VERSLAG NETWERKCOMITÉ SaRA 16 MEI '13
Aanwezigen: Vicky Matthysen (voorzitter netwerkcomité), Jan Mampuys (voorzitter netwerkcomité), Ann Van De Vloet (Uilenspiegel), Geert Kestens (Uilenspiegel), Nicole Van Houtven (voorzitter netwerkplatform functie 2b), Jo Verstraeten (voorzitter netwerkplatform functie 3), Marc Leysen (PZ Sint-Amedeus – netwerkstuurgroeplid PZ), Dirk Goeminne (voorzitter netwerkplatform functie 3), Koen De Vylder (CAW ROSA +), Marleen Van Staey (Similes), Leentje Cools (SEL Amberes), Menno Fransen (TSEDEK – netwerkstuurgoeplid RIZIV-conventies), Mario De Prijcker (CGG VAGGA – netwerkstuurgroeplid CGG), Joris Housen (Netwerkcoördinatie SaRA), Karolien Weemaes (Netwerkcoördinatie SaRA verslag) Gast: Lieve Fransen (GTB Antwerpen) Verontschuldigd: Francis De Groot (voorzitter netwerkplatform functie 4), Nicky Van Hecke (voorzitter netwerkplatform functie 5), Hugo Pietermans (ZNA PZ Stuivenberg), Marleen Geentjens (voorzitter netwerkplatform functie 5), Jan Van Hecke (voorzitter netwerkplatform functie 2a)
1. Opvolging verslag (25/04) Dit verslag wordt goedgekeurd.
2. Ter info TERUGKOPPELING OVERLEG VERSLAVINGSZORG Participatie aan werk- en overlegstructuur SaRA Binnen het werkingsgebied zijn 4 gespecialiseerde voorzieningen verslavingszorg: CGG VAGGA, DC/SW De Sleutel, MSOC-Free Clinic en ADIC. Alle vier hebben ze de engagementsverklaring van SaRA ondertekend. Op 13 mei was er een overleg om te bekijken hoe de verslavingszorg kan aansluiten bij SaRA: - Wat betreft de netwerkstuurgroep en het netwerkcomité van SaRA is het voorstel gelijkaardig aan hoe CAW ROSA+ participeert: Wim Vanspringel (CGG VAGGA), Rudi De Mol (DC De Sleutel), Tino Ruyters (MSOC-Free Clinic) en Corrie Rijsbosch (ADIC) ontvangen allen de uitnodigingen (en verslagen e.d., … ) maar slechts één iemand komt effectief (dit wordt onderling afgesproken en zal wisselend zijn). - Wim Vanspringel vertegenwoordigt de partners van de verslavingszorg in netwerkplatform functie 1. Wim is tevens voorzitter van dit netwerkplatform. - Luc Van Der Straeten (SODA) participeert vanuit de verslavingszorg aan netwerkplatforms functie 2a en 2b. Daarnaast is Rudy De Mol betrokken bij netwerkplatform 2b en Free Clinic bij netwerkplatform 2a.
-
Claus Stoll (SW De Sleutel) participeert vanuit de verslavingszorg aan de themagroep arbeid van netwerkplatform functie 3. Corrie Rijsbosch (ADIC) of één van haar medewerkers participeert vanuit de verslavingszorg aan netwerkplatform functie 4. Ook voor de themagroep ‘getrapte zorg’ zou het zinvol zijn om de verslavingszorg mee in rekening te brengen.
Overeenkomsten Als er overeenkomsten worden afgesloten en de verslavingszorg is betrokken partij, kan dit duidelijk worden gemaakt door een ‘slash’ b.v. samenwerkingsmodel GGZ/verslavingszorg en VDAB/GTB. Hier komt wel wat reactie op. Is het nodig om de verslavingszorg apart te benoemen, de verslavingszorg is toch onderdeel van de geestelijke gezondheidszorg? De meningen hierover zijn verdeeld. De verslavingszorg is er ook zelf nog niet uit. Het is niet de bedoeling om deze discussie hier te voeren, zeker niet zonder dat de gespecialiseerde voorzieningen daar zelf bij aanwezig zijn. Als deze discussie gevoerd wordt, wil Koen De Vylder de parallel maken naar de CAW. Is daar dan ook geen ‘slash’ nodig? Afstemming en samenwerking tussen verslavingszorg en Mobiele Teams Antwerpen Op 18 april was er een overleg tussen de verslavingszorg (inclusief SODA) en de Mobiele Teams Antwerpen De Link en De Vliering. - Tijdens dit overleg werd vertrokken vanuit de concepten ‘continuïteit van zorg’ en ‘ketenzorg’: alle betrokken voorzieningen zagen afstemming en samenwerking o.b.v. daarvan wel zitten. Hoe tussen de Mobiele Teams Antwerpen en de voorzieningen verslavingszorg concreet kan worden samengewerkt, wordt casuïstisch bekeken. - I.k.v. ketenzorg is er vanuit het zorgprogramma van ADIC mogelijkheid tot bed-op-recept voor in MTA geïncludeerde cliënten - Deskundigheidsuitwisseling en -bevordering, kennismaking van elkaars aanbod en werking wordt verder gefaciliteerd door de organisatie van meeloopstages/ uitwisselingsbezoeken/ kennismakingsmomenten tussen de verschillende teams (MTA’s en teams binnen verslavingszorg). Afstemming verschil in cultuur wat betreft ‘behandeling’ en ‘zorg’ Tijdens overleg met de verslavingszorg kwam aan bod dat het zinvol zou zijn om op termijn het debat te voeren over verschil in cultuur ‘behandeling & zorg’: b.v. substitutiebehandeling met methadon en gebruik van benzo’s hoe kijken we daar naar vanuit de verslavingszorg en vanuit de GGZ? REACTIES GROOT PARTNEROVERLEG: KICK-OFF MOBIELE TEAMS ANTWERPEN Er was massale belangstelling voor het Groot Partneroverleg: Kick-off Mobiele Teams Antwerpen getuige het groot aantal inschrijvingen. Dit is een uiting dat SaRA betekenisvol is en dat er de wil is om samen te werken. Vanuit de SEL is men verheugd dat een en ander concreter wordt, zo zijn er b.v. de eerste positieve reacties op de advies- en wegwijzerfunctie binnen SaRA. De SEL kijkt reikhalzend uit naar de komst van het Mobiel Crisisteam (2a-team).
TERUGKOPPELING BEZOEK NETWERKCOÖRDINATOREN ART. 107 AAN KABINET VANDEURZEN Op 16 mei werden de directies van de CGG en de netwerkcoördinatoren art. 107 uitgenodigd op het kabinet Vandeurzen voor een overleg omtrent de positie van de CGG in de 107-netwerken. De standpunten van de Federatie (FDGG) en Zorgnet Vlaanderen werden toegelicht. Deze worden in bijlage bij het verslag gevoegd. Conclusie van het overleg is dat minister Vandeurzen zou bekijken wat hij inzake volgend onderwerpen verder zou kunnen opnemen: - ICT-ondersteuning EPD van de CGG (aangezien 4 netwerken dit patiëntendossier gebruiken). Mogelijks kan de Vlaamse overheid dit financieel mee ondersteunen. - Mogelijke flexibilisering omzendbrief die CGG stimuleert zoveel mogelijk te participeren aan de netwerkwerkontwikkeling i.k.v. artikel 107 maar dat wel een gelijkblijvend aantal ‘face-to-face’contacten en caseload verwacht wordt. - Met overheveling van zorgactoren (BW, PVT, Verslavingszorg) naar de Vlaamse overheid is het zinvol programmatie in Vlaamse regio’s onder de loep te nemen. Er werd duidelijk gesteld dat de zorgregio’s zich lenen als afstemmingsniveau voor vermaatschappelijking van zorg. Er zal m.a.w. vooral vanuit zorgregiodecreet gedacht en gekeken worden. SaRA heeft er bewust voor gekozen om dit decreet te volgen, andere netwerken hebben dit niet gedaan en komen hiermee in de toekomst mogelijks in de problemen. B.v. het Steunpunt dat d.m.v. behoeftenonderzoek voor de doelgroep een en ander in kaart brengt. Dit kan belangrijk zijn voor programmatie + grootstedelijke context wordt op die manier in rekening gebracht. OVERLEGSTRUCTUUR ZORGTRAJECT INTERNERING VOOR HOF VAN BEROEP ANTWERPEN In bijlage bij het verslag wordt de overlegstructuur van het zorgtraject Internering gevoegd. Deze overlegstructuur bestaat uit: - Antwerpen - Provinciale Werkgroep Forensische Psychiatrie en Daderhulp (OGGPA) - Limburg - Provinciale Werkgroep Forensische Psychiatrie en Daderhulp (SPIL) - Hof van Beroep Antwerpen – Stuurgroep Zorg aan Geïnterneerden, met forensische zorgactoren uit de provincies Antwerpen en Limburg - Hof van Beroep Antwerpen – Netwerkcomité Internering, met forensische zorgactoren en justitiële actoren uit de provincies Antwerpen en Limburg MELDINGEN UIT DE NETWERKPLATFORMS - Functie 1 Tijdens het overleg met minister Vandeurzen werd gesteld dat actoren binnen functie 1 niet zo veel aandacht krijgen, maar dat deze functie zeer belangrijk is voor de zorgvernieuwing en de netwerkontwikkeling. Het voorstel voor de oprichting van een themagroep Getrapte Zorg werd gecommuniceerd binnen het platform. Men is hierover enthousiast, hoewel men het minder zinvol vindt om dit rond één specifieke doelgroep te doen.
Er werd afgesproken om de oefening van een getrapt zorgmodel ook binnen netwerkplatform functie 1 op zich te doen over alle GGZ-doelgroepen heen. Dit, gezien de veelheid aan actoren die daar reeds rond de tafel zitten (SEL (incl. huisarts), CAW, CGG). - Functie 2a Meer info hierover in juli ’13. - Functie 2b Op 16 mei zijn er ongeveer 16 aanmeldingen bij de Mobiele Teams Antwerpen. Op 23 mei is er een overleg tussen de Mobiele Teams Antwerpen en de PZT’s De Sprong en ADAPT i.k.v. afstemming en samenwerking. Op 6 juni komt Patrick Vanderjeugt (FOD Volksgezondheid) het FOD vormingsaanbod voor de mobiele teams (momenteel enkel voor 2b) voorstellen. - Functie 3 Themagroep vrije tijd en ontmoeting is opgestart. Samenstelling en verslagen terug te vinden via http://sara.oggpa.be Er is een buurtwerker/vrijetijdstrajectbegeleider aangeworven bij Vzw De Vliering voor samenwerking Posthof/De Vlieiring. Deze persoon is zich aan het inwerken. ’t Pleintje en Vzw De Link voeren i.k.v. de aanwerving de laatste gesprekken met de resterende kandidaten. - Functie 4 Tijdens de laatste bijeenkomst van functie 4 werd vooral gefocust op het in kaart brengen van het residentieel aanbod GGZ voor het elektronisch zorgaanbod. Eerstvolgende bijeenkomst vindt plaats op 28 juni. - Functie 5 Conceptueel denkwerk omtrent differentiëring woonvormen en gemeenschappelijke aanmeldingspunten voor subregio’s is lopende. Eerstvolgende bijeenkomst op 29 mei.
3. Ter bespreking WERKTEKST SAMENWERKINGSMODEL GTB/VDAB EN SaRA, MET LIEVE FRANSEN (GTB) GTB staat voor gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding voor mensen met een arbeidshandicap. GTB is een Vlaamse vzw, ingebed in maar onafhankelijk van de VDAB. Om beroep te kunnen doen op de GTB is een erkenning arbeidsbeperking nodig. - Een hoog percentage van mensen met een arbeidsbeperking, wordt door de VDAB zelf begeleid. - Indien de problematiek dermate complex is dat meer gespecialiseerde begeleiding nodig is, wordt door de VDAB beroep gedaan op de GTB. - Indien ook dit niet volstaat en nog intensievere begeleiding nodig is, wordt beroep gedaan op een GOB (gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst) b.v. De Ploeg. De ultieme doelstelling van GTB is personen met een arbeidshandicap toe te leiden naar het NEC (Normaal Economisch Circuit) of als dit niet haalbaar is naar de sociale economie (b.v. de beschutte werkplaats).
In heel Vlaanderen krijgt VDAB/GTB vragen naar samenwerking vanuit actoren uit de gezondheidssector. Met dit samenwerkingsmodel werd een methodiek uitgewerkt die een professionele re-integratie van klant/cliënten in revalidatie verhoogt en die inzetbaar is over heel Vlaanderen. De methodiek zoals hieronder uitgewerkt is, is gebaseerd op de expertise die de VDAB/GTB opgebouwd hebben in het ESF project ‘Hart voor Werk’ en in het ESF project ‘Bruggen bouwen’. Het samenwerkingsmodel wordt ook gebruikt binnen GGZ Netwerk Kempen. In overleg met betrokken netwerkpartners SaRA vanuit themagroep Arbeid (functie 3) en de MTA’s (functie 2b) werd het model vertaald naar een mogelijke samenwerking tussen SaRA (zowel GGZ als verslavingszorg en over de verschillende lijnen heen, dus zowel GGZ binnen CAW als CGG als PZ,…) en VDAB/GTB. Buiten het algemeen samenwerkingsmodel, bevat de nota ook een draaiboek die aangepast kan worden per doelgroep/dienst uit de gezondheidssector. De doelgroep kan immers heel erg verschillen en kan een aangepaste versie van toeleiding vereisen. Er zijn worden geen exclusiecriteria gehanteerd door GTB, er moet echter wel een arbeidshandicap zijn (supra). Daarnaast moeten er mogelijkheden zijn om een arbeidsmatige activiteit te doen (dit laatste wordt afgetoetst door ‘te proberen’). Er wordt een vraag gesteld m.b.t. wachttijden: het eerste gesprek tussen een klant/cliënt en de VDAB of GTB kan binnen de 14 dagen. Daarna wordt vrijwel meteen gestart van op afstand door de eigen verantwoordelijkheid van klanten/cliënten aan te spreken o.m. door opdrachten die worden meegegeven en kunnen opgevolgd worden via telefoon, e-mail, skype, … . De initiële vraag naar samenwerking is gestart vanuit de Mobiele Teams Antwerpen. De piste om met een quotum te werken (b.v. 5% van de caseload van GTB wordt toegeleid door GGZ) werd niet haalbaar geacht. Er werd voor gekozen een methodiek uit te werken die ervoor zorgt dat er een vlotte samenwerking kan zijn en dat er een correcte triage gebeurd naar de VDAB en de GTB, zodat de intensieve trajecten worden voorbehouden voor diegenen die het echt nodig hebben. De vraag die vandaag voorligt is dat alle netwerkpartners van SaRA dit draaiboek gaan hanteren en dat dit m.a.w. binnen de eigen dienst wordt voorgesteld. Idealiter worden namen van ‘brugpersonen (tussen zorgteam/netwerkpartner SaRA en trajectbegeleider GTB)’ doorgegeven: expertise om met psychiatrische patiënten om te gaan ontbreekt immers bij GTB. De diagnose is hierbij niet van belang, het gaat over hoe een persoon functioneert en zijn arbeidsmatige competenties. Als diensten bereid zijn om het samenwerkingsmodel te implementeren, is de VDAB/GTB bereid de om een rondgang te doen en meer toelichting bij het model te geven en kennis te maken. Tijdens de vergadering wordt het draaiboek voor trajectbegeleiding i.s.m een netwerkpartner van SaRA (zie bijlage - vanaf p. 12) stapsgewijs overlopen. Bij sommige punten wordt wat langer stilgestaan, gediscussieerd of worden bedenkingen geformuleerd. In wat volgt, een weergave van de bespreking: Belangrijk dat bij de voorbereiding op verwijzing naar GTB/VDAB wordt nagedacht over de eerste stap richting re-integratie: hiervoor is het aanbevolen dat werk een vast agendapunt is op de interdisciplinaire teamvergadering (netwerkpartner SaRA) en dat de begeleider met zijn cliënt een
gesprek aangaat over werk. Relevante informatie ter zake wordt weggeschreven in een gemeenschappelijk document: het competentieprofiel (zie bijlage – vanaf p. 25). Voor vragen i.v.m. psychisch functioneren en psychische verwerking in kader van trajectbepaling wordt geen onderzoek gevraagd bij de Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst (GA, onderdeel van Vzw Kinsbergen), maar richt men zich tot de partner zorg. Uit ervaring blijken de zorgpartners reeds over relevante informatie ter zake te beschikken bovendien zijn er lange wachtlijsten bij de GA. Vandaar dat het aanbevolen is enkel beroep te doen op de GA indien bij de zorgpartners onvoldoende informatie beschikbaar is om zicht te krijgen op het functioneren van een persoon. Discussie: o Er wordt opgemerkt dat je al langdurig met cliënten op weg moet gaan om op al die vragen te kunnen antwoorden en die informatie ter beschikking te kunnen stellen van de VDAB/GTB. Er worden heel wat taken en verantwoordelijkheden i.k.v. voorbereiding van de revalidatie richting behandelaars geschoven: zij hebben hiervoor echter niet altijd de nodige tijd. Bovendien vraagt het ervaring en specifieke competenties om de arbeidsmatige vaardigheden van cliënten goed te kunnen inschatten. Hoewel niet getwijfeld wordt aan de zinvolheid van het samenwerkingsmodel, kan dit wegens te arbeidsintensief niet veralgemeend worden b.v. naar opnamediensten. De GGZ krijgt geen extra middelen om deze extra taken op te nemen. Om de moeilijkere cliënten tot deze stappen te brengen, heb je veel gesprekken nodig o Volgens anderen is de rol van een team van een setting, de rol van de behandeling om te onderzoeken welke trajecten een patiënt kan lopen. Dit samenwerkingsmodel biedt zeker een meerwaarde en is een stap vooruit in performante samenwerking, al dan niet contextafhankelijk. Het biedt een houvast in wie wat binnen een traject kan doen. o Er is expertise omtrent aanpak ter zake aanwezig in verschillende psychiatrische centra, misschien is het zinvol deze te delen binnen SaRA? Om aan te melden bij de GTB/VDAB neemt de zorgbegeleider telefonisch contact op met de vaste contactpersoon van de VDAB (van zodra de persoon gekend is, worden zijn/haar coördinaten mee opgenomen in het draaiboek). Op basis van de aangeleverde info (netwerkpartner SaRA contactpersoon VDAB) moet deze contactpersoon VDAB een inschatting kunnen maken of de trajectbegeleiding dient te worden opgenomen door de VDAB of door de GTB. Dit is m.a.w. een cruciaal moment waarbij de communicatie goed dient te verlopen aangezien hier reeds de beslissing valt : toeleiding traject door VDAB of door GTB. De vraag stelt zich in welke mate de trajectbegeleiders zelf mee zijn in dit verhaal: voorliggend samenwerkingsmodel wordt breed gecommuniceerd, bovendien zal het veel herhaald worden o.a. door specifieke training ter zake. Besluitend – Afspraken : - De vraag is dat binnen elke voorziening bekeken wordt hoe dit samenwerkingsmodel kan geïmplementeerd worden. Binnen Netwerkstuurgroep SaRA wordt dit verder bekeken. - Daarna volgt een Groot Partneroverleg SaRA voor alle betrokkenen waar het samenwerkingsmodel zal worden voorgesteld (infomoment). - Samenwerking op basis van dat model kan in principe op vrij korte termijn starten (nl. van zodra de contactpersoon van de VDAB gekend is).
- Wie de contactpersoon van de VDAB wordt, wordt doorgegeven aan Joris & Karolien. Coördinaten van deze persoon worden vervolgens mee opgenomen in het draaiboek. - Als het een tijdje operationeel is, volgt een evaluatiemoment. Aanpassingen samenwerkingsmodel : - Naam wordt ‘Samenwerkingsmodel SaRA en VDAB/GTB’; - Partner zorg wordt overal vervangen door ‘netwerkpartner SaRA’; - Coördinaten contactpersoon VDAB worden nog toegevoegd; - Coördinaten van de wegwijzer en de Mobiele Teams Antwerpen worden ook toegevoegd; - Joris & Karolien bekijken of het schema op p. 21 kan worden vertaald naar de SaRA-context (is immers gebaseerd op context GGZ netwerk Kempen).
4. Varia Benefietconcert 't Karwei met Notrombone op 8 juni vanaf 20u in zaal Vooruit te Boechout. Tickets zijn te verkrijgen bij 't Karwei (€8 VVK, €10 Kassa, €5 Steunkaart)
[email protected] 03/455.38.78 Iedereen welkom!
5. Volgende vergadering De eerstvolgende vergadering vindt plaats op donderdag 27 juni van 19u tot 21u in een vergaderzaal van CGG Andante (Herculusstraat 17 te Berchem).