16
Voorlichting over verslaving gaat allang niet meer over verboden door agenten of een oud AA-mannetje met een wijzend vingertje. Hebben we het over voorlichting anno 2016, dan praten we over bewustwording, keiharde eerlijke voorlichting en het aangaan van een gesprek. Stichting Be Aware zoekt en vindt aansluiting bij jongeren van deze tijd. Wat blijkt: 65% van de schijnbaar zelfverzekerde jongeren is vaak onzeker. TEKST: Jolande Bastiaans \ FOTOGRAFIE: Esmée Franken
√
Verslaafde ouder² + karakter + omgeving
= VERSLAVING
Half elf op een koude miezerige doordeweekse dag. Pauze op een schoolplein van een grote middelbare school in het midden van het land. Jongens met disproportionele lange armen schieten rakelings met hun fiets langs de poort. Langs groepjes collega pubers die iets aan elkaar móeten laten zien op hun mobieltje. De kleinste van het stel gniffelt. Hij heeft een eiland van een rugzak aan zich hangen. De meisjes ietwat verderop staan rechterop en maken daardoor alleen al een volwassenere indruk. De kleding is uniform: een MET-jeans en een trui in een onopvallende kleur. In de haarcoupes zit ook weinig variatie. Dat is lang. Alleen de kleur kan afwijken. Ruim 1300 kinderen wandelen op dat moment in en rond de school en het vermoeden rijst dat er minstens evenzoveel mobieltjes mee wandelen. Dat is er veranderd de afgelopen jaren. Verder lijken het dezelfde kinderen pubers in meer of mindere mate op weg naar volwassenheid - in een gigantisch gebouw dat ten dienste staat van voorgezet onderwijs. Wat er nog meer anders is, is dat geen enkele puber rookt. Althans niet op het schoolplein. Voor aan het hek hangt dan ook een rookverbod bord. Op deze school wordt niet gerookt. In de hal lijkt de tijd weer te hebben stilgestaan. Geroezemoes afgewisseld
met overschietende stemmen, gegiechel, trappen, snoep- en frisdrankautomaten en groen vinyl op de vloer. Waarover dagelijks duizenden voeten schuifelen.
STOERE LES Deze ochtend staat er voor havo 2 een voorlichtingsles over verslaving van stichting Be Aware op het programma. Dat vinden de leerlingen zichtbaar spannend, want voor het klaslokaal staat een groepje kinderen met verwachtingsvolle gezichten te dringen en te wachten. Even geen wis-, natuur- of scheikunde, maar praten over verslaving. Dat is stoer en in ieder geval niet saai. Bij de eerste tonen van de bel - hé, dat is echt nieuw, deze synthesizerachtige deun- vliegen dertig dertien- en veertienjarigen de klas in. Op zoek naar een plaatsje. Een jongen ziet eruit alsof hij uit het Middellandse Zeegebied komt; voor de rest zijn het allemaal oer-Hollandse leerlingen. Dat blijkt ook uit de naamkaartjes die ze zelf moeten maken: Jesse, Jasmijn,
Kelly Roelofs, senior voorlichter van stichting Be Aware
17
‘
Wat gebeurt er in die afkickhuizen waar die mensen vastgebonden worden?
’
18
Jeroen, Fabian, Merel, Floor, Jip en Nina. Voor de klas staat Kelly Roelofs, senior voorlichter van de stichting. Routineus past ze haar stemvolume aan, aan het rumoer in de klas. ‘Hallo jongens en meisjes, welkom bij deze les over verslaving. We gaan deze ochtend een hoop te weten komen over verslaving. Maar het doel van deze lessen is het aangaan van het gesprek met jullie. Daarbij is het belangrijk om te weten dat alles wat jullie vertellen ook hier in de klas blijft. Wil je na deze les met mij of met een van mijn collega’s praten, dan kan dat. Het e-mailadres staat achter in de werkmap die voor jullie ligt.’
‘Wat gebeurt er in die afkickhuizen waar die mensen vastgebonden worden?’ ‘Dat vastbinden is uit den boze’ beantwoordt Kelly de vraag lachend. ‘In zo’n kliniek leren mensen hoe ze met het leven om moeten gaan zonder alcohol, drugs en andere middelen of gedrag.’ ‘Ben u zelf verslaafd geweest,’ vraagt Isa’s buurvrouw. ‘Ja,’ beaamt Kelly. Waarna ze in het kort haar levensverhaal doet. Als ze vertelt dat ze in haar grootste wanhoop een zelfmoordpoging heeft gedaan, wordt het muisstil en kijken sommige meisjes elkaar aan. ‘Hoe dan,’ vraagt een meisje. ‘Dat vraag je toch niet,’ zegt een ander meisje vooraan in de klas. ‘Het is oké, hoor,’ zegt Kelly. ‘Door vergassing.’ Om daarna bijna achteloos verder te gaan met de les.
AFKICKHUIZEN
INSTAGRAM
Kelly begint de leerlingen het verschil uit te leggen tussen een gewoonte en een verslaving. Dat doet ze door heel dicht in de buurt te blijven van het referentiekader van de kinderen. ‘Gewoontes zijn je telefoon tig keer checken, de koelkast induiken en je fiets op slot zetten. Dat zijn dingen die je meestal doet zonder er bij na te denken. Met een verslaving kun je niet meer stoppen, ook al wil je dat heel graag.’ Op de vraag waar je allemaal aan verslaafd kunt raken, weet de hele klas zo antwoord te geven. Dertig vingers gaan de lucht in. Drugs, alcohol, roken, gamen en eten. ‘En aan je telefoon,’ weet Merlijn. Op de vraag of er al vragen zijn, steekt Isa haar hand op.
In het werkboek dat Be Aware zelf samenstelde wordt nergens met het bekende vingertje gewezen, noch wordt er gesproken over verboden. De nadruk ligt veel meer op kennis bijbrengen en goede keuzes maken in het leven. De kinderen kunnen in het werkboek zelf invullen wat zij goede en slechte gewoontes vinden en op een andere pagina is te vinden hoe een slechte gewoonte zich kan ontwikkelen tot een verslaving. Kelly legt uit hoe een verslaving werkt in je hersenen en waarom de ene mens gevoeliger voor verslaving is dan de andere. En waarom juist pubers gevoeliger zijn voor een verslaving. Dat er in onze hersenen een stofje vrijkomt dat dopamine heet wanneer we een reactie krijgen op Instagram, een goed punt krijgen of een nieuw level halen bij het gamen. En dat dit stofje ons een fijn
gevoel geeft. En dat mensen die verslavingsgevoelig zijn minder dopamine hebben dan iemand die dat niet is. ‘Er spelen drie factoren een grote rol bij die verslavingsgevoeligheid’, vertelt Kelly de klas. ‘Ten eerste je aanleg, zoals ouders die verslaafd zijn, wat voor karakter je hebt en of je bijvoorbeeld ADHD hebt. Vervolgens je omgeving: op wat voor school je zit, of je gepest wordt en of er thuis allemaal vervelende dingen gebeuren. En als laatste je persoonlijke karakter: hoe ga je om met pijn en onzekerheid, ben je gauw verveeld of heb je een rebels karakter?’
REPTIELENBREIN Aan de hand van plaatjes van de hersenen legt Kelly uit dat er een deel van het brein is waar we geen invloed op hebben. Deze hersenstam (reptielenbrein voor de kinderen) is verantwoordelijk voor de basisfuncties van het lichaam zoals ademhaling en hartslag. Het verschil tussen willen (gewoonte) en moeten (verslaving) wordt geïllustreerd aan de hand van een wedstrijdje in de klas. Iedereen moet zijn hand opsteken en de adem inhouden. Net zolang tot Kelly zegt dat de kinderen weer adem mogen halen. Zij belooft dat er niemand flauw zal vallen. Na een minuut verdwijnen de meeste armen en zijn er hier en daar harde zuchten te horen. Sem wint de ademwedstrijd. Hij ontvangt daarvoor als cadeautje een applaus van de hele klas. Tijd voor de kinderen om de verslavingsgevoeligheidstest in te vullen. De uitgebreide vragenlijst is verdeeld in: persoonlijk, familie, school en omgeving. Dat vinden de kinderen leuk: vragen over zichzelf invullen. Vol overgave stort de klas zich op het zelfonderzoek. Op de vraag of de kinderen iemand kennen die verslaafd is, moeten zij hard nadenken. ‘Is
iemand die af en toe wijn drinkt alcoholist?’, wil Eva weten. ‘En als iemand vijftien sigaretten per dag rookt. Is hij dan verslaafd?’ Dan blijkt dat er maar twee kinderen in de klas zijn die niemand kennen die verslaafd is. Sophie vertelt dat haar moeder een vriendin heeft met een eetstoornis die per se geen hulp wil. En dat haar moeder het daar erg moeilijk mee heeft.
OOR MISSEN Tijdens het laatste deel van de les krijgen de kinderen een filmpje te zien met daarin verslaafde jongeren (in herstel) die vertellen over hoe hun verslaving is begonnen en wat dit voor gevolgen heeft gehad op hun leven. Na de film is de klas doodstil. Totdat een meisje vraagt: ‘Miste die ene jongen nou een oor?’ Kelly legt uit dat hij dat oor verloren is toen hij onder invloed een auto-ongeluk heeft gehad. En dan eindelijk… de hele klas had er al op gewacht - want ze waren al aangekondigd - is het tijd voor de stemkastjes. Ieder kind krijgt een stemkastje waarop het anoniem antwoorden kan geven op vragen die Kelly stelt. Uit de antwoorden op de vragen - die in tabelvorm op het scherm in de klas te zien zijn - blijkt dat dit (nog) een hele brave klas is. 98 procent heeft nog nooit geblowd en 85 procent heeft nog nooit een glas alcohol op. Op de vraag of kinderen van zichzelf vinden of ze een ongezonde relatie met eten hebben, blijken wat meer positieve antwoorden te zijn gegeven. Kelly benadrukt dat het heel belangrijk is om
‘
Het blijkt dat er maar twee kinderen in de klas zijn die niemand kennen die verslaafd is
’
19
worden gedaan, wordt enthousiast gereageerd. Tof vinden ze dat. Voor het eerste rollenspel wordt de klas in tweeën gedeeld en moet de ene helft van de klas de andere helft overhalen om mee te blowen. Van te voren mogen er argumenten opgeschreven worden om de andere helft te overtuigen. Tijdens het echte rollenspel blijkt hoe moeilijk het is om te weigeren. Alle tegenargumenten - het is slecht voor je hersenen, ik vind het vies en je raakt de controle kwijt - ten spijt. Vooral als je op deze leeftijd voor bange schijterd uitgemaakt wordt. Het rollenspel wijst uit dat je gewoon heel erg sterk in je schoenen moet staan wil je de peer pressure doorstaan. ‘Check je vrienden’, geeft Kelly de klas als advies mee.
APP GESPREK
over je problemen te praten. ‘Met je ouders, je vrienden, met de leerkrachten, met wie je maar wilt. Ik ben ook vertrouwenspersoon, dus je mag altijd contact met me opnemen’. Ter afsluiting vraagt Kelly of de leerlingen op een post-it willen schrijven wat ze van de les vonden. Floor schreef: Heel goed. Niet saai. Interessant. Heel goed dat het verteld wordt door iemand die het zelf heeft meegemaakt. Leuker dan ik dacht dat het werd.
BANGE SCHIJTERD Tijdens de lunchpauze verdringen zo’n duizend leerlingen zich voor de snack- en frisdrankautomaten. Het regent zodat de aula en de kantine bomvol zitten. Tijd voor de volgende klas. Havo 3 heeft de introductie les vorig jaar gehad en is vandaag aan de beurt voor het vervolg. Ook deze klas bestaat uit 30 leerlingen en direct bij binnenkomst is te zien wat een jaar in de puberteit teweegbrengt. In deze klas zijn er beduidend meer puistjes, meer beugels en is de gemiddelde lengte een stuk omhoog geschoten. Bestond havo 2 nog uit kinderen, in klas 3 is daar (vrijwel) niks meer van terug te vinden. In deze groep zitten mooie jonge meiden in een kring en jongens die dit met een soort nieuwsgierige vanzelfsprekendheid gadeslaan. Op Kelly’s aankondiging dat er in de komende twee uur veel met de stemkastjes wordt gewerkt en rollenspelen 20
Het tweede rollenspel gebeurt door Kelly en Jasmijn, een beeldschoon meisje dat qua kledingkeuze iets verder lijkt te zijn dan de rest van de meiden in de klas. Ze oogt daardoor ouder dan de andere meiden. Ook dit rollenspel staat geheel in het teken van de weerbaarheid. Er wordt een WhatsApp gesprek nagebootst waarbij Kelly een hele mooie hunk speelt (via de laptop op een groot scherm) en Jasmijn zichzelf. Kelly Hoi Jasmijn Hey babe Kelly Gaat ie? Jasmijn Oké Kelly Je ziet er ook oké uit Jasmijn Dank je Kelly Nu we het daar toch over hebben… Jasmijn Wat Kelly Ik zou graag een mooie foto van je willen Jasmijn Heb je toch? Kelly Nee een andere. Een lekkere foto Jasmijn No Way Kelly Ik denk het wel Jasmijn Echt gast, No Way Kelly Ruilen tegen dat ene filmpje? Jasmijn Welke filmpje? Bedoel je? Kelly Yep Jasmijn Dit ga je niet menen Kelly Toch wel Jasmijn Eikel Kelly Smiley Jasmijn Echt niet
Kelly Je moet nu beslissen Jasmijn Ik doe het echt niet Kelly Ik zet het er nu op. Binnen 1 minuut heeft de hele school het Jasmijn Echt niet Kelly Nu beslissen Jasmijn Jezus Kelly Nu! Jasmijn Ja, oké oké ‘‘Wat gebeurde hier nou?’ vraag Kelly aan Jasmijn na afloop. Jasmijn: ‘Ik raakte in paniek. Ik kon helemaal niet meer nadenken. Ik dacht alleen maar dat als ik weigerde hij het filmpje aan de hele school zou laten zien.’ ‘Nooit, nooit, nooit zo’n foto sturen, richt Kelly zich tot de klas. Ga er nooit op in. De gevolgen zijn niet te overzien en foto’s en filmpjes verdwijnen nooit meer van het internet. Wie van jullie die een dergelijke filmpje en/of foto van een klasgenoot zou krijgen, zou eigenlijk het filmpje openen en bekijken? vraagt Kelly de klas. Heel de klas steekt zijn vinger op. ‘Ben je dan eigenlijk niet net zo schuldig? Deze twee rollenspelen geven aan hoe moeilijk het is nee te zeggen, verklaart Kelly de klas. Ondanks het feit dat je daardoor misschien wel verkeerde keuzes maakt.’
‘
De helft van de jonge mensen blijkt zich geregeld eenzaam en bang te voelen, zowel op school als thuis
’
ZWAK EN SLECHT Ook deze klas gaat aan de slag met de stemkastjes. Weliswaar met andere - meer gerichte en persoonlijke - vragen, maar ook bij deze een jaar oudere kinderen vallen de stemkastjes erg in de smaak. Vragen als: Vind jij nee zeggen tegen je vrienden moeilijk? Heb jij wel eens iets gedaan om erbij te horen? En ben jij wel eens onzeker over je uiterlijk? Op de laatste vraag geeft 65 procent aan geregeld onzeker te zijn. Kelly bespreekt de antwoorden met de klas. Jeppe vindt het raar dat mensen onzeker zijn over hun uiterlijk. Hij snapt er niets van. De meeste meiden uit zijn klas zijn toch mooi? Kelly: ‘Denk jij dat alleen minder mooie mensen onzeker zijn over hun uiterlijk, Jeppe? Want ik kan je vertellen dat ook modellen onzeker zijn. Jeppe kan er met zijn verstand niet bij. ‘Onzeker zijn is zo niet stoer!’ Op de vraag of de klas wel eens iets gedaan heeft om erbij te horen, geeft 55 procent een bevestigend antwoord. Ook hier praat Kelly weer met de klas over. Opvallend vaak vallen de woorden zwakte en slecht. ‘Neem vooral jezelf serieus’, drukt Kelly de klas op het hart. ‘Geef altijd je eigen grenzen aan en praat over je problemen. Met wie dan ook.’ De helft van de jongelui blijkt zich geregeld eenzaam en bang te voelen, zowel op school als thuis. Maar twee leerlingen van de hele klas zeggen zich nooit somber te voelen. Maar liefst 94 procent van klas havo 3 21
bespeurt wel eens somberheid bij zichzelf, zo erg dat ze het even niet meer zien zitten.
APPLAUS Het einde van de twee uur durende voorlichtingsles nadert. Het is inmiddels tegen drieën en buiten de klas lopen ondertussen de eerste leerlingen richting hun fiets. Voor hen zit de schooldag er voor vandaag op. Kelly heeft nog een paar laatste vragen. Een daarvan neemt een hele belangrijke plaats in: Wie kent iemand uit zijn of haar directe omgeving (buiten het roken om) die verslaafd is? Bijna 14 procent (een kleine rekensom leert dat dat vier kinderen zijn) beantwoordt deze vraag bevestigend. Als Kelly vraagt of iemand hierover wil praten, steekt alleen Pieter zijn hand op. ‘Mijn vader is verslaafd’, zegt hij. ‘En dat vind ik erg moeilijk. Het is gewoon een rotsituatie. Hij is onder behandeling bij zo’n instelling, maar of het helpt? Geen idee.’ Pieter huilt zachtjes met zijn gezicht naar de grond gericht. Zijn smalle schouders schokken. Iemand begint te klappen. Eerst een, dan twee. Net zolang tot heel de klas klapt. Voor Pieter. ‘Kun je hier met iemand over praten, Pieter’, vraagt Kelly. ‘Jawel, met mijn moeder en ook wel met mijn vader. Ik vind het gewoon niet makkelijk.’ Kelly benadrukt nog eens dat alle leerlingen haar kunnen bellen of mailen.
‘
Mijn vader is verslaafd.’ Pieter huilt zachtjes met zijn gezicht naar de grond gericht
’
De les is afgelopen. In groepjes drommen de leerlingen naar buiten. Naar hun fietsen, naar de bus. Alleen of met een groepje. Maar allemaal stuk voor stuk met hun mobieltje in de aanslag. Zestig van die leerlingen hebben we vandaag ietsjes beter leren kennen. Zestig leerlingen, waarvan er zo’n tien procent hoogstwaarschijnlijk eens in zijn of haar leven verslaafd raakt. Zes jong volwassenen. Laten we hopen dat ze vandaag zoveel van de lessen opgestoken hebben dat ze signalen van verslaving in ieder geval herkennen. En misschien nog wel het belangrijkste: dat ze erover praten. Ongeacht met wie. ■
Stichting Be Aware Stichting Be Aware werd in 2012 opgericht om zich te richten op een meer effectieve wijze van preventie en voorlichting in de onderbouw van middelbare scholen. Geen preventie met het ‘vingertje’, maar voorlichting vanuit herkenning, erkenning en begrijpen. De stichting heeft als doel om kwetsbare jongeren (met verhoogde verslavingsgevoeligheid) te behoeden voor verslaving. Be Aware geeft niet alleen voorlichting aan jongeren. Er worden ook docententrainingen, voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders en workshops (alcohol, social media, gamen en roken) gegeven. Daarnaast zijn alle voorlichters ook opgeleid tot vertrouwenspersoon. Leerlingen, ouders maar ook docenten kunnen bij hen vertrouwelijk terecht. Be Aware is opgenomen in het project ‘De Gezonde School’ vanuit de overheid. Een project om de gezondheid van leerlingen te bevorderen. Onder andere met zaken als rookvrije schoolpleinen en het stimuleren van sport, ontbijten en gezonde voeding. Meer informatie op www.stichting-be-aware.nl
22