Zakelijk verslag van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van Unilever N.V., gehouden op dinsdag 15 mei 2007 in de Rotterdam Hall van het Beurs-World Trade Center te Rotterdam1 ********************** Aanwezig achter de bestuurstafel: Uitvoerend Bestuurders:
P.J. Cescau (Group Chief Executive), C.J. van der Graaf, R.D. Kugler en R.H.P. Markham.
Niet-uitvoerend Bestuurders:
A. Burgmans (voorzitter), professor W. Dik, Lady Chalker, Dr B.E. Grote, Lord Simon en K.J. Storm.
Secretaris:
J.A.A. van der Bijl
Vertegenwoordigd kapitaal: Van het totale uitstaande aandelenkapitaal, groot € 388.984.014,20 was in de vergadering vertegenwoordigd € 329.018.460,- of in procenten circa 84,6%. Over de verschillende soorten van aandelen was dit als volgt: Uitstaand kapitaal: in €
Vertegenwoordigd kapitaal: in € in %
12.428.530 69.025.484 32.145.000 274.356.432 1.028.568
11.009.620 52.346.836 25.071.206 240.590.798 -
7% cum. pref. aandelen 6% cum. pref. aandelen 4% cum. pref. aandelen gewone aandelen gewone aandelen genummerd 1 t/m 2.400
3,34 15,91 7,62 73,13 -
% van het uitstaande kapitaal per soort aandeel 88,58 75,83 77,99 87,69 -
329.018.460
1
Dit verslag is een zakelijke weergave van de vergadering en geen letterlijke weergave van het daarin gesproken woord.
2
Vragenstellers: Mevrouw Stadlander De heer Van der Klis De heer Olijslager De heer Van Weesp Mevrouw Van ’t Groenewoud De heer Van Dell De heer Ayodeji De heer Schraven De heer De Koning De heer Jonker
Certificaathouder Vereniging van Effectenbezitters (VEB) Stichting Administratiekantoor Unilever N.V. Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) Vertegenwoordiger PGGM, ABP, Robeco en Pensioenfonds voor Grafische Bedrijven Onderzoeker Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen Certificaathouder Stichting Administratiekantoor Unilever N.V. Stichting Administratiekantoor Unilever N.V. Certificaathouder
* * *
3
De voorzitter van de vergadering is de heer A. Burgmans, voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De voorzitter gaat kort in op de actie van vakbonden buiten het gebouw en deelt mede dat overleg met werknemers gaande is. Vervolgens stelt de voorzitter de personen achter de bestuurstafel voor en deelt mede dat de nietuitvoerend bestuurders, Leon Brittan, Jean-Cyril Spinetta, Jeroen van der Veer en Charles Golden verhinderd zijn aan de vergadering deel te nemen. Daarna bespreekt de voorzitter de agenda. [Sheet: agenda2] (De voorzitter spreekt de vergadering toe aan de hand van een aantal sheets) De voorzitter gaat kort in op Unilever’s missie om vitaliteit aan het leven toe te voegen, en te voorzien in de dagelijkse behoefte aan voeding, hygiëne en persoonlijke verzorging met merken die mensen helpen zich goed te voelen, er goed uit te zien en meer uit het leven te halen. Daarna geeft de voorzitter met betrekking tot 2006 een toelichting op de belangrijkste kerncijfers en het voorgestelde dividend. De voorzitter gaat vervolgens in op de kwestie rond de in 1999 uitgegeven preferente aandelen en de getroffen schikking. Kort samengevat houdt die schikking in dat iedereen die de preferente aandelen voor eigen rekening en risico hield op 24 maart 2004 en voldoet aan de schikkingsvoorwaarden, recht heeft op een vergoeding van € 1,38 plus een rente van € 0,16 (in totaal € 1,54) per preferent aandeel. Na eerdere verlenging van de aanmeldingstermijn loopt het schikkingsvoorstel tot en met 30 juni 2007. Tot op heden is een bedrag van ongeveer € 125 miljoen uitgekeerd. Er lopen nog procedures van voormalige houders van preferente aandelen die deze aandelen hebben aangekocht ná 24 maart 2004 en die niet gerechtigd zijn tot de schikking. De voorzitter bespreekt de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen jaren in de corporategovernancestructuur van Unilever. In 2004 werd de one-tier bestuursstructuur ingevoerd met een meerderheid van niet-uitvoerend bestuurders. In 2005 werd naast één niet-uitvoerend voorzitter, één Group Chief Executive benoemd. In 2006 werd de contractuele verhouding tussen NV en PLC gewijzigd waardoor meer vrijheid werd gecreëerd in de toewijzing van activa tussen NV en PLC, werden de gewone aandelen van NV en PLC geëgaliseerd en werd het systeem van bindende voordrachten afgeschaft en aan aandeelhouders het recht verleend kandidaten voor te dragen voor de raden van bestuur, met inachtneming van de noodzaak de eenheid van bestuur binnen NV en PLC te bewaren. De voorzitter deelt verder mee dat in 2006 een onafhankelijke consultant het functioneren van de Raad van Bestuur, de bestuurscommissies, de voorzitter en de individuele bestuurders heeft geëvalueerd. De aanbevelingen van deze consultant met betrekking tot de inrichting van de agenda en de procedures voor de bestuursvergaderingen zullen worden overgenomen. De voorzitter gaat vervolgens in op de samenstelling van het Bestuur. Rudy Markham is verzocht na zijn terugtreden als bestuurder nog enige tijd als CFO aan te blijven, totdat een nieuwe CFO is benoemd. De voorzitter introduceert mevrouw Berger, mevrouw Nyasulu en de heren Murthy en Treschow die zijn voorgesteld te worden benoemd tot niet-uitvoerend bestuurders.
4
De voorzitter dankt voor de aandacht en verleent het woord aan Patrick Cescau. De heer Cescau begint met een dankwoord aan de voorzitter, Lynda Chalker en Rudy Markham die allen aftreden als bestuurders. Vervolgens gaat de heer Cescau in op de resultaten over 2006, waarbij hij aangeeft dat sprake is geweest van een voortdurende groei. De groei van de onderliggende verkopen kwam uit op 3,8 % en ligt binnen de groeidoelstelling van 3-5%. Alle onderdelen van de onderneming droegen bij aan die groei, zowel binnen de categorieën als de regio’s. Het gat met de concurrentie wordt kleiner. De heer Cescau licht de groei in enkele categorieën en regio’s toe: huishoudelijke verzorging, culinaire producten, dressings en spreads, en Knorr in Azië. De grootste groei zit in de opkomende markten, maar de markt in Europa is ook weer opgaand, met name in de UK en Nederland. De regio ‘America’s’ groeide met 3,7%, waarvan 2,5% in Noord-Amerika en bijna 6% in Latijns Amerika. De regio ‘Azië/Afrika’ groeide gemiddeld met 7,7%, inclusief China dat bijna 30% groeide. Andere belangrijke opkomende markten zijn o.a. India, Indonesië en Turkije. De groei werd mede gerealiseerd door kostenbesparingen van € 900 miljoen, maar er waren ook (grondstof)kostenstijgingen van € 600 miljoen, zodat, aldus de heer Cescau, de verbetering van de brutowinstmarge (van 13,2% naar 13,6%) minder was dan verwacht. Voorts meldt de heer Cescau dat 2006 een sterke kasstroom kende, op grond waarvan een eenmalig dividend van € 750 miljoen aan de aandeelhouders kon worden uitgekeerd. De TSR groeide met 11% naar een totaal van 27%. De heer Cescau geeft aan dat de cijfers een voortdurende verbetering van de concurrentiepositie en een brede groei laten zien, en dat dit in het eerste kwartaal van 2007 werd voortgezet. Vervolgens gaat de heer Cescau in op de organisatorische en strategische veranderingen. Hij geeft aan dat de groeistrategie gericht is op de opkomende markten, omdat de groeipotentie daar hoog is. Unilever heeft in die markten een concurrentievoordeel, door een lange historie in die markten, een goed begrip van die markten, een hoge kwaliteit van het management, en schaal- en infrastructuurvoordelen. De groei in die markten was 8% in 2006. Verder is de groeistrategie gericht op produkten op het gebied van persoonlijke verzorging, die inmiddels 30% van de omzet uitmaken. Voorts geeft de heer Cescau aan dat ook desinvesteringen een rol spelen bij het versnellen van de ontwikkeling van de portfolio, zoals bijvoorbeeld de verkoop van de diepvriesactiviteiten. Over de organisatorische veranderingen merkt de heer Cescau op dat die steeds tot doel hebben waarde te creëren voor de aandeelhouders. Dat wordt bewerkstelligd door een strakker management, een eenvoudigere structuur, een nauwere band met klanten en consumenten en een sterkere cultuur in de onderneming om te willen presteren. Die nieuwe structuur, zo merkt de heer Cescau op, stelt Unilever in staat sneller en op grotere schaal nieuwe produkten op de markt te brengen, zoals bijvoorbeeld het geval was met de introductie van Rama/Blue Band Idee!. [video clip/AdeZ: Rama/Blue Band Idee!]
2
Afdrukken van deze en de overige in de vergadering getoonde sheets zijn aan dit verslag gehecht.
5
De heer Cescau geeft verder aan dat bij organisatorische veranderingen ook gekeken wordt naar de vraag of bepaalde activiteiten, zoals IT of Human Resources, kunnen worden uitbesteed, teneinde financiële en operationele voordelen te behalen. Op terreinen waar Unilever zich kan onderscheiden wordt juist geïnvesteerd, zoals in programma’s rond klantenmanagement, innovatie en marketing. De heer Cescau licht toe dat de behoeftes van klanten niet alleen onderkend moeten worden, maar dat daar ook op vooruitgelopen moet worden. De landen waar deze programma’s werden uitgerold zijn sterk gegroeid, zoals China en Nederland; het Amerikaanse Wallmart noemde Unilever ‘best supplier of the year’ in 2006. Verder geeft de heer Cescau aan dat de succesvolle marketing rondom produkten voor persoonlijke verzorging, zoals Axe deodorant, vertaald moet worden naar andere merken, met name in de categorie voedingsmiddelen. Er wordt een video getoond over de Dove-campagne [Evolution video] Over deze video zegt de heer Cescau dat deze het meest bekeken en besproken werd op de internetsite ‘Youtube’. Door innovatieve marketing heeft Dove nu een omzet van € 2,5 miljard, en heeft het merk Rexona een omzet van € 1 miljard bereikt in 2006. Op het International Cannes Advertising Festival ontving Unilever drie keer zoveel awards voor marketing als de naaste concurrent. Er wordt een video getoond van een award-winnende reclame. [AdeZ] De heer Cescau stelt voorts dat mensen steeds vaker merken willen gebruiken die hen niet alleen aanspreken als consumenten, maar die hen ook aanspreken als goede burgers, en die een positieve maatschappelijke en economische impact hebben. Unilever committeert zich dan ook ook op het vlak van maatschappelijke verantwoordelijkheid, onder meer door het geven van meer zelfvertrouwen aan jonge vrouwen door middel van de Dove-campagne, het verminderen van watergebruik door middel van Surf Excel en het verminderen van diarree door het gebruik van Lifebuoy zeep. Ook het doneren van geld, vorig jaar een bedrag van € 78 miljoen aan ongeveer 12.000 organisaties, speelt hierbij een rol. Concluderend stelt de heer Cescau dat er vooruitgang wordt geboekt, dat er een duidelijke strategie is, dat er een eenvoudigere en effectievere organisatie staat, dat de activiteiten gericht op het verbeteren van klantenmanagement, innovatie en marketing worden opgevoerd, en dat wordt doorgegaan met de missie ‘doing well, doing good’ Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2007 wordt gestreefd naar het realiseren van een consistente en competitieve groei, het verbeteren van de brutowinstmarge, en meer evenwichtige bedrijfsresultaten. De heer Cescau dankt de vergadering voor de aandacht. De voorzitter gaat vervolgens over naar het formele deel van de vergadering. De voorzitter deelt mee dat volgens de presentielijst in de vergadering vertegenwoordigd zijn aandelen met een nominale waarde van in totaal € 329.018.460,- tezamen recht gevend op
6
2.056.365.378 stemmen. Van het geplaatste kapitaal is derhalve circa 84,5% vertegenwoordigd .De voorzitter deelt verder mee dat ieder gewoon aandeel van € 0,16 recht geeft op één stem en dat houders van preferente aandelen recht hebben op één stem voor elke € 0,16 die zij nominaal aan aandelen houden. Indien onderaandelen worden gehouden, gelden die rechten voor elke tien onderaandelen. Voorts meldt de voorzitter dat certificaathouders en hun gevolmachtigden bij de ingang van de vergadering een stemvolmacht hebben ontvangen van het Administratiekantoor. Door aan de stemming deel te nemen wordt de volmacht aanvaard. Voorzover certificaathouders geen steminstructies hebben gegeven of de vergadering niet in persoon of bij gevolmachtigde bijwonen, is het Administratiekantoor krachtens de administratievoorwaarden bevoegd het stemrecht uit te oefenen. Het Administratiekantoor wordt in de vergadering vertegenwoordigd door haar bestuurders: de heren Schraven, De Koning, Koopmans en Olijslager. Verder meldt de voorzitter dat in de vergadering aanwezig zijn vertegenwoordigers van de accountants van PricewaterhouseCoopers Accountants NV, waaronder professor Van Manen de partner die de controle van de jaarstukken leidt, die in de gelegenheid is vragen over de controlewerkzaamheden te beantwoorden. Tenslotte meldt de voorzitter dat het doel van de vergadering is het van gedachten te wisselen over de gang van zaken in 2006 en over de agendapunten te stemmen. Hij verzoekt een ieder de vragen kort te formuleren en behoudt zich het recht voor de spreektijd van vragenstellers te beperken. De voorzitter stelt punt 1 van de agenda aan de orde: Behandeling van het jaarverslag van de Raad van Bestuur en van het verslag van de Remuneratiecommissie. De voorzitter stelt voor dit agendapunt te combineren met de behandeling van de jaarrekening, waarover onder agendapunt 2 wordt gestemd. De voorzitter verleent het woord aan mevrouw Stadlander. Mevrouw Stadlander spreekt mede namens Amerikaanse Unilever aandeelhouders uit Arizona, vertegenwoordigt het bestuur van de Stichting Rechtsbescherming Beleggers en is zelf aandeelhouder van Unilever. Mevrouw Stadlander is niet gelukkig met het feit dat de vergaderingen van Unilever en die van Royal Dutch Shell tegelijkertijd plaatsvinden, waardoor de heer Van der Veer de vergadering van Unilever niet kan bijwonen. Zij complimenteert de Raad van Bestuur met zowel de inhoud als de vormgeving van het jaarverslag en zij geeft aan tevreden te zijn met de resultaten. Verder vraagt zij naar details over de nieuwe margarine Rama/Blue Band Idee! en of dit product binnenkort door Unilever wereldwijd geproduceerd zal worden. Ook wil zij graag weten dat als Flora/Becel pro-activ cholesterolverlagend is, waarom er dan ook nog steeds medicijnen worden voorgeschreven. Zij vraagt aandacht voor medewerkers van Unilever die, volgens een artikel in een dagblad, in het ongewisse zijn over de door hen opgebouwde pensioenrechten. Voorts geeft zij aan dat zij in het jaarverslag informatie mist over groeilanden als Polen, Tsjechië, Roemenië, Moldavië, Joegoslavië, Kroatië en Letland. Zij wil weten hoe de huidige ervaringen met en welke perspectieven er in dergelijke landen zijn. Verder constateert zij dat voorheen de omzet voor 75% in West-Europa lag, en dat die is gedaald tot 34%. Ook meent zij dat Unilever veel klanten heeft verloren aan bijvoorbeeld Procter & Gamble, die bij het uitbrengen van nieuwe producten kennelijk creatiever zijn. Zij wil weten hoe Unilever denkt zijn verkopen op een hoger plan te brengen, omdat Unilever anders het gevaar loopt het doelwit van
7
participatiemaatschappijen te worden. Daarbij wil zij weten welke maatregelen genomen zijn om te waarborgen dat het Unilever-concern in zijn huidige vorm tot in lengte van jaren kan blijven bestaan. Tot slot dankt mevrouw Stadlander de voorzitter en de heer Rudy Markham uitgebreid voor hun jarenlange bijdrage aan Unilever en wenst hen het beste voor de toekomst. De voorzitter antwoordt dat de volgende keer getracht zal worden de vergaderingen van Unilever en Royal Dutch niet op de dezelfde dag te laten plaatsvinden, maar dat hij niets kan toezeggen. Voorts zegt de voorzitter dat de margarines in staat zijn het cholesterolgehalte met 15% te verlagen, zodat iemand met een marginaal cholesterolprobleem gediend kan zijn met een dieet waar Becel onderdeel van is. Bij grotere problemen zullen waarschijnlijk medicijnen nodig blijven. De nieuwe margarine Rama/Blue Band Idee! is gelanceerd in 14 landen en bevat voedingsstoffen die de geestelijke ontwikkeling van kinderen bevordert. Voorts zegt de voorzitter dat nog steeds in West-Europa wordt geïnvesteerd, maar dat landen als India en China sneller groeien en meer kansen bieden, hetgeen in die landen met hoge investeringen gepaard gaat. De voorzitter geeft verder aan dat Unilever zich bewust is dat private equity in vele markten actief is, maar dat niet hij niet ingaat op geruchten over het al dan niet zijn van doelwit van participatiemaatschappijen. De voorzitter verleent het woord aan de heer Markham. De heer Markham geeft aan dat Unilever wereldwijd 80 verschillende pensioenregelingen kent, die elk een eigen karakter hebben en die zijn aangepast aan de omstandigheden in de verschillende landen. De heer Markham verzekert dat de pensioenrechten en de informatie daarover een belangrijk deel van het personeelsbeleid is. De voorzitter verleent het woord aan de heer Cescau. Die geeft aan dat Unilever in China € 600 miljoen aan omzet genereert, dat de groei vorig jaar 30% was en dat Unilever in China sneller groeit dan de meeste concurrenten. Dit, dankzij de focus op een beperkt aantal merken en goede innovatie. In de opkomende markten is het groeipotentieel hoog. Ook de groei in Europa is positief dankzij de kwaliteit van de innovaties, bijvoorbeeld Dove Pro-Age, de nieuwe Magnum-serie en de milieuvriendelijke wasmiddelen. De voorzitter verleent het woord aan de heer Van der Klis. De heer Van der Klis meldt dat hij de Vereniging Effecten Bezitters (VEB) vertegenwoordigt en dat de VEB door middel van 472 volmachten 1 miljoen aandelen en 821 certificaten van aandelen vertegenwoordigt. Hij is niet gelukkig met het feit dat Unilever nog steeds een administratiekantoor heeft. Hij stelt dat de preferente aandeelhouders Aegon en ING een rol kunnen hebben in de afschaffing daarvan. Hij wil weten of er besprekingen terzake worden gevoerd. Voorts plaats de heer Van der Klis kanttekeningen bij de groei van Unilever. Hij stelt dat de cijfers van concurrenten als Danone, Nestlé en Procter & Gamble beter zijn en vraagt wat de oorzaak is van de underperformance van Unilever. Verder brengt hij naar voren dat de koers van het aandeel Unilever de afgelopen vijf jaar niet is gestegen en hij wil weten wat de Raad van Bestuur gaat doen om het vertrouwen van de beleggers terug te winnen. Voorts wil hij weten wat de reactie van Unilever als producent van A-merken is op de ontwikkeling dat retailers zoals Ahold zich steeds meer toeleggen op huismerken. Ook wil hij van de heer Cescau weten of die evenals vorig jaar nog van mening is dat opsplitsing van Unilever niet in het belang van de aandeelhouders is. Verder ziet de heer Van der Klis een bedreiging in de stijging van kosten, zoals loon-, energie-, transport- grondstof-, en verpakkingskosten, en hij vraagt of er kostenbesparingen of prijsstijgingen zullen zijn alsmede hoe Unilever de omzetgroei en de winstverbetering kan combineren.
8
De voorzitter stelt dat Unilever volledig in lijn is met de Code Tabaksblat ten aanzien van de organisatie van het administratiekantoor. Unilever handhaaft het administratiekantoor omdat traditioneel de opkomst in de Nederlandse vergadering laag is en omdat een gering aantal aandeelhouders een onevenredige grote inbreng in de stemming kunnen hebben. Over eventuele besprekingen met preferente aandeelhouders wenst de voorzitter geen mededelingen te doen. Naar aanleiding van de vraag over de opkomst van huismerken, merkt de voorzitter op dat A-merken en huismerken naast elkaar zullen blijven bestaan. Unilever verweert zich tegen de opkomst van door innovatie en communicatie. Bovendien tracht Unilever alleen A-merken te voeren die een nummer 1 of 2 positie innemen. De voorzitter verleent het woord aan de heer Cescau. De heer Cescau geeft aan dat hij eerder heeft gezegd dat Unilever in de afgelopen twee jaar vooruitgang heeft geboekt met een groei van de onderliggende verkopen van 3% naar 3,8%. Tevreden is hij nog niet en er is nog veel te doen. De total shareholder return (TSR) van Unilever was hoger dan die van diverse concurrenten, zoals Procter & Gamble. De mindere prestaties van Unilever hebben niets te maken met de combinatie van voedingsmiddelen en huishoudelijke en persoonlijke verzorging. Deze combinatie zorgt er voor dat Unilever schaalgrootte heeft en kan profiteren van synergievoordelen. Hoewel de afgelopen twee jaar al veel keuzes zijn gemaakt, kan het portfolio- en merkenmanagement van Unilever nog verder worden verbeterd. Voorts merkt hij op dat het One Unilever-programma aanzienlijke besparingen heeft opgeleverd. In 2006 leverden de besparingen en productiviteitsverbetering € 900 miljoen op, maar daar stonden kostenverhogingen tegenover van € 600 miljoen. Verder worden de verkoopprijzen verhoogd, met uitzondering van de prijzen in Europa. De voorzitter verleent het woord aan de heer Olijslager. De heer Olijslager, bestuurder van de Stichting Administratiekantoor Unilever, is positief over de pragmatische en kordate aanpak van de heer Cescau. De resultaten over de twee laatste kwartalen lijken te indiceren dat deze aanpak succesvol is. Betekent dat ook dat er in de managementstructuur het nodige is veranderd? De heer Olijslager stelt verder vragen over het innovatiebeleid en de bijdrage van nieuwe producten aan de omzetgroei, de organisatie van de research & development functie en de tijd die nodig is om nieuwe producten naar de markt te brengen. Tot slot merkt de heer Olijslager op dat het nuttig zou zijn in het jaarverslag ook te rapporteren per produktgroep. Naar aanleiding van de laatste vraag deelt de heer Cescau mee dat op grond van wet- en regelgeving moet worden gerapporteerd op de wijze waarop de onderneming wordt gedreven, namelijk in regio’s. Verder geeft hij aan dat innovatie de afgelopen twee jaar met 1 tot 2% heeft bijgedragen aan de omzetgroei. Er zijn minder innovatieprojecten, maar ze zijn groter in omvang en worden gerichter uitgevoerd. De snelheid waarmee nieuwe producten naar de markt worden gebracht varieert en is afhankelijk van de complexiteit. Rama/Blue Band Idee! is bijvoorbeeld binnen slechts vijf maanden gelanceerd in 14 landen. Er is een snellere beweging mogelijk door veranderingen in het management van de categorieën, die de doelen, de mix van merken, de innovaties en de communicatie definiëren op wereldwijd niveau. Het management van de regio’s brengt dit dan naar de betreffende markten. Zo ontstaat enerzijds omvang en anderzijds diepte en focus op locale consumenten. Er moet wereldwijd, snel en effectief geconcurreerd worden. Voorts geeft de heer Cescau aan dat vorig jaar 2,3% van de omzet is besteed aan research & development. Hierbij vallen enkele trends op: er wordt meer aandacht besteed aan opkomende markten, aan persoonlijke verzorging en aan innovatie rond het concept ‘vitaliteit’. Het aantal plaatsen waar research & development in voedingsmiddelen wordt bedreven is afgenomen. Voor wat betreft de
9
veranderingen in het management geeft de heer Cescau ter illustratie aan dat de afgelopen twee jaar 70% van het management in Europa is vervangen. Niet vanwege de prestaties, maar omdat het business model zo ingrijpend is veranderd. De voorzitter verleent het woord aan de heer Van Weesp. De heer Van Weesp vertegenwoordigt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Hij complimenteert Unilever met het duurzaamheidverslag en de ketenbenadering. Hij vraagt of er een relatie is tussen duurzaamheidprestaties en de beloning van het bestuur, zoals bij TNT. Vervolgens vraagt hij wat de milieu-impact is van hygiëneproducten. Tenslotte stelt hij de situatie aan de orde bij de palmolieplantage Musim Mas in Indonesië, waar spanningen waren over de arbeidsomstandigheden en schending van het recht op vereniging in vakbonden. De heer Van Weesp wil weten hoe dit zich verhoudt met de Code of Business partners en wat Unilever aan dergelijke omstandigheden doet. De voorzitter antwoordt daarop dat een groot bedrijf als Unilever voortdurend wordt geconfronteerd met dilemma’s, waarbij je afwegingen moet maken tussen allerlei belangen. Unilever heeft om opheldering gevraagd bij Musim Mas, die een andere lezing van de feiten had. Het schijnt dat de stakingen van de werknemers niet zijn aangemeld bij de juiste autoriteiten, wat ingevolge de Indonesische wetgeving dan automatisch ontslag betekent. De voorzitter geeft aan dat het niet zozeer aan Unilever is om een oordeel te vellen over wetgeving in verschillende landen. Ondertussen is de situatie zo, dat er een overeenstemming is met de vakbond. Die is bereikt in juni 2006 en Unilever is daar toen van verwittigd. In zijn algemeenheid demonstreert dit volgens de voorzitter hoe lastig zo’n kwestie in ketenbeheersing is. Mogelijk is de kwestie opgelost omdat Unilever zorgen heeft geuit. Verder zegt de voorzitter dat duurzaamheid niet expliciet een onderwerp is van de beloning, maar dat indirect wel kan worden meegewogen door de remuneratiecommissie. Over de milieuaspecten van hygiëneproducten antwoordt de heer Kugler dat hygiëne het hart is van de vitaliteitsmissie in opkomende landen. Voorbeelden zijn het Swasthya Chetana programma in India en de introductie van Pureit, een nieuw product om water te zuiveren. De milieuaspecten, zoals vermindering van het waterverbruik bij de productie worden steeds in het oog gehouden. Ook is er in India een product op de markt gebracht dat ervoor zorgt dat er minder water nodig is om te wassen. Het gaat dus om enerzijds het ontwikkelen van hygiënischer gedrag en anderzijds een verbetering van het milieu, in het bijzonder de vermindering van het watergebruik. De voorzitter verleent het woord aan mevrouw Van ’t Groenewoud. Mevrouw Van ’t Groenewoud vertegenwoordigt PGGM, ABP, Robeco en het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven. Zij vindt het jammer dat de voorzitter niet ingaat op de discussie rondom private equity, omdat dat onderwerp beleggers en analisten bezighoudt. Ondernemingen moeten hierover open communiceren, zeker als de prestaties achterblijven. Verder meent zij dat certificering moet worden afgeschaft. Verhoging van de opkomst voor vergaderingen kan volgens haar ook door middel van nieuwe elektronische mogelijkheden en het vervroegen van de registratiedatum. Ook vindt zij het niet gelukkig dat twee van de drie leden van de remuneratiecommissie niet aanwezig zijn. Mevrouw Van ’t Groenewoud verzoekt vervolgens het dividendbeleid volgend jaar apart in het jaarverslag op te nemen. Voorts heeft zij zorgen over de benoeming van een nieuwe CFO, omdat de zoektocht al enige tijd duurt en zij het beter vindt als er een officieel benoemde CFO plaatsneemt. Verder vindt zij de toelichting op het risicomanagement in het jaarverslag matig. Ook zou opgenomen moeten worden dat Unilever SOX-compliant is, en niet volstaan met een verwijzing naar Form 20-F.
10
De voorzitter meent dat de heer Cescau echt duidelijk in zijn inleiding en ook daarna is ingegaan op de splitsingsdiscussie en dat hij daar dus niets aan toe te voegen heeft. Voor wat betreft de certificering: zonder Administratiekantoor zou een toevallige minderheid de vergadering kunnen domineren en dat is ongewenste situatie. Unilever doet er alles aan om de opkomst te verhogen. Tot slot antwoordt de voorzitter dat de desbetreffende twee leden van remuneratiecommissie niet aanwezig zijn, omdat een lid al een andere aandeelhoudersvergadering bijwoont, en het andere lid wegens privé-omstandigheden niet aanwezig kon zijn. De heer Markham verzekert dat het risicomanagement zeer serieus wordt genomen, dat per kwartaal alle risico’s waaraan het bedrijf onderhevig is, zorgvuldig bekeken, geanalyseerd en besproken worden in het Auditcommittee en in de Raad van Bestuur. De verslaggeving daarover moet echter geen onnodige informatie verstrekken. Hij bevestigt verder dat Unilever SOX-compliant is. Dit jaar is het jaarverslag niet gecombineerd met Form 20-F. Omdat Form 20-F iets later is verschenen dan het jaarverslag, kon in het jaarverslag slechts naar Form 20-F worden verwezen. Met betrekking tot het dividendbeleid zegt de heer Markham dat het beleid al jaren niet gewijzigd is. Het bestaat uit twee delen: een interim dividend, en een slot dividend. De dividenden volgen de winstontwikkeling. De voorzitter merkt tot slot nog op dat met de zoektocht naar een nieuwe CFO goede vorderingen worden gemaakt. De voorzitter verleent het woord aan de heer Van Del De heer Van Del, onderzoeker bij Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), stelt de situatie over de afstoting van een zeepfabriek in Mumbai, India aan de orde. Hij is van mening dat een controversiële methode is gebruikt. De voorzitter stelt dat de sluiting volledig in overeenstemming is met de wetgeving in India en met expliciete toestemming is gebeurd van de States Government in India. Hij stelt voor er samen buiten de vergadering nader over te praten, met name om de feiten in deze kwestie nog eens te verduidelijken. De voorzitter verleent het woord aan de heer Ayodeji. De heer Ayodeji spreekt mede namens Fasselle Research Library en VRC. Hij spreekt zijn waardering jegens het bestuur uit en hij heeft enkele opmerkingen en vragen. Het komt hem voor dat de gestelde werking van Rama en Flora op de mentale ontwikkeling van kinderen misleidend is en hij wil weten of er bewijs voor is. Verder geeft hij aan dat een groot deel van de samenleving hier niet vertegenwoordigd is en hij voelt het als zijn plicht om namens diegenen op te treden. Ook spreekt hij over openheid in de communicatie. Tot slot vraagt hij op welke termijn de afschaffing van de certificering is voorzien. De voorzitter antwoordt dat Unilever altijd opereert op basis van eigen research en consensus in de wetenschappelijke gemeenschap. Dat betekent dat Unilever niet alleen zelf research doet, maar resultaten ook toetst aan de mening van wetenschappers buiten de onderneming. Alleen als het bewijs ook gedeeld wordt door andere wetenschappers zal Unilever claims verbinden aan de producten. Voorts brengt de voorzitter naar voren dat openheid en diversiteit binnen Unilever belangrijk zijn, en dat daar steeds aan wordt gewerkt. Met betrekking tot de afschaffing van de certificering kan de voorzitter geen termijn geven, omdat dat proces niet volledig in handen is van Unilever.
11
De voorzitter verleent het woord aan een heer in de zaal, die zijn naam niet noemt. De onbekende spreker brengt naar voren dat hij 25, 30 jaar voor Unilever in Duitsland heeft gewerkt en dat zijn organisatieonderdeel is verkocht. Hij stelt nog recht te hebben op bepaalde (vroegpensioen)gelden, evenals vele collega’s, en dat de kwestie thans nog onder de rechter is in Dusseldorf. Ook stelt hij andere zaken aan de orde die betrekking hebben op de (toenmalige) werksituatie. De voorzitter constateert dat het hier zeer specifieke omstandigheden in Duitsland betreft en dat hij daar niet op in kan gaan. Hij verzoekt de spreker over de kwestie een brief te schrijven, zodat het management van Duitsland daarnaar kan kijken, met inachtneming van onze gedragscode, waarin staat dat Unilever op een respectvolle en integere wijze met mensen wil omgaan, zeker in veranderingsprocessen.. De voorzitter stelt aan de orde punt 2 van de agenda: Vaststelling van de jaarrekening en 3 bestemming van de winst over het boekjaar 2006 . De voorzitter deelt mee dat de volledige jaarrekening is opgenomen in het Unilever Jaarverslag en Jaarrekening 2006. De formele jaarrekening omvat ook het Remuneratieverslag. De vaststelling wordt gevraagd voor de formele jaarrekening zoals opgenomen in het Jaarverslag en Jaarrekening 2006. Over deze bladzijden4 heeft de accountant zijn goedkeurende verklaring afgelegd. De winstbestemming is ondermeer vermeld in de toelichting op agendapunt 2. Een toelichting op het reserverings- en dividendbeleid is al aan de orde geweest; het totaaldividend komt op € 0,70 per gewoon aandeel van € 0,16 nominaal exclusief het eenmalige dividend van € 0,26 per gewoon aandeel. Het slotdividend komt op € 0,47 per aandeel.
5
De voorzitter brengt het voorstel in stemming en geeft het woord aan de heer Van der Bijl, die de stemmingen zal leiden. De heer Van der Bijl legt het elektronisch stemsysteem uit. Stemuitslag: Voor Tegen Onthouding
2.055.119.546
99,9%
459.538 644.616
0,0% 0,0%
De voorzitter constateert dat overeenkomst het voorstel de jaarrekening 2006 is vastgesteld en dat het voorstel tot winstbestemming is aangenomen. Tevens deelt de voorzitter mee dat alle stemuitslagen op de website worden geplaatst. De voorzitter stelt aan de orde punt 3 van de agenda: Corporate Governance. De voorzitter meldt dat een uitgebreide uiteenzetting in het jaarverslag is te vinden. Tevens is daar uiteengezet op welke onderdelen Unilever van de Nederlandse Code afwijkt. De twee voornaamste afwijkingen betroffen dat de voorzitter als voormalig CEO de voorzitter van de Raad van Bestuur is en dat de cumulatief preferente aandelen meer stemrecht hebben dan overeenkomt met de waarde van hun kapitaalinbreng. Indien de heer Treschow tot niet-uitvoerend bestuurder wordt benoemd dan is het punt van de niet-onafhankelijke voorzitter opgelost. Wat betreft het stemrecht op de preferente aandelen meldt de voorzitter dat Unilever niet in staat is eenzijdig het stemrecht op preferente 3 Voor de volledige omschrijving en inhoud van de agendapunten wordt verwezen naar de agenda en de toelichting op de agenda. 4 De nummers van deze bladzijden staan in de oproep voor de vergadering. 5 Het interim dividend bedroeg € 0,23 exclusief het eenmalige dividend van € 0,26.
12
aandelen terug te brengen. Wel onderschrijft Unilever het uitgangspunt van de Code. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en gaat over tot het volgende agendapunt. De voorzitter stelt aan de orde punt 4 van de agenda: Decharge van uitvoerend bestuurders. Voorgesteld wordt aan de uitvoerend bestuurders die gedurende 2006 in functie waren decharge te verlenen voor de vervulling van hun taak over het boekjaar 2006. De heer Van der Klis deelt mede dat de VEB tegen stemt, zolang de rechten van de aandeelhouders niet verbeterd zijn. De voorzitter brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen Onthouding
2.052.512.440
99,8%
2.198.759 1.493.502
0,1% 0,1%
De voorzitter constateert dat aan de uitvoerend bestuurders die gedurende 2006 in functie waren decharge is verleend voor de vervulling van hun taak over het boekjaar 2006. De voorzitter stelt aan de orde punt 5 van de agenda: Decharge van niet-uitvoerend bestuurders. Voorgesteld wordt ook aan de niet-uitvoerend bestuurders die gedurende 2006 in functie waren decharge te verlenen voor de vervulling van hun taak over het boekjaar 2006. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en brengt het voostel in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen Onthouding
2.052.460.262
99,8%
2.202.198 1.548.900
0,1% 0,1%
De voorzitter constateert dat aan de niet-uitvoerend bestuurders die gedurende 2006 in functie waren decharge is verleend voor de vervulling van hun taak over het boekjaar 2006. De voorzitter stelt aan de orde punt 6 van de agenda: Benoeming van uitvoerend bestuurders. Voorgesteld wordt de heren Cescau, Van der Graaf en Kugler te herbenoemen tot uitvoerend bestuurders. Zij zijn ook voorgedragen als executive directors van Unilever PLC. De voorzitter brengt de voorgestelde kandidaten vervolgens in stemming. Stemuitslag: P.J. Cescau C.J. van der Graaf R.D. Kugler
Voor 2.055.207.088 100% 2.055.131.875 99,9% 2.055.132.560 99,9%
Tegen 323.859 0,0% 280.924 0,0% 312.797 0,0%
Onthouding 700.431 0,0% 809.351 0,0% 775.714 0,0%
13
De voorzitter constateert dat de heren Cescau, Van der Graaf en Kugler zijn benoemd tot uitvoerend bestuurders. Hij voegt daaraan toe dat deze besluiten van kracht worden zodra de op 16 mei 2007 te houden aandeelhoudersvergadering van Unilever PLC eveneens met de benoemingen instemt. De voorzitter stelt aan de orde punt 7a tot en met 7h van de agenda: Benoeming van nietuitvoerend bestuurders. Voorgesteld wordt Lord Brittan, Lord Simon, professor Dik, Dr Grote, de heren Golden, Spinetta, Storm en Van der Veer en de nieuwe kandidaten professor Berger, mevrouw Nyasulu en de heren Murthy en Treschow te benoemen tot niet-uitvoerend bestuurders. Zij zijn ook voorgedragen voor benoeming tot non-executive directors van Unilever PLC. De voorzitter deelt voorts mede dat de Raad van Bestuur is voornemens om professor Berger, mevrouw Nyasulu en de heer Murthy te benoemen tot leden van de Corporate Responsibility & Reputation Commissie en de heer Treschow als opvolger van de voorzitter zelf. De heer Schraven, bestuurder van Stichting Administratiekantoor Unilever N.V., deelt mede dat het Administratiekantoor de certificaathouders vertegenwoordigd die niet zelf hun stem in de vergadering uitbrengen en dat het Administratiekantoor verantwoording aflegt over zijn stemgedrag op zijn website en op de certificaathoudervergadering die later dit jaar zal worden gehouden. Verder geeft hij aan dat de keuze van de nieuwe niet-uitvoerend bestuurders gelukkig lijkt qua diversiteit, maar hij verzoekt de Raad van Bestuur te verzekeren dat ook gezocht zal worden naar kandidaten met meer kennis en ervaring in de ontwikkeling en marketing van fast moving consumentenproducten . De voorzitter verzekert dat gezocht wordt naar kandidaten met een achtergrond die het beste past bij Unilever. Hij zal de Benoemingscommissie vragen het verzoek van de heer Schraven in belangrijke mate te laten meewegen bij het voorstellen van toekomstige kandidaten. De voorzitter brengt de voorgestelde kandidaten vervolgens in stemming. Stemuitslag: Lord Brittan Professor Dik C.E. Golden Dr B.E. Grote Lord Simon J-C. Spinetta K.J. Storm J. van der Veer Prof. G. Berger N. Murthy H. Nyasulu M. Treschow
Voor 2.055.148.240 2.054.285.073 2.055.167.279 2.055.185.853 2.053.913.362 2.052.894.397 2.053.666.589 2.029.168.129 1.990.882.100 1.990.784.757 1.990.722.342 1.990.849.921
99,9% 99,9% 100% 100% 99,9% 99,9% 99,9% 98,7% 96,8% 96,8% 96,8% 96,8%
Tegen 219.612 793.386 154.655 139.901 155.514 472.199 607.644 22.596.750 166.822 185.507 196.682 174.240
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 1,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Onthouding 846.512 0,0% 1.146.040 0,1% 825.123 0,0% 861.654 0,0% 1.803.409 0,1% 1.715.100 0,1% 810.443 0,0% 4.445.704 0,2% 65.162.566 3,2% 65.239.598 3,2% 65.285.438 3,2% 65.184.803 3,2%
De voorzitter constateert dat de voorgedragen personen zijn benoemd tot niet-uitvoerend bestuurders. Hij voegt daaraan toe dat ook deze besluiten van kracht worden zodra de op 16 mei 2007 te houden aandeelhoudersvergadering van Unilever PLC eveneens met de benoemingen instemt.
14
De voorzitter stelt aan de orde punt 8 van de agenda: Beloning van uitvoerend bestuurders. De voorzitter zegt dat dit agendapunt uit twee samenhangende voorstellen bestaat, nl. het Unilever Global Share Incentive Plan 2007 en de jaarlijkse bonus. Omtrent het eerste voorstel merkt hij op dat de Remuneratiecommissie de beloningsregelingen voor uitvoerend bestuurders en andere internationale managers van Unilever heeft geëvalueerd. De redenen voor dit voorstel zijn de volgende: - het nieuwe plan vervangt de twee bestaande plannen: het TSR Long-Term Incentive Plan en het Global Performance Share Plan 2005. Dit leidt tot vereenvoudiging en een betere inzichtelijkheid van de lange termijn beloning; - het plan heeft dezelfde strategische doelstellingen als de twee bestaande plannen; - door de keuze van de prestatiecriteria is het plan beter afgestemd op de belangen van aandeelhouders en certificaathouders; - onder het plan en de hierna te bespreken verhoging van de bonusmogelijkheid kan het beloningsniveau voor uitvoerend bestuurders 10 tot 15% hoger uitvallen, maar uitsluitend als de onderneming sterk presteert; - het beloningsbeleid wordt beter in lijn gebracht met de markt, terwijl de nadruk verder wordt verlegd naar variabele beloning en dat sluit aan bij best practice ontwikkelingen; - het nieuwe plan biedt enige flexibiliteit, bijvoorbeeld bij het aanstellen van nieuwe managers en uitvoerend bestuurders. Voor uitvoerend bestuurders en leden van het Unilever Executive team zal het plan in 2007 gaan gelden. Voor alle andere medewerkers die onder bestaande plannen vallen, gaat het in 2008 gelden. De hoofdpunten van het plan zijn samengevat in de Bijlage bij de agenda met toelichting. Voorts deelt de voorzitter mede dat onlangs besloten is om de prestatiecriteria die voor de periode 2007-2009 onder het plan gelden openbaar te maken. Tevens wordt als onderdeel van dit agendapunt voorgesteld om vanaf 2007 de bonusmogelijkheid voor de Group Chief Executive vast te stellen op een maximum van 200% van het basissalaris en voor de overige uitvoerend bestuurders op een maximum van 150% van het basissalaris. Hiermee wordt de nadruk gelegd op het belonen van prestaties. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Klis. De heer Van der Klis meent dat de beloningsplannen erg onduidelijk en niet transparant zijn. Verder vindt de heer Van der Klis dat de beloningsplannen herzien zouden moeten worden omdat te snel een extra beloning wordt toegekend, bijvoorbeeld 25% bij een 10e of 11e plaats in de referentiegroep. Hij is er op tegen dat de vergoedingen steeds een beetje hoger worden. De voorzitter verleent het woord aan mevrouw Van ’t Groenewoud. Mevrouw Van ’t Groenewoud is positief over het feit dat Unilever met dit voorstel tracht het beloningssysteem te vereenvoudigen, dat de variabele beloning een groter onderdeel uitmaakt van de totale beloning alsmede dat Unilever de prestatiecriteria openbaar heeft gemaakt en dat achteraf inzicht gegeven zal worden over de daadwerkelijke toekenningen van de aandelen. Zij is niet tevreden met het feit dat in het nieuwe plan minder gewicht wordt toegekend aan TSR, dat de hoogte van het beloningsniveau fors toeneemt en dat de Remuneratiecommissie beleidsvrijheid krijgt om in bepaalde omstandigheden af te wijken. Ook meent zij dat een meer lineaire beloningsschaal meer in lijn zou liggen. Een ander bezwaar betreft het omrekenen van de TSR prestatie naar een gemeenschappelijke valuta. En tot slot meent zij dat de toekenning van de korte termijn bonus onvoldoende wordt toegelicht.
15
De voorzitter verleent het woord aan de heer De Koning. De heer de Koning, bestuurder van Stichting Administratiekantoor Unilever N.V., merkt op dat het Administratiekantoor de nieuwe regeling op zich goed vindt, maar bezwaar heeft tegen de discretionaire bevoegdheden van de Remuneratiecommissie om af te wijken van het voorgestelde aandelenplan. Hij verzoekt de bevoegdheden van die commissie te clausuleren. Ook wordt de verlaging van het TSR-criterium door hem betreurd. De voorzitter verleent het woord aan Lord Simon, voorzitter van de Remuneratiecommissie. De heer Simon geeft aan dat gezocht is naar een beloningssysteem dat veranderingen aanmoedigt, dat meer de nadruk legt op variabele beloning, en dat meer toegesneden is op de markt waarin Unilever opereert. Feitelijk is de TSR nog steeds de dominante factor omdat de variabele beloning voor 40% deel hierop wordt gebaseerd. Om de gewenste veranderingen binnen Unilever te bereiken, dat in een uiterst concurrerende markt opereert, zijn underlying sales growth (30%) en de kasstroom (30%) echter ook zeer belangrijk. Voor wat betreft de bevoegdheid van de Remuneratiecommissie om bepaalde wijzigingen in het plan aan te brengen denkt hij dat daar niet snel gebruikt van gemaakt zal worden. Bovendien mag erop vertrouwd worden dat de Remuneratiecommissie daar transparant en goed mee om zal gaan. De voorzitter brengt punt 8 van de agenda in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen
1.026.949.602 6.758.684
49,9% 0,3%
Onthouding
1.022.386.659
49,7%
De heer Schraven maakt kenbaar dat het administratiekantoor zich heeft onthouden van stemming. De voorzitter constateert vervolgens dat het voorstel is aangenomen zoals opgenomen in de agenda en de toelichting en dat besloten is het Unilever Global Share Incentive Plan 2007 goed te keuren en de bonusmogelijkheden voor uitvoerend bestuurders te wijzigen. De voorzitter stelt aan de orde punt 9 van de agenda: Beloning van niet-uitvoerend bestuurders. Voorgesteld wordt het maximum totaalbedrag dat beschikbaar is voor de beloning van niet-uitvoerend bestuurders te verhogen van € 2 miljoen naar € 3 miljoen. Op dit moment bestaat geen voornemen de beloning van de niet-uitvoerend bestuurders te verhogen, met uitzondering van de vergoeding van de nieuwe voorzitter, zodat deze in lijn kan worden gebracht met de markt, waarbij dan moet worden gekeken naar voorzitters van one-tier boards. Mevrouw van ’t Groenewoud geeft aan zowel het voorgestelde maximumbedrag als de beloning van de nieuwe voorzitter erg fors te vinden. Onder protest zal echter wel worden voorgestemd. De voorzitter licht toe dat de voorgestelde verhoging geldt voor N.V. en PLC gezamenlijk. De verhoging heeft te maken met het feit dat het aantal niet-uitvoerend bestuurders toeneemt. Verder zijn marktontwikkelingen relevant en ook zijn de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van toezichthouders toegenomen.
16
De heer Ayodeji vraagt hoeveel dagen per jaar de niet-uitvoerend bestuurders werkzaam zijn voor Unilever en waarom per vergadering een kostenvergoeding wordt betaald. De heer Jonker geeft aan tegen de verhoging van de beloningen te zijn. De voorzitter geeft aan dat aan goede bestuurders een prijskaartje hangt. Onder normale omstandigheden zal de voorzitter zo’n 80 à 90 dagen per jaar werkzaam zijn voor Unilever en de overige niet-uitvoerend bestuurders rond de 25 à 30 dagen per jaar. De kostenvergoeding geldt alleen voor bestuurders die voor vergaderingen naar Europa moeten reizen. De heer Van der Klis merkt op dat de VEB niet tegen goede beloning voor goede bestuurders is, maar wel tegen buitensporige beloningen. De opwaartse trend van beloning moet worden gekeerd en daarom zal de VEB tegenstemmen. De voorzitter brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag Voor Tegen Onthouding
2.048.294.362
99,6%
4.702.872 3.051.045
0,2% 0,1%
De voorzitter constateert dat overeenkomstig het voorstel is besloten het maximum totaalbedrag dat in enig boekjaar beschikbaar is voor beloning van de niet-uitvoerend bestuurders te verhogen tot € 3 miljoen. De voorzitter stelt aan de orde punt 10 van de agenda: Statutenwijziging. Voorgesteld wordt de statuten aan te passen zodat voor aandeelhoudersvergaderingen gebruik kan worden gemaakt van elektronische faciliteiten, met name oproeping, stemmen op afstand en stemmen voorafgaand aan de vergadering. Daarnaast worden enkele technische wijzigingen voorgesteld. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen Onthouding
2.054.317.472
99,9%
639.889 1.057.433
0,0% 0,1%
De voorzitter constateert dat overeenkomstig het voorstel is besloten de statuten van de Vennootschap te wijzigen. De voorzitter stelt aan de orde punt 11 van de agenda: Benoeming van accountants belast met het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar 2007. Voorgesteld wordt PricewaterhouseCoopers Accountants NV te Rotterdam op te dragen de jaarrekening over het boekjaar 2007 te onderzoeken. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag:
17
Voor Tegen Onthouding
2.054.484.234 405.665
99,9% 0,0%
1.093.161
0,1%
De voorzitter constateert dat overeenkomstig het voorstel is besloten PricewaterhouseCoopers Accountants NV te Rotterdam op te dragen de jaarrekening over het boekjaar 2007 te onderzoeken. De voorzitter stelt aan de orde punt 12 van de agenda: Aanwijzing van de Raad van Bestuur als het met betrekking tot de uitgifte van aandelen bevoegde orgaan. Voorgesteld wordt de Raad van Bestuur tot 15 november 2008 aan te wijzen als het met betrekking tot de uitgifte van aandelen bevoegde orgaan, zoals dit voorstel is opgenomen in de agenda met toelichting. Dit houdt ook in het beperken en uitsluiten van het voorkeursrecht van aandeelhouders bij dergelijke uitgiftes. Het gaat om de zogenaamde twee keer 10 procent regel die in Nederland als best practice wordt beschouwd. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen Onthouding
1.947.279.072 107.099.466
94,7% 5,2%
1.625.879
0,1%
De voorzitter constateert dat overeenkomstig het voorstel de Raad van Bestuur is aangewezen als het met betrekking tot de uitgifte van aandelen bevoegde orgaan. De voorzitter stelt aan de orde punt 13 van de agenda: Machtiging van de Raad van Bestuur tot inkoop van eigen aandelen in de vennootschap en certificaten daarvan. Voorgesteld wordt de Raad van Bestuur tot 15 november 2008 te machtigen tot inkoop van eigen aandelen in de vennootschap en certificaten daarvan overeenkomstig het in de agenda met toelichting opgenomen voorstel. De voorzitter wijst er voor de volledigheid op dat het inkopen van aandelen in verband met de personeelsplannen volgens de wet en de statuten is toegestaan zonder deze machtiging. De voorzitter constateert dat niemand het woord verlangt en brengt het voorstel in stemming. Stemuitslag: Voor Tegen
2.053.407.047 1.059.790
99,9% 0,1%
Onthouding
1.530.494
0,1%
De voorzitter constateert dat overeenkomstig het voorstel de Raad van Bestuur is gemachtigd tot inkoop van eigen aandelen in de vennootschap en certificaten daarvan. De voorzitter stelt aan de orde punt 14 van de agenda: de rondvraag. Een spreker in de zaal verzoekt de vergadering in het vervolg later dan 10.30 uur te houden, in verband met reistijd vanuit België.
18
De heer Ayodeji wil weten hoe het zit met de claims die zijn ingediend en uitbetaald met betrekking tot de preferente aandelen. De voorzitter verzoekt de heer Ayodeji hierover na de vergadering contact op te nemen met de heer Dumoulin. De voorzitter constateert dat de agenda is afgehandeld. Tot slot brengt hij een uitgebreid dankwoord uit aan Lady Chalker, die Unilever 9 jaar heeft gediend en aan de heer Markham, die bijna 40 jaar bij Unilever heeft gewerkt. Dan wordt een video getoond van Unilevers activiteiten in drie landen waarvoor de voorzitter heeft mogen werken. [video] Lord Simon neemt vervolgens het woord en dankt de voorzitter uitgebreid voor zijn 35-jarige bijdrage aan Unilever. De voorzitter dankt voor deze vriendelijke woorden en sluit de vergadering.. *****