NEDERLAND - BELGIE
Inhoud P.1 Herstelactie heffingsrenten grensarbeiders nog deze maand afgerond Infoavond 4 april inmiddels ook volgeboekt P.2 Aangepaste Nederlandse pensioenwet laat AOWgerechtigden in België in de kou Belgische tolheffing België strijdig met EU-regels? Tolheffing België voordelig voor Nederlandse haven P.3 + P.4 Joop van Beek, het interview P.5 Internationaal pensioenspecialist is gastspreker op aankomende infoavonden P.6 Joop van Beek presenteert twee nieuwe e-boeken P.7 Premieheffing over pensioenen van pensionado’s Nederlandse BelastingTelefoon geeft grotendeels foute antwoorden Kwaliteit BelastingTelefoon blijft onder de maat P.8 Heffingsrente en invorderingsrente tweede kwartaal 2011 bedraagt 2,50% Nederlands belastingstelsel nadelig voor single Nieuw feit niet nodig voor laattijdige navorderingsaanslag Begrip inhoudingsplichtige ... P.9 Proratering arbeidsongeschiktheidsuitkering ... Uitbreiding van Verordening 883/04 EU ... P.10 In Spanje wonende vrouw met WAO en daarna AOW verplicht verzekerd voor de AWBZ Nederlandse Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over verzekeringsplicht ... P.11 Wetsvoorstel sociale verzekeringen continentaal plat ‘Uitbreiding vaderschapsverlof komt er hoe dan ook’ Inwoner van Nederland is geen Nederlandse motorrijtuigenbelasting verschuldigd ... P.12 Ook in Duitsland beperkt belastingplichtige ... Verzoek tot nietigverklaring Avenant ... Overzicht Nederlandse ondernemersaftrek in 2011 P.13 Belgische ‘vennootschapsbijdrage’ is een echte ‘belasting’ P.14 Nederlandse staatssecretaris van Financiën dringt bij Eurocommissaris aan op snellere Europese btwteruggaaf Belgische fiscus publiceert revalorisatiecoëfficiënt... P.15 Vlaanderen lokt steeds meer Nederlandse studenten Nederlandse Consumentenbond in actie tegen hypotheekrente P.16
Agenda en uittips
EDITIE 2011 / 04
Herstelactie heffingsrenten grensarbeiders nog deze maand afgerond Zoals bekend betaalden tal van grensarbeiders de afgelopen jaren hoge bedragen aan heffingsrenten. Door een procedure tot bij de Hoge Raad heeft dit geleid tot een aanmerkelijke aanpassing in het beleid van de Belastingdienst. De teveel in rekening gebrachte rente moet daardoor worden terugbetaald aan de grensarbeiders. De Nederlandse belastingdienst heeft inmiddels meegedeeld dat de herstelactie heffingsrenteproblematiek bij grensarbeiders nog deze maand plaatsvindt. Inmiddels zouden de eerste brieven verzonden zijn. In deze actie wordt de verschuldigde heffingsrente op aanslagen Inkomstenbelasting/Premies Volksverzekeringen die op 25 september 2009 nog niet onherroepelijk vaststonden ambtshalve in overeenstemming gebracht met het arrest van de Hoge Raad van 25 september 2009.
Infoavond 4 april inmiddels ook volgeboekt Wie nog een plaatsje wou bemachtigen voor de eerstvolgende infoavond in de Martinushoeve te Zandvliet (Antwerpen) was er een maand geleden helaas al aan voor de moeite. In een mum van tijd werden de 250 plaatsen volgeboekt. Inmiddels is het ook niet meer mogelijk nog in te schrijven voor de infoavond in Maastricht op 4 april aanstaande. Op korte termijn zullen de toegangsbewijzen worden toegezonden. Wie te laat was ontvangt automatisch een mailbericht en aansluitend nog een schriftelijk bericht. De programmatie op de beide avonden is gelijklopend.
P. 1
Aangepaste Nederlandse pensioenwet laat AOW-gerechtigden in België in de kou De nieuwe Nederlandse ‘Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen’ roept de nodige vragen op ter zake van de Europeesrechtelijke houdbaarheid. Op 16 december 2010 werd de wet goedgekeurd in de Tweede Kamer. De wet voorziet in een financiële tegemoetkoming bovenop de AOW voor inwoners en niet-inwoners waarvan het inkomen volledig of nagenoeg geheel onder de Nederlandse belastingheffing valt. De meeste in België wonende AOW-gerechtigden voldoen evenwel niet aan deze voorwaarden, aangezien de AOW op grond van het belastingverdrag ter heffing is toegewezen aan de woonstaat, in casu België. De Nederlandse regering heeft de tegemoetkoming in de nieuwe wet zo vorm gegeven dat ze volgens haar niet kan worden aangemerkt als een sociale voorziening waarop de bepalingen van de Europese verordening 883/04 van toepassing zijn. Inmiddels heeft Kathleen van Brempt (sp.a) hierover al vragen gesteld aan de Europese Commissie, die op haar beurt weer de Nederlandse Regering om nadere toelichting heeft gevraagd. Wordt vervolgd…
Belgische tolheffing strijdig met EU-regels ? Het Nederlands-Belgisch Centrum is van oordeel dat de plannen voor tolheffing in België strijdig zouden kunnen zijn met EU-regels, omdat ze alleen buitenlandse chauffeurs treffen. Het Nederlands-Belgisch Centrum heeft inmiddels een verzoek tot opheldering gericht aan de Europese Commissie. De deelregeringen van Vlaanderen, Wallonië en Brussel werden het onlangs eens over een tolheffing voor vrachtwagens vanaf 2013. Ook overwegen ze personenauto's te laten betalen voor het weggebruik. Belgische chauffeurs zouden gecompenseerd worden voor de heffing. Echter, onder meer in Nederland wonende grensarbeiders die in België werken, zouden hierbij het kind van de rekening worden. Of dat idee in de lijn ligt van de Europese interne markt en het Europese gelijkheidsbeginsel is nog maar de vraag. In 2006, toen de Vlaamse deelregering al soortgelijke plannen had, kwam het Nederlands-Belgisch Centrum eveneens in het geweer, onder meer door Sophie in ’t Veld (D’66) vragen te laten voorleggen aan de Europese Commissie, die daarop liet weten dat tolheffing niet mag als daarbij sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit. Vlaanderen schoof daarop haar plannen uiteindelijk op de lange baan.
Tolheffing België voordelig voor Nederlandse havens De voorgenomen tolheffing op Belgische snelwegen kan financieel positief uitpakken voor Nederlandse havens. Dat meldde minister van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen (VVD) in een brief aan de Tweede Kamer. De extra heffingen in België maken het achterland van bijvoorbeeld de haven in Antwerpen voor bedrijven minder aantrekkelijk, denkt de minister. Nederlandse organisaties in de transportbranche meldden eerder dat de heffing voor het gebruik van de Belgische wegen het Nederlandse bedrijfsleven jaarlijks 36 miljoen euro gaat kosten. In 2013 wordt het nieuwe belastingsysteem in België van kracht.
P. 2
Joop van Beek, het interview Dag Joop, niet al onze lezers mochten al persoonlijk kennis met je maken, maar getuige de overrompelende belangstelling voor de aankomende infoavonden ben je geen onbekende als internationaal pensioendeskundige. Wellicht dat je ter introductie alvast je persoonlijke relatie met Nederlands-Belgisch Centrum en Stichting grensarbeid enigszins kunt duiden? Hoewel mijn, volgens sommigen meer dan gezonde, belangstelling voor het internationale pensioengebeuren dateert uit de jaren negentig werd ik pas zo’n acht jaar geleden echt ‘gegrepen’ door de grensarbeiderproblematiek door toedoen van mijn inmiddels door mij zeer gewaardeerde vriend Ivan Cools. Om heel eerlijk te zijn (en ik heb het Ivan nooit verteld): ik wist niet wat me overkwam toen ik door zijn bemiddeling voor het eerst écht de diepte in moest bij een Nederlandse onderneming met vestigingen én medewerkers aan beide zijden van de Nederlands-Belgische grens. Ik dacht heel wat te weten maar viel tijdens de bestudering van de regelgeving voor deze categorie werknemers van de ene verbazing in de andere en werd (en dat zeg ik zonder enige schroom) meer dan eens gedreven door wanhoop. Om een lang verhaal kort te maken, mijn eerzucht won het van de wanhoop en mijn belangstelling was in alle opzichten gewekt. Ik werd ‘betrokken’ en dat is eigenlijk alleen maar erger geworden. Sindsdien is de grensarbeiderproblematiek ‘mijn ding’ en probeer ik voor zover dat binnen mijn mogelijkheden ligt een bijdrage te leveren aan het discours dat moet leiden tot wederzijds begrip over en weer, tot het wegnemen van de talloze obstakels, en waar mogelijk mensen bij te staan in de regeljungle. Met dank dus aan het Nederlands-Belgisch Centrum en de Stichting grensarbeid… Mensen die je goed kennen koesteren je talent om ingewikkelde pensioenproblemen terug te brengen tot begrijpelijke proporties, waarbij je ook in internationale situaties hanteerbare oplossingen weet te bedenken. Pensioen is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. In wezen gaat het voor elke werknemer waar ook ter wereld maar om drie zaken: welk inkomen heb ik als ik gisteren met pensioen zou gaan, welk inkomen heeft mijn partner als ik gisteren overleden was en wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt of werkloos wordt. De rest is techniek en ballast en voor een werknemer absoluut niet interessant. Als je een nieuwe frigo koopt sloop je hem ook niet eerst om te kijken wat erin zit. Voor een werkgever is de benadering minstens zo eenvoudig als hij niet gedwongen is om toe te treden tot een bedrijfstakpensioenfonds (Ned) of het inrichten van een extralegale pensioenregeling (Bel). Een werkgever kan dan kiezen tussen twee benaderingen: voor mijn werknemers alleen het allerbeste of welk budget kan ik bedrijfseconomisch gezien spenderen aan een pensioenregeling. In de praktijk zie je dat de tweede optie veelal gekozen wordt waarbij dan als het kan rekening gehouden wordt met marktconformiteit. Maar als er geen budget is houdt alles op. En als het budget bijvoorbeeld maar € 200 per jaar per werknemer is luidt mijn advies: regel niets en geef desnoods dat bedrag als salarisverhoging. Dat is wel zo duidelijk voor de werknemer en je creëert geen verwachtingen die niet ingelost (kunnen) worden. In internationale situaties komen daar dan nog landspecifieke fiscale aspecten bij maar dan heb je het eigenlijk wel gehad. Daar kun je heel ingewikkelde populair wetenschappelijke verhandelingen over schrijven maar dan schiet je je doel voorbij. En zoals Einstein al zei: “Als je het niet simpel kunt uitleggen klopt je verhaal niet.” Dat principe houd ik mijn medewerkers, waar ik overigens reuze trots op ben, elke dag opnieuw voor. Onze klanten zitten niet te wachten op jouw kennis maar willen een oplossing voor hun probleem zeg ik altijd. Geef ze die en maak ze blij. Zo eenvoudig is het. Wellicht kun je al een tipje van de sluier oplichten van je presentaties op 21 maart en 4 april. Ik ga er alles aan doen om op een begrijpelijke manier de ‘spelregels’ voor zowel Belgen en Nederlanders uit te leggen als het gaat om zaken als grensoverschrijdende pensioenopbouw, internationale waardeoverdracht en de vraag wie over pensioenuitkeringen mag heffen. Daarnaast zal ik aandacht besteden aan het Nederlandse en Belgische Verdragsbeleid en zaken als Gouden Handdrukken, lijfrentes en een aantal andere zaken waar grensarbeiders mee te maken hebben of krijgen. De internationale regels die gelden voor pensioenen zijn voor vele grensarbeiders en Nederbelgen ondoorzichtig. Als internationaal pensioendeskundige heb je ongetwijfeld ook regelmatig contact met Nederlandse en Belgische beleidsmakers. Staan zij open voor vereenvoudiging? Wat mij blijft verbazen, en dat betekent voor mij dat ik na bijna dertig jaar in dit edele vak gelukkig nog niet afgestompt ben, is dat er ondanks zaken als een EG-verdrag, de Europese Verordeningen en de talloze bilaterale belastingverdragen bijna wekelijks arresten gewezen moeten worden door het Europees Hof van Justitie op het gebied van grensoverschrijdende pensioenen en sociale zekerheidsaspecten. We roepen steeds dat we één Europese familie zijn maar werpen telkenmale opnieuw fiscale barrières en ondoorgrondelijke maatregelen op die de mobiliteit van werknemers ernstig hinderen. Ook in de verhouding Nederland-België. Zodra zelfs maar fiscaal claimverlies dreigt schiet iedereen in de stress. Terwijl de oplossing toch zo simpel is: spreek een bronbelasting van bijvoorbeeld 15% af en klaar is Kees. Praat je daarover tijdens een hapje en een drankje met beleidsmakers dan vinden ze dat off the record (..) een prima idee. Stel je vervolgens voor om daar dan serieus werk van te maken schieten ze in de stress en komen ze met bezwaren. Een open Europa vraagt om een ‘open mind’ maar zolang nationale belangen prevaleren boven internationale solidariteit kunnen we het wel vergeten. Beleidsmakers hebben vaak ook geen idee wat ze met hun hersenspinsels losmaken. Neem de door de Nederlandse wetgever voorgenomen Maatregel Koopkrachtegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB). Ik zal aan dat rigide voornemen tijdens mijn presentaties uitgebreid aandacht schenken. Onlangs heb ik het plan besproken, toegelicht en bekritiseerd tijdens een expertmeeting bij ons op kantoor. Aanwezig waren ook drie aardige jonge medewerkers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die het wetsvoorstel min of meer geschreven hadden. Ze hadden werkelijk geen idee van de impact van het voorstel, ze waren in elk geval wel zo eerlijk om dat ruiterlijk te erkennen, en ze hadden zich al helemaal niet afgevraagd of het de toets der kritiek van de Europese Commissie en het EHvJ zou doorstaan. Ze wisten niet eens dat de Belgische Europarlementariër mevrouw Kathleen van Brempt de Commissie al vragen over het wetsvoorstel had gesteld. Enfin, ze zullen zich inmiddels het hoofd breken over mijn stellingen en argumenten dat het voorstel afgeschoten zal worden maar ik bedoel maar. Zo gaat dat dus. Ondertussen moeten 55.000 Belgen en Nederbelgen voorlopig ‘vrezen’ dat ze er ruim 400 euro per jaar op achteruitgaan. Vervolg P. 4
P. 3
Naast je advies- en trainingwerk schrijf je vooral gepassioneerd over de regels van je vak. Op de eerste vraag heb ik geantwoord dat pensioen eigenlijk helemaal niet zo moeilijk is, tenminste als je er zo naar wilt kijken. Wat het voor buitenstaanders moeilijk maakt is de enorme hoeveelheid ondoorgrondelijke regelgeving. Noem het een tic, ijdelheid of passie, ik schep er een zeldzaam genoegen in om die regelgeving tot op het bot te fileren, te vertalen en toegankelijk te maken voor iedereen die er oprecht in geïnteresseerd is of wat mij betreft zou moeten zijn. In gewoon Nederlands en op een manier die tot de verbeelding spreekt zónder de essentie daarbij dood te nuanceren. Alleen dan kun je wat mij betreft je rol als adviseur waarmaken. Leuk toch? Mensen die gepassioneerd zijn door hun vak lijken overwegend minder bezig met pensioenplanning. We kunnen ons moeilijk inbeelden dat deze zienswijze ook voor jou zou kunnen gelden. Pensioen is, net als vakantie, voor mensen die een leven lang (hard) werken. In dat opzicht ben ik een meer dan bevoorrecht mens. Omdat ik me elke dag mag bezighouden met wat ik leuk vind hoef ik eigenlijk nooit te werken, heb ik geen behoefte aan vakantie en zal ik ook niet echt bewust met pensioen gaan. Hooguit zal ik het, hopelijk daartoe niet gedwongen, straks wat rustiger aan gaan doen en me volledig wijden aan het publiceren, het overdragen van mijn kennis aan de volgende generatie en het verzorgen van lezingen. Bovendien, als ik op mijn 60e nog moet gaan uitleggen aan jonge mensen hoe belangrijk het is om een goed pensioen op te bouwen ben ik niet meer geloofwaardig. De beste raad die ik anderen kan geven: bepaal je eigen ‘pensioenambitie’ en als die niet haalbaar is, wees dan tevreden met wat mogelijk is. Tevreden zijn en relativeren is een kunst. Een kunst die veel mensen helaas in de jacht naar ‘meer’ verleerd zijn. Op de aankomende infoavonden treffen we voornamelijk inwoners van België en Nederland, die grensoverschrijdend inkomen genieten. Jij verkiest evenwel zonniger oorden om te wonen en werken. Om op de hoogte te blijven van alle mondiale ontwikkelingen op het gebied van pensioen en sociale zekerheid, deze te bestuderen, te analyseren en te verwerken tot ‘hapklare brokken’ in de vorm van trainingen, artikelen voor vakbladen en boeken trek ik mij met regelmaat terug in een klein dorpje in het binnenland van mijn tweede vaderland, Spanje. In zekere zin ben ik ook dan grensoverschrijdend bezig. Mijn dagen worden dan alleen niet geregeerd door een agenda en afspraken en ik kan het aangename met het nuttige verenigen in een oase van rust. ’s Avonds een pintje drinken en lekker eten met eenvoudige hardwerkende mensen. En zoals ik al zei, dan kun, nee dan moét je dankbaar en tevreden zijn.
Joop van Beek
P. 4
Internationaal pensioenspecialist is gastspreker op aankomende infoavonden Als gastspreker op de aankomende infoavonden van 21 maart (Antwerpen) en 4 april (Maastricht) is het Nederlands-Belgisch Centrum erin geslaagd Joop van Beek te strikken. Voor heel wat onder u wellicht al een klinkende naam, voor zij die nog geen kennis mochten maken met een van Nederlands meest vooraanstaande internationaal pensioenspecialisten, stellen we Joop van Beek hier alvast nog een keer voor. Joop van Beek (1956) is medevennoot en directeur van APS Pensioenteam te Waardenburg, een internationaal opererend pensioenadviesbureau. Sinds 1983 is hij werkzaam als pensioenadviseur, met name op het gebied van collectieve (internationale) pensioenregelingen. Met APS Pensioentrainingen verzorgt hij pensioenadvies en pensioenbeheer voor honderden (internationale) ondernemingen en ondernemers én pensioenopleidingen, zowel nationaal als internationaal, voor HRM-ers, fiscalisten, accountants, advocaten, ORleden, ledenraden van ondernemingspensioenfondsen en diverse verzekeraars waaronder Allianz, Nationale Nederlanden, Delta Lloyd, ASR Verzekeringen en Zwitserleven. Naast zijn activiteiten als adviseur en trainer/opleider schrijft hij maandelijks artikelen en columns voor diverse vakbladen. De laatste jaren o.a. voor EB Aktueel, Pensioen Magazine, Zorg & Inkomen, Vakblad MKB, PensioenAlert, Pensioen Advies, Onderneming + Pensioen en Beloning & Belasting. Daarenboven is hij als (mede)auteur of redactielid verbonden aan de bundels ‘Pensioenen Rechten en Financiering’ en ‘Pensioenen Regelingen en Jurisprudentie’. Regelmatig verzorgt hij een column voor FD Selections, de pensioensite van het Financieel Dagblad, en zeven keer per jaar schrijft hij een column in het VVP, een vakblad voor de financiële wereld. Van zijn hand zijn de laatste jaren de volgende boeken verschenen. In 2004: Wet Vpl en De fiscale aspecten van internationaal pensioenverkeer (Kluwer) In 2006 een drietal titels over de Nieuwe Pensioenwet (Kluwer) In 2009 Ondernemen in de Benelux en Duitsland (Kluwer) In 2010 de volgende e-books bij uitgeverij Guiver-Freeman: Pensioenregelingen voor personeel De Ondernemingsraad en pensioen (Kluwer) Wijzigen van een pensioenregeling De CDC-regeling Overgang van ondernemingen en pensioen Internationaal pensioenverkeer: de opbouwfase Internationaal pensioenverkeer: internationale waardeoverdracht Internationaal pensioenverkeer: de uitkeringsfase Belastingverdragen Pensioen en echtscheiding Ontslag en pensioen Binnenkort verschijnen: De pensioensystemen in de 27 EU-landen (Delta Lloyd), De API, PPI en het Multi-opf en Internationale Gouden Handdrukken en De 30% regeling (Guiver-Freeman) Zijn vaak ongezouten mening over de pensioenbranche en zijn visie over het pensioenvak laat hij regelmatig horen als gastspreker op congressen en seminars en in interviews in kranten en vakbladen voor de financiële wereld.
P. 5
Joop van Beek presenteert twee nieuwe e-boeken Internationaal pensioendeskundige Joop van Beek presenteert vanaf vandaag twee nieuwe boeken. De redactie geeft hierbij alvast een overzicht. Boek 1: Grensoverschrijdend Pensioen deel 3 - De Uitkeringsfase De hoofdregel voor zuivere pensioenaanspraken binnen het Nederlandse pensioensysteem is de omkeerregel: onbelaste aanspraken gedurende de opbouwfase, belaste uitkeringen in de uitkeringsfase. In de binnenlandse verhouding is dit principe algemeen aanvaard, in de internationale verhouding(en) komen andere zaken om de hoek kijken. Nu werknemers steeds vaker voor korte of langere tijd buiten hun landsgrenzen werken, komt het dus ook vaker voor dat de werknemer pensioen opbouwt in de ene staat en uiteindelijk van de pensioenuitkeringen gaat genieten in een andere staat. Op grond van Europese regels komt de heffingsbevoegdheid over pensioen toe aan de woonstaat van de pensioengerechtigde. Dit leidt dan tot claimverlies voor het land dat de pensioenopbouw fiscaal gefacilieerd heeft. Nederland probeert dit claimverlies te voorkomen. In dit e-boek legt Joop van Beek op de hem eigen heldere wijze uit wat er van belang is bij pensioenuitkeringen die ‘de grens over gaan’. Met dit derde deel completeert hij meteen ook zijn ‘triptiek’ over Grensoverschrijdend Pensioen – een uitstekende handleiding voor adviseurs die zich bezighouden met adviezen op het gebied van grensoverschrijdende pensioenopbouw. Ook voor werknemers die na een internationale carrière uitzien naar hun pensioen is dit e-boek een prima manier om zich voor te bereiden op wellicht lastige belastingsituaties. Dit e-boek kan hier rechtsreeks worden besteld.
Boek 2: Van Pensioenfondsenrichtlijn tot Pensioen Premie Instelling
www.sdworx.be/Consulting
Tot op heden kan nog (steeds) niet gesproken worden van één internationale markt voor arbeidsgerelateerde pensioenregelingen. De fiscale regelgeving met betrekking tot pensioenregelingen en de verschillen op arbeidsrechtelijk terrein van de EU-lidstaten stond en staat dat eenvoudig in de weg. Maar er is veel beweging én nog steeds hoop dat op niet al te lange termijn sprake zal zijn van een Europese interne markt voor arbeidsgerelateerde pensioenregelingen. In fiscale zin is al een aantal belangrijke barrières geslecht na uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Een aantal lidstaten heeft op basis van de uit 2003 stammende ‘Pensioenfondsenrichtlijn’ pensioenvehikels ontwikkeld voor de Europese markt. Nederland bleef daarbij ver achter. Pas vanaf 1 januari 2011 beschikt Nederland met de Premie Pensioen Instelling over een vehikel dat een rol zou kunnen spelen op die Europese markt. In dit e-boek behandelt Joop van Beek achtereenvolgens, overzichtelijk en uitputtend: de Pensioenfondsenrichtlijn; de Wet implementatie richtlijn pensioeninstellingen; de mogelijkheden die de Pensioenfondsenrichtlijn voor Nederland heeft; de Algemene Pensioen Instelling; het multi-Opf; de Premie Pensioen Instelling. Dit e-boek is daarom een ‘must’ voor iedereen die zich in deze materie wil verdiepen en die betrokken is bij de ontwikkeling van een van de bovengenoemde vehikels. Dit e-boek kan hier rechtsreeks worden besteld.
P. 6
Premieheffing over pensioenen van pensionado’s Nederlands Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) is op 10 februari 2011 (nr. IFZ2011/835U) ingegaan op de heffing van premies over pensioenen van personen die in het buitenland hebben gewoond en gewerkt en na hun pensionering in Nederland wonen. Een gepensioneerde die in Nederland woont behoort tot de kring van verzekerden voor de volksverzekeringen, en geniet vanzelfsprekend ook de bijbehorende rechten. Er is sprake van verzekeringsplicht op grond van inwonerschap. Het is niet van belang waar het pensioen is opgebouwd. Op dit punt is er dus geen onderscheid tussen gepensioneerden die in Nederland hebben gewerkt of in het buitenland. Voor de premieheffing geldt als hoofdregel dat iemand slechts is onderworpen aan één stelsel van sociale zekerheid. In het geval van een in Nederland wonende gepensioneerde is dat het Nederlandse stelsel. Op belastingterrein kunnen wel verschillen optreden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een privaatrechtelijk pensioen en een overheidspensioen.
Nederlandse BelastingTelefoon geeft grotendeels foute antwoorden Wat u als grensarbeider/Nederbelg al langer weet is nu ook nog eens bevestigd door de Consumentenbond: de Belastingtelefoon verdient een dikke onvoldoende. De consumentenorganisatie stelde mensen achter de dienst vijftig vragen en de antwoorden waren grotendeels fout of incompleet. Slechts zeventien antwoorden waren correct, waardoor de organisatie op een cijfer van 4 min uitkomt. Vorig jaar scoorde de Belastingtelefoon ook al slecht op de kwaliteit van de antwoorden. Volgens de organisatie verbetert de Belastingtelefoon wel, vooral op serviceaspecten zoals wachttijden en de begroeting. Daar tekende de Consumentenbond een 7 op. Vorig jaar haalde de hulplijn eveneens een dikke voldoende. ’Je ziet dat de begroeting geweldig is, maar de kwaliteit om te huilen. Het is fijn als iemand netjes goedemorgen zegt, maar je komt daar natuurlijk voor ingewikkelde vragen’, aldus een woordvoerster van de Consumentenbond. Zelfs op eenvoudige vragen kwamen onvolledige antwoorden, zo blijkt uit het onderzoek.
Kwaliteit BelastingTelefoon blijft onder de maat Weekers wil belastinginspecteur achter BelastingTelefoon Nederlands Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) heeft kennis genomen van de kritiek op de kwaliteit van de BelastingTelefoon. Wanneer belastingplichtigen bellen naar de Belastingdienst krijgen ze in principe een medewerker van de BelastingTelefoon aan de lijn. De medewerkers van de BelastingTelefoon kunnen (algemene) belastingvragen beantwoorden, maar mogen geen persoonlijk fiscaal advies geven. Daarvoor kunnen mensen bij een belastingadviseur terecht. Weekers wil nu dat mensen die bellen met de BelastingTelefoon eventueel een belastinginspecteur aan de lijn kunnen krijgen die de moeilijker belastingvragen kan beantwoorden. De Belastingdienst heeft de afgelopen tijd al proef gedraaid met het doorverbinden van de pittige en dossiergebonden vragen over Toeslagen naar gespecialiseerde medewerkers. Hierdoor konden er zo’n 70.000 vragen beter en sneller worden beantwoord. Belangrijkste voordeel is dat de beller sneller antwoord krijgt en dat er geen terugbelafspraak meer nodig is. Staatssecretaris Weekers wil dat de proef wordt uitgebreid, zodat ook fiscaal intermediairs, ondernemers en particulieren van deze dienstverlening gebruik kunnen maken. Voor de fiscaal intermediairs is inmiddels een pilot gestart. De proeven met de overige doelgroepen volgen later dit jaar. Begin volgend jaar moet de doorverbindmogelijkheid voor alle bellers een feit zijn. De inspecteurs en andere specialisten aan de telefoon kunnen de meer specialistische vragen op basis van gedetailleerde regels en jurisprudentie beantwoorden en hebben ook toegang tot de meeste dossiers van de bellers, zodat zij ook fiscaal bindende uitspraken kunnen doen. De Stichting grensarbeid is voorlopig nog niet onder de indruk van het initiatief en beveelt grensoverschrijdend belastingplichtigen aan hun vragen steeds schriftelijk voor te leggen en te laten beantwoorden. Dit vermijdt latere discussies ingeval van een geschil.
P. 7
Heffingsrente en invorderingsrente tweede kwartaal 2011 bedraagt 2,50% Het percentage heffingsrente en invorderingsrente dat door de Nederlandse fiscus wordt gehanteerd voor het tweede kwartaal van 2011 bedraagt 2,50. Voor het eerste kwartaal van 2011 bedroeg het percentage eveneens 2,50.
Nederlands belastingstelsel nadelig voor single Een alleenstaande die 40.000 euro per jaar verdient, betaalt vijfduizend euro meer belasting dan twee partners die samen net zo'n hoog inkomen hebben. Als de tweeverdieners ook nog twee kinderen in de kinderopvang hebben, loopt het verschil op tot per saldo 16.000 euro. Een onverwacht verbond van SGP, D66 en CDA in de Tweede Kamer wil wat aan die scheefgroei doen. De drie partijen vinden dat de verhoudingen in de inkomstenbelasting uit het lood zijn geslagen. 'Een belastingstelsel moet neutraal zijn, en niet sturen op welke leefvorm mensen kiezen', zegt het Kamerlid Elbert Dijkgraaf (SGP). 'Maar door een opeenstapeling van maatregelen, die waren bedoeld om mensen aan het werk te krijgen, zijn de verschillen in belastingdruk alleen maar groter geworden. Het belastingstelsel zit vol met kortingen die afhankelijk zijn van de gezinssituatie. Daarnaast deelt de overheid toeslagen uit als tegemoetkoming in de kosten voor zorg, huur en kinderopvang. Het geheel is een onbegrijpelijke kluwen aan regelingen geworden, waarbij de overheid op grote schaal geld rondpompt.’ De fracties - samen 33 Kamerzetels - willen een 'leefvormneutraal' belastingstelsel. De drie initiatiefnemers denken dat dit het juiste moment is om het onderwerp onder de aandacht van het kabinet te brengen. Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) werkt immers aan een brede visie op de toekomst van het belastingstelsel, de 'fiscale agenda'. Weekers moet 20 procent op de Belastingdienst bezuinigen.'
Nieuw feit niet nodig voor laattijdige navorderingsaanslag Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft 21 januari 2011 de uitspraak gepubliceerd in de zaak van een inwoner van België die binnen België in het onderhavige jaar is verhuisd. Deze verhuizing is de oorzaak van verkeerd of niet-bezorgde aanslagen, maar de discussie omtrent de al dan niet tijdigheid van het bezwaar en de voorgeschreven wijze van bekendmaken van de aanslag eindigt met het, onder toepassing van artikel 6:10, lid 1 Awb, ontvankelijk verklaren van belanghebbende. Materieel gaat het geschil over het bij de definitieve aanslag terugbetalen van de bij de voorlopige aanslag ten onrechte terugbetaalde loonheffing. Gelet op de termijnoverschrijding converteert de inspecteur de primitieve aanslag in een navorderingsaanslag. Echter ontbreekt in deze kwestie een nieuw feit. Niet nodig vindt het Hof en verwijst daartoe naar het arrest van de Hoge Raad van 2 juni 2006 (nr.41.052, VN 2006/33.5), op grond waarvan het Hof oordeelt dat converteren is toegestaan. Het ontbreken van een nieuw feit deert het Hof gelet op het bepaalde in artikel 16, lid 2 AWR, daarbij niet. In het geval van belanghebbende zou er zonder navordering, sprake zijn van dubbele verrekening van voorheffingen.
Begrip inhoudingsplichtige voor de Zorgverzekeringswet sluit aan bij definitie in de loonbelasting Rechtbank Breda heeft uitspraak gedaan over het begrip inhoudingsplichtige voor de Zorgverzekeringswet. De betreffende zaak handelde over een in België gevestigd bedrijf zonder vaste inrichting of vertegenwoordiger in Nederland. Het bedrijf had zich voor haar in Nederland woonachtige en gedeeltelijk werkende werknemer aangemeld als werkgever voor de werknemersverzekeringen. In geschil kwam of aan het bedrijf terecht een naheffingsaanslag loonheffingen is opgelegd waarbij de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) is nageheven. Een inkomensafhankelijke bijdrage wordt bij wijze van inhouding geheven als het bijdrage-inkomen bestaat uit loon dat van een inhoudingsplichtige wordt genoten. Het bedrijf is echter geen inhoudingsplichtige voor de loonbelasting (en premie volksverzekeringen). De inspecteur stelt dat de bedoeling van de wetgever niet is geweest het begrip inhoudingsplichtige uit de Zvw strikt te beperken tot het begrip inhoudingsplichtige uit de Wet LB. Dit zou met name blijken uit de wetsgeschiedenis van de reparatiewet 2006 en de Wet uniformering loonbegrip. Rechtbank Breda oordeelt dat de tekst van de Zvw echter dermate duidelijk en eenduidig is dat de tekst niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Indien het de bedoeling van de wetgever was geweest om het begrip inhoudingsplichtige uit de Zvw niet strikt te beperken tot het begrip inhoudingsplichtige uit de Wet LB, had de wetgever dit expliciet in de wettekst moeten opnemen. De wetgever heeft dit niet gedaan, en het gelijk is derhalve aan het bedrijf. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
P. 8
Proratering arbeidsongeschiktheidsuitkering kan aantrekkelijk zijn Het Nederlands-Belgisch Centrum herinnert eraan dat wie in België of Nederland woont en een arbeidsongeschiktheidsuitkering geniet uit respectievelijk Nederland of België, sedert 1 mei 2010 de mogelijkheid heeft een herberekening te laten maken van de eventuele aanspraken voor zover zou worden geopteerd voor toepassing van zogenaamde proratering op grond van de nieuwe EU-verordening voor sociale zekerheid (Vo. 883/04 EU). Uit proefberekeningen die het Nederlands-Belgisch Centrum vorig jaar maakte, blijkt dat een herberekening doorgaans gunstiger uitpakt voor zowel de inwoner van België met uitsluitend een Nederlandse WAO/WIA-uitkering uit Nederland, als voor de inwoner van Nederland met uitsluitend een Belgische arbeidsongeschiktheidsuitkering (invaliditeit). Dit is met name zo wanneer daarnaast in het verleden ook op het grondgebied van de eigen woonstaat werd gewerkt. Voor de inwoner van België met een Nederlandse WAO/WIA-uitkering geldt in het bijzonder dat de totale bruto-uitkering weliswaar doorgaans iets lager uitpakt, maar netto kan toch een voordeel worden gerealiseerd. Vooreerst zal deze gewezen grensarbeider immers geen Nederlandse premies meer verschuldigd zijn aan het College voor Zorgverzekeringen, maar rechtsreeks en goedkoper kunnen aansluiten bij een Belgisch ziekenfonds. Bovendien bouwt deze gewezen grensarbeider dan ook meteen over het volledige inkomen aanspraken op Belgisch wettelijk rustpensioen op, zodat eventueel vrijwillige premiebetaling aan de Nederlandse SVB stopgezet kunnen worden. Voor de inwoner van Nederland ligt het verhaal iets ingewikkelder. Zijn uitkering zal na herberekening weliswaar bruto hoger uitpakken, maar of netto nog van een voordeel sprake zal zijn is maar de vraag. Immers wanneer ook vanuit Nederland een inkomen wordt betrokken, dan geldt verplichte onderwerping aan Nederlands sociaalverzekeringsrecht en verliest deze gewezen grensarbeider de gunstige vrijstelling van Nederlandse premieplicht. Dit leidt vervolgens tot hogere premies in Nederland en verplichte aansluiting bij een Nederlandse zorgverzekeraar waar ook effectief premies zullen moeten worden betaald. De verdragsverzekering bij CZ komt dan te vervallen en dit eventueel ook voor de mee ten laste verzekerde partner. Een voordeel in deze situatie lijkt dan alles bij elkaar ook slechts van toepassing te kunnen komen voor iemand met een uitgebreid Nederlands arbeidsverleden en een beperkt Belgisch arbeidsverleden. Toch beveelt het Nederlands-Belgisch Centrum belanghebbenden aan zeker ter overweging te nemen een aanvraag tot herberekening te doen bij de bevoegde instantie. Voor inwoners van Nederland is dit het UWV, voor inwoners van België is dit het Belgische ziekenfonds. Van zodra de berekeningen dan beschikbaar zijn, kan weer een afspraak bij het Nederlands-Belgisch Centrum worden gemaakt om zo ook de ‘onzichtbare effecten’ in beeld te krijgen.
Uitbreiding van Verordening 883/04 EU tot onderdanen van derde landen Op 1 januari 2011 is de Verordening 1231/2010 EU in werking getreden die de EU-regels betreffende de coördinatie van sociale zekerheidssystemen uitbreidt tot onderdanen van derde landen, zijnde niet-EU onderdanen. De Verordening verzekert dat ‘derdelanders’ die legaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven en die zich in een grensoverschrijdende tewerkstellingssituatie bevinden, onderworpen zijn aan dezelfde regels betreffende de coördinatie van sociale zekerheidssystemen als Europese burgers, zijnde de bepalingen van de Verordening 883/04 EU en van de Verordening 987/2009 EU. Noteer echter dat zowel Denemarken (zoals ook onder de EU Verordening 1408/71) als de UK besloten hebben om de EU Verordening 1231/2010 niet aan te nemen. Voor de UK betekent dit dat de vorige EU Verordening 1408/71 van toepassing zal blijven in grensoverschrijdende tewerkstellingsituaties waarbij derdelanders betrokken zijn. Voor Denemarken betekent dit dat voormelde grensoverschrijdende situaties met derdelanders zullen worden opgelost hetzij door bilaterale verdragen (voor zover er één bestaat), hetzij door nationale wetgeving van de betreffende landen.
P. 9
In Spanje wonende vrouw met WAO en daarna AOW is verplicht verzekerd voor de AWBZ De Nederlandse Hoge Raad heeft arrest gewezen in een zaak waarvan ze het cassatieberoep al op 12 november 2010 zonder nadere motivering had afgewezen op grond van artikel 81 Wet RO. Hof Den Bosch (nr. 08/00428) oordeelde op grond van artikel 3, lid 8 Ziekenfondswet dat een in Spanje wonende vrouw premieplichtig was voor de AWBZ. De vrouw had tot haar 65e jaar een WAO-uitkering genoten en daarna een AOW-uitkering. Zij was in 2004 nog verzekerd bij het ziekenfonds en had voor 2004 gekozen voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 2.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De inspecteur heeft de vrouw een aanslag opgelegd die enkel uit de AWBZ-premie bestond. Volgens het Hof was de vrouw krachtens EU-recht behalve voor het ziekenfonds ook voor de AWBZ verzekerd. Zij was daarvoor premie verschuldigd en wel over haar wereldinkomen. In haar cassatieberoep verzocht zij rekening te houden met het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 14 oktober 2010 (nr. C-345/09), maar dit maakte blijkbaar niet uit.
Nederlandse Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over verzekeringsplicht in Spanje wonende Nederlandse zeevarende De Nederlandse Hoge Raad heeft op 11 februari 2011 prejudiciële vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie van de EU over de sociale verzekeringsplicht van een in Spanje wonende Nederlander. Deze belanghebbende heeft zoals gesteld de Nederlandse nationaliteit en heeft Nederland in 2003 metterwoon verlaten. In 2004 woont belanghebbende in Spanje. Hij is in dienst van een Nederlandse BV. Belanghebbende werkt als zeevarende op baggerschepen, die onder de Nederlandse vlag varen. De werkzaamheden worden voornamelijk verricht in de territoriale wateren van China en de Verenigde Arabische Emiraten. In geschil is gekomen of belanghebbende in 2004 verplicht verzekerd en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. Rechtbank Breda oordeelt bevestigend. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een baggerschip ook een zeeschip in het internationaal verkeer is. Het maakt niet uit dat het schip nagenoeg stil ligt in territoriale wateren. Belanghebbende beroept zich ook vergeefs op het Zeerechtverdrag. Dit verdrag is namelijk niet van toepassing op sociale zekerheidsrechten en verzet zich dus niet tegen heffing van de onderhavige premies. De Hoge Raad heeft hierop nu de volgende prejudiciële vragen in deze zaak gesteld: 1.
2.
Zijn de aanwijzingsregels van Titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing, met als gevolg dat de Nederlandse wetgeving wordt aangewezen, en dientengevolge premies mogen worden geheven op grond van de Nederlandse volksverzekeringen, in een geval als het onderhavige, waarin een in Spanje wonende werknemer met de Nederlandse nationaliteit als zeevarende werkzaam is in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever, en zijn arbeid verricht aan boord van baggerschepen die buiten het grondgebied van de Gemeenschap varen onder Nederlandse vlag, terwijl hij enkel beoordeeld naar de Nederlandse nationale wetgeving niet is aangesloten bij het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid als gevolg van de omstandigheid dat hij niet in Nederland woont? In hoeverre is het daarbij van belang dat bij de uitvoering van de Nederlandse werknemersverzekeringen een beleid wordt gevoerd op grond waarvan zeevarenden in een geval als het onderhavige door het uitvoeringsorgaan met een beroep op het gemeenschapsrecht als verzekerde worden aangemerkt?
P. 10
Wetsvoorstel sociale verzekeringen continentaal plat De sociale zekerheidsbescherming voor werknemers die werkzaam zijn op het Nederlandse deel van het continentaal plat (NCP), maar die nu niet onder de publieke sociale verzekeringen vallen, wordt gewijzigd. Dit blijkt uit het wetsvoorstel Wet sociale verzekeringen continentaal plat dat op 9 december 2010 bij de Eerste Kamer is ingediend. Het wetsvoorstel strekt ertoe aan werknemers op het NCP zoveel mogelijk dezelfde sociale zekerheidsbescherming te bieden als aan werknemers die op Nederlands grondgebied werkzaam zijn. Het wetsvoorstel voorziet onder andere in een wijziging van de AKW, ANW, AOW, AWBZ, WW, ZW en WMM. Op dit moment zijn enkel werknemers op het NCP die in Nederland wonen (ongeacht hun nationaliteit) verzekerd voor de volksverzekeringen. Indien zij daarbij ook voor een Nederlandse werkgever werken zijn zij tevens verzekerd voor de werknemersverzekeringen. De overige werknemers op het NCP, ook Nederlanders die voor een buitenlandse werkgever werken, zijn op dit moment voor hun sociale zekerheid aangewezen op de Wet arbeid mijnbouw Noordzee (WAMN). Dit sociale zekerheidsregiem is beperkt van aard, en in belangrijke mate afhankelijk van welke sociale zekerheidsvoordelen door de werkgever worden geboden in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer. Het wetsvoorstel heeft betrekking op arbeid verricht door werknemers op het NCP. Hieronder wordt verstaan arbeid verricht door werknemers op het buiten de territoriale zee op of onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan. Het wetsvoorstel heeft geen betrekking op zeeschepen. Voor werknemers die werkzaam zijn op zeeschepen dan wel installaties die als zodanig worden aangemerkt, gelden specifieke socialezekerheidsregels in de nationale en internationale wet- en regelgeving. Zij vallen niet onder dit wetsvoorstel.
'Uitbreiding vaderschapsverlof komt er hoe dan ook' Nederland kan hoog of laag springen, maar Europese vaders kunnen binnenkort uitzien naar twee weken betaald verlof bij de geboorte van hun kind. Dat stelt Marije Cornelissen, Europarlementariër bij GroenLinks. WWW.EIGENWONINGWAARDE.NL
Inwoner van Nederland is geen Nederlandse motorrijtuigenbelasting verschuldigd over door eigen Duitse onderneming beschikbaar gestelde auto op Duits kenteken Op 25 januari 2011 heeft de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad geconcludeerd in een zaak betreffende het al dan niet verschuldigd zijn van Nederlandse motorrijtuigenbelasting door een inwoner van Nederland die directeur/enig aandeelhouder is van een in Duitsland gevestigde onderneming. Deze Duitse onderneming heeft een personenauto met Duits kenteken geleased voor een periode van 36 maanden, ingaande op 28 april 2005. Omdat de personenauto in Duitsland is geregistreerd, is voor de personenauto in Duitsland Kraftfahrzeugsteuer voldaan. Op 15 juni 2005 is belanghebbende op de openbare weg in Nederland aangetroffen als bestuurder van deze personenauto. Ten tijde van de controle was geen motorrijtuigenbelasting voldaan. Belanghebbende heeft niet verzocht om vrijstelling van motorrijtuigenbelasting op grond van artikel 73, aanhef en onderdeel c, van de Wet op motorrijtuigenbelasting 1994. Tussen partijen is in confesso dat belanghebbende niet aan de voorwaarden van deze vrijstelling voldoet. Voormelde omstandigheden waren voor de Inspecteur aanleiding om aan belanghebbende over het tijdvak 28 april tot en met 14 juni 2005 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op te leggen. Tevens heeft de Inspecteur een boete opgelegd. De Advocaat-Generaal bevestigt evenwel eerdere uitspraken van rechtbank en gerechtshof en concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag.
Een voorstel om het verlof voor Nederlandse vaders uit te breiden strandde twee weken geleden in de Tweede Kamer. Vooral Nederlandse werkgevers kijken huizenhoog op tegen de kosten die het verlof met zich mee zou brengen. Maar Europa heeft het laatste woord, zegt Cornelissen vanuit haar werkplaats Brussel. ‘Het is volstrekt achterhaald dat vaders nu amper verlof krijgen.’ Naast de praktische zorg voor een pasgeboren kind, heeft vaderschapsverlof volgens Cornelissen ook een symbolische lading. ‘De boodschap van de huidige twee dagen verlof is: moeders zijn verantwoordelijk voor het grootbrengen van een kind, zo wordt het nooit wat met de arbeidsparticipatie van vrouwen.’ De politica vindt dat Nederland er op dit gebied bekaaid afkomt. ‘Spanje heeft net, met steun van alle politieke partijen, vier weken vaderschapsverlof ingevoerd’, zegt ze. ‘Zij zien dat als investering in de toekomst, en zijn van achterlopers voorlopers geworden.’ Samen met haar bondgenoten in de Groene fractie (55 leden in het EU-parlement) richt de Europarlementariër haar hoop nu op het Europees Parlement. ‘We hebben de steun van socialisten en liberalen, de meerderheid dus’, zegt zij. Volgens Cornelissen vergeten werkgevers de lange termijn, als zij met de crisis in het achterhoofd wijzen op de gevaren van torenhoge kosten. ‘Vanaf 2013 gaan er in Europa meer mensen met pensioen dan er met een diploma op de arbeidsmarkt komen. Als je vrouwen op de arbeidsmarkt wilt, dan moet je ook de zorgtaken verdelen’, stelt Cornelissen. Ria Oomen-Ruijten, Europarlementariër namens het CDA, is een fervent tegenstandster van uitbreiding van het vaderschapsverlof.
P. 11
Ook in Duitsland beperkt belastingplichtige moet op huurinkomsten drukkende uitkering kunnen aftrekken De Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie van de EU heeft geconcludeerd in de zaak van de Duitser Schröder betreffende gelijke fiscale behandeling in Duitsland. Schröder woont en werkt in België. In 1992 en 2002 verwerft hij verschillende onroerende zaken van zijn ouders. Tevens ontvangt hij onroerende zaken als voorschot op zijn erfdeel. Schröder is daartegenover verplicht om vanaf 1 december 2002 een maandelijkse uitkering van € 1.000 te betalen. Deze uitkering is in Duitsland voor de belastingheffing over de huurinkomsten in principe aftrekbaar. Op grond van de Duitse wetgeving is de uitkering echter niet aftrekbaar voor niet-ingezeten belastingplichtigen. De Duitse rechter vraagt zich af of het verschil in behandeling naar nationaal recht tussen ingezeten en niet-ingezeten belastingplichtigen in overeenstemming met het gemeenschapsrecht is en stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de EU. Advocaat-Generaal Bot concludeert nu dat Duitsland het gemeenschapsrecht schendt door aftrek van de uitkering te weigeren aan niet-ingezeten belastingplichtigen. De A-G acht hierbij van belang dat de eigendomsovergang het belastbare feit van de uitkering is. Ook wijst de A-G er op dat er geen rechtvaardigingsgrond bestaat voor het verschil in behandeling met ingezetenen.
Verzoek tot nietigverklaring Avenant bij Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag verworpen Het Belgisch Grondwettelijk Hof heeft bij arrest van 16 december 2010 (nr. 141/2010) het beroep tot nietigverklaring van de goedkeuringswet van 7 mei 2009 bij het Avenant van 12 december 2008 tot wijziging van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag, verworpen bij gebrek aan belang. In dit Avenant is onder meer bepaald dat grensarbeiders voortaan belasting verschuldigd zijn in hun werkstaat. Enkel voor inwoners van Frankrijk die werken in België, geldt een overgangstermijn van 30 jaar. Zij kunnen derhalve nog gedurende maximaal 30 jaar belastingplichtig blijven in hun woonstaat Frankrijk. De oude grensarbeiderregeling was met name voor inwoners van Frankrijk aantrekkelijk, omdat de inkomstenbelasting in Frankrijk veel lager is dan in België. Door toepassing van het nieuwe verdrag klagen Belgische werkgevers inmiddels dat ze te weinig nieuwe Franse werknemers in dienst kunnen nemen.
Overzicht Nederlandse ondernemersaftrek in 2011 De exacte gegevens voor de ondernemersaftrek 2011 zijn bekend. De ondernemersaftrek is het gezamenlijke bedrag van de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Om voor zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen, mag de ondernemer bij het begin van het kalenderjaar nog geen 65 jaar zijn en moet hij voldoen aan het urencriterium. Voor de startende ondernemer geldt bovendien dat hij in een of meer van de vijf voorafgaande jaren niet feitelijk voor eigen rekening een onderneming mag hebben gedreven, terwijl in deze periode ook niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek mag zijn toegepast. De startende ondernemer krijgt een verhoging van de zelfstandigenaftrek van € 2.123. Ondernemers die op 1 januari 2011 65 jaar of ouder zijn, hebben recht op de helft van de zelfstandigenaftrek. Sinds 1 januari 2010 kan de zelfstandigenaftrek voor niet -startende ondernemers niet meer worden verrekend met ander box 1-inkomen, zoals loon of een uitkering. Blijft daardoor een deel van de zelfstandigenaftrek onverrekend, dan wordt dit deel maximaal negen jaar voortgewenteld, zodat deze in een toekomstig jaar alsnog met winst kan worden verrekend. Startende ondernemers kunnen de zelfstandigenaftrek gedurende drie jaar nog wel verrekenen met ander inkomen uit box 1.
P. 12
Belgische 'vennootschapsbijdrage' is een echte 'belasting' Belgisch Grondwettelijk Hof merkt de zogenaamde 'vennootschapsbijdrage' definitief aan als een 'belasting' Een belangrijk aantal Nederbelgen voert in België een eigen onderneming zoals bijvoorbeeld een BVBA, en weten dan ook dat ze jaarlijks een zogenaamde vennootschapsbijdrage voor de sociale zekerheid verschuldigd zijn welke wordt geïnd door het sociaalverzekeringsfonds. Sedert 1992 zijn Belgische vennootschappen jaarlijks deze bijdrage verschuldigd die ten goede zou moeten komen aan het stelsel van de sociale zekerheid. In 1992 werd de bijdrage voorgesteld, alsof het om een eenmalige heffing zou gaan. Bijna twintig jaar later weten we beter. Inmiddels heeft het Grondwettelijk Hof ter zake op 16 december 2010 arrest gewezen (nr. 142/2010), waarin de manier waarop het tarief van de vennootschapsbijdrage wordt vastgesteld moet leiden tot een herkwalificatie tot effectieve belastingheffing. Aanvankelijk stond het tarief in de wet zelf te lezen. Vanaf 2004 wou men evenwel de grote(re) vennootschappen aan een hoger tarief onderwerpen. De vaststelling van het exacte tarief werd daarom vanaf dan overgelaten aan de Koning. Die moet ‘bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de door vennootschappen verschuldigde bijdragen’ vaststellen, ‘maar zonder dat deze de 868 euro kunnen overschrijden’. En de wetgever voegde hieraan toe dat de Koning voortaan ‘een onderscheid (kan) maken op basis van criteria die rekening houden met inzonderheid de omvang van de vennootschap’ (art. 279 van de Programmawet van 22 december 2003). Kortom, de wetgever beperkte er zich voortaan toe het maximum van de bijdrage in de wet in te schrijven, en liet het aan de Koning over het exacte bedrag vast te stellen, waarbij hij voor verschillende categorieën van vennootschappen in een afzonderlijk tarief zou kunnen voorzien. Met dien verstande dat het onderscheid gestoeld moet zijn op criteria die 'inzonderheid' te maken hebben met de 'omvang' van de vennootschappen. De Koning heeft van deze bevoegdheid gebruikgemaakt om 'grote(re)' vennootschappen te onderwerpen aan een verhoogd tarief (KB van 31 juli 2004). Zo was het basisbedrag van de bijdrage, bv. voor het jaar 2010 gelijk aan 347,50 euro en werd dit basisbedrag voor grote(re) vennootschappen verhoogd naar 852,50 euro. De verhoogde bijdrage was verschuldigd door vennootschappen waarvoor op basis van gegevens van de Balanscentrale van de Nationale Bank blijkt, dat het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar 588.005,65 euro overschrijdt. Raad van State Twee Belgische organisaties voor zelfstandig ondernemers hebben bij de Raad van State een verzoek tot (gedeeltelijke) nietigverklaring ingediend tegen het voormelde KB van 31 juli 2004. Met name ten aanzien van die onderdelen die het tarief vaststellen, en daarbij een onderscheid maken naargelang het gaat om een gewone dan wel een grote(re) vennootschap. Vooraleer de Raad van State uitspraak wou doen over de grond van de zaak, wou hij eerst van het Grondwettelijk Hof vernemen of de machtiging die aan de Koning gegeven werd om het tarief vast te stellen, wel conform de Grondwet is. De Raad stelde daarom verschillende prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof. Onder meer, of het voormelde KB niet strijdig is met het grondwettelijk voorschrift dat ‘geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan door een wet’. Dit voorschrift geldt enkel voor de eigenlijke belastingen, niet voor socialezekerheidsbijdragen. Grondwettelijk Hof Het Grondwettelijk Hof onderzoekt daarom om te beginnen of de vennootschapsbijdrage wel of niet de aard heeft van een 'belasting'. Het Hof komt tot het besluit dat het wel degelijk om een 'belasting' gaat. ‘De in het geding zijnde bijdrage is een belasting in de zin van de artikelen 170 en 172 van de Grondwet’. Zij vormt immers ‘een heffing die gezagshalve door de Staat wordt opgelegd en is niet de tegenprestatie voor een dienst die door de overheid wordt geleverd ten voordele van de afzonderlijk beschouwde heffingsplichtige’. Dat ‘de opbrengst van die bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid der zelfstandigen is bestemd’, doet daar volgens het Hof geen afbreuk aan. ‘Het betalen van de in het geding zijnde bijdrage doet geen bijkomende rechten op het vlak van de sociale zekerheid ontstaan, zodat een rechtstreekse band met de sociale zekerheid van de bijdrageplichtige personen ontbreekt. Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bijdrage niet als een socialezekerheidsbijdrage kan worden beschouwd’. Eenmaal vastgesteld dat het in werkelijkheid om een 'belasting' gaat, rijst de vraag of het dan niet ongrondwettig is dat het concreet toe te passen tarief niet bij wet, maar wel bij koninklijk besluit is vastgesteld. Daarover zegt het Grondwettelijk Hof het volgende. Volgens de Grondwet is elke ‘fiscale aangelegenheid een bevoegdheid die [...] aan de wet wordt voorbehouden. Elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de essentiële elementen van de belasting’ is bijgevolg ‘in beginsel ongrondwettig’. De betreffende ‘grondwetsbepalingen gaan evenwel niet zover dat ze de wetgever ertoe zouden verplichten elk aspect van een belasting of van een vrijstelling zelf te regelen. Een aan een andere overheid verleende bevoegdheid is niet in strijd met het wettigheidsbeginsel voor zover de machtiging voldoende nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de wetgever zijn vastgesteld’. ‘Het door de belastingplichtige te betalen bedrag vormt een essentieel element van een belasting’. Het door de ‘Grondwet gewaarborgde fiscale wettigheidsbeginsel vereist bijgevolg dat de belastingwet nauwkeurige, ondubbelzinnige en duidelijke criteria bevat aan de hand waarvan kan worden uitgemaakt welk bedrag de belastingplichtige verschuldigd is’. In het geval van de vennootschapsbijdrage wordt de Koning ‘gemachtigd een essentieel element van de belasting, namelijk het belastingtarief, in concreto vast te stellen’. Volgens het Hof is dit niet strijdig met de Grondwet. De wetgever heeft immers ‘niet alleen het beginsel van de forfaitaire belasting in de wet opgenomen, maar ook het maximumbedrag van die belasting bepaald. De wetgever heeft enkel beoogd aan de Koning over te laten om, op basis van criteria die rekening houden met de omvang van de vennootschap, het tarief vast te stellen’. Dat vermocht de wetgever dus te doen. MAAR… Het Hof besluit dat de machtiging die aldus aan de Koning gegeven is, niet in strijd is met het grondwettelijk gewaarborgd wettigheidsbeginsel, tenzij op één punt. De machtiging aan de Koning houdt in dat hij een onderscheid kan maken op basis van criteria die rekening houden met ‘inzonderheid de omvang van de vennootschap’. Dit betekent dat de Koning ook nog andere criteria dan de omvang van de vennootschap in aanmerking zou kunnen nemen. Dat is voor het Hof een brug te ver. De wettelijke machtiging is dus wel strijdig met de Grondwet, maar enkel in zoverre die machtiging het woord ‘inzonderheid’ bevat. Anders gezegd, in een grondwetsconforme interpretatie mag de Koning bij het vaststellen van het tarief van de vennootschapsbijdrage enkel een onderscheid hanteren dat gestoeld is op de 'omvang' van de vennootschappen. Andere criteria zijn uit den boze. Vervolg P. 14
P. 13
Concluderend Tot daar het Grondwettelijk Hof. Het woord is nu terug aan de Raad van State. Allicht gaat die besluiten dat het betreffende KB rechtsgeldig is, nu de Koning bij het maken van het onderscheid tussen het basis- en het verhoogd tarief, zich effectief enkel gebaseerd heeft op de omvang van de vennootschap, in die zin dat de verhoogde vennootschapsbijdrage slechts verschuldigd is door vennootschappen waarvan het balanstotaal een bepaalde grens overschrijdt. Tenzij de Raad zou besluiten dat het balanstotaal op zich geen pertinent criterium is om grote(re) vennootschappen van kleine te onderscheiden. Behoudens in deze laatste veronderstelling lijkt het voortbestaan van de vennootschapsbijdrage niet direct in het gedrang te zullen komen.
Nederlands staatssecretaris van Financiën dringt bij Eurocommissaris aan op snellere Europese btw-teruggaaf Nederlands staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) heeft bij Eurocommissaris Algirdas Semeta aangedrongen op actie om de trage EU btw-teruggave aan Nederlandse ondernemers sneller te laten verlopen. Weekers deed dit tijdens een werkbezoek van de Eurocommissaris aan de Douane in Rotterdam. 'De Europese regels worden door de landen verschillend geïnterpreteerd. Hierdoor wachten Nederlandse ondernemers te lang op de btw-teruggave in deze economisch lastige periode,' aldus Weekers. Nederland heeft alle aanvragen voor een btw-teruggaaf aan het buitenland doorgegeven. Een van de problemen is dat er geen dwingende termijn voor de teruggaaf is vastgelegd door de Commissie. Daarnaast zijn er verschillen in de toepassing van de regels, waardoor btw-teruggaves in andere landen soms op de plank blijven liggen. Zo heeft Luxemburg voor bijna 1.000 teruggaafverzoeken nog steeds geen ontvangstbevestiging gestuurd en accepteert Oostenrijk geen correcties op de binnen de Europese Unie afgesproken manier.
Belgische fiscus publiceert revalorisatiecoëfficiënt kadastraal inkomen voor aanslagjaar 2012 Wanneer u een eigen woning hebt in België, dan heeft deze woning een belastbare waarde, meer bepaald het kadastraal inkomen (KI). Dit KI blijft in principe steeds gelijk, maar dient voor fiscale doeleinden jaarlijks te worden geherwaardeerd middels vermenigvuldiging met een zogenaamde ‘revalorisatiecoëfficiënt’. Deze revaloristaiecoëfficiënt is voor aanslagjaar 2012 vastgelegd op 3,97. Tijdens het aanslagjaar 2011 moet u het kadastraal inkomen derhalve met 3,87 vermenigvuldigen.
P. 14
Vlaanderen lokt steeds meer Nederlandse studenten Steeds meer Nederlandse studenten willen in Vlaanderen studeren. In Nederland worden, door besparingen van de Regering Rutte, de studiekosten vanaf september waarschijnlijk een pak hoger. Studeren in Vlaanderen is daardoor een aantrekkelijk alternatief geworden. Als de plannen van het kabinet Rutte doorgaan, ontvangen masterstudenten vanaf september geen studiefinanciering meer. Het kabinet wil daarnaast studenten financieel straffen als ze langer dan normaal over hun studie doen. Het collegegeld kan daardoor voor deze groep oplopen tot 5.000 euro per jaar per student. In Vlaanderen daarentegen is de studiekost relatief laag: alle studenten uit de Europese Unie betalen een collegebijdrage van 570 euro per jaar. Verschillende Vlaamse universiteiten zien het aantal Nederlandse studenten dan ook de hoogte ingaan. ‘Op de masterbeurs in Utrecht kregen we heel wat aanvragen van studenten die een studie in Nederland binnenkort niet meer kunnen betalen’, zegt Tim Peeters, diensthoofd studenten en alumnirelaties van de Vrije Universiteit Brussel. ‘Nu al komt 5 procent van onze studenten uit Nederland. We bereiden ons voor op nog meer aanmeldingen.’ Ludo Melis, vice-rector onderwijsbeleid van de Katholieke Universiteit Leuven: ‘Het aantal studenten uit Nederland neemt al jaren toe. De universiteit werft actief buiten de grenzen.’ Een woordvoerder van de Universiteit Antwerpen laat weten dat niet actief in Nederland zal worden geworven, mede uit vrees zogenoemde langstudeerders te trekken. ‘Ik kan natuurlijk niet generaliseren, maar het gevoel heerst soms een beetje dat de tweederangsstudenten naar België komen.’
Nederlandse Consumentenbond in actie tegen hypotheekrente De Nederlandse Consumentenbond wil samen met consumenten een vuist maken tegen de hoge hypotheektarieven. De vereniging begint op haar website een handtekeningenactie om bij de banken en de politiek te eisen dat de tarieven omlaag gaan. ’Consumenten gaan gebukt onder een hypotheekrente die al meer dan twee jaar gemiddeld één procent te hoog is. Dit kost consumenten duizenden euro's per jaar’, aldus de bond. Wie de petitie ondertekent, kan aangeven bij welke bank de hypotheek is afgesloten. ‘Vinden we bij de banken geen gehoor, dan is het aan de politiek om in te grijpen’, zegt Bart Combée, directeur van de Consumentenbond. Volgens de bond betalen huizenbezitters met een hypotheek van 200.000 euro, circa 2.000 euro bruto te veel per jaar. De vereniging vindt het onrechtmatig dat consumenten geen voordeel hebben, nu banken zelf goedkoper kunnen lenen. ‘Onder andere door het gebrek aan concurrentie stellen de banken voor consumenten onredelijke hypotheektarieven vast’, aldus Combée. Consumentenorganisaties uiten al langere tijd kritiek op de dure hypotheektarieven in Nederland. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) is vorig jaar een onderzoek gestart naar de hypotheekmarkt.
P. 15
Agenda en uittips van en voor onze lezers 26 februari 2011 t/m 6 maart 2011
Batibouw www.batibouw.be
Brussels Expo Brussel
26 en 27 februari 2011
Fiets– en wandelbeurs www.fietsenwandelbeurs.nl
Amsterdam RAI
3 maart 2011
HR-seminar: Aandachtspunten bij het werven en managen van werknemers in België www.nkvk.be
Kamer van Koophandel Eindhoven
17 maart 2011
Debat over cultuurverschillen en hun invloed op de Belgisch-Nederlandse samenwerking Reservatie via
[email protected]
Ambassade Kortenberglaan 4 Brussel
17 maart 2011
NKVK: NEDwerk ontbijtbijeenkomst met gastspreker Dhr. Albert Oscar Thissen, managing director Hapag-Lloyd Benelux www.nedwerkantwerpen.be
PSA Noordzeeterminal Scheldelaan 601 terminal 9.13 Zandvliet / Antwerpen
21 maart 2011
Infoavond “Nieuwe fiscale en sociale regels bij grensoverschrijdend werken, ondernemen en pensioen” VOLZET!!
Martinushoeve Zandvliet
4 april 2011
Infoavond “Nieuwe fiscale en sociale regels bij grensoverschrijdend werken, ondernemen en pensioen” VOLZET!!
Rabobank Maastricht
Nederlands-Belgisch Centrum Larikslaan 1 B-2950 Kapellen T: +32(0)32955595
NBC Communications Vrouwenhof 8 NL-4635 AD Huijbergen T: +31(0)164606252
Informatie en gegevens in deze uitgave zijn ontleend aan betrouwbaar te achten bronnen. De redactie, uitgever en medewerkers kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de volledigheid en juistheid van deze nieuwsbrief. Niets uit deze nieuwsbrief mag worden overgenomen zonder expliciete bronvermelding. Hoofd– en eindredactie : E.F.J. Alpaerts
P. 16