GEMEENTE ZEVENAAR
Nr.:
Advies aan: Burgemeester en wethouders
2:08.496
Ingeboekt DIV:
Onderwerp: o nvoonľ aa
rd eI
ij
k strafonts ag l
Ambtelijk advies: Vaststellen dat dhr.P.H.M. Kemperman, ondanks de vele pogingen van de werkgever, op geen enkele manier medewerking heeft verleend aan zijn reTntegratie; Vaststellen dat dhr. P.H.M.Kemperman door niet op afspraken te verschijnen en/of zijnwerk niet te hervatten veelvuldig ongeoorloofd afwezig ĺ s; Vaststellen dat, inzake dhr. P.H.M. Kempermä fl, conform het gestelde in artikel sprake is van ernstig (herhaald) plichtsverzuim;
16:1 :1 Van
de ZAR,
Dat de zienswijze niet leidt tot een andere overweging; Het Voorgenomen besluit tot het opleggen Van de maatregel van onvoonľ aardelijk strafontslag om te
zetten in een definitief besluit;
ln dat kader te komen tot het besluit tot onvoonľ aardelijk strafontslag ex artikel 16:1 :2, lid 8:13 van de zAR aan de heer p.H.M.Kemperman;
Daarbij handhaven dat dit gebeurt onder bevel van directe ten uitvoerlegging.
Openbaarheid van het advies :vertrouwel ij k
Motiverino:
Toelichting inhoud advies voor website: n.v.t.
Overleg ondernemingsraad: n.v.t.
Concerngegevens:
: :
Sector/Stafafd.
Afdeling
Steller
:
Stafafdeling Personeel en Organisatie
P&O
S.J.\y'
:
Dat en par afd.hfd: Datum en par.
sectordirecteur
.-yout-van
/
Bergen
bijgevoegd
%,-'rď
.
WKPB
Bestuursgegevens: Behandeling in de vergadering van: Raadscomm issie(s): Cie. Cie. Raadsvergadering:
c{,l
31-1-20A8 n
aa m : g :\p&o\syho\word\kem
perman\ontslag besl
:
.
n.v.t.
d.d.: d.d.: d.d.:
Datum en paraaf gecretaris
doc.
: N.v.t.
Financié le dekking : N.v.t. Nr. begrotingspost Stand budget
:
ľ ľ [""?tL r!{ľ -
:
:
Brĺ ef/voorstel
/e
T
Add. primaat Besproken met Overeenstemming : N.v.t.
uit.
doc
1
juncto
Behandeling door het college
Opmerkingen:
Vergadering va Beslissing: É Akkoord l El als volgt:
enWd.d.:
ffi
ľ oz-ĺ oď
GEMEENTE ZEVENAAR
Nr.:
Advies aan: Burgemeester en wethouders
2:A8.496
Onderwerp: onvoonľ aardeI ij k strafontsIag
lnleiding: ln uw vergadering van 11 december 2A07 heeft uw college: 1 - Vastgesteld dat de heer P.H.M. Kemperman vanwege het feit dat hij op 6 december ZAOT niet op de werkplek is verschenen zich schuldig heeft gemaakt aan herhaatd ernstig plichtsverzuim;
2. Het voornemensbesluit genomen tot het opleggen van de disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk strafontslag aan de heer P.H.M. Kemperman.
Vervolgens is de heer Kemperman blj schrijven van 12 december 2OOT hiervan mededeling gedaan. Tevens is in dit schrijven aan hem medegedeeld dat tot het opleggen van genoemde maatregel niet wordt overgegaan, dan nadat dhr.Kemperman in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze t,en aanzien van dit voornemen en het hieraan ten grondslag liggende feitencomplex schriftelijk weer te geven. Dhr.Kemperman kon dit doen binnen Veertien dagen na dagtekening Van de brief. ook kon hij, indienĺ i.; dit wenste, zijnvisie ook mondeling weergeven. Wanneer hij van deze mogelijkheid gebruik wenste te mak r, kon hij contact opnemen met het Bestuurssecretariaat van de gemeente Zevenaar voor een afspraak. Bij schrijven van 24 december 2007 maakt de advocaat-gemachtigde namens de heer Kemperman, zijnde clié nt, gebruik van de gelegenheid om zijn zienswijze kenbaar te maken.
Motivering van het ambtel{k advies: ln de zienswijze gaat de advocaat-gemachtigde namens clié nt in op een aantal aspecten in de door de gemeente Zeven aar gevolgde procedure. AIs volgt:
een aanstelli
eente Zevenaar:
Uit het personeelsdossier blijkt dat de heer P.H,M.Kemperman op 1 november lgTS in dienst is getreden bij de gemeente Zeven aar. 1975-1981 : juridisch administratief medewerker bij de afdeling Bestuurszaken 1981-1989 beleidsmedewerker Welzijnszaken bij de afdeling Bestuurszaken 1 990beleidsvoorbereidende en -uĺ tvoering bestuurlijke aangelegenheden bij BBZ; juridisch beleidsmedewerker bestuurszaken bij de sector bestuurs en welz.zaken 1992
1993-1994
niet in functie; geen formele functie; vrijgesteld voor outptacementtraject bovenformatief geplaatst en Van daaruit gedetacheerd bĺ j de afdeling BZM; betast met administratief jur idisch werk 1996 tot heden : adm./juridisch beleidsmedewerker Bouwzaken en milieu, sector VROM 1
994-1996
Vanaf l januari 1989 was dhr.Kemperman volledig arbeidsongeschikt; vanaf 6 november lggg tot 1 oktober 1990 was dhr.Kemperman 50% arbeidsongeschikt. Voor het overige gedeelte verrichtte hij werkzaamheden- op 9 februari 1989 meldt de bedrijfsarts dat de ziekte relátie heeft met zijnwerk. Uit een brief van de BGD Oost Gelderland d.d. 1 juni 1989 blukt dat er sprake is van een rapportage betreffende het ziekteverlof en de begeleiding van dhr.Kemperman. ln dit schrijven wordt benoemd dat er sprake bleek te zijn van verstoorde arbeidsverhoudingen. " Voor zowet de heer Kemperman als ondergetekenden bleek ook duidelijk te zijn dat naast sterke en positieve hoedanigheden en kwaliteiten ook zwakke en negatieve punten in het functioneren een reé el gegeven Waren. Dhr.Halbertsma, sectordirecteur, sprak zich duidelUk uit over tekorten aan contactuele vaardigheden op het terrein Van de cornmunicatie en de omgang met mensen. op grond Van een brief d.d . zĺ april
31-1-2008 d
oc.
n
aa m : g :\p&o\syh o\word\ke m pe rm a n\ontsl ag best
u it. d
oc
2t9
1994 kan geconstateerd worden dat er in de loop van 1990 sprake was van een conflict tussen dhr.Kemperman met zijn dlrecteur. Bij schrijven van 12 september 1991 geeft de BGD aan dat " Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen jaren is hervatten in de huidige functie niet meer reé el haatbaar. Passende herplaatsing in andere functie, z.n. via outplacementbureau, een reé ele Weg. Tot zolang kan betrokkene arbeidsongeschikt geacht worden.'' Bĺ j schrijven van 31 oktober 1991 wordt door de werkgever outplacement afgesproken bij het bureau Perfors te Arnhem. Het rapport is gedateerd op 23juni 1 993. Bij schrijven van 16 maart1992 meldt dhr.Kemperman dat hij in aansluiting op de gesprekken van 8 oktober, I maart en 1 2 maart jl.beter is. Brief BGD van 11 november 1993 " De heer Kempermanzal zich ondenľ erpen aan de keuring als genoemd in uw brief van 21 oktober jl. een en ander vanwege het verplichtende karakter. Echier, de heer Kemperman laat u op voorhand weten, dat hij zich niet ziek heeft gemeld, dat hij zich kerngezond voelt en dat hlj op uw teken gaarne bereid is aan de slag te gaan bij de gemeente Zevenaar- Zoals u Weet is de outplacement-procedure mislukt. Afspraak ĺ s, dat alsdán terugkeer zou plaatsvinden in een passende functie in uw organisatie. Uiteraard zijn wij bereid van gedachten te wisselen alvorens terugplaatsing gerealiseerd wordt."
Brief BGD van g maart 1994 " Het klinisch psychologisch onderzoek is verricht op I en 21 februari 1994. De conclusie is dat betrokkene ook op psychische gronden niet arbeidsongeschikt is. Vanaf 6 juni 1994 tot
geplaatst.
1
januari 1996 is dhr,Kemperman - in de vorm van detachering - bovenformatief
ln de rapportage van 12 mď 1998 van het bureau Psychotechniek staan gegevens vermeld omtrent het resultaat van het individueel assessmentonderzoek. Het assessmentonderzoek heeft
plaatsgevonden om te beoordelen in hoeverre de heer Kemperman de stap kan maken naar een zogeheten schaal 10-functie, waarbfi hlj sturende en coÔrdinerende taken Vervult en daarnaast belast wordt met het vertalen van beleid in concrete producten en acties. ln deze rapportage wordt ook accent gelegd op het ontwikkelen Van zijn contactvaardigheid en tevens strategisch ĺ nzicht. Resumerend: De heerP.H-M- Kempermanisop 1 november 1975 in dienstgetreden. Op grond van hetpersoneelsdossrer moet geconsŕ aŕ ee rd worden dat er Vanaf 1 januari 1989 probtemen Waren met betrekking iot het functioneren van de heer Kemperman. Derhalve is dhr.Kemperman van 1 ianuari 1989 tot 1 oktober i ggO (gedeettetijk) arbeidsongeschikt geweesŕ . De ze periode toopt door tot 16 maart 1gg2.Vervolgens werkte dhlr.Kempermanin'^ de tussenliggende periode niet. Uit de stukken wordt opgemaakt dat er in 1ggš sprake Was Van een outplacementprocedure en een keuring.Vanaf 6 juni 1994 tot 1 januari 1996 is dhr.Kemperman - in de vorm Van detachering - bovenformatief geptaatst. LJit het merendeel van de sŕ u kken btijkt dat de problemen voortkomen uit de tekorten aan contactuele vaardigheden op het terrein van de communicatie en de omgang met mensen. Conclus,eadvoca at-g
op
basis yan de sŕ u kken is de sŕ aaŕ Van dienst van de heer Kemperman niet onberispetijk zoals de e m ach ti g de su g g e ree rt.
2. Het rapport Bunt:
Vooraf moet worden vastgesteld dat er in onderhavig geval geen sprake is van een rapport Bunt. Het bureau KBB&T is door de sectordirecteur en het afdelingshoofd benä derd met de vraag of dit bureau een bijdrage kan en wĺ l leveren om het juridisch team Van de afdeling Handhaving te begeleí den. Het doel was de samenwerking te "ontstroeven'' eÍ J de samenwerking op een functioneel goed werkbaar niveau te krijgen. Het belang was om de bestaande situatie te verbeteren. Er zouden interviews worden gehouden. De individuele
3/9
gesprekken waren vertrouwelijk. ln die zin, dat in de beknopte rapportage de informatiebron niet herleidbaar zau zijn, tenzij de deelnemer daar nadrukkelijk mee heeft ingestemd. Dat zouden de bouwstenen voor de analyse zijn, een voorlopige diagnose en zo te komen tot voorstellen van een plan Van aanpak, dat moest leĺ den tot een functioneel werkbare samenwerking. Vervolgens zouden de bevindingen en voorstellen gepresenteerd worden. Eerst individuee!; de focus lag dan op de vraag wat de bijdragen van deelnemers zouden kunnen moetenzijn om de samenwerking te verbeteren. Het geheelzou worden afgerond met een korte presentatie aan het team als geheel, waarbij ook het management van de sector aanwezig zou zijn. De uitkomsten van het onderzoek z\n niet op intranet verschenen en zelfs niet per mail aan betrokkenen toegestuurd. De persoonlijke gegevens ztjn rechtstreeks aan de personen uitgereikt. Elke deelnemer beschikt over informatie betrefí ende zichzelf en nlet over de informatie Van anderen. Ter afsluiting heeft een
afdel i ngsbijeenkom st plaatsgevonden.
Resumerend: op grond van de voorliggende sŕ ukken en bij navraag moetgeconstateerd worden datde procedure en het onderzoek op een discrete wijze hebben plaatsgevonden. De uitkomsŕ ervan moet Voor dhr.Kemperman, gezien eerdere " oude" stukken uit het persoonsdossiel niet geheet onbekend zijn. De uitkomsŕ en Van het onderzoek Waren in het najaar Van 2005 bekend. De heer Kemperman ĺ s eerst op 24 ianuari 2006 ziek geworden; dat was na het gesprek dat sectordirecteur op 19 januari 2006 met hem had en waarin de sectordirecteur met dhr. Kemperman formeel praatte over zijn vertrek uit gemeentelijke dienst. 3. De heer Kemperman heeft altijd vooroestaan om zijn gebruikelijke werkzaamheden binnen de oemeente Zevenaar te hervatten. Telkenmale werd vanuit de ziide van de gemeente Zevenaar aanoegeven, laatstelijk in maart 2007. dat teruqkeer naar ziin oude functie en werkzaamheden onbespreekbaar zou zijn:
Op 19 januari 2006 heeft het eerste formele gesprek met dhr.Kemperman, in aanwezigheid van zijn adviseur, plaatsgevonden, De sectordirecteur had dhr.Kemperman al eerder meegedeeld dat er, gelet op de mogelijkheden van persoonlijke veranderingen, gesproken gaat worden over vertrek. De intentie van de sectordirecteurwas dat dhr.Kemperman via de voordeur zou vertrekken. lndien dhr.Kemperman niet hiervoor zou kiezen dan bleef de sectordirecteur geen andere keus dan het starten van een functioneringstraject. Gezien de lange dĺ ensttljd,de ervaringen in het verleden met dhr.Kemperman en ook gezĺ en zijn teeftijd, wilde de sectordirecteur hem dit niet aandoen Derhalve moest met elkaar gezocht worden naar een voor beide partijen bevredigende oplossing. ln dat kader werd bij schrijven van 14 februari 2006 dhr.Kemperman een aanbod met betrekking tot vroegtijdig vertrek gedaan. De streefdatum was in eerste instantie 1 juni 2006 en een mogetijk alternatief was 1 maart 2008. De gesprekken hieromtrent duurden tot 20 december 2006. Vervolgens is er op 1 1 janu ari ZOOT een laatste schrijven van de gemeente uitgegaan. Gevolg wederom veel vragen en correspondentie van dhr.Kemperman en/of zijn adviseur. Bij schrijven van 7 maart 20OT is dhr.Kemperman door de gemeentesecretaris uitgenodigd om op I maart 2007 te praten over de afronding va n zijn vertrek. Dat gesprek heeft eerst door toedoen van dhr.Kemperman op 24 apr 2007 kunnen plaatsvinden; bij dit gesprek was een andere raadsman aanwezig.Bij schrijven van 10 mei 2007 laat deze raadsman weten dat dhr.Kemperman goed heeft nagedacht over alle opties, die bij de eerdere besprekingen ter sprake zijn gekom D, en dat hij tot de conclusie is gekomen dat de enige reé ele optie is om, conform de Wens van de gemeente Zevenaar, ziin werkzaamheden te hervatten nu het niet mogel[k |ĺ jkt te zijn om tot overeenstemming te komen t.a.v. de beé indiging Van het dienstverband. Vervolgens heeft dhr. Kemperman een gesprek gehad met de bedrijfsarts en op grond van het advies van de bedrijfsarts is dhr.Kemperman vanaf 1 meĺ 2007 niet arbeidsongeschikt ten gevolge Van ziekte of gebrek. Vanaf dat moment is reí ntegratie in het eigen werk mogelijk en heeft de werkgever op velerlei wijze geprobeerd hierover met dhr.Kemperman in gesprek te komen. Resumerend: Vanaf 19 ianuari 2006 tot 24 april 2007is de werkgever met dhr.Kemperman in gesprek geweesŕ over zin vertrek uit de gemeentelĺ jke dienst. De werkgever moest etke keer het initiatief nemen om in contact te komen met dhr. Kemperman. Toen duidetijk was dat een aanbod tot vertrek door dhr.Kemperman niet geaccepteerd werd en hij vervolgens Weer arbeidsgeschĺ kt Was, wilde de werkgever praten over zijn reĺ ntegratie. tn het gevat Van dhr.Kemperman is vanaf mei 2oO7 de bedoeling geweest om te praten over werkhervatting ofwel reĺ ntegratie ĺ n de eigen functie. tn het geval Van reĺ ntegratie wordt meestal gestart met een gedeettetijke terugkeer met een beperkt afgerond werkpakket. De bedoeling ts om het werkpakket in relatie tot de werktijd uit te breiden. Een
4ĺ 9
en ander,'s afhankelijk van de wijze, Waarop de reĺ ntegratie verloopt. Het streven hiervan is w4 dat het ĺ eidt tot volledige terugkeer op de werkplek met het vottedige werkpakket. 4. Uiteindellik wordt van de zijde van de qemeente Zevenaar ingestemd met de van de zijde van de heel Kem perman voorgestelde mediatĺ on :
Gezien het feit dat er door de werkgever, laatstelijk in de persoon van de gemeentesecretaris, meerdere progingen zijn ondernomen om na de ontvangst Van de brĺ ef d.d. 10 rnei 2007 vande raadsman Van dhr.Kemperman tot een gesprek met dhr.Kemperman te komen. Toen dit niet lukte, stelde de werkgever zich de vraag of de heer Kemperman feitelijk wel in voldoende mate bereid was medewerking te verlenen aan zijn reintegratĺ e- Derhalve vroeg de werkgever zich af wat de meerwaarde Van het inschakelen Van een rnediator zou kunnen zijn. Omdat dhr.Kemperman zich in september 2OOT weer ziek toen hlj op gesprek moest kom D, werd het voorstel om een mediator in te schakelen als een laatste mogelijkheid gezien. De werkgever hoopte dat middels medĺ ation de heer Kemperman,zoals eerder met hem Was overeengekomen,zoLrkunnen komen tot het hervatten Van zijn werkzaamheden. De werkgever stelde daaraan wet de voonľ aarde dat het ondenľ erp Van mediation dan ook beperkt diende te blijven tot de Vraag hoe de heer Kemperman komt tot de hervatting van ziin werkzaamheden. Daarbij wordt ook onderstreept dat de onderhandelingen over de wijze, Waarop de heer Kemperman de gemeentelijke dienst verlaat, zijn afgesloten en derhalve geen ondenľ eŕ p Van de mediation vormen.
op 24 oktober 2007 vond de eerste mediationbijeenkomst plaats. Door de ondertekening van de lÁ\ Vaststellingsovereenkomst is overeengekomen dat het geschil de wijze en tijdstip, Waarop werkhervattĺ ng zou plaatsvinden, betrof en dat er een streep gezet werd onder het verleden. onder punt 13 ĺ s tevens bepaalo oat er een geheimhoudingsplicht is ĺ nzake het besprokene in de mediationbijeenkomst en het tussentijdse verslag- ln de zienswiize echter gaat de advocaat-gemachtigde in op het overleg tijdens de mediation over de kostenverdeling. Derhalve is de werkgever genoodzaakt om op dit aspect te reageren. ln de eerste bijeenkomst stelde de gemeentesecretaris voor, gezien het wederzijdse belang, orr ieder 50% Van de kosten te betalen. Mocht het zover komen dat de mediatĺ on met een positief resultaat zou worden afgesloten dan zou de gemeente Zevenaar 100% van de kosten voor haar rekening nemen. Dhr.Kemperman kon zich in dit voorstel volledĺ g vinden. Hij Was zelfs bereid 10ao/o te betalen, want Voor hem Was het van belang om weer aan het werk te gaan. Op het moment dat de Vaststellingsovereenkomst was getekend, meldt de mediator dhr.Kemperman dat de afspraak is dat de kosten nu volledig voor rekening van de gemeente Zevenaar komen. Dhr.Kernperman blijft bij zijn standpunt om voor 5Oo/o mee te betalen.
Tijdens de mediation heeft dhr.Kemperman niet gemeld dat hij door de gehele gang van zaken spanningsklachten had en dat deze klachten hem zouden betemmeren om terug tskeren naar de gemeente Zevenaar- Zelfs in zijn schrijven van 24 november 2OOT meldt dhr. Kemperman het volgende " en verwacht ik conform onze afspraken op zo kort mogelfike termijn mijn werk in mijn oude functie als bouw- en milieujurist i2-r het juridische team binnen de afdeling Handhaving te hervatten. lk ben bereid om mljn resterende dienstverband tot aan mljn 65-ste bij de gemeente Zevenaar tot een succes te maken en reken erop dat u mii daartoe de ruimte zult geven". !
ln navolging van de afspraken nodigt de werkgever dhr.Kemperman brj schrijven van S november 2007 uit voor het kennismakingsgesprek op 7 november 2007. Vervolgens meldt dhr,Kempermanzich op dezelfde dag ziek. ln aansluiting daarop heeft de werkgever dhr.Kemperman laten oproepen door de bedrijfsarts. Op grond van ziin bezoek aan de bedrijfsarts op 12 november 2OAT adviseert de bedrijfsarts het volgende. " Vandaag heb ik werknemer op het spreekuur gezien en beoordeeld. Ik acht werknemer momenteel niet arbeidsongeschikt ten gevolge van ziekte en/of gebrek."
Op 13 november 2007 ontvangt de werkgever van dhr.Kemperman een brief, waarin dhr.Kemperman meldt dat z\n inziens de uitnodiging voor 7 november 2OOT niet in overeenstemming is met de gemaakte afspraken en dat hll zljn werk binnen het juridisch team op de afdeling Handhaving graag wil hervatten met ingang van 19 november 2AO7- Op 16 november 2OOT heeft dhr.Kemperman op eigen initiatief telefonisch contact opgenomen met het afdelingshoofd omtrent zijn Voornemen om op 19 november 2aa7 zť 1nwerkzaamheden te hervatten- Het afdelingshoofd heeft dhr.Kemperman te kennen gegeven dat de werkgever zĺ ch zal houden
5/9
aan de afspraken, die zijn gemaakt in de Vaststel!|ngsovereenkomst. Het afdelĺ ngshoofd heeft dhr. Kemperman laten weten dat de werkgever hem alsnog schriftelijk zal uitnodigen voor een kennismakingsgesprek. Het afdelingshoofd heeft de heer Kemperman op vrijdag 16 november 2OOT direct teruggebeld, maar dhr.Kemperman nam niet op. Het afdelingshoofd heeft vervolgens dezelfde dag nog een aantat keren gebeld, m aar heeft er voor gekozen niet in te spreken op de voicemail, omdat hij de boodschap aan dhr.Kemperman persoonlijk wilde meedelen. Uiteindelijk heeft het afdelingshoofd dhr. Kemperman op 1T en 1B novernber 20AT nog enige keren gebeld en toen uiteindelijk de telefoon niet werd opgenomen, heeft hij de boodschap ingesproken. Dat was op de door de advocaat-gemachtigde genoemde zondagavond. Bij schrijven van 20 november 2007 wordt aan dhr.Kemperman mededeling gedaan dat, in navolging van de afspraken, die ziin gemaakt in het kader van de Vaststellingsovereenkomst, hij was uitgenodigd voor het kennismakingsgesprek op 7 november 2007 . Echter op 7 november 2OA7 heeft hij zich weer ziek gemeld. tn aansluiting daarop heeft de werkgever hem Iaten oproepen op het spreekuur van de bedrijfsarts. De bedrijfarts acht dhr.Kemperman momenteel niet arbeidsongeschikt ten gevolge van ziekte en/of gebrek." Vervolgens venľ ijst de werkgever in dit schrijven dat in het schrijven Van 27 september 2OO7 de werkgever aan de advocaat-gemachtigde heeft gemeld dat de werkgever vanaf eind juli 2007 meerdere progingen heeft ondernomen om met dhr.Kemperman een afspraak te maken om te komen tot een gesprek. Dhr.kemperman laat het iedere keerop het laatste moment afiľ eten, zodater na de brief van zijn raadsman Van 10 mei2Oo7 geen gesprek meer heeft kunnen plaatsvinden. Op grond van de voorliggende feiten concludeerde de werkgever dat dhr.Kemperman op geen enkele manier meewerkte aan z\n reintegratie. ln dat kader had de werkgever in het schrijven van 27 september 20AT al gewezen op de toepassing van artikel T:11, tid 1en lid 2, van de ZAR. De werkgever moet derhalve tot de conclusie komen dat dhr.Kemperman vanaf 7 november 20AT ongeoorloofd afwezig was, fl derhalve geen medewerking verleende aan zijn reTntegratie. Vooralsnog werden vanaf 7 november 2007 ziin verlofuren afgeschreven. Tevens werd aangekondigd dat verwachtwerd dat dhr.Kemperman zou verschijnen op 26 november 2OAT en het kennismakingsgesprek doorgang zou kunnen vinden. lndien hij aan deze uitnodiging geen gehoor gaf of ook de andere afspraken in de Vaststellingsovereenkomst niet tijdig na zou kom n, stond vast dat hij geen medewerking wilde verlenen aan ziin reTntegratie. Derhalve zou de werkgever zich genoodzaakt voelen tot het nemen van maatregelen, Waaronder het toepassen Van artikel 7:11Van de ZAR. Dat betekende dat z\n salaris met directgĺ ngang zou worden ingehouden.
Dhr.Kemperman is op 26 november 2AO7 verschenen en er zijn afspraken gemaakt over zijnreTntegratie. De afspraken ziin vervolgens bij schrijven van 27 november 2OAT bevestigd en gestuurd aan dhr.Kemperman. Afgesproken was dat dhr.Kernperman op maandag 3 december 2AAT zou komen werken van 13.00 tot 17.00 uur- Vervolgens waren er afspraken gemaakt over de periode van 3 december 2OOT Um 4 janu ari ZOOS. Op 3 december 20a7 evenwel heeft dhr. Kernperman zich opnĺ euw ziekgemeld en is niet verschenen. Hij is dezelfde dag gezien door de bedrijfsarts en deze stelde vast dat er geen sprake was van ziekte of gebrek dat een werkhervatting in de weg stond' Hiervan is dhr.Kemperman direct door de bedrijfsarts in kenniš gesteld. Daarop is dhr.Kemperman blj brief van 5 december 2OAT (tevens dezelfde dag per fax aan zijn advocaat toegezonden) erover geTnformeerd dat de doorbetaling van zijn sataris met ingang van 3 december 2AAT was stopgezet en dat hli op 6 december 2AAT om 13.00 uur alsnog diende te verschijnen. Daarbij is dhr.Kemperman er Voor gewaarschuwd dat, indien hij nĺ et op 6 december 2ao7 op het aangegeven tijdstip aanwezig zou zijn, er zware disciplinaire maatregelen zouden volg [, waarbij onvoorwaaroé lijk strafontslag niet werd uitgesloten. Op 6 december 2007 is dhr.Kemperman niet op het werk verschenen. Resumerend: De werkgever heeft atles in het werk gestetd om dhr.Kemperman te taten reĺ ntegreren. Het voorstel om een mediator in ŕ e sch akelen werd a/s ee n laatste mogetijkheid gezien. De werkgever hoopte dat middels mediation dhr. Kemperman zou kunnen komen tot het heruatten van zijn werkzaamheden. Door het toedoen van dhr.Kemperman - vanaf 10 mei 2007 tot aan november 2007- was het de werkgever niet getukt om tot een (kennismakingslgesp rek te komen. Veruolgens ziin in overleg met dhr. Kemperman een aantal afspraken gemaakt. Op 7 november en 3 december 2007 heeft dhr.Kemperman zich ziek gemetd. Terwijt de bedrijfsarÍ s Van mening is dat in beĺ de gevallen geen sprake is van arbeidsongeschiktheid a/s gevotg van ziekte en/of gebrek. Wrkgever heeft dus tweemaal moeten yasŕ stelĺ en dat dhr.Kemperman ongeoortoofd afwezig was. Dhr-Kemperman u/as in beide situaties op de hoogte van het advies Van de bedrijfsarŕ s, heeft beide adviezen ook voorzien Van een handtekenĺ ng, maar komt niet opdagen of neemt geen eigen initiatief om te komen tot
6/9
het maken van een nieuwe afspraak.ln dat kader heeft de werkgever tvveemaal de toepassĺ ng Van artiket 7:11 van de ZAR aangekondigd. Per 7 november 200T werden de verlofu ren afgesch reven. 5.
op 3 december 2007 diende client
te verschrjnen:
Uit de spreekuurrapportage van 3 december 20A7 blijkt dat de bedrijfsarts bevestigt dat hij werknemer vandaag wederom beoordeeld heeft n.a.v. zijn ziekmelding vandaag. Wederom acht de bedrijfsarts werknemer nu niet arbeidsongeschikt tgv ziekte en/of gebrek. Wel ziet de bedrijfsarts wederom bij werknemer forse spannĺ ngsklachten voortkomend uit de problemen in de werksituatie. Het lljkt de bedrijfsarts wel duidelijk dat werknemer het conflict nog altijd niet als opgelost ervaart. ln dat kader kon dhr.Kemperman met directe ingang aan het werk. Echter dhr.Kemperman liet niets meer van zich horen. Daardoor heeft de werkgever blj schrĺ jven Van 5 december 2007 een schriftelijke uitnodiging uitgedaan met de mededeling dat dhr.Kemperman op 6 december 2007 werd verwacht. Conform afspraak is een kopie van dit schrijven - in de middag van 5 december 2A07 - uitgegaan naar de advocaat van dhr.Kemperman. De werkgever heeft er bewust voor gekozen dhr.Kemperman niet op te bellen, omdat dhr. Kemperman reeds eerder heeft laten weten dat hij liever heeft dat de correspondentie via de post verloopt, omdat hij de telefoon toch niet opneemt en zijn email niet vertrouwt.
Op vrijdagochtend 7 december 20OT meldt dhr.Kemperm an zich om circa 1 1.00 uur telefonisch bij de Balie van de sector Ruimte. Op verzoek belt dhr.Kemperman om 1 1.30 uur de gemeentesecretaris. Dhr.Kemperman liet weten dat hij de post te laat ontvangen had om op 6 december 2OOT te kunnen beginnen. Ziin advocaat had hem ook niettijdig geinformeerd. De advocaat voerde hierover aan dat haar kantoor op 5 december 20OT in verband met Sinterklaas eerder was gesloten en zij in verband met zittingen op 6 december 2A07 in de ochtend geen kennis heeft kunnen nemen van defax. Op de vraag aan dhr.Kemperman waarom hij niet op donderdagmiddag 6 december 2007 is komen werken, merkte dhr.Kemperman op dat htj op dat moment ziek in bed lag. Vervolgens heeft hij tot op heden geen gevolg aan de oproep gegeven en is niet komen werken.
A
Conclusie: Uit het bovenstaande kan het volgende geconcludeerd worden: 1.
De heer P.H.M. Kemperman is op 1 november 1975 in dienst getreden. Uĺ t de stukken kan worden opgemaakt dat ervanaf l januari 1989 probelemen waren m.b.t. zijnfucntioneren. Erwas sprake van van een arbeidsconflict tussen dhr.Kemperman en zijn directeur. Derhalve is dhr.Kemperman van 1 januari 1989 tot 1 oktober 1990 arbeidsongeschikt. Vervolgens loopt dit door tot 16 maart 1992. Ook in de beginjaren 90 (1991 en 1992) is dhr.Kemperman afiľ ezig geweest. Uit de stukken blijkt dat er in onderhavig geval sprake was van: " dat de ziekte relatie heeft met het werk, verstoorde arbeidsverhouding, een en ander voortkomt uit met name de tekorten aan contactuele vaardigheden ,a. op het terrein van de communicatie en de omgang met mensen, het functioneren van dhr.Kemperman en het ontwikkelen van de contactvaardigheid". De loopbaan van de heer P.H.M. Kemperman laat met name in de jaren 19Bg-1 994 zien dat zijn staat Van dienst niet zo onberispelijk is als de advocaat-gemachtigde suggereert. Uĺ t alle stukken blijkt dat, indien zich functioneringsproblemen voordoen, dhr. Kemperman zich ziek meldt in plaats van te werken aan de oplossing ervan.
2.
Op grond van de voorliggende stukken moet geconstateerd worden dat de procedure en het onderzoek uitgezet bij het bureau KBB&T op een discrete wijze hebben plaatsgevonden. De uitkomsten van hetonderzoekwaren in het naiaar van 2005 bekend. De heer Kemperman is eerst op 24 januari 2006 ziek geworden; dat was na het gesprek dat de sectordirecteur op 19 januari 2006 met hem had en waarin de sectordirecteur met dhr. Kemperman formeel praatte over zijn vertrek. Dhr. Kemperman is pas ziek geworden op het moment dat gesproken ging worden over zijn vertrek uit gemeentelljke dienst. Opmerkelijk in de gehele procedure is dat de werkgever inzake het gevat Kemperman ĺ n gesprek is geweest met 5 opeenvolgende verschillende adviseurs.
3.
Gezien het feit dat er door de werkgever, laatstelijk in de persoon van de gemeentesecretaris,
7ĺ 9
meerdere progingen zijn ondernomen om na de ontvangst van de brief d.d. 10 mei 2007 van de raadsman van dhr.Kemperman tot een gesprek met dhr.Kemperman te komen.Toen dit niet lukte stelde de werkgever zich de vraag of de heer Kemperman feitelijk wel in voldoende mate bereid was medewerking te verlenen aan zijn reintegratie. Derhalve vroeg de werkgever zich af wat de meerwaarde van het inschakelen van een mediator zau kunnen zijn Toch werd het voorstel om een mediator in te schakelen als een laatste mogelijkheid gezien, De werkgever hoopte dat middels mediation de heer Kemperman, zoals eerder met hem was overeengekomen, zau kunnen komen tot het hervatten Van zijn werkzaamheden. De werkgever stelde daaraan wel de voonľ aarde dat het onderwerp Van medĺ ation dan ook beperkt diende te blijven tot de Vraag hoe de heer Kemperman komt tot de hervatting van zijn werkzaamheden . Daarbij wordt ook onderstreept dat de onderhandelingen over de wijze, waarop de heer Kemperman de gemeentelijke dienst verlaat, zijn afgesloten en derhalve geen ondenľ erp Van de mediation Vormen. Tijdens de mediation heeft dhr.Kemperman niet gemeld dat hij door de gehele gang van zaken spanningsklachten had en dat deze klachten hem zouden belemmeren om terug te keren naarde gemeente Zevenaar. Zelfs in zijn schrijven van 24 november 20A7 meldt dhr. Kemperman het volgende " en verwacht ik conform onze afspraken op zo kort mogelljke termrjn mijn werk in mrjn oude functie als bouw- en milieujurist in het juridische team binnen de afdeling Handhaving te hervatten. lk ben bereid om mrjn resterende dienstverband tot aan mijn 65-ste bij de gemeente Zevenaar tot een succes te maken en reken erop dat u mij daartoe de ruimte zult geven". 4.
Vervolgens ziin met dhr. Kemperman een aantal afsrpaken in overleg met hem gemaakt. Op 7 november en 3 december 2007 heeft dhr.Kemperman zich ziek gemeld. Tenľ ijl de bedrijfsarts Van mening is dat in beide gevallen geen sprake is van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte en/of gebrek. Omdat door toedoen van dhr.Kemperman - vanaf 10 mei 2007 tot aan november 2OOT- het de werkgever niet gelukt was om tot een gesprek te komen heeft de werkgever bijs crhijven van 20 november 2A07 Op grond van de voorliggende feiten concludeerde de werkgever dat dhr. Kemperman op geen enkele manier meewerkte aan zijn reintegratie. ln dat kader had de werkgever in het schrijven van 27 september 2A07 al gewezen op de toepassing van artikel 7:11, lid 1 en lid T2, van de ZAR. De werkgever moet derhalve tot de conclusie komen dat dhr.Kemperman vanaf T november 2AAT ongeoorloofd atwezig was, er derhalve geen medewerking verleent aan zijn reTntegratie. Vooralsnog werden vanaf 7 november 2A07 zijn verlofuren afgeschreven. Tevens werd aangekondigd dat Verwacht werd dat dhr.Kemperman zal verschijnen op 26 nÓvember 2ao7 en het kennismakingsgesprek doorgangzal kunnen vinden. lndien hij aan deze uitnodiging geen gehoor geeft of ook de andere afspraken in de Vaststellingsovereenkomst nĺ et tijdig nakomt, staat vast dat hij geen medewerking wil verlenen aan zijn reTntegratie. Derhalve zal de werkgever zich genoodzaakt voelen tot het nemen van maatregelen, waaronder het toepassen van artikel 7:11van deAR. Dat betekent dat ziin salaris met directe ingang zal worden ingehouden. Dhr.kmerpeman verscheen op 26 november 2OAT en het kennismakingsgesprek kon plaatsvinden. Echter dhr.Kemperman verscheen niet op de afgesproken eerste werkdag namelijk 3 december 2007.
5.
De werkgever heeft dus tweemaal moeten vaststellen dat dhr.Kemperman geen medewerking verleende aan ziin reintegratie. Dat hij zich tweemaal heeft schuldig gemaakt aan ongeoorloofde afwezigheid. ln dat kader kan worden vastgesteld dat hier sprake is van ernstig plichtsverzuim.
6.
AIs laatste mogelijkheid heeft de werkgever dhr.Kemperman btj schrijven van S december ZOAT opgeroepen om op 6 december 2007 te verschijnen. Conform afspraak is een kopie van dit schrijven _ in de middag Van 5 december 2007 uĺ tgegaan naar de advocaat-gemachtigde Van dhr.Kemperman. De werkgever heeft er bewust voor gekozen dhr.Kemperman niet op te bellen, omdat dhr. Kemperman reeds eerder heeft laten weten dat hl1 liever heeft dat de correspondentie via de post verloopt, omdat hij de telefoon toch niet opneemt en zijn emait niet vertrouwt. Gezien de berichtgeving van de advocaat-gemachtigde ging de werkgever ervan uit dat zij dhr.Kemperman tijdig op de hoogte zou stellen van dit schrijven.
7.
Op vrijdagochtend 7 december 2007 meldt dhr.Kemperman telefonisch blj de gemeentesecretaris dat hij de post te laat ontvangen had om op 6 december 2OAT te kunnen beginnen. Zijn advocaat had hem ook niet tijdig geinformeerd. Vervolgens heeft dhr.Kemperman tot op heden geen geuotg aan de
B/9
oproep gegeven en is niet komen werken
Eindconclusie: Zoals uĺ t vorenstaande kan worden opgemerkt, moet geconcludeerd dat er in de zaak Kemperman wel degelijk voldoende belangenafweging heeft plaatsgevonden. De argumenten, aangewend in de zienswijze van de advocaat-gemachtigde, ziin door bovengenoemde feiten voldoende weerlegt. Het volgende behoeft nog enige aandacht namelijk: de advocaat-gemachtigde stelt voor dat een ander gesprek met de heer Kemperman had meer op de weg van de gemeente Zevenaar getegen, juist ook in het licht van goed werkgeverschap. Vanaf 10 mei 2007 tot 1 november 2ao7 heeft de werkgever alles in het *"'ŕ gesteld om met dhr. Kemperman in gesprek te komen. Vervolgens heeft de mediation plaatsgevonden. Vervolgens heeft de werkgever vanaf 1 november 2OO7 alles in het werk gesteld om de gemaakte afspraken - zie de Vaststellingsovereenkomst - na te komen. Dit heeft geduurd tot 6 december 2OOT. Van belang is om te weten dat een aantal keren de datum en het tijdstip, tetefonisch in overleg met dhr'Kemperman tot stand ziin gekomen. Daarbij werd zelfs rekening gehouden met de wensen van dhr'Kemperman o.a. dat hij er moeite mee heeft om vroeg in de ochtend een gesprek aan te gaan. ledere keer melde de heer Kemperman zĺ ch op de dag uä n de afspraak af m.u.V. het kennismakingsgesprek op 26 november 2oo7. Vervolgens neemt hĺ j geen contact meer opj' "tv'Ľ\'\' met de werkgeverovereen andere datum; met uitzondering van ztlntelefonisch contact met zijn leidinggevende en daaropvolgend zijn brief van 13 november ZAOT,waarin dhr.Kemperman meldt dathĺ j graag wil hervatten op 19 november 2Oo7 .
Aan het college ligt nu de vraag voor of er voldoende grondslag is om te komen tot het bestuit tot onvoorwaardelijk strafontslag ex artikel 16:1:2,lid 1 juncto 8:13 ZAR. Het besluit tot onvoonľ aardelijk strafontslag ĺ s gebaseerd op de weigering om op 6 december 2ao7 tot werkhervatting te komefi, in navolging Van eerdere weigeringen en Waarschuwingen. Volgens jurisprudentie Van de Centralé Raad Van Beroep is herhaalde weigeringen ernstig plichtsverzuim dat met onvoorwaardelijk strafontslag bestraft mag worden. Hiertoe mag echter pas worden overgegaan nadat de ambtenaar is gewaarschuwd, door middel van een waarschuwende brief en/of het inhouden van bezoldiging etc.. ln heigeval van dhr. Kemperman zijn de verlofdagen ingehouden, is zijn salaris ingehouden en iJnrj er expliciet voor gewaarschuwd dat h;; met ontslag rekening moest houden, indien hij op 6 december 2aa7 wederom niet zouverschijnen. Er zijn mitsdien voldoende waarschuwingen uitgegaan. Een procesrisico schuilt desondanks in het feit dat een rechter mo9elijk van oordeel ĺ s dat dhr.Kemperman niet aangerekend kan worden dat h;.1 niet tijdig van de brief van 5 december 2007, waarin hij werd opgeroepen om op 6 december zaa1 te verschijnen, in kennis is gesteld' De advocaat-gemachtigde beroept zich op overmacht. Tegenover dat argument kan geplaatst worden dat dhr' Kemperman er op 3 december 2Oa7 al van op de hoogte Was daĺ de bedrijfsarts hem niet ziek achtte' Het komt Voor rekening en risĺ co Van dhr.Kemperman dat ž qnadvocate hem niet tijdig heeft geTnformeerd' De uitnodiging is wel tijdig verzonden. Dhr.Kemperman ontving waarschijnlijk de uitnodiging A zelf per post op 6 december 2oo7, maai meldde zĺ ch pas op 7 december zool op het gemeentehuis en gaf aan dat hlj 6 december 2a07 ziek was (hli heeft daarmee niet als verweer aangevoerd dat, indien hij de brief tijdig had ontvang r, hij wel had hervat), Tot op heden heeft dhr.Kernperma n zijnwerkzaamheden niet
opgepakt.
Het college wordt het volgende geadviseerd:
Vaststellen dat dhr'P.H.M. Kempermä D, ondanks de vele pogingen Van de werkgever, op geen enkele manĺ er medewerking heeft verleend aan zijn reí ntegratie; vaststellen dat dhr' P'H.M.Kemperman door niet op afspraken te verschijnen hervatten veelvuldig ongeoorloofd afwezig is;
en/o
f
zijnwerk niet te
vaststellen dat, inzake dhr. P.H-M. Kemperman, conform het gestelde in artikel 16:1:1 van de ZAR, sprake is van ernstig (herhaald) plichtsverzuim;
Dat de zienswijze niet leidt tot een andere overweging; ln dat kader het Voorgenomen besluit tot het opleggen Van de maatregel van onvoonľ aardelijk strafontslag om te zetten in een definitief besluit; ln dat kader te komen tot het besluit tot onvoorwaardelijk strafontslag ex artikel 16:1:2, lid 1 juncto B:13 van de ZAR aan de heer P.H.M.Kemperman; Daarbij handhaven dat dit gebeurt onder bevel van directe ten uitvoerle
Vaste aandachtspunten, te weten: Wettelijke kaders / verordeningen / bestaand beleid: n.v.t.
Gommunicatie: n.v.t.
verdere procedure
/
voorgeschreven termijnen:
n.v.t.
Financié le gevol9 n, voorjaarsnota en productbegroting: n.v.t.
Gegevens voor voorjaarsnota en productbegroting: n.v.t.
Wijze waarop de evaluatie plaatsvindt n.v.t.
Alternatief: n.v.t.
n )