de puur muziek
de 12.03.14| 20:00 | KRAAKHUIS
Tiburtina Ensemble Muziekcentrum Gent
Diaphona: het begin van de meerstemmigheid
programma
UITVOERDERS
‘Domine, labia mea aperies...’ Musica Enchiriadis - Domine, labia mea aperies - Sequentia sancti Evangelii secundum Mattheum In illo tempore - Offertorium Benedicam Dominum
Tiburtina Ensemble Dirigent | Barbora Sojková Sopraan | Ivana Bilej Brouková, Hana Blažiková, Lucie Havránková, Barbora Sojková Mezzosopraan | Marta Fadljeviˇcová, Pavla Štˇepnicková ˇ Alt | Daniela Cermáková, Kamila Mazalová
‘Clangat hodie vox nostra...’ Aquitaine polyphony - Versus Flore vernans gratie - Prosa Sancti Spiritus adsit nobis gracia - Versus Veni solis radius - Sanctus Clangat hodie vox nostra ‘Venite omnes Cristicole...’ Codex Calixtinus - Invitatorium Venite omnes Cristicole - Kyrie Cunctipotens genitor Deus - Sequentia Gratulemur et letemur - Agnus Dei Qui pius ac mitis es - Prosa Portum in ultimo ‘Ora pro nobis, virgo Maria..’ Notre-Dame School - Leoninus (ca 1135 – 1201): Alleluia Ora pro nobis, virgo Maria - Pierre Abélard (1079 – 1142): Hymnus O, quanta, qualia sunt illa sabbata - Perotinus: Graduale Viderunt omnes - Perotinus: Conductus Deus misertus hominis
NIEUW! 24 uur voor en na het concert Vind snel meer achtergrondinfo. Bereken je route naar De Bijloke. Deel je mening over dit concert.
debijloke.be/nu
2
Tiburtina Ensemble DIAPHONIA, HET BEGIN VAN ALLES In den beginne Het ligt in onze natuur om nieuwsgierig te zijn naar het begin van iets, naar wat er eerst was. Wanneer werd het eerste boek gedrukt, de eerste fiets of auto gemaakt, de eerste computer of gsm, de allereerste foto of film; wanneer verscheen het eerste YouTube-filmpje? Het kennen van die oorsprong geeft ons de indruk dat we de dingen ook beter begrijpen. Hetzelfde geldt voor de kunsten: wanneer werd het eerste muziekinstrument gemaakt? Wie schreef de eerste opera? Wanneer werd de eerste meerstemmige muziek gemaakt?
theoretische handschriften. Ze figureren daar als toelichtingen bij de technische mogelijkheden van het meerstemmig zingen. Bijgevolg vinden we in deze bronnen geen volledige gezangen, maar wel fragmenten en uittreksels van bestaande gezangen. Het zijn korte muziekvoorbeelden die wél uit bestaand repertoire afkomstig blijken: ze zijn veelal gezet op liturgische teksten, en het is niet zo moeilijk om hun – minstens mogelijke – gebruik met vrij grote precisie in de liturgie te situeren.
Noord De oudste vermeldingen van polyfonie komen voor in twee theoretische teksten, het anonieme handboek Musica Enchiriadis (eind negende eeuw), en in de geschriften die worden toegeschreven aan de Noord-Franse Benedictijn Hucbald van Sint-Amands (ca. 850-930).
Het programma dat Tiburtina Ensemble vanavond presenteert, gaat op zoek naar die oorsprong van de meerstemmigheid, die in enkele van de oudste bronnen als diaphonia wordt aangeduid, een Griekse term, die letterlijk ‘uit elkaar (dus in meerdere stemmen) zingen’ betekent.
De gezangen werden op perkament gezet in een notatie die geschikt was voor dergelijke korte voorbeelden, maar niet praktisch en compact genoeg voor het noteren van volledige gezangen in een handschrift dat tijdens de uitvoering van de muziek kon worden gebruikt. Daarvoor nam die notatie, in letters of in een soort diagramnotatie die wel wat van een notenbalk wegheeft, te veel plaats in. De meeste van de voorbeelden die we in de theoretische teksten vinden zijn tweestemmig; pas later vinden we vermeldingen van drie-
Theorie De exacte oorsprong van de meerstemmigheid in de westerse muziek is lastig te definiëren, omdat ze ongetwijfeld ontstond vanuit een improvisatiepraktijk. Zo’n praxis werd per definitie niet neergeschreven, tenzij na ettelijke decennia of zelfs eeuwen. Opvallend is dat de eerste schriftelijke sporen van een dergelijke meerstemmige uitvoeringspraxis te vinden zijn in muziek-
3
en meerstemmigheid, zoals in de Engelse faburden en de Franse fauxbourdon.
brief die verkeerdelijk werd toegeschreven aan deze paus, die volgens de overlevering het manuscript zou hebben samengesteld. De tweede bijnaam duidt op de bestemming van het boek, verbonden met de verering en pelgrimage naar Santiago de Compostela, waar de relieken van de apostel Jacobus zouden begraven liggen (Iago was de Spaanse benaming voor Jacobus).
Zuid: Aquitaanse polyfonie Dat de meerstemmigheid niet uitsluitend een zaak van intellectuele noorderlingen was, wordt duidelijk uit het fascinerende repertoire dat ons uit het zuiden van Frankrijk (Aquitaine) is overgeleverd. De Bibliothèque nationale in Parijs bewaart een belangrijk handschrift (onder het nummer lat. 3719) met tweestemmig organum uit de abdij van Saint-Martial (nabij Limoges) terechtkwam; Bernardus Itier, de bibliothecaris van de abdij noteerde op het laatste blad: “Hec scripsi anno 1210”.
Het handschrift bevat niet enkel één- en meerstemmige muziek, maar ook verschillende religieuze geschriften, legenden over Jacobus, brieven, verhalen over Karel de Grote cum suis, mirakelverhalen, een pelgrimslied, en zelfs een heuse reisgids via Tours, Poitiers, Saintes en Bordeaux ten behoeve van de pelgrims die – al dan niet vrijwillig – op bedevaart trokken naar Santiago de Compostela. De muziek in het handschrift is genoteerd met neumen op een vierlijnige notenbalk, met verticale lijnen die de plaatsing van de muziek onder de tekst moeten verduidelijken.
Een tweede belangrijk Aquitaans handschrift dateert van enkele decennia voordien, en werd gemaakt in Narbonne; het wordt nu ook in Parijs bewaard (lat. 778). Het bevat een ander resultaat van twaalfde-eeuwse creativiteit: een grote collectie tropen en prosae, nieuw gecomponeerde gregoriaanse gezangen die geschreven waren als toevoeging of commentaar bij bestaande gezangen (tropen) of als zelfstandige stukken op poëtische tekst (prosae). Het componeren van gregoriaans stopte dus niet met de opmars van de polyfonie – integendeel.
Het boek werd gemaakt in de decennia rond en na het midden van de twaalfde eeuw; vermoedelijk werd het, wat de muziek betreft, samengesteld vóór 1173. Afgaande op de stijl van miniaturen en muzieknotatie werd het niet in Santiago gemaakt, maar wel een stuk noordelijker, in Centraal-Frankrijk, vermoedelijk in of nabij Vézelay.
Nog Zuidelijker: Codex Calixtinus Eén van de meest fascinerende en interdisciplinaire boeken uit de middeleeuwen is ongetwijfeld de zogenaamde Codex Calixtinus, ook gekend onder de naam Liber sancti Jacobi. De eerste naam verwijst naar paus Calixtus II: het boek opent met een
weer noordwaarts: Leo en Petrus in Parijs In de tweede helft van de twaalfde eeuw stond in het belangrijkste centrum van Frankrijk, Parijs, heel wat te gebeuren. De
4
als presbyter (priester) en maken duidelijk dat hij ook verbonden was aan de Augustijner abdij van Saint-Victor, een beroemd centrum voor geleerdheid en literaire creativiteit. Ook magister Leo liet zich in dit opzicht niet onbetuigd: hij was de auteur van meerdere religieuze teksten en subtiel gestileerde brieven aan grootheden zoals pausen Adrianus IV en Alexander III.
oprichting van de universiteit zorgde rond 1150 voor heel wat beweging in de stad en veroorzaakte zowel artistiek als religieus de nodige deining; vanaf 1163 werd ook gebouwd aan een nieuwe gotische kathedraal voor de stad, de Notre-Dame, nadat paus Alexander III de eerste steen had gelegd. Deze nieuwe impulsen zorgden ook voor vernieuwing in de muziek, en meer bepaald in de ontwikkeling van de meerstemmige muziek, nu bekend onder de benaming organum.
In de muziekhandschriften uit de NotreDame komt zijn naam niet voor. Wél vinden we hem – opnieuw – in een muziektraktaat, een anonieme Engelse tekst uit de late dertiende eeuw die gewoonlijk aangeduid wordt als Anonymus IV. Anonymus IV verwijst ook naar het grote boek (Magnus liber organi) waarin Leo’s muziek was genoteerd. Dit boek bezitten we niet meer in zijn oorspronkelijke vorm, maar er bleven wel verschillende handschriften bewaard met repertoire uit dit Liber.
Eén van de allerbelangrijkste componisten uit deze tijd was Magister Leoninus – hij was de eerste met naam bekende componist aan wie expliciet meerstemmige muziek werd toegeschreven. Dit maakt hem meteen tot één van de belangrijkste componisten uit de geschiedenis. Des te merkwaardiger is dat we eigenlijk nauwelijks iets weten over de man. Van enige biografische kennis kunnen we niet spreken, en zelfs een schaduwportret van de componist bestaat enkel uit vermoedens en hypotheses. Mogelijk kunnen we Leoninus identificeren met ene Magister Leonius die kanunnik was aan de Parijse Notre-Dame in de tweede helft van de twaalfde eeuw – hij overleed in 1201. Vanaf de jaren 1150 beheerde hij voor de NotreDame de kapittelkerk St-Benoît op de linker oever van de Seine. De titel magister wijst er op dat hij de nodige opleiding had genoten om onderwijs te geven in de zeven vrije kunsten (wetenschappen) aan de scholen waaruit de Parijse universiteit zou ontstaan. Documenten uit de kathedraal zelf (ca. 1192) vermelden hem ook
In het traktaat lezen we in één van de beroemdste passages uit de middeleeuwse muziekgeschiedenis de naam van Leoninus’ beroemde opvolger, Magister Perotinus, en komen we meer te weten over het lange leven dat hun beider muziek blijkbaar beschoren was: “Deze regels [van de mensurale muzieknotatie] werden in vele boeken van de antiqui gebruikt sinds de tijd van de grote Perotinus en ook uit de tijd van Leo. Het dient opgemerkt dat Magister Leoninus de beste organum-componist was (optimus organista), die het grote boek met meerstemmige muziek maakte (magnus liber organi)
5
voor het graduale en het antifonarium om de eredienst op te luisteren. Dit boek was in gebruikt tot in de tijd van de grote Perotinus die er een bewerking van maakte en er als beste discant-componist (optimus discantor) vele, betere clausulae of puncta aan toevoegde; hij was beter in discant dan Leoninus. (…) Deze Magister Perotinus maakte de beste quadrupla, zoals Viderunt en Sederunt, met een grote rijkdom aan prachtige muzikale versieringen, en de edelste tripla, zoals het Alleluia Posui adiutorium en Alleluia Nativitas, en andere. Hij componeerde ook driestemmige conductus (processiegezangen), zoals Salvatoris hodie, tweestemmige conductus, zoals Dum sigillum summi patris, en ook eenstemmige conductus als Beata viscera. Dit boek, dat wil zeggen de boeken van meester Perotinus, was in gebruik van de Parijse kathedraal NotreDame tot de tijd van magister Robertus de Sabilone en sinds die tijd tot vandaag.”
passages (clausulae). Mogelijk mag Perotinus Magnus geïdentificeerd worden met Petrus Succentor, die zeker vanaf 1207 tot 1238 zanger was aan de Notre Dame; als ‘succentor’ was hij dan verantwoordelijk voor de liturgie aan de kathedraal. Perotinus geldt inderdaad als de pionier van de (drie- en) vierstemmige muziek — al dan niet terecht. Over andere componisten is immers helemaal niets overgeleverd, hoewel het moeilijk denkbaar zou zijn dat Perotinus als enige van zijn generatie op het idee zou zijn gekomen om muziek voor méér dan drie verschillende stemmen te maken. Volgens dezelfde logica is het goed mogelijk dat ook Leoninus zich ook wel eens aan driestemmig organum waagde – van een oudere tijdgenoot, Albertus Cantor, is één driestemmige conductus, een processiegezang, bewaard gebleven. De polyfonie van Leoninus en Perotinus wordt vaak organum genoemd, waarbinnen verschillende stijlen onderscheiden worden. De meest bekende is het organum purum, waarbij de onderstem (vox principalis) de noten van een gregoriaanse melodie in erg lange notenwaarden aanhoudt. De bovenstem (vox organalis) voert een tegenmelodie uit in kortere notenwaarden – deze partij is vaak erg virtuoos. De tegenhanger hiervan, waarbij alle stemmen ritmische actief zijn, staat ook wel bekend als discant.
Dit is misschien niet de meest spannende lectuur die we ons kunnen voorstellen, maar naar de normen van de late dertiende eeuw is dit een ware schatkamer aan muziekhistorische informatie: we krijgen componistennamen en niet minder dan zeven titels van composities die aan Perotinus worden toegeschreven – ongezien in de muziekliteratuur tot dan toe. Op basis van deze bron wordt sindsdien aangenomen dat Perotinus één van de opvolgers van Leoninus is geweest aan de Parijse kathedraal, en zijn muziek ten dele heeft bewerkt door het uitbreiden van de bezetting en het interpoleren van nieuwe
Tiburtina Ensemble zingt deze gezangen uit de belangrijkste bron voor het Parijse organum en één van de kroongetuigen van het repertoire in het Magnus liber organi, het
6
(Om uw geheugen op te frissen: In 1442 verscheen het eerste gedrukte boek, in 1817 de eerste fiets, in 1862 de eerste auto, in 1943 de eerste computer, in 1983 de eerste mobiele telefoon, in 1826 de eerste foto, in 1888 de oudste film, in 2005 het eerste YouTubefilmpje. Het oudst teruggevonden muziekinstrument (een fluit) wordt op 42.000 jaar oud geschat; de eerste opera, Euridice, werd in 1600 geschreven door Jacopo Peri.)
zogenaamde Firenze-handschrift. Dit boek is een monument, niet in het minst door zijn omvang van bijna 450 perkamenten folia. Het is bijna zeker in Parijs geschreven, vermoedelijk in de jaren 1240. Zo’n tweehonderd jaar later zou het in het bezit komen van de Florentijnse potentaat Piero Cosimo de’Medici, om sindsdien Firenze niet meer te verlaten. Zo belichaamt het – onbedoeld – de Europese verspreiding van de diaphonia, van noord tot zuid.
Bio Tiburtina Ensemble De leden van dit vrouwelijk vocaal ensemble zijn afkomstig uit Tsjechië. Het Tiburtina Ensemble werd opgericht in 2008 en wijdt zich voornamelijk aan de uitvoering van het gregoriaans en middeleeuwse polyfonie. Het ensemble hecht bijzonder veel belang aan de zoektocht naar de juiste uitspraak van de oude teksten en zoekt voortdurend antwoorden op de vraag hoe deze oude muziek vandaag kan uitgevoerd worden. De zangeressen van dit collectief worden veel gevraagd bij producties van onder andere Collegium 1704, Ensemble Inégal, Doulce Mémoire, Mala Punica, Bach Collegium Japan en Collegium Vocale Gent.
muziek te horen uit Boheemse benedictijner- en cisterciënzerabdijen. In het najaar van 2012 waren ze ook te gast op Canto Aperto, een festival voor gregoriaans in Sint-Truiden.
Barbora Sojková De artistieke leiding van het Tiburtina Ensemble is in handen van sopraan en musicologe Barbora Sojková. Zij begon reeds op jonge leeftijd muziek te maken en als lid van het Prague Philharmonic Children’s Choir reisde ze als kind de wereld rond. Ze studeerde koordirectie en musicologie aan de Charles University in Praag, waar ze het gregoriaans bestudeert onder leiding van specialist David Eben. Ze doet onderzoek naar de gregoriaanse traditie in Tsjechië en bestudeerde o.a. de bronnen uit het Praagse Sint-Jorisklooster. Als zangeres neemt ze deel aan uiteenlopende productes, gaande van middeleeuwse muziek tot barokopera.
Het Tiburtina Ensemble was te horen op alle grote Tsjechische festivals en op diverse plaatsen in Europa. Op hun eerste cd voor het Tsjechische label Supraphon, Flos inter Spinas, is laatmiddeleeuwse
7
binnenkort VR | 14.03.14 | 18:00 ZA | 15.03.14 | 18:00 Voorwaarts Mars / En Avant Mars Houten jubileum van het jaarlijkse minifestival georganiseerd door vzw Hardscore ZO | 16.03.14 | 15:00 | Concertzaal deFilharmonie Bartók, Nielsen DO | 20.03.14 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT Raquel Andueza & La Galanía Monteverdi, Mazzochi, Sances, Merula, Ferrari VR | 21.03.14 | 20:00 | Concertzaal Symfonieorkest Vlaanderen Neyrinck, Lindberg, Mozart ZA | 22.03.14 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Brentano Quartet Mozart, Sjostakovitsj, Beethoven ZO | 23.03.14 | 16:00 | Concertzaal deFilharmonie, Dirk Brossé (dirigent), Nico Sturm (acteur) KIDconcert | Pinokkio (6+) met workshop van 13:00 tot 15:00
WO | 26.03.14 | 14:00 | Kraakhuis Anthony Romaniuk Chopin WO | 26.03.14 | 20:00 | Concertzaal The Spring Quartet | Jack DeJohnette, Joe Lovano, Esperanza Spalding & Leo Genovese Jazz DO | 27.03.14 | 20:15 | Handelsbeurs (Kouter 29) Arcanto Quartett & Jorg Widmann Bach, Beethoven, Brahms ZA | 29.03.14 | 20:00 | Kraakhuis Theatre of Voices Weir, Pärt, De Machaut, Dunstable, GudmundsenHolmgreen, Volans ZA | 29.03.14 | 20:00 | De Centrale (Kraankindersstraat 2) Mahwash Afghaanse muziekcultuur WO | 02.04.14 | 16:00 | Kraakhuis ZA | 05.04.14 | 16:00 | Kraakhuis Joke Van Leeuwen Toen mijn vader een struik werd | muzikale vertelling met cello & piano (10+)
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Pieter Mannaerts Di - vr 10:00 - 12:30 & 13:30 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 |
[email protected] | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)