VERGADERING DATUM AGENDAPUNT BIJLAGE
: : : :
OPENBAAR BESTUUR 25 MAART 2009 12 OB-09-11
BETREFT
: Visie op samenwerking m.b.t. voederwaardering in Nederland
In de achterliggende maanden is op verzoek van het Dagelijks Bestuur een visie ontwikkeld op de door het Nederlandse diervoederbedrijfsleven gewenste samenwerking m.b.t voederwaardering in Nederland tussen het PDV enerzijds en kennisinstellingen anderzijds. De visie is opgesteld vanuit het collectieve belang van de diervoedersector in de gehele kolom. De meest daarvoor in aanmerking komende kennisinstellingen Centrum Diervoeding (WUR, ASG en FDUU) en SFR zijn uitgenodigd om aan te geven in hoeverre zij op basis van deze visie bereid zijn in de nadere uitwerking hiervan te participeren. ADVIES De Adviescommissie CVB en het Dagelijks Bestuur adviseren positief. FINANCIËLE ASPECTEN SOCIALE CONSEQUENTIES VOORSTEL Het voorstel is met de visie in te stemmen en te besluiten om met betrokken kennisinstellingen in overleg te treden tot nadere uitwerking ervan. COMMUNICATIE BIJLAGE(N) : 1
Openbare vergadering bestuur PDV 25 maart 2009
1 van 1
Contouren gewenste samenwerking PDV - onderzoeksinstellingen m.b.t. voederwaardering in Nederland 1 Inleiding Naar aanleiding van een toelichting door SFR op haar visie t.a.v. het PDV beleid betreffende de ‘CVB activiteit’ voor de leden van het Dagelijks Bestuur op 20 januari 2009 is besloten een notitie op te stellen, waarin door het diervoeder bedrijfsleven wordt aangegeven wat zij als de gewenste c.q. ideale (samenwerkings)situatie met Nederlandse onderzoeksinstellingen op het vlak van voederwaardering ziet. In deze notitie wordt deze gewenste situatie geschetst. Met opzet wordt het woord ‘geschetst’ gebruikt, omdat het gaat om de richting en de contouren en niet om een gedetailleerde invulling. Een meer gedetailleerde invulling kan tot stand komen in coöperatief overleg tussen de betrokken potentiële samenwerkingspartners. Deze notitie beperkt zich tot de samenwerking van het PDV met twee in Nederland aanwezige onderzoeksinstellingen die, grotendeels gefinancierd door en ten behoeve van derden, onderzoek uitvoeren op het (brede) vlak van de voederwaardering en voederwaarderingsysteem, t.w. de partners van het Centrum Diervoeding (Leerstoelgroep Diervoeding van WU, Animal Sciences Group, Afdeling Voeding van de FDUU) en Schothorst Feed research. Deze notitie is opgesteld in overleg met de Adviescommissie CVB en het Dagelijks Bestuur.
2 Gewenste situatie vanuit het PDV bezien 2.1
Voederwaarderingsysteem
De gewenste situatie voor het diervoederbedrijfsleven is dat er in het publieke domein, in eerste instantie op nationaal niveau, maar op langere termijn ook internationaal, één breed gedragen voederwaarderingsysteem bestaat, dat als onafhankelijke referentie geldt. Hier wordt gesproken over ‘voederwaarderingsysteem’ in het enkelvoud; in feite gaat het om afzonderlijk voederwaarderingsysteem, zowel per diersoort (herkauwers, varkens, pluimvee, konijnen, paarden) en soms opgesplitst naar specifieke diercategorieën (bijv. binnen puimvee: legpluimvee, vleeskuikens) en per diersoort/categorie opgesplitst in afzonderlijke systemen voor energie, eiwit/aminozuren, mineralen en (bij rundvee) voeropname en structuurwaarde.
1
Een voederwaarderingsysteem bestaat altijd uit twee delen, het aanbod vanuit het voer en de benutting door het dier, beide beschreven in dezelfde eenheden. In de (wetenschappelijk gefundeerde) beschrijving van een systeem worden de rekenregels waarmee aanbod en benutting worden berekend afgeleid en gemotiveerd. De ontwikkeling van een (nieuw) voederwaarderingsysteem kent een aantal fasen, t.w.: • innovatief conceptueel en funderend onderzoek • ‘engineering’ van het systeem als zodanig • validatie van het systeem • ontwikkeling van producten (publicatie van het systeem incl. de systematiek van de waardering van voedermiddelen en de berekening van behoeftenormen, tabellen met waardering van voedermiddelen in verschillende vormen e.a.) • introductie van het systeem naar de praktijk • a) onderhoud van het systeem en b) praktisch gebruik van systeem op basis van beschikbaar gestelde producten (incl. beschikbaarheid van –desgevraagd- praktisch ondersteuning). 2.2
Schematische weergave totstandkoming van voederwaarderingsystemen
Het bovenstaande is (vereenvoudigd) als volgt weer te geven: Onderdeel Innoverend onderzoek (conceptueel, fundamenteelstrategisch)
Betreft Bestudering van de respons van landbouwhuisdieren op voeding(svariabelen)
T o e l i c h ti n g • Vooral openbare kennis; • Vertrouwelijk beschikbaar gestelde k enni s ; • Kennis met Intellectual Property Rights (IPR) beschikbaar tegen b e ta l i n g
In p u t Voederwaarderingsysteem
Distributie naar g e b ru i k e rs
•
Reflectie ‘Engineering’ van kennis tot een systeem; Genereren van cijfers; opstellen van tabel(len); Publicatie van systeem als referentiesysteem Beschikbaarstelling 1. Gebruik van CVB systeem en producten als zodanig 2. Gebruik van CVB systeem en producten, aangevuld met eigen ideeën
Validatieonderzoek van het systeem Cijfers genereren voor tabellen d.m.v. routinematig onderzoek
Bedrijven/instellingen die ‘bedrijfseigen systemen’ in de markt zetten, met CVB als basis
Innoverend onderzoek: Het voor de voederwaarderingsystemen relevante veevoedkundig onderzoek bestudeert de respons van landbouwhuisdieren op voedingsvariabelen. De output betreft a) alle openbare kennis als resultaat van onderzoek dat in Nederland en elders in de wereld plaatsvindt, en dat gepubliceerd wordt in wetenschappelijke tijdschriften, b) kennis die door het onderzoek vertrouwelijk t.b.v. de engineering van voederwaarderingsystemen beschikbaar wordt gesteld, en c) kennis die in incidentele gevallen, vanwege Intellectual Property Rights (IPR) bij een bepaalde partij tegen betaling wordt verkregen.
2
•
Het (CVB) voederwaarderingsysteem: Het gaat hierbij om onderhoud, actualisatie en innovatie van - met de door het onderzoek gegenereerde kennis – het ‘CVB voederwaarderingsysteem’. Het ontwikkelen van een systeem is te beschouwen als ‘engineering’. Verder gaat het om het verwerven, interpreteren van cijfers (enerzijds m.b.t. de waardering van voedermiddelen en anderzijds m.b.t. de nutriëntbehoefte van dieren onder verschillende productie- en fysiologische omstandigheden). Daartoe dienen vooral voor de voederwaardering door routinematig onderzoek gegevens over vertering en afbraak in doeldieren te worden gegenereerd (‘stampwerk’ volgens vaste protocollen). Dit resulteert in het ‘CVB voederwaarderingsysteem’ dat als actuele referentie aan (potentiële) gebruikers wordt aangeboden.
•
Gebruikers: Het derde deel betreft het gebruik van het CVB voederwaarderingsysteem. Er zijn gebruikers die het CVB (referentie)systeem met bijbehorende producten als zodanig gebruiken; een andere categorie baseert zich op het CVB systeem, maar voegt daar ‘eigen ideeën’ aan toe.
2.3
Plaats van Nederlandse kennisinstellingen in het schema
In onderstaand schema is aangegeven met welke activiteiten de Nederlandse kennisinstellingen zich bezighouden. Onderdeel Innoverend onderzoek (conceptueel, fundamenteelstrategisch)
Betreft Bestudering van de respons van landbouwhuisdieren op voeding(svariabelen)
T o e l i c h ti n g Centrum DierSchothorst voeding (primair Feed Research lsg. Diervoeding als onderzoeksen FDUU) i n s t i tu u t Vooral openbare kennis; Vertrouwelijk beschikbaar gestelde k enni s ; Kennis met IPR beschikbaar tegen b e ta l i n g
In p u t CVB Voederwaarderingsysteem
Gebruikers
Reflectie ‘Engineering’ van kennis tot een systeem; Genereren van cijfers; opstellen van tabel(len); Publicatie van systeem als referentiesysteem BeschikBaarstelling 1. Gebruik van CVB systeem en producten als zodanig 2. Gebruik van CVB systeem en producten, aangevuld met eigen ideeën
Schothorst Feed Research als onderzoeksi n s t i tu u t Validatieonderzoek van het systeem Cijfers genereren voor tabellen d.m.v. routinematig onderzoek Centrum Diervoeding (primair ASG, Lelystad)
Schothorst Feed Research als c o ns u l ta n t Bedrijven/instellingen die ‘bedrijfseigen systemen in de markt zetten met CVB als basis
In dit schema komt het Centrum Diervoeding twee keer voor,
3
• •
één keer (en dan vnl. via de universitaire partners in dit – virtuele - centrum) t.b.v. het innoverende onderzoek, en één keer (nl. als ASG) als instelling die op offertebasis meedingt naar opdrachten van het PDV t.b.v. het genereren van de voor tabellen noodzakelijke cijfers.
Verder blijkt dat SFR drie keer in het schema voorkomt • als onderzoeksinstelling die kan bijdragen aan innoverende kennis, • als contract researchorganisatie die kan meedingen naar opdrachten van het PDV t.b.v. het genereren van de voor tabellen noodzakelijke cijfers, en • als (betalende) gebruiker van het CVB systeem in het kader van haar consultancy activiteiten. 2.4
Kenmerken van het voederwaarderingsysteem
Het gewenste voederwaarderingsysteem dient naar de mening van het diervoederbedrijfsleven aan de volgende criteria te voldoen: a. Het systeem is (maximaal) transparant Concreet betekent dit: • De producten en publicaties waarin een voederwaarderingsysteem als zodanig wordt beschreven zijn publiek beschikbaar1. Dit betekent dat iedereen kennis kan nemen van de systematiek die wordt gehanteerd om voedermiddelen te waarderen, alsook hoe de behoeftenormen (gebaseerd op en afgeleid van studies naar de benutting) voor de dieren (afhankelijk van leeftijd, fysiologisch stadium e.d.) worden berekend. • Producten waarin meer uitgebreid en concreet voederbehoeften voor een aantal concrete situaties worden afgeleid en/of beschreven zijn publiek beschikbaar. • Producten met chemische samenstellingen en voederwaarden van individuele voedermiddelen.2 Hier kunnen verschillende vormen worden onderscheiden. Vorm 1 2
Informatie chemische samenstelling en voederwaarden voedermiddelen Beknopt, statisch Uitgebreid, statisch3
3
Uitgebreid, dynamisch
4
Gedetailleerde publicatie rekenregels waardering individuele voedermiddelen
Opmerkingen Niet geschikt voor rantsoen / voerformulering Geschikt voor voerformulering door bedrijven op ‘laag’ nutritioneel niveau Gebruiker kan voor partijen met andere chemische samenstelling dan de gemiddelde m.b.v. beschikbare analysegegevens chemische samenstelling en voederwaarden herberekenen. Het gaat hier om gedetailleerde, voedermiddel specifieke rekenregels, die ten grondslag liggen aan de voederwaarden in de vormen 1 en 2, en gebruikt (maar niet zichtbaar zijn) in 3. Het gaat om de ‘rekenregels onder 2’ in Bijlage 1.
In de gewenste situatie kan in principe iedereen die bereid is daarvoor te betalen en zich te conformeren aan de (aanvullende) voorwaarden m.b.t. het gebruik ervan (wel/niet al1
Onder ‘publiek beschikbaar’ wordt hier verstaan dat iedereen erover kan beschikken, maar wel (vrijwel) altijd tegen betaling. 2 Voor een schema hoe de voederwaarden worden berekend wordt verwezen naar Bijlage 1. 3 Product geeft geen handvatten hoe voederwaarden aan te passen in geval een voedermiddel een andere dan de gemiddelde samenstelling heeft. s in ontwikkelde landen bij slechts deel van (kleinere) bedrijven aan de orde, maar in groot deel van de wereld zet een bedrijf bij overstappen op een statische tabel / matrix van een goed systeem een grote stap voorwaarts.
4
leen binnen de eigen organisatie en niet/wel aan derden beschikbaar mogen stellen). De prijsstelling van de voederwaardetabellen is afhankelijk van de manier waarop het voederwaarderingsysteem wordt gefinancierd. b. Het systeem is wetenschappelijk onderbouwd c. Het systeem is degelijk en goed onderbouwd Voor de waardering van individuele voedermiddelen betekent dit dat als regel, zeker niet voor belangrijke voedermiddelen en zeker niet op (lange) termijn, meer dan één partij van een bepaald voedermiddel in een verteringsproef dient te worden onderzocht. d. Het systeem is actueel Het gaat om het beschikken over een voederwaarderingsysteem waarmee in de praktijk nutritioneel optimale voeders voor productiedieren kunnen worden geproduceerd. Een systeem dat wetenschappelijk achter is, voldoet niet aan deze eis. Anderzijds moet gewaakt worden voor het klakkeloos volgen van ´allerlei hypes´, en dient zorgvuldigheid te worden betracht wat betreft het ´op zijn kop gooien´ van een bestaand systeem. d. Het systeem is objectief en rationeel Aan iedere publicatiewaarde ligt een objectieve en rationeel onderbouwde benadering ten grondslag, waarbij geen rekening worden gehouden met de (commerciële) belangen van bepaalde partijen. e. Het systeem is praktisch goed toepasbaar Praktische toepasbaarheid vraagt om (relatief) eenvoudige presentatie, zeker naar de eindgebruikers. f.
2.5
Het systeem heeft een breed draagvlak binnen de diervoederkolom als zodanig en bij de individuele schakels Beheer van het voederwaarderingsysteem
•
Het beheer en de verantwoordelijkheid voor het onderhoud, de actualisatie en innovatie van een voederwaarderingsysteem dat voldoet aan de onder 2.2 beschreven criteria is nu en in de toekomst het beste gewaarborgd indien dit berust bij een onafhankelijke organisatie, die draagvlak heeft bij alle belanghebbenden in de diervoederkolom (en hun brancheorganisaties).
•
Deze instantie is tevens verantwoordelijk voor de samenstelling van een gedifferentieerd productenpakket.
•
Het PDV is een organisatie die momenteel binnen Programma II (Uniformering voederwaardering) een voederwaarderingsysteem beheert, en ook uitstekend geëquipeerd is om deze taak ook in de toekomst te vervullen.
•
Indien het PDV om haar moverende redenen zou besluiten Programma II te beëindigen en zij dus niet langer kan zorgen voor de gewenste continuïteit van het voederwaarderingsysteem, dient zij het initiatief te nemen voor de overdracht van dit systeem c.q. de CVB activiteit naar een andere onafhankelijke instelling. Voor deze nieuwe beheersinstelling gelden de volgende criteria: o Deze instelling heeft geen commerciële of andere belangen wat betreft de aanwending van de te genereren inkomsten, anders dan dat deze maximaal worden ingezet voor het verder verbeteren van het voederwaarderingsysteem.
5
o
o o
2.6
Deze instelling heeft geen directe belangen wat betreft het verwerven van opdrachten voor uitvoering van het routinematige onderzoek en ook geen directe belangen wat betreft het commercieel vermarkten (bijv. in het kader van consultancy) van de CVB producten. Deze heeft een breed draagvlak bij alle belanghebbenden in de diervoederkolom. De unanieme goedkeuring van alle instellingen waarmee het PDV op dat moment een samenwerkingsovereenkomst heeft betreffende het voederwaarderingsysteem / de CVB activiteit is een vereiste.
Financiering van het voederwaarderingsysteem
•
Idealiter worden het onderhoud, de actualisatie en de innovatie van het gewenste voederwaarderingsysteem (inclusief onderbouwing en onderhoud van de waardering van individuele voedermiddelen) gefinancierd vanuit financieel toereikende publieke / collectieve fondsen. In deze situatie kan ook m.b.t. de waardering van individuele voedermiddelen volledige openheid worden betracht.
•
Wanneer het voederwaarderingsysteem, vanwege de onhaalbaarheid van een (volledige) publieke / collectieve financiering, (tenminste gedeeltelijk) gefinancierd moet worden uit marktinkomsten, heeft dit implicaties voor de mate van transparantie dan wel de condities waaronder bepaalde producten (m.n. de gedetailleerde publicatie rekenregels waardering individuele voedermiddelen; zie vorm 4 in eerder schema) beschikbaar worden gesteld, alsook oor de prijsstelling. De gewenste situatie is dan dat een zodanige beschikbaarstelling en afname worden gerealiseerd dat de daarmee te genereren netto inkomsten (samen met inkomsten uit publieke / collectieve fondsen) zodanig zijn dat onderhoud, actualisatie en innovatie van het systeem daaruit kunnen worden bekostigd.
2.7
Beschikbaarstelling van de producten van het voederwaarderingsysteem
•
Het door de beheerder van het voederwaarderingsysteem te ontwikkelen en beschikbaar te stellen productenpakket kan zowel rechtstreeks aan belanghebbende bedrijven beschikbaar worden gesteld, maar kan ook door verschillende intermediaire instanties (die bijv. een rol vervullen bij training en implementatie on site) worden gedistribueerd.
•
Binnen het huidige beheer door PDV dient voor het mogen gebruiken van de CVB kennis een contract te worden afgesloten met het PDV. De gebruikers betalen voor de CVB kennis, hetzij via een PDV heffing, hetzij in de vorm van een aan het contract verbonden jaarlijks te betalen fee. Prijsstelling is van de producten is afhankelijk van de manier waarop het voederwaarderingsysteem wordt gefinancierd.
3 Samenwerkingspartners Voor het in deze notitie beschreven, gewenste voederwaarderingsysteem, het onderhoud, de actualisatie en de innovatie daarvan, werken in Nederland het PDV, Centrum Diervoeding en SFR samen, rekening houdend met en met inbreng van de eigen core competenties en mogelijkheden. Daarbij worden aan de partners in het samenwerkingsverband de volgende eisen gesteld: • Bereidheid tot een structurele, constructieve en niet-competitieve samenwerking m.b.t. het gewenste voederwaarderingsysteem. 6
• •
Volledige openheid en transparantie naar de andere partners m.b.t. de uitvoering van d diverse activiteiten. Samenwerking op basis van collegialiteit en wederzijds vertrouwen.
4 Realisatie Na vaststelling van deze notitie door het bestuur van het PDV zal contact worden opgenomen met de genoemde samenwerkingspartners om te onderzoeken of zij bereid zijn aan de beoogde samenwerking ten behoeve van één voederwaarderingsysteem samen te werken. Wanneer zij zich daartoe – met inachtneming van de onder punt 3 gestelde eisen – bereid verklaren, zullen vervolgens de competenties en mogelijkheden van de samenwerkingspartners en hun taken en verantwoordelijkheden binnen het samenwerkingsverband nader moeten worden beschreven. Den Haag, 13 maart 2009 J. den Hartog / M.C. Blok
7
Bijlage 1. Berekening van de voederwaarden van een voedermiddel Chemical composition feed ingredient 1
Digestibility / degradability in target species 2 Digestible energy / digestible nutrients / digestible fractions 3 Calculation rules feed evaluation system 4 Energy value / protein value / mineral value / .....
1
Chemical composition feed ingredient Chemical composition of feed ingredients is variable, but within ingredients interrelationships exist.
2
Digestibility / degradability in target species The digestibility / degradability of a component / fraction in a feed ingredient is not a fixed value, but a function of the matrix (chemical composition) of the ingredient. E.g. the fecal dCP (%) if maize in pigs is not always 74%. This value applies to maize with a mean CP content. Due to a fecal endogenous loss of CP, the dCP will be lower for maize batches with a lower CP content, and higher for batches with a higher CP content. So the variability of the digestibility has to be related to the variation in chemical composition, using datasets of digestibility trials. These formulas mostly have the following structure: dX = aX + bY +dZ + c where: dX = the content of digestible nutrient X X = the content of nutrient X in the ingredient = the content of nutrients Y and Z that have an effect on dX c = constant (e.g. the basal endogenous loss) a, b, d = coefficients for X, Y and Z, respectively. Example: Calculation rules fecal digestible nutrient contents in growing/fattening pigs: For DCP: DCP = 0,989*RE – 22,5 For DCFAT: DCFAT = 0,790*CFAT -8,9 For DNSP: DNSP = 0,924*NSP – 59
3
Digestible energy / digestible nutrients / digestible fractions The content of digestible nutrient X is calculated from the content of X in the feed ingredient (see 1) and the digestibility / degradability (for which in many cases an estimation formula is used) (see ).
4
Calculation rules feed evaluation system Each feed evaluation system defines the supply of energy/nutrients and their utilisation in certain specific units and general formulas.
8