ABS-artsen: steun verslaafde artsen
voor
Een verslaving kan iedereen overkomen. Ook artsen. Artsenfederatie KNMG biedt met het project ABS-artsen sinds 2011 hulp aan artsen met verslavingsproblemen. Dit wordt uitgebreid met een monitoringsprogramma van vijf jaar. Zo wordt een belangrijke waarborg voor patiëntveiligheid ingebouwd.
Drempel hoog Voor verslaafde artsen is de drempel erg hoog om hulp te vragen. Bij het steunpunt ABS-artsen kunnen artsen anoniem terecht. Hiermee verlagen we de drempel om hulp te zoeken.
Hans Rode, psychiater verbonden aan het project ABS-artsen, vandaag in de Volkskrant: “Het uitgangspunt is: hoe kunnen we deze artsen voor hun vak behouden? Wij willen hun een veilige haven bieden. Zieke artsen verdienen net zo’n goede behandeling als hun patiënten.”
Monitoring Nog voor de zomer breidt de KNMG het project ABS-artsen uit met een monitoringsprogramma: artsen worden vijf jaar lang ondersteund, gemonitord en gecontroleerd als stok achter de deur. Verslaafde artsen worden getest op gebruik, begeleid door een bedrijfsarts, nemen deel aan een zelfhulpgroep en krijgen een ‘buddy’ op de werkvloer, een collega die ze in vertrouwen nemen over hun verslaving. Het doel is op een veilige manier weer aan het werk te gaan, veilig voor de patiënt en voor zichzelf.
Behandeling verslaving succesvol Al sinds 2011 kunnen artsen met verslavingsproblemen – alcohol of andere psycho-actieve middelen – voor hulp terecht bij het steunpunt ABS-artsen. ABS staat voor abstinentie (iemand die zich onthoudt, vooral van het gebruik van alcohol), maar ook voor het abs-systeem in de auto. Met dit steunpunt wil artsenfederatie KNMG voorkomen dat artsen blokkeren vanwege drank- of andere problemen. Het ABS-programma is gebaseerd op de succesvolle Physician Health Programs in Amerika en Canada om verslaafde artsen te behandelen. Deze initiatieven hebben tot doel dokters met een verslaving te behandelen en te rehabiliteren. Het blijken effectieve programma’s die werken voor de arts en daarmee ook voor de zorg.
Meer informatie over het project ABS-artsen.
Dubbelleven Ze was zestien toen twee ‘goede vrienden’ in een dronken bui besloten hun maagdelijkheid met haar te verliezen. Ze weet sinds kort zich weer filmisch scherp de gebeurtenissen van die nacht voor de geest te halen na het meer dan 25 jaar te zijn ‘vergeten’. Dan begrijpt ze waarom de heroïne haar al die jaren zo goed heeft geholpen. Het was voor haar als een roze dekentje over alle pijn die in haar verborgen was. Ze voelde niets en kon zich goed staande houden binnen haar werkzame wereldje.
Opgeklommen was ze namelijk wel. Ze had onder de heroïnedeken, met behulp van cocaïne, gestudeerd, examens gehaald en zich opgewerkt tot registeraccountant en aandeelhouder in een maatschap.
Jekyll & Hyde Ze toonde tijdens een gesprek met mij het zelfinzicht om te realiseren dat ze wel eens erg veel mensen en vooral collega’s zou kunnen laten schrikken met haar persoonlijkheid. Wat moesten ze nou toch ineens met deze temperamentvolle, gevoelige vrouw in de plaats van de eerder zo beheerste, gelijkmatige en flegmatieke professional? Alsof ze al die tijd een masker had gedragen. Een vrouw die zichzelf verdoofde sinds haar 16e en nu als 43 jarige tegenover me zit. Ze is nu sinds een paar maanden helemaal clean. Eerst was ze van de heroïne af, daarna ook van de alcohol, jointjes en cocaïne. Ik en mijn collega werden de verbindende factor tussen haar Jekyll & Hyde na zo veel jaren een dubbelleven te hebben geleid. Wat ze wel mist aan die tijd zijn de ontspannen momenten bij de dealer, op een luie vieze bank rokend alles vergeten, pratend over alles en niets. Als tegenwicht tegen de veeleisende accountantwereld met regels, richtlijnen en protocollen.
Roze deken Haar ouders, dochter en partner zijn op de hoogte van haar verslaving en clean zijn, maar begrijpen niets van de strijd die het haar kost. Niemand lijkt te begrijpen hoezeer ze soms verlangt naar die roze deken, even alles vergeten, even de film die zich in de nacht weer opdringt, uitzetten.
Ze lacht stoel. Ze en al die dat ze nu voelt.
net zo makkelijk als ze huilt tegenover me in de is opgelucht dat haar woorden serieus worden genomen wisselende gevoelens er mogen zijn. Ze is ook blij even niet hoeft te kiezen wat ze van iets vindt of
Wrak? Ze is op zoek naar zichzelf, beschrijft zich beurtelings als een stoer en evenwichtig mens en een emotioneel, disfunctioneel wrak. Ze is geen van beiden. Technisch doet ze haar vak nog steeds uitmuntend. Haar heel haar zelf
collega had vorige week gezegd dat ze er goed uit zag, ongewoon eigenlijk voor hem. Ze was al jaren gewend dat werk een bepaald soort mensen herbergde, zoals ze dat stelde.
Dat was al tijdens haar studie. Veelal mannen en dan vooral mannen die moeilijkheden leken te hebben met contact en sociale omgang en emoties. Daar had ze met behulp van haar verslaving altijd prima tussen gepast.
Bovengemiddeld presteren En zo zie ik geregeld mannen en vrouwen. Mensen die in hun werk uitstekend en bovengemiddeld functioneren en zelfs heel succesvol zijn. Totdat uiteindelijk na vele stoppogingen een mens behoefte krijgt om naar zichzelf terug te keren. Deze behoefte wint het van de roze deken. Clean worden is dan de enige optie. Deze vrouw ging die uitdaging aan en heeft haar verslaving overwonnen. Ze is hersteld, heeft vertrouwen in zichzelf en hoopt dat er nooit meer een reden zal komen waardoor haar brein de heroïne ineens toch de enige optie ‘vindt’.
Als iemand zeer bovengemiddeld langdurig presteert (zwaar lichamelijk werk, of mentaal met super technisch werk) op een niveau waarvan u denkt “dat kan toch eigenlijk helemaal niet”, dan mag u bedenken dat de hulpmiddelen die dit presteren mogelijk maken ook de verhulling zijn voor die mens. En vroeger of later wil ieder mens graag zichzelf worden… Petra van der Lubbe is psycholoog en directeur van Miroya, een stichting voor ambulante verslavingszorg. © BG magazine
Fysieke
beperking
kleinere
handicap voor werkgevers dan ‘belast verleden’ Een ex-crimineel wordt door een werkgever minder makkelijk aangenomen voor een baan dan iemand met astma, artrose of diabetes. Net zoals een ex-verslaafde slechter bij werkgevers in de markt ligt dan iemand die blind is of kanker heeft gehad. Terwijl het toch in alle gevallen gaat om werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt.
Arbeidsbeperking Als eerste in Nederland heeft maatschappelijk investeerder Start Foundation laten onderzoeken in welke mate werkgevers worden beïnvloed door de bijzondere kenmerken van een sollicitant met een arbeidsbeperking of belast verleden. Aan dit zogeheten ProfielAcceptatie-onderzoek deden tweehonderd werkgevers mee. Het werd uitgevoerd door Pimbaa, samen met de Universiteit van Amsterdam en met medewerking van werkgeversvereniging AWVN.
Vier profielen Het rapport van Start Foundation komt tot vier categorieën met profielen. 1. P e r s o n e n u i t d e l i c h t s t e c a t e g o r i e w o r d e n h e t makkelijkst geaccepteerd door werkgevers als ze meedingen naar een baan: onder hen vallen o.m. chronisch zieken en mensen met autisme, ADHD en schulden. 2. Een tree lager op de ladder tref je o.a. mensen in een rolstoel en kankerpatiënten.
3. De acceptatie van sollicitanten met psychiatrische problemen of een gok- of alcoholverslaving ligt nog een graad gevoeliger. 4. Ex-delinquenten en drugsverslaafden, categorie 4, lopen tegen de hoogste drempels aan als het om aanvaarding van hun profiel in het bedrijfsleven gaat. De onderzoekers constateren ook dat er vaak sprake is van ‘bekend maakt bemind’. Werkgevers accepteren namelijk iemand met een arbeidsbeperking sneller als ze zo’n medewerker al in dienst hebben of hadden.
Social return Volgens Start Foundation is de ProfielAcceptatie-schaal een waardevol nieuw middel om bijvoorbeeld bij aanbestedingen te sturen op sociale waarde. Overheden en bedrijven passen steeds vaker social return toe. Dat betekent dat een bedrijf een sociale tegenprestatie moet leveren om een opdracht binnen te slepen. De ProfielAcceptatie-schaal toont aan dat als je met succes werkzoekenden met de zwaarste profielen aan een baan helpt of houdt, dit maatschappelijk het meeste loont. Start Foundation gaat hiermee zelf nog scherper oordelen over de maatschappelijke waarde van initiatieven en bedrijven die zij gaat steunen.
Beeldvorming Een van de ondersteuningsinitiatieven die hier direct uit voortvloeien, is een plan van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties om ervaringsdeskundigen in te zetten om de beeldvorming rond bedrijfsleven te verbeteren.
kankerpatiënten
in
het
Eieren met spek Het is de middag na de nieuwjaarsborrel. Met een paar kilo overgewicht op de beruchte voorbuik oogt hij verder redelijk fit en gezond. Zijn ogen staan helder, zijn stemming is vrolijk, licht ontremd en zijn spraakwaterval vol spitsvondigheden, snel, ad rem en soms zelfs echt grappig. Wat mij niet ontgaat is zijn iets te rode gelaatskleur, de waterige ogen en zijn scherpe aftershavelucht. Hij vertelt dat het hem tijdens zijn zakenreis in Marokko – hij vervult een topfunctie bij een farmaceutisch bedrijf – makkelijk was afgegaan zonder alcohol. Wekenlang dronk hij in
de avonden zwarte thee. Hij kon zelfs genieten van zijn levendige dromen. ’s Morgens stond hij fris op en zijn energie was eindeloos. Maar na thuiskomst, nog voor hij zijn koffers had uitgepakt, nam hij direct een goed glas wijn als beloning voor zijn wekenlange abstinentie en binnen twee uur was de eerste fles leeg. En zo ging het nu al ruim zeven jaar. “Wat wil jij met je alcohol?”, is de eerste vraag die ik hem stel. Een soort verbolgen verbaasde tegenvraag: “Hoezo wat wil ik?” Na iets langere stilte vertelt hij, dat hij zijn drankgebruik onder controle wil houden. Niet steeds zich voornemen om door de week niet te drinken om dan toch iedere dag weer een reden te bedenken om dat eerste glas te drinken. Want na al die jaren weet hij dat het eerste glas onherroepelijk leidt tot doordrinken tot bedtijd. Hij kan zich echter al zo lang geruststellen met zijn periodes zonder alcohol tijdens zijn reizen. Een alcoholprobleem heeft hij toch niet? Hij kan makkelijk zonder! Het gaat knagen na afgelopen Oud en Nieuw. Zijn beste vriend Maarten sluit met hem de weddenschap af om tot 1 februari 2014 geen druppel te drinken. Dat is dan ook de reden dat ze met veel wijn en champagne zich op oudejaarsavond een forse kater het jaar 2014 indrinken. Na het wakker worden en de eerste eieren met spek, komt het gesprek op de aankomende nieuwjaarsreceptie van het werk. Ook dat is geen reden voor een uitzondering vindt Maarten. Op 6 januari verzamelen alle medewerkers en collega’s zich in de riante kantine. Die is voor de gelegenheid omgetoverd tot een wijnproeverij. Tijdens de eerste ronde komt de wijn langs en in de verte ziet hij een blad met water en sapjes rondgaan. Hij voelt de innerlijke strijd en besluit dat één drankje wel kan, Maarten komt er toch niet achter…
Gelijk de volgende ochtend belt hij mij om nog voor die dag een afspraak te maken. Hij heeft zich misselijk en met zware hoofdpijn ziek gemeld en gebruik gemaakt van de heersende buikgriep. Zo zit hij dus tegenover mij. Hoe lang houden de smoezen en leugens nog stand? Hoe lang duurt het voor mensen het merken of zien? Hij begint zich steeds minder op zijn gemak te voelen en krijgt de laatste jaren ook steeds vaker opmerkingen en grapjes over zijn alcoholgebruik. “Ik wil gewoon ’s avonds twee glazen wijn drinken, of één whiskey”, legt hij uit, waarop ik toegeef dat dát een verstandige hoeveelheid is. Dan kijkt hij verwonderd op en zegt dan meer nog tegen zichzelf: “Waarom lukt me dat niet, waarom is alles na dat eerste glas gelijk zoveel?” Mijn vraag aan hem “Wat denk je zelf?” is het begin van een aantal openhartige gesprekken. Petra van der Lubbe is psycholoog en directeur van Miroya, een stichting voor ambulante verslavingszorg. © BG magazine
Geef verslavingspaanpak ruimte - deel 3
de
Een mythe: verslaafden zijn niet te helpen, het komt altijd terug. Ja, verslaving is inderdaad een chronische ziekte, maar goed behandel- en beheersbaar. Een grote drempel voor medewerkers om uit de kast te komen met een verslaving is het negatieve oordeel dat nog steeds aan de ziekte kleeft. Vorig jaar maakte ik u deelgenoot van de problematiek van verslaving op de werkvloer. Weet u het nog? 10 procent van uw mensen heeft in meer of mindere mate een probleem. Dit kost u circa 5 procent van uw loonsom en belemmert het welzijn en de ontwikkeling van alle medewerkers. Het grote probleem zit in de herkenning. De symptomen duiden
namelijk vaak op andere klachten en de werknemer komt zelf niet naar voren met een dergelijk probleem. De grote uitdaging zit in het bespreekbaar maken zonder negatief oordeel te hebben over de mensen die een probleem hebben.
Disciplinair openheid
beleid
verhindert
Gelukkig zijn er bewezen programma’s die dit voor elkaar krijgen en het probleem kosteneffectief ver kunnen terugdringen. De basis is goed en compleet beleid dat verder gaat dan het pure disciplinaire beleid dat op dit moment vaak de boventoon voert. Puur disciplinair beleid verhindert openheid en versterkt het negatieve oordeel. Het werkt bovendien ook niet bij mensen met dwangmatig obsessief gedrag; het dwangmatige in het gedrag wint het van de ratio. Dit is de kern van de ziekte. Mensen met een verslavingsprobleem weten namelijk rationeel heel goed dat het slecht voor ze is en kennen de consequenties, maar kunnen niet stoppen zonder hulp. Anders hadden ze het allang gedaan. Straf gaat daar weinig mee helpen. Goed beleid regelt vroegsignalering, preventie en zorg, maar ook de verantwoordelijkheden en plichten van de werknemer. We faciliteren hulp, geen gebruik.
Vroegsignalering Een tweede pijler van een goed programma vormt vroegsignalering. Hierdoor kunt u een hoop leed en geld besparen en hulp kan vaak simpel door een aantal coachingsessies te bieden. Vroegsignalering betekent dat u in staat bent in een vroeg stadium de de ziekte te signaleren bij uw medewerker. Dit is mogelijk wanneer u leidinggevenden en arbo- en HR medewerkers
traint in het herkennen van de ziekte. Niet alleen de gedragsen fysieke kenmerken, maar vooral ook de progressiepatronen. Door middel van een tool is het mogelijk vast te stellen of er een verhoogd risico is dat een medewerker een probleem heeft. Het is dus ook belangrijk om de mogelijkheid van een screening in het beleid op te nemen en wat u doet met de uitslagen van zo’n screening. Uiteraard speelt privacy een leidende rol. Juist omdat symptomen van een verslaving erg lijken op die van burn-out, angst en depressie, is het van belang voorzichtig met een dergelijke screening om te gaan. Daar komen de progressiepatronen om de hoek kijken. Door inzicht in deze patronen, kunt u periodiek kijken of de medewerker een progressief patroon laat zien. En zelfs al zou er geen sprake zijn van een duidelijk verslavingsprobleem, dan is er waarschijnlijk wel iets anders aan de hand, anders zou de screening geen verhoogd risico laten zien (zie het figuur in de pdf-bijlage “Progressiecurve bij dwangmatig gedrag“).
Wegnemen van het oordeel Als het duidelijk is dat er voor medewerkers met een probleem hulp geboden wordt, is er geen excuus meer om niet met het probleem naar buiten te komen. Een grote drempel voor medewerkers om naar buiten te komen, is het negatieve oordeel dat nog steeds aan de ziekte kleeft. Het is dus belangrijk om hier iets aan te doen. Bijvoorbeeld door trainingen en preventiebijeenkomsten. Niet alleen voor HR-, arbomedewerkers en managers, maar (in een andere vorm) ook voor alle medewerkers. Cruciaal is hierbij het inzetten van ervaringsdeskundigen die zelf een verslavingsprobleem overwonnen hebben. Voorwaarde is dat de medewerkers er zich direct mee kunnen identificeren. Door herkenning in het verhaal van iemand waarmee men zich kan
identificeren volgt bewustwording en is gedragsverandering mogelijk!
Ongekende werknemersloyaliteit Ik
kan
u
vertellen
dat
de
motivatie,
loyaliteit
en
productiviteit van uw personeel aanmerkelijk verbetert als een medewerker met een probleem de ruimte krijgt om het probleem aan te pakken. Hiermee bedoel ik tijd, morele ondersteuning en – indien nodig – tijdelijk aangepast werk. Daarnaast belast een medewerker met een verslavingsprobleem zijn collega’s. Dit kan zijn door frequent verzuim, het maken van fouten en door een sterke afname van zijn productiviteit, waardoor collega’s meer op moeten vangen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat 20 procent van de werknemers last zegt te hebben van het gebruik van een collega. Verslaafde medewerkers zijn 3,5 keer zo vaak betrokken bij ongevallen en kennen een hoger ziekteverzuim van maar liefst 45 procent! En dan heb ik het nog niet over de vaak dominante aanwezigheid (positief of negatief) en de steeds frequenter wordende stemmingswisselingen. Dus door het signaleren en aanpakken profiteren ook de overige werknemers.
van
verslavingen
Tenslotte leert de ervaring dat een medewerker, die met hulp van de werkgever heeft kunnen herstellen, een ongekende loyaliteit, inzet en ontwikkeling zal laten zien en zo zal uitgroeien tot een voorbeeld binnen de organisatie.
Chronische ziekte De indruk wordt nog al eens gewekt dat verslaving niet te genezen is. Dat iedereen vroeg of laat weer terugvalt en dat het daarom weinig zinnig is in deze mensen te investeren.
Inmiddels weten we toch echt wel beter. Ja, het is een chronische ziekte, maar net als vele andere chronische ziektes is deze prima behandel- en beheersbaar. Door abstinentie (onthouding) én door het – onder begeleiding – goed inzicht krijgen in de onderliggende problematiek en het destructieve gedragspatroon. Inzicht krijgen in het eigen destructieve gedragspatroon is van belang om ervoor te zorgen dat mensen hun “stressoren” kennen die er voor zorgen dat men vlucht in verslavingsgedrag. Dit vluchtgedrag is vaak over decennia ontwikkeld om met emotioneel lastige situaties om te kunnen gaan (‘coping mechanism’). Door dit naar de oppervlakte te halen, kan de oorzaak helder worden. Vervolgens kan iemand oefenen om op gezonde manieren met zijn stressoren om te gaan. Het duurt wel even voordat hiermee genoeg ervaring is opgedaan en het vertrouwen herwonnen is, voordat de zucht naar het oude mechanisme niet meer de boventoon voert. Dit is zonder (ambulante) begeleiding een stuk moeilijker. Gelukkig zijn er diverse manieren om deze begeleiding te krijgen en is een gezond en productief leven heel goed mogelijk.
Rendement Het invoeren van een compleet programma is rendabel. Engelse ervaringscijfers laten zien dat het goed mogelijk is dat deze investering zich zes tot negen keer terugverdient in twee jaar tijd. Dus een goed voornemen luidt: als goed werkgever pak ik een probleem aan waar 10 procent van mijn mensen aan lijdt en doe ik een investering met 400 procent rendement per jaar! Olivier Takx is oprichter van Eveda Health Partners (EHP). EHP
verbetert het functioneren, welzijn en de ontwikkeling van uw medewerkers door op een kosteneffectieve manier dwangmatig gedrag en verslaving op de werkvloer terug te dringen. Dit doet ze door middel van een bewezen doorlopend programma van preventie, vroegsignalering en begeleiding. www.herkendeverslaving.nl © BG magazine Deel 1 – “Verborgen verslaving: een persoonlijk verhaal” Deel 2 – “Verslaving: een van de grootste volksziektes”
Red
Bull,
Listerine
of
alcohol? De meeste werkgevers zullen het niet op prijs stellen wanneer werknemers tijdens werktijd alcohol of drugs gebruiken, of wanneer zij onder invloed hiervan zijn. Werkgevers willen dit uiteraard voorkomen. Hoe ga je om met een werknemer die naar alcohol ruikt?
De casus De rechtbank Utrecht heeft zich over deze vraag uitgelaten. Het gaat om een werknemer van een particulier beveiligingsbedrijf die ’s morgens om 9.30 uur al naar alcohol ruikt. Een collega van de werknemer ruikt dit en is naar haar leidinggevende gegaan om dit te melden. Ook twee andere collega’s twijfelen over de houding, gezichtsuitdrukking en ademlucht van deze werknemer. Dezelfde dag nog ontslaat de afdelingsdirecteur de werknemer. De werknemer heeft het verzoek gedaan om een bloedtest te ondergaan met het apparatuur dat op de werkplek aanwezig is. De afdelingsdirecteur weigert dit verzoek en ontslaat de volgende dag de werknemer op staande voet via een brief. De werkgever wijst de werknemer op de CAO Particuliere Beveilingsbedrijven die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. Hierin staat: “Het is de werknemer nadrukkelijk verboden alcoholhoudende drank (…) direct voor of tijdens de dienst te gebruiken dan wel bij zich te hebben. Het is ook verboden de werkzaamheden met een naar alcohol ruikende adem te verrichten.” Ook refereert de hij naar het feit dat de werknemer een jaar ervoor een laatste schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen voor een identieke overtreding.
De procedure De
werknemer
start
een
procedure
en
vordert
ondermeer
loondoorbetaling en wedertewerkstelling. Hij stelt zich op het standpunt dat hij niet onder invloed van alcohol was. Direct na het ontslag heeft hij een bloedtest laten uitvoeren door zijn huisarts. Daar komt uit dat hij minder dan 0,1 ethanol (alcohol) in zijn bloed had. Hij stelt bovendien dat een alcohollucht onvoldoende is voor ontslag op staande voet. De ademlucht kan volgens de werknemer ook veroorzaakt zijn door Listerine of Red Bull… De werkgever levert bewijs van de dringende reden door middel van vier getuigenverklaringen. Volgens twee verklaringen heeft de werknemer in het ontslaggesprek gezegd: “Stom, stom, stom“. Naar het oordeel van de kantonrechter kan deze uitlating niet anders worden begrepen dan dat de werknemer zich op dat moment kennelijk heeft gerealiseerd dat hij in de voorafgaande periode kennelijk zoveel alcohol had gedronken, dat dit na zijn aankomst op de werkplek nog te ruiken was. Uit deskundigenrapporten blijkt dat de alcohol dusdanig was afgebroken op het tijdstip van de bloedtest bij de huisarts, dat volgens de kantonrechter sprake moet zijn geweest van een te hoog alcoholpercentage op de werkvloer. De kantonrechter acht een dringende reden aanwezig en de vorderingen van de werknemer worden afgewezen. Hannagnes Faber, Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat. Bron: Rechtbank Utrecht 13 juli 2011, gepubliceerd op 2 augustus 2012, LJN BX3500. © BG magazine
Verslaving: een van de grootste volksziektes - deel 2 10 procent van de Nederlanders is een probleemgebruiker en bijna 80 procent daarvan heeft een baan. De progressieve ziekte verslaving is daarmee een van de grootste volksziektes in de westerse wereld. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat: 9,2 procent van de beroepsbevolking een probleemgebruiker is van alcohol, drugs of medicijnen; 77 procent van de verslaafden een baan heeft; probleemgebruikers 45 procent meer ziekteverzuim kennen;
probleemgebruikers 3,5 keer vaak betrokken zijn bij ongevallen op het werk; 20 procent van de werknemers zegt last te hebben van het gebruik van een collega. Voor alle duidelijkheid: dit gaat alleen over middelen. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met gedragsverslavingen zoals gokken, sex, gamen, social media, eetstoornissen, etc.
Bergafwaarts Ik vrees dat ik u nog wat onaangename feiten moet voorschotelen: verslaving (de ultieme vorm van probleemgebruik) is een progressieve ziekte. De progressiecurve van begin tot totale verslaving neemt – bij bijvoorbeeld alcohol – tot wel vijftien jaar in beslag. In de tweede helft van deze periode zijn mensen met een dergelijke obsessie 40 tot 60 procent van hun tijd met hun obsessie bezig. Het lastige is dat men met deze tijdsbesteding niet alleen na maar ook binnen werktijd bezig is. Er is dus jarenlang sprake van 40 tot 60 procent productiviteitsverlies, nog afgezien van ziekteverzuim, ongevallen of productiviteitsverlies. Omdat het proces zo geleidelijk gaat en routine een deel van het productiviteitsverlies goedmaakt (waar dit productiviteitswinst had moeten zijn), valt het niet zo op. Het verminderd functioneren wordt vaak in verband gebracht met persoonlijke problemen. En die zijn er inderdaad ook, want probleemgebruikers laten eerder in hun privéleven verstek gaan dan op het werk. Uiteindelijk gaat het op alle vlakken bergafwaarts.
Burn-out of verslaving? We mogen rustig concluderen dat het negeren van dit fenomeen procenten productiviteitsverlies veroorzaakt en hierdoor een enorme kans blijft liggen om het welzijn, de groei en het functioneren van de medewerkers te verbeteren. Waarom gebeurt er dan zo weinig mee? Het herkennen van het probleem door iemand zonder ervaring is erg lastig. probleemgebruikers doen er alles aan doen om het verborgen te houden, niet uit slechtigheid, maar uit angst en schaamte; probleemgebruikers doen hun werk ogenschijnlijk nog best goed, veelal op routine; men soms tijdelijk even kan stoppen, maar nooit voor langere tijd; als het moeilijk wordt, zoekt men een andere baan, waardoor er weer ruimte ontstaat. Vaak stopt men dan ook een tijdje omdat de overtuiging er is, dat de nieuwe baan alles oplost. De verandering in gedrag en functioneren gaat zo geleidelijk, dat het pas laat in de gaten loopt. Het gaat om een combinatie van kenmerken, die ieder op zich niet als eerste aan verslaving doen denken, maar bijvoorbeeld eerder aan een burnout.
De tegenvallende high potential Een goed voorbeeld om uit te lichten in deze context is de “tegenvallende High Potential”. Dit zijn mensen die in de eerste vijf tot tien jaar van hun carrière erg succesvol zijn, zeer snel de carrièreladder opklimmen en dan “tot stilstand” komen zonder aanwijsbare reden. Met vlagen zijn ze briljant, maar er komt steeds minder uit hun handen. Bij een nieuwe functie zijn de verwachtingen vaak hooggespannen, gebaseerd op historisch carrièreverloop. In de praktijk valt het nogal
tegen. Deze mensen beginnen dan ook vaak van werkgever te wisselen en dit patroon herhaalt zich. De groei is er uit. In deze “middenfase” van de progressiecurve van de ziekte verslaving vertonen probleemgebruikers vaak de volgende kenmerken: frequent (ziekte)verzuim, zichzelf isoleren, uitstelgedrag, geïrriteerdheid, stemmingswisselingen: van depressief tot euforisch, meer fouten maken, afspraken moeilijk nakomen, vermoeid, veel kwaaltjes en natuurlijk een hele riedel overige kenmerken (deze link bevat een vragenlijst waarmee u uw medewerkers op verminderd functioneren mogelijk als gevolg van probleemgebruik kunt screenen.
Labelen Ieder van bovengenoemde kenmerken op zich komen vaker voor en zijn niet direct een reden om een (beginnend) verslavingsprobleem te veronderstellen. Bepaalde combinaties van deze kenmerken of gedragspatronen, duiden echter wel degelijk op een probleem. Men vindt het doodeng om het bespreekbaar te maken en is bang mensen te “labelen”. Wat je vaak ziet is dat mensen bij verslaving denken aan de tasjesrovende junk (“Nou, die zijn er maar ook die zijn ziek en ook die verdienen zeker hulp) en dan komen we op de kern: MEN HEEFT EEN ENORM OORDEEL!!! Overigens best begrijpelijk, want hoewel iemand met de ziekte verslaving zelf machteloos is over zijn ziekte, is het gedrag in de laatste fase van de verslaving niet heel aangenaam. Iemand zonder kennis van de ziekte kan dit gedrag niet plaatsen, ziet alleen de rottigheid en heeft daar een oordeel over. Het feit dat de persoon gewoon ziek is, wordt dan gemakkelijk vergeten. Doordat er een oordeel aan verbonden is, wil men mensen niet labelen als het niet heel evident is, omdat men bang is om
mensen onterecht voor “verslaafde” uit te maken. Dat dit met oordeel over verslaving of gebruiksproblemen te maken heeft, blijkt wel uit het feit dat niet veel mensen er moeite mee hebben om iemand te labelen als hartpatiënt, nierpatiënt of “burned-out”. Dat zijn geaccepteerde ziektebeelden.
Volksziekte Kijkt u nog eens naar de cijfers: 10 procent van de mensen is een probleemgebruiker en bijna 80 procent daarvan heeft een baan. Hiermee is de ziekte verslaving een van de grootste volksziektes in de westerse wereld. Het wordt tijd dat de koppen uit het zand komen en de organisaties die zich maatschappelijk verantwoord willen profileren hun verantwoordelijkheid op dit gebied nemen. Er zijn oplossingen beschikbaar en hoe eerder gesignaleerd, hoe beter voor werkgever, werknemer en zijn omgeving. Door herkenning volgt bewustwording en pas dan is gedragsverandering mogelijk. Olivier Takx is oprichter van Eveda Health Partners (EHP). EHP verbetert het functioneren, welzijn en de ontwikkeling van uw medewerkers door op een kosteneffectieve manier dwangmatig gedrag en verslaving op de werkvloer terug te dringen door middel van een bewezen doorlopend programma van preventie, vroegsignalering en begeleiding. Deel 1 van deze artikelenreeks: Verborgen verslaving: een persoonlijk verhaal Deel 3 van deze artikelenreeks: Geef verslavingsaanpak de ruimte © BG magazine
Verborgen verslaving: een persoonlijk verhaal - deel 1 Als kind had ik altijd het gevoel dat ik net niet bij de groep hoorde. Ik deed overal aan mee en werd overal voor gevraagd, maar vond het doodeng. Dit veranderde toen ik een jaar of vijftien, zestien was en begon uit te gaan. Zodra ik op stap was, verdween de onzekerheid en werd ik een ware nachtburgemeester… Na mijn studie economie maakte ik snel carrière in de financiële wereld in Amsterdam en Londen. Toch kon ik niet genieten van de mooie posities en riante beloningen. Onrust bleef en die verwarde ik met ambitie. Een onbevredigend, knagend gevoel zorgde ervoor dat ik voor
mezelf begon. Ik richtte een succesvolle financieringsmaatschappij op. Maar ook dit zakelijke succes bracht niet de bevrediging die ik ervan had verwacht. Het werd tenietgedaan door een toenemend gevoel van stress, leegte, geestelijke vermoeidheid en machteloosheid. Steeds dacht ik: als ik nu maar dit doel haal – geld, status, aanzien, succes – dan komt alles wel goed…
Vliegwiel Dat negatieve gevoel werd steeds erger. De druk die ik mezelf oplegde werd zo groot dat ik vluchtte in drank en andere dingen om te kunnen ontsnappen aan de onrust in mijn hoofd. Ik kwam in een vicieuze cirkel terecht, of liever: een vliegwiel. Aan de ene kant bleef ik steeds grotere successen najagen – in de verwachting dat die de oplossing zouden brengen voor mijn problemen – en aan de andere kant moest ik steeds vaker en heftiger compenseren door te vluchten in excessen (of verslavingen). Wat ik feitelijk deed was het vliegwiel steeds harder laten draaien in de hoop dat het dan stopte…
“Binger” Maar dat deed het niet. Ik zat zo vast in dit patroon dat ik het niet meer kon stoppen. Ik zag het destructieve eenvoudigweg niet meer omdat ik er middenin zat. Daarnaast wist ik ook niet hoe het anders zou moeten en was ik als de dood dat mijn destructieve patroon ontdekt zou worden. Mijn werkomgeving heeft dit, tot kort voordat ik instortte, nooit doorgehad. Ik was een zogenaamde “Binger”, meestal gedroeg ik me voorbeeldig, maar eens in de zoveel tijd moest ik twee dagen helemaal van de wereld.
Lange tijd was de frequentie ook dermate laag, dat voor de buitenwereld weinig te merken viel en het leven gewoon door leek te gaan. Ik bereikte mijn werkdoelstellingen nog wel, maar het kostte steeds meer moeite, meer irritaties, meer fouten (die ik dan zelf nog net op tijd ontdekte).
Verslaving? Van enige ontwikkeling was al helemaal geen sprake meer. Als ik op vakantie was, had ik nergens last van. Mijn conclusie was dat het aan mijn werk lag. Wel had ik allang in de gaten, dat er iets niet klopte. De progressieve ontwikkeling van mijn destructieve patronen heeft zeker tien jaar geduurd. Ik was me niet bewust van de oorzaak, omdat ik geen idee van de ziekte “verslaving” had. Ook de vele psychiaters, psychologen en andere artsen herkenden mijn probleem niet. Deels omdat ik nooit gebruikte in het ‘dagelijks’ leven en er dus ook niets te zien of te merken was. Pas de laatste twee jaar was ik vaak “ziek” en had ik steeds meer moeite om mijn werk te doen en ontstonden er klachten. Al die tijd heb ik (uit schaamte) het geprobeerd zelf op te lossen, zodat niemand iets hoefde te weten. Ik geloofde ook iedere keer dat het nu echt de laatste keer geweest was.
Eerder ingrijpen Uiteindelijk stortte ik volledig in. Voor mij zat er niets anders op dan behandeling in een kliniek en uitgebreide nazorg. Ik heb een harde, lange weg moeten volgen, maar ben daar sterker dan ooit uitgekomen. Ik heb mijn vrijheid gevonden en maak gezonde keuzes. Mijn talenten krijgen de ruimte, ik ben productiever dan ooit en heb rust in mijn hoofd. Maar als ik
eerder bewustzijn had gehad, had ik eerder kunnen ingrijpen en was mij en mijn omgeving een hoop ellende bespaard gebleven. Bij eerder ingrijpen is vaak een ambulante behandeling voldoende en hoeft je leefpatroon niet ingrijpend te worden onderbroken. Doseringsproblemen en verslavingen zijn al jaren schadelijk voor werknemer en werkgever voordat ze zichtbaar worden. Vroegsignalering loont. Olivier Takx is oprichter van Eveda Health Partners (EHP). EHP verbetert het functioneren, welzijn en de ontwikkeling van uw medewerkers door op een kosteneffectieve manier dwangmatig gedrag en verslaving op de werkvloer terug te dringen door middel van een bewezen doorlopend programma van preventie, vroegsignalering en begeleiding. Deel 2 van deze artikelenreeks: Verslaving: een van de grootste volksziektes Deel 3 van deze artikelenreeks: Geef verslavingsaanpak de ruimte © BG magazine
Jurisprudentie: Ziekte Korsakov en opzet
van
Misbruik van alcohol in combinatie met een slechte voedingstoestand wordt gezien als de oorzaak voor de ziekte van Korsakov. Deze hersenbeschadiging zorgt voor zeer ernstig geheugenverlies. De werkgever van Koos was van mening dat bij Korsakov het eigen schuld, dikke bult principe gold en weigerde om Koos nog verder loon tijdens ziekte door te betalen. Koos legde deze weigering aan de rechter voor en werkgever moest alsnog betalen en daar was de werkgever het vervolgens weer niet mee eens.
De casus Koos, vrachtwagenchauffeur valt in maart 2007 wegens de ziekte van Korsakov. De werkgever betaalt Koos tot half augustus 2007 salaris door en daarna niet meer. UWV betaalt vanaf 14 februari 2008 een IVA-uitkering wegens volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Koos eist loondoorbetaling over de periode van half augustus 2007 en 14 februari 2008. De kantonrechter wijst de vordering van Koos toe. De werkgever tekent hoger beroep aan en voert aan dat Koos zijn ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt nu vaststaat dat deze het gevolg is van overmatig drankgebruik. Verder zou Koos niet hebben meegewerkt aan zijn re-integratie, door zonder bericht niet te verschijnen bij afspraken met de bedrijfsarts.
De uitspraak Het hof gaat niet mee in de visie van de werkgever dat Koos zijn ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt. Uit niets blijkt dat Koos met zijn drankgebruik de bedoeling heeft gehad om daardoor ziek te worden. En dat moet volgens het Hof bij het aannemen van opzet wel nadrukkelijk het geval zijn. Als de werkgever van mening was dat Koos niet meewerkte aan zijn re-integratie en hij daarom het loon wilde opschorten, dat had werkgever Koos daar direct over moeten informeren. Doet hij dat niet, dan kan hij niet later alsnog de loonbetaling staken of opschorten. In het geval van Koos is niet gebleken dat de werkgever een dergelijke mededeling tijdig heeft gedaan.
Tenslotte stelt het Hof dat de ziekte van Koos zich kenmerkt door geheugenstoornissen en problemen bij de planning en organisatie van het gedrag. Mede daardoor zijn er geen goede gronden om te vermoeden dat de werknemer zich aan reintegratie trachtte te onttrekken en daarom dient de werkgever het loon alsnog te betalen. Ad van Lieshout, L&M advies, www.lenm-advies.nl © BG magazine