgen van zicht op de aard en omvang van cybercrime binnen de regio. De registratie van dit type delicten laat zowel bij de politie als bij het OM te wensen over, omdat vaak alleen het klassieke strafrechtartikel wordt genoteerd. Desastreuze cybercrime voorbeelden kan Van Zwieten zonder problemen oplepelen:
computers van een waterzuiveringsbedrijf die worden aangevallen met zoveel spam dat het systeem niet meer werkt. Of bij een computerinbraak worden de aan het drinkwater toe te voegen stoffen aangepast. Het zijn doemscenario’s, weet Van Zwieten als geen ander, maar fraude via internetbankieren waarbij bulktransacties worden gemanipuleerd is niet meer ongewoon. Systemen worden uitgeschakeld door botnets of computers worden besmet. Het is simpel: kwaadaardige software zit verstopt in een e-mail of website. Als die aangeklikt wordt is de computer bestuurbaar van een afstand. Het slachtoffer logt nietsvermoedend in op de rekening en … bingo. De besmetting zit niet alleen in één computer maar in 10.000-den tegelijk, wereldwijd! Een goede virusscanner, firewall en een up to date besturingssysteem op orde verkleinen de kans op besmetting, maar 100% voorkomen is niet mogelijk. Vergelijk cybercrime als een stad. Onveilige buurten Erwin Suvaal ga je ’s nachts ook uit deIllustratie: weg, waarom dan >
12
intensiveringsprogramma
‘De cybercrime-officier heeft een belangrijke taak in het verkrijgen van zicht op aard en omvang van cybercrime binnen de regio’ > wel onveilig op internet ronddolen? De kans dat je bestolen wordt is net zo groot, zo niet groter.’
Externe samenwerking Volgens Van Zwieten heeft de ervaring met cybercrime inmiddels een aantal opvallende inzichten opgeleverd. ‘Een cybercrimineel komt niet overeen met het beeld van een geharde crimineel met stoppelbaard en doorlopende wenkbrauwen. Het zou een jongen van 16 kunnen zijn. Je hebt niet veel technische kennis nodig en de anonimiteit is groot. Ook het slachtoffers is anoniem, wat het voor de crimineel nog makkelijker maakt. We hebben ook geleerd
Column
OPPORTUUN · 09 / 2009
dat serieuze bedreigingen op internet goede aanknopingspunten opleveren voor de opsporing. Cybercrime is niet alleen op te lossen. Samenwerking met zowel publieke als private partijen is een vereiste. ‘Vanuit de taakstelling van het OM zijn we gericht op actie na een strafbaar feit, maar internetdiensten kunnen vanuit preventieoogpunt ook veel doen.’ Landelijk zijn er veel initiatieven waarbij partijen bij elkaar komen om te discussiëren over cybercrime. Zoals de Nationale Infrastructuur ter bestrijding van Cybercrime (NICC) bijvoorbeeld waar Ministeries, Opta, banken en midden- en
kleinbedrijf in participeren. Wereldwijd is een netwerk van overheidsorganisaties werkzaam: de Computer Emergency Response Teams (CERTs). De overheidsteams houden contact, informeren elkaar, lichten elkaar voor en melden directe bedreigingen. Dat kan variëren van een acute gevaarlijke worm bedreiging als de bekende en destructieve Conficker. Eigenschappen van de worm worden vergeleken en mogelijke aanvallen worden ingeschat. Welke impact cybercrime kan hebben op de geschiedenis staat nog niet in boeken beschreven, maar is wel te voorspellen. Van Zwieten doet er een gooi naar en geeft een voorbeeld: Er werd een computeraanval uitgevoerd uit protest tegen het verplaatste van een oorlogsmonument in Estland. Bij de rellen vielen 1 dode, 150 gewonden en lag de totale internetvoorziening eruit. ‘Met cybercrime kan je een land zo op de knieën krijgen. Een gewapend conflict zou in de toekomst wel eens een cyberoorlog kunnen worden, wat veel meer schade kan veroorzaken dan een aantal bommen.
Tekst: Thea van der Geest
Intensiveringsprogramma Cybercrime ‘Het OM wordt in de toekomst steeds meer geconfronteerd met cybercrime.' Dat zegt Jan Hoekman, officier te Assen en projectleider van het intensiveringsprogramma Cybercrime. 'Je merkt dat ‘gewone’ mensen er vaker mee in aanraking komen. Organisatorisch moet het OM er klaar voor zijn. De toename van cybercrimezaken horen we in de toekomst kwalitatief en kwantitatief aan te kunnen.’ Hoe? Door op elk regioparket de capaciteit uit te breiden met een cybercrime-officier, een opleidingstraject bij de SSR te starten en proeftuinen in te richten: zoals ‘ICT als doelwit; aanpak van botnets’, ‘Internetgerelateerde fraude’ en ‘Kinderporno’. Ook aan innovatie wordt hard gewerkt. Momenteel wordt een infographic ontwikkeld die de techniek achter cybercrime inzichtelijk maakt. De infographic kan tijdens de zitting in het requisitoir gebruikt worden en verschaft mensen duidelijkheid over de vaak zeer complexe materie. Ook wordt er bij het Landelijk Parket een Kennis en Expertise Centrum Cybercrime ingericht. Het centrum wordt een vraagbaak voor politie en OM voor gecompliceerde technische of juridische vraagstukken over cybercrime. ‘De bijzondere opsporingsbevoegdheden zijn bijvoorbeeld niet geschreven met cybercrime in het achterhoofd. Daar moet in de praktijk duidelijkheid over komen. We moeten het wiel een beetje opnieuw uitvinden en daarin speelt het kennis- en expertisecentrum straks een grote rol,’ legt de projectleider van het intensiveringsprogramma Jan Hoekman uit. In samenwerking met het WBOM wordt verder gewerkt aan een ‘digitale samenwerkingsruimte’, waarin de cyberofficieren virtueel met elkaar kunnen werken aan de bestrijding van cybercrime.
Schuldig? Aan het tafeltje naast mij op het terras bij het dorpscafé zit een logge man van in de zestig. Hij drinkt jenever en leest in het boek “Schuldig”, waarin Ernest Louwes omstandig uitlegt waarom hij ten onrechte in de Deventer moordzaak is veroordeeld. Zijn keus voor dit boek verbaast mij. Ik had eerder een streekroman, met veel leed, intriges en toch een goede afloop, bij hem geplaatst. Juist als de ober mijn bestelling brengt laat de man het boek op tafel ploffen en zegt demonstratief “Uit-er-de-tuit”. De ober, een forse vijftiger met een zwart schort, pakt het boek op, leest de tekst op de achterzijde en vraagt: ‘En Jan, heeft hij die vrouw nou vermoord of niet?’ Hij klinkt niet ècht geïnteresseerd. Kennelijk is hij meer verlegen om een praatje dan betrokken bij het onderwerp van het boek. ‘Ik weet het niet’, antwoordt Jan bedachtzaam. ‘Ik heb geen verstand van rechtszaken. Ik heb gelukkig nog nooit wat met de politie of met rechters te maken gehad. Dat wil ik zo houden ook. Ik lees dit boek omdat mijn zuster in Deventer woont. Zij heeft die vermoorde vrouw wel eens gezien. Ze praat er nog regelmatig over. ’t Scheen een aardige vrouw te zijn. Zodoende ben ik die zaak een beetje gaan volgen. In de krant. Op de televisie. Toen ik hoorde dat die man er zelf een boek over had geschreven heb ik het bij de bibliotheek geleend. Daar ben ik lid op, op de bibliotheek. Als je dit boek leest krijg je toch het idee dat die man ’t niet gedaan heeft.’ ‘Maar die rechters hebben ‘m wel veroordeeld’, spreekt de ober als sterke troef uit. Hij is inmiddels bij Jan aan het tafeltje gaan zitten en heeft een sigaret opgestoken. ‘Ja, maar rechters kunnen zich vergissen’, pareert Jan. ‘Jij hebt laatst toch ook per ongeluk die acht pilsjes van Dikke Henk op mijn rekening gezet. Goed, je hebt toegegeven dat je je hebt vergist. Vergissen is menselijk. En rechters zijn net mensen’, werpt Jan hem tegen. Na het uitblazen van een sliert rook zegt de ober: ‘Ach joh, in deze zaak is volgens mij zelfs de Hoge Raad van State er aan te pas gekomen. Dat zijn hele hoge rechters, volgens mij de hoogste. En zelfs die hebben gezegd dat-ie ’t gedaan heeft. Nou jij weer.’ Hij geeuwt. De discussie is, wat hem betreft, gesloten. Voor Jan echter nog niet.
‘Toch weet ik het niet’, blijft hij herhalen. Hij pakt het boek, bladert er wat in en legt het onverrichterzake weer neer. Het is even stil tussen de beide mannen. Jan nipt van zijn jenever en de ober blaast nog eens uit. Ik moet mijzelf beheersen om mij niet met het gesprek te gaan bemoeien. ‘Weet je waar ik eigenlijk wel blij om ben?’, doorbreekt Jan de stilte. Zijn stem klinkt nu robuuster. De ober haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. Ik evenmin. ‘Dat ik geen rechter ben! Dáár ben ik nou blij om. Je zult maar moeten uitmaken of zo’n man die vrouw heeft vermoord of niet. Ik moet er niet aan denken. Ik zou er nachten van wakker liggen. En laat ik je één ding zeggen. Als iets mij heilig is, dan is het wel mijn slaap’. De ober heeft het aangehoord, maar ziet af van commentaar. Hij mompelt iets onduidelijks, staat op en sloft zijn zaak binnen. Wat Jan betreft lijkt de kwestie ook afgewikkeld. Hij bergt het boek op in zijn binnenzak, drinkt nog eens uit en kijkt daarna, met zijn handen om zijn bolle buik gevouwen, intens tevreden voor zich uit. Zó blij dat hij geen rechter is.
Marcel van der Horst Advocaat-generaal bij ressortsparket ‘s-Gravenhage
13
14
Buitenom
OPPORTUUN · 09 / 2009
‘Aanklager levert geen beter werk dan rechter eist’
15
‘Waar bemoei jij als niet-jurist je mee? Dat is zo'n beetje de houding’
Rechtspsycholoog en “dwarsligger” Hans Crombag Meer dan dertig jaar bekijkt rechtspsycholoog Hans Crombag de wereld van het recht door een psychologische bril. In artikelen, boeken en als getuige-deskundige, ontleedt hij casussen. ‘Gelaten’, zegt Crombag, ‘draag ik het lot niet de sweetheart van de juristerij te zijn.’
Ja, hij heeft wel tijd. Crombag is immers met emeritaat. In de Maastrichter rechtenfaculteit hebben ze nog altijd een kamertje voor hem gereserveerd. Eigenlijk koesteren ze Crombag nog als een aimabele luis in de pels. Een dwarsligger, noemen ze hem. Crombag trekt bij die kwalificatie zijn olijke gezicht. Dwarsliggers maken de rails immers alleen maar steviger? ‘Ach’, zegt de hoogleraar in ruste sinds 2000, ‘ze kunnen slecht tegen weerwoord, de dames en heren rechters en officieren van justitie.’ Voor het haperende gehoor van de 74-jarige wetenschapper is het getimmer en geboor in het Oude Gouvernement aan de Bouillonstraat, de zetel van de Maastrichtse juridische faculteit, te gortig. ‘Ik moet zo nog naar de audicien’, zegt hij terwijl hij wijst naar een rustig terras. Als hij gaat zitten, zet hij meteen de toon. ‘Nogal wat mensen die nu in het recht werkzaam zijn, hebben ooit iets met mij te maken gehad. Dat kwam zo. Sinds 1972 was ik directeur van Bureau voor Onderzoek van het Onderwijs van
de Leidse universiteit. Die wilde dat ik als onderwijspsycholoog de faculteit adviseerde hoe zij hun onderwijs beter konden geven. Onze eerste en grootste klant was de Rechtenfaculteit. Studenten leerden vooral veel uit hun hoofd. Mijn bureau bedacht dat studenten de praktijk beter onder de knie zouden krijgen als zij casussen in practica zouden leren oplossen. Zelf uitzoeken, samenwerken, uitkomsten vergelijken, zien waarin de verschillen zitten en waarom.’ Trots noemt hij het pionierswerk en de namen van enkele van zijn toenmalige medewerkers: Johan de Wijkerslooth, de latere voorzitter van het College van PG’s en oud-staatssecretaris en nu burgemeester van Amsterdam Job Cohen. Samen schreven zij het boek “Een Theorie over Rechterlijke Beslissingen” dat de grondslag voor die practica leverde. Andere universiteiten namen de methode over. De Wijkerslooth en Cohen vervolgden hun eigen weg, Crombag zette zijn werk voort met nu bekende namen als Willem
Albert Wagenaar, Harald Merckelbach en Peter van Koppen. Crombag noemt in snel tempo publicaties die de rechtspsychologie op de kaart hebben gezet en die menig togadrager aan het denken hebben gezet: “Een manier van overleven”, “Hervonden Herinneringen en Andere Misverstanden” en “Dubieuze Zaken”. Meestal waren de reacties vanuit de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie geprikkeld, zegt Crombag. Het leek wel of je steeds weer het testbeeld aanzette. ‘Waar bemoei jij je als niet-jurist mee, dat is zo’n beetje de houding. Rechters en mensen bij het OM denken dat zij weten hoe je feiten vaststelt. Daar hebben ze geen opleiding voor nodig gehad en hulp van anderen hebben zij daarbij niet nodig. Zij weten zelf wel welk bewijs deugt en welk niet. Bovendien beschouwen ze het recht en de rechtsgang als hun privédomein, hun private knollentuin waar anderen niet in moeten willen spitten. Dat is een misverstand: het recht is van ons allemaal. > Foto's: Vincent Boon
16
Buitenom
OPPORTUUN · 09 / 2009
17
‘Ik begrijp het wel. Je wil een smeerlap pakken en opsluiten, en dan moet je niet moeilijk doen, hè?’ Rechtspsycholoog Hans Crombag
pleging. Toch is het een mislukt boek, zo blijkt uit een analyse van hun argumenten en stellingen. Zou het delen van die expertise niet effectiever zijn dan het “bashen” van rechters? Is het niet doelmatiger om te zoeken naar manieren om de deskundigheid in de strafrechtspleging te vergroten? Hopelijk is “de slapende rechter” een incidentele uitglijder van enkele “dwalende deskundigen” en vinden de auteurs nieuwe manieren om hun ideeën voor het voetlicht te brengen.” ‘Loth ziet het probleem niet of wil het niet zien. Het vaststellen van de feiten in een strafzaak is een stuk ingewikkelder dan hij beseft’, vindt Crombag.
> Die houding houdt stand, denkt Crombag, omdat rechters en OM’ers onderdeel zijn van een besloten wereld. ‘Het is een club waar je op een bepaalde manier leert denken en die manier is de enig goede. Die arrogantie is voor een deel gerechtvaardigd: zij hebben inderdaad meer dan anderen kennis van het recht. Dat is maar de helft van het werk. Het andere deel is het vaststellen van feiten, de waarheidsvinding. Dat is een vak dat ook geleerd moet worden. Daar hebben de aanklagers en rechters weinig oog voor, in het bijzonder voor de psychologische kanten van
zaken. Ik begrijp het wel’, zegt Crombag rustig nippend aan zijn koffie, ‘Je wil een smeerlap pakken en opsluiten en dan moet je niet moeilijk doen.’ Typerend vindt Crombag de reactie van de nog vrij nieuwe raadsheer bij de Hoge Raad, Marc Loth, die in het NJB een stuk schreef over het boek “De Slapende Rechter”, waarvan Crombag zelf overigens niet een van de auteurs was. Loth daarover: ‘De auteurs van het boek “De slapende rechter” wijzen terecht op het belang van meer forensische kennis in de strafrechts-
De gepensioneerde professor gaat doceren. ‘Het is begrijpelijk dat officieren niet beter werk leveren dan rechters van hen eisen. Nemen rechters genoegen met half werk, zien zij geen reden om verder te gaan.’ Het koffiekopje belandt met kracht op het schoteltje - kop en onderzetter worden bruusk ver weg geschoven. ‘Het OM heeft een extra probleem. In eerste instantie geeft een officier leiding aan de opsporing van een misdrijf. Het eigenlijke werk doet de politie, de officier bemoeit zich daar meestal op een afstandje mee. Tot de zaak rond lijkt. Vanaf dat moment ziet de officier het niet langer als zijn taak om de waarheid te vinden, maar om de rechter van de hem inmiddels bekende waarheid te overtuigen. Van zoeker naar de waarheid wordt hij partijdig bepleiter
van de schuld van de verdachte.’ Het lijkt alsof hij wil gaan staan. Buigt zich ver voorover. ‘Nu komt een niet onbelangrijk punt: de officier gaat over de samenstelling van het dossier! Dat is dan al wat gevuld met belastend bewijs tegen een verdachte en is gegroeid onder de leiding van de officier. Daar moet ook gevonden ontlastend bewijs in, maar daar zit de officier in dat stadium niet echt meer op te wachten omdat het bij de rechter zijn positie kan ondermijnen. Daar zitten rechters eigenlijk ook niet op te wachten. Die willen ondubbelzinnig bewijs van de schuld van de verdachte. Een officier die zijn vak verstaat, valt de rechter niet lastig met informatie die de beslissing van de rechter kan compliceren.’ Er gebeuren in strafzaken af en toe vreselijke ongelukken, weet Crombag. Zeker omdat in zijn ogen de crimefighters binnen het OM te veel de boventoon zijn gaan voeren. ‘Mijn vroegere collega Johan de Wijkerslooth wilde daar wat aan doen toen bij voorzitter van het College van PG’s werd. Hij wilde het OM weer rechtstatelijker maken. Dat is hem niet gelukt, vind ik.’ Crombag voegt er meteen aan toe: ‘Na het debâcle van de Schiedammer Parkmoord, dat beoordeel ik positief, vond het OM dat er iets moest gebeuren. De CEAS is er gekomen.’ Hij laat er een nadrukkelijk “maar” op volgen. ‘Daarmee ben je er niet. De Schiedammer Parkmoord was geen bedrijfsongeval, zoals raadsheer Marc Loth zegt. Er zijn in die zaken fouten gemaakt
die je ook in andere zaken ziet. Er zit een patroon in die fouten. Ze zijn allerminst toevallig.’ Het gaat Crombag niet alleen om de “taakopvatting” van rechters en officieren. ‘Het strafrechtelijk systeem heeft schaduwkanten. We hebben te maken met een officier die twee taken in zich verenigt en rechters die te lijdelijk afwachten wat hen door het OM wordt gepresenteerd, zonder dat kritisch genoeg tegen het licht te houden. Het Britse model ondervangt wel een aantal bezwaren. Het is niet ideaal, want dat bestaat niet. In Groot Brittannië is de politie zelf verantwoordelijk voor het onderzoek. Als die een stevige verdenking heeft, wordt de zaak in handen gegeven van de openbaar aanklager. Dat kan een advocaat zijn die daarvoor wordt ingehuurd. Dat houdt de club een beetje fris en doorbreekt het old boys network. Rechters doen daar meer onderzoek dan hier of laten dat doen.’ Niet dat het daar nooit mis gaat. Crombag lepelt uit zijn hoofd een heel rijtje op. Het instellen van de CEAS vindt Crombag een welkome, zij het tijdelijke stap voorwaarts. Het is wat hem betreft niet genoeg. ‘De slechte gewoontes zitten in de strafrechtketen ingebakken: nieuwkomers leren het van de ervarenen. Die gewoontes krijg je er niet zomaar uit: je kunt moeilijk iedereen ontslaan en helemaal opnieuw beginnen. De manier van denken moet ingrijpend veranderen. Hoe onderzoek je
feiten, hoe leer je altijd ook van een andere kant naar een zaak kijken, hoe ga je met deskundigen om zonder je door hen op sleeptouw te laten nemen?’ Crombag vindt het goed dat het OM tegenwoordig meer openheid betracht. Hij is ook verheugd dat rechters meer hun best doen om vonnissen uit te leggen. ‘Prima allemaal. Toch denk ik dat beide onvoldoende oog hebben voor de nog steeds toenemende verwijdering tussen bevolking en magistratuur, voor de geslotenheid van hun kaste en hun verstarde aanpak. Vertrouwen en gezag zijn in onze dagen niet meer vanzelfsprekend. “Zij zullen het wel weten”, dacht de burger tot de jaren zestig. Dat is niet meer zo en dat komt meer en meer aan de oppervlakte. Om het tij te keren zal er een echte gedragsverandering moeten plaatsvinden. Neem een voorbeeld aan artsen. Die hebben die draai al goeddeels gemaakt. De juristerij is nog niet zover, die schiet nog in een kramp als er een vraag over haar functioneren wordt gesteld.’ De veranderingen, realiseert Crombag zich, gaan niet van de ene op de andere dag. ‘Het zal waarschijnlijk gaan zoals bij de blonde spoeling in het haar van een vrouw: langzaam komt de oorspronkelijke kleur tevoorschijn.’
Tekst: Louis Cornelisse
18
landelijk parket
OPPORTUUN · 09 / 2009
19
Op zoek naar mensensmokkelaars Politie, marechaussee en Landelijk Parket Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 300 verdachten van mensensmokkel vervolgd. Vorig jaar gaf het Landelijk Parket leiding aan 27 mensensmokkelonderzoeken, met in totaal bijna 40 verdachten. Maar hoe komen die verdachten in beeld? Een deel van de informatie komt uit reguliere controles door de politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de douane.Het is een speurtocht naar smokkelaars en gesmokkelden.
‘Ik ben vooral op zoek naar jonge Hongaarse, Bulgaarse en Roemeense vrouwen’, zegt Hans Sterk van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) op de briefing voor de agenten die meewerken aan de actie “Ochtendgloren”. Ochtendgloren is een grote verkeerscontrole van verschillende opsporingsdiensten op de Rijksweg A50 ter hoogte van Apeldoorn. ’s Nachts worden zoveel mogelijk auto’s van de weg afgehaald en gecontroleerd. Hans Sterk is namens het EMM aanwezig bij de controle om eventuele slachtoffers van mensenhandel of mensensmokkel te signaleren.
Signalen ‘Zeker beginnende agenten herkennen gevallen van mensenhandel of mensensmokkel niet als ze die tegenkomen, daarom bieden wij ondersteuning bij dit soort acties’, zegt Hans Sterk. Sterk werkt bij de actie nauw samen met Fred Nas van het Expertisecentrum Identiteitsfraude en documenten: ‘Paspoortvervalsingen maken een belangrijk onderdeel uit van mensensmokkel en mensenhandel, omdat hiermee vele manieren van legaal vervoer binnen bereik liggen.’ Nas en Sterk lopen tijdens de controles onopvallend in hun zwarte jas tussen de auto’s door en soms onderwerpen ze mensen aan een nader onderzoek. Sterk heeft
jarenlang in de prostitutiecontroles in Den Haag gewerkt en daar leerde hij de signalen van mensensmokkel en mensenhandel herkennen. Hij let op de kentekenplaten van auto’s en de nationaliteiten van mensen die erin zitten. Hoe gedragen ze zich? Kloppen de paspoorten? Zijn ze echt? Wie heeft ze in bezit? Als er sprake is van mensenhandel dan zijn de paspoorten van de dames vaak in het bezit van de pooier. Dat verkleint de kans dat de vrouwen weg kunnen lopen. Sterk is bij eerdere acties zoals deze niet veel slachtoffers tegengekomen. ‘Als je iets aantreft is het een toevalstreffer, maar elk geval is er eentje. En iets dat gesignaleerd wordt bij dit soort controles kan later weer aanleiding geven tot een onderzoek.’ Aan het van begin van de avond heeft hij het rustig. ‘Het is nog vroeg, het kan nog komen’.
Hit en run Op de luchthaven Schiphol is het een komen en gaan van reizigers. Business as usual. Tamara en Marc zijn van de KMar, maar ze zien eruit als toeristen. Ze dragen zonnige kleding. Marc draagt een rugzak en Tamara een grote witte handtas. Maar ze gaan niet op vakantie: ze zijn aan het werk. Ze maken onderdeel uit van het “hit and run team” van de KMar. Het team bestaat sinds 1994 en controleert of er geen mensen illegaal de luchthaven
‘Iemand die gesmokkeld is gedraagt zich anders dan een gewone toerist’
worden binnengesluisd. Op de borden met aankomsttijden houden ze de aankomende vluchten in de gaten. De meeste risicovluchten landen ‘s morgens vroeg. ‘Vooral vluchten uit Derde Wereldlanden houden we in de gaten’, zegt Tamara. Wanneer het verwachte vliegtuig uiteindelijk landt, mengen Tamara en Marc zich vlak na de gate tussen de reizigers, op zoek naar gesmokkelden en smokkelaars. ‘Wij letten vooral op gedrag,’ zegt Tamara. ‘Iemand die gesmokkeld is gedraagt zich anders dan een gewone toerist. Zonder bagage drentelt hij onrustig rond. Hij wil graag in contact komen met zijn smokkelaar.’ Net zoals de gesmokkelde zoekt ook de Marechaussee naar de contactpersonen. Ze zijn ook oplettend wanneer telkens één persoon met iedere keer een ander
gezelschap de grens passeert. Ze schaduwen verdachte reizigers, op zoek naar de smokkelaar die hem de juiste papieren levert. ‘Soms voeren we urenlang observaties uit zonder dat we iets verdachts zien, maar dan ineens hebben we resultaat en daarvoor doe je het’, legt Tamara uit. Het team kent inmiddels veel smokkeltrucs. Regelmatig proberen buitenlanders Nederland binnen te komen met het
paspoort van een look-a-like. Een enkeling probeert gebukt onder de balie door te lopen. En vrijwel dagelijks melden transitpassagiers zich als asielzoekers. Hun reisdocumenten hebben ze versnipperd of verstopt en het ingestudeerde vluchtverhaal valt niet meteen te weerleggen. Tamara: ‘We vinden paspoorten op de raarste plekken. Van prullenbak tot systeemplafond, geen ruimte laten ze onbenut.’
Strafbaar Sinds 1993 is mensensmokkel strafbaar. Bij het signaleren van mensensmokkel is er intensieve samenwerking tussen de KMar en de politie. Bij binnenkomst van een land is er altijd sprake van grensoverschrijding en dat is een taak van de KMar. De KMar brengt dan ook de meeste zaken aan. Het district KMar Schiphol is koploper. Het illegale verblijf van vluchtelingen in het land zelf is een taak van de regiopolitie om >
20
landelijk parket
> dat de bestrijden. De Nationale Recherche richt zich samen met het Landelijk Parket op de georganiseerde misdaad achter mensensmokkel. Nederland is door de geografische ligging en uitgebreide infrastructuur aantrekkelijk voor mensensmokkelaars. Ons land wordt vaak gebruikt als doorvoerland. Populaire eindbestemmingen zijn Engeland en de Scandinavische landen. Maar niet iedereen is op doorreis. Sommigen vragen hier asiel aan of kiezen voor een illegale status. Mensensmokkel is voor veel asielzoekers de enige effectieve manier om Europa binnen te gaan. Wanneer je niet op legale manier een land binnen kunt komen dan kan een mensensmokkelaar de reis voor je organiseren. Ze vragen vaak hoge bedragen. Dat maakt de scheidslijn met mensenhandel dun. Mensen die graag naar Nederland willen moeten vaak zulke hoge
OPPORTUUN · 09 / 2009
bedragen betalen dat het bijna alleen door uitbuiting is terug te verdienen. En dan is het mensenhandel.
Jongen in dashboardkastje Waar bij mensenhandel duidelijk sprake is van slachtoffers, geldt dit niet voor mensensmokkel. De meeste gesmokkelden maken gewoon gebruik van de diensten van een mensensmokkelaar om hen naar een bepaald bestemmingsland te brengen. Ze zijn dus eerder “klant”. Dat wil niet zeggen dat er nooit sprake kan zijn van slachtofferschap. Tijdens de reis kan een smokkelaar veel risico nemen waardoor gevaarlijke situaties ontstaan voor gesmokkelden. Wie veel investeert om een smokkelreis te beginnen en na enkele weken bijna op de plaats van bestemming is aangekomen, kan nog moeilijk opgeven. Zo’n persoon zal geen nee zeggen tegen
gevaarlijke smokkelmethoden. ‘Je komt gevallen tegen die ons voorstellingsvermogen te boven gaan’, zegt Inge Schepers, de officier die voor het Landelijk Parket veel mensensmokkelzaken doet. ‘Een kind dat in een dashbordkastje van een auto is gestopt, volwassen mensen die zijn ingenaaid in stoelen of verstopt zitten tussen kratten tomaten of in een gokkast,’vertelt ze. ‘Het water moet je wel echt tot aan de lippen staan om je zo te laten vervoeren.’
Luxe segment De meeste mensensmokkel gebeurt gewoon open en bloot. De meeste mensen worden per schip of vrachtwagen vervoerd. ‘De smokkel via Schiphol vormt het luxe segment van de markt,’ vertelt Tamara. ‘Als je dit vergelijkt met wat je aantreft op de weg, dan is dit een comforta-
bele manier van reizen.’ De “slachtoffers” betalen de criminele organisaties tot soms 25.000 euro per persoon. Ineens is het raak voor het sluisteam op Schiphol. Een Somalische man wordt samen met een tiental andere Somaliërs aangehouden. Zijn paspoort is goed, maar de mensen in zijn gezelschap hebben allen een vals paspoort. Het vermoeden is dat de Somaliër probeert om hen het land in te smokkelen. Bij een aanwijzing van smokkel vindt direct verhoor plaats door de KMar. ‘Dit om waardevolle informatie niet te laten vervliegen,’ zegt Tamara. ‘Zo kunnen patronen ontdekt worden met wie contact opgenomen moest worden, de route, de stopplaatsen, de reiskosten en gebruikte documenten.’ ‘Het is niet eenvoudig om de criminele organisaties achter de mensensmokkel aan te pakken. Het risico is dat de grote
21
smokkelbazen buiten beeld blijven. Op Schiphol zien we alleen de uiteinden van de organisatie. Mensensmokkel is per definitie georganiseerd. Doorrechercheren is nodig om het netwerk erachter in kaart te brengen. De begeleiders, smokkelaars, verleners van onderdak en paspoortvervalsers moeten ook aangepakt worden’, zegt Tamara.
Database Op de A50 heeft Sterk het inmiddels druk gekregen. Het is 3 uur ’s nachts. Een Hongaarse auto met daarin drie mannen en een vrouw wordt aangehouden. De mannen zijn behangen met dikke gouden kettingen en horloges. Ze zeggen dat ze in een slagerij in Hongarije werken. Bij Sterk doet dat alarmbellen rinkelen. De paspoorten worden ingenomen voor controle. Eén van de mannen heeft het paspoort van de vrouw op zak. Ze worden gefouil-
leerd. Drugshond Bassie snuffelt tussen de bagage, maar hij vindt niks. Ook de documenten zijn in orde. De auto mag zijn weg weer vervolgen. Maar Sterk is er niet gerust op. Hij heeft de gegevens genoteerd en zal die morgen in de database van het EMM invoeren. In de database wordt de informatie van verschillende controles verzameld en opgeslagen. Mogelijke verbanden worden geanalyseerd en hieruit kunnen eventueel voorstellen voor onderzoeken komen. Sterk vraagt zijn Hongaarse collega’s om de antecedenten van de jongens na te trekken. Wordt nog vervolgd dus.
Tekst: Marieke van der Molen Dit artikel verscheen eerder in nr. 7 van "LP", een uitgave voor de medewerkers van het Landelijk Parket.
22
strafvordering
OPPORTUUN · 09 / 2009
23
Burgers over strafeisen:
‘OM doet het zo gek nog niet’ Bij het eisen van soort en zwaarte van straffen doet het OM het zo gek nog niet. Die indicatie kwam uit een experiment met burgerconsultatie bij richtlijnen voor strafvordering. Het OM neemt de burgerwensen mee bij het actualiseren van richtlijnen. Zónder wetten, vonnissen en verantwoordelijke politici uit het oog te verliezen.
Het zijn belangrijke vragen voor de beoordelaar, de officier en de advocaat-generaal: verdient een verdachte een boete, een taakstraf of een celstraf? En welke factoren zijn belangrijk bij het bepalen van de hoogte van de straf en hoe zwaar wegen deze? Het OM besloot burgers te raadplegen. In een grote enquête konden burgers op een rijtje zetten welke straf(modaliteit) zij passend vinden bij verschillende vormen van veelvoorkomende criminaliteit. Ook gaven zij een “ernstinschatting” van voorgelegde delicten. Is, bijvoorbeeld, bedreiging met een mes erger dan een schriftelijke doodsbedreiging? Is mishandeling in het verkeer ernstiger dan mishandeling tijdens een voetbalwedstrijd? Uit het onderzoek kwam geen kloof tussen OM en burgers naar voren. ‘De hoofdlijn is: in de ogen van de burger doen we het zo gek nog niet’ zegt Jack van Zijl, senior officier van justitie en leider van de projectgroep Aanpassing Kader voor strafvordering. ‘De burger herkent zich in de opbouw van strafmodaliteiten. In de afweging van wat erger en minder erg is, houden burgers gelijke tred met aanklagers. Een enkele keer wilden burgers de norm zelf aangepast zien en vonden ze bijvoorbeeld het bezit van pepperspray onder burgers toelaatbaar. Maar die normstelling is de taak van de wetgever, niet van het OM.'
Agressie in verkeer Dat het OM burgers consulteert, kreeg media-aandacht. Eén uitkomst domineerde de krantenkoppen: op verzoek van burgers gaat het OM agressieve verkeersdeelnemers strenger tegemoet treden. Daarmee was direct een misverstand
geboren. Bij Bureau Verkeershandhaving OM regende het telefoontjes met de vraag welke verkeersdelicten strenger worden aangepakt. Echter, agressief rijgedrag als bumperkleven en afsnijden wordt niet strenger bestraft. Wél strenger bestraft wordt het geweld dat ontstaat als een automobilist bijvoorbeeld het rijgedrag van een andere weggebruiker niet pikt, de achtervolging inzet en besluit om de ander met geweld een lesje te leren. Er dreigt een erger misverstand, een verkeerd beeld. Het OM, tollend en wendend als een windvaan. Aanklagers zouden de oren laten hangen naar de vox populi, de stem van het volk. Advocaat Frank van Ardenne zei eind juni in de Volkskrant: 'Het is verkeerd om strafeisen aan te passen op verzoek van de bevolking. Dit is een trendbreuk omdat je de wetgevende macht, politici, buitenspel zet. We hebben niet voor niets een scheiding der machten, met controlemechanismen.' Een bijzonder verwijt. Ineens zijn de rollen omgedraaid. Decennia lang hebben OM’ers zich moeten verdedigen tegen de beschuldiging dat ze in een ivoren toren wonen, zonder oog en oor voor de gewone man. En plots moet een persofficier de suggestie ontkennen dat het OM tevéél luistert naar de stem van het volk.
Regie Want het verwijt klopt niet. Het is een misverstand dat de aanklager de trekpop van het volk wil worden. ‘We houden zelf de regie’, zegt Annemarie Penn-te Strake. De hoofdofficier van Maastricht is voorzitter van de onlangs ingestelde landelijke (OM-) Commissie Strafvorderingsrichtlijnen die
na het experiment met de burgerconsultatie structureel gaat toezien op aanpassing en actualisering van strafvorderingsrichtlijnen. ‘Want uiteindelijk’, zegt Penn-te Strake, ‘is het de minister van justitie die over het strafvorderingsbeleid van het OM verantwoording aflegt aan het parlement. Dat beleid heeft het Wetboek van strafrecht als vertrekpunt, en houdt rekening met rechterlijke uitspaken.’ ‘Daarbij’, benadrukt de hoofdofficier, ‘moet je je voortdurend afvragen wat “de mening van de burger” nu is. Je kunt niet blindvaren op wat opiniemakers zeggen en schrijven. En als je burgers rechtstreeks consulteert, houd dan de status van de burger in het oog. Het maakt nogal uit of die spreekt als slachtoffer, verdachte, of juist van grotere afstand.’ Dat gezegd hebbende, is Penn-te Strake erg vóór burgerraadpleging. 'Het OM draagt, met anderen, de verantwoordelijkheid om de rechtsstaat te behouden. In brede zin betekent dit dat het OM zich moet inspannen om het gezag van de organisatie te behouden en liefst te vergroten. Meer specifiek, als het gaat om strafvordering, heeft het OM tot taak zodanig gezaghebbend beleid te voeren dat dit in de samenleving bijdraagt aan het voorkomen van eigenrichting. Dat veronderstelt een beroepsethiek van luisteren naar burgers en het ophalen van hun informatie. Daarnaast leert de praktijk dat beleid alleen succesvol kan zijn als het verbinding heeft met de uitvoering die haar beslag krijgt in de samenleving. Bij straftoemeting moet je weten hoe het “landt” in de samenleving. We moeten niet zo maar doen wat de burger zegt, maar wel weten wat de burger zegt om deze informatie vervolgens – naar
Foto: Kick Smeets
‘We houden zelf de regie, maar moeten op zijn minst wéten wat de opvatting van de burger is’ Officier Jack van Zijl en hoofdofficier Annemarie Penn-te Strake eigen goeddunken – te verwerken in het nieuwe handhavingsbeleid. Hoe dan ook krijg je door het consulteren van burgers de juiste thema’s op je agenda.’
Burgerpanels ‘Het OM-meerjarenplan “Perspectief op 2010” vormde het beginpunt voor het raadplegen van burgers’, blikt projectleider Jack van Zijl terug. Hij citeert een passage daarin: “Bij het bepalen van een evenwichtige reactie op delicten, zoals met BOS/Polaris wordt beoogd, is het wezenlijk dat deze reactie in voldoende mate aansluit op wat in de samenleving leeft. Het OM kan zich niet permitteren om zich te ver te verwijderen van wat de burgers redelijk achten, door systematisch te licht of te zwaar te reageren
op bepaalde vormen van criminaliteit.” Maar er waren al concrete plannen het Kader voor strafvordering en de daarbij behorende Polarisrichtlijnen fors te wijzigen. Zo hadden studenten van de Universiteit van Amsterdam al een evaluatie gemaakt van BOS/Polaris (afkortingen voor: Beslissing Ondersteunende Systeem en het Project Ontwikkeling Landelijke Richtlijnen Strafvordering). Ook de introductie van de Wet OM Afdoening en een aantal toezeggingen van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer dwongen tot het aanpassen van een groot aantal richtlijnen. Uitvoering van diezelfde toezeggingen leidden er echter toe dat het evenwicht tussen afzonderlijke richtlijnen geschaad werd. En toen kwam daar nog de wens van
burgerconsultatie bij. Projectleider Jack van Zijl: 'De projectgroep beschikte over veel statistische gegevens vanuit BOS en heeft voorts binnen arrondissementsparketten en ressortsparketten officieren, parketsecretarissen en advocaten-generaal bevraagd over hun ervaringen met het werken van de richtlijnen en BOS/Polaris. Nu besloten we tot een externe consultatie, met behulp van onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut.’ In een internetenquête kregen 2500 burgers verschillende soorten “veel voorkomende criminaliteit” voorgelegd. De burgers gaven aan hoe ernstig zij die criminaliteit vonden, welke soort straf opgelegd moest worden en konden aangeven of en zo ja in welke mate bepaalde factoren van invloed moesten zijn op de straffen. Het Verwey-Jonker Instituut analyseerde de antwoorden en organiseerde vervolgens vijf burgerpanels voor een duiding van de uitkomsten van de internetenquete. Uiteindelijk hebben 54 burgers deelgenomen aan deze panels. Tegelijkertijd kreeg de projectgroep feedback van de Klankbordgroep Burgerforum onder voorzitterschap van hoofdofficier in Maastricht Annemarie Penn–te Strake. In de klankbordgroep, die zich vooral boog over de burgerraadpleging, zaten vertegenwoordigers van OM, Rechtspraak, wetenschap, politiek en pers. De Klankbordgroep oordeelde kritisch over de representativiteit van de steekproef van 2500 deelnemers aan de internetenquête en 54 deelnemers aan de burgerpanels, maar achtte het toch een waardevolle inbreng bij het bepalen van een nieuw strafvorderingsbeleid. Het vooraf uittesten van de internetenquête leverde een interessante uitkomst op. Waar de onderzoekers bij verschillende soorten criminaliteit burgers wilden laten kiezen voor een boete, een taakstraf of een celstraf, gaven velen aan dat zij de “waarschuwing” als keuzemogelijkheid misten. Daarom heeft in de definitieve internetenquête de burger ook de mogelijkheid gekregen, aan te geven dat overtredingen ook met een waarschuwing (die wordt geregistreerd), kunnen worden afgedaan. Jack van Zijl: ‘Het geven en registreren van een dergelijke waarschuwing valt echter niet rechtstreeks onder de taak van het OM, dat in de regel pas in beeld komt als de politie een proces-verbaal naar het parket heeft gestuurd. Daarom zou het meer voor de hand liggen dat, bijvoorbeeld, eerst de >
24
strafvordering
> Raad van Hoofdcommissarissen deze wens van de burger bestudeert. Hun advies kan dan betrokken worden bij het advies van de Commissie Strafvorderingsrichtlijnen aan het College.’
Pionierswerk Tot nu toe zijn richtlijnen vooral aangepast als gevolg van incidenten. De hiervoor al genoemde Commissie Strafvorderingsrichtlijnen, onder voorzitterschap van Penn-te Strake, moet dat nu veranderen. Het is een permanente landelijke commissie van ongeveer tien officieren van justitie, AG’s en parketsecretaris-
Ut Recht
OPPORTUUN · 09 / 2009
sen, ondersteund door het Parket-Generaal en Wetenschappelijk Bureau OM. De commissie zal het College van PG's adviseren bij de totstandkoming van richtlijnen. Dat betreft ook richtlijnen voor de middelzware criminaliteit, die nu nog niet zijn opgenomen in BOS/Polaris. Om tot goede adviezen te komen zal de commissie een virtuele klankbordgroep uit het maatschappelijk middenkader samenstellen. Op dit moment wordt nagedacht over de vraag hoe die groep wordt ingevuld. En de commissie zal vanaf 2010, twee keer per jaar in drie arrondissementen burgerpanels laten organiseren door de plaatselijke
Prachtburger
hoofdofficier. Strafvorderingsrichtlijnen zullen daar worden voorgelegd, en tegelijkertijd kan in breder verband worden gewisseld wat de burger van het OM vindt en kan het OM zijn positie uitleggen. ‘De commissie zal niet in een keer een panacee hebben’, zegt hoofdofficier Pennte Strake. ‘In de hele wereld is het thema nieuw, al is in Engeland al wat op gang gekomen. Het zal tijd, evenwichtskunst en verder pionierswerk vragen om dit alles goed te doen.’
De fiets is terug. Na een week al. Het kwam zo. Mijn man moest voor een vergadering naar de Utrechtse binnenstad, koos voor de fiets maar niet voor de stalling. Moest kunnen, dacht hij. Maar nee, kon niet, fiets weg. De fiets bleek net uit de verzekering. ’s Avonds maakte mijn man nog een rondje langs potentiële verkooppunten van gestolen fietsen maar kwam onverrichter zake weer thuis. Dan rest er niets anders dan je verlies te accepteren en te bedenken of de volgende fiets nieuw of tweedehands zal zijn.
Tekst: Pieter Vermaas
Overgenomen van burgers, enige voorbeelden Inmiddels zijn de eerste beleidsregels en richtlijnen aangepast waarbij de opvatting van de burger is meegewogen. De onlangs ingestelde Commissie Strafvorderingsrichtlijnen zal zich buigen over de ‘tweede tranche’ van aanpassingsvoorstellen. Hieronder enkele voorbeelden van wijzigingen die per 1 september jl zijn ingevoerd. Discriminatie: De ondervraagde burgers vonden delicten als mishandeling of bedreiging ernstiger wanneer die plaatsvinden vanuit discriminatoire overwegingen, zoals bij homofoob geweld. Ook voor het OM is discriminatie een van de speerpunten. Om die reden heeft het OM in verschillende Polarisrichtlijnen (zoals eenvoudige mishandeling, bedreiging, vernieling) de beoordelingsfactor ‘discriminatoire aspecten’ van 25 naar 50 % verhoogd. Wapens voorhanden: Op het punt van de Wet wapens en munitie komt het OM vooral tegemoet aan de wensen van het parlement: het aantal basispunten voor het voorhanden hebben van een wapen uit lijst 4 (pistool/ revolver) is verhoogd van 60 naar 90 punten. Die 90 punten – goed voor een eis van 3 maanden celstraf – worden bovendien verhoogd als er sprake is van “bedenkelijke omstandigheden” (van 25 naar 50%). Overigens kwam uit de burgerpanels duidelijk naar voren dat burgers de aanwezigheid van een wapen zeer ernstig vinden, vooral wanneer men zich hiermee in het ‘publieke domein’ begeeft. Agressie in het verkeer: Het OM heeft binnen BOS/Polaris een nieuwe beoordelingsfactor “agressie in het verkeer” ingebouwd. Bij delicten als eenvoudige mishandeling, vernieling, openlijke geweld of bedreiging wordt de strafeis met 25% verhoogd indien het delict plaatsvindt naar aanleiding van een verkeerssituatie. In de praktijk lieten OM’ers deze factor al in strafverhogende zin meewegen. Uit de burgerpanels blijkt dat ook burgers hier zwaar aan tillen. De verzwaring hangt samen met het risico van escalatie van deze delicten in een overgevoelige situatie en de verhoogde gevaarzetting die agressie in een verkeersituatie voor andere verkeersdeelnemers oplevert. Aanpassingen door Commissie strafvorderingsrichtlijnen in tweede tranche: Verschillende aanbevelingen van de projectgroep Aanpassing Kader voor strafvordering vragen om een nadere discussie of een meer gedetailleerde uitwerking. Deze aanbevelingen zullen ter hand worden genomen door de onlangs ingestelde Commissie strafvorderingsrichtlijnen. Zo zal de commissie zich gaan buigen over het herijken van de recidive-regeling in BOS/Polaris, waarbij de huidige factoren voor eenmaal en meermalen recidive zullen worden verhoogd. Ook zal zij bekijken of de wapenlijsten binnen Bos/Polaris meer moeten gaan aansluiten bij de wettelijke regelingen.
‘De uiterst correcte agent laat zich niet verleiden tot uitspraken over de etnische achtergrond van de jonge fietsendiefjes’
Een week later staat hij tijdens de wekelijkse koopavond in een fietsenzaak en wordt op dat moment door de politie gebeld. Zijn fiets staat op het bureau op hem te wachten. Ja, hij kan hem gelijk komen halen. Het bureau bevindt zich in wat we een prachtwijk noemen. Dat is een positief woord maar het is een vlag die de lading niet dekt. De wijk kent criminele hotspots en jeugdgroepen, er lopen ’s avonds kleine kinderen op straat, er moeten straatcoaches worden ingezet… zoiets noem je toch geen prachtwijk. Als mijn man zijn fiets weer in ontvangst neemt, informeert hij hoe de politie de fiets op het spoor is gekomen. De agent vertelt dat een oplettende buurtbewoner de politie belde toen hij zag dat een groepje jongens verdacht bezig was met een stel fietsen. Door er snel bij te zijn, zijn de jongens opgepakt en kunnen de fietsen, althans als die voorzien zijn van een chip en als er aangifte is gedaan, weer terug naar de eigenaar. De uiterst correcte agent laat zich niet verleiden tot uitspraken over de etnische achtergrond van de jonge fietsendiefjes en weigert olie op het PVVvuurtje te gooien. Dat noem ik nou een prachtagent! Maar het kwaad is al geschied, in ons huis wordt niet meer getwijfeld over de achtergrond van de daders. De fiets is daar ook wel een beetje het bewijs van. Hij is niet gestolen om door te verkopen of te gebruiken, zo blijkt, hij is stevig afgeragd. Na een ochtend sleutelen en een investering van dertig euro aan materiaal, kan hij er weer mee door. Maar de open kettingkast, die
eerst degelijk gesloten was, en het verruïneerde AXA-slot blijven stille getuigen van de diefstal en de zinloze vernielzucht. Je vermoedt er van alles achter. Haat jegens Nederland, een gebrek aan opvoeding, perspectief, zinvolle tijdsbesteding en burgerzin. “Waarom zijn die rotjongens niet gewoon op school of aan het werk”, moppert mijn man terecht. Maar nu macro: de criminaliteitscijfers dalen. Onze OM-cijfers wijzen dat uit maar ook de AD Misdaadmeter laat dat zien. Utrecht staat als vierde grote stad van Nederland op de dertiende plaats en de aangiftebereidheid is gelijk gebleven. En het probleem van de jonge, voornamelijk Marokkaanse crimineel, beperkt zich tot enkele tientallen in de wijk. Dat moet aan te pakken zijn, zou je zeggen. Maar het is hardnekkig en het lukt alleen als we het met z’n allen doen. Want wees nu eerlijk: als je moreel gezien zo ver van het padje bent, ben je niet vatbaar voor een week celstraf voor een gestolen fiets. Daarom is het goed dat de probleemwijken – laten we het maar benoemen – naast cameratoezicht en blauw op straat, bol staan van projecten en welzijnswerk. En laten we vooral blij zijn dat er in deze wijken nog altijd burgers wonen die opletten en op het juiste moment de politie bellen. Dankzij dat ene telefoontje hebben wij niet alleen onze fiets terug maar kunnen de instanties aan de slag met die jongens. Daarom noemen we die wijk natuurlijk een prachtwijk: omdat er prachtburgers wonen die juist in hun eigen wijk kunnen bijdragen aan de veiligheid en dat nog doen ook. Tekst: Mary Hallebeek, persvoorlichter parket Utrecht
25
26
trailwalker 2009
OPPORTUUN · 09 / 2009
27
Honderd kilometer wandelen voor het goede doel
OM stuurt kinderen naar school Foto's: Martin Mak
De zon is ondergegaan. Een lange sliert lichtjes slingert zich over de Veluwer heide. In de sliert strompelen OM’ers mee, vastbesloten om tientallen kinderen onderwijs te kunnen laten bieden. OM-team deelnemer Martin Mak over zijn prachtige helletocht.
Het zal toch niet waar zijn, het initiatief genomen om met een OM-team mee te doen met de trailwalker, nog “maar” 20 kilometer te gaan en dan moeten opgeven?! Ik ben niet blij. Gelukkig bestaat het supportteam niet uit “watjes” en proberen mij niet de auto in te praten, maar mij weer op weg te helpen met iets meer dan de maximumdosis medicamenten, ORS, energierijk vezelig droogvoer en vooral opbeurende woorden. Toch doorgaan..? Een dag eerder, zaterdag 20 juni. Team OM staat aan de start in Ede. Honderd kilometer non-stop wandelen over onverharde paden van de Veluwe – laat maar komen. Het team bestaat uit Jessica Jansen (parketsecretaris Landelijk Parket), John Lucas (fungerend hoofdofficier arrondissementsparket Arnhem), Linda van Duijn (medewerker IRC Amsterdam) en Martin Mak (beleidsmedewerker Bestuurlijke informatievoorziening Parket-Generaal /
Landelijk Parket). Deze Trailwalker is een initiatief van Oxfam Novib, dat met de sponsoropbrengst van alle teams duizenden kinderen voor een jaar naar school kan laten gaan. We beschikken inmiddels over deelnemersnummers en championchips (tijdregistratie). We halen onze gps en gpstracker op, en we checken de verplichte materialen zoals EHBO-kit, hoofdlampen, reflectiehesjes, isolatiedeken en watervoorraad. Een kwartier te laat gaan 600 lopers door de start, het is nu bijna droog. In een lange rij leggen we de eerste 9,4 km af door de bossen van het Geldersch Landschap naar de schaapskooi op de Ginkelsche Heide. Het supportteam wacht ons al op. Het is een gezellige chaos. Tenten van de organisatie en EHBO, 600 deelnemers, 300 supporters, tientallen vrijwilligers, minstens
V.l.n.r. Jessica Jansen, John Lucas, Linda van Duijn en Martin Mak
150 auto’s, publiek… Daar zijn de parkeerterreinen in natuurgebieden niet helemaal op berekend. Het ontbijt is er vanochtend een beetje bij ingeschoten, dus de eerste broodjes met salade vinden gretig aftrek. De eerste opkomende voetproblemen worden preventief verzorgd. Dan snel op weg voor de volgende 11,8 km over onverharde zanderige paden van de Planken Wambuis naar checkpoint 2, een camping bij Schaarsbergen. Onze tempoverschillen blijken net te groot om goed bij elkaar te kunnen blijven. John en Jessica lopen iets sneller voorop, Linda en ik blijven een kwartiertje achter. Het gaat goed en na een korte verzorging gaan we het Nationaal Park de Hoge Veluwe in voor een van de zwaarste gedeelten van de trailwalker, de zachte zandpaden van het Oud-Reemster veld. Na 12,1 km bereiken we checkpoint 3, De Zanding in Otterlo. De verkwikkende
Team Openbaar Ministerie en supporters
Gebroken heup
de teams werden geuit zijn absoluut ongeschikt voor het jeugdjournaal. Hierna worden de paden eindelijk gemakkelijker en slepen we ons voort naar het 42 km punt.
Volgens het routeboek wacht ons een relatief gemakkelijke route via het Jachthuis St. Hubertus. Alleen de eerste kilometers gaan over zand… het Otterlose Zand. Het zullen de zwaarste kilometers van de trailwalker blijken te zijn en daar had niemand op gerekend, een harde psychische dreun. De oudste deelneemster (83 jaar) komt hier pijnlijk ten val en breekt heup en arm. Zij zal ruim een uur op de ambulance moeten wachten. Weliswaar geeft de gps-tracker haar exacte positie aan, maar waar je al bijna niet kunt lopen, kan een ambulance zeker niet rijden. Eindelijk bereiken we een verhard fietspad. De opluchting is groot, totdat nog geen honderd meter verder de route afbuigt over een zanderige steile heuvel. De krachttermen die op dat moment door
Nu ben ik toe aan een uitgebreide voetverzorging en massage. Ook de cup-a-soup gaat er goed in. We maken ons klaar voor de nacht en maken de reflecterende hesjes en hoofdlampen voor gebruik gereed. Tegen negenen vertrekken we voor de 8,7 km naar Radio Kootwijk over relatief gemakkelijke paden. Het wordt langzaam donker als we de heide bij Hoog Buurlo bereiken, een prachtig gezicht met die ondergaande zon. De hoofdlampen gaan aan, een lange sliert lichtjes slingert zich door het heidelandschap. In het donker blijven we als team zoveel mogelijk bij elkaar en om kwart over elf lopen we de tijdregistratiematten van checkpoint 5 op. Ruim de helft zit er op, 51,6 km, vanaf nu gaan we aftellen. Deze
voetverzorging en massages van Tamara worden in dank aanvaard.
afstand is meer dan we in de oefentochten gelopen hebben, de pijntjes gaan zich nu bemerkbaar maken. Half vijf ’s ochtends, gelukkig wordt het al weer langzaam licht en een half uur later haalt ons supportteam ons binnen. Lange rustpauzes zijn nu niet bevorderlijk, dus we gaan zo snel mogelijk weer op weg over grotendeels asfaltwegen door Harskamp en Otterlo. We hadden een loopschema gemaakt op 25 uur voor de volle 100 kilometer. Tot het 70 kilometerpunt liggen we keurig op schema. Daarna eisen de kilometers hun tol: vermoeidheid, blaren, onwillige benen en ikzelf met opkomende maag en darmproblemen. Na ruim 80 km lassen we een lange rust in voor het masseren van benen en voeten door Tamara, het verzorgen en intapen van de blaren bij de EHBO en proberen mijn klachten onder controle te >
28
trailwalker 2009
OPPORTUUN · 09 / 2009
29
‘En daar sta ik dus als initiatiefnemer van team OM… Stoppen? Het zal toch niet waar zijn!’
Hoge Veluwe
> krijgen met diarreeremmers (de intieme details zal ik jullie besparen). Na ruim anderhalf uur gaan we weer op weg, Peter loopt als supporter mee ter ondersteuning. Na een paar honderd meter kan ik onmogelijk verder, de tabletten werken nog onvoldoende en heb door het vochtverlies te veel energie verloren. Het supportteam geïnformeerd zodat zij mij kunnen opwachten. Er is nog tijd genoeg en het team zou graag met mij teruglopen, maar kan er de moed niet meer voor opbrengen. En daar sta ik dus als initiatief nemer van team OM… Stoppen? Het zal toch niet waar zijn! Eerst een bezoek aan de “Dixie”, je weet wel, van die telefooncelachtige containers die de naam toilet eigenlijk niet mogen dragen. Er blijkt gelukkig een groot verschil tussen PinkPop- en wandelpubliek, de
V.l.n.r. Linda van Duijn, Martin Mak en John Lucas
wandelaars weten zich op sanitair gebied bijzonder netjes te gedragen. Maar op een bepaald moment zijn die Dixies gewoon vol, overvol. Je wilt echt niet, maar wat doe je als je geen keus meer hebt… Na een klein uur probeer ik het – met alle voorzorgsmiddelen in mijn rugzak – opnieuw. Het supportteam blijft wachten totdat ik een half uur later bel dat ik echt door kan gaan. Ik loop helemaal alleen en dat is in deze omstandigheden waarschijnlijk ook maar het beste. Ik haal een team in dat aan de kant van het zandpad nieuwe moed zit te verzamelen en wordt later door datzelfde team weer ingehaald. Loop even met ze op totdat ik mijn noodzakelijk vertier weer in het struikgewas moet zoeken. De andere (support)teamleden proberen mij te bellen, maar ik had mijn mobieltje een paar dagen eerder in
de stand “stil” gezet bij een blokfluituitvoering van mijn dochter. Het spijt mij dat dit tot enige onrust bij de overige teamleden heeft geleid. Het mulle zand is zwaar. Halverwege het traject wachten Jessica en Peter mij op – ze waren op de hoogte van mijn komst door het vorige team - en lopen samen de laatste lange zware kilometers over de ruiterpaden van Ginkelse Heide naar het laatste checkpoint. We hebben het moeilijk, maar halen onderweg lopers in die het overduidelijk nog veel moeilijker hebben en uiteindelijk ook de finish zullen halen. Pijn had John en Linda al verder gedreven. Na een best emotioneel weerzien met vrouw en dochter, krachtvoer en toverdrank gaan we verder voor de laatste 8,6 kilometer. Nu echt over gemakkelijke paden, objectief gezien dan, want voor ons
Otterlose Zand
is na ruim 90 km niets meer gemakkelijk. Het is stil, veel gepraat wordt er al lang niet meer. De overgebleven teams zijn uit elkaar geslagen en slepen (of strompelen) zich voort naar de finish. Elke bocht die niet rechtstreeks op de finish af gaat is er een te veel. John en Linda staan ons op te wachten en om 15:07 uur lopen we eindelijk, na 27 uur en 54 minuten als 119e team over de finish. Felicitaties van de organisatie, het herinneringsspeldje opgespeld, de championchip wordt uit de veters gehaald zodat we zelf niet meer hoeven te bukken, de groepsfoto en… een biertje. Na ons zullen nog 25 teams de finish passeren, het laatste team half vijf. Eén team is uitgevallen, maar veel andere teams hebben één of meer teamleden tijdens de trailwalker moeten achterlaten. We zijn trots op onze prestatie omdat we met het hele team binnen 30 uur de finish hebben gehaald.
Het complete OM-team na de finish
Sponsoropbrengst Inmiddels is het 25 juni. Het lichamelijke leed is al weer bijna geleden en we kijken terug op een fantastische evenement. Onze sponsoropbrengst is 4.076,51 euro (ruim boven de vereiste 3.000 euro) en hiermee stuurt het OM 163 kinderen naar school. Daarvoor nogmaals dank aan alle lieve collega’s en ex-collega’s van alle teams van het Landelijk Parket / BVOM, het Parket-Generaal, parket Amsterdam en andere OM-onderdelen, IRC’s en Ministerie van Justitie, familie, vrienden en bekenden voor alle grote en kleine bijdragen. Ook veel dank voor hun bijdragen aan Tash Consultancy, Sportcentrum Hoorn, Full Orbit, Singel & Partners, Prokind Scholengroep Spijkenisse en klanten en personeel van Beter Bed. Dank in het bijzonder aan Reinhard Steur die zich heeft opgeworpen als enthousiast sponsorwer-
ver binnen het GPS team en daarmee ruim 350 euro voor ons heeft binnengehaald. Ook voor OxfamNovib was de eerste trailwalker in Nederland een groot succes. Het aan vankelijke doel van 450.000 euro en onderwijs voor 18.000 kinderen werd ruimschoots overtroffen. De totale opbrengst van de trailwalker is tot nu toe (1 juli) ruim 638.000 euro, waarmee tenminste 25.520 kinderen voor een jaar naar school kunnen gaan.
Tekst: Martin Mak Interesse om volgend jaar met een OM-team mee te doen? Neem contact op met Martin Mak. Zie ook: www.oxfamnovib.nl/trailwalker
30
VERKEER
Verkeer
Rijstrook volgen in strijd met rood kruis: rijstrooksignalering Gerechtshof Leeuwarden 1 juli 2009 WAHV 200.019.355 (09/49) In het zogenoemde brondocument had de verbalisant ingevuld dat een grijze Mitsubishi met kenteken XX-YY-ZZ (geanonimiseerd weergegeven - WH) op 5 april 2008, omstreeks 16:15 uur een rood kruis had genegeerd. Bij het hof is gerede twijfel ontstaan of de gedraging is verricht met het voertuig met bedoeld kenteken en overweegt daarbij dat de betrokkene gedurende de procedure telkens consistent heeft verklaard. Hij heeft aangevoerd dat hij en zijn voertuig ten tijde van de gedraging niet in Amsterdam zijn geweest. Hij lag namelijk met zijn binnenschip in Rotterdam en het ging bovendien slecht met de gezondheid van zijn vrouw. Daarom is hij toen thuisgebleven, zodat hij eventueel zijn vrouw naar het ziekenhuis zou kunnen vervoeren. De auto was dan ook niet uitgeleend aan een ander. Het hof overweegt verder dat het standpunt van de betrokkene ondersteund wordt door een schriftelijke getuigenverklaring die er op neerkomt dat de betrokkene ten tijde van de hem verweten gedraging aan boord van zijn schip in Rotterdam was. Alhoewel dat de mogelijkheid open laat dat de betrokkene zijn auto had uitgeleend, acht het hof dit laatste niet aannemelijk. De betrokkene heeft, wederom
INTERNATIONAAL
OPPORTUUN · 09 / 2009
31
Internationaal
consistent, verklaard dat zijn vrouw de avond van 4 april 2008 met hartritmestoornissen in het ziekenhuis heeft gelegen en dat hij daarom zelf de beschikking over zijn auto wilde houden. Het hof laat daarnaast een rol spelen dat in het kentekenregister van de RDW meerdere grijskleurige voertuigen van het merk Mitsubishi zijn ingeschreven waarvan het kenteken slechts één karakter (een cijfer) verschilt van het kenteken van het voertuig van de betrokkene. Nu uit de stukken blijkt dat de waarneming van de verbalisant enkel lijkt te zijn gebaseerd op het kenteken, de kleur en het merk voertuig (in het aanvullend PV ten onrechte als Volvo aangemerkt) kan –mede in het licht van het hiervoor overwogene- geenszins uitgesloten worden geacht dat de verbalisant een vergissing heeft gemaakt. Volgt vernietiging van de beslissing van de kantonrechter, gegrondverklaring van het beroep etc. Terugverwijzing door de kantonrechter naar de officier van justitie Gerechtshof Leeuwarden 23 juni 2009 WAHV 200.014.652 (08/2525) De advocaat-generaal heeft gesteld dat de kantonrechter een beslissing heeft gegeven die de wet niet kent en derhalve buiten het toepassingsgebied van de wet is getreden. Het hof overweegt dat door de zaak terug te wijzen naar de
officier van justitie, de kantonrechter een beslissing heeft gegeven die niet gegrond is op de WAHV (zie ook HR 8 juni 1993, LJN: ZC9385, NJ 1994, 157, Verkeersrecht 1995/1). Nu de kantonrechter door die beslissing buiten het toepassingsgebied van artikel 13 WAHV is getreden, kan het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep -ondanks het feit dat de administratieve sanctie bij die beslissing onder de in artikel 14, eerste lid WAHVgestelde appèlgrens is gebleven- worden ontvangen. Nu de kantonrechter de zaak ten onrechte heeft terugverwezen naar de officier van justitie vernietigt het hof de beslissing van de kantonrechter. Aangezien door de kantonrechter geen inhoudelijk oordeel is gegeven, verwijst het hof -in afwijking van het bepaalde in artikel 20d, eerste lid WAHV- de zaak terug naar de rechtbank teneinde hernieuwd de zaak te beoordelen en daarover te beslissen. Al dan niet handsfree telefoneren Gerechtshof Leeuwarden 12 mei 2009 WAHV 200.018.764 (09/24) De betrokkene ontkent dat hij tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthield. Hij was wel aan het telefoneren, maar deed dit handsfree. Hij zat wel aan zijn oor. Waarschijnlijk heeft de verbalisant zich vergist. In het aanvullend PV verklaart
de verbalisant onder meer: “Ik kon de telefoon niet zien omdat ik de betrokkene voornamelijk vanaf de linkerzijde kon zien. Ik kon echter aan de houding van de hand wel zien dat er iets in die hand moest zitten”. Bij het hof ontstaat gerede twijfel of de gedraging door de betrokkene is verricht en neemt hierbij het volgende in overweging. Reeds bij staandehouding heeft de betrokkene de gedraging ontkend en gesteld dat hij met zijn hand aan zijn oor zat. Gedurende de gehele procedure heeft hij hierover consistent verklaard. De (aanvullende) verklaring van de verbalisant sluit niet uit dat het verhaal van de betrokkene juist is, omdat hij niet verklaart enig voorwerp in de hand van de betrokkene te hebben gezien. Volgt vernietiging van de beslissing van de kantonrechter, gegrondverklaring van het beroep etc. Tekst: Bureau Verkeershandhaving OM, Willem Hoogendoorn. Voor complete teksten, bel: 0346 - 333310
Jurisprudentie Rechtsmachtvereiste bij vervolgingsoverlevering Rechtbank Amsterdam, LJN BJ1773, 3 juli 2009 Polen heeft op 29 november 2007 de overlevering verzocht van een vreemdeling met de Poolse nationaliteit, ten behoeve van vervolging voor ‘opzetheling’ (kwalificatie naar Nederlands recht). De opgeëiste persoon (o.p.)zou zijn verblijfstatus niet verliezen als gevolg van het vonnis waarvoor de uitlevering wordt gevraagd. De raadsman voert aan dat er een dubbele terugkeergarantie moet worden gegeven aangezien betrokkene wellicht gelijkgesteld moet worden met een persoon met een verblijfsvergunning onbepaalde tijd. De raadsman voert aan dat het onderscheid dat in artikel 6 Overleveringswet (OW) tussen Nederlanders en vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ongeoorloofd is, en dat dit discriminatie op basis van nationaliteit betreft. De raadsman stelt dat de uitspraak van het HvJ EG op de prejudiciële vragen in dit verband moet worden afgewacht (LJN: BC9789). De rechtbank oordeelt dat de uitspraak van het HvJ EG niet behoeft te worden afgewacht nu Nederland geen rechtsmacht heeft voor de feiten gepleegd door betrokkene. Het onderscheid tussen een Nederlander en een vreemdeling dat wordt gemaakt in art.6
OW rechtsmacht is gezien het doel geoorloofd. Als achterliggende gedachte bij het onderscheid wordt beschouwd dat art. 5 Sr voorziet in de mogelijkheid om Nederlanders voor veel strafbare feiten gepleegd in het buitenland te vervolgen. Voor vreemdelingen is er slechts met betrekking tot een zeer beperkt aantal strafbare feiten sprake van rechtsmacht. Doel van art.6 OW is om te voorkomen dat personen die zich op het grondgebied van Nederland bevinden zich aan de tenuitvoerlegging van een hen in een andere lidstaat opgelegde vrijheidsstraf onttrekken en daarmee straffeloos zouden blijven. De stelling van de raadsman miskent dit gegeven en ziet alleen op een mogelijke toekomstige gebeurtenis, te weten de mogelijkheid die de WOTS de o.p. biedt om na veroordeling overbrenging naar Nederland te verzoeken. De dubbele terugkeergarantie is een voorwaarde die de OW stelt aan de toelaatbaarheid van de overlevering voor bepaalde groepen personen. Indien de garantie door de uitvaardigende justitiële autoriteit niet wordt afgegeven, dient ingevolge het wettelijk systeem weigering van de overlevering te volgen. In de onderhavige zaak is het niet mogelijk om o.p. in Nederland te vervolgen voor de – naar gesteld – door hem in Polen gepleegde opzetheling. Een dubbele terugkeergarantie behoeft in dezen daarom niet te worden gevraagd.
De overlevering is toelaatbaar.
dat de o.p. na zijn overlevering in de gelegenheid zal worden gesteld om een nieuw proces te verzoeken en aanwezig te zijn op de terechtzitting. De Poolse autoriteiten konden dit niet garanderen. Overlevering wordt geweigerd.
Verstekvonnis Rechtbank Amsterdam, LJN BJ4256, 3 juli 2009 Polen heeft op 16 juni 2008 de overlevering gevraagd van de opgeëiste persoon voor de tenuitvoerlegging van een Pools vonnis wegens oplichting, AIRS, Ministerie van Justitie meermalen gepleegd. De o.p. Nina Janssen en de Poolse officier van justitie 070 370 3033 hebben op 18 augustus 2004 overeenstemming bereikt over de wijze waarop de strafzaak zou moeten worden afgedaan; betrokkene heeft daarbij schuld erkend. Deze overeenkomst is bij beslissing van de Poolse rechter op 20 december 2004 bekrachtigd. Daarbij was betrokkene niet aanwezig omdat hij Polen waarschijnlijk in september 2004 al verlaten had; hij is dus niet in persoon opgeroepen. Bij interlocutoire uitspraak van 25 maart 2009 heeft de rechtbank overlevering de beslissing van de Poolse rechter aangemerkt als een verstekvonnis in de zin van art. 12 OW. Reden hiervoor is dat de Poolse rechter in die procedure kennis neemt van de bewijsmiddelen en deze ook waardeert. Dat de Poolse rechter in die procedure niet zonder instemming van de verdachte en de Poolse OvJ kan afwijken van de overeenkomst maar alleen de zaak kan verwijzen naar een rechtbankzitting waar de verdachte aanwezig moet zijn, maakt dit niet anders. Daarop is Polen verzocht om een garantie
Illustraties: Erwin Suvaal