Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD) COEST 125 COMAG 16 PESC 778 RELEX 441 FIN 225 DEVGEN 108 MED 36 VOORSTEL van: d.d.: Betreft:
de Europese Commissie 22 mei 2008 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument
Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, aan de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, is toegezonden.
Bijlage: COM(2008) 308 definitief
10616/08
hd DG E VI
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 21.5.2008 COM(2008) 308 definitief 2008/0095 (COD)
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument
(door de Commissie ingediend)
NL
NL
TOELICHTING Dit voorstel voor een verordening betreft wijziging van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument. Het doel van deze wijziging is tweeledig. Ten eerste beoogt het voorstel duidelijkheid te brengen in de bepalingen over door financiële intermediairs beheerde communautaire middelen ter financiering van leningen, beleggingen, garantiefondsen of investeringsfondsen. De huidige tekst is dubbelzinnig waar het gaat om de mogelijkheid dergelijke middelen opnieuw te investeren (bijvoorbeeld door middel van een revolverend fonds). Hergebruik van middelen is gewone praktijk bij operaties met risicokapitaal en leningfinanciering. Middelen die beschikbaar komen uit eerdere leningen en investeringen kunnen zo opnieuw worden geïnvesteerd. Zij leveren op die manier extra voordeel op voor de begunstigden en vergroten daarmee het effect van de steun. Het is van belang dat er op dit punt snel duidelijkheid komt, aangezien in het kader van de binnenkort operationele ENB-investeringsfaciliteit soortgelijke operaties kunnen plaatsvinden. Ten tweede maakt de voorgestelde wijziging het mogelijk dat middelen die terugvloeien uit eerdere in het kader van MEDA en de vroegere financiële protocollen met Algerije, Cyprus, Egypte, Griekenland, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië en Turkije gefinancierde verrichtingen (terugbetalingen) door de EIB opnieuw worden geïnvesteerd in de Europees-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP). Deze terugbetalingen omvatten kapitaalsaflossingen en voordelen die uit de investeringen voortvloeien (waaronder interesten, dividenden, winst/verlies op de verkoop van participaties en door de EIB toegepaste financiële sancties). De herinvestering vindt plaats volgens de bepalingen van deze verordening. In 2006 is een toetsing van FEMIP verricht. Deze had betrekking op EIB-leningen en door de EIB beheerde EU-begrotingsmiddelen die ingezet werden voor risicokapitaal, technische bijstand, rentesubsidies en “speciale leningen”. Om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten, heeft de Commissie in de mededeling1 over FEMIP voorgesteld deze terugbetalingen voor nieuwe risicokapitaaloperaties te gebruiken. Dit voorstel is goedgekeurd door de Ecofin-raad van november 2006, die onderstreepte dat FEMIP verder moet worden ontwikkeld en versterkt. Omdat de eerdere verordeningen niet uitdrukkelijk voorzien in de mogelijkheid de middelen opnieuw te investeren, worden de terugbetalingen momenteel teruggestort in de begroting van de Gemeenschap kort nadat de begunstigde ze aan de EIB heeft overgemaakt. Met de voorgestelde wijziging kan de EIB worden toegestaan dergelijke middelen in het kader van FEMIP opnieuw te investeren, totdat de Commissie besluit het fonds af te sluiten. Om de terugstorting van de terugbetalingen te stoppen en te voorkomen dat de voor toekomstige FEMIP-operaties beschikbare middelen afnemen terwijl de voorgestelde wijziging wordt besproken, zal de Commissie onmiddellijk nadat zij dit voorstel heeft goedgekeurd de EIB verzoeken de terugstortingen op de Gemeenschapsbegroting op te schorten en de middelen op een rentedragende rekening aan te houden totdat de voorgestelde wijziging door de wetgever is goedgekeurd. Wordt de wijziging goedgekeurd, dan mag de
1
NL
Mededeling aan de Raad: Beoordeling van de Europees-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP) en opties voor de toekomst (COM(2006)592 definitief van 17.10.2006).
2
NL
EIB de middelen opnieuw investeren. Mocht de wijziging niet worden goedgekeurd, dan worden de op de EIB-rekeningen aangehouden middelen (en de interesten daarop) onmiddellijk op de Gemeenschapsbegroting teruggestort.
NL
3
NL
2008/0095 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 179 en 181 A, Gezien het voorstel van de Commissie, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag2, Overwegende hetgeen volgt:
NL
(1)
Bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument is het kader ingesteld voor de verlening van communautaire bijstand aan de buurlanden en Rusland.
(2)
Om investeringen in infrastructuur en de ontwikkeling van de particuliere sector te ondersteunen, moet de bijstand van de Gemeenschap doeltreffend kunnen worden ingezet voor maatregelen als de financiering van leningen, beleggingen, garantiefondsen of investeringsfondsen die door de Europese Investeringsbank en andere financiële intermediairs worden beheerd.
(3)
De doeltreffendheid van dergelijke maatregelen wordt versterkt door financiële intermediairs toe te staan de terugbetalingen van middelen die in het kader van die maatregelen worden verricht, opnieuw in dergelijke maatregelen ten behoeve van nieuwe operaties te investeren.
(4)
De Europees-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP) heeft met succes middelen ter beschikking gesteld van het Middellandse Zeegebied door middel van leningen aan particuliere bedrijven en investeringen in infrastructuur die tot doel hebben het ondernemingsklimaat te verbeteren.
(5)
Om FEMIP verder te versterken, moet de EIB de terugbetalingen van middelen die uit operaties overeenkomstig de in de bijlage opgesomde verordeningen en besluiten voortvloeien, opnieuw in de partnerlanden in het Middellandse Zeegebied kunnen investeren.
2
Advies van het Europees Parlement van […] en besluit van de Raad van […].
4
NL
(6)
Voor de toepassing van deze verordening moeten interesten op leningen, dividenden op investeringen en winsten en verliezen op de verkoop van participaties en toegepaste financiële sancties worden beschouwd als ontvangsten voor de Europese Investeringsbank.
(7)
Verordening (EG) nr. 1638/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 Verordening (EG) nr. 1638/2006 wordt als volgt gewijzigd: (1)
In artikel 23 komt lid 2 als volgt te luiden:
2.
De Commissie keurt de bepalingen voor de uitvoering van lid 1 per geval goed, met name de regels voor de verdeling van de risico’s, de beloning van de intermediair die met de uitvoering is belast, het gebruik, het hergebruik en de invordering van de opbrengsten van het fonds en de afsluiting van de operatie.
(2)
Aan artikel 23 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:
3.
De Commissie kan besluiten dat terugbetalingen op kapitaal en ontvangsten van de Europese Investeringsbank in het kader van de in de bijlage opgesomde verordeningen en besluiten door de Europese Investeringsbank opnieuw worden geïnvesteerd in de landen in het Middellandse Zeegebied waarop deze verordening van toepassing is. Artikel 2 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, […]
NL
Voor het Europees Parlement De voorzitter
Voor de Raad De voorzitter
[…]
[…]
5
NL
BIJLAGE Verordeningen en besluiten bedoeld in overweging 5 en artikel 1, lid 2 Eerste financiële protocollen Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1). Tweede financiële protocollen Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8). Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).
NL
6
NL
Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22). Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29). Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36). Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43). Derde financiële protocollen Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1). Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9). Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17). Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25). Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33). Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32). Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21). Vierde financiële protocollen Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).
NL
7
NL
Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13). Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21). Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29). Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37). Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13). Besluit 94/67/EEG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44). Cyprus, Griekenland, Malta en Turkije Verordening (EEG) nr. 2760/78 van de Raad van 23 november 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 332 van 29.11.1978, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 787/84 van de Raad van 26 maart 1984 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 85 van 28.3.1984, blz. 37). Besluit 90/153/EEG van de Raad van 26 februari 1990 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 82 van 29.3.1990, blz. 32). Besluit 95/485/EEG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22). Besluit 1999/258/EG van de Raad van 30 maart 1999 betreffende de sluiting van het protocol inzake de verlenging van de periode waarin betalingsverplichtingen kunnen worden aangegaan voor de in het kader van het vierde Protocol inzake financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus vastgestelde middelen (PB L 100 van 15.4.1999, blz. 25). Besluit 78/666/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de sluiting van het Financieel Protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en Griekenland (PB L 225 van 16.8.1978, blz. 25).
NL
8
NL
Verordening (EEG) nr. 939/76 van de Raad van 23 april 1976 houdende sluiting van het Financieel Protocol en van het Protocol houdende vaststelling van enkele bepalingen betreffende de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Malta (PB L 111 van 28.4.1976, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2458/86 van de Raad van 7 juli 1986 betreffende de sluiting van het Protocol inzake financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 216 van 5.8.1986, blz. 1). Besluit 89/378/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de sluiting van het Protocol inzake financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en Malta (PB L 180 van 27.6.1989, blz. 46). Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14). Besluit 1999/259/EG van de Raad van 30 maart 1999 betreffende de sluiting van een Protocol inzake de verlenging van de periode waarin betalingsverplichtingen kunnen worden aangegaan voor de in het kader van het vierde Protocol inzake financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta vastgelegde middelen (PB L 100 van 15.4.1999, blz. 31). Besluit 79/281/EEG van de Raad van 5 maart 1979 betreffende de sluiting van het Financieel Protocol tussen de Europese Gemeenschap en Turkije (PB L 067 van 17.3.1979, blz. 14). Horizontale verordeningen Verordening (EEG) nr. 3973/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende de toepassing van de Protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en Algerije, Marokko, Tunesië, Egypte, Libanon, Jordanië, Syrië, Malta en Cyprus (PB L 370 van 30.12.1986, blz. 5). Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de Protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 22). Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (MEDA) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2112/2005.
NL
9
NL
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING 1.
BENAMING VAN HET VOORSTEL Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.
2.
BEGROTINGSONDERDELEN Hoofdstuk 8 1: Door de Commissie verstrekte leningen, artikel 8 1 0: Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met de derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal. Begroot bedrag voor het betrokken jaar (2008): 26 070 788 EUR.
3.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen.
X
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk: miljoen euro (tot op 1 decimaal nauwkeurig)
Begrotingsonderdeel Titel 8
Opgenomen en verstrekte leningen
Hoofdstuk 8 1
Door de Commissie verstrekte leningen
Artikel 8 1 0
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met de derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal
35 (raming)
Situatie na de actie
Artikel 8 1 0
[n+1]
[n+2]
Later
p.m.
p.m.
p.m.
* Bovenstaande cijfers moeten als een ruwe schatting worden gezien. Voor 2008 geldt dat middelen die vóór de goedkeuring van dit voorstel zijn terugbetaald, niet in het kader van FEMIP zullen worden geherinvesteerd. Het is overigens uiterst moeilijk een nauwkeurige schatting te maken, aangezien een gedeelte van de terugbetalingen wordt gegenereerd door operaties met risicokapitaal en zeer onzeker zijn als gevolg van de risicovolle aard van het instrument.
NL
10
NL
Dankzij het derde lid dat in het voorstel aan artikel 23 wordt toegevoegd, kan de Commissie besluiten de EIB toe te staan middelen opnieuw te investeren die de EIB ontvangt als terugbetaling van operaties in het kader van MEDA en de eerdere financiële protocollen inzake samenwerking met mediterrane landen. De terugstorting van dergelijke middelen op de begroting van de Gemeenschap wordt dan uitgesteld, en de middelen kunnen verder worden benut ter ondersteuning van investeringen in infrastructuur en de ontwikkeling van de particuliere sector in het Middellandse Zeegebied. 4.
FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
De bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de bestrijding van fraude en onregelmatigheden vormen een integraal onderdeel van de ENPI-verordening. Bij de maatregelen waarop deze wijziging van toepassing is, wordt het administratieve toezicht op het gebruik van ENPI-middelen uitgevoerd door DG AIDCO. Als een overeenkomst in die zin nog niet bestaat, zal deze worden gesloten met de financiële intermediairs die met het beheer van de communautaire middelen belast zijn. De overeenkomst bestrijkt alle in het nieuwe artikel 23, lid 2, van de ENPI-verordening genoemde aspecten. Dergelijke overeenkomsten voorzien uitdrukkelijk in toezicht op de uitgaven waartoe ten behoeve van de maatregelen toestemming is gegeven, alsmede in financiële controle door de Commissie, waaronder begrepen het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en controles door de Europese Rekenkamer, indien nodig ter plaatse. Financiële intermediairs zal worden gevraagd de Commissie (OLAF) toe te staan controles en verificaties ter plaatse uit te voeren overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden.
NL
11
NL