BSO TWEEDE GRAAD
vakken PV KLEDING: TV KLEDING:
13 u/w 7 u/w VV-n
2000/088 (vervangt 97171)
INHOUDSOPGAVE
1 Visie
2
2 Beginsituatie
3
3 Doelstellingen 3.1 Algemeen 3.2 Vakdoelstellingen
5
4 Algemene pedagogisch didactische wenken en middelen
7
5 Fabricagedocumenten 10 Checklist voor de machines Checklist voor de strijkapparatuur
11 12
6 Doelstellingen, leerinhouden, pedagogisch didactische wenken TV PV
14
7 Evaluatie
33
8 Minimale materiële vereisten
35
9 Bibliografie
37
5
2
1 VISIE
In het Beroepssecundair Onderwijs doen de leerlingen van de studierichting ”moderealisatie en presentatie de nodige vakkennis op, welke het fundament vormt voor de verdere uitbouw van hun later beroepsleven. Het is de bedoeling jongeren via methodes in te werken in nieuwe projecten en hen te stimuleren om nieuwe uitdagingen te durven aangaan. De nadruk ligt zeer sterk op het probleemoplossend en procesmatig denken en handelen. Attitudevorming, sociale en communicatieve vaardigheden krijgen meer aandacht en zijn afgestemd op de studierichting. Door te werken met kleuren, vormen, soepele materialen en technieken komt ook het esthetisch aspect aan bod. Er wordt bij de selectie van ontwerpen zowel rekening gehouden met de technische uitvoerbaarheid van de ontwerpen, het creatieve als functionele, het draagcomfort als het gebruikscomfort. Milieu-veiligheids-en gezondheidsaspecten worden hierbij systematisch betrokken. Theorie en praktijk wordt zoveel mogelijk geïntegreerd aangeboden, leerinhouden en vaardigheden worden in één geheel aangebracht. Uit de benaming ”moderealisatie en -presentatie” blijkt dat het over meer gaat dan alleen kleding. Interieur, decoratie vormt de dag van vandaag zowel een belangrijke modetrend als een onderdeel van de wooninrichting, en maakt deel uit van de opleiding. Een totaalbeeld realiseren en weergeven verloopt in de diverse gebieden bijna gelijk. Van vormen zoeken, soepele materialen ontdekken en verwerken, het gebruiken van machines en apparatuur tot het toepassen van industriële technieken. Naast het realiseren zullen de leerlingen op een creatieve en doelgerichte manier hun realisaties presenteren en etaleren. Artikelenkennis inzake kleding, interieur en decoratie vormt hierbij een belangrijk onderdeel. Door kennis te maken met het beroep van winkelbediende in de detailhandel leren de leerlingen beroepshoudingen zoals; zin voor samenwerking, verantwoordelijkheid en dienstbaarheid aan. Er wordt aandacht besteed aan zelfkennis, zelfredzaamheid, zelfstandigheid, voorkomen en communicatie. Door het kledingonderwijs algemeen breder op te vatten en te streven naar persoonlijkheidsmaatschappelijke en beroepsvorming krijgt het kledingonderwijs een nieuwe dimensie dat voldoet aan een modern en geëvolueerd beroepsprofiel.
3
2 BEGINSITUATIE
Om administratieve redenen is in de lessentabel onderscheid gemaakt tussen PV en TV KLEDING. Om pedagogisch - didactische redenen is het leerplan opgemaakt voor 20u per week, waarin PV en TV geïntegreerd zijn. Deze 20u worden dan ook bij voorkeur door één leraar gegeven, in elk geval is een gecoördineerd en permanent overleg tussen de betrokken leraren noodzakelijk.
Tot het eerste leerjaar van de tweede graad worden toegelaten: • De regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de eerste graad of het beroepsvoorbereidend leerjaar met vrucht beëindigd hebben of zij die houder zijn van een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs, behaald via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. • De leerlingen die uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben; onder volgende voorwaarde, nl. een gunstig advies van de toelatingsklassenraad. Het eerste jaar van de tweede graad BSO van de studierichting” moderealisatie en -presentatie” bestaat uit een heterogene groep leerlingen met wisselende belangstelling, motivatie en werkhouding, kenmerkend voor hun ontwikkelingsfase en zoektocht naar persoonlijkheid. Er is een groep die bewust gekozen heeft voor” moderealisatie en -presentatie” met de bedoeling zich hierin professioneel te bekwamen, anderen hebben nog geen bewuste keuze gemaakt en proberen dit experimenteel uit, nog anderen hebben reeds iets anders geprobeerd. Dit alles zorgt ervoor dat we te maken hebben met een heterogene groep, waarbij het belangrijk is de beginsituatie van elke leerling te bepalen om hierop te kunnen inspelen.
4
Profiel van de leerlingen
De leerlingen hebben nood aan een concrete oriëntatie omdat ze sterk geïnteresseerd zijn in een opleiding afgestemd op de praktijk. Opvallend zijn de grote verschillen wat het schoolverleden, leermogelijkheden, en motorische vaardigheden betreft, soms zijn ze anders begaafd, minder theoretisch aangelegd, meer doe-gericht. Door hun resultaatgerichte instelling staan ze positief tegenover alles wat ze als nuttig en aangenaam ervaren. Rekening houden met hun leefwereld en de ontwikkelingsfasen waarin de jongeren zich bevinden, dit vertalen in de keuze van de werkstukken, zal hun interesse aanwakkeren en hun zelfbeeld versterken. Ze vertonen vaak een moeilijk gedrag te wijten aan de problemen die ze hadden in hun schoolse voorgeschiedenis. Door op een positieve, kritische en creatieve manier problemen te leren oplossen geeft men impulsen die het zelfwaarderingsgevoel van de leerling zal versterken.
Ze geven aan zich te interesseren voor mode, techniek, resultaatgericht handelen..
De leerlingen hebben het moeilijk met inzicht in tijd en ruimte en hebben nood aan goede structuren.
5
3 DOELSTELLINGEN 3.1 Algemene doelstellingen De leerinhouden van TV en PV moderealisatie en -presentatie hebben als doel een volwaardige bijdrage te leveren tot de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerlingen. De drie componenten van de persoonlijkheidsvorming namelijk: - de psychomotorische; - de dynamisch affectieve; - de cognitieve; dienen evenwichtig te worden opgenomen en uitgewerkt. Het handelen, aanvoelen en denken wordt georiënteerd op het zelfstandig en probleemoplossend uitvoeren van het beroep. Hierbij streven we samen met de leerlingen vogende algemene doelen na: • Belangstelling tonen in de verschillende toepassingsgebieden die kleding te bieden heeft. • Naast het verwerven van kennis en vaardigheden, probleemoplossend leren denken en handelen. • Met zin voor creativiteit de verschillende stappen om een werkstuk te realiseren, doorlopen. • Inzien dat realisaties bruikbaar, origineel, verkoopbaar en milieuvriendelijk moeten zijn. • Initieel kennismaken met de opleidingsmogelijkheden en beroepen in de sector, met de bedoeling een gemotiveerde verdere studiekeuze te maken.
3.2 Vakdoelstellingen Volgende vakdoelstellingen worden systematisch en progressief nagestreefd en in de opbouw van kennis, vaardigheden en attitudes omgezet. Kennis • De behoefte van een realisatie analyseren en motiveren. • Het belang van een werkmethode inzien en de aangeleerde werkvolgorde toelichten. • Documentatie en informatie ordenen en gebruiken. • Via het productieproces van een realisatie basisvaardigheden ontwikkelen. • Vakterminologie beheersen en gebruiken. • Inzicht verwerven in de verschillende aspecten van het beroep. • Begrippen in verband met grondstoffen en het kiezen van materialen in functie van het werkstuk kunnen verantwoorden.
6
• Inzicht hebben in de basistechnieken met betrekking tot de verkoop. • Inzien dat mode en accesoires, interieur en decoratie een sociale en maatschappelijke verantwoording inhouden.
Vaardigheden • Fouten opsporen en probleemoplossend handelen. • De basistecnieken aan de hand van een goede werkmethode en in functie van het te realiseren werkstuk uitvoeren. • Op een efficiënte manier eenvoudige werkstukken vervaardigen. • Verantwoord werkstukken en materialen kiezen, presenteren, ingebruiknemen, (ver)kopen. • Verschillende stijlen, kleurencombinaties herkennen en verwerken. • Sociale vaardigheden verwerven in relatie tot de verschillende mogelijkheden die de sector te bieden heeft. • Georganiseerd, veilig en ergonomisch verantwoord werken. Attitudes • Bereidt zijn tot onderlinge samenwerking en zin hebben voor verantwoordelijkheid. • Met zin voor creativiteit en blijk gevend van persoonlijkheid en eigen smaak verantwoorde keuzes maken. • Kwaliteitsbewust kiezen en in functie hiervan handelen. Inzien dat realisaties bruikbaar, origineel, verkoopbaar en milieuvriendelijk moeten zijn. • De invloed van kleur en stijl verweven met gevoel voor harmonie, ruimte. • Orde, onderhoud van het materiaal toepassen en de werkplek organiseren. • De werkvolgorde consequent toepassen. • Beperkingen en tekortkomingen van zichzellf en anderen leren aanvaarden. • Verantwoordelijkheid opnemen. • Inzien dat realisaties bruikbaar, origineel, verkoopbaar en milieuvriendelijk moeten zijn.
7
4 ALGEMENE PEDAGOGISCH - DIDACTISCHE WENKEN
De specificiteit van de leerlingengroep vraagt van het lerarenteam een doordachte, flexibele en leerlinggerichte aanpak. Daarbij wordt rekening gehouden met de volgende werkwijzen. • De leefwereld van de leerlingen integreren in de leerinhouden, door samen met hen thema’s te kiezen die modieus en verantwoord zijn en waarin zij zichzelf terug vinden. Hiervan uitgaand zal men de leerlingen stimuleren in hun zelfstandig doen en handelen, hen aanzetten tot samenwerking, overleg en probleemoplossend denken. • Naargelang het thema worden de verschillende stappen geheel of gedeeltelijk doorlopen en benadert vanuit het vak technologische opvoeding: 1 probleemstelling: - zoeken naar een thema, informatie verzamelen; hieruit conclusies trekken; - kiezen,oplossingen zoeken, beslissen; 2 keuze: - plan opstellen; 3 realisatie: - materialen en gereedschappen kiezen; - methode bepalen, fabricagedocumenten lezen en begrijpen; - uitvoeren, realiseren; - evalueren en bijsturen = productevaluatie; 4 ingebruikname: - proces- en productevaluatie. 5 evaluatie:
• Alle leerlingen betrekken bij elke fase van het uitwerken van het werkstuk, d.w.z. vanaf het kiezen, het uitwerken, het zoeken naar oplossingen aangaande de opbouw, de techniek, het materiaal, de afwerking tot en met de evaluatie. • Het thematisch uitvoeren van een werkstuk om de doelstellingen te bereiken, de leerlingen te motiveren en hun zelfbeeld te versterken. Hierbij rekening houden met de moeilijkheidsgraad voor die bepaalde groep leerlingen, en streven naar een realiseerbaar en haalbaar niveau. • De leerlingen zelf naar oplossingen laten zoeken voor een probleem, hun creativiteit vorm laten geven door in verschillende materialen te ontwerpen, te schetsen, uit te werken en collages te realiseren. • Met verschillende kwaliteiten van soepele materialen werken waardoor de leerlingen ervaren dat de kwaliteit wel degelijk een verschil uitmaakt in het eindresultaat en in de prijs van het product. • Werkstukken realiseren waarbij de verhouding prijs-kwaliteit realistisch is. • De leerlingen, uitgaand van de praktijk, zelf oplossingen laten zoeken en de theorie hier zoveel mogelijk uit afleiden, zal hen systematisch aanzetten tot nadenken en probleemoplossend handelen. • Door experimenteren en zelfstandig werken de leerlingen tot zelfredzaamheid aanzetten. • Het vaklokaal waar alle activiteiten kunnen plaatsvinden getuigt van de hedendaagse visie op de studierichting “moderealisatie en -presentatie en laat de leerlingen van de sfeer hierrond proeven. • De leerinhouden op een eenvoudige en aanschouwelijke manier aanbrengen, kort en gestructureerd, aangepast aan het niveau van de leerlingen.
8
• De leerinhouden met betrekking tot de verkoop beperken zich tot de basiskennis en vaardigheden. Ook hier vormen persoonlijke ervaringen en de leefwereld van de jongere het aanknopingspunt. • Door de leerlingen creatief en communicatief te laten meewerken bouwen zij als het ware mee aan de inhoud en de verdere opbouw van de lessen. • De leerinhouden komen gespreid over het schooljaar en naargelang de vorderingen van de werkstukken aan bod. Afhankelijk van de prakijksituatie wordt hier al dan niet dieper op ingegaan. • Voor het uitvoeren van bepaalde opdrachten gedifferentieerd werken en indien nodig van uitbreidingstaken voorzien. • In de mate van het mogelijke worden didactische uitstappen georganiseert met als doel de realiteit kritisch te verkennen. • Samenwerking en overleg met andere vakken zoals Plastische Opvoeding, Nederlands ea. bevordert de teamgeest en de creativiteit. • Een eenvoudig computerprogramma gebruiken voor toepassingen die binnen de mogelijkheden van de leerlingen liggen. • Inspelen op toevallige leermomenten en negatieve resultaten ombuigen tot een positief gebeuren. • Via de praktijk de diverse aspecten en mogelijkheden van het beroep aan bod laten komen. • De basistechnieken dienen tenvolle beheerst te zijn en de werkstukken moeten niet tot in de perfectie afgewerkt te zijn. Men dient de nadruk te leggen op de verschillende werkwijzen, het probleemoplossend denken, het gebruik en onderhoud van materiaal en materieel. • De werkstukken behandelen in stijgende moeilijkheidsgraad, rekening houdend met het niveau van de leerlingengroep. • Al deze elementen dragen bij tot de ontplooiing,de creativiteit, het leren probleemoplossend denken en handelen van de leerling. Ze geven de mogelijkheden binnen de sector kleding een extra dimensie.
Om het leerproces zo optimaal mogelijk te organiseren vraagt het zowel van het lerarenteam als van de schoolorganisatie de nodige flexibiliteit. Het technisch vak vormt een geheel met het praktijkvak, het is dan ook evident dat dit door dezelfde leerkracht wordt gegeven. De realisatie van het leerplan vereist een volledige afstemming van de TV en PV en een gezamenlijke opmaak van de jaarplanning. Het is dan ook ten stelligste aan te raden om deze geïntegreerd aan te bieden en de verdelen onder de vorm van lessenblokken van 4 uur. Een jaarplan verdeelt de leerinhouden over 25 à 28 weken. Bij het gezamenlijk opmaken hiervan zal men rekening houden met: • de manier waarop de lesuren TV en PV in het lessenrooster voorkomen; • de mogelijke samenzettingen; • de infrastructuur en het beschikbaar materiaal.
9
Het is niet noodzakelijk de volgorde zoals aangegeven in hoofdstuk 7 over te nemen en in analoge lesonderwerpen om te zetten. Dit laat toe om diverse aspecten van PV en TV aan bod te laten komen en ze zo creatief mogelijk te benaderen. Het is aangewezen een aantal lesuren voor te behouden voor onvoorziene omstandigheden, uitbreiding of verdieping van de leerstof.
In het kader van vakgroepwerking kunnen naargelang de behoefte verschillende onderwerpen aan bod komen. Bij wijze van suggestie volgen enkele onderwerpen: • opmaken jaarplanning; • gebruik maken van uniforme vakterminologie; • inhoud en structuur van de leerlingencursus; • manier van evalueren, opstellen van evaluatiecriteria en kwaliteit van de vraagstelling; • prioriteiten vastleggen bij het concretiseren van de leerplannen; • didactische werkvormen; • vakoverschrijdend werken; • gebruik en inrichting van vaklokalen; • opstellen werkplaatsreglement; • organiseren opendeur; • andere activiteiten. Overleg met de collega’s van de eerste en derde graad is nodig, onderling overleg tussen de collega’s van de tweede graad noodzakelijk.
10
5 Fabricagedocumenten gebruikt in de studierichting kleding: 1 Productanalyse Bestudeert de samenstelling van een product in al zijn samenstellende elementen: - delen; - onderdelen; - toebehoren; - gebruikte machines. 2 Fabricageschema Geeft een schematische voorstelling van het fabricagegebeuren, de aard en het aantal uit te voeren activiteiten. 3 Methodebeschrijving Geeft aan hoe de werkpost kan ingericht worden en hoe de bewerking stap voor stap wordt uitgevoerd. Technische tekeningen illustreren de werkwijze. Is een nuttig document bij het geven van een instructie. 4 Werkinstructie De ontleding van de opeenvolgende deelbewerkingen, het aangeven van kritische punten, de vooropgestelde kwaliteitseisen en tolerantie. 5 Werkstroomanalyse Is een chronologische beschrijving of een zeer fijne registratie van de opeenvolgende activiteiten. Het geeft stap voor stap weer wat er eigenlijk aan het product gebeurt. Elke nieuwe bewerking voegt iets toe aan wat bestond. 6 Werkpostontleding De schets van de onderdelen nodig voor de bewerking. Checklists. 7 Afwerkingsanalyse Vastleggen van de manier van afwerken. Keuze uit of aanvulling van de aanwezige afwerkingsdossiers. 8 Kostprijsberekening van de grondstoffen Hulp om makkelijk de kostprijs van de benogdheden,... te berekenen. Het is wenselijk bij het opstellen van de evaluatiecriteria de volgorde van de fabricagedocumenten te hanteren en de criteria uit te werken, aangepast aan de doelgroep leerlingen.
11
CHECKLIST VOOR DE MACHINES 1 - naaldsoort 2 - naaldinzet 3 - kleur garen 4 - bedrading 5 - proefstikken 6 - steeklengte 7 - steekbreedte 8 - spanning 9 - toevoegapparatuur 10 - houding aan de machine 11 - hoogte van de stoel 12 - lange haren samenbinden 13 - werkpostinrichting: alleen schaar op de juiste plaats
12
CHECKLIST VOOR DE STRIJKAPPARATUUR
1 - toevoegen van water in het reservoir of de generator 2 - temperatuur instellen 3 - inschakelen 4 - stoomdruk van de generator 5 - tijdinstelling(kleefpers) 6 - houding bij het strijken
13
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN PV en TV
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
1 Practische voorbeelden kunnen opnoemen die beantwoorden en aansluiten aan de interesses en de leefwereld van de jongeren.
• Persoonlijke ontwikkeling:- kledij - leefruimte - vrijetijdsbesteding - sociale contacten - activiteiten - interesses
Vanuit de leefwereld van de jongeren en hun concrete behoeftes actief zoeken naar thema’s.
• Leefwereld: - inrichting/decoratie/interieur; - modebeeld; - cultuur; - toebehoren; accesoires, - media.
Werkstukken kiezen uit een zo ruim mogelijk aanbod, ook niet- kledingstukken.
2 Uit de voorbeelden thema’s bedenken, oplossingen zoeken, standpunten verdedigen, en in overleg thema’s kiezen.
• Vrijetijdsbesteding: - hobby’s - reizen, film, toneel, muziek...
3 Kunnen aangeven welke behoeften aan de basis liggen van kleding- en niet kledingstukken.
Verschillende werkstukken binnen één thema uitwerken en variaties hierop mogelijk laten.
Werkstukken om de leerstof van de eerste graad afhankelijk van de leerlingengroep al dan niet te herhalen, uit te breiden en in te oefenen. Inspelen op bepaalde evenementen, periodes, seizoenen,gebeurtenissen die van belang zijn in hun ontwikkeling en realiseerbaar zijn. Het is de bedoeling een totaalbeeld te creëren op basis van meerdere outfits, afgestemd op het beoogde doel.
• Sociale contacten: - vriendenkring, - sportclub, - vakantie - buurt...
Aan de hand van video, foto’s, tijdschriften media, reclame,computer, via internet, cd rom.
13
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4 In verband met de gekozen thema’s een documentatie aanleggen over modische trends met aandacht voor kleur,compositie en accesoires.
De leerlingen begeleiden en stimuleren in hun • Informatie:- raadplegen: tijdschriften, modebladen,reclame,etalage’s; zoektocht naar informatie over modische trends. - verzamelen: naar de vorm, model, kleur, soepele materialen... - ordenen: naargelang de moeilijkheidsgraad.
5 Inzien dat mode zich in veel meer vertaald dan alleen maar kledij.
• Factoren die de mode beïnvloeden: cultuur, godsdienst, leeftijd, seizoen, budget, tijdsgeest...
6 Verschillende modelijnen herkennen.
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Aan de hand van video, foto’s, tijdschriften media, reclame,computer, via internet, cd rom... Ontdekken wat mode betekent in de breedste zin van het woord.
Modelijnen in kleding, interieur en decoratie ontdekken, herkennen, bespreken. Vormen aanduiden.
7 De link leggen tussen contourlijnen, lijnstudie en collectiesamenstelling.
• Lijnvormen uitknippen op contouren.
8 Verschillende lichaamsvormen afleiden en herkennen.
• Conformatie - figuuranalyse - studie van de lichaamsvormen - analyseren en associeren van de figuren, slank- volslank, groot-klein.
Aan de hand van afbeeldingen uit tijdschriften uitwerken. Zin voor presentatie verwerven.
Aan de hand van documentatie een vergelijkende studie maken.(voor en na)
14
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
9 Inzicht hebben in de verschillende lichaamsverhoudingen.
• Proportieleer. Waarnemen en ontdekken van de verschillende lichaamsverhoudingen. Het verschil tussen standaard - en modelfiguur.
Aan de hand van documentatie een vergelijkende studie maken.
10 Inzien dat het totaalbeeld het resultaat is van het samenbrengen van verschillende componenten.
- kledij, interieur; - toebehoren, accesoires; - kleuren, accenten; - contrast, harmonie.
Aan de hand van video, foto’s, tijdschriften media, reclame,computer, via internet, cd rom...
11 Bewegingslijnen en-richtingen van het figuur - Waarnemen van verschillende analyseren. lichaamshoudingen; - Standlijnen aanduiden.
Verschillende houdingen en hun effect vergelijken.
12 Een collectie binnen eenzelfde lijn voorstellen en de keuze ervan verantwoorden.
• Eigenschappen: origineel, modieus, functioneel, verkoopbaar...
13 Technische details kunnen weergeven.
• Sluitingen, zakken, stofval, stofkeuze...
Aan de hand van vb, documentatie...
14 Eigen inspiratie en creativiteit omzetten in een ontwerp van het beoogde thema.
• Schetsen, knippen, plakken, collage, verschillende materialen, stoffen.
Alle gegevens samenbrengen in een geheel en het thema creatief en origineel weergeven.
Gebruik maken van eenvoudige schetsen of collages. Groeperen van verschillende modelijnen.
15
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
15 Het ontwerp op een originele en decoratieve - twee- of drie-dimensionele compositie; manier voorstellen. - sfeerbeeld.
16 Uit het thema één of meerder werkstukken kiezen en verantwoorden
- doel; - originaliteit; - materiaal, stof; - prijs; - uitvoerbaarheid.
17 De verschillende grondstoffen ontdekken en - soorten; - eigenschappen; de keuze ervan kunnen verantwoorden. - prijs/kwaliteit; - onderhoud; - verwerkbaarheid; 18 Elementen welke het resultaat beinvloeden - verkoop; afleiden en verantwoorden. - realiseerbaarheid.
19 Etiketten en labels lezen en verklaren.
• Analyse vezeltabel, onderscheid etiketten en labels.
20 Een goede zit- sta- en tilhouding kunnen aantonen en enkele voorbeelden van klachten kunnen opnoemen.
• Ergonomie als geïntegreerd onderdeel van het studiegebied kleding.
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN Overleg met de leraar PO. Aangepast aan het werkstuk.
Rekening houdend met: het commercieel aspect, de verhouding prijs/kwaliteit,de gebruiksvriendelijkheid en het draagcomfort.
Verschillende grondstoffen en hun eigenschappen ontdekken.
Gebruikte grondstoffen beschrijven en het onderhoud ervan kunnen afleiden. Een eenvoudig weefselonderzoek uitvoeren.
Soorten etiketten en labels vergelijken naar onderhoud en gebruik.
Aandacht voor een verantwoorde houding tijdens alle uit te voeren activiteiten.
16
17
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
21 Verantwoord en milieubewust omgaan met soepele materialen, stoffen en producten.
• Sorteren,selecteren, recycleren...
Aandacht en repspect voor het milieu door te kiezen voor verantwoorde materialen en doordacht handelen.
22 De opeenvolgende stappen om het werkstuk te realiseren verwoorden.
• Materiaal kiezen; textiel,papier, kunststof, recyclagemateriaal; de vorm opzoeken; paspop, persoon, vlak, ruimte; het patroon tekenen; snijden; werkorganisatie; afwerking. in gebruikname.
23 Inzien waarom het resultaat en de manier waarop men hiertoe komt van belang is.
• Ingebruikname: - evalueren en eventueel bijsturen; - presenteren.
• De verschillende manieren om een patroon 24 De verschillende mogelijkheden om een te bekomen toepassen op werkstukken patroon te bekomen kennen en de keuze ervan patroon kopen • verantwoorden. • patroon overnemen • patroon afnemen van een bestaand werkstuk • patroon rasteren.
Samen met de leerlingen de criteria vastleggen en bespreken aan welke minimale vereisten het werkstuk moet voldoen. Deze criteria progressief invoeren naargelang het schooljaar vordert en afgestemmen op de leerlingengroep.
Verschillende technieken om een werkstuk af te werken met elkaar vergelijken en toepassen.
Aan de hand van voorbeelden vergelijken; afhankelijk van de keuze van het werkstuk de manier om tot een patroon te komen hierop afstemmen. Correct maten leren opnemen, maten vergelijken met de matentabellen en een juiste keuze maken Verschillende manieren en werkwijzen aanleren.
18
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
• mouleren: eigenschappen doel functie van de neep lijnen en punten in de moulage afleiden; twee-en drie dimensies
functie van de neep kunnen afleidendoor het mouleren de leerlingen inzicht laten verwerven in de goede pasvorm.
Werkwijzen ontdekken om te komen tot een reeks patronen
• zelf tekenen
• experimenteel graderen
26 Werkstukken kunnen ontleden om patroondelen te herkennen.
27 Een technische tekening kunnen lezen, aanvullen en zelf tekenen.
Eenvoudige werkstukken zelf tekenen, onderdelen en details in bestaande lijnpatronen aanbrengen. Occasioneel toepassen bij eenvoudige werkstukken.
Delen leren schetsen om inzicht te krijgen in de • Vormen herkennen en benoemen, ontleden, patroonvormen. delen, omtrekken en punten.
• Analyse van verschillende tekeningen. Soorten symbolen, lijnsoorten, maataanduidingen, , doorsneden en steektypes.
De getekende basisprincipes van technisch tekenen(cfr.Technologische opvoeding) gebruiken als uitgangspunt om de technische tekening van een patroon te lezen en te tekenen.
19
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
28 Eenvoudige symbolen kennen en kunnen gebruiken in een patroon.
• Symbolen met betrekking tot: - averechts/rechts; - vouw; - draadrichtingen; - maten;
Aanduiden en toepassen in het patroon.
29 De delen benoemen en coderen.
- coderen; - referentiepunten; - herkenningstekens.
30 Door middel van het juiste gereedschap een • Potlood, gom, meetlat, tekendriehoek, patroon kunnen tekenen. passer, computer
Leren werken met een eenvoudig tekenprogramma, Cad...
31 Modeldetails kunnen wijzigen en aanpassen • Naden, sierstiksels, details, zakken, kragen, Details opzoeken in verschillende voorbeelden en wijzigen in een patroon. in het patroon. polsboorden,taillebanden, accenten... Verschillende voorbeelden bekomen door opstellen en /of moulage. • Ruimte verwerken; nepen, fronsen, plooien, toegifte, modische ruimte.
32 Snijpatronen leren opzoeken, de noodzaak van naadwaarden ontdekken en berekenen.
• Doel, soorten volgens afwerking.
Het belang inzien van het bijhouden van de gegevens betreffende naadbreedten en kantafwerkingen. Referenties manueel of met de computer bijhouden.
20
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
33 Een snijpatroon tekenen, bekomen en waarderen.
• Bijtekenen op de stof, bijtekenen aan het patroon.
Aan de hand van de voor -en nadelen leren de juiste keuze maken. Snijpatroon gebruiksklaar maken. Snijpatroon controleren.
34 De hoeveelheid materiaal opzoeken en berekenen.
• De snijschikking zoeken op werkelijke grootte; meten, uitrekenen,opzoeken.
Afhankelijk van het gekozen werkstuk. Aan de hand van een snijplan de tekeningen lezen en interpreteren. Uitgaand van de reële grootte de schikking opzoeken en vastleggen in een verkleinde schets. Economisch verantwoord te werk gaan.
36 De technische tekening van een snijplan kunnen lezen.
• Verkleind snijplan.
Aan de hand van meerdere variaties opzoekwerk verichten en de keuze verantwoorden.
37 Het verbruik en de hoeveelheid materiaal leren beoordelen en verantwoorden.
• Verschillende stofbreedten, motieven, aantal Leerlingen vergelijken onderling het individueel stuks, budget... werk en bespreken de oplossing.
35 De snijschikking kunnen schetsen.
• De invloed op het materiaalverbruik verantwoorden.
Economisch verantwoord te werk gaan.
21
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
38 De aankoop van het materiaal voorbereiden en verantwoorden.
• Hierbij rekening houden met de reële stofbreedte en de kwaliteit van het te verwerken materiaal. De verhouding prijs/kwaliteit en het aantal stuks.
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Verschillende materialen van diverse handelszaken vergelijken en verantwoorde keuzes maken.
39 Hulpgrondstoffen en toebehoren kennen en • Kleefstoffen, verstevigingen, Naargelang de toepasbaarheid de toepassen waar nodig. tussenvoering..., handleidingen raadplegen en interpreteren. garens, naalden, knopen, ritsen, sluitingen... 40 De technologische fiche van de te verwerken materialen en bijbehoren kunnen invullen.
• Verschillende materialen, hulpgrondstoffen en toebehoren.
Naargelang de verworven kennis de technologische fiche invullen.
41 Verschillende gebruikte grondstoffen herkennen en in functie van het werkstuk kunnen verantwoorden.
• Benaming, herkomst, samenstelling, eigenschappen en onderhoud in functie van het gekozen werkstuk. • Indeling van de vezeltabel.
Aan de hand van informatie en documentatie aangaande de gebruikte en geschikte materialen een tabel maken van de verwerkte grondstoffen. Deze stelselmatig opbouwen en aanvullen met de bedoeling een overzicht te hebben van de verwerkte grondstoffen.
42 Het materiaal situeren in de vezeltabel.
42 Soepele materialen kennen en in functie van - Weefsels: draadrichting, breedten, bindingen. - Breisels: garenstelsel; het werkstuk kunnen kiezen. - Non-woven; - Samengestelde weefsels.
Basisbindingen en eenvoudige afleidingen. Proefondervindelijk weefselonderzoek. Technische fiche invullen en aanwenden.
22
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
43 Etiketten lezen en opstellen.
• Samenstellingsetiket. Onderhoudsetiket.
Aan de hand van voorbeelden en informatiebronnen een etiket samenstellen.
44 Soepele materialen snijklaar kunnen maken. • Rekening houden met de draadrichting, het motief, de vleug. Controleren op fouten zoals; kleurverschillen, gaatjes, losse draden, krimpen.
Materialen vergelijken, moeilijkheden opsporen en vergelijken.
45 Aan de hand van het snijplan de patroondelen schikken op de stof.
• Hulpmiddelen: naalden, spelden, loodjes, klemmen...
Verantwoord gereedschap, aangepast aan de stofkeuze gebruiken. Aandacht voor veiligheid en ergonomie.
46 Werkstukken snijden, ergonomisch en veilig handelen.
• Materieel: schaar: manueel en electrisch, roterend mes, verticaal snijmes.
Handleidingen raadplegen,analyseren en interpreteren.
47 Een goede voorbereiding kunnen realiseren. - Merken; herkennings-en samenvoegingstekens aanbrengen. - Bundelen; werkwijze, apparatuur. - Tussenvoeringen aanbrengen.
48 Gereedschappen en apparaten kiezen in functie van afwerking van het werkstuk.
- kleefpers, naaibenodigdheden - overlock; - vlaksteekmachine huishoudmachine(borduren); strijkmaterieel;
Handvaardigheden demonstreren. Aandacht voor veiligheid en ergonomie.
Handleidingen raadplegen, analyseren en interpreteren. Aandacht voor veiligheid en ergonomie.
23
- huishoudmachine(borduren);- strijkmaterieel;
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
49 Bij elke deelactiviteit de werkplek efficiënt organiseren.
• Basisprincipes toepassen.
50 De werkplek veilig en ergonomisch verantwoord inrichten.
• Basisprincipes toepassen.
51 Machines en apparaten doelgericht en efficiënt instellen en bedienen.
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Alleen de schaar mag, op de juiste plaats, op de machine liggen. De noodzaak en het voordeel van een goede werkpostinrichting benadrukken. Aandacht voor veiligheid en ergonomie.
• Specifieke ergonomische aspecten toelichten.
Ergonomie en veiligheid toepassen in de praktijk. Permanente aandacht, controle en evaluatie.
• Aan de hand van gebruiksaanwijzingen de apparatuur leren kennen, instellen, benoemen, gebruiken en onderhouden.
Zoveel mogelijk uitgaan van de praktijk en naargelang het probleem dat zich stelt de inhouden verwerven.
52 De machineonderdelen en rand-of • De functie, de werking,het gebruik van de toevoegapparatuur herkennen, kiezen, instellen onderdelen herkennen en benoemen. en toepassen in functie van het werkstuk. • Steekvorming,steekspanning, transportmechanismen, persvoeten, geleiders...
Handleidingen van de fabrikant gebruiken. Uitgaan van de gekozen werkstukken om de verschillende vaardigheden aan te leren, in stijgende vorm van moeilijkheidsgraad. De verschillende persvoeten aanwenden. Aanwezige toevoegapparatuur gebruiken in functie van de uit te voeren werkstukken.
24
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
53 Steektypes en steekklasses herkennen en kunnen opzoeken.
• Stiksteken, overlocksteken: twee-en driedraads.
Een stekencataloog of cursus gebruiken.
54 Naargelang het te verwerken materiaal de • Steeklengte, steekbreedte, verknoping, juiste steeklengte- en breedte kunnen instellen. hechten.
55 Eenvoudige machinestoringen vaststellen, herkennen en oplossen.
• Eenvoudige storingen zoals draadbreuk, foute steekvorming, naaldbreuk, stroomtoevoer, verdacht geluid...oplossen.
56 De strijkapparatuur juist instellen.
• De eigenschappen van de apparatuur onderscheiden, benoemen en aanwenden. Het onderhoud realiseren.
57 De basistechnieken, en vaardigheden noodzakelijk voor het realiseren van de werkstukken kunnen analyseren, uitvoeren en uittesten.
Aan de hand van de gekozen werkstukken de technieken afleiden en aanwenden:
Via proefstikken de leerlingen het resultaat laten evalueren en probleemoplossend leren denken.
De leerlingen via handleidingen van fabrikanten zelfstandig oplossingen leren zoeken.
In functie van de voorschriften en rekening houdend met veiligheids - en ergonomische principes.
In stijgende vorm van moeilijkheidsgraad.
• snijden
Veiligheidsvoorschriften en ergonomische principes in acht nemen.
• merken
Het belang van een ordelijke en effciënt ingerichte werkplek benadrukken.
25
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
58 Instructiefische kunnen lezen en aanvullen.
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
• evenwijdig stikken: rechte draad, schuine draad, hechten, recht en gebogen,hoeken.
De verschillende technieken zoveel mogelijk integreren en realiseren door het uitvoeren van werkstukken.
• naden stikken: stapelnaden in alle richtingen, met en zonder toegifte. Randafwerkingen: biezen, zomen, overlocken. • nepen stikken: nepen en neepverwerkingen, verschillende soorten.
59 Modelgebonden details kunnen analyseren en realiseren.
Bij het realiseren telkens uitgaan van het vijfstappenplan. Ergonomisch en verantwoord te werk gaan.
Aansporen tot zelfevaluatie.
• ruimteverwerking: fronsen, plooien stikken en versterken, bandplooien. • splitten: in naad stikken en versterken,
Het is de bedoeling de moeilijkheidsgraad progressief op te bouwen, telkens afgestemd op de keuze van de werkstukken.
• mouwsplitten: verschillende soorten. • taillebanden: recht, op vorm. • doorstikken: koordjes -of sierstiksel. • ritsen instikken: enkele en dubbele bies.zakken uitvoeren: opgestikte zak, in naad aangeknipt of aangezet, steekzak.
26
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
• Polsboorden. • Kragen: één-en of tweedelig, rechtopstaand, hemdskraag... • Sluitingen: doorlopend, verdoken, polosluitingen... • Gebogen lijnen afwerken met belegstuk. • Zigzagsteek, als overnaaien, borduren. • Knoopsgaten. • Zomen: enkele en dubbele inleg.
61 Specifieke technieken kunnen toepassen
• Schilderen op stof, appliceren, patchwork.
Occasioneel verschillende technieken verwerven.
• Siersteken: manueel, machinaal. • Aannaaien: knopen... Aanbrengen drukknopen... 62 De juiste strijktechniek kunnen aanwenden in functie van het te verwerken materiaal.
• Voorbereidende- tussen- en eindstrijk.
Persoonlijke veiligheid en die van anderen bewaken.
• Rekening houdend met het te verwerken
27
materiaal en de samenstelling ervan.
28
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
63 Aan de hand van de werkdocumenten het werkstuk kunnen afwerken.
• Voorbereiding, montage, eindafwerking.
64 De fabricagedocumenten lezen, stap voor stap uitvoeren en opstellen.
• Bij het opstellen van de fabricagedocumenten rekening houden met: - de voorbereiding, - het sub- assembleren, - het assembleren - het finishen
De fabricagedocumenten worden aan de leerlingen ter beschikking gesteld, gelezen, eventueel aangevuld, of door hen zelf opgesteld. In deze volgorde en aldus in stijgende vorm van moeilijkheidsgraad.
65 De kwaliteit van het eigen werk leren beoordelen, evalueren en verwoorden aan de hand van vooropgestelde normen of criteria.
• Kwaliteitszorg: - realisatieproces - afgewerkt product
Nagaan of er kwaliteitseisen gesteld zijn op basis van originaliteit, functionaliteit, verkoopbaarheid, draagcomfort, onderhoud... Nagaan of de attitudes afgestemd zijn op de specifciteit van de studierichting: organisatievermogen, resultaatgerichtheid, zelfstandigheid, teamwerk, accuratesse...
Op basis van - inhoud - volgorde - attitudes
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Instructiefische en werkvolgorde gebruiken naargelang de integratie van de basistechnieken.
Kwaliteitseisen en toleranties vastleggen op een fiche. Oorzaken van fouten opsporen en bijsturen door productevaluatie.
66 De goede pasvorm van een werkstuk herkennen, het werkstuk beoordelen, aanpassingen en kunnen aanbrengen en verwoorden.
• De eigenschappen van een passend kledingstuk.
Wijzigingen aanbrengen aan het patroon, aan het kledingstuk of werkstuk. Gegevens weergeven op fiche.
• De meest voorkomende fouten.
29
30
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN 67 Een verkoopsituatie analyseren.
LEERINHOUDEN • Het koopmotief, het aanbod, de reden van aankoop. • De invloed van reclame.
68 De soorten winkelbedrijven omschrijven.
- groothandel; - kleinhandel; - warenhuis; - filiaal; - franchising.
69 De detailhandel situeren en bespreken.
• Van producent tot gebruiker.
70 Verkoopsystemen herkennen en benoemen. - zelfbediening; - persoonlijke bediening; - display shopping; - postorderbedrijf; - internet...
71 De elementen van belang bij de keuze van een vestigingsplaats kunnen verantwoorden.
• De ligging, bereikbaarheid, inplanting, de koopkracht van de directe omgeving, shoppingcentra, het huidig aanbod...
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Uitgaand van persoonlijke ervaringen van de leerlingen als klant. Vertrekkend uit concrete observatieopdrachten. Eventueel door middel van video communicatieve vaardigheden observeren en evalueren. De invloed van reclame, folders, media. Via documentatie, opdrachten klassikaal of in groep concrete voorbeelden illustreren.
Van een concreet artikel vertrekken om het proces af te leiden.
De leerlingen geven zelf voorbeelden aan en analyseren deze vanuit persoonlijke ervaringen. Media, computer, cd-rom, video integreren.
Aan de hand van voorbeelden en reële situaties het hoe en waarom achterhalen.
31
32
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
72 Een juiste beroepshouding kunnen omschrijven.
• Attitudes zoals zelfvertrouwen, zelfbeheersing, geduld, zin voor verantwoordelijkheid, beleefdheid en tact, gereserveerdheid en bescheidenheid... Houding en gedrag tov klant, zaakvoerder, personeel, collega’s.
73 Het belang van een verzorgd voorkomen en het voeren van een goed gesprek verantwoorden.
• Persoonlijke uitstraling en verzorging.
74 De klant begeleiden en adviseren tijdens het verkoopproces.
• Betreffende kwaliteit, prijs, retouche, belijning, presentatie en decoratie, silhouet, pasvorm en onderhoud.
75 Het werkstuk presenteren en in gebruik nemen.
• Het werkstuk zo realistisch mogelijk: voorstellen, gebruiken, dragen en /of presenteren.
• Verbale en non - verbale communicatieregels.
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
Vanuit persoonlijke ervaringen verschillende beroepshoudingen afleiden.
Eventueel in overleg met de leraren schoonheidsverzorging. Uitgaand van persoonlijke ervaringen, tv, film, video, om uit te zoeken welke elementen hier meespelen. In overleg met de leraar nederlands expressie en communicatieoefeningen inlassen.
Koppelen aan de kwaliteitseisen van een werkstuk, pasvorm... Voor afrekenen en kassawerk uitgaan van eenvoudig computergebruik. Gebruik maken van ICT, video...
In functie van de beoogde doelstelling het werkstuk voorstellen, gebruiken, presenteren.
33
6 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
76 Het werkstuk etaleren en presenteren.
• Hierbij rekening houden met de verschillende elementen die aan bod komen in de verkoop; van etaleren, presenteren, verkopen, plooien, verpakken tot ...
Gebruik maken van alle mogelijkheden die deze sector te bieden heeft.
78 Presentatietechnieken en kleurencombinaties in harmonie kunnen realiseren.
Uitgaand van het gekozen thema etalagetechnieken verwerken.
79 Eigen werkstukken aankondigen, presenteren.
Reclame, advertentie, mailing..
Vakoverschrijdend werken vanuit alle mogelijke betrokken vakken; nederlands, informatica, plastische opvoeding...
Uitgaan van practische voorbeelden.
De uitgewerkte realisaties fictief uitwerken; eigen zaak, als winkelbediende , retoucheuse...
34
7 EVALUATIE Evaluatie is een manier om het didactisch proces systematisch te beoordelen door: • de wijze waarop de leerling het leerproces heeft doorlopen • de efficiëntie van de componenten die hiertoe bijdragen namelijk; kennis, vaardigheden en attitudes. De waarde die men aan de evaluatie toekend en de beslissingen die hieruit volgen zijn gebaseerd op: • het meten; • het beoordelen; • het beslissen. Het rapporteren gebeurd op basis van deze informatie en is beslissend voor de verdere studievoortgang van de leerling. Deze beslissing heeft vooral te maken met de remediëring tijdens het leerproces waarbij het de bedoeling is zowel het proces als het resultaat te optimaliseren.
7.2 Product en procesevaluatie Verwijzend naar de evaluatie binnen het technologisch proces kan men spreken van zowel product als procesevaluatie.
Met productevaluatie bedoeld men de toets, het examen, de realisatie van het werkstuk of de gepresteerde dienst. Dit is meetbaar, beoordeelbaar en uiteindelijk beslissend voor het resultaat van de leerling en staat los van de beginsituatie, inzet, houding... . Er vanuitgaand dat slagen in verdere studies of het beroepsleven niet alleen voortvloeit uit de eindbeoordeling, maar ook vanuit het leerlinggericht denken, is het noodzakelijk meer aandacht te besteden aan procesevaluatie. Hierbij is het de bedoeling niet alleen het product van het leren te meten en te beoordelen, maar ook de volledige weg die de leerling heeft afgelegd. Op deze manier is het mogelijk tijdens de realisatie rekening te houden met elementen zoals: beginsituatie, geleverde inspanningen, vorderingen, zelfstandigheid... .
Procesevaluatie kan slechts wanneer het proces volledig, nauwlettend en permanent geevalueerd wordt, zonder het evalueren van een groter geheel uit te sluiten. Een permanente evaluatie laat toe tijdig in te grijpen en bij te sturen waar nodig. Bereid zijn niet alleen de leerling maar ook zichzelf op het vlak van didactisch handelen in vraag te stellen en eventueel aan te passen waar nodig, kan alleen de efficiëntie van het didactisch proces ten goede komen. In beide gevallen worden de leerlingen op de hoogte gesteld van de manierwaarop zij worden geevalueerd en de basis waarop deze is gesteund. De leerlingen op regelmatige tijdstippen de mogelijkheid bieden om aan zelfevaluatie te doen verscherpt de aandacht en stimuleert het kritisch denken.
33
7.2 Evalueren van attitudes Vanuit de vakgroepwerking, vakoverschrijdend en in samenspraak met het lerarenteam is het aan te raden op geregelde tijdstippen attitudes voorop te stellen waaraan binnen alle vakken tijdens een bepaalde periode wordt gewerkt. In onderling overleg wordt vorm gegeven aan de vakattitudes zoals in het leerplan vermeld, deze worden op een leerlingerichte manier en in verschillende niveaus uitgeschreven. Het is vanzelfsprekend dat niet alle attitudes tegelijk aan bod kunnen komen, men zal afhankelijk van het lesonderwerp en rekening houdend met het tijdstip waarop dit aan bod komt, de invulling ervan inlassen en of aanpassen. Voor de leerlingen moet het duidelijk zijn wanneer en over welke attitudes zij worden geëvalueerd.
34
8 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN PV EN TV KLEDING De leraar dient te kunnen beschikken over een ruim lokaal dat kan ingedeeld worden in een zone voor praktijk, een zone voor de theorie en presentatie. Beide zones worden uitgerust met de meest elementaire nutsvoorzieningen.
Volgende uitrusting dient in de school aanwezig te zijn:
- tv toestel - video - projectiescherm - overheadprojector - p.c + printer voorzien van een aangepast eenvoudig teken- en tekstverwerkingsprogramma
1 Praktijkgedeelte Praktijk - theorie en presentatiegedeelte - Patroontafels/snijtafels - grote spiegel; - paspoppen; - vlakstiksteekmachine met toebehoren - naaimachine met borduurmogelijkheden - overlock - strijktafel - strijkplank, mouwplank, strijkvormen - stoomstrijkijzer - thermokleefpers - klein werkmateriaal zoals; tekenmateriaal, etaleermateriaal, tekengerief, latten, tekendriehoek, passer... - - etaleermateriaal.. - naaibenodigdheden; - toebehoren zoals : - kerftang - kleermakerskrijt en krijtscherper - klemmen, gewichten - weversloupe - rokafronder Het aantal beschikbare voorzieningen is afhankelijk van het aantal leerlingen. - prikborden; - bord; - documentatiemateriaal: - boeken en tijdschriften; - modebladen; - reclamebladen; - video’s in verband met mode, textielverwerking, interieur, decoratie, verkoopsituaties; - stalen.
35
- klein werkmateriaal zoals; tekenmateriaal, etaleermateriaal; - prikborden; - bord; - documentatiemateriaal: - boeken en tijdschriften; - modebladen; - reclamebladen; - video’s in verband met mode, textielverwerking, interieur, decoratie, verkoopsituaties; - stalen.
36
9 BIBLIOGRAFIE Appliqueren, Algemene Technieken Katoeninstituut,Trends. Bergen H.,e.a.Leren Etaleren, ISBN 9028907912, De Nederlandse Boekhandel, Kapellen, 1998. Bergen H.,etaleren, Stap voor Stap, Praktijkboek,ISBN 90-5035-393-2.De Nederlandse Boekhandel, Kapellen. Bergen H.,e.a.Stapsgewijs-Etalagegewijs, Basisboek ISBN 90-5035-4262, uitgeverij de gulden engel, Antwerpen,1996. Bin. selectie van Belgische normen;T.T. IPB Antwerpen. Boeken en artikels in verband met etaleren. Cassiman P.,De Decker A.,e.a.Technisch Tekenen, Marialand 31, 9000 Gent. Coran, T., Textiel in het interieur Soft Furnishing, IPB Antwerpen. Detex, stoffenvademecum,vier delen,Wolters,Noordhoff,Groningen. Drake N., Hedendaagse mode-illustraties, IPB Antwerpen. Petra II mode en milieu, Dienst Europese projecten ,Koningsstraat 93 1000 Brussel. Etitex, Textiel ABC,Plantijn Deurne. Exploratie I, de wereld van de textielvezels Plantijn, Deurne. Febeltex,Belgische Federatie van de Textielnijverheid, Textielbenamingen,Montoyerstraat 24,1000 Brussel. Handleidingen van machines en apparaten. Inspiratiehandboek voor een veilige, gezonde,toegankelijke en aantrekkelijke school VLOR , Brussel 1995. Ireland P. Modetekenen, IPB Antwerpen. Ireland P. Modetekenen, IPB Antwerpen; Kenneth F.,Geheimen Van De Couturiers, Cantecleer, De Bilt. Loeff & Ubbinck,Ontwerpen en presenteren, Cantecleer, De Bilt. Pluis het eens uit, Plantijn, Deurne. Van Gijsel,De illusie van de Modetekening,Cantecleer,De Bilt. Vakblad,Confectie. Vakblad,Confection 2000. Vakblad,Confectie-knipselkrant,IVOC. Vakblad,Modis, Navetex. Van der Meij.,Mens en mode getekend, IPB Antwerpen AUDIO-VISUELE MIDDELEN De modemakers, IVOC Cd-rom KT/C2001/ een leermiddel over de strategische veranderingen in de textiel-en kledingindustrie, IVOC
NUTTIGE ADRESSEN Algemeen Algemeen Belgisch Vlasverbond, Oude Vestigingsstraat 15, 8500 Kortrijk, tel.056/ 22 02 61 Cobot, didactische illustratie en audio-visuele middelen, Poortakkerstraat 92, 9000 Gent tel. 09/222 26 14. Dienst Europese Projecten, Koningsstraat 93, 1000 Brussel.tel.02/227 14 11 De Brug, Phoenixstraat1, 9000 Gent, tel.09/226 38 69 Etitex, Europees huis van Textiel en Kleding, Montoyerstraat 24,1000 Brussel, tel.02/238 10 11 Febeltex, Ottergemsesteenweg 439,9000 Gent, tel.09/241 50 59 IPB, Jezusstraat16, 2000 Antwerpen, tel. 03/232 88 55 IVOC, Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie, Montoyerstraat 31, 1000 Brussel tel.02/5115350 Kostuum en Kantmuseum, Violettestraat 1000 Brussel, tel.02/512 77 09
37
Navetex, detailhandel-kleermakers, Spastraat 8, 1000 Brussel, tel.02/238 06 51 Nederlands Textielmuseum, Gorkestraat 98NL-5046 GN,Tilburg, tel.0031 13/53677475 Provinciaal Instituut voor Milieu- educatie, Mechelsesteenweg 365, 2500 Lier. Provinciaal Textiel & kostuummuseum, Vrieselhof, Schildesteenweg 79, 2520 Ranst, tel. 03/383 46 80 Provinciaal Veiligheidsinstituut,Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen. Textielfederatie, Grote Markt 32 9200, Sint-Niklaas. Wools of New Zealand, R. Vandendriesschelaan 18, 1150 Brussel. Veiligheid ARAB( algemeen reglement voor arbeidsbescherming), de Codex voor het welzijn op het werk, Ministerie voor tewerkstelling en arbeid, Belliardstraat 53, 1040 Brussel. ARAB( algemeen reglement voor arbeidsbescherming), electrische installaties, Uitgeverij UGA N.V. afdeling publicaties, Stijn Streuvelslaan73, 8501 Kortrijk-Heule. Arbeidsveiligheid in pocket CED.,Samsom/Kluwer editoriaal i.s.m.NVVA, Louizalaan 485, 1050 Brussel tel.02/723 11 11 EHBO,Handboek voor helpers van België, Het Belgische Rode Kruis, Vlaamse Gemeenschap, Dienst Leergangen Vleurgatsesteenweg 98 1050 Brussel tel.02/645 44 80 Nationale Vereniging ter voorkoming van arbeidsongevallen(NVVA) Gachardstraat 88, bus 44, 1040 Brussel. Publicaties van het Provinciaal Veiligheidsinstituut te Antwerpen(PVI)Jezusstraat 28-30 2000 Antwerpen.
38