»'*»/• ...-.'*>
^.
4^1/
%
iS«
-^W^
/ •
^M
ONZE KU NST DEEL XIV
Digitized by tine Internet Archive in
2010
witii
funding from
University of Toronto
http://www.arcliive.org/details/onzekunst14antw
ONZE KUNST VOORTZETTING VAN DE VLAAMSCHE SCHOOL
HOOFDREDACTEUR
BUSCHMANN
P.
Jr.
Rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder Redactie van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst.
Redactie-Commissie
:
H. de Roos,
S.
C. Oosschol,
R.
W.
P. de Vies Jr,
Jac. van den Bosch, Secretaris.
DEEL XIV r JAARGANG
•
2^
HALFJAAR
JULI-DECEMBER
1908
J.-E.
BUSCHMANN .DRUKKER-UITGEVER- ANTWERPEN L. J. Veen De Nederl. Boekhandel I
AMSTERDAM
j
ANTWERPEN
N
1034285
EEN SCHILDERIJ
TEMPERA
IN
TOEGESCHREVEN AAN HUGO VAN DER GOES K
Heci- C.
Holmes, redacteur van het Burlington-
J.
Maf^azinc,
plaatste in
tijdschrit't
een
«
den vorigen jaargang van dat
belangrijke
nota
onder
den
Een schilderwerk van de Doorniksche school ons mededeelt,
hij
fragmcnt
in
is
van een
er liier sprake
tempera op dock, dat zich
van (".hrist-Chnrch College
te
in
titel ».
:
Naar
scliilder-
de bibliotheek
Oxford bevindt. Dit sink
voor de liooldcn (buste) van de H. Maagd en Johannes. De Moeder des
stolt
Heeren rechts, hondt de handen gevouwen en het hoofd op haar gelaat een verpletterde smart
henen
haar
houdt
en
Deze beide iignren
oogen,
de
zijn,
lichtelijk
geneigd
de geliefde discipel bnigt zich over
in
we
zooals
;
beschouwing,
innerlijke
gesioten.
znllen zien, zeker van een Graflegging
De geschreven catalogus in de bibliotheek van Christ-Chnrch mee dat dit een fragment is van een groote schildering, die in een Genueesch paleis door brand werd vernield en op het oude etiket stond door Bellini of Maiitcgna. De koppen zijn bier drie kwart natunr. De afkomstig.
College, deelt ons
;
achtergrond
is
klaarl)lijkelijk
gond, het gezicht van Johannes
donker koperrood, de handen van Maria St
is
veeleer van
bleeker en konder van toon.
zijn
Jan draagt een kleed van verslenst oranje met een blijkbaar donkergroe-
nen schijn, bijna zoo donker
als
de sluier der H. Maagd. De schildering
is
vormen niet vernis. Een een-
herhaaldelijk nitgestukt, op een wijze dat de oorspronkelijke
gemakkelijk
te
herkennen
zijn.
Yoeg
voudig onderzoek dezer schildering dat er hier van Italiaansch
De
hierbij een dikke laag stelt
ons
staat
in
werk gcen sprake kan
schrijver dezer nota, die
we
om
ons
te
verzekeren
zijn.
hier vrij vertalen, heeft een foto van dit
fragment onderworpen aan het onderzoek van den beer James Weale, en deze laatste stelt
voor
om
er een
schilders dezer school
Onze KINST. Deel XIV.
.Iiili
1908
werk
in te zien
van de Doorniksche school.
waren inderdaad gewoon
om
in
De
tempera op doek en op
/:/:.V
SCHJLDERU A TEMPERA
groole scIkuiI oiilwerpoii
Fi^r. 2.
DK
le
scliildcrcn, vooral lapijloii.
vi)()i-
Hel
;)ls
zclfs
is
fJItAFI.Ef.GING. -- Copie volgens van
tier
van
er sprakc wiis niogclijk dal
Ic
t
iiilvocren
van
diun eindf hel werk
Goes.
(Nationnal MiiKeinn te Napelsl.
uaar Genua gezonden noodi
niet
om
zijn
dergelijke coniposifie lot
Briisselsclic,
wcid. Maar naar het ons voorkomt was locvliichi to
fc
ncmen
doen wcven.
Bnigsclu-
of l)eter
Hc-t
tot
Italiaanschc
was voldocndc oni
liet
kunst, zicli
waarlijk
om
tc
nog Doorniksclic kunstenaars.
een
wenden Uit
de
stadsrekeningcn, uitgegeven door den lieer Soil de Morianie, hlijkt inderdaad dat hel tapijiwerkersgilde dier slad l)Ioeide.
men
liehhen, lieel
in
Italic
is ilit
naar een
tocli niet
nit
werden
le
verlolken
ze geroepen
om
niets l)epaald weerspreekt
waarscliijnlijk, lerwijl daarentegen onze
vaak werden aangezocht
schiereiland
Hocwel
Vlaandercn afkonistig model geweven zou
:
om
wevers wel
de modellen der kunstenaars van
ze voerden die in onze eigen
sireken
uil
hel
of wel
ze ter plaatse te weven.
In icder geval duiden, zooals
de Heer C. J Holmes zegt, de eigenaardige der faklunr en de hreede teekening op een der grootste meesters onzcronde school en nadat hij inlichting had ingewonncn aangaande (lit fijniicid
Fig. (In
1.
— FRAGMENT EEXER SCHII.DERINC
de Bibliotlieek van Christ-Clinrcli-ColleKe
IX
TEMPERA.
te l)xloi-.l).
rOEGESCHRFA'EN AAN HUGO VAN DER GOES interessante work, kwaiii
oiidergcbraoht
der\\'eyden
».
«
Dal
hot hesluit dat het in ieder gcval
hij lot
in het dossier dit k()s[l)ait'
mag worden
van dat geiieinizinnig peisonnaoe Rogier van :
iVagment iierinneringen aan den Doorniksclien
Fig. 3.
- GRAFLEGGING. (Museum Doornik).
nieesler opwekt, niogen
op zekere hoogte
we
zijn diep
auteur er van zich nieer
ni.
i.
niet betwijfelen.
aangiijpenden toon
realist,
Men
in
vindl er inderdaad tot
wcer. Niettemin toonl de
dieper ook en maciitiger in de verloiking der
fysionomiecn, maar aan de andere zijde verschillen de typen van die, waar
Rogier van der
We talrijke
Weyden
zooveel van
liield.
vinden deze beide figuren weer op een compositie die ons enkel copien bekend
draperieen en
tot
is.
Met
al
iiit
de karakteristieke details van houdingen,
op zekere hoogte met dezelfde uitdrukking, vinden we deze
beide koppen ook op een
Grafleggiiig
in
het
Museum
waarop de beer F"riedlander vooral de aandacht
te
heeft
Napels, een werk gevestigd
(').
Deze
Koiiif^lich preussischen Kuiislsnnimlunnen D. XXV, il90-l) Hugo van I'l Jahrbuch der der Goes. Fine \ctchlese N" 108 A 18. Deze compositie werd o. n. door den lieer H. Hymniis toegeschreveii aan Rogier v/d. Weyden, het Schildersboek van Caret van Mander Deel I, p. lOf), Hieron. Wiericx heeft de groep gegraveerd, doch zonder verniehling van den schihlersnaam. De gravure, waarom het liier gaat, is niet zooals ik heb vastgesteld een 1
EES SCHJLDERU geleerde
is
A
TEMPERA
van oordeel dat dif kopie, niettegenstnandc de vele gel)ieken,
ons beter op den weg naar hcl
origiiieel
Fig. 4.
o.
a.
op de overeenUomst, die er
Magdalena en diezelfde en op den
heilige
l)aardeloozen
—
Iielj)}
en
GKAl'LH.GlNLi.
liestaat
liij
—
I'laiische
versclieiden bevoegde critic! aan
in
Hngo
bewerking; xyi= eeuw.
tussclien het hoofd
op de Porlinari-Tiiptiek
grijsaard
groiidt zijn coiiclusie
de galerie
v/d Goes
is
in
de
van Maria-
Ulfizi te
Liechlenstein,
Florence die
door
ternggegeven.
Deze Graflegging moet groot succes hebben gebad, want we vinden baar bcrbaald op een aantal min of nieer getronwe copieen, vooral wat bet aantal,
de bouding en de kleeding der figuren
wordt telkens zwakker door bet niets
dan luk-rake berbabngen
f'eit
l)etreft,
dal de
niaar bet nitgedrukte karakter
gaandeweg veranderende copieen
werden van een zeer populair onderwcrp,
van vaak zeer middelmatige scbilders, die waarscbijnlijk van bet oorspronke-
werk of de eerste repUeken, nooit badden geboord. Te Doornik gaat de kojiie nog door voor een werk van Rogier v/d Weyden, boewel ze moel dagteekenen van bet eind der xv'e eenw. Zonder vooringenomenbcid bescliouwd, roopt ze niel langer voor ons op de groote boedanig-
lijke
wecrgavc van hcl sluk
le Napels. Met lierimierl veeleer aan hcl i)anccl in hel Museiuii Doornik, dal vooral door den kop van den gebaarden grijsaard, rechls, wordl gckarakis gelrouw door den Vlaanischcn gravenr wcergegcven. maar de plaal Icverl gecn enkel gcgeven aangaandc den oorspmng van liel panecl.
ie
Icriseerd. iJeze Irivialc fysiononiie
rOEGESCHREVEN A AN HUGO VAN DER GOES heden van den grooten mecster, niaar evenniin vinden gebreken of overdrijvingcn op, die
Fig. 5.
—
liel
wij
GRAFLEGGING.
cen
der
— Gedeelte eeuer tempeia-sehildering. (Museum
is
er
Napelsche paneel ontsieren. De schilder
er in geslaagd oni alle overdrijving te vermijden
;
hij
Herlijn).
lieei'l
de typen der
Maagd en St. Jan verzacht, terwijl de grijsaaid een genieen, brunt gezicht iieeft. De onlangs door den Louvre aangekochte copie bezit niets van de gedrongen feekening en het iiidrukwekkend karakter, die bet onderscbeidden en bovendien
men
nooit in bet
is
werk van den Genlscben meester
noenien de kopie
uit liet
priniitieve vverk
bet gescbiiderd in dien klaren gulden toon, die
Museum
te
vindt. Verder
kunnen we nog
Gent, in de boogte genomen, die van de
EES SCHILDEIUJ kerk
TEMPERA
A
Picterskeik
Veiirne en van de St
te
De Hecr
voldoel ons inderdaad. veidiensle, voor die van
het
Museum
I.euvcn, niaai- ^eeii enkele er van
te
een copio welke
bezil
Ihilin
Gent
te
kopieen, zonder groote waarde, in de saciislie van de
en
de Paters-Capucynen, Place du Jeu de
hij
eigenaardig in
— was
'I
Brussel. Verder
Ijailes,
een particuliere veizamcling
onlangs getrokken
lengfe,
— zeer verzorgd
Luik
te
vincien
te
door een leductie,
—
het
verzoetelijkt
wijzigingcn, die
is
niet
men
heel
centimeters in de
werk, maar zonder eenige buitengewone verdienste. de Grafletjgiug, waar
!
ben;de gulden aclilergroud wordt ingenomen;
—
Te Nijvel werd onze aandertig
0|) de tentoonslelling der Fransciie Primifieven te Parijs
zwak en
nog
er
Barl)aia te Gent
St.
ons gegeven oni er drie van verschillende af'metingen
daclil
docli tioe
volgens
hij,
Dan heslaan
plaatst.
in
liet
(')
vond men,
hier over heb-
door een middelnialig landschap
tlians
langer een copie,
de
we
maar een ware
De
inlerpretatie.
opmerkt, verraden een geheel Franschen
Ij'pen
invloed, of heter nog een Fransche hand.
Het
mij thans vergund
zij
het paneel in
gekomen
is
het Nationaal
om
het allhans
om
'S\v\\
in temj)ei'a
e.vpressie
is
moet
co|)iist
ze half
het oorspronkelijke
gewecst
open of even
klcmd dat
om
het
is
werk hebben gekend maar
behoorlijk de
monden
licht gesloten le laten,
te
teekenen
:
hij
is
in plaats
heelt hij ze zoo slijf "t
doek
in
Napels en elders.
te
overdreven samenpersen van de lippen op
"t
kennen,
overigens op hewonderenswaardige wijze
het karakter der figuren aangepasl. In dit opzicht vooral
niet bij niachte
toe te
uitgevocrde stuk onhetwistbaar
Chrisl-Cluirch-College veel schooner dan de paneelen
De
men overeen
Napels, waaromtrcnt
raakt diep ondcr den indruk van het gevoel van smart
op die gezichten en de bij
te
ondcr de copieen een eerste plaats
en dan verdient volgens ons het de superioriteit.
het Oxiordsche fragment te stellen naast
Museum
toch
van
op een ge-
gezicht van St. Jan
een soorl van ontevreden grimas heeft doen ontstaan en de Maagd een gezicht trekt. ilat volstrekt niet bij
zwakheden '
in
lirposilion
de oneindige droefheid in haar oogen past. Die
de vertolking zijn overigens gemakkelijk des
Primili/.i /raiirtiis
an
piildis
du Loiwre,
te
verstaan,
Pai'illon
wanneer
de Marsaii,
el
a
Xdliomile. jxtr MM. lioiicliol, L. Delisle, ./. G. Giiiffrey. Franz Marcoii, Martin el \ ilry. « Cotlc piece ;i elu loiif^teiiips rcj^ardce comme uiie oeiivie flaniande, niais la copie qui en existe dans I'eglise d'Anxeire, le type si forniel dcs pcrsonnages encore retiouves la liibliolheqiie
dans la Bouigogne, une Pseudo-A{5nes Sorel figurant la Madeleine, nous inclinent atlribuer ce travail h un des peintres de Clianipagne ou de lUnugognc, Iravaillant dans ces conlrees dans la seconde moilie du xve siecle. » Het paneel, dat aan den hecr Munier-Jolain le Parijs behooit (H. 0m75, L. Im2.5), is, naar we zeiden, j|elieel Fransch van expressie, maar de vinding van liel onderwerp belioorl onlegensprekeiijk lot de Vlaamsche kunst. I)il feil toonl aan tot welke hoogte van popularileit in het Frankrijk van de xvr- eeuw, de Vlaamsche voorlbreiigselen waren gestegen en het is niel te verwonderen dal de Meesler der Bourbons, Nicolas Fromenl en anderen, zich op de Meesters van het Noorden hebben I'l
geinspireerd.
TOEGESCHREVEX AAX HUGO VAN DER GOES men
zich rekeiischap geeft van de kiiappe teekening en
van hot Oxfordsche stuk. De
mooie modele
liet
onjiersoonlijkc haiiden van Maria
lange,
fijne,
op hel paneel, worden vol kracht en leven op de teniperaschildering, ook de beide kopjien zijn veel lieter van conipositie.
Wanneer men vervolgens het Oxfordsche sink vergelijkt met hel doekin het Berhjnsche museum, dat door den lieer Friedlander wordt toegeschreven aan Hugo van der Goes, kan men zien dat dit laatste ook in fragment
tempera geschilderd heeft
en dat het met den
is
aangenomen, zooals men dien ook
bovendien vermelding dat
liet uit Italic, nit
Voor zoover men over een
stig is.
het stuk te Oxford veel
denzelfden donkeren toon
tijd
Oxford waarneemt. Het verdient
de verzanieling Panciatichi afkoni-
fotografische weergave oordeelen kan,
mooier dan het Berlijnsche fragment
modele
veel beter geteekend, het Bij
te
de koppen
veel vaster en soberder van
is
men
nader onderzoek ontdekt
:
lijn.
echter dezelfde manier in het teekenen
van den neus en de monden. De handcn van Maria, op de schildering Berlijn, zijn echter is
minder krachtig dan
om
de draperieen veel soberder,
niet
le
Op
het Oxfordsche stuk
zeggen sommair, evenwel
schijnen deze beide werken ons van denzelfden kunstenaar afkomstig
En
het
ware
niet onbelangrijk
beer Durand-Greville, bier
om
bier het gevoelen
omdat
belangrijker
te
te
doch hetzelfde precede
die te Oxford,
gebruikt ter aanduiding der verschillende plans.
zijn
is
zijn
mee
te
te zijn.
deelen van den
het uilspreken er van
bij
de Franscbe kritikus niet over de hierboven vermelde termen van vergelijking beschikte.
(*) «
Nous nous garderons
definitive siir iin tableau qui
mais par
line
nous
quement l impression mains
est
dans
cette teniie
les
celle-ci est
exprimee sous
photographie
cette impression.
ce
yeux, nous avons eu brus-
le
modele
Un
el
robuste.
L'examen
dii
eleve poiirrait avoir imite
maitre emploie coiiramment ; mais
simplifies, cette expression si voisine
la distance est courte,
nous ne modifions done pas
opinions qui ant ete e.mises avant la notre. Mais, encore line la reserve
d'une verification directc.
Er bestaan dus twee groote kansen dat we thans kan het genoeg betreurd worden dat een noodlot op
Butlelin de t'Arl van den 5'"
October
1907.
al
fois,
»
in bet bezit zijn
oorspronkelijk werk van de band van denzelfden genialen
I'l
la
generate des intleurs qui sont autant de caracli-res de
Hugo van der Goes. « De Toiirnai a Gand, beaucoup
el
les
der Goes, sobre
aiix articulations noueuses, que
n'aurait pas imite ce dessin
de la nature,
non pas nieme par
iombee sous
Hugo van
d'lin
detail nouf< a fait persisler
il
zegt bij, « d'cxprimer line opinion
bicii »,
conini,
simple reproduction pholotypique, d'ailleurs bonne; lontejois,
qiiand cette reproduction nous
les
est
artist.
van een
En
nooit
deze tempera werken
EES SCHILDERIJ A TEMPERA TOEGESCH. A AN HUGO VAN DEN GOES liebbeii, die in dit opzicht veel minder foi'tuinlijk dan de doeken in hot museum te Reims, waarvan de oudste ongeveer lot den tijd van den Vlaamschen kunstcnaar heliooren. Kr bestaal liier aanleiding oiii aan te nenien, dat de Graflcgf/iiig van Hugo van der Goes ook den meesler zelf nioet hebbeii opgewekt tot verscheiden replieken op paneel. Anders is de iuderdaad buitengewoue verspreiding van
Hugo
villi
scliijiil tjeriist te
zijn gcvveesl
onderwerp
dit
niet verklaarbaar.
De fragmenten uit de Galerij te Berlijn en de bibliotheek van ChristCburch-Coilege, bebben berloetsingen, berstellingen ondergaan en, wat meer zegf, ziJn alle veniist geworden. We bezilten dus geen enkel onlietwistaangaande bet
liaar geluigenis
zich
zijn
meesterscbap
in
talent
iiet
van den scbilder, en niettemin openbaart
fragment
te
Berlijn,
zij
't
daar
dan ook
omsluierd door afwijkingen en vlekken, door zicbtbare i'outen in de slructuur der koppen, daarentegen veel vaster en zekerder op bet Oxfordsche stuk. Men
Hugo vooruit is gegnan, en dat, zoo iiij door de wijze van opvatten nog verwantschap vertoont met Rogier van der Weyden, bij op weg is om de meest beslisle persoonlijkbeid te verkrijgen. Het Maria-lype verwijdert zicb ver van bet zooveel edelere van den Doornikscbcn Meester, zooals we dat kennen van de Drieluikeii in de Galerij te Beilijii en van de Triptiek met voell dat
het Laalslc Oordecl in
bet
museum
te
Beaune; bet
is
zoo reeel en de er op
uilgedrukte smart maakt bet zoo meuscbelijk, zoo voor ons begrip bevattelijk,
er
dat
om
men de ruwbeid,
vergeet.
zeker gevoel
ik
bad bijna gezegd het valgaire van bet masker
zelfs, als ik me niet vergis, een van moderniteit, uitvloeisel van een studie naar de natuur, is van alle conventioneele verzwakking. In niets doet hij
De kop van Jobannes drukt
uit
die gebeel vrij
denken aan het reeds geziene of aaii de een beetje verpieterde type van Memliug of Gerard David. Hij ondersclieidt zieb integendeel door lets forsch en maunelijks, bet lijkt de Maagdelijke diseipel, maar in den vollen opbloei van zelfbewuste kracht in ieder geval slaat hij ver verwijderd van die grimassen-trekkende figuur van bet Najielsebe paneel. Vergelijken we het liooftl van dezen beilige met de fragmenten te Oxford en Berlijn, dan zien we, dat iudien al niet niet dezelfde jiersoon in beide gevallen model beeft gezelen, het in ieder j<eval een /i«-bestaande moet zijn geweest. De Graflegging wordt voorafgegaan door den Nood Gods en we gelooven dat zekere miniatuur, behoorend bij bet Vlaamsche Handschrift van 41 (cimeiien) van de Bibliotheek te Munchen, die dit zelfde onderwerp voorstelt, in betrekkiug moet staan lot een verdwenen werk van Hugo van der Goes; ten dien opziehte zuUen we ons veroorloven om den lezer te verwijzen naar een mededeeling door ons tijdens bet verleden jaar te Gent gehouden ;
congres gedaan.
(')
^oci.m:. (•i
Jos. Destree.
Heoo VAN DEH Goes Notes pour
tions tutnineuses.
:
servir a ime
communication accompagnee de projec-
KUNST VAN HEDEN moderne
Je tweede tentoonstelling van
door de
kiinst,
ingericht
van Heden, werd 21 Maart
Waar
Antwerpeii geopend.
te
II.
niaalscliap])ij Kuiist
ze helaiigrijk
was door
de algemeene inrichting, door de groote hoedaniglieden der tentoongestelde werken, zich vooral door het
dat zich
lot
feit
— ze oiiderscheidde
dat het Aiitvverpsch publiek,
hieiioe Icgenover de pogingen van Kunst
van Hedeii tanielijk onverschillig gelooiid had, deze tentoonsteUing dadeUjk
met vvarmte
oiitviiig.
Ten dien opzichle
Bom
de
wil ik in herinnering
bet l)estaansrecbt van bet
hij
deze woorden besloot
Genootschap had aangetoond, het maatschappe-
In eike
v
;
andere groote stad ware een tentoonstelling
deze eerste van Klnst van Heden een
was
zij dil
v
gebeurtenis» geweesl. Te Antwerpen
ook, maar voor een kleine minderbeid!
men
uitgestrekte zalen, waarin
Hoe
dikwijis heb ik de
de kelderachtige academielokalen niel meer
herkende, voor mij en de beeren opzichters geheel alleen gehad
beschouwt het slechts
troost zich over dit echec, 't
als scbipiljaar
uitspreken van zijn vertrouvven in de promotors
gesteund door de weinigen, die de toekomsl helangslelling der menigte
bun pogingen
te
wie het vorig Salon enkel scheen
weten
uit
hij
dezer kunstbeweging,
te
!
De kring van
«
om
eindelijk
eenige weinigen
»
voor
bestaan, bad zich aanmerkelijk uitgebreid
om
zich te verwezenlijken.
de voorrede van den catalogus, dat bet streven van de pas
afgeloopen tentoonstelling
op syntbetiscbc manier :'
Maar
dat bet progranima der verspreiding van den echten
kunstgeest op het punt staat
We
»
nietlegenstaande de geringe
het thans voor de inrichters zijn
hebben zien slagen
men mag aannemen
zijn,
!
en eindigt met
(').
Wat een voldoening moet
en
Emmanuel
waarin de schrijver, nadat
beking er van beschoiiwd en de tentoongestelde werken besproken, met
iijk
als
brengen wat de beer
destijds scbieef over de vorige expositie en
Onze Kunst, Jaiuniri
te
is
geweest
om
rangscbikken
1906.
«
het
werk van eenzelfden kunslenaar
om hem
te
vertegenwoordigen op zoo
KUNST VAS HEDEN hem
vollcdig mogelijke wijs, ten einde
En dcze schikking
gal"
kunnen volgen
te
vermocht
zijner kunst, in de iiitdrukking die hij
;
kunsfenaars,
de
te
».
vertegenwoordigers van
als
om hun
verschillende kunstrichtingen, zagen zich in staat gesteld
gehecl duidelijk
de ontwikkcling
inderdaad rust en eenheid aan den algemeenen
aanblik der tentoonstelling
in Iiini
in
geven aan zijn streven
te
maken en bieven
bedoelingen
toch onderling door den band
van kunstenaars-eerlijkhcid vcrbonden.
Zoo was de klcur. tegelijk als
als elenionl
der illusie-gevende weergave der dingen en
uildrukking der eigenaardige bekoring, die elk er van afzonderlijk
met zeldzame ooggevoeligheid door Jan Stobbaerts verstaan en door ze hun innige betrekking lot elkaar en in hun opvolgende en als vanzelf
bezit,
recht in in
oogvallende herleidingen
't
gevoelen,
te
geschapen, dat de eereplnats welligde die
heeft
een belangrijk werk
hij
men hem op
de tentoonstelling had
gegund. Als
hef sujekt hcl stevig gestel van het geheel heeft opgetim-
hi) eersl in
merd, ieder voorwerp zijn eigen plaats aangewezen, de omtrekken zijner
menschenfiguren en dieren bepaald en het stuk op die hoogte gebracht,
waarop de meesten meenen het hij
enkel nog maar als schets!
't
als voltooid te
Dan
het in alle deelen en onderdeelen
begint
mogen beschouwen, aanvaardt met een zeldzame volharding,
hij,
doorwoelen, ontdekt meer en meer het
te
onderling verband tusschen het triliende licht en de malsche kleur van de
molieven, waar
van houdt. Xadat
hij
verdeelt
vaslgesteld,
kleur-verbuigingen,
aandoening,
hij,
tot
waaruit
altijd
in
hij
dan zoo de hoofdaccoorden heeft opeenvolgende
hiermee, de
betrekking
dal hij het onmiddellijk verband tusschen de kleurenze
gevonden
onlslonden,
heeft.
Dit
onverpoosde,
geduldige, volhardende werk, verwckt slukken van een volmaakte schilders-
bekoring, door de gemeenschap die er bestaat tusschen den
de essentie
— den
land van Vlaanderen, dat lieid
en
uiterlijke
Hij doct niels
hij
'I
stuk
is
met
er van en
onmiddellijk
schoonheid
te
grijpen schilderachtigzijner
ligt opzij,
werken
ingeeft.
als uit instinkt.
met
Hij
al zijn naieveteit
gebied van looneelmatige schikking en misc en page.
bcb bier vooral het oog op
gekeeld wordl,
zijn
er van heeft te zeggen en doet vaak
belangrijke vondslen op Ik
hem met
welvarendheid, de
dan haar maar gehoorzamen en volgen
verduidelijkt wat
maker
geesl zelf van zijn geboortegrond, het vruchtbaar sappige
zijn
Antwcvpsche Slachlplaals. De
met gebonden poolen
zijn rossig-geokerde
gulp van het roode bloed, dat
;
het geheele
os,
die
midden van
het
kleuren gevuld. Voeg daarbij den breeden
den afgesneden hals vloeit en door een knecht rechts in een lang-gesleelde pan wordl opgevangen. De slachter zit
op
10
uit
hurken achter het dier en maakt het af. Het tooneel heeft plaats in een met tegels bevloerd binnenhuis, met effen
zijn
.-iSi
O
S
^
KUNST VAN HE DEN muren, waartegen aan l)lokkcn bevestigde dear
ziet
uit
compositie aangebrachl wer]),
met nieer breedbeid, nieer genereiise veredeling mede
vooral Vermeer van Delft eei'zucbt oni ben hij
samen
pas in de
te
Onmogelijk oni een, op zichzelf afstootend onder-
is.
Er bestaat verband tusscben deze
wien
opgehangcn, een open
takels zijn
op een helder belichte binnenplaats, die zeer
en
te
deelen in kunst.
en die der oude Meesters,
scliildeiwijs
de Hoogb, want bet
Pieter
Stobbaerts'
is
geHjken, evenals die van Hendrik de Braekeleer, met
te
zijn eerste
kunstenaars-opvoeding in bet atelier van Leys had
ontvangen. De verwantschap, die deze drie kunslenaars
bnn werk verbindt,
in
bnn namen meer en meer tot elkaar doen naderen er zou. een bizondere studie te maken zijn over bun betrekkingen onderling en met zal zeker eerlang
;
hunne voorgangers uit vroeger eeuwen, een studie die de individueele kenmerken van elk hunner op den voorgrond zou kunnen plaatsen. De beperkte ruimte,. waarover we ditmaal bescbikken, laat echter niet
om
toe
zoover
nog een enkel bedoeling
om
is
te
felt
gaan
en we bepalen ons
een parallel
te
Deze
mensch-ontleedkundig aspect
prijs, bij
Brussel, Plus fidele qiiheiireiix,
bij
voorbeeld
rol
van verteller van
uilzondering gaf
in dat
stuk in bet
waar de eenvoudige, recbt
sprekende voorsfelling van een aap, die van kou treft
scbildert
bij
die Jozef Stevens
waar bet masker, aan de dieren geleend, de
menscbelijke nooden moest vertolken. Slechts
meer
bet vaststeljen van
dieren-scbilder,
scbiep vooral bebagen in zijn
laatste
dikwijls aandoenlijke fabelen,
te
tot
trekken tusscben de dieren, die
en die van een anderen scbitterenden beetle.
dus
aangaande den meester, die ons tbans bezig boudt. Mijn
in
de sneeuw
tot bet is
dit
bij
museum bart
gestorven,
door de kracbt der vertolkte werkelijkbeid dan bet ensemble van
bet stuk, waarin de anecdotiscbe geest overbeerscbt.
Deze geest bestaat
bij
daarom zoo kracbtig van uitdrukking, omdat men geen menscben-intellekt l)ij ben veronderstelt; — we voelen ze bun eigen leven ademen. De ziele-studie is des te belangrijker
Jan Stobbaerts niet meer en
omdat de kunstenaar
bet werkelijk leven volgt en diep gevoelt
verscbillend van aard in
die
zijn dieren zijn juist
met
bet
onze
:
Dat
mate bet gevoel der werkelijkbeid
is
te
—
een leven
om
bet erfrecbt van bet ras,
bezitten en
door verinnigde
waarbeid, van bet schijnbaar vulgeere een werk van scboonbeid
te
maken.
Indien de kunst van Fanliu Latour niet de verscbeidenbeid van aanblik
van die van Jan Slobbaerls woelt, heeft
hij
noodigen eerbied gevolgd
weer
te
geven.
biedt, indien hij de natuur niet zoo diep door-
daarentegen de werkelijkbeid even gewetensvol en met
om
defi
een voornaam jjicturaal gevoel in sobere zinnen
De volkomen atwezigbeid van
alle aanstellerij,
zuivere smaak, een eenvoudige en volmaakte weergave, zijn er de
een
etlele
en
kenmerkende
KISST VAS HEDEX eioensclutppeii van. vertolkt,
mot
licl
Dv
wordt op hcl docU
li;iiulcliiit*
in zilverige lialftonon
door verzwaarde zwarten oiiderstreept, die een mooie tegcnstelling details van Ic'vendi><e kleiir een lichte doeU, een vleescli vormen :
:
bloemenriiiker
de iiits])ringende noot,
j>eveii
in
verhand waarmee do nauwlijks
den vorm, zaehlkens
nierki)are veiandei ingen in
in
den toon
zelf
aangcgeven,
mot een scliijnbaar mininuini ins|)anning worden verwezenlijkt en waarin zaakkundige verdeeling
de
gioole
der
vooral bijdraagt
pailijen
het
tot
verkiijgen van het ellekt.
Twee
en Stiidic (joiig meisje, dal
mooie stukken Lckiinu
heel
te
zit
schiideren), geven een duidelijk denkbeeld van deze eigenaardige werkwijs ze
werden
door stndies van bloemen,
lieerlijk ondijst
eind van door cnkeie dier nuisikale droomerijen, waaiin hij tegen leven zooveel i)ehagen scbiep en die hem voor een groot dee! door
zijn
l
vurige bewondering voor
Wat we
Wagner werden
viiuien in deze schildering,
der middelen, een
I'actor in
is
ingegeven.
de kracht verkregen door l)esparing
al
le
dikwijls verwaarioozen,
die vooral de Kngeiseiie en Fransche kunstenaars in iiooge l)ij
Fantin Latoiir springt
allengskens en
liit
om
l)ekommerd
i"antin. ailijd
bij
Menard en
;
Sauter, hierin
meer
virtuoos,
maar
mate onderseheidl.
Saiiter in het oog.
de algemeene, de
met steeds toenemende zielkennis
onderwerp door
zijn
de knnst, die onze schilders in hnn overborre-
lende levenskraclit en levensnioed inaar
Evenais
;
en
leer-iijne stillevens
lieele voile noot,
het innigst
in
stelt
daar vlug
dringt
van zijn geschetste
stukken tegenover met nieiiwe, zeldzaam-verrassende en meeslepende kleuren en kleurenharmonieen. Deze verl)indingen van eigenaardige tinten en tonen, die als
gedroomd
verandcrd en
De
zijn
t'risch
at'sland
op
het palet,
worden voor ieder nieuw werk vernieuwd,
gehouden door
de stadien der uitvoering been.
al
lusschen zijn portretten en zijn verbeeJdings-composities,
niet heel groot, zooals
is
de Bniidsniorijcit, de schoone Ddine, Mocdevscbap of
Kdinriddrn, waarin we overal weervinden het muzikale contrast en waar liet
schoonste
grijs
en blanwachtig zwart, door teergroene en rose
waduwen
heens|)ceU. Als tegenslelling voor deze Meve I'antaisieen in groenen toon, de glans op zijde en l)rokaal,
met
zilver overloverde stofTen, zijn enkelc mansportretten,
vooral dat van Prof. F. M. Midler, (lardinaal Ram])olla en Prins Troubetzkoy
beliandeld volgens gestrenger tuchl, de
vormen
zijn neergezet
met de begeerte
naar het vastleggen der meest kenmerkende trekken en de bedoeling het plotselinge, het
op eens ontstane van den indruk
oogenbiik derconceptie af
tot
in zijn
is
om
handhaven, van het
aan de naamteekening op het stuk.
Wanneer we dan overgaan het sohere
te
lot het
werk van Menard,
uitdrukkingsmiddelen op
bij
prijs stellen,
wien we cveneens vinden we daar
KUXST VAX HE DEN vooral in de pictunile ontwikkeliiii* van zeUere dicliterlijke denkbecUlcn, in
betrekking met
hcerlijke
iMndscliappen,
doozelige tinten oprijzen. Hct
G.
idyllen
SAUTER
met droomerig gulden luchten en
waar de maan zich
in baadt,
voor ons oog
die
—
:
Portret van Prof. F.
vijvers als
scliijnbaar
in
beimwee naar antieke scboonbeid
zingt in die
JI.
Muller.
spiegels van metaal,
die landschappcn in dc opalen uren van
mnrgen met de baadster in den kleinen poel. EIke onrustige beweging is vermeden
in
die
slukken,
lijnen,
indruk geven van ver verwijderd
van een innig
zijn,
die
van zijde-zachte
samenwerking van uitdrukkingsvolle
tot
den
door een
tinten
den
zichzelf inkeeren,
van herinneringen aan den klassieken grond. Het paslcl Paris, dat eigenlijk niet
meer
is
dan een fragment van een belangrijker compositie, beeft voor
13
KlSSr VAS HEDES zich reeds dc coiiceiilialie in de handeling,
de vornienzuiverheid van
t
een
of ander anliek niarnier. Daarbij toonen hvee portretten ons de eerlijkheid
van den kuiislenaar aan en dezelfde eigenschappen leven
E.
MKNARD
:
in
de doeken die
Paris.
een nicer onniiddellijk volgen eischen van de natuur dezelfde vooinaamheid, dezelfde
;
we vinden
er in
instinklmatige zuiverheid, die
we
weer in die
heerlijke eenzanie landschappen
bewonderden. Een vergelijking tusschen Menard en Bocklin, die op de tentoonslelling
met
eenigszins
gelijksoortig
eigenaardig de
nioeile
niet ten gunsle
van den
de kleur zou leiden
behooren er bezit
zijn,
vertcgenwoordigd
laalsle nitvallen;
lot
liier bij le
van mnsea
werk
was,
zou
wellicht
loonen. Ongelukkig echter zou de vergelijking dan
een zekere onsamenhangendheid in
voorkeur voor den Franschen schilder. Maar we
voegen dat aangezien
zijn
men voor de Antwerpscbe
voornaamste doeken
in het
tentoonslelling alleen eenige
eigenaardige sliikken los kon krijgen, die eebler geen kennierkende uitdruk-
kingen
zijn
van
zijn knnsl, zooals bet
en de Vcrblijjplaals der Zaliycn in dal
De
alsland
van Bocklin,
Dooihiuiliind
in bet
museum
le
Leipzig
le Berlijn.
lusscben de Vlaamscbe opvatling der seliilderkunsl en die
blijfl
zieb eebler altijd duidelijk
doen gevoelen. Terwille der
verfijningen in de kleurscbakeeringen zullen de Vlamingen welliebl nog een
KUSST VAN HEDEN Menard aanvaarden, maar
ze ziillen zich tot oordeelcn
onbekwaam achten
tegenover de theoretische kleur-vertolkingen en den herekenden en bereke-
KMIKI, FAI;1;Y
nenden
stijl
der ordonnancien, als zoovele aandnidingen van
temperament, dat onder een Toskaanschen Iiemel vertoefd
liet
:
I.acliesis.
Germaansche
heeft. Hier dringt
zich een verschillend criterinm dus als van zelf aan ons op, en terwille hier-
van moeten we onze aandaclit vcstigen op de baanlirekerszijde van Bocklin's talent, dai
geen onmiddellijke voorloopers had, en dan
beschouwd, de
rijke verbeelding in het
zal
men, inzijn geheel
werk bewonderen en de
dichterlijke
zienersgave, die echter nader aan de litteratuur dan aan de schilderkunsl
is
ver-
want. Uildrnkking hieraanwordt gegeven door een decoratieven smaak, die zich uit
bij
de algemeene schikking en de kleuren aanbrengt in glacis, welke
het pleislerachtig-gemarmerde van
Romeinsche encaustieken hebben.
verschillende plaatsen breken nieuwe klenren
tonen zijn verbonden
om
druk
te
;
uit,
die niet
Op
door overgangs-
de welbegrepen verdeeling verhindert echter het stuk
schijnen.
Emiel Fabry, wiens werken wat streven naar
stijl
en rytmus
belreft, niet
15
KISST VAX HEDEX cenige
zoiuier
ovcreenkonist met de voorgaande
omlijiuie,
beliouden van den
De
jiiisten vorni,
een sclierper
wijnrood
linlen; bionsgroen,
liel
dan naar hel verhevene der beweging. of
geven de halfvlakken, de
bister
stekende deelen en de si)ierbewegingen aan. volgt
zijn, toont
ineer geserrecrde en vaster teekeiiing, die nieer slrcelt naar
Men
uit-
berleeft in zicbzelf, voeil en
door l)eniiddeling der voorgestelde licbamen het leidend denkbeeld van in den eigenlijken zin van bet woord, is opgeofterd
den teekenaar. De klenr,
aan de vorming van de
en de ontbeffing aan de werkelijkheid wekt
lijn
bet kunslgevoel op, zooals bet
paneel Lachesis
welbegrepen decoratieve werken
gen. die boewel eenigszins
iiet
Het
boudin-
gedwongen en verwrongen, boegenaamd
indrnk geven van vcrnioeidbeid, dank aan
opwegen der
past.
de vereeniging van
rylmenspel voor in
dit
stelt
i)ij
niet
den
welgeevenreedigd tegen elkaar
verseliilleiule deelen.
Uilgaande van de beltig reabste, instinctieve kunst van Jan Stobbaerts,
we nilgekonien
zijn
i)ij
de al)slrakte van Fabry, die zoo ver verwijderd
de onmiddellijke bescbouwing der ziebtbare dingen,
—
is
van
een ander niacbfig
kunslenaar, Jacob Sniits, zal deze beide uitersten voor ons met elkaar doen
versmellen
;
bij
dvn ontvangen indrnk voerl.
waarname van den
vereenigt in zicb de zinnelijke
door de levende natnurkracbten
is
den geest vergroot en
in
fe
bewaren,
doet ze geweld aan, zonder ze af
monie. Hij aarzelt niet
om
le
tot
om
Met een zeldzaam vermogen begaafd
tegenstellingen bet evenwicbt
artiest, die
ingenomen en den zin voor syntbese,
die
aan bet zinnebeeldige door-
tusscben hevige en geweldige
zet bij zijn
kleuren tegen elkander,
doen wijken van bun onderlinge bar-
de grootsle moeibjklieden aan
lingsproblemen, die enkcl met die van Rembrandt
te
pakken, verlicb-
te
vergelijken zijn, zooals
het vastbonden van de sebilterende witbeid van een nuinr in een interienr in
bezonken toon, dat weerstand biedt aan licbtendewolken, door een schnilraam gezien en slrijd voerend tegen een enkele, losse lap intens blauwe Incbt.
De kuusl om stelt
bem
beproeven bij
in slaat :
te
zijn
bij
zijn
wil
verzetlende elemenfen
voltooien wat minder ervarenen enkel
de weergave
bem gewekt wordt
Kempen, waarvan van
tegen
zich
om
in in
breken,
levende symbolen van het godsdienst-gevoel dat
een zeker land, bet dorre, elegische land der
de groote rust gescbilderd
denkbeeld, bedient
te
maar kunnen
bij
zicb van
grond en door het zoodanig i)eperken van
beeft.
Soms,
ter
weergave
den nimbus of den gouden acbterzijn arbeidsveld
boudt
bij vast al
wat kan zeggen de naieve blik van een Kind der Kempen, of van een gelukkige
jonge moeder met een kindje op den school.
Op de stijlvolle verdeeling wordt nadruk gelegd door de uildrukkingsvoUe teekening van breed opgevalte bloemen, die zich huwen aan hel door hem uitgedrukle gevoel, terwijl zijn akwarellen
16
met den breeden penseelslag van een fresco-scbilder
zijn
bebandeld.
RUNST VANHEDEN Een andcrmaal, waar weikt
uit
hij
elk ander hulpmiddel
schildersdrang, gevoelt
landschap dat
weergeeft in
hij
hij
al zijn
al
versniaadt en enkel
de verschrikking van een dreigend
prachl;
ol'
wel
formeeii, als in den
hij
JACOB SMITS
Judaskus
als
rouw gordijn
Judaskus.
:
grootsche silliouetten tegen den gloeienden heniel, waar een is
opgehangen over de zwarte hcnvelen van Golgotha. Het
voorgevoel van den Christus lezen wij in zijn vochtige, in de verte wegziende
Gogen dat
;
we
l)ij
bij
Judas schijnt de enoim breede slaap het karakter aan
hem
van den C^hristus
in
tinlen die
Hetgeen niet onmiddelijk en het geheel, met
zijn
tot
ziet,
in de
aan Giorgone's glorieuse tonen herinneren.
vlammengloeiende
Kempen werd
hem
ingegeven.
geeft hij de levende synthese
zonden innige
stuk.
—
duiden
de uitdrukking bijdraagt, wordt enkel aangeduid
van een noodlotsonlwerp, zooals
avond
te
veronderstellen; zijn zware baard mengt zich met de haren
Met eenvoudigen
vroomheid
in
dit
lucht,
als
is
de levende oproeping
door een Onweers-
dat waarschijnlijk
Van
datzelfde land, dat hij zoo geerne
op het door het Museum zit
Christus aan
landelijk binnenhuisje,
ademen in de stilte van 't warm omhuivende dringt. Door de zijverdceling van het licht doet
tafel.
men
licht, dat
te
Brussel inge-
Er waast
lets
voelt al die
door
't
van
wezens
schuifraam
het de omtreklijnen uiltreden
KUSST
en geeft net lets
HEDES
V.l.V
iils
bij
beeldliouwwerU
icts
van niagislrale grootheid heerscht
derd en met eerbied gevoeld
Kempen met Hel
dit biitten-binneniuiis
misscbien niet overdreveii
is
met gloed geschil-
Heel hel menscbenbcstaan in bet land der
zware iucblen, bet dollc zand,
zijn
wordt ons door
is.
opgewerkts nan de menschenfiguren. in dit tooneel, dat
met
zijn
om
te
primitieve boeren,
zijn
mystieke verscbijning verhaald.
beweeren dat met de stukken van
Stobbaeits, bet Smits-zaaltje de belangrijkste inzendiiig op deze tentoonsteliing is
geweest.
doorloopen der zalen nierkten we
Bij bet lijke
loename der figuurschildcrs op. Het
men
concbisies zal trekken,
de inzenders een aanmerke-
bij
I'eit,
we
waaruit
niet verlangen dat
overigens enkel als opmerking in margina van
is
belang; nietlemin veroorlooft bet ons vast
te stelien dat,
indien dit ten nadeele
van de middehnatigen onder de iandscbapscbilders wezen niocbt, bet
in
tegendeel ten voordeele strekt van ben, die als de fysionomisten der natuur zijn, d.
\v.
/..
zij
die zicb niet tevreden stelien
die enkel door bet nelvlies vast
vermoedde karakter welen weer
of bet daarin
Ricbard Haseleer bebooren
De
lot die
meening
le
;
bij is
een der baanbrekers geweest van de groote kunst-
vooroordeelen van toenmaals
in
den
de duinen, met bun
in
in bet dennenijoscli, liij
op
volgens de beerscbende
beefl gescbilderd.
lu-en
te
gaan merken.
lageii ])lanlengroei,
werden de ondcrwerpen
alle
verbengen.Een der
nilslag
om
piijs,
Barbizon de scboonbeden onzer Heiden op
eenzame boekjes en waarvaii
Jaak Rosseels en
innige Iandscbapscbilders.
bewegingin ons land, waarovei- we ons beden bij
die de landscbapsziel
geven.
te
aan Rosseels was toegewijd omvatte bet overzicbt van een
zaal, die
kunslenaarsleven
eerslen gaf
met een verbinding van tonen,
gebouden wordt, maar
die
bij
met
Slille
smalle wegelljes
liefde
bebandelde
de eindeloos verscbillende kleurscliakeeringen
Mysterieuse monienten, zooais zijn Opgang van de M
getnigen door bun wijze van weergave van de innige liefde van dezen gevoeligen scbilder voor de natuur en zijn
zorgvolste nauwgezefbeid uit
te
bekommerd
zijn oni
enkel kunst met de
voeren. In bet ensemble bevat elk werk den
ecblen polsslag van hel leven en geeft de
warme
innigbeid van bet oogenblik
weer. Haseleer, die in zijn zeestukken van den
aanvang aan de fundamenteele
grondbeginselen beefl vastgelegd van de doorsebijiiendbeid van de lucbt, de gesteldbeid van bet stevige grondslagen,
terrein,
bet
vloeiend-lransparente van bet water,
waar de atmosfeer doorspeelt,
als
beeft er vervolgens toe-
vals-elementen in binnen gevoerd, bet geraamte van een boot, de omtrekken van een bewegende figuur, de vlotle beweging van een zeil. Als bij dan zoo zijn factoren beeft neergezel, dat
geleidelijk voort
op een wijze
om
de indruk er van groot schijnt, werkt
aan den bescbouwer mee
te
hij
deelen wat
KL'XST VAN de
iiiiliiiir
bhulzijdeii
luMii
iiuliiikwekkeiuls
met gfbistreerde
lieel't
verliaald.
luclitcn, die
zicli
Zoo
scliildert
einders uitstrekken en lireede vinkken water, waar zich in
i>l:mzeiuio
tenasgewijs kings de
RICHARD BASELEER
vornien der wolken
liij
HE Li EX
weerspicgelen. Deze stukken
:
vene
In het Dioosilok.
de vele bewegende
zijn
zeer doorwroet
en bewerkt en doen ons de wijze van iiitvoering vergeten. Deze merken we echter nog op, in aanmerking stellen
van het onderwerp,
zijn stoiite
We
in
nemend de
groote mooibjkbeid
zijn groote gezicbten
bij
't
voor-
op de Haven, die
tot
pogingen behooren.
zien
hem de door zware schaduwen
al'gebakende massa der kaden
omlijnen, de kiel van een schip in het Droogdok vergioot en vervormd in
aangrijpend rehef naar voren doen treden, wijl zijn veel ervaren biik de gelieele
scheepstimmermanswerf omvat. Stevig
zet
bij
de zware, zwarte shiisdeur
tusschen de waJlen van de dijken, geeft ons aan de andere zijde den indruk
van een veel hooger gelegen waterpeil, waarop zeilschepen met blanke
vleii-
gelen drijven, terwijl op de opzeltelijk leeggehouden niimte van het voorplan,
een menigle figuurtjes in kleine toetsen losjes met de punt van het penseel
KINST VAS HEDEX en de ladder der tonen de grootsche verhondingen van het
zijn neergezet
geheel wel aangeeft.
Die niet
te
ondcidrukken neiging
tot
het steeds
weer opzoeken van
nieuwe moeilijklieden, is een der groote punten, die we in Baseleers kunst zeer op prijs moeten stellen. Zijn buurnian Marcclte, eveneenseen zee-schilder, zondiut daarentegen door het telkens, hoewel niet eentonig herhalen van een
eenmaal aangestemde landschapsnoot, die zijn persoonlijk eigendom is geworden. Hij brengt ze in toepassing met veel succes en borstelt of wascht met groot gemak vaak heel wel gevonden, schilderachtige hoekjes, die hij weergeeft op zeer aantrekkelijke wijs. Albert Crahay, altijd op hetzelfde terrein, legt evenwel in zijn studies
meer verscheidenheid dan Marcette; hij
hij
beschikt over een rijke techniek, die
aan een frissche wijze van zien paart. Door zijn groot stuk de Schelpen-
visschers heeft hij ons verbaasd. Het biok der
beslaat de oppervlakte van het stevig neergezet en lossen
doek
in
paarden dat de visschers draagt,
de breedte, de groote partijen zijn
met bun roode, bruine en geokerde kleuren
af
tegen de diepte van den hemel en de zee, waartegen de figuursilhouetten als
gebeeldhouwd
uitstaan. Het geemailleerde en als
gepaarlmoerde vlak van het
doek, stemt met het gevoel dat de wazige atmosfeer
bij
ons opwekt, wel
overeen.
De voorbereiding
tot dit stuk, dat
een keerpunt aanduidt in het werk van
een kunstenaar, werd door talrijke kleurennoten van aangename samenstelling
omringd.
We
onderbreken bier
verband
te
dit verslag,
om
waarin we getracht hebben
het
schetsen lusschen enkele kunslenaars, die in eenig opzicht aan
elkaar gelijken, doch
volgend opstel
te
we behouden ons de
niogelijkheid voor
mede
spreken over andere schilders, die
om
in
een
belangrijke inzen-
dingen hadden gedaan, zooals James Ensor, Leon Frederic, Larock, OletTe, Mertens, Vaes, Vloors, Looymans, Hageman, Luyten, Verhaert alsmede de buitenlanders Bauer en Bracht, waarbij we, in kleiner aanlal, de beeldhouwers zullen voegen,
der
we
(Sioi ttoigii.
ao
zoomede de vervaardigers van teekeningen en
verscheiden der reeds genoemde
namen weer
etsen,
waaron-
zullen vinden.
Jules Schmalzigaug.
DE BAZEL
K. P. C.
(Veruolg).
werd den 14" F"ehruari 1869 te den Helder gel)0maar woonde vanaf zijn derde jaar te 's Gravenhage. Toen hij aldaar de Lagere School had doorloopen
E Bazel
ren,
en de vraag aan de orde hracht zijn vader
hem
uitgesproken neiging
kwam
om
timmernian
den aanstaanden giidebroeder toch was
met hart en
hij
deren ook
niet
teekenen,
te
te
te
worden, was
bij
bepaald aanwezig;
hem
beeldhouwen en
merkunst kan reeds tegemoet komen aan het verlangen, in
zou worden,
zeer
te schil-
timmervak eenige bevrediging kon vinden, want de tim-
het
in
om
hij
werk, omdat technische arbeid
ziel bij zijn
aantrok en zijn besliste wensch
wat
naar de timmerwerkplaats. Een
om
voort
te
brengen
verband met het teekenen. Zijn patroon was een uitstekend vakman,zeker
om
geschikt
bij
een jong, ontvankelijk leerling den zin voor goeden techni-
schen arbeid op
te
wekken en
hij
stelde
den aanstaanden gezel dan ook
de gelegenheid aan werk van zeer verschillenden aard deel
te
deze zorgen aan het goede adres kwanien, werd bewezen door het
de Bazel op
zijn achttiende jaar het voile loon als
Intusschen was
vakken
in
hij,
zooals dit
de hofstad de gewoonte
bij is,
in
nenien. Dat feit,
dat
timmerman kon verdienen.
de jonge beoefenaars der technische
leerling
geworden van de avond-klasse
der Haagsche Academic, aan welke inrichting de architect H. P. Vogel als hoofdleeraar voor de bouwkunst fungeerde, terwijl de beer L. Faber als
bouwkundige constructies optrad. Na Vogel, die men klassisist kunnen noemen, werd diens plaats ingenomen door den architect Mialaret, een leermeester, die, als construcleur met ruime begrippen, toch leeraar voor de
zou
meer de
rationalistische
school vertegenwoordigde.
Beide laatstgenoemde
leeraren hebben in zooverre invloed gehad op de Bazel's ontwikkeling, dat zij
hem
reeds vroeg in de gelegenheid stelden
twee richtingen, beheerschten
:
die,
om
kennis
te
een vijf-en-twintigtal jaren geleden,
maken met de de
bouwkunst
de klassieke en de rationalistische school. Van zijn leermeesters
spreekt de Bazel met waardeering en eigenaardig
mag
het heeten, dat de
AMBACHTS- ES MJIERHEWSKUNST leerlino,
na
later jarenlaiig
dc zuiver rationalistische
in
werkzaam geweest, loch geen
rationalist
is
school
maar
gewoidcn,
zijn
te
lie
goede
bcoinselen van beide richtingen in ziJn persoonlijken arheid vcrtegenwoordigt. MACrtcc N
ei euoTncr
^Sk
f
K. P. C.
i^
DE BAZEL.
Het
schijilt
-
i
m
Architect
in
:
nt
I'rijsvraag
m m
nt
.
ontwerp voor een Bibliotheekgebouw.
dat de leeraren der Haagsclie
Academic wel
lets in
hun
leerling
liebben gezien, dat naar verdere ontwikkeling heenwoes, want ze brachten
hem
van den timmerwinkel naar een der Haagsche architectenbureanx. Door zijn
ouderen
broeder echter,
die
bij
zijn
leven
in
letterkundige
richting
arbeidde, maakle de Bazel kort daarna kennis met pastoor Bronwers van
Bovenkerk-aan-den-Amstel, welke geestelijke bevriend was met den architect der Rijksmuseumgebouwen en den aanstaanden bouwkundige P. J. H. Cuijpers aanbeval. iiet
Zoo
kwam
den heer
bij
de Bazel op twintigjarigen
leeftijd
op
biueau van den grooten Nederlandschen bouwmeester, die den opboiiw
van bet Rijksmuseum had voltooid en
bij
wien
tal
van gewijde en burgelijke
bonwwerken aan de orde waren.
Op
het bureau van C-uijpers kreeg de Bazel veel onder de oogen
werk van zeer verschillenden aard, mocht veel inkijken en in
aanraking. Toen
bij
dit
bij
deed velen
een werkzaam aandeel had gehad aan het niaken van
de bestek- en detailteekeningen van aanbesteding van
;
kwam met
werk had
de St-Vitus-kerk
plaats gehad,
te
Hilversum en de
droeg Cuijpers
hem ook de
leidingder uitvoering op. Zoo stond de een en twintigjarige timmermansgezel,
na een zeer korten maar werkzamen arbeid als teekenaar, als verantwoordelijk o|)zichler tegenover de uitvoering
Het
22
is
van een
vrij
groot en ingewikkeld
aan de Bazel een raadsel gebleven hoe Cuijpers
hem
bouwwerk.
zulk een taak heeft
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST
K. P. C.
DE
FiAZlX
diirven opleggen, ook te
waar
aanvaarden. Iiitusschen
heeft hij
weinigen
hem tijd,
ooi<
:
Iiigang
woonlmis van Dr. M. W.
hij zelt'dcii
J.
Moltzer, te Alkniaar.
moed vandaan
zijn arbeid
met
heefl gehaald oni haar
begonncn en met succes voleindigd. Maar de jonge opzichter, die den
welke
is hij
hem van
zijn
veel toewijding
dagehjksche bezigheden overbieef, nog
besteedde aan stiidicwerk, heeft zich in dezc periode overwerkt en degevolgen
hiervan zijn niet uitgebleven.
23
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST komen, de behoefte om, wat
te
gezien en geleerd en gedaan had,
hij
aan eigen wezen en daarom sclieen Dat
geschiedde
dit
is
het, dat
oude
en
toetsen
noch het werk van Cuijpers, noch van de Bazel, maar
dat van de omstandigheden. Zonder
de
te
de band nicest worden verbroken.
twiji'el
hebben
zij
overeenkomst,
veel
de
jonge meester en langen
lijd
gaan
bun \vegcn,scbijnbaar, langs dezelf-
de baan. Dan wij-
ken
zij
af,
omdat beide
van elkaar
kunstenaars
hun
in
we-
innerlijk
zen niet dezelfde zijn.
Op
hel
teo-
van
kenbiireau
Cuijpers heerschte,
een
K. P. C.
vijftiental
DE
13AZEL, Architect
:
VeUliuvs te Hattein.
't
jarengeleden, een
opgewekt leven. Verschillende
zeer
werkzaam, waarvan
J.
wel de nieest bekende
nauwere
beti'ekking,
taientvolle,
jonge krachten waren er
L. M. Lauweriks, Jan StuijI en H.
J.
M. Walenkamp
Vooral met eerstgenoemde kwani de Bazel in
zijn.
wat geen verwondering kan wekken, daar Lauweriks
een sterk omlijnde persoonlijkheid was, zeer positief denker en eminent ornamentist. Of de Bazel zich
tot
aangetrokken heeft gevoeld, weet
dit
scherp geteekende karakter bepaald
ik niet,
maar aangenomen mag toch wel
worden, dat het opwekkende van een voortdurende uilwisseling van gedachten
met een zoozeer van hem verschillende, hoogstaande persoonlijkheid
als
maar even
Lauweriks was, hem
in
karakteristieke
als
buitengewone mate
moet hebben bekoord. Toen hij dan ook het bureau van Cuijpers verliet, om op eigen wieken te gaan drijven, associeerde hij zich met Lauweriks en richtte in 1895 te Amsterdam een atelier op voor bouw- en sierkunst. Van dien
tijd
naam
«
dateert dus de sedert ontbonden,
de Bazel en Lauweriks
»,
die
maar nog zoo goed bekende,
minder herinneringen op
firma-
hel gebied der
bouw-, meer op dat der meubel- en sierkunst opwekt.
Ook werd de «
Architectura
gewoon
lid
et
|ijd bekend in den kring van het Genootschap Amsterdam. In het jaar 1892 ingeschreven als
Bazel in dezen Amicitia
»
te
dezerVereeniging, trok
hij
weldra de aandacht door de antwoorden,
25
AMBACHTS- EX NIJVEHHEIDSKVNST welkc
op
hij
prijsviaf^en
van zeer verschillcnden aard inzond (bouwkunsl, Het
klcinkiinst en j^ralisdie kunst^.
bouw- en sicrkunslcnaar
K. P. C.
DE BAZEL,
Architect
voorslelling te vornicn van
talent
nioeielijk
Kantoorgebouwtje
:
nu de Bazel zijn naam als zich nog een juiste
Ihans,
"
Oud-Bussem
„.
den indruk, die deze prijsvraagantwoorden teweeg
Men bewonderde de
Ijiachlen.
is
geniaakt,
hceft
zorg
waarmee de opgave was
waarmee de arbeid was
doorstraalde, de Ingehouden teekenvaardigheid waarover de
maar de gedachte,
volbracht, het
de vakkennis die in bet werk
opgelost,
maker
beschikte,
die aan deze prijsvraagantwoorden ten grondslag lag, het
was den meesten jongeren vreemd,
begrip van eene organiscbe eenheid,
die
echter met veel belangstelling den arbeid van bun buitengewonen kunstbroeder
bleven volgen. Voor een goed deel
mag
dit
gemis aan voile waardeering dus
geweten worden aan hetstandpunt, dat deze jongeren nog een
vijftienfal
jaren
geledcn innamcn, een standpunt, dat hun meer ontvankelijk maakte voor de brillante
eigenschappen van den arcbilectuurteekenaar, dan voor bet wezen
der arcbitectunr zelve;
maar ook
in de Bazel's arbeid zal
geweest wat niet genoegzaam bezonken was,
anderen
kunnen spreken.
te
Bij
hem was
onlwaakl en naarmate het eenbeidsbegrip formuleerde,
traclitte bij dit
lijker uit te zeggen.
zou de
tijd
slemming
26
nog
te veel zijn
begrijpelijk tot
wezen
het bewustzijn van eigen
in
deze bewustwording zich vaster
grondbeginsel zijns levens ook in zijn kunst duide-
Tot nu toe had
moeten aanbreken te
om volkomen
om
hij
dit
echter nog steeds
opgcnomcne
brengen met de wetten die
zijn
te
opgenomen
;
Ihans
zuiveren en in overeen-
wezen beheerschten.
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST Uit deze eersle periode, liggende tusschen 1889 en 1895, welke ik die der
opneming zou willen noemen,
K. P. C.
dateert, (naast de Bazel's eigenlijke werk, dat
DE BAZEL,
Architect: Detail van een ijzeren balkonvuUing.
aan het Imrcau van Cuijpers gebonden was) arbeid
:
Een bekroond antwoord op
Maatschappij
tot
o. a.
de volgende persoonlijke
een, door de Afd.
Amsterdam van de
Ijevordering der Bouwkunst, uitgeschreven prijsvraag voor
een Plattelands Herberg (1890)
;
Een bekroond antwoord op een door de
noemde Maatschappij, uitgeschreven van Oudheden (1890, 2« Prijs) Een bekroond antwoord op
Afd. Groningen van bovenge-
prijsvraag voor een Provinciaal
een, door de Afd. den
Museum
Haag van dezelfde
Maatschappij, uitgeschreven prijsvraag voor een Ingang met Porlierswoning
van een Buitenplaats. (1891)
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNSl Een Hoofd van ecu Bouwkundig Weekblad (1892), een Schildersatelier (1893, eervol vermeld). een Raam van gebrand geschilderd glas (1894, bekroond). een Badinricliting (1894, premie), een Omslag van het plaatwerk « de Architecl
bekroond) en een Titelvignet van het Weekblad « Architecantwoorden op prijsvragen door het Genoolschap
(1895.
«
tura » (1895), alle deze
Arehitectiua
«
et
Amicitia
» te
Amsterdam nitgeschreven.
werd besloten door de ingezonden en bekroonde antwoorden op de wederom door bovengenoemd Genoolschap nitgeschreven prijsvragen voor een Genootschapsgel)ouw voor Architecten (1895) en een BibUothcekgeDeze
bouw
serie
(1896).
Gednrende de jaren modeiteekenen
het
in
1892,
Amsterdam en vervaardigde,
te
de Bazel de avondlessen
en 94 volgde
93
aan de Rijks-Academie voor Beeldende Kunsten als laatste
teekenarbeid op het atelier van
Cuijpers, grootendeels na zijn vertrek vandaar, voor den architect Jos. Th.
perspectiefteekening
Cnijpers, een groote St.
Bavo
Haarlem. Als
te
vrije studies
van
Kathedrale
de
J.
Kerk van
verdicnen daarenboven de teekeningen
Museum te Louden geDe meeste der genoemde prijsvraagantwoorden, de perspectief van de Kathedrale Kerk te Haarlem en verschcidene der studies naar Egyptische kunst zijn opgenomen in de jaargangen van het plaatwerk naar Egyptische en Assyrische Kunst, in het Britsch voile aandacht.
niaakt, de
«
de Architect)) van het Genootschap
de jaargangen 9 en
De
was
Architectura
et
Amicitia
van
eerste jaren van de Bazel's zelfstandig optreden,
met Lauweriks, reeds
«
ten
zijn
deze Vereeniging
juist ter rechter tijd.
«
al
((Architectura et Amicitia)).
zijn associatie
Met
Architectura
niel al te diepzinnig, leven
zijn
compagnon
meer en meer naar voren getreden en zeker »
toch had de laatste tien jaren eenigzins
van de hand op den tand geleefd. Na een zeer opgewekt,
tect
(Zie o. a.
nauwste verbonden met de geschiedenis van het
genoemde Genootschap
hij in
».
10).
zij
het
dan ook
onder de veelbewonderde leiding van den archi-
Jan Springer was er botsinggekomen tusschen dezen gevierdien voorzitter
en de jongere krachten en had eerstgenoemde het V'erschilltrnde
bijltje
er bij
neergelegd.
leidsmannen traden na elkaar op, alien bezield met de beste
bedoelingen voor de luin toevertrouwde taak; maar de man, waaraan behoefte bestond, de persoonlijkheid, die karakter en kunst,
waarde
in
genoegzame mate aan den dag
den weg
at'
Amicitia
»
te
bakenen, was
niet
had geen proleet meer en
Willem Bauer, de dichterlijke
legde,
om
moed en macht,
naar voren gekomen. hij,
architect,
«
die dit misschien had
zou eenmaal
wil en
voor een nieuwe periode
zijn
Architectura
jonge leven in licha-
melijke verkommering en geestelijke verslagenheid moeten eindigen.
dan ook
28
in
1899
uit
et
kunnen worden,
Toen
een, voor een deel vernieuwd, Bestuur een Voorzitter
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST moest worden gekozen,
de
viel
keiizeopdeBazel,
vanaf
reeds
die
1897
Secretaris
vanderedactieder
was
V'ereeiiiging
geweest,
terwijl
Lauweriks, die
gedurende gen
al
ceni-
tijd als
redac-
tielid
en
secre-
taris
van het
1''
(ie-
nootschapwasopgetreden, het secrelariaat van de
op zich
redactie
nam,vvaardoorde Bazel en Lauweriks
feitelijk
de
leiding der zaak in
handen
den. len
De
liad-
verdiens-
van
beide
compagnons voor «
Archilectura
et
AniicitiaDkunnen moeielijk te hoog
worden
opgege-
ven. Al
wat van
de
Veieeniging
uitgingdroeg hun stempel, getuigde
K.
1'. ('.
DE BAZEL Ingang :
ivoonliuis
aan de Koiiingslaan
te
Amstenlani.
van hoogebeschaving en zuiver gevoel en deed zijn invloed gelden op gansch een schare van
jongeren. Met groote vrijgevigheid stelden beide mannen, soms in vereeniging
met andere geestverwanten talent en
die zich
hun krachten
ter
als K.
van Leeuvven en H.
J.
M. Walenkamp, hun
beschikking van hunne niedeleden of van hen,
door ernstige studie verder wilden bekwamen, (cursus voor
kunslenaars en kunstenaressen).
En
in voile
oprechtheid
nam
sier-
de Bazel met
29
AMBACHTS- ES MJVERHEIDSKUNST woord en daad aan
dit alles
deel en vervulde zijn moeielijke en veelonivat-
tende taak op ecn wijzc, dieslechts hun eigen
Zeer zeker zou hct
schap
Arcliilectnra et Amicitia
«
is,
die gelooven aan iiun plicht.
tijdperk in do geschiedenis van het Genoot-
kenmerkende »,
dal
nog steeds
van
als dat
ct
wordt
de Bazel en aangeduid,
Lauweriks
»
nog
vruchten hehben afge-
lijker
worpen, ware het zels gezondheid
niet dat
werkzaamheden
zijn
de Ba-
hem midden in
had gelaten, oni hem langen aan het ziekbed
te
Amicitia
«
tijd
binden. Toch
waren de enkele jaren, die fiinclionnaris in
in
den steek
hij als
Aicliitectura et
doorbracht, voldoende
»
om hem de
dankbaarheid, achting
en vriendschap van zeer velen K.
P.C.DEBAZELiDetaUschetsvoorbeeldhouwwerkaan
den ingang
woonhuis van Dr. Moltzer,
v. h.
te
teiwijl,
yej-2gl^gi-ef] '
Alkmaar.
dit
'
Genootschap
te
Omoekeeid, '^
in dit korte tijds-
bestck zijn blijvende belangsteUing heeft verworven.
tijd
Het heeft lang geduurd eer de Bazel zijn kiachten heeft herkregen en de tusschen 1900 en 1902, die te Putten en Sandpoort weid doorgebracht,
was voor hem en nai)ij
waarmcde als
zijn
vrouw een zwaie beinoeving.
die
Zij,
hem meer van
kenden, hebben zich verbaasd over de schier ongeloofelijke wilskracht, hij
over het
de grootste lichamelijke uitpulting
feit,
dat
hij,
zoo ziek
als
hij
is te
boven gekomen, even-
was, toch geen oogenblik van zijn
leven verloren heeft latengaan. Zeker zal zijn zeer ontwikkeld bewustzijn zijn herstel
van
hebben bijgedragen;
in niet
minder mate de
vrouw, Mevr. de Bazel-Oosschot, die thans zeker wel
zijn
de eciitgenoote van een kunstenaar niet alleen met haar de kiinst
kennen,
is
tot
taktvolle toewijding zal
weten, dat
man doch ook met
gelrouwd, maar daarbij de groote voldoening zal hebben leeren
om
in
den kunstenaar de kunst
te
mogcn
dienen.
Heeds vanaf 1897 had de Bazel een lecraarsamlit waargenomen aan de School voor Kunstnijverheid terwijl
hij
ook aan de
«
te
Haarlem. Hij behield doze betrekking
Quellinus School
te
«
lot 1902,
Amsterdam van 1901-1903
enkele lessen per week gaf in toegepaste versiering (versiering, toegepast op verschillende materialen, in vei'band
Lauweriks leidde kunst
»,
hij
met de bouw- en beeldhouwkunst.) Met
de redactie van het mooie
door de firma C. Kleinmann en C"
helaas, naar eigen inzicbten
te
tijdsciirift «
Bouw
later,
door dezen voortgezet. Verder beperkt zich de
Bazels's arbeid in dit tijdvak van bezinking, tusschen 1895 en 1901, in
30
en Sier-
Haarlem uitgegeven en
hoofdzaak
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST tot
iiitvoerenden arbcid op hel gebicd van nieubel- en houtsnijkunst.
kunnen
worden
o. a.
de voor de
:
opgenomen
en Sierkunst
in bet
Schiuirman, destijds
te
Genoemd 's
Graven-
meube-
hage, ontw'orpen en uitgevoeide len,
faniilie
plaatwerk ctBonw-
en die voor den beer \V.
»
van der Scbalk
te
Amsterdam.
tijdvak van
Het derde
de
Bazel's
werkzaambeid, voornamelijk op bet gebied van bouw- en menbelkunst
schen 1901 en bet beden der ontplooiing
;
ik
ligt tus-
zon bet dat
noemen. De nog
vviilen
jonge kunslenaar bad de dertig
jaren
bereikt en reeds veel doorgemaakt. Hij
bandwerks-
hadzijn ambacbl geleerd
als
man en was daarna
de gelegenbeid
in
gesteldgewordenzijn natunrlijken aanleg te
ontwikkelen
omgeving,
een
in
die
voor deze ontwikkeling zeker zeer ge-
genoemd mocbt worden.
schikt
schen bad
bij
Intus-
bemzelf een geestebjke ber-
geboorte plaats gevonden, die
bem
vrij
stelde tegenover bet leven en tegenover
welke voor iiem zuik een onaf-
zijn kunst,
sclieideiijk deel
Toen was
bij
van
dit leven
uitmaakte.
onder den arbeid neerge-
zegen en bad in zijn gedeeltelijke afzon-
k. p. c.
komen
dingen eenmaal
weer vol in
in bet leven
de
ijazel, Architect: DetaiUchets voor
heeidhouwwerk
gelegenbeid gebad oni bet dering o o ° alle o zuiveringsproces, dat door den aard der
a. d.
ingang
v. h.
woonhuis van
Dr.Moltzer, te Alkmaar.
moest, gebeel aan zicb
te
voltrekken.
En
toen
bij
kon terugkeeren en gelnkkige omstandigbeden hem
de gelegenbeid stelden een deel zijner idealen op arcbitectnurgebied
verwezeniijken, had toetsti
kunst aan
zijn
te
toekomstige levensopvatting ge-
een levensopvatting, waarin de begrippen «goed, waar en schoon
omvattende het nen
bij zijn
in het
stelstel,
« stofFelijke,
verstandelijke en gevoelvolle
»,
»,
zich veralgeniee-
begrip «eenheid», een eenheid, die zich uitstrekt over de idee, het
de geestebjke en materieele oplossing en de uitvoering. Voortaan zou
de vorm voor
hem
niet
meer bestaan
de verhouding, de versiering niet uitvoering,
maar
al
om
om
den vorm, de verhouding
niet
de versiering, de uitvoering niet
deze factoren waren voor
hem
om
om de
noodzakelijke onderdeelen
van het eenheidsstreven geworden, losten zich op in
dit streven
op gansch
AMBACHTS- ES MJVEHHEIDSKUNST aannemclijke en
iiatiiurlijke wijze.
De
Bazel's arbeid
is
een goede daad van
algemeene bc-teekenis gewoiden en neeml als zoodanig een zeer bijzondere plaats in le midden van onze twinligste-eenwsche bonw- en nijverheidskunst. Hel spreekt vanzelf dat in de voortbrengselen van de laatste jaren een opklimming is waar te nenien; want, hoc knap de Bazel ook moge zijn, op hoc bijzondere wijze hij als ambachtsman, denker en kunstenaar zijn vak
ook moge bcoefenen, ook voor hem geldt de regel dat willen geen kennen en kenncn geen knnncn is, en kunst konit van kunnen. Elk zijner scheppingen is dan ook liet veivolg van wal vooraf is gegaan, in elk wcrkstuk zijn alle ervaringen van vroegcre wcikstukken neergelegd, plus datgene, wat onder de nieuwc omstandighedcn en door intnitie aan nieuwe oplossingen is uitgedacht geworden. Wic bet heerlijke buitenhuis van den kunstschilder van Blaaderen te Oud-Bussem (Huizen) vergelijkt met de eerste, reeds zoo niooie huizcn, door de Bazel te Bussnm gebouwd wie een parallel trekt tusschen bet prachtige ingangspoortje van bet woonhuis van D"^ Moltzer te Alkmaar en dat :
;
van bet dubbcl heercnbuis in het Wilienispark Ic Amsterdam of wie vergelijkt nu'ul)els, welke prijkten op de tentoonstelling van den Haagscben Kunstkring, in Sept. 1907, met die, welke omstreeks 1900 ontstonden, zal de waarde :
de
dezer evolutie erkennen en met klimmende belangstelling den arbeid blijven
hem door de gcschonken geworden, zulk een voortrefTelijk gebruik weet te inaken. Van den uilgevoerden arbeid op bet gel)ied van bouw- en meubelkunst, liggende tusschen de jaren 1901 en 1908, trcdcn de volgende werken op den volgen van den erkenden kunstbroeder, die van het vele, dat
natnur
is
voorgrond
:
Het woonhuis van Mevrouw cenige arbeiderswoningen
te
Boxman aan de Parklaan
Oud-Bussem
(1902-03), het
te
Bussum
(1901),
kantoorgebouw van
Oud-Bussem
(1903), 't Veldhuys te Hattem (1903), de hofstede Oud-Bussem te Bussuni-Naarden (1903-04), een dubbel heercnbuis aan de Koningslaan in het Willcmspark te Amsterdam (1903-01), bet woonbuis van D^ Mollzer aan de
Alkmaar (1904), een brug met twee arbeiderswoningen te woonbuis van den beer Frans Coenen Jr, bij den Brcdiuswcg te Bussum (1905), het woonhuis van den beer C. Kloos aan den Amersfoorlscben straatweg te Bussum (1906), het woonbuis van Mr A. L. Waller aan de Torenlaan te Biaricum (1906), bet woonhuis van den heer van Blaaderen te Huizen (1906-07) en het woonbuis van den beer van Dissel WillK'lminalaan
Oud-Bussem
le
Stratum
Vanaf
bij
te
(1904), het
Hiiuliioven (1907). (Het laatste nog in aanbouw).
190.")
ontstonden daarenboven zeer mooic meubelen, van welke de
bijzondere aandacht vcrdienen
die van den beer Wittop-Koning te Bussum de eetkamcrbetimmering van den Huize Petersburg te Bussum (1906), de meubels van D^ Boonacker te Apeldoorn (1907), die van den heer Monte Verkoren le 's Gravenbage (1907) en de kamcrbetimmering in bet woonhuis van den kunstsciiilder van Blaaderen te Huizen (1908). :
(1905),
iSlolvolgl).
3J
(^
W
NlJHOFF.
ELBERFELDER BATIKS (Slol).
II.
hel
):ker,
hatikkeii
belaiigrijke
een
is
tockomst
prachtin
legemoet
t
ciat
een
Maar liet wil doch ook esthetisch
vorzni-gd zijn! Niet alleen technisch,
en
procede,
gaat.
veel en veel gomakkelijker iemaiid bet eerste te
is
leeren dan
hem zoover
te
brengcn,
dat
bij
er een
passend gebrnik van kan niaken. Het iiieuwe
maar ook
niede,
gevoegd
dit is,
brengt steeds moeielijkheden
met zicb
bet voordeel, gebeel friscb tegenover de materie te staan en
l)ii
den tecbnischen invloed, van zooveel belang, dat er met
batikken een henschclijk nienwe ornamentstiji gaat komen, dat
we ons
dit
reeds
kiinnen verbengen over een aantal vverken van verschillende batikkers, wier
vorm en
arbeid in
kleur de lang gemiste scboonheid
brengen. De bnitenissigbeden
in bet vorig opstel gescbetst,
als versiering gaat
verdwijnen, daarbij
vergeleken, gebeel op den acbtergrond.
En van zoover tegengewicht
in
ze voor Duitsche rekening
de belangstelling van
komen, vinden we een
oificieele zijde,
j)assend
die het batikken bier te
lande vindt. In tegenstelling met de Nederlandsche kunstnijverheidsscholen heeft
men
bier al dadelijk het belang dezer
en getracbt deze op scholen in
te
voeren.
Op
de school
de methode van Frof. Kleiscber-Niemann gebatikt, heeft de Practere,
nu direktenr
te
(1)
nienwe versieringskunst ingezien
te
te
Breslau wordt naar
Krefeld en Dusseldorf
Ziirich de gcwijzigde, Indiscbe lechniek
ingevoerd, lerwiji aan de Elbcrfelder school sinds 1904 stndies onder mijn
gemaakt
leiding
zijn.
Deze medewerking van scholen biedt institnut, dat officieel karakter bezit,
niet geringe voordeelen. Als publiek
kan de school aan nieuwe siertechnieken
een zekere sanctie geven, die de verbreiding ten goede komt. Esthetiek en techniek knnnen beide verzorgd en beoefend worden en leerlingen uitstekend materiaal, waaruit
men
men
vindt onder de
de meest gescbikten kan uit-
zoeken. (1)
Of
(lit
den laatsten
tijd
veranderd
is,
weet
ik niet.
33
AMBACHTS- ES SIJVKUHEIDSKL'SST Vooral l)ij een no<* jonge tecliniek als licl hatikkeii kan de school een gewichligen invlocd uitoelenen. Hier kan door ruimere hulpmiddolen veel mecrgtvoclil en lit-pmefd wordcn dan ooit een alleenstaand werker in de
CARL BUCHHOLZ praklijk mogclijk
:
Biiittn- en biimenzijde
is.
van een linnen
En wal gevonden
is,
portefeuille.
bliji't
niet,
zooals vroeger, parti-
eigendom, dat angstig voor derden wordt behoed, docli komt vriicht-
ciilier
baar in bet bezit der gemeenschap. Als leerkiacbt heefl
men bovendien
de rustige gelegenbeid stndies
te
maken en men kan door een aantal leerlingen bet gevondene doen iiitwerken in zoo groole male, dat men sneller dan anders de kwalileilen en fonten kan opmerken.
In deze riebling arbeidend doel de knnstnijverbeidscbool oj) bet
gel)ied der loegepaste knnst betzelfde,
wat de universiteil voor de wetenscbap
doel en bet beboefl niet met nadrnk gezegd
aclitzaamde sierkunst werkebjk wel Hij bet
voert,
was
liberale
worden, dat er voor de veron-
Hoewel bet bier
iets
nienws gold,
l)ezinken moet, eer een regeering tot bulp
een assistent met bet doel,
niij
te
dat gewooniijk ducbtig
bewegen
is,
ontving ik reeds
in
nicer vrijen tijd te biten, een bijstand, die
mecr waardeeren moet, daar deze bctrekking aan de en dns ook een am})tebjke noviteit was.
ik te
mag komen.
bewind, dat de Pruisiscbe regeering over baar scbolen
bet in Elberfeld mogelijk, de stndie van bet batikken geieidelijk te
ontwikkelen.
190.")
te
eenige steun van bovenaf
Pruisisclic scliolen
niet l)estond
In aanshiiting
eerst
34
met de klasse voor kunstbinderij werd bet batikken bet
voor boekljanden aangewend, ook
in dil
kunstvak nieuw leven l)rengend.
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUSST Want
vroe<.er liezal
met k'derniozaick nil is
iels,
hel
drukken
l-u
i\v
aitistiekc
hoekhinder slechts de handvergulding
snijwcrk in ledcr als niiildelen
liel
En
ler versieiiiig.
nu't slonii)els
dat heel niooie resnitalen
kangeven, maar men
daarbij
is
aan de donkere kleur van
iiet
l)linddrukken en aan de goudklenr geiionden.
Ook met de
kleuren van hel
ledei'
men
is
geheei afhankelijk van lietgeen
de faijrieken niaken en der bloeiende
hij
min-
knnslliandwer-
ken, zooals het boekbinden,
is
het slechts zeer zelden niogelijk
een grooten voorraad van verschiliendelederklenrenbeschik-
baar
le
ring
is
van
Voor de
hei)ben.
men weer
versie-
afiiankelijk
den slempelvoonaad
feitelijk
staat
de
en
kunstbinder
met ha nden en voeten gebonden,
kan
zich
allerminst
in
vorm en klenr vrijelijk niten. Daarbij komt een overwegend bezwaai! De technische volmaking der machines,
^^iii^-Ifi^i^^^S
die in
grooten getale banden afleveren,waarbij wel degelijk gioote,
ornamentale
GUSTAV BENSE
bestaat,
vrijiieid
:
Geliatikte Waiulversieiing voor
kerkelijk gebruik.
dwingt
tot
het inslaan van an-
dere wegen, die in vioegere periodes niet noodig waren.
Toen was de handvergnlding het eenige en mooie middel zonder andere, ernstige
mededinging.
Sinds dien
gonddruk enorm verbeterd en nu
zijn
staat
en handvergnlding en
men voor den
dat een nitstekende band in handvergnlding bijna niet
van een niachinalen gouddruk. Men moet dat
kleine
verschil
le
knnnen opmerken.
al
niachinale
zonderlingen toestand, te
onderscheiden
een zeldzaam kenner zijn
Slechts het
verschil
in
is
om
prijs
is
gemiddeld iionderdvondig. Het batikken van leder en perkament voor boekbanden h oogere eischen in artistieke kracht, geeft daarentegen
stelt
wel
is
waar
voUcre vrijheid
in
35
A.MBACIITS-
vorm en
ES MJVEIWEIDSKINST
kleiir.
Het iiidividucele in den werker kan
hcl aanshiilen bij
balikken
is
zicli
njper uilen en ook
hot boekkarakter kan volkonien verkregen worden. Met het
een nieuw
moment
in
de oudc boekbandkunst ingetreden. die
WII.LY DEFFKE: Gebatikte iierkamenten band.
hovendien de eeuwenlange ovcihcersching van Parijschen smaak over boord werpt. Vanzelt' spreekl hierbij, dat de
voor
Javaansche techniek
Ginds batikt
dit doe! niet i)iuikbaar is.
men
in
ongerepten vorm
uitsluitend sloften en voor
gansch ander niateriaal moet ook de techniek gewijzigd worden. Vloeil)aie wasdringt, indien het iets te
warm
dan donkere viekken na. Schellak-vernis doet i)iiisje gei)riiikl.
Niet
iiet
weg en diis
verkrijgl
men
minste oiuiersclieid dit is
— zal
geen
te
dezelfde mooie, is
daarin
te
l)etieuren nadeel.
zien
hetperkamenl en
in
is,
en als
dit niet
weeke !
men
laat
een glazen
iijnen als bij was-batik.
Sleciits
de wasbreuken vallen
Op ijoekhanden
—
klcinere vlakken
een nicer gedetailleerd ornament het meest geschikt zijn en daarin
zouden wasbreuken zeer storend doen. Ook op Java vermijdt palroncn steeds het breken der was en rckent een foul aan lijnere
dit
men
voorkomen
bij
de
zelfs als
Met deze lakbatik, reeds in Leiden met Sniits gevonden, openen zich voor hel balikken nieuwe wegen. De scheilak-lak is als reservage voor leder en perkament beter geschikt dan was. dat bij elke te groote hitte in het maleriaal doordringt en vetvlekken nalaat en het l)eilsen
36
en verven besfand. Voor leder
is
is
de keuze
evenzeer in
als
bcitscn
was tegen niet groot,
AMBACH'IS- EX NIJVERHEIDSKVNST hestaal slechts in de hruine luuincL's van licht tot donker. Daarentegen kan
men voor perkament heschikken groen en zwart. Deze beitsen
over rood, gcel tot donkerbruin, blauw,
zijn alle licbtecbt
en verdragen het afwasschen zeer goed.
De
gebatikte perkanientbanden zijn voor
ons vochtig kb'niaat duurzamer dan de lederen
banden met handvergulding. Hoeveel leder
is
reeds niet door vocht bedorven en boe slechl is
het niet met
enkele jaren
de lederkleuren gesteld
somsde blauwe
is
!
In
klenr in vnibg
bruin veranderd en door het wegvallen der
oude looimethodes
is
het leder zoo teer ge-
worden, dat het
niets nieer verch-agen
vandaar, dat de
kostbare banden steeds in
etuis
kan
;
bewaard moeten worden en het beste
bewaard
l)iijven, als...zeniet
gebrnikt worden.
Het perkament verlangt znlke overdreven voorzichtige beliandehng niet. Het wordt spoedig zoo hard
als
hoorn,
is
ongevoelig voor
vocht en krassen en andere beschadigingen
komen weinig
voor.
Na verloop van eenige
jaren wordt het materiaal steeds geler en Iransparanter, wint aan sclioonheid. slechts in enkele JMbiiotheken
len en lederen
banden
le
Men
behoeft
oude j)erkamen-
vergelijken
om
van
de sclioonheid en dunrzaambeid van het eerste materiaal ten voile overluigd
te zijn.
En men
GUSTAV
IlENSE
:
Stiidie
op ruiidsleder gebatikt.
kan het dan van harte betreuren, dat ons
mooie perkament, dat vroeger toch het meeste gebruikte
men had
zelfs
bibliofielen in
Naluurlijk boekl)in(ler.
leekenen ren.
Maar
te
perkamentbinders
onbruik geraakt is
in iedere stad
—
in
Holland was
—
onder den invloed der
is.
deze gebatikte perkamentband geen kostje voor den gewonen
Met behul]) van caiques en plaatwerken kan men, zonder veel kennen, versieringen
in
handvergulding
«
ontwerpen
n
en uitvoe-
het batikken vraagt ernstiger voorbereiding en wie geen teekenpot-
lood hanteeren kan, moet ook het batikken in rust laten. In mijn afdeeling geldt
dan ook
als vaste regel, dat slechts die
leeren, die aanleg en tijd voor teekenen en
die bijv. slechts een
hail'
boekbinderlecrlingen batikken
ontwerpen hebl)en. Leerlingen,
jaar de school bezoeken, zijn uitgezonderd, daar ze
.4
MBA CHTS- ES MJ EIWEJDSK I \\S 1 \
jjcen
bet
hebben voor teekenarbeid. Dat
lijil
kweoken van
dileltaiiten
Docli ook buiUMi
liet
is
mi wel hard, maar toch hekr dan
!
iKU'klnndfisvak heclt deze lakbatik beleekenis! Ten ecrsle bet gel)iiiik voor oor-
konden e«
gescbriften,
die
onveigankeiijk en onveran-
moelen
derlijk
Goed
zijn.
perkament vervult dezevoor-
waarde
ten voile en de tekst,
door goede beitsen vastgelegd, laat zicb
ninimer veran-
dcrcn of vervvijderen. Geen
onbevoegde band, geen ongeluk met lekkage scln'it'tstuk
van
gezien
kan bet
bederven en,
voordeelen,
af-
de
esllietiscbe
is dit
van onuit-
sprekelijk belang. In de klasse voor orna-
mentaal ontwerpen, dieeveneens onder niijn is
verder
:
Stiidie
teriaien
op papier gebatikt.
leiiiing staat,
batikken van
bout en andere ma-
papier,
WILLY DEFFKE
liet
ingevoerd. Er
zijn
steeds een aantal leerHngen, die later als tcekenaars
bun
missen oni een liandwerk aanleg.
En
locli
is
iirood eri)ij
bet zoo
moeten verdienen en dus geen te
nuttig,
leeren. als
zulke
tecbniek, als ze proel'ondervindelijk zien, bet
Ook
tijd
beeft niet iedereen
lui
in
kunnen daartoe
aanraking komen met
welken invloed een tecbniek op
ontwcrp kan uiloeienen. Hiervoor dient bet batikken op papier, dat weinig
tijd
om
te
leeren kost
en (evens een aangename afwisseling van bet eeuwige papierteekenen geeft.
Men kan
er bovendien mooie dingen mee maken, die meer dan schoolwerk De gebruikle verfstof dringt in bet papier door en verkrijgt meer diepte tint dan bij bet gewone aquarelleeren te bereiken is. Ook voor zincografi-
zijn.
in
sclie
reproduktie zijn deze papierbatiks in zwart
o])
wit zeer gescbikt.
Voor bet versieren van bout, ivoor en metalen kan de lakbatik pracbtig aangewend worden. Ter uitvoerige, kleurige versiering van bout beeft men slecbts de intarsia ter bescbikking en dit
werk kost zeer veel tijd en heefthet nadeel in een vocbtig klimaat na eenige jaren bier en daar los te springen.
38
AMBACHTS- EX MJVKRHEIDSKi'XST Nu
men, vooial
is
meubeleii
hij
nen, dat
hij
de Hollaiulsche
hizonder goed
iiicl
te
mL'iil)(.'lkiinstenaais,
spreken, niaar
liel
is
tocli
over veisieriiig niet te
onlken-
groolerej vlakken,
i)ij
zooals tateibladen en kasl- of
wandpaneelen, een
orna-
I'raaie,
mentale versiering dikwijls zcer
men denke
geschikt kan zijn; slechts
den
aan de mooie werken
in
Renaissancetijd geniaaki,
een loepassing van versiering, die later is
door overdaad jjerucht
gewordeni Tlieoretisch
laat
het zich ecliler niet veioordee-
komt
len en het
uitvoering en
gelieel
op de
aanslniten
iiel
hij
den meubelvorm aan, of een versiering het doel.
Met niicus
die een clie-
lie l)eitsen,
Zimmermann
gevonden
te
Barmen,
de lakbatik
heeft, is
ook voor hout zeer bruikbaar.
De meeste dezer iichlecht en
ook
beitsen
liet
zijn
afwasschen
met water oetent geen schadelijken invloed uit.
Hiermee
zijn
eveneens zeer mooie dingen
maken. De weeke liet
ornament
bekoring en de
lijnen
een
le
geven
l)izondere
nerf van
GUSTAV BENSE
het
:
Geljatikte Wamlversieriiig vuor eeu
Krematoiium.
hout, die overal
blijft
doorloo-
pen, verlevendigt de versiering in buitengewone mate. Vooral op eikenliout in kleur werkstukken te maken, die op meubelgebied nieiiw leven kunnen brengen. Voor deze lakbatik opent zich dus een geheel nieuw gebied, dat stcllig
zijn
ter verrijking
der sierkunst verdcr bearbeid kanworden!
Met deze proeven met lakbatiks voorbijgegaan en toen
kwam
zijn
vanzell'
de twee eerste jaren van mijn hierzijn
de oude wasbatik
om zijn
rechten vragen.
Voor het batikken met was stonden ons nu wel de Hollandsche ervaringen, nl. die van het Koloniaal Museum te Haarlem ten dienste. niaar toch leek het beler een eigen
weg
te
zoeken.
39
AMIiACHTS- KX XUVERHEIDSKISST Planliiarilijje
niaar oiis leek
kleuren
van vcel waarilo, wal klciirschoonlieid
zijn
nicer aktueel op uitsluiteiul cheniisch gebied
liet
verfslolTen tc vinden.
Wanneer men
vervaardiging van chemische
ziet,
verfstoffen
vcrkregen en steeds meer verbetei(l,dan plantaardige verlstoflen
le
belreft,
passeiide
cle
welk een eiiorme uitlMeiding de
lieet'l
verkregen, hoe elke kleur wordt
/.on liet
reaktionnair zijn
bij
de oude,
blijven staan.
Nil trot het, dat in Elberfeld
een reusachtige fabriek van chemische verf-
met duizenden werklieden en cenige honderd gestndeerde En deze was bereid ons tor iuilp te konicn en richtte in een cheniici werkt. del- lokalen een proefververij in, van alle noodige huipmiddelen voorzien zelt's slofl'en
die
is,
;
een droogkast ontbreekt
en chemikalien
ter
niet.
Tevens stelde deze
firnia
Bayer
&
C", vert'stofTen
beschikking en de hoot'dcn der at'deeling kaloendrnkkerij
hielpen ons met raad en daad.
Deze proeven zijn met goed resullaat l)ekroond. Als batikmateriaal wordt was zonder eenig toevoegsel gebruikt en in de groep der zwavelklenrstofTen (Kategenfarben) zijn de bruikbaarste verfstoffen gevonden. Deze zijn zeer echf en door geschikte menging zijn er mooie kleuren plantaardige gelijk slaan. Daarbij
voudiger
is!
Men vermengt de
verfstof
het even dooi- en als de verfstof
Het
is
ongeloollijk,
mee
te
maken,
is,
kan ze gebruikt vvorden.
wat deze verfstof verdragen kanl Onmiddelijk na het
afkleurt (blutet, zooals
koken,
Dat
in het water. niet
uithouden
spoedig
Ook
bij
men
hier eigenaardig zegt).
een uur lang in zeepwater en geen
zelfs
!
koken
staat
is
Naar in
met de
met zwavelznre natrium en soda, kookt
koud geworden
verven wordt de stof afgespoeld en zoolang met zeep gewasschen,
meer
die
komt, dat de toebereiding veel en veel een-
minimum
tot het niet
Dan kan
ze gerust
kleur vermengt zich
een paardemiddel, die zelfs de Javaansche batikkleuren niij bij
proeven gebleken
zeepwater
uit; alleen
is,
gaat de sogankleur zelfs zeer
de indigo
is
beter bestand.
met deze chemische kleuren een grootere kleurengamma
ter
beschikking en wel geel tot donkerbruin, blauw, groen en zwart, die vermengd
nieuwe nuances geven. Rood ontbreekt nog en wordt slechts duurzaam en mooi verkregen door het zoogen. Paraminitrit procede,
dat echter te
kostbaar door de ingewikkelde toepassing wordt.
Naast deze voordeelen hadden echter deze kategen-verfstoffen een groot nadeel.
Om
te verkrijgen was het noodig een sterk gecomprimaken, dat kwantitief zoo groot moest zijn, dat men de stof
diepe kleuren
meerd verfbad
te
gelijkmalig kon onderdompelen. Daarbij ging veel verfstof verloren en het verven van verschillende stukken,
die dezelfde kleur
ook
bij
moesten hebben,
deden zich zwarigheden voor; elke lap neemt een hoeveelheid kleurstof mede en daar per minuut geverfd moet worden, levert zelfs een meerdere verftijd van Hi) seconden verschil in kleur op.
40
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKVNST Maar ook
naduel
dit
is
overwonnen en de De geljaliktc
staan tegeiiwoordiit in zoete rust.
groote, kostl)are verfl)akken stnlTen l)lijveii
op do rameii
opgespannen en de verfstof
met
wordt
een spoils van auinnii
opgedragen. Dit
kend
!
gaat
Door
uitste-
weg-
het
vallenderverfbakken
wordt
verven
het
minder kostbaar en de verfstof besparing is
buitengewoon.
Ook door gespannen
het op-
verven
men
vermijdt
alie
wasbrenkcn, die
bij
menig ornament hinWil
doen.
derlijk
men wasbreuken
,
da n
wordt de stof op kleur geverfd,van het raam
afgenomen,gebroken en zwak nageverfd de wasbrenken
zijn
dan steeds ondergeschikt aan de hoofd-
kleur zonder te
te
:
Gebatikte perkainenten portefeiulle. tiesrhenk
del'
stad
Elberfeld aan den Duitschen Keizer.
spreken.
Met deze manier wordt in.
WILLY DEFFKE
sterk
l)ijv.
verkrijgt
men weer
geheel nieuwe efTekten.
doiikerl)ruin of olijfgroen geverfd; geen enkele breuk
Daarna wordt de was gebroken en met geelbruin
op de wit gebleven gedeelten
komt
De
stof
er
dan
of geel nageverfd, zoodat
teere wasi)reuken van geelbruin te voorsehijn
komen.
Ook met de zijn
natuurlijk
toepassing van dit wasbatikken zijn wij verder gegaan. Eerst
kussens en dergelijk k^eingoed gemaakt, maar
volgden grootere panneaux voor wandversiering. Deze, die
geweefd en gcl)orduurd werden, batikken
te
maken
zijn
snelier en haast even
De wandversiering voor
afgebeeld, kostte aan
iiet
tot
batikken en
het
verven
vijf
spoedig
mooi met
krematorium, slechts
a!
nog toe alleen
in
dagen
liet
deze
afl.
tijd
en
AMBACHTS- EN XIJVERHEIDSKCNST voor dcrgelijke
waiidvcrsieriiiijien
lu't
is
viui veel
belang, dal ze afneenibaar
en gewasscheii Uiiniien worden.
Een evcneens veelbelovend ti-ireiii biedt de viouwenklLeding aan en weiken we parallel met dc Javannscbe vrouwenkunst. Kleederen, die wascb- en liclileclit zijn en Icvens artistieke waarde hebben, die bebben veel liiornue
Ic
lang ontbroken.
Door het
snellere procede
is
mogelijk, die door de tcere lijnen steeds decent
kleederen naar de huidkleur
n
abstimnien
vormen, dat ze zich nauwkeurig
Om
»
een uitvoeriger versiering
blijft.
In kleur
kan men de
men zoo
en de versiering kan
de figuur aansluit.
bij
sncl een kleedingstuk te versieren
bebben we de wasbrenken
ler
hulp
genonien. Voor blouses bijv.wordt de gebeele slof met wasbrenken versierd en
daarop komen gebatikle strooken voor
mouwen
beweeg
en bals, die bet
der breuken afsluiten.
Voor
het eigenkleed der
vrouw
is
het batikken
hiermee van veel belang
geworden. Met de zeer vereenvoudigde verftechniek komt het binnen het bereik van vele artistieke vronwen, die nu slechts het tijdroovende en oogenter banner bescbikking hebben. Door de artistieke gewoon materiaal als katoen in waarde en kan met niet
vermoeiend borduren vermooiing wint
zell's
veel kosten een IVaai kleed
gemaakt worden.
Natuurlijk speelt het artistieke ook hierbij de groote
aanvoeren, dat nieisjes (lit
te
geen
tijd heeft.
Echter, als
vermorst wordt met schilderen, dan
men
blijkt het
Wei
zal
men
hoeveel
tijd
door
rol.
ziet.
alleszins mogelijk
op
eenig vrouwelijk gebied met meerderen ernst betere, bruikbare resultaten verkrijgen, die
kunnen
met recht
tot het «
Eigenkleid der Fran
»
in
heuschen zin
leiden.
EWerfehl. April,
42
men
ms.
J.
A.
LOEBER
Jr.
KUNSTBERICHTEN ONZE EIGEN CO RRESPO N D E NTEN) levendiger plan van schilderengekonien UIT AMSTERDAM a d en isvooral een Rozenstuk(de bloemen (VAN
veel
c
blank-
ARENSCHE KUNSTHANDEL > B. LAGUNA, B. SCHREGEL, V. BAUFFE
zilverig in het licht, ruini in de atmost'eer,
/-^^ De armoede aan
lichten doekl su|)erieur van vlotte, vierkanle.
le
beoordeelen tentoon-
stellingen
redig aan
is
recht eveii-
hunne
onl)e.
Slappe maanden van eeii slap jaar. NYant toch zeker kan geen der bovenstaande namen waard zijn oni veel klank le laiigrijkheid...
verschafFen, daar van
hun werk geen geluid
Laj/H/ia,
de figuur-in
liet
Larensch-biniieii-
huis-niaker zou k, als zoodanig,
liever oii-
besproken willen laten. De onmacht oni zich te verhefTen boven gewoon peil, hoewel de niacht oni voldoend peil te lialen aanweis,
maakt de
lust tot kensclielsing in dat
genie niet grooter... Het voldoendene bereikt hijdoorzijntecliiiische, sappige,vaardigheid,
dooidat
weel
te
liij
zijn, niet
sterke klenrwel nialsch
liouden, vender iloorzijn, wat anec-
van het figuur, een zeer wenschenswaardige eigenschap, waar voor zoovelen het figuur niet nieer is dan licht-
dolisclie typeering
vangend kleur- en vorm-voorwerp maar het onvoldoendene van bovengewoonheid koml wel allereerst doordat het veisufTende van het doodwerken en het esprilloos maken van goedgerenommeerde niarktsoort ;
dufheid over deze paneeltjes is. wat ik niet gaaine van enkele bloem-
als een lets
rijpe verfzetting
aan
de beste brave La-
al
rensche boerenbinnenhuizen.
Met Berimrd Scliregel is het bedcnkelijker, daar bier, waar gansch de vonken van vernutt niet afspatlen, geen voortreflijker
builen
stukken zou willen beweien.
Want waar
deze, klaarblijkend, zijn liefde
en zijn frissche verrukking kregen, en waar hij deze niet doodwerken kon in hun kort
poseeren, zijn deze bloemen ineens op een
werk
genre van-belichte-boerderij-
zijn
muurljes-onder-groen bewijzcn brengt dat
uit gaat.
zig
de fond blauw-goud, ver om hen been, de ruimte op den voorgrond breed, met een
nog wel een
onistandigheden,
zou kunnen zijn, terwijl waar de witle muurtjes geen
artiest
genre zelf, zon en de buitensfcer geen tinteling hecft, waar de hardheid kil en de zonnigheid koud dil
is,
geen getuigenis van geestesbewegen ver-
schafl.
Jammer
dat
ook
enkele landschappen,
genioedelijk en gevoelig, versuft zijn door
doodwerken. De Aquarellist
Viclor Baufj'e
maar waarlijk een Weissenbruch. Wat
is
een copie,
goede, van
vrij
er echter,
bij
J.
H.
zoovele
eigenschappen van een meester voor eigens zou blijven van zijn karakter is nu, met geen vergrootglas te bespeuren.
^•>
^ i^ ^^ {^
S*i C^ ^^•i &•* 2K»S
MEVROUW TERPSTRA-REERINKBIJ KUNSTHANDEL
C.
M.
D1-:N
VAN GOGH A*.
Het werk van Mevr. Terpstra, bemiiinelijk gevoelige kleine slemminkjes, is van
in zijn
een lechniek, die op
oogenblik
kan
't
eerste gezicht een
bekoren,
bij
naiiere
be-
schouwing toch niet meevalt. De kunde is de grond voor de weergave
43
-
KLXSTBKRICHTES
LIT
AMSTERDAM —
werk van van grijze van groenljes en fijnheid over plasjes, blauwtjes en witjcs leer gemaakt. Maar waar ilil werk blljkt geeft
Hcl gcvocl
gcvocl.
liet
in
l
tieze scliiltleres is in het zilverige
wenl
AMWERPEX
UIT
— eerstgenoemde reden van
en
den verlolkt.
ven mecslers. en
van wclensclia|) der dingcn en lum
iiecht stakelsel
De bouw karakter waren niet zoo zeer de voordaclite
onlbreekl.
begrippen
bij
van
hel onlslaan
dat zijn aardiglieid hceft in het, glaceeren,
glad
(lit
werk,
met shjpen
en vcrfijnen
niakeii
van,
aangevuld,
beschouwen van
gevoeligheid er voor opwekl.
dit,
museum
le
de overvloed
gros,
der
boetseerende gemeente
is
vereeni-
schilderende
en
daarniee niet veel
gebaat. Deze heeft tentoonstellingen noodig
de
«
Driejaarlijksche
waar eenieder
»,
met een of lioostgens twee werken toegelaten wordt — waar tombola, stadsen staatsbestuur over tienduizenden beschikken voor aankoopen waar eenieder, die met genoegzame hardnekkighcid inzendt, ;
;
weten omtrent
bijna zeker
is
koopen, en
in ieder geval oni zijn
catalogus
daarvan, ook een ontbreken van eigen kijk
zien.
op sonimig werk en hadden, bijvoorbeehl, de portretten, een kasteelschilderij, en zoo meer, achterwege nioelen bhjven, daar zij
duceeren
het onlbreken van het
heel
met jongere elementen
een soort
tot
de vele karakter aanduidende trekken, die de dingen liebben nioeten, komt, als gevolg
Bij
is
werk van
waar ieder ontwikkeld niensch genotvolle uren kan slijten. Maar de massa, het
als
belet een diepcr
het
;
gen,
slechts
zoo goed bedoelde werk een waardeering die het eerste zieii van de oiimiskenbarc
voor-
een klein aantal beroemde of reeds geslor-
gegevcns.
En zoo
bestaan
oni een keuze te doen uil het
opzichzelf iceds niet sicrkc of belangrijke
dit
tot
Beide opvaltingen hebben zeker evenveel recht
mooi
Daar hel
vooral
deel en profijt van de kunstenaars zelven.
wal gezegtl moest worden, daar bewijst liel (evens dat liet ondergane niet kon woris
genot en leeiing van het
ijigcriclit tot
publick,
oni ten slotte toch
en
kan,
toch
—
«
en
leven
de
ver-
naam
gedrukt
dagblad-artikels
Men moet
iels te
in te
eer nien pro-
»
Driejaarlijksche
tentoonslellingen voorzien dan ook in een
schilderen in witle l)Ioenien tegen Jichten
leveiisbehoefle van onze hedendaagsche kunstenaars. Dat ze ons echter veel leeren en veel te genieten geveii, kunnen we niet zeggen.
fond een bedeakehjke onkunde tentoonstel-
Men
gekomen zijn tot een bier raison-d'elre hebben, waar ook pogingen van lieel modern niet
len.
Beter
is
dan een oud zwaar cenden-
zeer wezenlijke
kijkt er in, als in
wanneer men
dit
stiiieven en, van gevoeligheid, een onvoltooid
het u paars en groen
bakerkindje.
snakt
Maar het beminnelijk gevoelige en het wel aparte van haar werk blijft te waar-
Mag men,
deeren.
bij allc oiiniaclil.
{>)NKAr) KlKKEKT.
*^' *^; ^'^
OG
'•'5^
UIT
'•'^
^'^ ^"^ 5«S '•^ '•^''•^
ANTWERPEN
dd
men naar de zelfs
TOT
AANMOEDIGING VAN SCHOONK ICUNS-
^ DHIKJAAHLIJK-
ri:N
SClil-:
TKNTOONSTEL-
LINGMei-Juxi 1908 yC^. Het
vcrsclul
als deze, en
tusschen
b. v., ligl hierin,
een lentoonstelling
Kunst van Heden » dat laalstgenoemde vooral
een als van
«
voor de oogen, en frissche
buiteiilucht.
van een arm/alig criticus
hij voor het werk van ruim vierhonderd kunstenaars, dat hem als een bonte staalkaart wordt voorgehouden,
verlangen, dat
telkens een juist en afdoend oorileel gereed
heeft? Dat gaat de menschclijke kracht
te
boven, en bovendien, wal zou de lezer aan die wijsheid
MAATSCHAPPU
ON.
een kale'idoscoop, en
wat lang volhoudt, wordt
hebben?
Wij vergenoegen er ons mee, de orde van
den
catalogus
volgend,
cnkele
geluk aangeteekende werken
te
op goed
vernielden
:
Rookeudc sloonischepen van Maurils Blieck een Leysachlig gezicht in de St Jacobskerk van Theod. Cleynhens (het Godshiiis van denzelfden schilder bevalt ons minder) de bekende Schiedam^che urouivljes van Courtens twee eigenaardige maar wat droge :
;
;
KUNSTBERICHTEN— UIT ANTWERPEN - UIT BRUSSEL ^•5 ^^^9> ^9, Sfi ^9> ^9i ^9i ^!^'-^
landschapjes van Valerius de Saecieleer, ecu Westvlaming; ecu fliiik geborstekie Parisienne van Jan
Gouweloos
een helderen
;
van A. J. Heymans; een Pensverkoopsler\a» den Gentenaar Jos. Horenbant, waarvan de doorschijnende lichtwerking te Matiniiticht
prijzen
wat
we
en die
is,
vage
verkiezen boven zijn
laniplichttooneel
groole koe iMkldag) van Luyten
UIT BRUSSEL odd
1908)
yc»-
mooie
een
;
D D D
LENTE-TENTOONSTELLING iXVM' EXPOSITIE DER KONINKLIJKE MAATSCHAPPTJ VOOR SCHOONE KUNSTEN, 2 MEI-14 JUNI
een paar breed-geborstelde studies van een jongere
ons
geen
ingericht
en
lu-riiineren
;
;
beler
:
mooier salon dan deze Icnie-tentoonstelling, de
John Micliaux een sappig stilleven [Slokrozenl van Mej. Alice Ronner een goeden Lentemorgen van Henry Rul een grool, ;
;
viji'tiende
;
de ver
die
Edm. Verslraeten.
eeniging voor Schoone
Society of American Painters, die bloc» was uilgenoodigd, gaf niet veel bijzonders te kijk, en vooral ontbrak bier
vleugel van het Paleis van den Cinqtianle-
luchtig lierkenhoscli van
Kunsten
De Paris
"611
wat men wachten stof
om
toe
mee
in
de eerste plaats had mogen ver-
den rechter-
We mogen er de inmee wenschen en vooral den
naire had uitgestald. richters geluk
Uitstekeiide
beer Jan de Mot,sekrefarisder maalschappij,
heele S/i;f/;o-nummers tot vervelens
die bij deze gelegenheid blijk heeft gegeven
:
te
oorspronkelijkheid.
—
vullen,
maar
bijna geen enkel
vverk met eenig persoonlijk karakler
een portrel van Max uit bet
in
Bohm
viel
;
alleen
een beetje
banale.
In de afdeeling beeldliouwkunst was, bui-
van evenveel
ijver als
goeden smaak. Het
was ditmaal inderdaad een
salon en geen kermis of pakhuis of automobielen-barak. Er was geen overlading en de stukken hingen niet te dicht op een. In het geheel
de
een goeie vijfhondei-d werken, zorgvuldig
een ander fragment
gekeurd, geschift, en op hun voordeeligst
van Rodin (deze kunstenaar heeft een zwak voor fraymenleni en de reeds in « Kunst van
ricltel en ver genoeg van elkaar gehangen, dat de een niet door zijn buurman gehinderd werd.
ten
eeii
fragment
Heden
»
•,
tentoongestelde
Huygelen,
Over
Lambeaux
van
« Menschelijke drilten
"t
uit
van
fries
Frans
niet veel te noteeren.
was
algenieen
salon
dit
niet
lawaaierig, niet overvuld, niet zoo indigest als
naar gewoonte,
— negatieve kvvaliteiten,
zoo men wil, maar die er dan droegen om een verblijf in
veraangenamen, en deze inrichling
te
om
tocli toe bij-
dit
milieu
zwartgalligen
te
met
hun van harte
—
en wanneer ze dan veel gewerkt zullen bebben, hopen we hun
werk nog eens weer meer overzichtelijke
te
onlmoelen op een
tentoonslelling,
Een der hoofd-elementen voor het slagen van deze expositie lag in een vereeniging van werken van Jozef Stevens, een goeie vijflien jaar geleilen
gestorven en die onge-
veereen derlig stukken heel't omvat, d. w. z. een aanmerkelijk deel van het werk van den grooten
kunstenaar, waaronder
zich
het
meeste zijner besle scheppingen
verzoenen...
We liopen tiat ook deze tentoonslelling aan haar duel zal beantwoord bebben — en vele schilders en beeldhouwers hunne werken zullen kwijtgeraakt zijn. We gunnen hel
vertoond, alle aan den
waar
Sederl Fyt,
Snijtiers
bevond. en Jordaens, had de
Vlaamsche Kunst geen dierscbilder van die kracht gekend en men mag zelfs beweren bij zijn beroemde voorgangers aan zielontleedkundige gaven overtrof. Ja zeker, de gaven van een ziel en niet enkel van een simpelen dierenkenner of verteller van een
dat
—
beesten verhaaltje, want indien
om
we
al
ge-
bet dan voor ons plezier evenzeer als voor
neigd waren
het hunne vereenigd zal
ontzeggen, waarop de menschen zich zoo
zijn.
B.
aan de honden die
ziel
te
verheflen, zouden de stukken van Jozef Stevens daar zijn om ons zegevierend te bewijzen, dat « les bons toutous » ons in fier
45
KL'SSTBERICHTEN —
BRUSSEL
waarde niinslens evenaarden, zoo <>ediclit van trouw
zeiiclijkc
nicl
I'lT
ovcrtrelTcn.Wclk een
om
in
dit
tijdschrift
nummers van
een der eerstvolgende
bizondere studie aan
een
weerons
wijden, laten
voor-
en Iccderlieid
Stobbaerls
Rounan, dal ons zes rampzalige treklionden
nog toe bepalen om van de bewondering te gewagen, die het prachtig geheel der in het Lentesalon geexposeerde werken heefl opgcwekt, nog vollediger dan de inzending,
is die/Zonrf van den Geimngene. welk ceil nioed, welk een resignalie, wclk een sloicisme in een Hondenhaanlje, dat meesterstuk in het bczit van hot Museum te
toont voor een overladen kar gcspannen,
met de long uit den bek, neergevallen zijn of op 'I punt om neer te
die
uilgeput,
vallen. niet in staat
sleepen.
om
zicli
vender voort
nergens ooit
Ik lieb
te
aangrij-
iets
penders gezien! In een beroenid geworden stuk
Baudelaire terecht zijn vricnd
heefl
Stevens geluk gewcnschl dat
honden had bezongen: fei-ence,
les
hij
mede de
les cliiens et
de pre-
marchand de
sable
et
les
comme
associes
de moules,
les
pru-
ceux qui ont dit a riiomme abandonne, avec des j'eux clignoa Prends-moi avec toi et tanls et spiriluels de Mos deux miseres nous ferons peut-etre une espece de boiiheur » I'aveugle,
:
!
Alles
is
reeds gczegd aangaande het krach-
sappigc werk van Jozef Stevens, als
tige,
zuiver sehilder op zijn minst de gelijke van zijn
broeder Alfred, den gescliiedschrijver
der elegante
mondaines van het tweede
Keizerrijk en dan begrijpt
men
Jozef schreef: «Moijesuis de niais
toi,
Joseph,
Jordaens, lu es de
avec ta
Fyt.
dat deze aan
mon
temps, Snyders et
race... Ainsi tu es
de
temps » Hij ook is wel iiulerdaad van zijn ras en op krachl daarvan is het zekcr dal hij alle mogelijke modes, weikwijzen, systemen en tous
les
wel zeggen dat Stevens
van
Slobbaerts de eer
salon met
dit
De Brusselaar en de
elkaar hebben gedeeld.
.Antwcrpenaar
van
wegen
wederkeerig
tegen
beide schilders, beide even
elkander op,
groole technici, de een als de ander even
gewetensvolle en gevoelige opmerkers,
mag
men
gelegd, die hen lot den rang der innigsle en
les
de
zelfs
Kttnst
du
saltimbanque, nellcs
We mogen en
in
aides du gagne-pelit, du
que chacun ecarte pouilleux;
et
die we reeds te Antwerpen Heden hadden bewonderd.
hun vertolking van eenvoudige dieren een mate van diepziiinige waarncming aan den dag hebben
chiens calamiteux, Ics chiens
crolles, cenx-li
pestiferes
u
te
als
!
cosmopolite
zelfs
nicest
beweren dat beide
bij
ontroerende portretschilders verheft.
Een andere veieraan der Vlaamsche schilderkunst, Kugcen Smits, was op deze lentoonslcllingnieleenige zijner posities
beroemdecom-
verlegenwoordigd GelukenOngeluk-, :
Susanna en deOndeiiingen, een Xapolitaansch Hnis, Oorlogsroem en een repliek in walerverf van de (iroenmarkl uit het Brusselsch Museum, alle werken gemerkt met een cacliet van eleganlie,be\'alligheid,plaslischeschoon heid, palricische verfijning en kwijnende arislocralie, die van dezen meester een welkonie verschijning hebben gemaakt in het vaak wal brute, volbloedige matcrieele koor onzer kleuren-borslelaars. Camille Lemonnier heefl zoo terecht van hem gezegd « C'est le reve de la vie qu'il exprima :
avec des
comme
harmonies
donees
des cuivres loinlains
el ;
ardentes
ses oeuvres
invloeden zal overleven, die andere, niet minder groote dierschilder van
lienncnl d'une sorle d'etat d'ame silencieux
wien de lentc-leutoonstelling een derliglal doeken vereenigd had Jan Slobbaerts. Kvenals Jozef Stevens telt deze eerbiedwaardige Antwerpsche nieesler tot de
temps
:
groolste van Helgie en bijgevolg van alle landen. Hij ook verlegenwoordigl de stoere kracht van ons volk, een onberispelijke
lechniek, een superb temperament, gepaard
aan een hooge, edele bewuslheid van zijn roeping als kunstenaar. We slellen ons voor
46
et
le
nostalgique. il
fut
De tous
les peintres
de son
pent ctre celui qui syniphonisa
plus expressivement la figure. Ses fenimes
out un charme musical,
s'il
se peutdire. qui
penseri des harpes finement bruisantes. suscite une impression de magnificence
fait II
Iranquille, de noble clarte apaisce et d'aspi-
ration au crepuscule
Jacob Smits lentoon, die
gezien
had,
>.
stelde
een
waar
ze
werken Antwerpen
tiental
men ook onlangs
te
een diepen indruk
KUNSTBERICHTEN liehben nagclaten. Te Brussel
uilwci-
is luiii
minder geweest. On:e
kiiig niet
Kitnsl geet't
analyse van deze ontroereiide
elders een
sclieppingen
I)e Jiidaskiis
:
van de Kempen.
en
Siiniboot
liet
dezen godsdiensligen en
Bij
aandachl op
zicli
—
gevestigd.
loopen
om
een der
oorspronkelijkstc en
aanlrekkelijksle koloristen
op een wijze weten
peintuur tegelijk innig,
ons toont
hij
die geheel
hier
is
gevuld. Zoo verleent een laiidschap, in het
aan een een-
lieer Delloye, lieide
de bonding en de
beteekenis van een loteling, die zich verzet,
van een strooper, van den een of anderen
wet stannden vogelvrij verklaarde. Maar buitengewoner nog is wellicht het landscbap in t bezit van den beer de Jongb. Opvalting, wijze van uitvoering de
buiter.
overstelpend.
zijii
Dit landscbap
naamd
niet luminist en
is
niet impressionist, betgeen
beletlen zon
om
boege-
me
niet
mogelijke min of meer
alle
vergulde improvisaties van Franscben, Navarezen en zelfs een aaiital Belgen
te geven voor dit patbeliscbe, ware of lievcr beter dan ware, omdat bet is syntbeliscb zinne-
beeldige stuk, omdat bet niet nit een impressie
maar
gevloeid
is,
uit
een duurzame aaiidoening
— uit een lang aangehouden, lang
natrillenden zielestaat;
omdat
bet bet uit-
van een innige gemeenschap tusseben dezen uithoek van bet Kempiscbe land en van den dicbter-scbilder, die bet heeft bescbouwd en tot in de diepste boeken doorwoeld beeft. Er is bier geen sprake van vloeisel
een
is
gril,
meer
maar van een gedacbte,
loslaat.
duisterde
en
die
antithese van wit en zwart
wit
»
«
bemel als een Biluum en lood-
zouden onze regenboogscbilders ver-
achterlijk zeggen
noodig geweest le
die niet
Die zwarte, door nevel ver-
bulten
!
En tocb
om
brengen. En des
te
is
er niets
meer
een meesterstuk voort erger voor de anderen
is onder le brengen en zich builen de reien beweegt James Ensor heeft ook voor goed de
als bij niet bij
lacbend, vroolijk,
zonder behulp van onderwerp of verbaaltje. Zoo wordt de titel Dame en detresse, volstrekt niet door bet onderwerp zelf, de een of andeie stervelinge, die lang uit 0|) baaibed ligl, gerechtvaardigd, maar wel door de
past.
eenvondig,
meer schildeiachtig decor, maar
van den
verbinden dat bun
Kr
een
van een ziel, niinstens even innig en met evenveel fludium als die der peinzende en een weinig visionaire hindbewoncrs bezit
te
tragisch of nil zich zelf sinister doet zijn,
sprake van
zamen molen op de
begroeten, een
de landstreek, zooals
de inboorlingen
bij
niet
of
niin
is
te
dier zeldzanie kleurenscliilders, die de tonen
evenaart de landscliapschilder den
Wat
Men verbaast
zich zelfs dat er zoovele jaren moesten ver-
gevoeligen vertolker der Antwerpsche lieide, figniist.
UIT BRUSSEL
een zekere orde
!
—
bewegende
kleur, de beteekenis, de betoo-
vering der tonen. Ensor was er ook met uitstekende portretlen, zijn eigen, van zijn
moeder en van een dame met een blauvven sjaal.
De Versieringskunst vierde (Constant
Montald
in zijn
trioml'en
met
composilic Onder
den heiliyen lioom, met naakle of gedra-
peerde figuren,
even edel van lijren, wezens van een ideale schoonbeid, die den ritus van een droomen-godsdienst plegen. De drie paneelen van Ciamberlani vroegen eveneens onze aandachl om bun fraaie schikking en rylhmische verboudingen. De Begeeslerinij, deco-
bonding en
alle
gelaai,
ratief paneel van Fabry, beveelt zich aan door al de goede hoedanigheden die elk der scbcppingen van dezen eerlijken en edelen kunstenaar eigen zijn. Van de zij
verder nog Charles Michel, Albert Finot,
Georges Morren en de vreemden .Jacques Blanche, John Lavery, Ch. Shaw, G. Sauteien Auguste Renoir. De Baadsler van dezen laatste was veel mooier dan een NaakI van -Maurits Wagemans, even vulgeer van vor-
men
en gezicht als van gebaar en compositie.
De Engelscbman
is
echter zoo overvloedig
47
KiSSTBERiariHS op
(ie
-
vnn
Iciilooiistelling
LIT BlUSSEL
Kiiiisl luin
Heden
vcrtcf-cnwooriligd gcweest, dal ik niij liier onllioud 0111 zijn venliensle uit le doen scliijiicn. lU
bep:ial er niij eiikel toe
zcggCM dat
zijn
vollediger en
om
iiizending te Bnissel
verscheidcn
iiieer
te
nog
was, ze
loondc al de zijdcn van ecu tegelijk scliittercnd, teeder en kraclilig talent, dat zich met hetzelfde meesterscliap op elk gebied dcr schilderkunst bewccgl van af
licl
landscliap
van figuur niocten
oiize scliilders
we
verder nog Victor
die
zich
Hageman
noenien,
maakt van hot
specialiteit
een
docn vcrslinden door bet licht, hem veeleer de voorwerpen, die
hel
indrinken,
werpen
tc
licht
scliolen.
(loende.
Hel
We
Van de
Anlwerpsche haven. De Avond
schilders,
van Leon Frederic, brave burgermenschjes om de avondmaalslafel, onder de huiselijke lamp, schielen le veel te kort in slijl en accent, zijn
le
veel
gras bijeengevoegd,
le
is
immrschijidijk en dat
hebben nu genoeg van
vol-
is
fysika,
maar zoo te hooi en om als onderwerp
reclit als
is
de gooclielaar.
der landschap- en sleden-
zijde
Breilner de kracblige, schilder-
achtige Hollander, het meesl gevierd.
Hij
te
op bewonderenswaardige wijs parlij, vooral van de vverven van in af braak zijnde huizen. Niet dat hij er de aangrijpende
te
poesie,
het droeve,
konien,
hij
dienen van zulk een geduldig uilgevoerd en
Eugeen Laermans, wiens
belangrijk stuk.
uit
!
vaiiRussisclic landverliuizers en uitlandsche zeelui in de
weer
!
even veel
liet
bet
welenschap Dal de naluur zich tevreden stelle met fenomenen, de kunst heeft mirakelen van doen En de wonderdoener hcefl
typeeren en ons verlelleii
besle allooi in
om
ademen, in brandende kleuren, als van den zonsondergang of van den dageraad. « Dal is valsch, zoo is het niet in de naluur » zullen de woesl geworden slippelaars en al-verlichlers roepen. Dat kan mij weinig
niathemalika en alle zoogezegdeafgetrokken
tot aaii liet portrel.
Ondcr
zijn hel bij
trckt
wreede van
uit
doet
geeft er enkel het kleuren-war-
moes van weer,
bet trapsgevvijs
vermin-
Heldere Moryeii, veeleer op een verbleeklen
dcren, de harmoniense schakeeringen, de
Herman
onverwachle lijnen en kronkellijnen, waarin bet gewriemel en gewroet van de werklui met hun oude bullen en lompen zoo sappig samenstemt met het palina van hel puin. En het is mij eenvreugd geweest om eindelijk een goeden schilder te zien, die parlij wist te trckken van dergelijke schouwspelen, die
wit
of
avond
verschoten
Courlens, die
lijkt,
in zijn Pniiteii
en Traye
ttreii
een belangrijke individualiteit als kolorist en inlimist ontliull, eindelijk Albert Cels,
een iiieuwe, die enkele goede porlretlen had tcntoongesleld. Ycrgeten we vooral niet de Porlretlen van tair
sink,
Max
Stevens, een
documen-
dat enkele oiizer belangrijkste
zicli
zoo uilslekend aanpassen aan de grillen
arlislieke en letlerkundige iiersoonlijkheden
en combinaties van een palet, dal
Iwan Gilkin, Maurice des Ombiaux, Dumont-Wilden, Glesener, Hendrik
zanie tonen en aan een
van Zype.
bood en dat geen van het legioen oiizer doekbekladdersook maar heeft getracht om eenige dezer looneelen van grandiose alluur vast le leggen Zijn ze ook zelfs maar in slaat om er hel oorspronkelijke van le zien? Indicn men de versiering van de kleur aan de bevveging der werklieden paarde, welke suggestieve en aangrijpende bladcii zou men dan niet nalaten aan de nakomelingschap
oinvat, Albert Giraud,
Ken geheele zaal was met een goeie twintig slukken ingenomen door Alfred Verhaeren, als zoovele getuigen van zijn kraclilig
en prachlig talent. Lanilschappen,
levens,
vooral
van oude hoeven, maar Binnenhuizen als kleinoodienvlumniend van rijke kleur.
lioekjes zijn
schrijnen,
Verhaeren schijnl loste
Slil-
te
schilderen met opge-
robijnen, sniaragden en safieren. Hij
aanbidl
alle open, schreven kleur. Hij
vrije
en
zuiver om-
een
bij
uilstek plas-
is
kunstenaar, de volmaakte tegenvoeler dtr Iniprcssiunisten. In plaats van de voorliscli
archilecluur belust
is.
stift
o])
zeld-
dat op vluchtige
En dan
te
dcnken dat
Brussel in dit opzicht zooveel hulpmiddelen
!
1
In
dit
ojizicht
verdient
de
Brusselsche
Colniant een woord van lof, die bij het voorstcllen van zijn Vlaamschc aurdiverkers hun kleeding en ath-
kunstenaar Prosper
lelen
houding zoo uilslekend hecfl doen
uit-
KUNSTBERICHTES — LIT BRUSSEL komen
ecu
;
die zal
studie
wellicht eer dan een
maar een uitstekende
schilderij,
sludie en
den lusl lot vele oorspronkelijke werken opwekken.
De eigenlijk gezegde landschapschilders waren zooals overal overvloedig vertegenwoordigd. Taelemans is nooit gelukkiger, nooit voUediger geweest dan in zijn drie wintermaanden in Brabanl, November, December en Jamiari, uitslekend van
lecliniek,
die een lieel diep gevoelde, heel ontroerde te beter deden gelden. Maurits met twee kraclitige evocaties aan Lamlingsonze groole koopmanshavens plaals en de Theems, waartoe zijn krachtig
kunst des Blieck,
:
en rijk palet de lieerlijkste kleuiscliakeeiin-
gen
gevonden, diskrete lozen,
lieeft
liiilen
van berusting en lioop in legenstelling met liet spelen van roetkleurigc bruincn. Paul Malthieu had drie stukken tentoongesteld, alle in verschillenden toonaard en alio bekoorlijk. Noenien we dan verder nog Emiel Glaus, Marcette, Coppens, Julius Merckaert,
Baseleer en under de vreemden Grosvenor
Thomas.
pp t stuk der beeldhouwkunst niets nieuws, behalve wellicht de diersludies van Rembrandt
Bugatti.
Georges Eekhoud.
D D
UIT
ROTTERDAM OTTER AM SCHE 1)
KUXSTKRIXG ;? TENTOOXSTELLIXG VAX WERK VAX G. W. DYSSELHOF > (19 April17 Mei) yH-^^ is
in
genre
zijn te
suort
volmaakt.
Dil
werk
Men moge
het
speciaal vinden, des schilders kijk
te zeer begrensd door de wanden van het aquarium, maar hij had zich dan ook de kleur, het lichl, den toon, bijna had ik gezegd, de almosfeer van dit fantaslische
maken wat wel onmogewas zonder beperking. Hier moest toch een illusle bereikt worden, die aan liet technisch kunnen hooge eischen slell, het glanwaterrijk eigen te
;
lijk
zig-geschubd gedierle met beweeglijkheid
als
«
zijn
mobile
weinig-gelede
in
mobili » ge-
— LIT ROTTERDAM
geven worden, de stof gedeeltelijk van zijn taslbaarheid en hardhcid ontdaan, de kleuren met een metallieken glans overlogen en het aldus met de betoovering van het water
omgevene
tot een geheel van decoratieve schoonheid opgevoerd. Om dil alles te verkrijgen moest de schilder als het ware ver-
zinken
in de wonderwereld, die in de wateren onder de aarde is. Dat is hem gelukt. Men zie den geweldigen vooruilgang van de Haringen van 1901 (in het bezit van den Heer D. Croll te Rotterdam), dat wel van een zekere decoralieve
deftigheid,
van
maar
illusie is, tot
troebel van kleur en
zwak
een zoo glanzend, water-
i.n° 8), waar de weeldig-gladde luxe-visschen hun oranje-
klaar ding als Goudvisschen
gouden lijven licht glijdend door het hel goudgroen der waterplanten slureu, tot Zeewier X" 33) met het fijne zilveren vischje, volligeerend naar het invallend bovenlicht
een dartele zeemeermin,
tot Poonen in Anemonenrijk (Xo 35), als een vlucht bontgevlerkte wezens, boven het wonderzwerk eener andere plaiieet. In een wereld, waarin de rotsen week als wolUen zijn, waar het licht in kwikzilver-bellen omlaag parell, waar vleezig-blanke en roode bloemen in gaarden bloeien,gaan de visschen in scholen op avontuur uit, wel-gericht als een vloot in slagorde. Roovers die ze zijn, de diepmuiligen met hun wezenloos-happende lippen en starend-felle oogen, hebben ze in hun gladde gesmijdigheid, in luin lenige bcweging icts van het ideale, als gingen ze op ontdekkiug naar wonder wat. Op hel zaiid omlaag liggen traag de gedrochtelijke donderpadden met hun nurksche gezichlen, loenzen met hun turkooisblauwe oogen omhoog naar de statig-zeilende school, als in ontevredene mokkende verwondering. De dwcrgen, de Alberiks van de walerwereld, liggen ze met dalzelfde zwijgend-ironische leedvermaak te kijken naar de van rotsen omgeven arena, waarin twee geweldig-gewapende langousten in hun goud-bronzen rusting aangekrauweld komen om elkander te bevechten, twee grimmige kluizenaarskoningen, die elk het rijk voor zich allccn wenschen. Met zulk een aandachl en liel'de zijn de physieke eigenschappen van al deze
als
het
49
KUSSTBERICHTEX zomlcrlingc wczens loegeriisl schijncn
gcven
UIT
l)cslu(lccr
ROTTERDAM
dal ze bijna
mcl mensclielijke kaiak-
tcr-cijicnschappcn, nisclie onigezct.
het
in
Van
(iierlijk-dcmo-
die nauwf
twaalf krijUeekcningcn met
(ie
uit-
vocrigc kleurnolitics eon goed denkbeeld een intcrcssanl kijkje in de « fabriek » van
;
den kuiistenaar. Minder voldaan wordl men door de beide kanierscliullen met niotieveii van parelboendersenapen. Hierdringt zichde vergelijking met gelijksoortig Japanscb werk oinvillekcurig op, niet in het voordeel van den Wcst-
Europceschen knnslcnaar, — wat trouwens verwonderen is. Zijn decoralief talent scliiet bier beslisl tc kort, de stof is niet vlak genoeg en legclijkerlijd weer niet ruimtelijk genoeg beliandeld. Kris geen evenwichl en daaronigeen rust. I)it ligt builen Dysselbofs terrein. Op zijn eigen is bij oni zoo te zeggen niet Ie
kleinsteedscli.
Men
kent elkander zoo van
huis lot huis, zoo goed, eigenlijk te goed.
Het
is
alles zoo'n beetje miniaUiur.
Hahn
onlsnapl ook
Daaraan
niet, al origineci, geestig
en krachtig teekenaar,
die bij
is.
Wanneer
van « Voor de Kunst » die mini vijftig teekeningen bij elkander ziet hangen, wat lijkt dat dan alles gemoedelijk Het is veeleer oolijk dan hoonend bij zet zijn tegenstanders wat aardig in het zonnelje, maar maakt ze niet af met het doode-
men
in liet zaaltje
1
;
lijk
wapen van grimmigen spot. zij verre van mij, Hahn daarvan een
Het
persooiilijken grief te
omslandigheden,
maken. In de gegeven zoo goed als liij zijn
is bij
kan. Een politiek teekenaar
is
een journalist,
zoodanig dus direct-afhankelijker dan een aiidcr kunstenaar van politieke en maatscbappelijke omslandigheden. Zijn beste werk dateert uit den tijd van als
bet Kuyper-regime, toen de politieke strijd zoo sterk door het anti-clericalisme gekruid
inipeccabel.
was. Zijn Kuyper-karikaluren [Abraham de
vooh de kunst » > tentooxsti-:lling van spotprenten DOOR ALBERT HAHN X30 Mei-14 Jlni) vf-hkeniginc.
-y Het
is
«
naluurlijlc
geen toeval, dat de
de Trinmphator, Onlruinv,
Geweldige,
album
sociaal-deniocratie de eenige ])olitieke parlij
niet overtroffen.
Nederland is, die een karikatuur-teekenaar heeft aan te wijzen, die niet beneden de niaat bHjft. Want de karikatuur is niet
Rembrandt
in
maar een
luiniighciiije,
lieden aan
een grapje,
cm
de
nog minder een schoohiieesterlijke, hoogwijze afkeuring van moreele en maalscliappebjke conlrabande fbet genre-Hraakensiek) wanbet
^riiniiken tc brengen,
;
neer ze niet
uit
bittere
ergernis, baat en
toorn geboren wordt, beelt ze geen reden
Wie «tout pour Ie mieux dans Ie meilleur des mondes » vindt, kan zicli aan een goede, giftige karikatuur
en kraclit van bestaan.
wanneer ze actueel is. Zoo kan ze slechts bestaan en gcgouteerd worden in een milieu van maatscliappelijk
sleciits ergeren, altijd,
onlevredenen. Daarom de teekenaar van den
is
ten onzent
Hahn,
« Notenkraker », de aan de elemcntaire cischen, die men den karikaturist stcllen mag.
eenige,
die
voidoet
Maar de vcrboudingcn klein
30
liier te lande zijn en bet polilieke levcn heeft er iets
De-
Onder zwart Regime » heeft bij, te oordeelen naar wat op deze tentoonstelling aanwezig was, sindsdien nog masqiiei, zijn
Uit
traties
de
kostelijke
waren
»
«
serie
»
Het Land van
slechts een paar illus-
aanwezig, terwijl zijn navrante on-
derwerpen
tot
schade voor de volledigbeid
bijna geheel ontbraken.
KUNSTZAAL KLEVKAMP
/i.^- De firma Kleykamp, bekend door haar import van Japansche en Chineesche Kunstvoorlbrengselen, bceft sinds een paarmaanden een permanent ex])osilie-zaaltje aan den Zuidblaak geopend, waar behalve oostersche zaken ook inbecmsche kunstnijverheid
Wed.
C. G.
tentoongesleld zal
treden
als
worden
;
zij
zal n.l. op-
vertegenwoordigsler van
het
Amsterdam. Reeds zijn er, behalve kakimono's en Japanscb snijwerk en Oostersche tapijlen, meubelen en gebruiksvoorwerpen te zien geweest, uitgevoerd naar ontwerpen van H. P. Rerlage en Biimenhiiis te
van den Bosch, een tentoonstelling, die door den Ilccr Van den Bosch met een
Jac.
BOEKEN causeiie over de groiuislagen van het mo-
en
derne kunslhaiuhverk geopend is. Het is weiliclil met liet oog op de voor deze liunstbericliten beschikbare ruiinte minder gewensclit, deze kleiiie snel oi)ecnvolgende tentoonstellingen steeds afzondcr-
voortreirelijke
lijd te
besprekeii, niaar het merkwaardigste
van tijd tot reerd wordcn.
zal
deze rubriek genienio-
tijd in
H. J.
we aarzelen
iDeel
Ii
ct
om
niet
TIJDSCHIilFrEN het, naast Michaelis'
bewerking
Omihcid
der
het beste der reeks te noenien. Het
was misschien ook
het moeielijkste, hier
gebrek aan documenten, maar juist andersom, door den overstelpcnden rijkdom niet bij
der
stof. Deze sticht zich uit van het optreden van Niccolo Pisano tot na den bloeitijd der Venetiaaiische kunst. Er behoort een
meeslerhaiid om blimcTi de Ijeperkle ^^^^^^^^'^^'^^^'^^'^ ruimte van een driehonilerdtal bladzijdcn BOEKEN & TIJDSCHRIFTEN — tekstcliche's niedegeteld — een eenigstoe,
HA\I)I?UCI1 DER KUXSTGKSCHICHTE VON ANTON SPRINGER > III DIE RENAISSANCE IN ITALIEN > ACHTE AUFLAGE, HEARBEITET VON ADOLF PHILIPFI > MIT 332 ABBILDUNGEN IM TEXT UNI) 20 FARBENDRUCKTAFELN > LEIPZIG, VERLAG VON E. A. SEEMANN ^ PREIS, GEB.
:
MK. 8.- yC». ET
merkwaardig hoe,
is
naast
de Kunstgeschie-
deiiissen
van grooteren
omvang,
en
kleineren
die
met den dag talrij— de oude
ker worden (I
plaats weet
te
Springer)) steeds zijn
handliaven, en de wereld
met nieuwe oplagen komt verrassen. Wei een bewijs voor de deugdelijkheid van dit standaardwerk — evenzeer als voor de intelligente zorg van den uitgever, die het den tijd niet geeft van te « verouderen, » maar het met iedere opiage weer in een nieuw kleed steekt. In zijn tegenwoordigen vorm omvat liet telkens
«
Handbucli
delt
>
deelen
vijf
de Oudlieid,
het eerste behan-
:
het tweede de Middel-
eeuwen, het derde de Italiaansche renaissance, het vierde de renaissance in 't Noorden en de Kunst der xviie en xviiie eeuw, het vijfde de Kunst der xix'^ eeuw. Elk deel vormt een op zichzelf staand geheel, en is afzonderlijk verkrijgbaar elk deel wordt door een daartoe gekozen vakman voor iedere nieuwe opiage herzien en bijgewerkt, en telkens met nieuw illustralie-materinal ;
bevattelijk
rijkste, weligsle,
kwesties verdwaalt, maar
grootsche kunstevolute
hem
toelaat de
deze viereeuwen
in
te volgen en te begrijpen. Studeerenden vinden hier een aangenamen en betrouwbaren gids, geleerden een memento, dat bun,
door
inhoud, steeds van
zijn overzichtelijken
dienst kan zijn. In niet geringe
mate draagt
tot
de waarde
van het boek de goedgckozen en overvloedige illuslratie bij. Tegenover de kleurenreproducties van schilderijen, die hier nogal talrijk zijn, blijven
we nog
gestemd, ondanks
alle
steeds sceptisch
zorg
die
daaraan
besteed wordt. In onze oogen blijven zulke
afbeeldlngcn steeds valsch, en kunncn hoogstens voor gebruikskunst geduld worden. Doch het publiek scliijnt deze kleureiiprentjes nu eenmaal te willeii, en het krijgt hier dan ook rijkelijk zijn deel.
Overigens laat de technische uitvoeriiig |)laten evenals van de tekstcliche's
van deze
niets te wenschen over. We vertrouwen dat ook deze uitgave weer het hare zal bijdragen, om in ruiinen kring gezonde begrippen
over Kunstgeschiedenis
te
verspreiden.
B.
%9i C^*S ^^ '^9i ^9t ^9i JgfJ ^h ^9i ^9ti c^»S
LES ARTS
verrijkt.
Het derde deel, waarvan thans de
voor ons
beeld te geven, van dit wonderbaarste tijdvak, dat de Kunstgeschiedenis heeft gekend Feiten, namen, data, dringen zich in zoo grootcn gelale aan den geschiedschrijver op, dat bij daartegen voortdurend le worstelen heeft, om van zijn tekst lets anders te maken, dan een doire opsomming, en om den lezer ecu algemeenen blik te gunnen, die niet in nevenzins
ligt, is
bewerkt door A.
8'
druk
Pliilippi,
De April-aflevering bracht een reeks
fraaie
reprodukties naar portrctten van Antonio
51
BOEKEN S: TIJDSCHRIFTEN Moro
in hot
Prado
le Maiirid,
l)ij
een artikel
van Paul Lafond. Moros mceslcrwerkeii mod men te Madrid zoei<en. Hoc arm daartegenover is zijn geboortcland lAnlonis Mor van Dashorst wcrd onislrceks 1512 le L'trecht geborenl aari zijn werk Sleclils den Haag lieeft liel voorreclil een portret van liem te bewaren. Overigens is zijn CEUvre verspreid !
over alle groote musea Weenen, Berlijn, Dresden, Boedapeslli. Brussel, Parijs, Pelerburg, Londen, Florence enz. :
^
*'S ^^*^
*^ '•^ 5«^ *^ ?«^ '•^ '•^
THK BL'HMNGTOX MAGAZIXK /C^. In het A|)ril-nummer besprcekl Sir Charles
wordt de beeltenis van Jacoba van Bourgondic
te zijn
Uil het
April-nummer vermelden wij nog
een notitie van Kurt Freise over de verhouding van Rembrandt tot Elsheimer, aanleiding vooral van hetgeen
DrN.
naar
RestorlT
de November-aflevering
van dilzelfde Rembrandt's root van Proserpina te Berlijn in verband bracht met een aan Elsheimer loegeschreven werii te Miinchen. De Heer Freise gelooft nu dat dil laalste niet van Elsheimer kan zijn. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om een ander voorbeeld te bespreken van verwantschap tusschen Rembrandt en Elsheimer. in
tijdschrift sclireef, die
Holroyd twee aanwinsten van de National Gallery een porlretje van een Jong nieisje door Mabuse en een i)ortret etner dame als Maria Magdalena, mogelijk ook van denzelfden mecsler.
THE STUDIO
In het Mci-nummcr van dilzelfde lijdschrit't maakt Georges H. de Loo enkele aanteekeningen op eerstgenoemd portret, dat geacht
van Eniile Waulers.
:
Het
^c^.
nummer van
15 April heel't een
sluk
van Frank Rutter over Willem Roelofs.
De Mei-aflevering behandelt
o.a. het
werk
C. G.
Fig. '
I.
- KEMBKANDT JAN :
I'rviilciiculiiiiet, AiiistiMdiiiiii.
SIX, cts,
U
staiit.
REMBRANDT'S VOORBEREIDING VAN DE ETSEN VAN JAN SIX EN ABRAHAM FRANCEN R
weinig,
zijii
niisschien geen
meesters, die zoo liun
hun geheele wijze van werken naar de l)evan hun werk wijzigen, als Rembrandt, hetzij
liand en
hoefte
ets moge zijn. men hem de eene keer ^^^S^^^^^^V ziet doen, ook de andere maal van hem te verlangen. Mel alle voorzichtigheid echler mag men uit het eene werk tot het andere wel eenige gevolgtrekkingen maken en als men ziet '^'^^
/r'^^xJS
HKC^/^Swy SBj
^^" schilderij, een teekening ofeen
'^^^"
wachtte zich dus wel wat
hoeveel verschillende proeven,
tot
even zooveel staten verheven door de
pr^ntkenners, Rembrandt soms van zijn prenten trok, voor
hij
zijn doel
dan mag men toch wel aannenien, dat van sommige prenten, die de meest doorwerkle behooren, waar de ets met droge naald en burijn te
bereikte, tot
zamen
de voltooiing hebben niee gewerkt, de eerst getrokken proeven
tot
vernietigd zijn en wij dus
Voorwie mocht
hun wordingsgeschiedenis niet kunnen volgen. Rembrandt in zulke gevallen, voldoende
veronderstellen, dat
voorbereid, op de koperen plaat ineens zijn oogmerk wist leerrijk
na
te
voorafgaan.
gaan welke schetsen aan een van
Ook voor andere
zonder belang
etsen
meen
ik
zijn rijkste
te
bereiken,
en rijpste
is
het
prenten
dat zulk een uiteenzetting niet
is.
Voor de ets van Jan Six zijn in den laalsten tijd nieuwe schetsen voor den dag gekomen. Reeds lang was de teekening, met de pen en gewasschen, (Fig. II) bekend, die mijn vader op de veiling Verstolk van Soelen (no 36) kocht (H. d. G. 1235k
waar Six tegen
het venster geleund staat in een rusteloozen
stand, zie ik goed, een konijn in de gesloten linkerhand (die op de plaat de
rechter zou worden) terwijl zijn jachthond tegen zijde staat een tafel,
zichtbaar.
Op
waarop
of achter die
zijn tat'el,
mantel
ligt,
hem
opspringt.
Aan de eene
de degenknop alleen daaronder
voor den wand,
is
een
kist of
een sloelleu-
ning aangeduid. Het geopende raam, van kleine ruiten, geeft een blik op het
landschap met hooge boomen. Aan de andere zijde
Onze Kunst. Deel XIV. Augustus
1908.
staat
een leuningstoel,
53
liEMBRAXiyrS VOOIWEREIDIXG VAS DE ETSES Remhrandl
zooals
of
zclf,
leuiiciid aaii
Miuichen
le
Six
ecu verwanle voorsteliing
in
Ny-Karlsi)eri^
tc
die jongeling in
lijkl
met liel
met Six
schels
Bonnal, (Fig. Vl die iU voor valsch blijt'bouden, zooals trouwens geweest.
is
Maar
man
een
lezend
gemeens.
niets
Een Iweede ontwerj) wordt vertegenvvoordigd door de indnik van den beer lionnat
man Ook
eeii joiigen
geheel niet.
(H. d. G. 419), evenals de scliilderij,
zijn bedstec, heeft
raam, voor
bij Iiel
Op
veiisler.
liel
de teekeiiing
die
leerliiig
eeii
de schiiderij
gebruiivl hcel't. Ik l)e(loei
die scliels
is
bij
den
iieer
ook de eersle
noeb naar de reeds
genoemde. nocb naar de later te vermelden krijtteekening gemaakt. Zij beeft punten van overeenkomst met beiden en zelfs, zoo als wij zien zullen, met een verloren slaat van de els, die baar waarborgen als een zelfstandig getnige.
De bond ontbreekl. Onder den mantel komt op de krijtteekening, beel anders dan
juist als
bet degengevest te voorscbijn
in
de
ets.
Reeds
is
de leuning-
vervangen door de latere recbte vorm en bet openstaande glasraani door een gordijn. Voor de booge boomen staan lagere, zooals er op de plaal geweest zijn. Tocb blijfl bet stnkje valscb. Het draagt op de keerzijde een
stoel
boogst
verdacbt opsebritt
nrigiiialc
Esqiiissc
:
Hollande {Amsterdam) peint par Remhrandl,
el
baron de Wanderling, decede a Strasbourg. De
erfgenaam die zoo beetle en Dinges
werk dat
niel valscb en de beer
antwoord
ik ecbler
herilier
Mr
le
zal
wel baron Van der
Bonnal
liet
door den beer Bode overtuigen,
zicli
Ook mijn
eerste indrnk
was dat bet
maar de knappe scbildering bracbl mij aan beb toen zelfs een poging gewaagd om bet te verkrijgen.
Rembrandt kon
bet weifelen en ik
Iwijiel
par son
Burgemeester» bad geen
baron de Wanderling
meesterlijk scbetsje ecbt was.
zijn
a
baron de Cbose. Maar een valscb opscbrift maakt een ecbt
zijn, le
nooit van
Eer
le
Bourguem'sire Six de
dii
vendii
zijn,
luui,
kwam
ik tot
een ontdekking, die mijn vroegeren
weer opwekle en mij de overtniging scbonk dat bet werkelijk valscb
was. De scbilder maakte een foul in de kleeding tegen de zeden van dien
waartoe
bem
niet zelf.
Bij
een teckening gereedelijk kon verlokken, Remi)randl's geetsle fignren
is
al
vertoonen
berbaaldelijk, ook
buis losgeknoo])t met den kraag die daarop vast gebecbt
is.
daaronder een vest zicbtbaar met een bemd, nog gebeel zoo
bij
zij
tijd,
die
Six, bet
Maar dan wordt de xvr' eeuw
als in
gedragen werd. De teekeningen geven daarvan geen bijzonderbeden, maar
duiden tocb door een enkel baaltje de grens aan, die de kleeding aan den bals vorml.
De
zien, zooals
men
de Moor en
zijn tijdgenoolen vindt.
olieverfscbets
Wij bebben dus zelf slaal
laat
alle
door bet open bemd bet bloote liebaam
der xvni" eenw op scbilderijen van Carel
reden een vverkje dat,
lioe
knap ook, gebeel op
en geen verwantscbap beefl met erkende scbilderijen van
brandt, niel aan
54
nu
dal in bet begin
bem
loe le
scbrijven. Ik
kon mij dan ook
o])
zicb
Rem-
de Leidscbe
"-^
Fig. II.
— REMBRANDT
(Verz. Jhr. Dr.
J.
Six,
:
JAN" SIX, teekeiiing met de pen en gewasschen.
Amsterdam).
VAN JAN SIX EN ABRAHAM FRANCEN tentoonstelliiig overtiiigen, dat de glad gescliaafde acliterkaiit
van dc
at'wijkt
xvir'
van het
])aneeltje
eeiiwsche gewooiite van houl behakken, First thought arc
best unci third that arc a riper first
(*).
Hetzalgeniaaktzijn
naar een teekeniiig die verniefigd
weer
te
komen en deze
of
is
nog
niel
voorschijn ge-
kunnen
wij
voorl)ereiding
voldoende
er
leeren
uit
kennen. Meer dan een compositie-schets
ook
in
hel
is
de olieverf
niel.
Al ware het edit, ieder dieper ingaan
zonderbeden meesteizich
op
bet
bij
op kon
bij-
waar de etsen
verlaten,
zou er tocb gebeel aan ontbreken.
Hijwasdan ook nog niet tevreden
met stand
en gel)aar. Die brief
in
de band, die bet konijntje niet
meer bondt,
ge-
geven, waar de oogen niet
been
bem nog
zien,
niet.
beviel
Hond en
koni jn iiadden ten mins-
Fig. III.
— REMBRANDT
Teekening te
den jaebtbefbebber
aangednid, een brief zegt
niets.
:
Blinde
in zwart krijt.
man met viouw en kinderen. (Museum Fodor, Amsterdam).
Er moest verband tnsscben bbk en bonding
konien. Aan een nienwe poging dankt een krabl)eltje in de Verzamebng (') Naar ik vernam heeft de lieer Hofstede de Groot zicti in de Nienwe Rollerdamsche Courant voor de eclUheid van het stuk in de bres gesteld. Dit verwondcrt mij niet. Ik wist wel dat liij het zeer hoog stelt. Hij heeft niij zelfs indertijd geraden te trachtcn hot voor het portretje van Hphraini Bueno, ecu juweeltje, te ruilen. Hij schijnt evenwcl zich, zondcr niijn betoog te weerleggen, allcen op de autorileit van den heer Bode e. a. te beroepen. Nu lieb ik groote achting voor de nieening van den heer Bode, maar iedereen weet, dat ook hij zich wel eens vergist en het (ius ook bier kan hebben gedaan. Het zou vvaarbjk niet het eerste valscbe stuk zijn dat van kunstenaars talent getuigde. Het behoeft zelfs niet geniaakt te zijn met de bedoeling te bedricgen. Maar makers van valsche stukken behoeven daar geen opzettelijke fouten in te begaan
cm
betrapt
te
worden
!
55
REMBRASDTS VOORBEREIDING VAN DE ETSE^ Fodor, door den lieer C.G. Het geeft ciikel
liet
"t
Hooft hcrkend.zijn onlstaan (H.d.G. 1223) (Fig. IV).
bovenlijf,
den kop met een hoed boven op de weelderige
lokken en den rechter arm hooger met een plat rond voorwerp, een klein schilderijtjc blijkbaar,
op de hand, waar
zijn blik
op
rust.
Dit krabbeltje
met zwart
krijt staat
op de keerzijde van een schels van een
bhnde met vrouvv en kinderen, ook met zwart
krijt (H. d.
G. 122.3) (Fig.
Ill),
door
den heer Hofstede de Groot ten onrechte voor twijfelachtig gehouden.
Daar ook het volgend ontwerp met zwart
krijt is,
zouden wij hier dus weer
een van de vele uitzonderingen hebben
op den
regel
door den heer Hofstede
de Groot gesteld, dat Rembrandt met
zwart
krijt
vooral voor 1640 teekende,
wat hem de zwartkrijt schetsen zonder jaartal aile
Mij
voor dien
lijkt
uitzonderingen
te laten
teekeningen zijnaan
in het
— REM
Museum
lie il.T l.-i-ki-lillif;
I
589,
te
1397
en
niet
(*).
zooveel
gelden en, nu er wijzen van 1643,
1646 en 1647, (H.
1645, Fig. IV.
doel zetten
tijd
het juister
d. G.
1223) met
3()(), 30<S,
zwart
krijt
I'ihImi
geteekend of verbeterd, voorloopig vast te stellen
is
vrijwei lot de zelfde overtuiging
voor schilderijen in zwart in 164.')
dan zal men zoo licel nemen hel)ben. Ue heer Valentiner gekomen. Ook hij wijst op de ontwerpen
dat de zwart krijt schetsen tot 1647 gaan,
veel uitzonderingen wel niet rneer
aan
krijt kort
te
voor 1617 en zet vele i)edelaarsschetsen
(»).
Nog tot een andere uilweiding geeft mij dit krabbeltje aanleiding. Er is Amsterdam een zeldzaam prenlje, dat volgens Blanc (185) van Rembrandt zou zijn en Jan Six zou voorslellen ('). De gelijkenis is niet groot, maar de hoed zou een oogenblik niisschien bij iemand weer de gedachte kunnen doen opkomen aan een geiitst voorstudietje. Ten onrechte. Middleton heeft reeds den weg gewezen, al is wat hij beweert ook niet juist. Het is geen copie naar te
Die niiiHl/.cichnuii}>cn Rembrandt's, xxxiii cii xi,. Hildvnde luiiist XIX '43i 1907, p :i7, noot 1. Ook de heer Paul Alfassa, Peuue (le rent XXIII, 191)8, p :«8 en 360, sclirijft .lusqn'eri 1645 environ on rencontre (',
(')
Zeilsclirifl fiir
:
encore quelques sanguins et quelques crayons en noemt dan o. a. een mooie naaktteekeninn nu-l /warl krijt en een studie met roodkrijt met de pen en gewasschen voor de Aanbjdding van de Herders le Munclien. ill. d. (,. (iSO). (')
56
Singer, p.
2(55.
Fig. V.
—
JAN
SIX.
SCHETS IN OLIEVERF,
TOEGESCHREVEN AAN REMBRANDT. (
Verz. Leon Boniiat, Parijs).
JAX SIX
V.4.V
de
els
van Bol
(B. 10) niaar het
Bol zelven, door
hem
is
zell'gectst,
even
EN ABRAHAM FRANCEN van Ferdinand
als die els hel poilrel
en wel vroeger, nog zonder knevel en nog
mel kanten rand aan zijn kraag, de eerste etsproef wellicht van den meester, nog op het atelier van Reml)iandl. Bol is hier reeds kenbaar aan zijn zeer eigenaardigen nens,
denzelfden dien wij terug vinden in zijn porlret
Munchen, dat vroeger
ten onrechle
heette en in zijn later portret in
s
hel
porlret van
te
FHnck door Reml)randl
Rijksnuisenm n" 539, en
later
nog
in
het
regentenstuk van Pieter van Anraadt (RM. 362) in 1675. Ik moet daarbij een vergissing herstellen die ik vroeger heging.
maar
sink geschilderd,
hel
Wel
niel zijn eigen.
is
heeft Bol een portret in dil
Hij
van de
zelf zit ler zijde,
hand van Van Anraadt, vermagerd, maar nog even kenhaar aan
zijn
neus
als
veertig jaar vroeger.
Maar
laat
ons
lot
Rembrandt terug keeren. Mij werd verleden
jaar, dooi-
beniiddeling van den heer Bredius, een leekening (Fig. VI) aangeboden en ik
heb die
voor
gekociit, niet
rond voor
nit
dal
«
haast niks
».
De verkooper kwam
meer dan een ander moest
ik
voorbereiding voor de
hichtig
ets,
met
zvvarl
l)elalen.
Het
er is
geteekend, de
krijl
dan ook
de laatsle keerzijde
zwart gemaakt en doorgelrokken op de elsplaal.
Aan de echlheid was
niel te
sching,
viel niet te Iwijf'elen. Niel alleen
de hand van Rembrandt
niiskennen en de at'wijkingen verboden aan een handige vcrval-
mel behulp van de prenl gemaakt,
uiterlijk bewijs geniakkelijk te voeren.
te
denken, maar
De leekening
is
zelfs
en beantwoortit geheel aan de malen van de koperen plaal, die bezit
van
niijn vooroudei's
den druk,
zet zich nil en
kleiner
dan de plaal
is
gebleven
krimpt
is.
was ook een
grooter dan de prenl altijd
in het
Chineesch papier, nat gemaakt voor
later weer,
zoodal de at'druk ongeveer 0.002
in boogie en breedle.
In deze leekening heeft
Rembrandt
zijn doel bereikl, in
den stand der
figuur die rustiger isgeworden en dan ook verder in hoofdzaak zoo gebleven
is,
nogde handen lager lalen honden en liel lioold hooger, om de oogen ziehtbaar te maken en de Irekken beter te kunnen teruggeven. Ook het gordijn, nog maar even aangednid in het Iweede onlwerp, heeft reeds zijn
al heeft hij in
voile
de
els
rnime plooien, die ook zoo
vormen reeds
zijn
gebleven, en groolendeels slaan de
vast van hel vloertje, de tafel,
hoed, die op de
ets
den mantel en den
sloel,
die
komen te slaan. Maar nog ligt op dien sloel de aan den muur hangl en geen boeken, nog is de wand
thans aan den anderen kant
is
ledig evenals hel venster en zijn de lap onder het venster en het degengevesl
geheel anders dan
Rembrandt
men
Irekt
ze later ziel.
dan ook alleen de hoofdlijnen door en waar
met zijn naald enkele sehadinven aangeeft, volgl zijn alleen
hij
geen
hij
even
krijllijnen. In iig.
VI
de diepst ingesneden doortrekiijnen onderscheiden.
57
REMBHASDTS VOORBEREIDING VAX DE ETSEN Er
zoover
zijii
hekend die
liij
weel nog maar twee andere teekeningen van Remhnindt
iU
doortrok, heide in het
was zoo viiendelijk
IJritisli
Museum. De
nadere i)ijzonderlieden mede
niij
le
vioegste. Diana in het bad (H. d. G. 893) doorgetrokkcn
slreeks 1631, H. 201. schrijit hij
and
:
shadows
also lines Id indicate
Here
(the tracing)
it
is
op de
made
nlliinpt nuis
daar dan ook
Anslo gestehl. De lie
plaat
Anfder
to slighlly
cover
scliijnl het tluuis niet vrij
met rood krijl(H.
is
het
met den
d. G. 896) is
doorgeliokken. De heerHofstede de Groot
op
^B. 271)
lUicL'ieite
angeschwarzl and mil einer scharfen Nadel anf die Kupfer-
nnder the hat :
and shadow
Hind voegt daar nan toe
iieer
to r. oj the
cluur: (dso in
r.
side of
even
als
de teekening uitvoeriger
Dat zoowel deze roodkrijtteekening zijn, niet
rooil, i)iailil niij
lot
e.
g,
table
books.
tlie
{Li])niann n" 120) laat zelfs de
meeste van die doortreklijnen goed onderscheiden. Six,
:
Besides the principal
show the shadow of I. arm: r. side of
right of the collar: on the sleeve
to
:
schrijit
in certain places to
De uitneniende afbeelding der teekening
gemaakl
lines
possible that
is
van 1640
lines, the lines of tracing are given
den
It
leeren. Beter
uit le
uitvoerige teekening
pUdte dnrchtjejnnisl en de
l)ij
van om-
cludk or press the paper. Veel valt
in
meer
els
The traced
the lower ritfhl corner.
in
M. Hind
principal ontline;
in
are not nearli/ so indented or evident here as in the Anslo.
some
lieer A.
deeien. Onilrenl de
veelvuldiger dan
Zij zijn
is.
de mijne van achteren zwart
als
de veionderstelling dal Reml)randt
geen zwarlen maar een witlen etsgrond gehruikle en ik dacht wel dat ook dit mogelijk moest zijn maar
Hymans
niij
onthrak hel hewijs. Daaraan hielp mij de heer
wees op een brief van 19
die mij
van Veen, een Leidenaar die
habbia Irovato quel secrete di dissegnare
como faceva il Sig'^ Adamo Elzehamer metleva come una pasta biancha sopra sopra il rame essendo guello un poco gnasse col
(') il
quelhi pasta, benche
me
li
disse
Haag woonde
.soy)/a
rame
//
in
:
Ho
caro chella
fondo biancho,
per incavarlo poi col acgua forte,
rame,
nalura pareva
nan mi ricordo
amorevolmente.
si
lui
poi sc(dj)endo col ago sino
et
rossiccio di
rosso in carta biancha. lo
lajiis
1622 van Rubens aan Pieler
.luni
toen in dt'n
cliegli dessi-
delli ingredienti di
Wat aan Elshaimer en vooral Jammer maar
aan Van Veen bekend was kan ook Rembrandt hebben geweten.
Rubens
dat
dat wat
763) in
:
hel recepl niet geefl, zoodat wij hel niet
Rembrandt
zelf
kunnen vergelijken met
op de keerzijde van een teekening schreef (H.
d.
G.
(voor) etsen wit ten tarpentgn olg (daar) toe dehelft tarpentijn (en) tesaemen
een glaesen flesken gedaen en {hel) flesken in se.er waeler een ha(lf) {uu)r
laeten kooken.
tijde
De heer Huender vesligde van Rembrandt is wat wij
'j
58
In
margine
:
.Si
come
er mijn aandacht op dat terpenlijnolie ten terpenlijn
noemen, lerpentijn daarenlegen die
io m'inuifiino, mii forse lia V.
.S".
una maniera migliore di
qiieslo.
Fig. VI. I
Veiz.
—
.Ihr.
liK.MHi;.\.\DT Dr.
J.
:
JAN
.SIX, teekpiiiiii,' in /.wall
Six, Anisteidam).
krijt.
VAX JAX dikke laaie
inass;i die
deze moeilijk
te
ook
uiliseslreken
nend en Renilirandl
EN ABRAHAM FRANCEN
thans Veiietiaansche lorpenlijn heel of veeleer, daar
krijgen was,
zal iiet
aangeiegde plaat, waar
hij
daarom
aan het
eii
die aan het liehl
Boiirgondisclie lerpeiilijn,
bloolgesteld wit wordt. Hij bereidde eveiiNvel,
SIX
diis
licht
dil niengsel vooi- inij.
hel)ben gebruikt
van beiangrijk bijwerk, en blijkens de uilkonisl aan znlke gevvichtige dingen nadat
hij
als
om
etsen op een
le
is
in
Maar
dit is
plaat
zijn, heefl
borslwering pleegt
spoor van gewijzigde opvat-
niet het eenige staal
onder
in
I), waar nu niaar twee raam een grijzige slrook, die
(Fig.
liel
beschrijven, zonder
le
geven van znlk een onmogelijke boiiworde.
sporen van bet nilslijpen gezien, maar nu dit
de uilvoering
niet geheel gel)onden
de kin duidelijk de onde grenslijn van den meer voorover
te zien.
afdrukken van bekend
te
nog
ook nog heel wat gewerkt aan die
gedurende de l)ewerking. De eerste als
zelfs
lijnen wel ovcrin
de etslijnen had ialen inbijten en met de droge naaid en met bet
burijn en nog
men
reeds
de stand van den kop en de bonding van de
het l)lad. Hij heefl dan
gebogen kop ting
biijil
moesl kunnen blijven zien wat er reeds op slond.
Rembrandt begon dus aan zijn plaat na de algeniecne wogen te hebben en goed voorbereid, niaar nog gelieel vrij
handen met
Het
bioolgesteld hehler en doorsciiij-
te
Op
kwam
Irachten zicb rekenschap
de
had
j)laal
de gedachte
een overblijfsel van het landschap kon wezen en
ik
bij
ik
daar wel
mij op dat
meende
dadelijk
le
voelen dat het geheele raam opgeklopl was. Prof. Uupont, wien ik verzochl deze vraag eens
te
onderzoeken, zeide mij onmiddellijk reeds gezien
te
hel)ben
raam weg gesleperi was en vond nut zijn loep de onmiskenbare overblijfselen van boomen, niet zooals in bet eerste onlwerp,
dat er in het geheele
maar zooals de schets van den beer Bonnat die aangeeft. Ook van deze plaat moelen dus afdrukken bestaan hebben, die er geheel anders uilzagen dan wat wij thans kennen. Van den Goudweger h. v. (B. 281) van 1639 bezilten wij nog een druk waarin de kop maar uit enkele drogenaaldlijnen bestaat, lerwijl
al
bet overige zoo goed als voltooid
is.
Rembrandt de doorgelrokken lijnen geetst of gesneden? Het is moeilijk uit te maken bij deze zeer doorwerkte plaat. Men zou geneigd kunnen zijn aan drogenaaldlijnen te denken, omdat de oude grenslijn van de kin er zulk een is en dat wij zeer vaak in het werk van Rembrandt alleen nog in Heeft
omtrek aangegeven figuren
in
drogenaaldlijn vinden.
Ik
wees reeds
oj)
den
goudweger.
Maar de groole Ecce Homo xnn
De geheele groep op den voorgrond omtreklijn «
is
maant
tot
voorziehtigheid.
daar wit gelaten zonder een enkele
overige, niet zooals bij von Seidlitz
zelfs, terwijl het
gan: mil dein Grabsticlwl
\^^X) {li. 77),
frrtigesti'tlt »
naald bijna geheel voltooid
is.
Het
is
is,
maar door
ets.
te
lezen staat
gravure en droge
wel niel een van Rend)randt's best
59
REMBRAMnS WORBEREIDING VAN DE ETSEN geslaagde werkon, maar de loeschrijving aan een andere hand konit
toch
niij
onlunidbaar voor.
Zoo kon ook
kop nog geheel wit zijii geweest toen zelfs het Toen Reml)randt zag dat het te
Six de
bij
landscliap op den aehtergrond reeds af was.
krachtig was, sleep lichter in te
het raani wit
lu'l
geheel weg, met de bedoeling het er weer
l)ijiia
nog was blijven staan,
hij
dat hij
v
iiit.
met de droge naald volgde zou
doortreklijnen, niet
hij zijn
willen opniakeii uit
de teekenaar naar het model
plaat
algemcen ook
heeft
aangevangen met het voornemen nog
in
staan dan in den Six.
»
Dat
hij
veel belovende
dit
haast
deze onvoltooide
zet
Rembrandt
1647 en het ziet erjnist uit als of vrijer
ik
(B. 192) (Fig. YII) die er
Men
geheel uitziet als met de vrije hand geteekend.
kail
zag
(1^ staat)
moest houden en sleep toen ook het ondersle reepje van het
landscliap, dat
Dat
hij
brengen. Eerst na voltooiing van den kop
die
tegenover de natuur
werk
niet heeft
te
afgemaakt
aan toevallige omstandigheden liggen, maar evenzeer aan de overtuiging
onder het werken opgedaan, dat
de gezochte kracht
hij
waartegen het blanke lichaam in het voile bereiken zoiider
voorwerpen
te
zwart
te
prijs te geven.
bijzonderheden
worden en de in
in
moest
h'
en
2'^
den aehtergrond,
af'steken,
waarde der
juiste
Het verschil tussehen
verdronken
zijn
licht
in
niet
kon
toon gehouden
staat waariil zooveel
een diep fluweelig zwart brengt
tot
niij
deze overtuiging. Eindelijk
komt
het mij toch niet onmogelijk voor dat
Rembrandt ook de
doorgetrokken teekeningmet de droge naald schetste en eerst daarna de plaat
met doorschijnenden etsgrond bedekle
om
die te etsen.
Rembrandt echter in dit zelfde jaar 1647 heel antlers voorbereid aan de ets van Ephraim Rueno (B. 278) begonnen. Hier lieelt hij, voor zoover wij weten, voor de eerste en laatste maal een zoo doorMerkwaardig genoeg
is
werkt geschilderd portretje vooraf laten gaan, dat
hij
in
zijn
prent,
hoe
gevoelig die ook zijn moge, niet geheel bereikt heeft, wat hij op het paneel verkreeg.
Nu
vergist zich ongelwijfeld de heer
dit schilderijtje pas
daarvoor
te
met
tot dit
zijn aanleg
Maar dat Veth,
is.
ons
gedurende
En
veel
niet hij
te
hij
meent, dat
zeer als studie
is
drukken gezien
teekenend. Rembrandt
verwonderen, bet gelukkigst, wanneer vrij
en onbelemmerd
het
is,
bij
zal
kan
zich zoo
tegenover de natuur bleef
zijn arbeid.
van de prenten die
de beste brieven,
men hem
zijn blijkbaar aileen
tlians wil afnemen, al hebben daarom minder geslaagd, onidat bij
veel naar zijn eigen schilderwerk in plaats
60
Veth wanneer
Het geeft zich veel
die toch zeker goede
denkbeeld komen kon
heeft voorbereid dat
staan,
is.
herkennen. Onder anderen in de bonding die zonder de trapleu-
ning onverklaard
hebben,
na de ets ontstaan
van naar de natuur werkte.
zij
te
VAN J AX Ook de
SIX
EX ABRAHAM FHAXCEN
tijdgenoten schijncn dit wel gevoeld
te hebbeii. Zoo versta ik leii van 1655 onilrent de voorgenonien ets van Olio van Iwclck de voorz. van Rijn sal narr 7 Icuen clscn, inin dciicht als
niinsle de vcrkltiring
Kattenburgh
«
:
het
conterfeylsel
van
d'Hecr
Six,
ter
Jan
somnw
van
iUO:():.»
ets
gaarne willen
Men zou
die
vergelijkcn oni zien
aan is
te
hoeveiie
in
dien
eisch
Maar
voldaan.
nieniand kent het portrel van
tenburch
Kat-
en
Rembrandts
werk
sfliijnt
voor
niet
in ets-
te
liij
ko-
men.
Toch
is
juist
in dien tijd ondei-
de portretten van
Rembrandt
een
dat geheel den in-
druk maakt opgezet
te
aan
zijn
de
eischen
doen.Het
oni
geslelde te
volFig. VII.
is
Rembrandt
alsof
— REMBRANDT
:
Lie
t,
riKiai- iiaar
li.-t
luudrl.
(Verz. Jhr. Dr. J. Six,
,!-,
2
staat.
Amsteiciam
i.
zich
afgevraagd heeft leek voldoende
:
hoe kan
ik,
zonder mij zelven
te
herhalen, toch
herinneiingen wekken aan de prent van Six
l)ij
een
om hem
te
Geen tegenlianger wilde hij maken, zooals dat in 1652 zijn bedoehng was geweest van de moeder van Six ('), en liij nam voor (13. 273) (Fig. VIII), Abraham Francen, zijn plaat dvvars. Zijn figiiur plaatsle hij ook met den rug naar het licht, ook met een losgeknoopt buis, ook in de handcii een blad waar hij naar kijkt, ook door weerkaatsing beschenen, maar niet bevredigen.
tegen het licht. (<j
Ook
schilderijen in toon aan
Oud-Holliind 1897. XV. Biz.
100.
den wand. Ook een
tafel
maar
REMBRAXirrs V00RBERE1DL\G VAX DE ETSEX mi daaiop kiinslvoor\ver])cn en een kunstbook. Ook een lioed, iiiaar op l)aiik oiidir lu'l venster. I'^n even als die hoed daar aan een verlaten
een
Fig. VIII.
- KEMBHANDT
iPrenteiicabiiiet,
:
Abialiaiu Fiancen. ets, 2" staat.
Amsterdam!.
onlwerp van den Six herinnert, vinden wij
liij
Francen ten
slotte,
nadat het
gordijn iswei^ ^evallen in staat IV (Fig. IX), een landschap door hot open venster gezien. Renii)iandt laat ook nieer
den eersten
staat /onnestralen
lielit
in
de kamer vallen. Zelfs had
aangegeven. Oveial speelt
hem
hij
op
blijkbaar de
herinnering aan den Six door het hoofd en wij zonden dus geneigd zijn te
vragen of wij bier Otto van Kattenbnreli niet voor ons badden, wislen wij niet dat bet
niet
Abraham Franeen was.
Onze overlevering onitrent de pcrsonen van Rembrandt's prentcn is wel sehitterend. Cornelis Ciaesz. Anslo beet ten onreehte Renier. Haringh
de concierge wordt Rurgenieesler genoemd
;
Jan Antonides van der Linden,
Abraham Aarnout Tbolinx, de dokler, Advocaat Tolling of Dr. Petrus van Tol en Abraham Francen zelf, Jan Francen en Frank, maar men heeft toch ;
altijd
de klok liooren luiden,
sterk
wijkt
62
de overlevering
al
weet
niet
men
af dat
niet zij
waar de klepel hangt en zoo van Kattenbureh met
Otto
VAX JAX Abraham Francen
verwisself.
getuigenisscn, van Florcnt
le
EX MiRAHAM FRAXCEX
SIX
En dan hchhen
wij hior drie oiial'liiinkc'lijke
Conite in 1699, Gersaint die in 1702 de veiling der
REMBRANDT Abraham
Fiy. IX.
:
Francen.
ets, 4
staat.
iPrentencabinet, Amsterdam).
verzameliiig van Jan Six bijwoonde en Francen gvdud amalcnr d'csUiinpcs
noenit en het ondeischrifl op de prent door Adr. de Vries gevonden, wel
waar
.htn
hem den
\verkeliji<en
eind toe htvriend zijn dochtertje
hem
man
ieerde
kennen
met Uenihiaiuit
bleel',
Corneba voorkomt (H.
Abraham Francen reden
is
Francen maar dat door de bijvoeging Apolheeker en knnslbeminnaar,
niet te
of
I*'ran.sz
herkennen
in
de
was
(/)
die wij
thans weten dal tot het
en die nog in 1670 als voogd over
d. G. n» ;J17).
in 1655, 45 jaar ond.
ets (be zijn
naam
Er
is
geen cnkele
draagl en toch heantwooidt
deze geheel aan wal Rembrandt aan Kattenburch toczeide! Hoe kan dat zijn
Het zat
l)lijki)aar niet
glad met de overeenkomst tusschen
den Geldersclien jonker, anders zouden
wij
klaringen van 1651 en 1655 (H. d. G. n" 155 en
omtrent de (',
ets
daaromlrent de notarieeie ver16.'{)
niet
hebben. De bepaling
was ook reeds een jaar oud en blijkbaar nog
Oud-HoUnnd
I,
.'
Rembrandt en
niet iiitgevoerd.
biz. 252.
(i3
REMBRANDT'S VOORBEREIDING VAN DE ETSEN Van verdere veihniidingen met Kattcnlnirch Francen
is
f
Fig. X.
deze zaak en
oetiiigo in
hem vinden
niets,
blijkt
wij
maar Abraham
in 1656 als
gemachligde
I
— REMBRANDT
:
Teekening met de pen en gewasschen.
(Kupferstichkabinet, Mimelien).
van
zijn
hroeder Daniel omtrenl een vordering, reeds een jaar
op Rembrandt (H. brandt en
Titiis
d. G. n° 173
trouw
ter
en
zijde.
174).
Ook
Het vermoeden
ligt
geheel of ten deele de vorderingen van Kattenburch
daarmede ook
hij
van dezen
voor de hand dat heeft
hij
overgenomen en
die omtrent de els en dat de meester voor zijn
volvoerde. dat waar
oiid,
Abraham nog Rem-
later staat
trouwen vriend
voor dat vreemde heerschap maar
nict
toe
kon
komen. Ais
men
wil een
gewaagde veronderstelling, maar die een aardige bevesti-
ging vindt in de voorbereiding. 1034 zal gemaakt zijn,
overeenkomst van is
is te
liel
Een
eerste ontwerp, dat
Munclien (Fig. X) en bier
dus reeds dadcHjk
is, hij
in
overigens voldoende
geheel, de voorgestelde persoon een ander. In de ets
Francen een burgerman, met donker, hoog ingeplant, naar achteren ge-
slreken, aileen onder omkrullend
baar en ouderwets zwaren knevel en sik
aan
op
zijn rondeii kop. Hij zit riistig
zijn leuningstoei. In
de scbets
is
Otto
EX Ann All. \M FRASCEN
r.4\,/.4X .SVX
van Kattenbiirch, Raad-ordinaris van den
graal'
van Bredcrode van Vianen en
Biirgenieester, Secretaris
en Thcsaurier van Vianen, een jonkman met een
lange rechte geziclitslijn,
nil
een iiaaiiios van
koniend, die zich aclitcloos neer gevleid
liecl't,
waarop
liet
dit
hij zit. Hij
draagt en dat maakt
krullen
l)i()nde
met
zijn
eene
voorscliijn
(e
op de l)ank
l)een
dunkt mij gelucl onmogelijk
ontwerp reeds aan een eerzaam Amsterdamseii
ajjoliieeker
l)ij
denken,
le
groote rijUiarzen aan de beenen, die voor ons heeiscliap nitnemend passen.
Ook van
kunstverzameling van Franeen
tie
tenbnicli staat
op de
(met de glazen
?).
tafel
Op den wand
die tooveilantaarn in
Op de
nog geen spoor.
een eirkel dien
is
van Kat-
Bij
bem een vierkant kistje men onwillekenrig ook met
zou willen brengen,
veri)and
mnur van Rembrandt's
witle
is
een tooveilantaarn en naast
eigen portret
goed boe.
zie ik niel
al
Lord Iveagb komen twee
bij
znlke cirkels voor. Ik beb wel gedaebt dat Rembrandt daarmede doelde op bet verbaal van Apelles en Protogenes,
maar deze
scbets verslerkt mij niet
bepaald in die meening.
Kattenburcb
Bij
scbijnt
bei)ben.
te
dnidelijke zicbtbare overblijl'selen
Franeen, in
nanwelijks
VIII
fig.
met
bepaald een rond scbilderij
koppen aan den wand gebangen
te
in
Daar van
zijn
vrij
groote
ten minste
de drie eerste staten van
onderscbeiden. Het overige
is
nog
Abrabam in
staat
I
reeds verdwenen onder bet gordijn dat daar zoo vreemd over bet altaarstuk liangt. in
Ook
in
is
dien staal nog dnidclijk bet iiitgestrekl been
le
zien,
waarvan
de beide volgende de sporen boe langer boe meer verdwijnen in kussen
en
sloel,
forscbe
in
lijn
fig.
VIII
nog even
te zien.
Eindelijk
die er niet boort, waarscbijnlijk de
is
ook
in
bet gezicbt een
oude grenslijn van de krullen.
Misscbien komt ook bier nog eenniaal de teekening voor den dag die op de plaat
is
doorgelrokken,
niaai- lioe
moeden zou zijn, noodig lijktmij Wat mij in dezen bet meesfe
aangenaam
die bevestiging van mijn ver-
die nauwlijks meer. treft is
dat
Rembrandt
inplaats van eenvon-
dig een nieuwe plaat
te
besleed heeft aan bet
omwerken door
aangevangeu werk.
kan daarvoor maar een verklaring vinden, dat er reeds
eigensclia|:)pen
die bij wist
De van
Ik
beginnen, zoo ongeloofelijk veel moeite en arbeid
van rijpheid
in
uitslijpen en
de prent waren, die
door bernieuwde bebandeling
vrijbeid tegenover de natnur die
zijn
werk op de
wijzigingen, die er bet
en rijkdom
te
plaat, braclit
bunne
te
bij
weer opsnijden van
bij
ongaarne
zijn
prijs gat'
en
zullen verslerken.
zicb voorbebield aan bet begin
bem dus
berhaaldelijk
toe bijdroegen zijn etsen die
lot
ingrijpende
doorwerktbeid
geven die wij niet genoeg kunnen bewonderen. J. Six.
65
KUNST VAN HEDEN (W'vvulg en Slut'
;t t
ongelukkig
is
euii
luildf
na
den dood, die aan
werk van Evert Laiock gobiacht werd
kunstenaar, die
makker van
en
vroegaanzijn kunst
te
nieer
—
van den
ontviel, vriend
dan een der inzenders, wiens
ituitengemeen sympaliiieke herinnering nog levendig
onder hen wordt hewaard. Teer van
gednrende
lielaas
de kwiial ondrrniijnd die
hem
begrijpe diis niel welk een gloeiende volliarding
zijn
troosl nioest
zijn
kiinstenaars-intuitie moesl
die gevoelige natunr
worden opgezweepl oni
ononderhroken werk, vergelelheid en we zoeken er niet
liij
hoe
bet aanvoelen der zichtl)are schoonheid,
in
le
in die iiclite
in
gespannen
en
zoeken voor een zwaarladend en onver-
Zoo dringen we door
biddellijk naderend noodlot.
werd
een pijnlijken en iangzamen dood deed sterven.
Men
zoeken
gestel,
schoonste weik-periode, door
zijiie
in bel
geheim van
zijn
kunst
en sjiontanc scheppingen, die enkel
uit
noeb de uitkonist van afgetrokken overweging,
verl)eelding gesproten zijn,
die naar een kunst van afgerond-definitieve vornien streett, niaar wel
vastklampen aan taslbare verschijnselen, die
hij
t
zicb
zicb bevHjtigl oni vast te
houden op bet dock, met kleurenaandoeningen doorweven,
die hij
in zijn
onmiddellijke omgeving bad opgemerkt. Hij
kwam op
bet
oogenl)bk toen
in
onze kunst de beginseien waren
ingevoerd der weekc schaduwen, van heldere
weerkaalsing van bet Hcbt
;
de weg dien
iiij
kleuren, te
gel)roken door de
volgen had, was
bem dus
aangewezen. Hij zocht van dan af naar de onlbinding der tonen door de ontieding van de
wanorde buis,
in
Ucbtliron.
Toevallig bijkomstige associalies,
zooals
de
een scbilderswerkpbuits, afgei)rokkelde steenen van een ingevallen
waar de grond met puin
l)cdekt
is,
reidselen die hij trof en die de motieven
zijn
de gebeel kunstelooze voorbe-
werden voor
zijn zorgvol gescbikte
en wel tegen elkaar opwegende kleurveideeiingen. De voldoening die bet
werk bem
gaf, lag
voor
hem
in de, tot in
bet eenmaal aangevatte vraagstuk.
66
t
uilerst
doorgevoerde, oplossing van
KUNST VAN HEDEN tentoonstelling toonde ons twee replieken van die kerk in Capelle-
De
op-den-Bosch, die
hij
met zoo bijzondere
liefde schilderde
CJIARLES MERTENS
— in
:
het wijde veld
Waterspiegeliug (aToiid).
een grijze klokketoren, tegen een ontlinlen heniel en landelijke innneiiiiuisjes
met de zachte verdeeling van een filtert,
—
de werkplaats van
licht dat
een
door doorsciiijnende gordijnen
aqua-fortist,
met l)lauwe en geokeide
akkoorden, evenals de studie van een Spinster, een teedere vereeniging van grijze tinfen.
Zekere overeenkomsten
in
de wijzc van zien,
Mertens
;
we weer
i)ij
vaak gclijksoorlige
sommig werk van Charles deze was overigens een der bovengenoemde vrienden van Larock.
opvatting van het onderwerp, vindcn
in
Gemeenschappelijke kunst-overluigingen verbonden deze en de bevestiging hiervan vinden we dat de Dronkelap gedoopt
is
en
in
l)eide
kunslenaars
een zeker Herberg-intericur, een stuk
waarin we vooral de edele onlwikkeling
bewonderen van een overheerschend roode noot. Niettemin zijn hun persoonlijkhcden onderscheiden. Larock, bij zijn werk door een koortsachtigen hartstocht geleid, ontwikkelde op evenwijdig loopende wijs
zijn gevoel
en zijne middelen van uitdrukking, terwijl Mertens,
67
KCXST YAS HEDEX die allijd aan zicli
1
zoeken
en nicer l)eiekenend overleg in zijn kunst brengt,
l)lijlt
synllietisch wordt.
samenvnt en
gaafoni de lieiinnering aan een loon in de
Dank aan
in zijn
zijn
knappe teekening en
zijn
hewaren, kan
zich
gelieugen
te
hij
nauwkeurige waarneniing van een vhicliligen indruk laten gaan en ze en vcidiepte schildeiing wedergeven. Men merke op in zijn reeks
in innige
sneeuwclTeklen, met weik een aandacht de verseliiliende graden van intensiteit,
de doorscliijnendiieid van geoei'end
oog een bijna
liciit
liet
zijn vas(gelioiiden,
knnstbekoring zich paart aan
waar
nanwkenrigheid
\vetenseiia])pelijke
hij
inlegt,
met
zijn
waarbij de
harmonieiise klenr.
zijn
Met een zoo iioog onlwikkelde wetenschap, waarbij de landschapscliilder zich tot portrettist van de natuur maakt,
(h'ingenden blik de
van
ziel
moct de fignnrschilder met dooi-
model weten
zijn
ontieden, hetgeen het door
te
liem tentoongestelde Portret lxui een Jong Meisje bewijst.
Larock, zoowel als Mertens, hield zich aan de methodieke, wel bewuste, objectieve studie der natunr. Evenals tot
een iiitdrukkingsvol beeld
intuitiel'
van aanleg en
slelt al
te
hij,
volgde
om
haar stap voor stap,
hij
geraken. James Ensor daarentegen,
is
meer
scbilderende de eigenaardigheden van zijn tem-
perament ten loon. Ais leak satirist en geboi-en klenrenmenger,
iieel't
de ontvvikkeiing zijner
kunsl langs geheel natniirHjke wegen plaats gehad. Zeer gevoelig voor wat van
den
ficlieven
vorm
afwijkt, die
door de wet van oorzaak en gevolg zou
zijn
vastgesteld, ontdekt hij, geheel spontaan, het belachelijke in een bonding, het
linksche van een gebaar, de ontwrichte kant van een beweging. Hij bezit den vrooiijken en den sardonischen lach, steekt den draak met lachverwekkende
vormen. gecselt zcdelijke tekortkomingen door wanschapenheden van het gelaat.
Zoo vind
werk,
overdreven
gesleld te zijn en
Vdslenauotulmaskers kostbare hulpbronnen
hij in
van
delignraties
met behnlp van
werken van groote
het
zijn
gaven
i)eleekenis geboren als
sehamel kwartier, voei
t
hij
waarop
leelijke, als
kolorist,
is
aan de
lal'el
bij
zijn
beweerl zoo
worden
er znlke
Masques scandalises. In een
viiil
en
twee personnages ten looneele, toegetakeld met
mombakkesen met enonne nenzen, de man met een gezicbl,
hij
slim Irekje op zijn
gezeten en hondt de oogen gevestigd op een i)izarre
gedaante, die als vrouw verkleed in de open denr verschijnt en daar staan blijfl.
Het gezichi met een kevelkin, een nens als een
twee groote
roiide
geschilderde
brilleglazen.
komkommer, waarboven
Die twee vogelveischrikkers
Irekken elkaar onweerstaanbaar aan en ze zien er beide zoo grap})ig
de een onwillekeurig den ander
Een ongedelermineerde zieleslndie, opmerken van de verseliiliende graden aanlrekkelijk
G8
is.
nil,
dat
zijn gezicbl Irekt.
die
echter
in het
door
wezen van
hel
nauwkeurig
het groteske zeer
Met deze aangeboren veri)eeldingsgave, alien snperieuren
KUNST VANHEDEN talenten eigen, heeft de schilder de bijna onnierkbaar koniische noot van hel
tooneel verslaan.
van kleur
om
zc
weer
tc
geven
in
een stuk dat
iiiterst
sappig en rijk
Rood-
is.
achlige bruinen plak-
ken tegen
de
iich-
tende okers van den niuur, als tegenstelling
van bet
email
van
bet
tegen
zwart inkt
wit
als
vloeiende
aardbezierood
;
benen door de
speell
koball
vlak-
getinte
ken van hel binnen vallende
licht.
Het overige der inzending toont ons
de groote
van
heid
voor
gevoeligzijn
kleur
oog
—
de
kleur gezien in groote
plekken,
— de kunst
om
den omtrek van
de
figuur
met den
achtergrond ineen
le
doen smelten, of de silhouet der
weer
te
vormen
geven
in
lichte, als flikkerende
bewegingen, met de punt van het penseel in bet teedere grljs,
dat
bij
op
VICTOR HAGEMAN Hoeder
zijn palet
:
en Kind.
heeft.
Mari Bauer vervangt dezen zang der kleuren, door de ling
eener eenverwige noot.
Zijn
vertolkingen, uilsluitend gemaakt
heid aan ons
mee
lende plans, roept
te
deelen
bij
rijkdom van bet Oosten
;
met het doel
om
fijne
waardebepa-
breed schilderacbtige
een aandoening van groot-
in bet verdiepingsgewijs opstellen der verscbil-
bet visioen
—
schilderijen zijn
voor ons op van den overstelpenden
van Hindoetcmpcis of de slrenge majesteit der
69
Kl'XST VAN
HEDEX
calhcdralen. Bij geomctrisclie
vervalsclit
kleiner, ten
behoove der
zijn perspeklieven,
hestaaii,
hewaart
te
aichilecturcn van de drooghcid der
zijn
drukken;
afnietiiigen
— de
—
van het geheel
al zijn
hij
hij
het aanvaarden
in
zijn
vcrheelding
doeken een vcrbazingwekkende waarhet aanhrengen
schijnMjkheid. Hij zijn uileiste spaaizaaniheid in klcurstof, zijn l)ijna
om het algemecn
menschcngestalte maakt
van geziclitspunlen, die enkel
cchter in
hij
in
willckeurig de verhoudingen,
liij
eivan dcs te beler nil
elTccl
voor
verniijdeii
liel
lijii,
van de
onmerkhare nuanceeringen voldoende voor hem,
iiidrukwekkende legensleHingen van schadnw en Hcht aan
kennierkende eigenschappen vinden wij weer tentoonsteihng ons treftcHjke sj)ecimens
iieeft
etsen,
zijn
in
om
de
duiden. Diezelfde
te
waarvan de
getoond. Die platen zijn heel
krachtig van teekening, met de iiiterste voorzorgen geheten en toonen die
knappe verbinding der vormen onderling, waaraehter men een over 't algemeen kalme verbeelding raadt, die niettemin aan den gloed van een Delacroix, soms een onstuimig accent in de schikking ontleent.
Het schildersdoel van Victor
Hageman
het leven in de Haven, vooral
is
met het oog op het veelkleurig meiigelmoes van het Proletariaat, dat bier nit alle oorden der wereld samcnstroomt, bettijdelijk opontboud der landverbuizers in onze steden. getroffen,
— Zijn kunstenaar.sverl)eelding moest wel
door dat onzckere bestaan,gaande
kommervolle toekomst
het verleden, een
levendig worden
uit
den angst en het ongewisse van
te
gemoet. Als een telkens zich
hernieuwende en wisselende vloed, stroomen die onbekendcn naar ons
toe,
trekken, onder zware lasten gebogen, door onze stralen en op bnitenissige wijze aangedaan, zeulen ze naar den ben wacbtenden steamer en verdwijnen
den vallenden nacbt. En zoo beeft Hageman ze
in
doode oogcn. Meegesleept door bet schilderachlige
bun kommervol
vooi-
—
zooals ze op regenavonden dwalcn langs de rivicr,
in
ons gescbilderd,
met zware stappen en
ben en
in eerhied
leven, heell hij ze zoo van nahij bestiideerd. Hij
beeft
voor
bun
droomers-aard begrcpen, bun uitspringende lijnen onderstreepl, bun half gesloten
oogen,
iiet
zon-gehruinde gelaten,
liun
karaklerislieke, dal
liij
in die
zorgviildigalzonderlijk bestiideeren van
en slaagt er
in
om
hij
kunst
;
zelfs, hijwijlen
ferwilJe
70
bij
den nadruk op bel
Door
te
geven, de moederlijUe
graag i)ebandc'lt, een stukje menscbengebik,
uitzoekl onder al die zorgen. zijn opoffering
legt
clkonderdeeKwordt hijsynlbetisch
zoo heel naar waarJieid weer
teederbeid, een onderwerp dat
dat
bij
verscbiliende modellen beeft opgemerkt.
Indrukwekkcnd
van hanaliteilen geeft
lets
aan het beschilderde viak, maar
is
ruws, dus
dit is
t
ernstige van die
lets
onaangenaams
een opoffering die alleen
van een supericui- (leiikbecld gcdaan wordt, waarin
men
tocb altijd
KUNST VAN HE DEN het verlangen speiirt
om
den afsfand
te
verniiiuleren lussclien de bieedheid
der inspiratie en de vei'wezenlijking er van.
Het intellektueele
in
de kunst van Leon F"rederic
niet
is
met de voriae
WALTER VAES
overeenstemming
te
brengen. De wel overlegde beschouwing van
punten en het scherp-juiste
in
de weergave er van, sluiten
het niet van te voren overwogene in de belichting, oni des te
uit.
le
dagelijks
omringd
zijn, gescbiedt dit
zijn
doordringende blik er l)elangrijks
van
lijnen
aan
te
enkel
om
in heeft
hem
hij
het toevallige
in
bet
liclit,
des beter weer
te
geven wat
ontdekt en die zekere scherpte
ongetwijfeld ook werd ingegeven die conceptie van het Witte
onder een lucht. zwaar neerhangend van wolken,
heeft gezien.
zijn.
een edelmoedig medelijden,
Paard, een armen snkkeleer, vel over been, met droevig klagenden hij
hij
waarvan ze
duiden, die een groote bekoring voor den beschouwcr
Dikwijls overheerscht er ook in zijn gevoel
"waardoor
alle gezichts-
wijden aan den voini. Indien
modellen onder het volk zoekt en ze plaatst
zijn
het Festijn.
gedachten aan
alle
Gewoonlijk vermijdt
meer aandacht
:
in
Dan
zien
we een monnik
in het
eenzaam voortwandelen langs een pad.
We
in
blik, dat
een somber landschap
harenkleed van
St.
Franciscus,
voelen in de klacht van zijn
droeve grijsheid, de smartvolle, stomme gelatenheid van een gebrekkig wezen, naar wien een groote golf van goedheid en medelijden
is
nitgegaan. Indien
hij
71
KUSST VA\ HEDEN deze voorstelling de kunstenaar
afweek van den vorm die mogelijk
al
dit wellicht
een analoniisch oogpunt, geschiedde karikalurist,
oveidiijven
om den vorm,
ten profijte van den
de schilder, wear
;
gelijke vrijlicid
bcschikken
om
geestelijken uitsprong te
moet over
hier als dichter optreedt,
hij
uit
is
met hetzelfde recht van den
een innig gevoel, op innige wijze weer
te
geven.
Zekere werken van Pict Verhaert vertoonen de schitterende eigenschap-
pen van een schilder, die zich gaven die
den beslen zin van
in
woord aan de
"t
hij
dankt aan
zijn ras,
maken van
zijn
stukken
de Portretten van zijn Moeder en van den heer W.
zouden verdienen
terende schilders van de xvn' eeuw
te
als
om
intenlie
worden gehangen.
zelf heel
geschikt
de verscheidenheid
hiervan het beste bewijs. Ter eener zijde zagen
is
laatste tentoonstelling te Brussel
op zich
;
is.
't
Is
mooi, heel een
De
we
zaaltje,
de ont-
de aangeduide bet stiik dat op
talent, dat
met verfijnden smaak bijeen
op het onderwerp van Salome, die voor den
fjuitaisie
viervorst Herodes danst.
in
geweest was: bet Festijn, als schilderwerk
van
rijp
om hun
naast die der schit-
Daarentegen toonde ons bet voor Walter Vaes bestemde wikkeling van een persoonlijkheid
de
hij
de Vischuroiiw.
werken, die
B.,
lenige werkwijze en malsche pate,
de
traditie
zekerheid van toets, zijn groote ooggetrouwheid, gevoegd
lioiidl. Zijn
hem
feesttafel verschafte
t
voorwendsel voor een
kleurenschikklng, door de pracht der nitgeslalde voorwerpen en
rijke
aantrekkelijke in
aan
't
werk verleenen, dat wel
t
opvatting Bij
de vele dengden in
zoowcl
is
bij
bij
overeenstemming, met de algemeene
dit
stuk voegt zich nog een andere, die buitenge-
Vaes en die zich overal openbaarde,
als in zijn etsen
voor het dichterlijke dat er doet
in
is.
woon ontwikkeld pastels,
't
katachtig gebaar der danseres, die lets zeer bevalligs
ligt in
ik
in
een belangrijke reeks
bedocl zijn levendig gevoel
levenlooze dingcn. Met veel onderscheiding
een kens tiisscben de teedere oogenblikken in de natiiur, in haar
kleurige droomentonen, kostbare herinneringen aan het feeenspel van zekere
avonden, nachten vol geheim of goudcn namiddaguren. Deze eigenaardige en zeer bizondere schoonheden latcn een zeer levendigen indruk hij
bij
hem
na,
raakt geheel onder de hekoring er van en verniag,
meen ontwikkelde kunde,
er
'I
innigst
dank aan zijn l)uitengegevoel van vast le hoiuien. Ter
uitbreiding echter van zijn arl)eidsveld en vast besloten tot het bereiken van
de gaaf'om met een zelfde gevoel aan de dingeii, die
vorm van
te
geven, zien
we hem
in
den laalslen
zijn schildersgaaf, in ernstige studies
lijd
naar
*t
hij
voor ons oproe])t ook
streven naar stilleven
;
'I
volmaken
Hcl Kunijn,
Snook, de Joiuje Haun, zijn zeer nauwkeurig opgemerkte werken,
waardevol
72
om
de
jiiiste
observatie van
iiet
de
vooral
over de vhiUken beenspelend
KUNST VANHEDEN en het nauwgezet aanduiclen van de contrastcn tusschen de verschillende
licht
stoffen.
Het staat vast dat Vaes
eeii
der meest begaafdc
talciiteii is, rijk
KMIKL
en verbeelding en dat, zoodra
ander werk,
wij stukken
liij
zijn jongste
\
aan gevoel
LUORS
:
Zeepbellen.
pogingen toe zal passen op
zijn
van volmaakte oorspionkelijkheid van hem niogen
wachten.
Emiel Vloors
is
de welsprekende vertolker van vrouwenmooi, in verband
met den wellustigen glans van perd
licht
door
't
Medaljon, zijn als
waren langs
en den toon, die een
zaciil
getem-
De Dame met de roze anjeliercn, Hel groene klenrendioomen, waar de kunstenaar zijn penseel laat
die teer-gemodelleerde
allerliefste bibelots
Land
rijke stofl'en
atelier spreidt.
vormen, langs rijk-gekozen accessoires,
en behangsels van
satijn
en zijde.
De paneelen van
//;
het
der goudeii Vruchten, zijn als een herinnering aan de zacht-voluptueuse
73
A7XS7" VAN lijnen
HEDEN
van Toskanje, met die jonge meisjes, die mollig liggen uitgesfrekt,
gcliefkoosd door den zuiderwind en de zon, die door de struiken een legen
van blauwe schadnwen vallen
laat.
met naturen van dichterlijke intuitie, zooals Walter Vaes en Vloors, komen we met OleiTe weer onder de palet-virtuosen hij doet over In tcgenslelling
;
doek de uitdrukking vloeien van een breed-picturale noot en ontleent zijn elcmenlen nan de werkelijklieid, door ze in verband te brengen met iiet denk"t
beeld van IViscbheid, dat ze on\veerstaanl)aar dat hij Juli noemt, is,
is
door een aantal
het
lichle
verbeelding ontstaan
met een wit
tafeltje
tafelkieed, het
in
een zon-
blauw porce-
de gele suikerpot, een ruiker bloemen, zijn de levendig gekleurde noten
lein,
't
in zijn
zomerjaponnetjes van jonge meisjes
nigen tnin; ze zitten aan een
dezen wedstrijd tusschen
in
ons opwekken. Het stuk,
l)ij
zomersch gevoel, dat
Belang, dat ons
toiietjes,
handhaven van de
toegepast. Het
en teeder groen.
zacht-rose vleesch
stilleven inboezemt,
iiet
bier ook op de menschenfigunr
is
i'rischheid
van den eersten opzet, brengt de
noodzakelijkheid van een zeer snelle nitvoering met zich mee, waardoor de teckcning soms wat oppeivlakkig schijnt.
Hendrik Luyten vat de natuur aan, spreken
hij
;
borstelt zijn
om
haar op heftige wijs
doen
te
doeken met een veitoon van kranigheid, doet de
verscbillendc kleiirenwaarden legen elkaar stooten en kapt de omtrekken Indieii
doek de WerLstakiiKj, door
zijn groot
diensten van verve en geestdrift de aandacht Irekt, ontbreekt het
aan de rijpe overweging, waaraan we ons te
om
begrijpen dat het moeilijk was
schilderen, dat
liij
maar even had
i)ij
af.
onloochenbare ver-
zijn
hem
echter
lu-m liadden verwacht; wel
is
het
op zulke afmetingen een tooneel
te
mate van wat
hij
gezien; evenwel wordt de
had kiuinen geven, aangednid door de ware, gemonvementeerde bonding van een figuur, l)eneden rechts in de schilderij. Het
bouwde, jonge vrouw,
omhoog
getrokken, met vaag
aan een luiden kreet king op zijn
:
die halverwege in de Hjst
leven
al
't
is
omHjnd
is zit.
profiei, wijd
van een forsch
die
ge-
Met de eene schouder
open mond, waardoor we
— een woede-uitroep denken.
Indien bier de nitdruk-
belrapt, schijnt die van de overige personnages verstard te
bun bewegingen vervallen
in uilersten.
Deze herhahng over bet
gebeele oppervlak van een zelfde gebaar en eigenlijk van betzelfde model,
overeenstemming met een vergadering, waar 't z6o heftig waar de eigenaardigbeden van elk individu, in plaats van te verdwijnen, des te meer op den voorgrond zouden moeten treden.
schijnt weinig in
toegaat en
Zijn
sink MiddcKj
is
karakteristieker
om
de observatie-gave van den
scbilder en de l)izonder krachtige klenrennoot.
Looymans drukt en
74
vettig-smenige
zich, evenals
pate,
Lnyten, gaanie
met gloeiende noten
in
nit
in
zijn
van die heel gelen
en
rijke
rooden
KUNST VAN HE DEN en
iels hijleiuls, als
van schorpe loog,
Wat we
hlauw.
in hef
hem
hier van
te
waren binncnhuisjes en heel knap hehaiulelde huuisehappen, verder decoratieve sclietsen, die aantoonden dat, hoewel hij de acadeniisehe herinneringen nog niet losgelaten heeft, men daar toch een gelukkig gebruik zien kregen,
van kan maken, zonder anderen
is
hetreft,
het
vinden we daarin veel theorie. veel dat van
overgenonien, maar toch veel knaps in het noteeren van zijn
indrukken en een vaste wil talent
Wat
eigen persoonlijkheid prijs te geven.
zijn
werk van Eugeen Biacht
van bijna
de uitvoering er van. Maar dat natuuilijke
bij
onze schilders
al
de weergave der atniosfeer, ontbreekt
in
er in, hetgeen, niettegenstaande de ernstige kwaliteiten van
den kunstenaar en
hoewel
is,
hij
een der beste landschapschiiders van zijn land
een indruk van
kilheid bij ons achterlaat.
Waar we oni nog
vervolgens overgaan op de beeldhouwkunst,
eenmaal den
walk een zekerheid deze voorname hoe langs zoo meer
te
onderdeelen er van.
het overbodig
is
verkondigen van Julins Lagae, of
lof te
portrettist
vereenvoudigen, naarmate
hij
zeggen met
om hem
verder doordringt in de
inzending
Bij zijn zeer belangrijke
te
den vorm opbouwt,
portrelten van Arnold Goffin, Juliaan Dillens, Dr.
trofl'en
mij vooral de
Lambotte en
bewon-
het
derenswaardig saamgestelde borstbeeld van wijlen Mgr Goossens, Aartsbis-
we de
schop van Mechelen. Verder vermelden kunst van Victor Rousseau, die
o. a.
teerfijne
en wel bekende
een klein figuurtje de Ouernloed had inge-
zonden, met een heerlijke uitdrukking
gevend gebaar.
in het
Opgevoed onder den invloed van de marmers der antieken, Frans Huygelen de kunst baar
te
maken aan
van destof;
hij
zijn
om
alle leering die hij
eigen begrip en
houwt met vastheid
munt
op,
ning, polijst en volmaakt, zonder ooit in Zijn
fries,
de
Cyclus
van de
gerythmeerde beweging, die heid kenmerkt
als
verstaat
er uit weet te halen, dienst-
hij uit in
bewerken
het ernstig
maakt een uitdrukkingsvolle omlij't
peuterigc of kleine
vervallen.
te
omvat de gevoelde verlolking eener Eerlijkeen hernieuwing van de Ouden is.
Edward Decker's
Uren,
—
talent, vooral
de Portrelten van zijn vader
en van den heer Corty zijn uitstekend van uitvoering en verzorgde bewerking. In
het
werk van
Het beste er in
Charlier, is
zijn
is
de kunstwaarde echter aanmerkelijk geringer.
groep der Blinden, dank aan het principe van
gesloten blok dat hij aan Rodin ontleend heeft.
theoretische dengd,
gen voortbestaan
;
blijft
die
Maar
het
terzijde gelaten deze
het theatrale element in de meeste zijner schejjpin-
zoogenaamde Blinden
zijn
modellen, die met gesloten
te
voegen over de afdeeling
oogen gaan.
Nu
blijft
ons nog over hier een woord
plaatsneden en leekeningen. altijd heel interessant,
maar
De gekleurde
bij
etsen van
zijn reeds te veel verspreid
J.
F. RafTaelli, blijven
dan dat wij
er hier in
75
KUNST VAN HEDEN onderdeelen over
uit
zoudcn hoeven
kunsteiiaar zijn inzcnding niet
evenals
De
men
bij
te
met
wijdcn. Het vail
zijn
die van Rodin, do al'wezigheid van
leckcningen, die
hij
te
betreuren dat deze
schilderwerk gecompleteerd heeft,
den beeldhouwer betreurt.
inzond, vorniden een minder belangrijk geheel dan
had gegeven. Die bladen hebben werk van Rodin en te dien opzichte is
die welke hij onlangs in de Libre esthetique
echter een documentaire waarde in het het gepast
om
kunstenaar
Op de
te
den lezer hier naar de onlangs verschenen werken over den verwijzen.
overige
platen
lazen
we de namen van van
Vaes, OlefTe, Bauer,
hunner en we eindigen
Baseleer, ter vollediging van
de
met den naam van Delaunois,
die in een reeks belangrijke
kunst
elk
physionomische
onderden invloed van invloeden, gevolgen van den
studies, gelaatsuitdrukkingen bestudeert
slechte aange-
nomen gewoonten,
levensstaat of
atavistische
naar
bedrijf. Hij streeft er
maatschappij,
legl in
om
de typen
te
bepalen van
deze gezichten de uitdrukking die
alle
slanden in de
hij
er in raadt en
ontdekl nivellecrende grondbeginselen. Zijn kunst in
den loop van
is
de
zijn
van de streek die
som van
zijn
gewaarwordingen, die
hij heeft
opgegaard
pelgrimstochten als kunstenaar door de wegen en velden
hij zelf
zoo zinrijk
:
Kloosleiiand heeft gedoopt.
Jules Schmalzigaug.
76
DE BAZEL
K. P. C.
(Veivolg en Slot)
DER de praclische kunsten bekleedt de bouwkiinsl een zeer
voorname
kunsten
kan
is,
ecliter
^MW^^njl^^i^^A
^^^I'efle'i
y^&^^^^KKf^ 222S[SS^2S^
tijden
maleriaai op,
omdat
kan
Of ze de moeder der bceldende midden worden gelaten, onlkend
plaats. in liet
niet
worden, dat
een eerhiedwaardig
zij
achler zich heeft en onder alle volken van
alle
een der meest uitdrukkingsvolle middelen
geweest,
om
de heerschende gedachten
is
blijvend
in
vertolken. In l)ijzondere mate wekt ze daarbij de belangstelling
te zij
zich,
voor haar wezen, de levende natuur slechts
kon
vornielijk als voorbeeld
stellen.
De boiiwkunst
is
geestelijk, niet
dus een
bij
uitstek
zinnebeeldige kunst, eene, die in zich de vormelijke factoren moet bezitten,
om
gedachten op
te
wekken en aandoeningen
kunst ook weer een
bij
te
omschrijven.
uitstek practische, daar
zij
En
toch
onderwoipen
is
is
deze
aan de
wetten van den lechnisch constructieven opl)ou\v, aan bepahngen van aige-
meene orde en eischen van
geriefelijkheid en doelmatigheid,
voor zich op nieuw gesteld. De l)ou\vkunst
is
door elken
tijd
een ideale en een materieele
kunst, eene die bet menschelijk gcvoel in trilHng heeft
te
brengen en aan de
meest zakelijke verlangens van bet verstand tegemoet moet konien. Hierbij aansluitende, heeft in zich
die
om
hem
te
in staat stelt
bouwen wat ten
om
ook de bonwkunslenaar
dit
tweeledig karakter
dragen. In zijn innerlijk wezen moet de scheppingsdrang liggen,
tot
om,
uit
wat
om hem
slechts element
is,
dalgene op
te
kunnen spreken. Maar ook moet hij de gave bezitnatuurmassa's aldus samen te stellen, dat met de
velen zal
de toevallige
grootste ekonomie, doelmatigheid en soliditeit een practisch bruikbare zaak tot
stand komt, die
aan
alle redelijke eischen
van het nuchter verstand
voldoening kan schenken.
De materieele eischen
heeft elke tijd voor zich steeds vrij zuiver gesteld
;
de ideale, die de bouwkunst maken tot de karakterkunst van haar tijd, hangen samen met de vraag of er een algemeen erkend Ideaal is. Had de tijd zulk een ideaal, dan heeft de bouwkunst dit vertolkt
was
hij
;
miste de
tijd dit ideaal,
van hybridischen aard of van slecht gehalte, dan was ook de bouw-
77
AMBACHTS- EX NIJIERHEIDSKIXSI kunst van hybridischen aard of van slecht gehalfe, of wel ze trok zichzelf terug tot betere dagen
met den
tijd hceft
haar gioei
tijdelijk
zouden
nog geen l)ou\vkunst ontwikkcld, of het moest
zich
zicli
aangeboden. In lijnrechten
zijn
in
strijd
zijn dat
kinistmatig were! geleid, in welk gcval een tegennatuurlijke die zich zoolang
kunsliiiting ontsfond,
liandhaven
kon
de kunstmatige invloed haar
als
kracht deed gelden.
Onze
tijd
heeft
nog geen
ziiiver uitgespro-
ken ideaal, dat algemeene erkenning vindt
daarom kan van onze bomvknnst ook nog niet verwacht worden dat zij hcl ideaal van den tijd kenmerkend zal vertolken, al is een streven, dat naar deze verfolking heenwijst,
ook thans
niet
Daardoor
uitgesloten.
bouwkunstenaar van onzen dan
lijker posilie geplaatst
De
zijn
is
de
een moeie-
tijd in
voorganger
nit
bouwknnstenaar had een hoog en vaststand doel, waarop hij aanvroeger dagen.
stuurde en
iiij
kon
oiide
al zijn
weten en kennen,
zijn arbeids- en wilskracht, al zijn K. p. c. DE BAZEL, Architect Eerste meubel, bureaustoel iiitgevoerd in eikeiihout
met kaifsieer bekieeding,
1894.
al
gevoel en
vinding inzctten vooi" het belichamen van dit einddoel, dit ideaal, dat als het alles omval-
tend begrip van zijn kunst onbetwistbaar vast-
De kiinstenaar van onzen tijd moge er misschien reeds zijn, of
stond. het
want wel
alles
staat tegenover vele idealen
;
het ideaal,
beter gezegd, het zal er wel reeds zijn,
wat was en
is
geweest,
bovcn Zoo mist de hedendaagsche bouwkunstenaar de groote
altijd
is
alien twijfel verheven.
en worden zal
is
in
den oorsprong van
zijn wezeii
niet zuiver onilijnd, niet algenieen erkend, niet
levensbrengende kracht, het onvoorwaardelijk aangenomen grondbegrip, dat
van
zijn kunst, in haar beste uitingen, het fundament uitmaakt. Daarom kan ook geen verwondering wekken, dat onze bouwkunst nog geen dingen van blijvende waarde heeft kunnen voortl)rengen, in dien zin dat deze het in schoonheid neergeschreven ideaal van den tijd voor altijd voor het nage-
bet
slacht, in
de karakteristieke vormuitdrukking van den
Het zou verkeerd zijn hieruit de gevolgtrekking
biermede de bouwkunst veroordeeld voor goed voorbij
zijn.
Het beginsel
neembare verschijnsclen zich leefl in
een zoo
een
tijd,
die zijn
zinnebeeldige
tijdelijk
ideaal
kunst
niet
als
is,
bliji't
de
tijd,
le
hebben
willen
dat de tijden voor de leven,
ook
al
vertolkt.
maken, dat
bouwkunst
onltrekken de waar-
aan het oog. De moderne kunstenaar zuiver genoeg heeft gesteld,
bouwkunst begrepen
en
om
door
vormelijk
AM BACH TS- EN NIJVERHEIDSKU\ST daargesteld te wordcii
bescheidene,
onderzoeken,
daaroni niet
lieet't
dezc kiuistenaar voorloopig een meer
minder nuttige
taak, diebestaat in hot
bewaren,
schif-
van datgene, wat aan
tijden
alle
;
ook
onlwikkelen
en
ten
hot
zij
in
alio
goede bomvkunst genieen
is
geweest wat ;
dus beschouwd kan
worden
als het alge-
meen erkend en
alge-
nieen biuikbaar niadat
teriaal,
steeds
aanwezig behoort
le
opdat de idee,
zijn,
als hoogste in
de
lij
der factoren, die aan ontstaan
het
eener
kunstuiting bun deel
hebben, hierover
l)e-
scbikken kan, wan-
neer de is
gekonien
tijd
om
bet
levend
ideaalweervormelijk te
vertolken.
naast
beeft
Daar-
de mo-
liouwkunste-
derne
naar, als kind van zijn tijd, al
dicn
het goede van
tijd te
Vrkennen
en de wetenschappelijke
vorderingen ei-
van
te
opdat
hij
maar
is
:
|;r,;,iii.i]l,.,l
esclulo inliunt, iiiijwerk
(.'.
in eik,-ii-
OossuHOT,
en
IS'JS.
de gesteldc
problemen zoo doelniatig en arbeid
Di: i;a/.i;i„ Ar.liii.-.l
aanvaarden,
liLllend mogelijk
ziii
kunnen opiossen.
dus zeer veel o])gen()nu'n, waarbij gevoel en verstand een
het begin en het einde onllneken
:
In zijn
lol spelen,
het ideaal van den tijd en de alge-
meene erkende en algemeen
verstaanbare, gedetailleeid vornielijke omschrij-
ving Alles wat daarlussclien
ligt
kracbten, kunnen i)enntten, oni
is
zitli
zijn
deel en zal
zoover mogelijk
hij,
naar de matezijner
uit te
spreken.
79
AMBACHTS- EX MJVERHEIDSKUNST In de eerste plaals zal
door
K. P. C.
eij<en tijd als
DE BAZEL,
dan
liij
bijzonderen
Architect
kracliten niet vcrder,
:
aan do orde wordt
Vestibule in het woonlmis van Dr.
dan heelt
verstandelijken
aard blijven.
harmonie, heefl
hij
zijn
hij
alleen goed,
vinding,
is
aibeid
het daarbij te lalen en zal zijn
hij
Heeft
liij
studie
deze regelen verwerkt
tot
tot
te
werk van
een eigen regel, waarvan
maken. Bezit
scheppingskrachl verleend, dan
heeft leeren
hij
daarbij
zal hij zijn
mooi en
geliiid
van alien anderen arbeid. Toch arbeid van den staat
trouwens
tijd
niet
behoeven
zal
ook deze arbeid nog
te zijn.
werk
hem
niet
niet
niet alleen zijn, het
lict als
inneemt
hi hoeverre hij dit
de
de gave der
Unnnen locbedcelcn, waardoor
trefTend voortbrengsel een geheel eigen plaals
hij
kennen, dan
goed en schoon, maar ook verrasscnd, karakteristiek knnncn doen een eigen klank, een eigen
zijn
gemaakt van de regelen der
een hooger peil kunnen opvoeren, door
maar ook schoon
hem
Diagen
gesleld.
Veth, Bussum, 1902.
J.
waarde en draagkracht door voortdurende oefening zal
aan wat
zijn aandaclit liehbcn le wijilun
eiscli
te
juist,
midden
den typeerenden
is,
of
worden
aan den tijdgenoot, maar aan den nakomeling
te
zal,
beoor-
deelen. In
80
hoe geheel andere omstandigheden werktc de bonwUuiistenaar van
f^)
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST vroeger
tijdeii.
Het leven was minder ingewikkeld en de opgaven waren
daardoor eenvoudieer. Het aantal materialen was minder
K. P. C.
DE BAZEL,
Architect
:
in setal
en de be-
Teekening naar een Asyrisch beeldhouwwerk,
1894.
werking ervan had zich sinds lionderden van jaren langs geieidelijken weg ontwikkeld. Elk tijdperk vond als vanzelf de juiste uifdrukkingsmiddelen, zijn karakter te typeeren
om
en de kunstenaar kende en erkende deze uitdruk-
kingsmiddelen, deze vormenspraak krachten. Het ideaal van den
tijd
en maakte er gebruik
van
naar zijn
stond boven alien twijfel verheven en de ver-
heerlijking van dit ideaal
vormde de hoogste opgave van den bouwkunstenaar, van het menschelijke zoo kort mogelijk kon naderen. Het volk kende het ideaal en de vormenspraak en kon zijn vreugde hebben aan de werken der bouwkunst, die zijn hoogste gedachten in beeld
die in zijn arbeid de grenzen
brachten, op vertrouwelijke wijze tot
aan
zijn dagelijksche
hem spraken
en bevrediging schonken
wenschen. Steunende op wat door jaren, soms eeuwen
was bevonden, kon de bouwkunstenaar zich verliezen in de bijzonderheden der vormgeving, zonder in het dwaze te vervallen of aan de eenheid van
juist
opzet schade
te
berokkenen. Aldus kon elk binnen den kring van het algemeen
erkende en wettig geoorloolde
Onze
tijd
zijn fantaisie
den vrijen teugel
laten.
mist deze eenheid van begrip in uitdrukkingswijze en uitvoering
en het gevolg daarvan
is
dat onze
bouwkunst minder
vrij is in
hare bewegingen,
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKi'NSr daar clke vrijheid, die zich niet aangenonien,
onder de controle van algcnieen
stelt
regclen, de
Jiindanienteele
kans heeft
bandeloosiieid
in
te
ontaarden. Daaroni zal de arbeid van den modernen bouwkunstenaar er meer
een
van concenlratie dan van ontplooiing en
zijii
de persoonlijkheid van
zal
den voortbrengenden kunstenaar slechts rol bij de
zooverre een
in
voortbrenging kun-
nen spelen,
deze persoon-
als
lijkheid werkelijk een karak-
tervertegenwoordigt,datzich in zijn sluit (I
vorm aan-
bijzondere bij
grondbegrip
het
bouwkunstenaar
».
Maar hoe ingetogen de arbeid van den bouwkunste-
naar ook nioge al K. P. C.
DE
in eiken-, "
IJAZEL, Architect
het
ook
zijn, hij heeft,
in
geconcentreerden
Schrijftafeltje uitgevoerd
den
nieest
toch
zin,
ebben- en eschdoornhout door de werkplaatsen
De Ploeg „ Amsterdam,
dus zulke welke
:
is
zijn,
1906.
vormen noodig om zich te uiten. Deze vormen zullen grondvormen zou kunnen aanduiden en die,
welke
men
als
door de scheppiiigskracht van den kunste-
als natuurlijk uitvloeisel,
naar, uit deze
grondvormen
te
voorscbijn woidcn gebracht.
volstrekt niet uitgesloten dat een
hedendaagsch kunstenaar,
maken en omwerken dezer grondvormen
tot
En nu
bij
is
het
het gebruik-
oplossingen komt, die een stem-
ming opwekken van gelijksoorligen aard als bekende historische kunst dit vermag te doen. Voor hen, die den langen en moeielijken weg welke tot de erkenning van de innerlijke waarde der dingen leidt, niet hebben afgelegd, kan
dil
een
slille
maar voor den ernstigen werker is het een omgekeerde meer verwondering wekken. tussehen den opbouwenden kunstenaar en den ordinairen,
vreugde
zijn,
natuurlijk verschijnsel en zou het I
let
groote verschil
maar
om te
dikwijls uitersl handigen, exploitant van
er langer bij
stil te
staan; toch
oude kunst
was het wellithl goed
is
er de
te
opvallend
aandacht op
hebben gevestigd, hier
Bazel, wiens arbeid
in het bijzonder met het oog oj) het werk van de op het gebied van bouw- en meubelkunst, misschien voor
een deel buiten zijn eigen weten om, enkele malcn stemmingen opwekt, die ook door goede achttiende eeuwsche kunst te voorscbijn worden geroepen. Niet de vraag toch ofde arbeid van den modernen kunstenaar gevoelsstemmingen opwekt, welke ook door ouderen arbeid worden leweeggebracht, bepaall de waarde van dezen kunstenaar,
82
maar wel
die,
of deze arbeid in
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST algemeenen zln doeltreffend
Van
dit algemeene wezen is het pcrsoonlijk element van den kunstenaar geenszins uitgesloten, ja het kan zich er zelfs is.
zuiverder in nit-
dan
spreken een
kunst,
in
die
haar geijkte voi-
menspraak reeds gevonden.
heeft
Want de
kunste-
naar, die zijn gevoel wil leggen in het algemeene we-
zen zijner kunst, verder in de
zal
geheimen
dezer
kunst moeten
zijn
doorgedrongen dan een, die een gangharevornienspraak
zijn
tot
beschikkingheelt. Hij zal zich heb-
ben in
nit te
de
spreken gel-
altijd
dende
en
altijd
verstaanbare der
kunst,
taal
die
diep in het innerlijk
wezen
enkele
van
uitvtrko-
renen wortelt, in het
wezen
hen,
die
van
iets
K. P. C.
in
DE HAZEL,
Aicliitect
iloor
:
Boekenkast uitgevoerd in inahonihout " De Ploeg „ Amsterdam, 1905.
de werkplaatsen
omdragen
zich
van het algemeen menschelijke, van datgene wat niet
gencn
tijd,
maar van
alle tijden. In
is
van dezen of van
de kunst van de Bazel
is
veel van dit
algemeen schoon, ook veel persoonlijks en daarom neemt hij niet alleen een hooge, maar ook een zeer eigen plaats in tnsschen de hedendaagsche bouwen nijverheidskunstenaars.
Hoe een mooi
stuk werk op
het geliied van
bouvv- en meubelkiinst
83
I
AMBACHTS- ES XUVERHEIDSKUSST zeker moeielijk
zeggen; loch zal
te
ontstaat
is
zijn, dat
hiervoor itleen vereischt worden.
om
des kunstenaars wil
aan
hem
Nu
wel niel
liet
als het
opdringen,
ontkennen
te
kuiinen de ideen
buiten
zicli
waren onopgcroepen naklaiikcn
zijn
van misschien ge-
onbewusl
heel
ontvangen
in-
drukken, niaar zij
kunnen ook gevolg
een
zijn
snel,
het
van
maar
welbelust combi-
natie-vermogen, dat uit aanwezige
ideen zich nieuwe
vormt.
Eigenlijk
isslechtshij kuns-
tenaar, die onbe-
DE BAZEL,
K. P. C.
Architect
:
wust
Detailschets voor een kamerscherm, 1905.
ingevingen
heeft, die
de natuur met de gave der verbeelding verwezentlijkt te worden, het
meerderen
te
is
in zekeren zin
te
en
doorloopen
tot
om
stoffehjk
op zekere hoogte door
verkrijgen.Maar dat eene,dat door geen arbeid, geen wetenschap,
geen ontwikkeld gevoel verkregen kan worden, de gave der vinding,
en plaatst den kunstenaar, die daarmede bedeeld
staat geheel afzonderiijk
geworden, ook bniten de
rij
schoonen
zelfs
maken. Die kunstenaars, welke dat eene hebben, die dil missen, de
is
der kunstenaars in den gewonen zin van het
woord, kunstenaars die toch ook goeden en
zij,
dus door
bedeeld geworden. Al wat daarna
de geheele lange weg, die de eerste idee heeft
volgt,
zelfs
is
zijn
gevormde kunstenaars; wat
arl)eid
kunnen
de geboren kunstenaars;
niet
wegneeml
dat de gebo-
ren kunstenaars, willen ze aan hunne roeping beantwoorden, ook gevormd zulien
moeten
De gevormde kunstenaars zijn meerdere, de geboren die ook gevormd zijn, enkele. Naar ik
zijn.
weinige, de geboren kunstenaars,
meen mag de Bazel
tot
deze enkele gerekend worden.
Zijn geestelijke en aesthelische
macht
om
zijn
grondl)eeid ncvcnl)eelden af
verband staan;
tijd,
te
die
te leiden,
zijn lechnische
en doelmatig door
den
vorming verleent hem
ingevingen harmonisch in beeld
vorming
met
stelt
voeren, hel redelijk op
hel liruikbaar en solide te
doen
dit
hem te
te
in
hooge male de
brengen,
grondbeeld
in staat zijn
om
ontwerp
bouwen naar de
zijn.
Zoo werken
van het
in organisch juist
eischen van
vele factoren
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST samen
aan
oni
weiU die eigenaardige volkomenlieid
zijii
verrasscnde, dat (evens zoo
men
Zoeid
het
dan
iialiuirlijkheid,
te
gcven,
dat
iiatiiurlijk is.
i^enmerk der modenie kmisl
in
iiaar
karakleiislieke
is
de arbeid van de Bazel zeer modern. Daaioni
^^^^^^^r^
behoeft alle moderne bouw- en meubelkunst
nog
jjjJ^^^fflLJ^B
bel karakter
niel
en de natuur van zijn
werk
te
ook
ze
vertoonen,
a Is
baar soort
in
maar weer
karakteris-
tiek nalniirlijk is, ais ze
dus
baar
grondslag
vindt in de barmoni-
scliesanienwerkingvan ambaclitsken-
talent, nis,
versland, veiiuift,
gevoel en idee.
De Ba-
beeft
groote
zel
bet
voorrecbtin
dit oj)zicbl
zeer algemeen ontwik-
keld
te zijn.
Met
geboren, beeft
talent
bij
zijn
ambacblsman geleerd Daa ro m d raagt vak
als
alles
wat
.
bij
niaakt bet
karakter van uitbetvak te zijn
ontsproten, mist
het dat is
ijle
en twijfelacbtige, dat zoovcel arbeid aankleefl, die niet
voortgekomen, maar naar de teekenkamer
bedeeld met de gave beeft bij tocb nooit dit
om
met
ook gevallen zou
zijn zijn
zijn.
riekt.
Zelf
uit bet
vak
eminent teekenaar,
gedacbten met groot gemak op papier
te zetten,
teekentecbniek gescbitterd, boe gemakkelijk
bem
Zijn gebeele teekenkunst beeft bij in dienst gesteld
vakbeoefening en, wanneer beperking den meester verraadt, dan
van
zijn
bet
zeker bier, waar zooveel knnnen met zooveel reserve gepaard gaat.
Begaafd met versland en vernuit, denkt
Daarom
hij zijn
arbeid zoover mogelijk
is
uit.
werk dat toesjirekende en geruststcllcnde, dat genoegelijke en gemakkelijke in den omgang, dat gevondcne, dat op den oningewijde een beeft zijn
AMBACHTS- ex MJVERHEIDSKISST indnik mod maken alsol liet van/.ell' ontsUian is. Gevoelig van aard doel hij de koude niaterie leven; soms ovcrgcvoelig, bereikt dit leven een enkelc niaal de grens van liol naluuilijke. Bedeeld met de gave der vinding drukl hij op
waar
zijn arbeid zijn zeer peisoonlijken stempel, niaar,
de eenheidsidee
veralgemeend,
lieefl
Reeds
vanzelf in het algemeene op.
als
ook
losl
persoon zich
zijn
in
zijn persoonlijke arbeid zich
de beschrijving van de Bazel's
bij
opieiding weid eroj) gewezen, dat zoowel hel rationahsme als het klassisisme
invloed op zijn vorming hebben gehad. Goed aml)achtsman en goed coiistructeur als hij was, niet
kunst
klassieke
ook
kon
hij
ongevoelig biijven
zijn arbeid
;
voor het constructief streven van het rationalisme gevoelig artist, kon de intense zniverheid van de
ongeacht aan
hiet
eenvoudig en deugdelijk
dan
met dezen vormopbonw
dezen voiniojibonw at
en
shiit
zich
vvijkt
zijn
meer aan
waaiin de harmonic der vormen
tot
bij
arl)eid
in
echter
het klassieke
zulk een
hooge
Toch zou men de Bazel moeielijk een klassissist, in van het woord, kiinnen noemen. Onder een klassissist
gebracht.
den gebruikelijken zin in
vertoont
aard, dat de samenstelling
zijn
de versiering
dat
In
staat.
van de rationalistische school schoonheidsbegrip, is
Zoo
dat de vorni niet slrijdt met den tcchnisch-
is,
opbouw en
organisch verband
volmaking
voorbijgaan.
wordt gebrnikt naar
zin, dat het materiaal
constructieven
hem
de goede beginselen van de rationalistische school, in dien
den gevvonen zin verstaat men,
in
de bouw- en meubelkunst, iemand, die
de klassieke vormen in zijn arbeid toepast.
In
hoogeren zin rekent
men
de klassissisten die kunstenaars, welkc studie hebben gemaakt van de klassieke vormen en vcrhoudingen en in bun eigen arbeid deze vormen tot
en vcrhoudingen verwerken
tot
een eigen kunst, die oplossingen wil geven
welke aan die der klassieke kunst vervvant
zijn.
Er
is
echter nog een derde
waarop de bouw- en meubelkunstenaar met de klassieke kunst in verband kan staan. Hij kan deze kunst in studie nemen, niet om zijn vormen wijze,
eraan
te
onlleenen, ook niet
dezer kunst als grondslag
om
de vormoplossingen en verhoudlngsstelsels
doen dienen van eigen vormen- en verhoudings-
te
maar om, door deze studie, te komen tot een juister inzicht in de waarde van archileclnur in liel nlgemeen om te Irachten, ook langs dezen weg, den sluier op te lichten, die het geheim der architectuur verbergt. Dit Weten geheim ligl voor een goed deel besloten in het woord « harmonic stelsels,
;
y>.
en voelen zijn
hier zoo nauw ineengeweven, dat de controle bijna aan de
waarneming ontsnapt. lets
verder
te
komen
I
och Iracht de begaalde en ernstige architect steeds
o]) dil
moeielijk pad, gerugsleund door zijn naluurlijke
gaven, zijn eenheid van levensbeschouwing en zijn studie van harmonische kunst.
Waar nu
een arbeid meermalen stemmingen vermag op
die ook door klassieke kunsi
86
te
te
wekken,
voorschijn woiden gerocpen, waar een
zell'de
A.UBACIITSgcvoel van harmonische oenlR'id
licl'l,
daar
maker van dozen arbeid dicp doordrongen kunst, dat slant
EN NIJVERHEIDSKUSST
mag worden aangenomcn,
dat dc
van het wezen dezer klassieke
is
in
hij
in cigen
is
aiheitl iets te leg-
gen van het alge-
meen
selioon, dat
ook
aan
ileze
kunst eigen
is.
In
dergelijken zin
is,
meen
ik,
de Bazel
klassissist.
Beiialve
ge-
hoien engevormd arclntect in veei-
zijdigen zin,
is liij
ook uitstekendoinamenlist. Eigenlijk
de Bazel,
is
van-hnis-nil,
ook
beeldhonwer
en
op het gebied van houtsnijden heeft hij
sinds lang
al
zijn
spoien ver-
De geor-
diend.
neerde onderdee-
aan
len, die
zijn
werk voorkomen, zijn
van
alle
band,
zijn
wat de
iiiet
K. P. C. DE BAZEL, Architect Gedeelte van een eetkamerbetimiueiing, uitgevoerd in mahonie- en ebbenhout door de werkplaatsen " De Ploeg „ :
uilvoering,
maar
Amsterdam,
wat het ontwerp betreft.
Nu wordt met
van wat misschien wel
kundig beeldbouwer
tot
zicii
eenig resullaat kan kiden, wanneer een bandig en ertoe leent,
een dragelijke oplossing uit
aangeven
in
te
om
een half uitgesproken gedacbte
tot
werken, maar het duidelijk en welbewust
teekening en conigeeren op bet model van wat uitgevoerd moet
worden,
om
hem
dezen arbeid
bij
19(K!.
ontwer]) hier niet bedoeld bet in vagen zin aandnidcn
bet
beoogde doel zijn
te
bereiken. Als lutvoerend beeldbouwer staat
zwager C. Oosseiiot
ter zijde, die zijne
bedoelingen
87
AMBACHTS- EN NUVERHEIDSIUNST ill
of
Toch mag,
nietgeringe male bcgrijpl. liier
reeds een samenwerking
De aard van
beeldliouwwerk
liet
v^'aarin architect
werk een zoo
is
diinkl
bereikt in
zal
niij, tie
vraag geslold worden
den besten zin van
en l)eeldhon\vei- naast elkaar optredon.
woord zeker geheel aan den
becldhonw-
dit
Is
van bet principe van den bouw, dat voor een
direct nitvloeisel
de boofdgedachte, geen plaats
zelfstandige gedachte, naast
woord.
litl
zeker van invloed zijn op de vcrlunidiiig,
architect
moeten
zijn
dan
is,
zal liet
en zal de beeldhonwer zich
te beschouwen van des architecten voorbeeldhonwwerk echter ook voor zich een laak te vervullen geestelijken inhoud, zijn licht- en schadnwwerking, zijn vormver-
nitvoerder hebben
slechts als de
schriflen. Heeft bet
door
zijn
scbijning,
dan
zal
ook
in dit gcval
de beeldhonwer zich hebben
aan de regelen van den architectonischen
den architect
komt
dit gedeeltelijk zelfslandig
niet voor; hij
is
te
onderwerpen
nuiar daarnaast zal
scheppend knnstenaar werkzaam
als
pend knnstenaar,
o])zel,
zipi. Bij
hij
met
de Bazel's arbeid
optreden van den beeldhonwer,
schep-
als
daar steeds de volgzame en tronwe nitvoerder
der zeer nanwkeurige voorschril'ten van den architect. Krijgt de arbeid bier-
door een groote mate van eenheid, ze ontleent er ook een zekere teruggebondenheid aan, die soms een gevoel opwckl, alsof volop
is
nemen
uitgezegd geworden. Hel geval
dat
ook
is
in dit opzicht bet laatste
niet alles,
wat
te
zeggen was,
zeker moeielijk, maar hel
woord
in
aan
te
de Bazel's knnst nog niet
is
is
gesproken geworden.
Zoo
staat
de Bazel
als
een der merkwaardigste architecten temidden van
van dezen merkwaardigen, maar weinig geordenden karaktervoUe knnst vereenigt lijke is
hij
knnst en de bijzondere van een niterst
zijn
knnst van zniver gehalte en
ligen aard
en zal
zij,
tijd.
In zijn natnnrlijke en
de algemeene eigenschappen van
afgescheiden
in
fijn
alle
natnnr-
besnaard knnstenaar. Daarom
haar vormverschijning van zeer gevoe-
van deze vormverschijning, door haar
hoog opgevoerd eenheidsbegrip, van blijvende waarde
zijn.
C. \V. NlJHOFF.
KUNSTBERICHTEN ONZE EIGEN CO RR ESPO N D E NTEN)
(VAN
UIT AMSTERDAM
D D
liTI
n n
ET AMICITLE ±
SCHILDERIJEX, SCHET-
SEN EN STUDIEN VAN EL. AHNTZENIUS, J. H. JLRRES, ED. KARSEN EN W. B. THOLEN Allijd eeii frisch idee,
schetsen tentoon
le
stelleii.
de spontane spaniiingen en in
zijn
plolse ontstaan,
De
liet
om
met beweeg
scliels,
vrije
liohllucht.
En een
uiedcdecling
met de verrukte
van
is
essenticel deel van zijn de gemakkelijke zuiverheid
zijn leckening.
Waar Tholen
kan
slijgen
vvcl
boven
selietsmatigheid met vol belioud van alle
bevend leven, daar stijgt Arntzenius hier in de waardeering daar deze schetsen bekoordan vele « tableaux vreugdc die een Rozenslukje lijker zijn
tane
neertoetsing
gele
blankheid van
in
».
Groot
is
prachlkleur van
Iheerozen
i>ranje harten, in subtiel
de
de spon-
gaf,
de
met hun
blauwe gember pot
uitbundighedeii in onvervuilde kleuren en
slekend met het matte grijsgrocne hunncr
onverwrongen Leven gekregen dat in de kunstenaar spant, en iieeft vaak meer van sclioonheid, dan het voltooide, en tocli als een ongrijpbare droom onbevredigd
blaren.
de uilzwierende vreugden iijnen, heeft
meer van
in
het
latende, schilderij.
Zoo fijne
aandoeningeii van Tliolen vcrblijdin-
gen voor wien de Niet
lieftig
overtogen
of
zijn
stiile
van
toonslelling. Veelal zijn dezell'de doorvverkte
gestuurd hetgeen een gevolg van het feit dat Karsen, zich niet gevoelend de ras-schilder, noch de handige schilderijen
zal zijn
de zachtgevoelige, de week-
zijn hier
Aan den naam van Ed. Karsen doet deze min gocd als zijn laatste ten-
expositie zoo
beroeringen groote
lief zijn.
bewogenlieid
de kleine doeken, maar met
zachtvloeiende en vooral met liarmonieus rythmisciie gevoeliglieden
i.s
het niet sterke,
maar ook niet slerk bedoelde en du.s bereikte werk volvoerd lot de fijn verhaalde, zacht uilgesproken, verlellingen overwaler-
vlaklen en huii bevvegen, over wolken en
technicus, wel weet dat schetsen zijn fort niet zijn,zooals
de enkele donkeie, techniek-
looze aanzetten bewczen, daar hier de kunde gelieel ontbiak.
Kunde ontbreekt bij II. .lurres nimmer. Had hij zell's maar vvat minder. De aanzet voor een groote en belangwekkende compo.1.
bevvijst het. In een vveloverwogen breede groepeering is een groote Ruiterbcnde samengevat. Hoewel nog veianderingcn in sitie
hun gaan, over sciiepen en luin glijden, alle dingen en hun eigen zijn. Zoo vertelt hij hoe de Zuiderzee kan kab-
technische onderdcelen wensclielijk
Ijlijven
over
en, bovenal een uitbloeing van zijn,
op deze
belen en rimpelcn, van de bruinen en bhiu-
kcnde, handige techniek
wen van
zoo
luchten
het golfgekleur, met de teertintige
er over... Zoo verhaajt hij hoe schepen donkere silhouetten zijn, varend onder donkere wolkklomp, voor klaar pure
wijze eenmaal vcrdorrende, vierkante, bere-
is
(lit
le
wenschen
zijn,
loch weer een van de degelijk
ovci'dachte uilingen van deze coloristischen,
bedenkenden schilder.
89
KUXSTBERICHTEX
^^"^^
<^'^
-
AMSTERDAM
I'lT
'•^ '•S «»S '•S '•S '•^ ^''^
kunsthanhel ± xkno
i,.mu:nsche
mlnnincihoff. lko gestel
5;
mono-
tyri;s van krai?he, exkkle artiesTEN /C-^ Bcliartf^lijk, omdiit liel zoo vol in (ie
vcif
is,
de stU(iieljes-{|roep van Mi'inning-
lioH"! Verf,
vooral als
kan ids van een als zij
»
hebben dat
hcbben
kan
alles,
vol, rijp,
gedegen, nialsch, zijn.
En
(ieze
door dal zc
« lek-
sludietjes
niel
pure en
VIT
ROTTERDAM geteckende, maar
juist
onsterk
nageteekende
ecu
diepdoorziclitige pate. Het
de
bij
rcinlieid
f'risclie
iniprcssit's, die lijkiieid
Ik
is
voeligc teekening nieestal missen.
De bleeke, kleurarme en perfect ionecrde
ontwcrpen van blocnien op Maar met
dc
scbilderA-((;is/ heeft dit te
a D
UIT
ROTTERDAM OTTER DAM
zijn.
bereikte wat
bij nioesl, daarvoor nioet liij op kleine stnkjes saniengedane levendige kiadit weten te spreiden, vervnldigd, op de groote dockcn zijner, nieer onlieduidende scbilderijen. Maar ik wilde wel Miinninghoirals » rijk van beloftcn » aanduiden, daar bet leven er tenmiiiste in « levend » is. Zijn studies van den Veluwe-zoom zijn met lierfstbruiiien en goudcn, met vvinteisneeuwgrijzen, met zomergroenen getooid,
wel
minder
correct en degelijk en faiilloos, diis beler Gestcl's teekeniiigen duiden
dige aarti, die
op een Icven-
nog
zijn eigen wijze van daar de wil van Jan Sluylers' leekeiiwijze te veel over de eigeiibeid van Gestel's ziensmaiiier spookt.
sprekeii
niet
bcel't,
Een zaal vol verscbeidenbcid bood, onder goede namen, als Mauve, Gabriel, Van der Ven, van Heever, tocli niets z66 nieuws dat 't bespreken waarde zou bebben, IcrwijI
CH E
28
MEI-5 JULl /C*. Als
men (".onstantin Meunier gezien lieeft (en men dcnkt daarbij tevens aan een dicbter Emile Verbaeren, om zich klaar te maken, dat de groote beeldbouwer in zijn land geen uitzondering is), dan is men er lerstond van doordrongen, dat de Belgen een ding bezitten, dal ons Noord-Nederlanders te eenenmale onlbreekt d. i. monuals
:
mentaliteit en
worden.
S
a d
KUNSTKRING ± TENTOONSTELLING VAN WHRKEN VAN CONSTANTIN MEUNIER ±
deze scliilder
al die,
scbilderijen
weinig contact.
GONHAI) KlKKKKT.
nuancenrijke
van MunningholFs weik
eens znllen zijn
Ulcuraaii ge-
wilte seire-wanden geschilderd.
deze volheid,
soniniiger klenr-
dat
sonis
valscbe uitvoerigbeid doet denken
de veiieidelijke welbehaag-
wilde niet zeggen
en
kleurgevoelige samenstelling en de lijnge-
klare verven er op gezet zijn en Iransparanl
geglaceerd wenien tot
eigoiilijk
bloemlrossen
bloemboeveelbeden) kunnen gcen kunstniaat toegerekend worden, onidal /.ij dc
er zclf in bagj^erl,
bckoriiif<
sniakclijk, smccig,
kcr
men
-
met quasi
groote
hartstochtelijkc
zin
voor de maatscliap])elijke werkelijkbeid. weet wel, dat deze bewering door Ik menigeen niet zal aanvaard worden, dal men, om ze te weerleggen, zal wijzen op bet scbilderwerk van dezen en de poczie van dien,
— maar daarmee
gerlljk
kunsl in is
is
hel echl klein-bur-
karakler van onze hedcndaagsche al
haar uitingen nog
niet
geloochend,
slecbts bij een aanlal artislen bet bewust-
blijvcn.
van een gebrek en het voorloopig nog onbeholpen streven naar lets anders en ruimers geconslateerd. Inderdaad — hoe ver dit van het doel verwijderd blijft en in welk opzichl onze kunsl in haar geheel,
\)H. c. 11. iJEE, aquahelli:n van hloeMEN-STILLEVENS BIJ VOSKUIL (SPUI)
beneden de Belgische blijft, — dal wordl men bij wijze van tegenstelling gewaar, als men voor het werk van Meunier staal.
aqua
dit allcs. llel is
lie
monotyi)es
missen, daar
(lit
van
Krabbe waarde
zclf
gekleurd overdrukken van
met veel meer resulacbterwege bad kunnen
natte olieverlstudies
taatszekerbeid
zijn vrij
niettegenstaande alle verfijning en verijiing,
-y De decoraticve, waiidversieringacbtige 90
s
van Dr. Dec, (onlwerpen overladen
In de eersle plaats
:
de groote eenheid in
de arbeid en steeds weer de
KUNSTBEIUCHTEN :nl)ei(i, ilicn
nimmor moe
liij
verhcerlijUl
lieeri,(l<)orlu'm in oiieiiuli.^eversclieitlciilicid
af le beeldeii
op
:
fabriek, in dc
(le
veld, a:in de haven, in
liet
niijn. Zelfs
scliilder-
/.ijn
werli lieefl maaibij uilzondeiingeen andeie,
CPU
zuivcr-picturale
zclden
bet
is
hem ook
bedoeliiif^
daarin oni
;
lets
is
—
gcduid. Uilzonderingcn zijn bet Zeetje
<»<>
mceslei lijU-geschilderde (Ian
luchl
prachlige
de
nicer zegt,
de diie gebogen, slechts los-opge/.elte
vrouwljes
(no 75i,
de Slakkenberg (no 76; en de groole doeken
een paar dorpsgezichlen
;
gaan van een geheel ander, een decoralicl' principe uit. En zonder den schilder le koii le
doen,
nioet
men
zeggen, dal
liij
zicb
nieer en mecr op een gebied gaal wagen, dal uitsluilenti des beeldhouwers is. Tol beeldliouwen nioesl Meunier tenslolte dan ook konien. Iiidien bij uilsluilenil, of bierin
bij
nooit de
gewone betcekenis geworden is.
Zijn nienscheii zijn oni
zoo
t\c
Ziikkendruger, de Viiiinverker,
loch nog lets van de klassieke rusi
bewaard liebben, zooals bun hard-energicke koppen met d' n wal kleinen schcdel die van een
konden
tot slavernij zijn.
vernederd Giiekcndoni
Zie zijn lioepende hierchense,
wier nobclc vcerkrachtige torso on
Zola's
monument, een godcnvoedende Alma
Mater, die ecu tempelfrics niel onlsieren
—
den besten zin klassiek. Mocht men op hel arangemciit van deze
zou,
bet
is alles in
Icntoonstelling
ale
zooveelsle
voortrcire-
door den Kunstkring ingerichl) een aanmcrking makeii, bet zou deze zijn, dal de niet-overgroole zaal met al die kolossale lijke
C. (lABRlEL ^ MAANI) JUNl-JULI Ken derligtal schilderijen, nicest van
klciiie alnietingen
en een dozijn krijtleeke-
ningen bet ecnige kapitale schildciij iMolens ;
(Hill
den Moerdijk) van allesbehalve supe-
En over bet geheel Gabriel Een paar dingeljes nil Korlenboef, klaarblijkelijk onderdcn invloed van Roelofs, zijn met hun ictwat schellen pruisiscb blauwen hemel en naar hel gecl liekkend groen bepaald onharmonisch. rieure kwalileil. niel
op
zijn
:
best.
Verdcr een aantal doekjes, die niel onbeiiiaar van Gabriel verlangt men nieer. Slecbt een paar hebben dal koorlijk zijn,
concieze, dat leilloos-gave,
dal zijn
beste
ncvelgcstalten langs hel gladdc mj'slcrieuse
de Mauiei\ de Mijiiwerker, wier van dcii arbeid gckronide ronipen en hoekige ledenuiteii
^r:/"
liij
hebben in de ruinite geslaltcnis aangenomen, zijn gegroeid tot kolossale, lilaniscbe statuen. Ecu gcweldig :
P. J.
nit
biiilen-
dc doeken geslapt,
geslaclil
^
OLDKNZIvKL ± TKNTOON.STELLING VAN WERKHN DOOR
die
zijn, le
^9i ^•i ^9i {g,»S ^9> ^,9^ ^9t
zeggen
van
figuur
5zfJ
ook die hem eigene, vvalerzilveren klaarbeid,
lenminsle boofdzakelijk schilder gebleven
was, zou
^
KUNSTHANDKL
waarin
de Arenleesters,
74;,
echlcrwasieder sink alzonderlijk le zien, al was dan ook de algenieenc iiidiuk wal vei warreiid. slotte
S*
voldoende, niaar niel nieer dan aan-
ROrTERDAM
UIT
behoorlijk
anders
bijna steeds accessoirc, decoratief gcgc-
ven,
Ten
slechls
dan oni den arbeidenden nicnsch te doen waaronder, hel l)e onif^evinj^, de hemel landschap, wnarin zijn figuren bezig zijn,
—
bron/.cn en plcisters wel wat overvuld was.
werk onderscbeidt
;
;
walcr slaan te peiiizen, waardig. Zeker, daar is genoeglijk
waard om acliler
om le
de
aan
te
bezillcn
is
zien (o.
boerdeiij, niel
hem
nog wel
hem
bij
nicer,
en begcerensbet VIonderlje,
a.
den vroolijken,
rood-gescliilderden enimer), niaar bet Gabiiel, zooals
geheel
wezen kan, zooals
is
niel
ik mij
heiinnei' b.v. van een verkoop-tenloon-
slelling
geleden,
van Van Wisseliiigh, ccn paar jaar waar bij met een superben Zomer-
Dclilend en een
kuisch en
paar poldergevalleljcs, zoo
klaar als water,
de
Harbizons
Irotsecrde. Zijn kernacbtige, correcte en legelijk
bcziclde teekeningen,
waarvan
zoo
hel papier
met warmen gloed verguld is, met buiteiigewoon genoegen. Er is zoo ids hislorisch in zijn wijze van wcrken, zoo lets van deprecicsheid van een oud, nauwgezel leekenmeeslerlje, in kostelijk contrast met zijn breede opvalting en zijn moderne visie bij weel zoo pikant met
door den
lijd
zie ik altijd
;
91
— ROTTERDAM — AMIiACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST
KUNSTBER.
eon tikje roodkrijl ecu kleursuf^^eslie aaii le (luidcii
!
genieteii.
naarvan was hier weer volop te Maar voor liel gemis ami wanrlijk
siiperieurc schildcrwerken
was
(lit
ecu
locli
wel wat scliralc vcrgocding.
^^^^'^^^'^^'^^^^^^^ KL'NSTHANDKL KLEYKAMP ^ TENTOONVAN GUI) EN NIEUW TIN EN AAHDEWEHK VAN LANOOY yC*- Dc tinSTEL1,1N(; iiegieU-r
Kampliof
wcinigen, die oel'enl. Ult
plaals
zijn
is tliaiis
is
een
ilcr
handwcrk nog
collectic en nil
zijii
& NIJVERHEIDSKUNST no TENTOONSTELLING VAN HEDENDAAGSCHE NEOERLANDSCHE KUNSTNIJVEHHEII) VAN 3-31 MEI GEHOUDEN IN DE ZALEN VAN HET SCHILDERKUNDIG GENOOTSCHAF PULCIIH I- STU DIO TE S GHAVENHAGE
be-
1-;
weik-
conibiiKitie
derkundig
van bet scbilgenoolscbap
een grool aanlai voor\vei|)cn,
Pnlcliri- Studio
liierkannen,
liedcndaagscbe
burden,
sciiolels,
Zwollc
le
dil cdele
DDaanjan AMBACHTS-
kioczen, lepels
tlieeketels,
de firma Kleykanip len-
bij
waaronder in al bun eenvoud pracblslukkcn. Moderne vormen zoekt men de Heer Kampliof is nog in iiel te vergeels bezit van de oude gietvormen, meestal zevenliend'eeuwsche en zet zijn bedrijf op oud-vaderlijke wijze voorl, zonder naar iels
de Neder-
landsche kunstnijverbeid
loDiigeslcld,
;
en
is
onvoinield
Wel
mag
plegeii
ecu gebeurlenis die niel
blijveii.
kunslscbildcrs zicb gaarne
le
omringeii van scboone voorlbrengselen dor kunstnijverbeid
zijn
;
oude kasten, stoelen,
die kostclijkc
koperen kronen, kandelaars, ilelftscb aardewerk, enz. enz. geen zeldzaambeden in een aieliei', maar locb beperkt liunne keuze
van oudslicr overgeleverde modellen daar-
zicb doorgaans lot een bepaalde stijlperiode,
naar ook geenszins
welken lijd de voorvverpen een zekere bekoring liebben, die bun aan piclurale ellecten gewend oog aangenaam aandoel.
nieuws dal
le zoekeii.
men
Het moet gezegd vvorden,
van
bet zien
bij
al
verlaiigl.
uil
De Heer Lanooy le Gouda, die een tijdlang mel onloereikcnde liulpniid
weikplaals een aanlai
en pollen
|)ullen
le
voorsebijn van zeer verscbeideji voiiii en kleur.
Mooi
maar
vorni niel, bizarre, al
bem voor dislinclie
niet
iiel
is
alles,
bizonder
vooral
van
wel en sonis
bewaarl Lanooy's goede sniaak excessen. zal
dil
Om
zijn
werk naast
eigenaardige vele
meer-
labriekmalige produclen wel worden gezocbl, al
worden,
wil lol
liel
me
welke
niel reclit
uilerslen
tafels,
dil
duidelijk jiollen-
feliscbisnic ten slolte zal nioetcn leiden. H.
or
het nu pleit
voor de ruiniere opvalting
dcr picturalislen, of voor de meerdere vornienrijkdoni die de nijverbeids-kunstenaars
aan bunne voorwerpen welen zal
maken
moeilijk uil te
geven, hel
le
zijn,
maar de
eikcnning en waardeering, der gebruikskunst, nijverbeidskunst, sierkuiist of hoe
men
bet
ook zou willen noemeii door de
breeders van hel Lucasgild, verbcugcnis
Immers
is
een
feit
dal
mag wekken.
beboeven bet ons niel te onldie een mooie vaas, een inooie kasl, een bebaiigsel of wal ook maakle, werd steeds, en niet hel minsl door ben die scbilderijen scbilderden, aangezien voor ecu geciviliseerde pollenbakker, nieubelmaker, behanger, en zoo er boetseerwerk wij
veinzen, iemand
.1.
aan de vaas, beeldhouwwerk aan de kasl, scbiiderwerk legcn de oordeelde lijk,
men
algcscbeiden
men een
van bet
be-
afzonder-
geliecl,
zouals
los beeld. relief of sciiilderij
beoordeelen.
92
muur kwam,
dil laalsle gclieel
zou
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST De tijden zijn ecliler vcraiuicid eii ook het werkder nijverhekls-kuiistenaars hecft zich gaaiuieweg gewijzigtl, het en
(lor
slotte Ilct
gewoidcu
over de
was,
Gill
;
is niiiuicr droog dc gocde sinaak hecfl ten
streiige principeii gezegevierd.
in
mel Victor Cousin
dan ook meestal blijk, dat er meer gewerktwordlom den aandacht op zich zelf of op het ding te vestigen dan om waarhjk te trachten iets goeds te maken. En deze oppervlakkighcid, dit zoo zichtbare « hoog moderne », hecfl er juist toe geleid dat menschen en ondernemingen die
goed en waar, niaar
...
spreken
te
Men
niel sclioon.
zoclit in logisclie samenslelling aileen iets te bereiken, dat bclialve ccn lecliniscli probleem, ook sclioonlieids cisclien slclde. Na de onberedeneerde overladiiig der laatste belft der 19'' ccuw was eene rcaclie,
die zich in grooten eenvoud en soberheid deed kennen, zeer begrijpelijk niaar allengs zag men in, dat een modern meubel ondanks alle zuiverheid van maten en verhoudingen, van niakelij en bewerking, de l)ekoring misle van een zeventiend' en achliend' ;
De charme van mooi draaiwerk, van mooie profdeering, zij was geheel over eeuwscli.
men
bet hoofd gezien, zoo angstig had
zich
den beginne door de zuiverheid van stiji, door de construclieve eischen gcbonden in
geacht.
een bestudeering van vroegere l)eri()den niet is uitgel)lcven.
stijl
en kunst-
Waar men
aan-
vankelijk geniecnd heeft iets nieuws, iets
moderns
»
le
moclcn scheppen,
is
dit ten
ondeugdclijk gei)leUen en heeft
men
het buitenland
is
het zeer opvallend,
geeft
absoluut niels presteerden, gretig het uilerder dingen gingen namakcn, alzoo de
lijk
schijn voor het
wezen aanziende. Hierdoor
vooral onder het publiek een geheel verkecrd bcgrip ontstaan over onze heden-
is,
daagsche kunstnijvei-heid.
Ilel
ging af op
zoogenaamde moderne vormen, of
versie-
ringen, zonder kennis dcs onderscheids zag
namaak voor
het werk van den oorspronkelijkenonlwerper aan,en noemde alles wat
maar een
tintje ongewoon was « modern » nieuwe richting. » Het is ook hierom een verblijdend verschijnscl, dat we nu in or.ze hcdciidaagsche
of
Kn nu men na de jaren van nauwgezet zoeken komt tot een rijkeren vorincnkcus, nu is liet opmerkelijk dat op ieder terrein
'
nieuwe slijl te gaan uilvinden. Ilct ontwerpen van vormen, van voorwerpen, waarbij dan ook het zoeken naar iets extra-bijzonders, sterk op den voorgrond treedt, vooral
«
kunstnijverheid, een vooruilgang, een zoe-
ken naar mooierc vormen, naar nieerdere rijkdom kunnen constateercn. En de tentoonslelling
gelegenheid
in ;
Pulchri hood hiertoe
alle
misten wij op verschillend ter-
onwillekeurig een afspiegcling ervan gegeven in eigen werk. In aardewerk zien wij dan
cnkelen wiens werk, een waardige aanvuUing geweest ware, iedere grocp op zich zelf was toch zoo vertegenwoordigd dat zij een vrij goed beeld gaf van den stand onzerhedendaagsche kunstnijverheid. Het zou ons te ver voeren hicr een uit-
ook ongetwijfek! waar het zich boven het modern gewildn of gezoclite verheft, remi-
ven, ondoenlik
nicensen
ieder hier naar behooren het zijne te geven.
slotte
zich
gewend
tol licl
werk van groote voor-
hierin nagespeurd het hoc en waarom, en zonder in imitalie te vervallen,
gangers,
nit .lapan,
in
de metaalkunst,
werk der Perzische meesters,
in
liet
de meube-
rein
voerigtentoonstellingsverslag ncer lijkt
te schrij-
het ons buitendien een
Onze bcdoeling was dan ook
slechts,
met
len onze Zcventicnde en Aelitiendc-ccuwers
een enkel woord deze tentoonslelling
enz. enz.
memoreeren,
Deze opinerking, vooral bier ter ptaatse, wij nog wel even nader omschijven, om niet de kans te loopen misverslaan te worden. Steeds hebben wij gemcend er o|) le moe-
zij geliouden werd, maar tevens, omdat zij voor hen, die zooals wij, dp bewcging der kunstnijverheid van de laatste jaren hebben mede gcniaakt, wijst op een vooruitgang in de goede richting, een vooruilgang die niet aileen berusl o|) een zoeken naar iets nieuws, maar op een bestudeering, van datgene wat
mogen
ten wijzen, dat het oiiniogelijk
is,
om
niet te
zeggen dwaas, iets te gaan maken, met liet vooropgezette plan, weer een spiksiilinter-
niet allcen
jaren stand geliouden
om
te
dc plaats waar
heeft,
en daardoor
9:5
»
BOEKEN S: TIJDSCHRIFTEN bewczen kwnliteilen le bevalten van deugdelijkc waarde, waarvan de kennis ceii onniisbaar
hulpniiddcl
zal
eigcn conccptics.
blijken R.
W.
voor
P. Jr.
^^^^^^"^^^^^^"^ BOEKEN
&
TIJDSCHRIFTEN
belang bezitten als uiting van kunst,
1850, die
of
om
eene er aan vcrbonden historische
worden verkregen de aanweziglieid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geherinnering. Aldus zal
een handbock, waarin
men over
schiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan
en tegelijkertijd een
volledige en
V00HL00PIG1-: LUST DER NEDERLAND-
vindeii
SCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KDNST. DEEE I. ± DE PROVINCIE
belrouwbare bron voor de Ncderlaiidsche
UTRECHT t. UTRECHT W. LEYDENROTH 1908 yz,^
^t^^^^^i^W/
"loe'e'i
'•'
hiei'
roet een
woorden wiizen on
^W\^K^vlf/A
p:iar
ICtKrwVSaiLk
'''" l^P'^'io'iJ'^P" eerste-
^nSM^^H^
liiigderuRijksconimissie
jn^nfij^mPfi
'ot hel
V^CtOfl^r^
geveii
opmaken
cii
uit-
van een inventa-
ris en eene beschrijving Xederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, » in de wandeling doorgaans kortweg « de Monumenten-Comniissie » genaanid. Dit boekje imniers, deze
van
lie
((voorloopige
lijsts, is
uiteiniate beleekenis-
de cerste piaats als proeve van de werknielliode der comniissie. Die werk-
vol. In
mctliode,
we kenden
jaarverslagen.
keurig en wie
ze wel reeds uit de
Maar wie is
leest
die
nauw-
zoo optimistisch, dat
hij
steeds
maar aanncemt
sie in
haar jaarvcrslag meent, dat ze zal
dat
wat een comniis-
bereiken, ook steeds bercikt wordt
'!
Deze comniissie, het blijkt uit alles ten duidelijkste, is hard aan het werk, en met
Den 7 Juli 1903 is ze ingesteld en reeds zijn meer gegevens verzanield dan succes.
men
durven verwacliten. Reeksen van fotografiecn zijn bijeengebraclit, waarvan de opnamen vaak onder zeer moeilijke omstandighedcn werden geniaakt, en de verschillende commissieieden bereisden en bereizen nog aldoor ieder de hem aangcwczen gedeelten van ons aan oude nionunienlen nog zoo rijke landje. De taak der Rijksconimissie is wij volgen hier het voorwoord van het v66r ons liggend boekdeei — « het sanienslellcn en uitgeven cener geillustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van v66r liad
—
:
94
kunstgeschiedenis
».
Ten einde nu dezen reuzenarbeid, die vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken le kunnen ondernenien en tevens zoo spoedig mogelijk een overziclit te kunnen gcven van al wat het behouden waard is, bcsloot de comniissie, aan te vangen nietde bewerking eener « Voorloopige Lijst » der monumenten, waarin alleen gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen kort worden vermeld. Voor het eerste deel van deze lijst, bevattende de
«
monumenten der provincie Utrecht,
blijkens het
voorwoord, de gegevens
door onderzoek
ter plaatse » in 1904 en 1905
zijn,
verzanield iloor
Mr
Overvoorde en den
S.
Mr
Muller Fzn,
J.
C.
den Secretaris der Comniissie. Mr Muller, de gemeenle-arcliivaris van Utrecht, die wel als geen tweede de oude monumenten der stad Utrecht kent, nam die gemeente voor zijn rekening. Mr Overvoorde, de Leidsche gemeente-archivaris, bewerktc de genieenten ten Zuiden der spoorweglijn WoerdenUtrechl-Ede, tcrwijl de Heer Kalf al de
Heer Jan
Kalf,
andere gemeenten bezocht. Al die gegevens nu zijn gemeentegewijs gerangschikt, de
gemeentes
in
alfabctische
volgorde en volgens de spelling der Woordenlijst van het Aardrijkskundig Genootschap. Biiinen elke gemeente zijn de nionunienlen
volgens een vasle volgorde vermeld
:
voorop
de voorhistorische, Germaansclie, Ronieinsche en Frankische oudheden. Dan volgeti de vcrdedigingswerken,
wegen, bruggen,
grensstecnen, schamppalen, kruiscn, pom-
pen enz. Vervolgens eerst de burgerlijke opcnbare, daarna de kcrkelijke gebouwen, de gebouwen voor ondcrwijs en liefdadigheid, de particulicre gebouwen, niusea en « varia.
De huisgevels wijze, volgens
zijn,
de
op
zeer
practische
architectonische lypen
gebouw
elk
opsoiiimiiig der
viiuit
men gcvoegd ecu
vooniaamste
oiiderdeeleii,
huniie juisle of vernioedelijke dagteekeiiing
en enkele hisloiische gegevens, voor zoover die in de voor de hand liggende litera-
werden gevondcn en betrouwljaar geacht. » Zoo vinden wij b.v. bij liet huis Zuyle-Steyn onder Leersum vernield, dal liet \66r 1-156 werd geslicht, in 1551 verbouwd en in 1630 aangekocht door Frederik Hendrik, die bet zeer vergroolte enverbouwde. tuur
Verdcr
leert
ons de besclirijving. dat bet
huis heeft een hoogen vierkanten toren uit de 16"
der voornaamste bouwwerken, dat opnieuw van den practischen zin der commissie komt geluigtn. Men kan er b. v. met een oogopslag uit zien, dat er in het Ulrcchlsche twee belangrijke kerkbouwzicht
gerangschikt. Bij
BOEKEN S: TIJDSCHRIFTEN Acbterin — voor het topographisch register — vindt men een chronologisch over-
eeuw, een gehouwen portiek met carya-
tiden van 1551, trapgevels nil bet Iweede
kwarl der l"" eeuw, een rijke gemetselde trapbrug in Lodcwijk XIV stiji, en veischillende oude ankers. Dan komen nog allerlei details over een zoldering, over daar aanwezige portretten van Mijlens en een schilderij van Hondecoeter, over de banken, tuinbeelden, bekken enz. Voorwaar dus een bcschrijvingsmelhode, die in al haar beknoplheid den stand van zaken op Zuylestein — om dat zoo maar eens te noemen uitnemend v^'eergeeft. Hoe goed dit systeem is volgehouden bleek ons bij bet conlroleeren van de beschrijving van enkele oude gebouwen en buitenhuizen, die wij kennen. De kerkeschatten zijn ook telkens vermeld heelde invenlaris b.v. van den Dom van Utrecht, de klokken met haar data en de namen der gieters enz. Onder Bunnik vindt men vermeld, dal de Romeinsche vondsten, indertijd ohder die gemeente (te Vechlen) gedaan, zich in musea te Utrecht en Leiden bevinden omtrent bet slot te Vreeland,
—
periodcn
zijn
geweest,
nl.
de dertiende eeuw
(waaruit nicest alleen de lorens over
zijn)
en
de vijftiende.
Zoo beknopt
welkom
ze
is
dus deze lijst is, zoo ondanks dit, ondanks de
als
—
—
nls een van alle illustralie voor ieder die welen wil, wat bij bier of daar in Utrecht vinden kan aan oude moiuunenten. Verlangen doet ons dit eerste dcel dan ook naar de volgende, waarin provinciegewijs de overige deelen van ons land zullen worden behandeld. Mogen ze spoedig volgen,moge een ieder dan aan de commissie
afwezigheid «
Cicerone
de
»
zulk een grooten arbeid onvermijde-
bij
en nioge dan, op den aldus onslanen foulcloozen grondslag,
lijke
omissies berichten
het definitieve
monumentenhandboek
ver-
schijnen als een toonbeeld van wat de tegen-
woordige Nederlandsche kunslgeschiedvorsching ook in dil opzicht met ijver, volharding en mooi volgehouden systeem vermag tot stand te brengen Met voldoenig ziet men den overzichtelijken druk en het aangenaam uiterlijk van !
dil 102
bladzijdcn Icllendc 8o dccltje.
W. MaKTIN.
Den Haag.
:
;
waarvan
nog de grondslagen beslaan, vinden we terloops de belangrijke mededeeling, dat een oude plattegrond daarvan bewaard wordt in het kasteel Zuylen enz. enz. In het algemeen blijkt uit dit boekje, dat het aantal voorwerpen van kerkelijke kunst, dat de Hervorniing in wezen heeft gelaten, alleen
GRUXKWALDS ISEXHKIMER ALTAR J HKRAUSGEGHBEN VON MAX J. FRIEDL.\NDER t MUNCHEN, F. BRUCKMANN A.-G.
1908 (Gross-Imperialfoumat 59
UND 4 Seiten Text, FAKSIMILES UND 1 LiCHTDRUCK. mappe 120 Mark) CM., MIT VI
X
72
6 FarbexIn LeINEN-
:
X dezen
eeuw
;
aanvang der xx^
schijnt de kleuren-
reproductie
te gelijk
met
de luchlscbeepvaart een fase van practische uitvoerbaarheid te zijn ingetreden. Tot nog toe bleven
dan men zoo zou nieenen. Men zou er nog van opkijken, als men dat alios eens, b. v. op
de procfncmingen op
een tentoonstelling, bijeen zag.
O])
in dcze provincie belangrijk grooter is
't
't eenc zoowel als andere gebied, hoe belangwekkend
95
BOEKEX Jt TIJDSCHRJFTEX ook op
nog onbevredi-
zichzelf, ten slotte
gcnd. en liepcn meestal op halsbrekerij
uit.
Maar terwijl nu Zeppelin op zijn gemak door de Inchten zeilt. zendt de firma Brnckmann ons haar kleurenreproduclie van Matthias Grunewald's altaarstuk — en wij zijn no wel genoodzaakt om aan deze twee wonderen der moderne techniek te gelooven. In emst, Bruckmann's kleurenreproducbebooren tot liel meest volmaakte, dat we tot nog toe op dit gebied te zien kregen. Vooreerst werd. doorde ruime afmetingder platen '55 X 48''. cm.' reeds te gemoet gekoties
men aan de
moeilijkheden,
verkleining anders oplevert.
die te slerke
Men kan
zich
grootere fijnheid in de details.
mag men bekijken; men
Een goede
fototypie
gerust met een vergroot-
glas
zal er steeds
meer
detail
inontdekken. terwijl een odriekleurendruki bij scherp onderzoek enkel een wamet van klenrenstipjes vertoont.
Of de afbeeldingen nisch » zijn,
zooals
« rein
bet
photomecha-
prospectus zegt,
zouden we niet durven bezweren alleen reeds voor bet weergeven van het gond was een drukplaat noodig, die stellig niet op fotografischen weg door kleurontbinding kon verkregen worden de mensehenhand is het objectief en het dicbtfilter f ook bier ;
,
ongelwijfeld ter hulp
gekomen
;
maar zoo-
hiervan rekenschap geven door de groote
veel
reproductie van de Kruisiging te vergelijken
minder geknoeid werd dan aan de meeste zoogezegd natuurgetrouwe reproducties, en bet geheel den indruk van groote friscbheid en oprecbtheid wekt. Het hartstochtelijke, sterk persoonlijke werk van Grunewald, dat een groot deel van zijn waarde ontleent aan het schitterende, uitbuudige koloriet. is in deze reproductie. waarbij Friedlander met zijn gewone superiorileit een passend commentaar
met de verkleinde af beelding van hetzelfde sink, welke op bet prospectus voorkomt. en waar bet niel mogelijk eenigszins jaiste
is
gebleken een
toonverbouding
te
ver-
krijgen. In plaatsvan betz.g. «driekleurenslelsel»,
drnk op chemisch bewerkle raelalen werd bier de kleurenrotolypie gebruikt — dat is lichtdruk op gelatine, waardoor de bindcrlijke stippeltjes Inelwcrk van de driekleuren-cliches vermeden zijn, en waarbij men niet genoodzaakt is om op glimmend « couche papier te drukken. De fototypie veroorlooft bovendien veel nl.
clicbes.
—
>>
96
is
zeker, dat er aan deze platen veel
werkelijk zeer nabij gekomen mogen hierdoor velen nader gebracht worden tot dit werk, waarin een wereld schreef,
besloten
;
ligt
van wonderbare verbeelding,
teeder gevoel eu woeste, opgekropte passie. B.
^^H
TEMOONSTELLING VA^ REMBRASDTS TEEKEMNGEy weschiedschrijver
tocli
schilder moet zijn
—
doorgionden van de persoonlijklieid van den
liet
tot
psychologisch onderzoek.
De tenloongestelde teekeningen Groof, Bonnat en verscheiden andere. des Eslampi's
Louvre was
waar
zaal,
hadden hun kostbaar
tegelijk
al
afkomslig
zijn
De Ecole
de meest heroemde
uit
zooals F"airfax Murray,
particuliere verzanielingen,
Hofstede de
Heseltine,
des Beaii.r-Aiis en het Cabinet
Het bcsfiuir van den
bezit afgestaan.
om
op het uitstekend denkbeeld gekonien
in
dezelfde
een prachtige teekeningenreeks van Rembrandt hing,
overige ten toon
Rembrandt
wat nog
le stellen,
als
in de portefeuilles
schepper en denker, dien vinden
bet
al
was geborgen.
we
vooral in de teeke-
ningen weer. Roger de Piles, die een groot aantal schetsen van den Meester sprak
bezal,
Rembrandt
et
al
met
qui
des meilleurs peintres
».
de pensees, dessinees par
Infinite
de piquant que
les
productions
worden we vanzelf aan Delacroix herinnerd, moe was « prit sa grosse bible el pensa beaucoup
».
Rembrandt's heel levendige geest vorni vast
te
stenografisch
houden, dien te
het rechte
dreet'
hem
er toe
om
onmiddeliijk den
gedachte genomen had, een vorm, bijna
zijn
noenien, hoewel minder verkort dan wel gecondenseerd.
Geteekende gedachten
«
«
sel et
Hierbij
die in oogenblikken als hij
de sujets
van die
geestdrift
nont pas moins de
».
Dat
is
voor vele van die teekeningen inderdaad
woord. De oorspronkelijkheid of de zedelijke waarde van het
men de zuiver esthetische hoedanigheden der En inderdaad Rembrandt is in die schetsen al heel weinig om uiterlijk schoon bekommerd geweest — zijn eenig doel was om Raakt hem weinig of de lijnen in de hoogste mate uitdrukkingsvol te zijn. zwaar of aarzelend, aangedikt of onderbroken en weer voortgezet zijn. De
denkbeeld,
treft
dikwijls eer
schepping heeft bespeurd.
!
't
om
gaaf
die er
drukken ontwikkelt zich tegen
zich duidelijk uit te
zijn leven aanmerkelijk.
soms nog wat
hij streeft,
midden van
kinderlijk uitzien, schept hij teekeningen vol krachtige
ingetogenheid, waarin geen haaltje
naar
't
van de verwarde schetsen van het begin,
In plaats
bereikt
iiij
te veel staat; het
wezen der dingen, waar-
oogenschijnlijk zonder moeite en met een verba-
zende l)esparing van middelen. Het
Ijelang,
dat
Rembrandt
lende van zijn blik, gevoegd
was
te
verwezenlijken,
bij
maken
zelfs in
zijn gaaf
zijn
het geringste stelde, het a!
om
lalrijke
alles
wat verbeelding
teekeningen
tot
omvatbij
hem
een waarlijk
cbaotisch geheel. Bijna over iedere krabi)el kan een questie ontstaan. Er valt
een le
wel
98
bij
benadering berekcnden datum vast
te stellen, uitleg
aan een onderwerp
Om
die schetsen
trekken,
moet men ze
geven, er kan twijfel aangaande de echlheid opkomen. le
begrijpen en er alle mogelijke voordeel uil
te
AV
DE BIBUOTHHQUE NATIONALE TE PARIJS
van elkaar onderscheiden en er zich rekenschap van geven dat ze
goecl
dikwijls aaii een verschillend doel
moeten beanlwoorden.
REMBRANDT De :
Sai
itaan belaalt
den waard.
(Louvre, Parijs).
een oorspronkelijke gedachte ofde
Niet alle zijn ze de iiitbeeldiiig van eerste opzct voor een schilderij.
Vooreerst hebben zijn, die enk.'^l
we de
teekeniniren, die niet
herinnering aan
als
iets
meer dan vhichtige
nota's
zeldzaams of zonderlings moesten
dienen, dat den meester getrofTen had. Tot deze categoric behoort de teeke-
ning
uit
de Verz. Paul Mathey,
heel wreede
manier
is
(N''
407),
{')
terechfgestcld en die
een vrouw, die schijnbaar op een
met ketenen aan een soort galg
is
vastgebonden. De verz. Rudolf Kann bevatte een teekening met hetzelfde onder-
werp, die echter als uitvoering
vrij
de schets van Leonardo da Vinci
uit
wat minder was. de verz. Bonnat
We
denken
te Parijs
:
hierbij
aan
Hct ophangen
van Baccio Bandini, ten eerste omdat deze een gelijksoortig onderwerp behanen vervolgens omdat
delt,
De Cj
tamelijk
talrijke
zij
eveneens
leekeningen,
als
memorandum
die
dienst moest doen.
Rembrandt naar kunstwerken
De nummers tusschen haakjes verwijzen naar den Calalogus dcr Tentoonslelling.
TEMOOSSTELLIXG VAX REMBRANDT'S TEEKENINGEN van anderen maakte, behooren tot deze zelfde categorie. Het zijn o. a. zijn bekcnde schets naar Rafaels Castiglione, naar het laatste Avondmaal van Leonardo, naar een medalje van
Genua, naar een Indisch beeldje in bout.
Op de
toonstelbng
ten-
be-
vond zich een copie naar een tee-
kening vanVittore Carpaccio
:
De
Prcdiking van St Marlais,
(N'-
368,
verz. Hofstede de
Groot),
waarvan
het origineel in de
verzameling
van
den
hertog
van
Devonshire,
te
Chatsworth,wordt
bewaard.
Vermeldenwe liier
tevens
talrijke
naar
KEMURANDT (Vcrz.
zijn
copieen
Oostersche
miniaturen;
den
pakkendsten
in-
druk krijgen we
Moedcr en kind. van den Hcer Percire. Parijs) :
wel van den GrootMogol, tronend
midden van
Op
zijn
neerhurkende rijks-grooten, welke zich
in
den Louvre
te
lievindt.
we in staat er verscheiden van te bestudeeren, met buitengewone zorg zijn uitgevoerd Rembrandt heeft daarin zijn best gedaan om in een, door kleur opgehaalde, gewasschen teekening met de tentoonslelling waren
die alle
;
heel fijne trekjes er in, den indruk van de niiniatuur 387,
J28, 491).
Waarscbijnlijk heeft
hij,
weer
te
geven
(N's 386,
v66r den vcrkoop van zijne verza-
om er een herinnering aan te behouden. eene tweede categorie behooren de eigenlijk gezegde studies. De
meiingen, die miniaturen gccopieerd, Tot
tentoonslelling l)ood ons,
100
bchoorend
tot
de verzameHng E. Wauters (N^ 419),
^•5>^A
W\
/^
-^i't
INDE BIBLIOTHEQUE NATIONALE TE PARIJS studies
een blad
naar vrouwenkapsels aan,
vierniaal vinden herhaald.
Hel
waarop we denzelfden kop
zijn i>e\voonlijk slechts probeerscls, alleilei
verschillende krabbels op een zelfde blad, veeleer als handoefening,
met bet oog op een bepaalde conipositie bedoeld. Die schetsen met
zijn
zijn
opgevat.
van
den beer C. Fairfax Murray'
Gay
zooals B. 55, vergeleken worden, die in denzelfden geest
etsen,
Noemen we dan
mannen en vrouwen Bonnat
(N"-
verder nog (N'
te
worden vermeld,
Een derde groep kan
bet
er
bijv.
samengesteld
men den indruk
krijgt
oog op
een
in
van den
bet
bezit
beer Walter
de vier scbetsen
uit
de Verz.
:
Zacharias,
is
worden
uit
die
teekeningen,
een kunstwerk op zicb zelf vormen.
ets,
dat de een of andere teekening niet
latere conipositie
afgerond gebeel vormt. Dit
den Louvre
scbetsblad
422).
welke evenals een scbilderij of een Dikvvijls
bet
en dat
42)
Bovendien bebooren bier dan nog een aantal koppen van
416).
(N''
dan
kuniien
is
bijv. bet geval
die den naain
met
gemaakt, omdat ze een volkomen
met de pracbtige conipositie
van Johannes den Dooper
in
nccrschrij/l.
Samenstelling, uitvoering, opvatting, bebben alle hetzelfde toppunt van vol-
maaktheid bereikt, zoodat een geschilderde berbaling overbodig zou
zijn
geweest.
Onder deze groep kunnen eveneens verscbillende naakt-studies worden met voorstellingen van dieren en bijna al de landscbappen. Uit den inventaris van 1656, weten we dat Rembrandt in een boek
gerangscbikt, teekeningen
al zijn
naakt-studies bad, in een ander al zijne dieren;
twee, waarvan een
perkament gebonden, waren met landscbappen naar de natuur gevuld. Bij deze groep bebooren eveneens te worden ondergebracbt de scboone reeks in
Rembrandt maakte naar vrouwen, die pas bevallen waren of bun kindje zoogden. De tenloonstelling bood er ons pracbtige specimens van aan. De Yroinu, die haar kind de borsl (jeeft, eigendom van den beer teekeningen, die die
te
worden. Noemen we dan
Bed met Baldakijn, van
D' Hofstede de Groot, de
Pereire, beboorl bier in de eerste plaats
verder de Vroinv in een
vermeld
met een kind in de armen de trap afkonit, en waarvan de beweging zoo juist is waargenomen, (Verz. Fairfax Murray), en uit dezelfde collectie een andere Jonge Vrouw, die in slaap is gevallen met
studie naar een jonge vrouw,
bet boofd
op
t
kussen
die
(N>^ 405, 399,
400, 415).
Het
waarschijnlijk dat die
is
vrouwen en kinderen eveneens door Rembrandt in een apart portefeuille werden bewaard. De inventaris der successie van Rem-
studies naar
boek of
brandt's vriend Jan van de Cappelle, die van portefeuille
met 135 teekeningen van Renbrandt,
1680 dateert, vermeldt een die alle bet
Vrouw bebandelen. Dezelfde inventaris vermeldt nog 6. Een portfolio daerin 56 tekeningen van Rembrandt,
Leven van de
:
bistoryen.
IQl
TESrOOSSrELUXa VAX REMBUAXOrS TEEKEMSGEN Een
7.
43.
dito daerin syn 89 tekeningen
Een
Wat de
van Rembrandt, landschappen.
dito daerin 188 schetsen, lantschappen, van Rembrandt.
tenlooni^estelde
landschappen betrcft
,
waren
dcze
even
alle
llEAlBaA.NDT I.:mdscliai>. (ViT7.. van den Heor Waller Gayl. :
i)cwonderens\vaardij<.
Uank
vier details telkens een
ons
als
zij zijii
machtige synthese, schept
een rekenkunsfige formule
in
t
iiiet lot
is
als gezeefd
door
zijn kunslenaarsvisie,
een gelijksoorlig le trelTen
geesl van
effekl bereikt.
door wat
voordeel
alles
!
waarbij
De
«
naar
veelzijdigheid der
hij alles
verwerpt wat
haar innig wezen behoort. Alleen de Japanners in hun houtsneden en
Whistler in zijn steendrukken hebben,
't
met drie of
geheugen blijven hangen. Zeker
de naliiurw zijn ze gemaakt, maar op welk een wijze natuur
hij
zoo volledig, volkomen en welingericht geheel, dat ze
hij niet heeft
bij
gelijke soberheid
voorgesteld en zijn ontwerp heeft bovendien
van nooit ledig noch I'ragmentarisch
Rembrandt, en
bekoren.
zijn eigen,
De daken van
kelend wielslag,
van middelen,
Evenals dezen, weet Rembrandt het meest
En dan
te zijn.
is
het de
zoo heel persoonlijk gevoel, die ons v6or
zijn huisjes,
de bewegende bladeren, het kron-
spreekt ons alles van den Meester.
Zij hij panorama's waar provincien door tallooze riviermonden schijnen worden, 't zij hij een van die schetsen krabbelt, die zoo 't
t
voor ons ontrolt,
doorsneden
le
indrukwekkend
102
in
hun eenvoud
zijn
— maar
waar soms een ophaalbrug de
IN
DE BIBLIOTHEQUE NATION ALE TE
—
I>
Alius
altijd wordt men van mecl lan door kail liebben van een triomfhooo; hewondering getroffen voor den kunstenaar, die de dingen zoo hoog v ermochl
iilliire
te
zien en die ze
Wat zijn
op zoo eenvoudige en
tegciijk
;
diepc
wijzt'
lieel't
i)egr open.
naaktl)etreft,
stiuiies
door hun forsche
zoo ver-
plasliek
rassend, ze bezit-
ka-
hetzelfde
ten
van
rakter
vol-
tooidecomposilies,
hoewcl Remljiandt enkele van in
or
ets heel't geliraclit.
Xoemen we, onder de zes specimens ervan, die op de
tentoonstellingwa-
ren
De
:
vrouw,
zittendc
nit
de vei-
zameling
Hesel-
afschnwelijk
tine,
leelijk,dat
—
waar.
is
maar hoe men-
sclielijk-levend en in
wie Dr. \V. Va-
lenliner,
en
ik ge-
loof terecht, GeeiIje
Dirx, de troni
pettersweduwe en
Rembrandt's huishoudster,heelther-
kend
:
vervolgens
de prachtige Ziltende vroiiiv, naar links
gewend,
1)1]
Hofstede deGrool. stout
en
van houding
breed
deld,
die
behanin
1661
HEMBHANDT (Veiz. Dr. Hofctc
103
TESrOOSSTELLIXa VAS REMBRAXDTS TEEKEMyGEy de
vooi-
els
laalsfe
Ecn
tienlal
van
meester werd
den
(iv 445 en 444).
gebruikt.
teekeningen vertegenwoordigden Rembrandt als dierenschil-
der. Naast de Dromedarisscn van Fairfax Murray, liewonderden
REMBKANDT
:
we
vooral de
Naaklslud.i-.
Louvre. Parijs).
Drie Varkens
uit
de verzameling Bonnat,
het geliefkoosde dier van Rembrandt.
en
den geweldigen kop geteekend
renkoning van Baron
met
zwaren poot een
zijn
de Groot,
n"^
De Leeuw was
Noenien we
den majestueuzen
die-
de Rothschild en dat vreedzamer beest, dat
vlieg
Profcet door een
van
Leeuw
zijn
neus scbijnt
te jagen.
(Hofstede
(jedood en Daniel in
:
den Leeuwenkuil
Hofstede de Groot).
Onder dezelfde rubriek zou schikt
I
447, 448, 449).
dikwijls heeft hij den woesten pels
452 en 453). Verder dan nog teekeningen als die van den Louvre
De OpsUindUje (IV 3*2<J,
Edmond
(n'*
Hoe
die serie
en opvatting
dan
wellicht
kunnen
naar het leven geleekende vrouwen,
betreft,
veel
op de vorige
lijken.
De
worden gerang-
die
wat uitvoering
Bij een
vensler gezeten
vrouw van Dr. Hofstede de Groot en de Slapende vrouw van Fairfax Murray (n^s 396 en 397) zijn in opvatting hieraan bijna geheel gelijk. Denzelfden indruk krijgen we bij die twee prachtige teekeningen van Heseltine
104
:
een Staande vrouw, in profiel, die met den elleboog op een ven-
IX sterbank
en de Ten halueii
en 403)
(n'> 102
bier
leuiit
mede
te
DE BIBLIOTHEQVE NA'IIOXALE TE
:
lijve
Man
studien als de Eczemic jonijc
in
den Louvre, behooren
woiden vermeld.
;l
Ml:l;
van U]
Een
I'ARIJS
gezicnc vroiim voor een open venster,
laatste
ANDT .
een Leeuw.
Studie v Hofstede de Gr :
.
den Haagl.
en wel de meest leerzanie calegorie, zou dan kunnen omvatten
de voorstudien voor schilderijen en etsen.
De
tentoonstelling bracbt ons bet Porlret van den predikant CorneUs
Claesz Anslo,
genaamteekend en van 1610 gedateerd
bet stuk in bel
Museum
te
Berlijn van Kill. Het
is
(N' 285),
een stndie voor
wel de moeite waard
om
met deze zeer verzorgde teekening de rood-krijtscbets voor dezen zelfden predikant
te
veigelijken, die zicb in Britiscli
Museum
bevindt, en die veel
waar Rembrandt haar voor gebruikt beeft. Hoe verder de eind-compositie zicb verwijdert van de voorstudie, boe meer deze waarde verkrijgen zal uit een oogpunt van psycbologie. We kuntrisscher
is
dan de
ets,
nen dan nagaan weike ovcrwegingen den kunstcnaar eerste opvalting
bewogen bebben. Noemen we hiertoe
wijziging
zijner
in de eersle
plaats
tot
de ontroerende teekening in het bezit van den beer Truffier (N^ 351)
:
Christus
aan Maria-Magdalena, die wanneer men ze met de sublieme Verscbijning in het museum te Brunswijk van 1(151 vergelijkt, gansch een geestes-
oerschijnl
arbeid openbaart.
De teekening
in
iiet
Museum
te
Stockiiolm, die dikwijls
105
TESTOONSTELLIXG VAN REMBRANDT S TEEKEMNGEN Yoor een voorstudie van hetzelfde sluk gehouden wordt, schijnl niaar van twijfelachUge cclilheid le wczcn, vooral wannecr we ze vergelijken bij die in 't
van
bezit
den
heer Truffier. Een
andere
VerschiJ-
ning
Dr. Hof-
bij
de
slede
Groot, in
(N° 363)
staat
verband
met
schilderij
van 1638
liet
Buckingham
in
Palace.
Vestigenwedan verder nog de aandacht op de kleine teckening
bij
He-
seltine (N°353) die
nauw
samengaat
nielde aangrijpen-
de
ets
:
Chrislus in
den Olijvenhof en de groote compo-
van de Ecole
sitie
des Beaux-Arts, de
Vcrloochcning van Petrus,
waarvan
bet rechtergedeelle
zeer sterk aan
bet schilderij te St
Petersburg van ongeveer 1656 berinnert. l;lMlil;.\MJ
I
(Vcr/:nnL-ling
Jonyen
Man
•
ii^rii (ieii
Het
met muts. Heer H. Vcvcr).
bij
den heer Henri Vevcr
Esdaile, te vergelijken
Museum
is
belangrijk (n" 378),
met een klein stukje
uit
tevens
om
den
vroeger in de verzameling
Rembrandt's werkplaats, dat
Antwerpen bevindt. Hicr staan we voor hetzelfde model, dat op dezelfde manier geklced is. We vinden dien knaap tevens weer in den Barmhartigen Samaritaan in den Louvre, waar hij, op zijn teenen slaand, over den rug van een paard kijkt. Men verwarre hem echter niet zich in het
106
te
IX
DE BIBLIOTHEQUE NATIONALS TE PAIUIS
met den jongen Titus, waarmee
hij
slechts een
vage gelijkenis vertoont.
Deze tamelijk vluchtige rangschikking, die we liier lieiiben beproefd, drong zich als van zelf op, tegenover het aantal en de verscheidenheid der teekeningen. Hetisonvermijdelijk, dat de
der
zingen
vaag
betrekkelijk
Rembrandt
omgren-
categorieen zijn.
zelf gaf troii-
wens het eerste voorbeeld van een klasseering. Uit zijn inventaris
dat
weten wr
teekeningen
hij zijn
hun onderwerj)
volgens
hun
volgens
en enkele
verdiensten gerangschiki
had
;
Rembrandt's bestr
schetsen waren te vinden in
een in zwart leer ge-
bonden boek. Een
klasseering
in
chronologische volgorde,
schoon
een
is
we
waarvan
ideaal,
echter op
heden nog ver verwijderd
De gedateerde vormen een
blijven.
teekeningen nietige
minderheid, ver-
geleken
bij
de reeks data
op etsen en schilderijen al
de jaartallen
dus
bij
KEMBRANDT'S WERKPLAATS
;
:
.longon.
(Museum, Antwerpen).
moeten
benadering berekend worden.
Men
geeft
er zich
bijv.
gemakkelijk rekenschap van,
dat
het kleine
Winterlandschapje van Dr. Hofstede de Groot {n° 474), in verband beiioort
worden gebracht met het Kassel, en
Briigyetje van Six en den Winter in het
dus van 1645-46 nioet
voorwaardelijk zou
zijn,
Museum
hoewel men dezen datum toch
mogen aanvaarden. Het
niet
te te
on-
Gezicht in Vogclvluchl uit dezclt'de
verzameling (N° 475) staat veeleer met de ets van 1651 in verband.
Naast de chronologische kwestie, staan we
in
(B. 234).
de allereerste plaats tegen-
over het tamelijk hachelijk vraagstuk der echtlieid en het veel belangrijker
punt van de verklaring van het onderwerp.
lESTOOSSrELLlSa VAX REMBRANDTS TEEKEMSdEX Veisclieitlenc cchllieid
op
le
teekcningen
leveren,
maar wc
geen
schijncn ziillen
ons
liicr
waarboriJ
volstrekle
voor
van verdere bespreking
dieii
aangaande onlhoiuien. Tegenover de grootc moeilijkheden,
die
men
gaat
houding
vooidoen,
zich
een gioote lerug-
en
voelcn
neenit
liefst
een afvvachtende hou-
(ling
aan.
Er
zijn prachtige
maarmo-
teekeningen onder,
gen we ze wel
aan den
alle
En
meester toeschrijven? het daartegenover wel
zakelijk
om
een keus
aitijd
is
noodte
doen, wanneer een teekening in
dubbel bestaat?Eenschets
nit
de Verzameling Fairfax
Mnrray (N" 415)
twee-
stelt
maal dezelfdejongeL/gige/ide Vroiuv voor.
De Meester
heeft
baar zeker herhaald, onidat bij
over de eerste lezing niet
tevreden was.
Wanneer we
ons deze teekening door den een of anderen weinig gewe-
koopman
lensvollen
en
gesneden
staan
we
scbet.sen,
in twee-
voorstellen,
twee
tegenover
met betzelfde on-
derwerp, waarvan de eene beler KEMlillANDT (Vcrz. v.in
;
dan de andere
is,
maar
die tocb beide van Rembrandt
Sliulie vc Christus tusschen de Schringelcerden. I.c/on Donnat. Parijs)
Een zelfde
zelf af komstig zijn.
den Hoer
onderwerp vindt men vaak in
twee zoo precies gelijke exem])laren voorbanden
Onbarmhartigen Dienaar zicb
in
(dit is
bijv.
met den
den Lonvre en de Albertina bet geval), dal
men
nocb voor de een, noeb voor de ander kan nitspreken.
Ue kwestie van de verklaring van Hiertoe
bet
onderwerp
is
minder onvrucbtbaar.
bchoort tegelijkertijd een zeker begrip der stenograiische aantee-
kening van den meester en een volkomen kennis van den bijbel.
En
het
is
RPZMBRANDT: HAGAK IN DE WOESTIJN (Frentencabinet. Hibl. Nalionale. Pnrijs).
(?).
INDE BIBLIOTHEQUE NATIONALE TE
PARIJS
verwonderen dat de overigens uitstekende catalogus van den heer om den waren uitleg aan de onderwerpen te geven. Noenien we bijv. de geestige teekening, die als Man en niet te
F.
Courboin, hier en daar heeft gefaald
REMBRANDT
:
Pluirao
ilochlcis vin
s
ileii
jongen Mozes.
(Veiz. Dr. Hofslede lie Grool,
Vroiini in
g espre k siaal vermeld, maar die
om
vrouw bedekt, zonder eenigen
het gelaat der
den doorzichtigen twijfel,
den Haag).
sluier,
welke
Juda en Thamar moet
voorstellen (N^ 436, Verz. Paul Malhey).
De mooie ons een
te
teekening, die door den heer H. Vever was ingezonden, toonde
om
onverwacht onderwerp
verbeteren, die het als Etude d' Homme soldenier
met het hoofd op de
is
overblijfselen
hem
onderwerp
tafel
als
steelt
trachten den
te
gevallen, welke
bedekt.
is
onderwijl zijn zakken leeg. Het
door Jan Steen
in
het
catalogus
te
omschreven had. Eenjonge
in slaap
van een overvloedigen maaltijd
geslopen,
handeld
niet
(N*^ i'25)
beroemde
Een
is
stukje in
juffer,
met de achter
een gelijksoortig
den Louvre be-
is.
Eveneens
valt
gevonden uitlegging
't
te
niet
betreuren,
dat de Catalogus
overgenomen
heeft
de door Dr. Martin
van de groote roodkrijtschets,
eigendom van den heer Leon Bonnat, en welke
als
Scene de Sacrifice stond
109
TESTOONSTELUNG YAM REMBRANDTS TEEKENINGEN opgegeven (n"
Rembrandt
437).
heeft daarin, in vluchtige tiekken, een stuk
van Lastman, Paulus en Barnabas de hand van den meester is te
zelf,
te
Lystra, gecopieerd
een opschrift van
uit
vinden.
Het
is
mogelijk dat de leekening van Leon Bonnat (n" 393), de Leidsche
Student, die veel op den jongen Titus 't
;
dat er op het eerste plan een jong kind
blijkt
hoofd, een boek onder den
kamerjapon,
als
model
heeft
arm en
als
lijkt,
met een muts met
verdronken
in
moeten dienen voor een
franje
op
een langen, ruimen
Jeziis
onder de schrift-
geleerden.
Besluilen
we
opmerkingen met
eindelijk deze enkele
die geheimzinnige
Vrouw uit het Cabinet des Estampes (n" 394), een buitengewoon indrukwekkende schepping. Wie zou die onbekende zijn, met die droevige, wanhopige oogcn, met hoUe, bleeke wangen, wier geheele bonding verslagenheid is? De lange, op haar schouders neervallende sluier, verleent haar lets zigeuner-achtigs. Haar oogen staren in 't leege. De grond, waarop ze zit, is schaars met done kruiden bewassen. Zittende
Zou het
Hagar de Egyptische
niet
om
boogschots-afstand,
de woestijn verdwaald en
zijn, in
uitgeput van vermoeienis en dorst, afzijds
is
gaan
zitten,
die,
onbeweeglijk, op een
het kind Isniael niet te zien sterven?
Nadat we dan lang zoo teekening na teekening hebben genoten, blijven
we gaarne een uit,
wijle stilstaan
voor het beroemde Zelfporlret
tentoongesteld door den heer P. Heseltine (N'
zelven van al die wonderen nog eens Iretten, die hij naliet, is in 1906,
aan
als
dit
te
283),
betrachten.
ware
in
ten
voeten
den schepper
Van de
tallooze por-
misschien het meest indrukwekkende. Gebezigd,
voor het aifiche der Leidsche tenloonstelling, 't
om
is
ons geheugen gegraveerd. Tot op de
de herinnering er helft levensgrootte
gereproduceerd, deed deze simpele schets, in plaats van op zoo groote schaal
de minste zwakheid
te
openbaren, de juistheid der verhoudingen, de zuivere
techniek en de welomschreven uitdrukking nog
meer bewonderen.
weinige teekenaars zouden een dergelijke proef kunnen doorstaan
Welk een zichzelf, die
onuitputtelijk
document
Rembrandt ons
bier naliet
is !
deze krachtig-eenvoudige opzet van
Stevig als een
zeeman
groote voeten geplant en met zijn doordringende oogen ziet
zoekend aan. te
't
Is
of
hij
Slechts
!
staat hij hij
op
zijn
ons onder-
met de handen op de heupen been en weer
staat
wiegen. Zijn werkpak van alle dagen, een geenszins elegante hoed, diep
over de ooren getrokken, en een groven gordel, dat gezicht
is
glad geschoren,
met dichl opeen geklemde lippen, is gekloofd steer op het breede, kort gedrongen lijf. Evenals in
110
al
is
zijn heele loilet.
Het
de trekken zijn sterk en scherp omlijnd, de kin,
de teekeningen rondom
;
hem
de zware, vierkante kop staat
tentoongesteld,
is
het
vooral
RKMRIUNOT /KI.KPOMTHF.T. :
(Veiv. Ilescltini-. I.onclcni
DE BIBLIOTHEQUE NATIONALE TE PARIJS
IN
de schepper, die hier v66r ons verschijnt, heel Icvenskrachtig en zeer geequilibreerd, rijk, maar niet kwistziek. Wat een verschil hier met dc vreugdevolle
vruchtbaarheid van een Peter
Paul Rubens Rembrandt is de onrustige onderwerp wordt gekweld, die de uiterste spanning des geestes en een soms bijna pijnlijke toewijding kent. Alles Irekt hem aan,
door
zoeker,
die
alles
hem problema,
Het
is
in
verschil
vraagt een oplossing,- die zijn eigendom is. van sommige onderwerpen, die slechts weinio
alles
eenvoud
alsof de
is
!
zijn
zelf
arrangement toelalen (Esther en Ahasverns, Abraham en Hagar, hem hebben aangetrokken om er reeksen van
Christus en de Samaritaansche),
even volmaakte composilies voor
steeds
een daad van bevrijding,
men
te
ontwerpen. Of was
misschien
't
geweldigen kop van zware gedachtendrom-
zijn
ontlasten, dat hij al die schikkings- en verbindings-mogelijkheden,
te
op
vastlei
om
't
papier?
Schijnbaar eenvoudig en toch vol raadselen, zoo verschijnt ons brandt in de teekening van den beer Heseltine.
weerglans zien van de
om hem
daar innerlijk uit staat
te
het ironische trekje
Adam
en
1645, die
aarde
we op
Eva na den
de schoone
mokkend
Murray
houding van
toetrippelen,
Zelfportret
kind, op haar
met
zijn
duim
denken we aan dien
370),
is
in
staat
te
uitsliept.
den grond toch heel
in die jaren in het verhaal
als
gen, bijna geheel schillen,
hier en
had
is
aan elkaar
gelijk,
Jupiter
ondanks de spotachtige evenals de tijden
ernstig,
maar
is.
Rembrandt
van het Lijden van Christus, waarte
geven met een soort van sobere
Passie geleden.
hij zelf die
De
denzelfden geest opgevat.
de verschillende stadien weet weer
gruwzaamheid,
waar
het watertandende satcrtje, dat op
liiet
waren (ongeveer 1G55), waarin het waarschijnlijk uitgevoerd
dompelde zich
is,
zuigen, naast
hoofd tusschen zijn handen ter
van den heer Heseltine,
hoofd, in
't
den
of hij ons
{N" 288), een schets van ongeveer
van achter den boom ze beiden
Walter Gay (N"
komt
Maar het
hij
Is
door en door modern van opvatting en tintelend van geest
en Antiope, bij
van
't
lachen, met die opperste kalmte van zijn bonding en
val, bij Fairfax
terwijl Satan
Rem-
zijn gelaat
been tentoongestelde werken.
die geheel teneergeslagen,
zit,
of
Is
om den dichtgeknepen mond. En dan
Eva, als een betrapt en
Adam,
't
toch,
Twee sublieme
met hoeveel
fijne,
teekenin-
kleine ver-
onmerkbare, maar toch zoo veel beteekenende veranderingen, die
daar zijn aangebracht (Bonnat en Fairfax Murray)
soldalen bespot, leggen getuigenis af
:
Christus, door de
voor de zedelijke hoogte van
's
meesters
opvatting en van zijn innig verstaan van de dramatische uitbeelding; Shakes-
naam komt ons hierbij op de lippen. De kunstenaar, die zulke gezichten zag en ze in zulke eenvoudige en aangrijpende vormen wist vast te houden, mocht met volmaakt recht zich zelf voorstellen in een bonding, die oppervlakkigen hoogmoedig schijnen kan. peare's
111
TESTOONSTELUXG VAX HEMBRAM)TS TEEKENINGEN maar
die enkel
hoe een
liij
is
zijn geheel eigen zijiier
een zcer sterke zcllhewustheid uitdrukt.
met
zijn
kunstenaarsoverluiging-
Om hem
We
voelen
het
hcen worden wij
atmosfeer gewaar, die ondoordringbaar was voor de meesten
tijdgenooten.
We
zijn
hier in
schoonheid voor een grool deel
in
tegenwoordigheid van een, die de
de gedachte zag en die door krachlige
verheteringen het mooie van een teekening aan dejuiste uitdrukking m.
a.
w.
aan de waarheid, opofferen kon.
De afbeelding,
deze kolos
die
den nakomehng een ware
les
in
van
zelf heeft
zich
We
heldenvereering.
gemaakt,
is
voor
herkennen den Rem-
brandt, die een zoeker bleek naar zielkundige waarheden, die als gedrenkt in
't
We bij 't
stelhge
was en zich toch nooit zag verlaten door
vinden
hem
een
zij
slal
er in, overal
observeert,
in presentie
gelijkelijk
waarvan
hij
't
sterk
;
t
zij
zijn
koene verbeelding.
hij
een paar varkens
eigenaardig karakter uit doet komen,
van een ouden, gevangen leeuw, van wien
kracht onderstrcept,
't
zij
hij
de rustige
nog, en dan geleid door zijn eigen verbeelding, in
die hinden van het Oosten,
waar Abraham de bedroefde Hagar wegzendt met
haar onbekommerd kind, of waar op den rand van Jacob's bron de oogen
van Christus met langen Parijs.Juni.WIS.
112
l)lik
de verwonderde Samaritaansche ondervragen. F. SCHMIDT-DeGENER.
OVER EENIGE LUIKSCHE KUNSTENAARS (
Vii'ide (iiiikch
'
AUGUSTE DONNAY de eerste Luiksclie
IT is
scliilder, die ooit getracht heeft
I
oni uiting te geven aan de ziel van het menschenras,
woont aan de oevers, langs de zonnige
dat verspieid hellingen,
waar de Ouiilie zich traagjes heenwindt
een hagedis, in
om
den winter, tegen een achtergrond van sneeuw, van
een donker-gedenipt, bijna zwart-blanw
zijn, langs
bnn holen beblien, in de diepe enkel door bovennatnurlijke wezens worden bewoond.
hooge, strenge rotsen, waar de nen, die
Maar voor
alles is
in'itons
van belang
't
als
de bosschen van pijnen en dennen, die
roeping bepaald hebben en boe
bij
om
na
gaan welke gebeurtenissen
te
de
ravij-
een vorm van iiitdrukking gevonden
zijn
beet't
voor zijn gevoei.
Angnst Donnay
in 1862 te
is
bouwer-ornemanist, die
in
zijn
Luik geboren,
als
de zoon van een beeld-
teekende en wel eens een paar
vrijen tijd
akwarellen wascbte. Zoo groeide bet kind op in een omgeving van beelden
en andere vormen van plastiscbe kunst. Wellicbt werd
van nabootsing, toe gebracbt oni met
om
net als vader
klei te
hij
er door een geest
knoeien en papier
te
bekladden,
doen. Maar dat waren maar spelletjes voor een kwa-
te
jongen. Verscheiden oude jaargangen van het Mmjasin pittoresqiie, spraken des
meer
te
tot zijn
jonge verbeelding, die vooral op het wonderbare en
onbekende was belust en vormden, zooals is
het niet
onmogelijk
onbewuste leven In het
in
Magasin
ons
om
hij zelf
de wisselwerking
te
aanneemt,
zijn ziel,
want
bepalen van het bewnste en
zelf'.'
pilloresqiie,
nadat
hij eerst
lang de verluchte
commentaren
gretig de uitgezochte bladzijden van de meeslers der
mo-
derne letterkunde. Maar de letterkundige vertolking der natuur boezenide
hem
bad bekeken,
(')
las hij
Zie nnzeKtinsl. Dcel X.
1)1.
53 en 154; Deel XI,
1)1.
169.
113
OVER EENIGE LUIKSCHE KUNSTEXAARS loch nog grootcr belangiii, dan
aanvankelijk scheen
aangelegd en alles wat
hij
graphische weergave ervan had gedaan en
lie
nicer voor de letter- dan voor de schildeikunst
hij zell
om
zich hcen zag, bracht hij
met de prachtige
be-
schrijvingcn van Chateaubriand, Lamaiiine en andere dichtcis in verband.
Aan
dat goeie
oude Mayasin
pitlovesque, hecft hij allijd een vriendelijke
herinnering bewaard en veel dingen die
heden tegenkomt, wekken
hij
bij
hem
nog een echo aan dat lang geleden gelezene op. Daarna bezocht hij de academie om de beginselen van bet teekenen
te
leeren en ging tegelijk bij een schildersbaas in de leer.
Voor dat vak had
hij niet
smaak dan om
nicer
het lag bet meest binnen zijn bereik. In dien tijd
't
had
even welk ander, maar bij
van kunst nog geen
helder begrip en was onlbloot van alle eerzucbt. Schildcrsknecht
was
van
het toppunt
om hem
geen
En
zijn ambilie.
leiden en voor te lichten.
te
worden,
te
onmiddelijkc omgeving was er
in zijn
Dus dwaalde
alleen door
hij
het
maar zeker
leven been, schijnbaar door een gril van het noodlot gedreven,
door een instinkt, dat het lot der menschen regelt. De vader van Armand Rassenfosse, die een huis won laten opschilderen en decorecren, had van Donnay gehoord, liet hem bij zich konien en stelde hem
geleid
om
voor
het
wcrk
te
verrichten. Hij
liet
hem
vrij
om het geheel
naar zijn eigen
zin te doen.
De jonge man opperde eenigen een dergelijke onderneming
tot
twijfel
man
meester, die een heel besliste en bazige
hooren. Hij stelde
Donnay geheel
marnieren, vloeren
te
«kievitten
»
te
overwinnen, won
bij
was,
voeren,
won van
maar
kunnen geven,
Om
nieuwe
zijn
geen tegenspraak
in plaats
te
te
bootsen
te
de moeilijkbeden, die op
overal inlichtingen in, leerde
om
vond
van gangen
notenhout op eiken deuren na
of cikenhout op een « vuren » kast.
lagen
te
gerust, die het overigens heerlijk
zich aan zijn eigen verbeelding over te
om
aangaande de mogelijkheid
een goed einde
zijn
hooi
te
weg gras
overal wat, besludeerde het vverk van anderen. Hij trok zich
zoo goed mogelijk
den
uit
slag,
en luul nu toch
al
ondervinding opgcdaan, die pcrsoonlijke ervaring, die nicer waard
men
eenig onderwijs, onidat
ze
eenige is
dan
nooit vergeet en ze bet voile weten op den
juisten prijs doet stellen.
Daarna wcrd hij voor vast in de decoratie-ateliers van Berchmans aangcnomen, « pour faire luni » zooals de Waalsche vakterm luidt. De goeie man, die zich moeite had gcgeven om deze betrekking voor hem op te schommelen, had vergelen er bij tc zcggen dat zijn beschermling ook nog wel wat anders kon. Misschien, wat niet onwaarschijnlijk
En
wellicht
zou Anguste Donnay, die
vragen, zijn leven lang
eens
114
bij
/'»/;/'
zijn blijven
zich had geroepen en tegen
hem
te
is,
bedeesd was
wist hij
om
't
schilderen, als zijn baas
gezegd
:
ook
niet.
ander werk
hem
te
niet
OVER EENIGE LUIKSCHE KUNSTENAARS
—
me
Ze hel)ben
werkman
over je gesproken en
in je steekl. Ik
weet dat je
tluiis
ik
weel dat er mecr dan een gewone
voor jc
AUG.
zelf schildcrl
DONNAY
:
«
en ze Iiel)ben
Sur un sommot
., (etsj.
me gezegd dat je het huis van Rassenfosse hebt gedecoreerd. Waarom heb je me daar nooit iets van verteld ? Breng me eens lets van je werk mee en dan ziillen we zien wat er van je te maken is. » — Nu nioeten we eerst vertellen dat van af dien dag, Donnay de leergangen in
de Academie voor scboone kunsten ging volgen; daar ontmoetle
van zijnen baas het schilderen
:
Emiel Bercbmans, die reeds
blijk
bij
de zoons
van grooten aanleg voor
bad gegeven en Oscar Bercbmans, die tegenwoordig te Luik is. Ze badden bun vader over bun medeleerbng
een zeer geacbt l)eeldbou\ver
gesproken.
Zondags kloni Donnay op de groene boogten, die boog de stad omzoomen bij kreeg van de natuur, in waterverf uit te
en tracbtte den indruk dien
drukken. Dat was zijn eerste kunst-verloving met zijn geboortegrond.
dus zijn l)aas, zooals deze bad verlangd, enkele van zijn studies Bercbmans, vader, zag dadebjk dat de jonge man voor iets beters dan bestemd was en gebruikte hem voor ander werk. Nadat hij eerst gevels
Hij liet
kijken. I'uni
« geklad », gemarmerd en lambriseeringen bescbilderd had, borstelde Donnay nu uithangborden, plafonds en theater-decors. Op een goeien dag
bad
115
OVER EHMC.E UIKSCHE laSSTENAARS werd
hem
zell's v;ui
cr
paneclen (icnrc Walteaii zou schilderen.
verlaiigil dal hij
Do oude Carpay, wiens werk
destijds
op lioogen
prijs
werd
werd
gesleld,
gcraadplecgd en slond voor de goeie uitvoering der bestelling in. Hij hielp den leeiling mot goeden raad on lei wellicht ook zeif wol eons de hand aan 1
eon of
"t
ander herderstooneeltje.
alles voerde August Donnay toch nog niet naar de kunst, die hij heden beoofonl. Nadenken deed liij nog niet. Hij leefde maar voort, zonder eenife zorg voor den dag van morgen, als eon wijzo tevreden met zijn lot en
Maar dal
ontdaan van
Tooh
alio ecrznohl.
bleef hij de avondleergangon der acadeniie volgen,
eenmaal sniaak voor
t
omdat
nu
hij
schoone en behoefte aan ontwikkeling had en omdat
daar jongelui van zijn leeftijd ontmoette, met wie was een wees, en zacht en liefhobbend van aard zocht hij
hij
graag omging. Hij
hij
wederkeerig naar
een beetje liefde.
De bcstuurder der academio, die dwars door de vele onhandigheden, onvolkomenheden en gebrek aan kennis bij zijn leerhng een groote mate van eigen oorspronkelijkheid had ontdokt, noodigde hem uit om aan den wedstrijd deel
over
te
halen
to
dekkon van een
om
nemen. Dat was geen kleinigheid
om mee reis
te
doen
!
Het ging
naar en een verblijf
gezag gobruik en eindelijk was
den bedeesden jongen
een beurs
De
te Parijs.
besluit
't
om
de onkosten
maakte van
te
zijn
van den leerling genomen.
want men verzuime nooit
Hot ondorwerp was
om
leeraar
om
de stommiteiten
van do ondorwerpon der academische wedstrijden of de nog veel grooter
stommigheid hunner pretensieuse
titels
Penelope, bij het vertrek van Ulysses.
openbaar
Wanneer
maken :.... De smart van men toch aan de jeugdige
te
zal
mededingers eens onderwerpen opgeven, die ze in den loop van hun korte, jonge leven, in hun omgeving, kunnen zijn tegengekomen, die eenigen indruk he))ben kunnen nalaten op
hun govool en op hun
ziel en, in
die soort van legendarische of historische lilikslagorij in
onoindige alles uitpluist, zoeft on
t
zift,
op
te
en die enkol voert
van hun
plaats
dringen, die
tot
tot ruitjes trekken,
pastiche on imilatie en do individualileit terugdringt in plaats van ze uit te
doon komon. Eerst leekende Donnay, Penelope vlak van voren gezien en
met
gebogen. Maar die sakkersche Penelope wilde maar niet treurig zijn deel, ze scheen in een heel vroolijke te
zeer
te lalen
merken het een
stemming,
als
niet of
haar
de arme Donnay, keurig mot
lot
een gepaster bonding
voorl met eon opgeweklhoid
IIG
te
te
iiot
bewcgen
t
hoofd
Integen-
een vrouw, die zonder
heerlijke opluchting vindt,
poosje van de prosentie van haar heor on meester
!
to zijn
om
veriest.
al
Het hielp
puntjo van zijn penseel, trachtte !
't
eens voor een
om
ze sloorde or zich niet aan en voer
vertoonen, die bier volkomen misplaatst was.
OVER EENKiE UIKSCHE KEXSTEyAARS
ALG.
De arme jongen vond legd, eindigde hij
—
vieeselijk,
"t
met zich maar
maar aangezien
:
Herfslavond.
was aange-
wijsgeerig
liij
DONNAY
in zijn lot te scliikken.
Ik zal de laatste uitkomeii daclit hij
—
lui in
vrede dan maar!
Maar omdat hij zieh toch een beetje schaamde om met een Penelope aan komen die niet schrcide, maar lachte, haalde hij maar liever de lap over zijn heele stuk
De te
!
tijd
voor de niededinging was bijna verstreken, toen
dooden, nog eens weer aan
ging schilderen.
En
dit
zijn schilderij
om
hij,
begon en het gezicht
den
tijd
in profiel
keer zag zijn Penelope er inderdaad lamentabel uit
!
Zoo lamentabel dat Donnay Nr 1 kreeg voor uitdrukking en compositie en hij den eersten prijs haalde, al had zijn stuk qua schildering maar de laatste plaats verdiend.
Dat fortuintje, dat voor zijn leven
lang verbaasd
hem
uit
de lucht was
komen
vallen, heett
hem
I
En dank aan Penelope, kon Donnay,
die
om
zoo
te
zeggen bijna nooit
een voet buiten de stad had gehad. uu naar Parijs gaan.
Overbodig hier viel...
te
zeggen dat
hij
van de eene verbazing
in
de andere
Niet dadelijk, want er wordt beweerd, hoewel dat een verhaal moet
117
OVER EENIGE lAlKSCHE KUNSTENAARS dagen duurde cer
zijn, dill liel verscliciden
hij
do onniiddclijke nabijlieid van zijn hotel
in
Daar zag
wat een kunslenaar zien kan, en deed
al
liij
zich verder duifde
om
te
in
studeeren. Zijn herinneringsvermogen werd
aan vormen, niaar hat onbewusle werkte meer in
rijker
men hem museums en
wat
alles
verteld had dat hij moesl doen. Zijn gansche tijd bracht hij
tentoonstellingen door
wagen dan
!
hem
voort dan het
bewuste, onulat ernogaltijd een groote verwarring heerschte in zijn geesl. Hij snapte nog niel de gevoelszijde der kunst. Meesteiwerken openbaarden zich in de vohiiaaktheid van hun vormen en lijnen en hij maken hoegenaamd, lusschen de verschillende groote
aan hem nog maar alleen wist geen onderscheid te
En aangezien
kunstperioden.
om
bracht, moest het besef niel
hij te
bedeesd was
om
een anderen kunstenaar
hem onmiddelijk op de hoogte zou hebben gegaandeweg tot hem doordringen. En daar moet men
uitlegging te vragen, die
om
want er
hichen,
critici, bij
zijn
verscheiden schilders, beeldhouwers, schrijvers,
wie het nimmer komt en
Auguste Donnay zich heden nog met
als
genol den langzamen groei van zijn vorming herinnert,
volkomen de waarde van
er zoo
goddelijken
adem
beseft.
Er
hebben bespeurd, toen hun baard begon
eerst
te
ontdekken die hem
hij
staat stelde
in
zag en zijn eigen
om
te
te grijzen
ziel
werk
zelf
Maar
zijn
gekomen
onderscheiden wat er omging
manier een primilief
zooals
is,
we
latcn
we hem
niet uit Parijs
doen vertrekken, zonder een eind
een helreurenswaardige gewoonte van onze
van een
feiten in het leven
moeilijkheden die
Als
kreeg
beeslje
te
hij in
artist
daar
in
't
later
den loop van
eerst
te
men hem
zijn
te
om
de heel kleine
rekken en de kleine
baan heeft ontmoet, lot
hem
tegen
een
bezoeken ging;
hij
als geweldige
opgericht.
door Stevens een beetje butTelig werd ontvangen,
voldoenden
uitleg over.
De meester van
het Lievenheers-
en zooveel andere kleine meesterslukjes, had dien dag net een inval
van een paar kladschilders gchad, die konien
critici
onnatuurlijk uit
beschouwen, door het nijdig
Donnay
hij
in
omdat
dat verhaal, dat er loopt, als zou hij ten diepste ontnioedigd zijn
paar woordcn van aanbeveling had meegegeven en dien
obstakels
is
straks nit zijn
geweesl door den grooten schilder Alfred Stevens, voor wien
is
en
is
zuUen aantoonen.
maken aan
het
!
de overeenkomsl
hemzelf? Zijn gevoeligheid trok een sluier voor zijn oogen. Dat
Auguste Donnay op
hij
met een zoo heel
eigen en overdreven gevoelig leven, er eerst zoo langzaam toe
tusschen de zielen der meesters die
omdat
kunstenaars die den
het niet heel eigenaardig dat deze niensch, levend
Is
alleen
is dit
zijn groote
pompen
in
naani van
«
de Kunst
» bij
hem waren
En nu was hij bang dat zijn nieuwe l)ezoeker ook een van dezulken was, daarom had hij hem gezegd dat 't maar beter was een lantaarnopsteker te worden ol in oud roesl te gaan doen. Doch een paar dagen 118
«
».
AUG.
DONNAY
:
Kcuken en berken,
(els).
119
KUXSTEXAARS
OVEIi EKSIGE LVIKSCHE later, toen
liij
gelioord IkuI, waaroiu dc
liij
even
En
ver van leleurgestcld
liaitelijk,
als
hij
him
bij
Auguste Donnay een uitsteUenden
l)racht
le zijn,
hem
indriik niee van de ontvangst die
Liiikcnaar hij hcni kwain, was onderhoud lonip was geweesl.
joiiiii-
eersle
le
benrt was gevallen.
Overigens iaten alleen middehiialigen of beginners zich onlnioedigen.
niemand houdl degenen, die inderdaad het heilig vuur in zich hebben Donnay bezat dal loen al in even hooge male als nn. andere been, Hij kwani in Luik lerug en ging weer aan 'I werk door al
Niels en lerug.
"I
dal
liij
gedwongcn was
verrichlen, door de vele boeken die bij las, door vele
le
verschillende andere neigingen been zochl
Omstrecks dien /(/
tijd
werd
zich
bij
zelf.
Luik opgericbl het lelterkundig
er le
Wallonie, dal eenige schrijvers aan de boorden van de
tijdschril'l
Maas en enkele
beginnende Franscbe dichters vereenigde. Het was bet tijdperk van een strijdvaardig symbolisme, dat later
't
aanzijn zou geven aan een idealiste kunst.
Er heerschle onder de jeugd van toen een lisme. Xiet levreden
nieuwelingen
bestonden
Op
met zich
om nog
o. a.,
verder
le
scbaren
le
beflige reaclie tegen Zola's natura-
om
Mallarme, pretenteerden enkele
gaan dan de meester gedaan had. En er
enkele barokke uilvindels als: symbolisch inslrumenlisme.
men
kunslgebied zwoer
enkel
bij
Gustave Moreau, Burne Jones en de
Engelsche prerafaelilen, Botticelli en de Italiaanscbe primitieven. Er heerschte een groole zucht naar weten onder de geesten, waarin een vervvarring van ideeen en verwarring van genre was gemengd.
Men meende,
niel
zonder een schijn van rede, dal de kunslen
Had Verlaine
bankelijk zijn van elkaar.
der boofdwerken dezer school De
En
la
blijkl,
niel onaf-
bet niel in zijn Art poetique, dal een
gezegd
:
niusique avaiit toute cliose
O
la
le
reve au reve
nuance seule fiance et la lliile
au cor.
net als de lelterkunde verdweeii in de
andere plastieke kunslen opgeslorpt wordcn
in
muziek, moesl de schilder en de literatuur.
Het gevaar dezer Iheorieen voor jonge arlislen, lag daarin dal ze ver-
waarloosden
bun vak,
om
om
de eersle beginselen van hun kunst
te leeren, het
A, B, C, van
vreemde met het mooie te verwarren en prelentieuse onwetenheid en grove onhandigheden te verhellen lot genie. Donnay werd in 't eerst ook een beelje op dien weg meegesleepl. Maar het
gelukkig bewaarden
hem twee goede geesten zijn kinderlijkbeid en bescbeihem niets van hun opgeblazenbeid vermogen :
denheid. De symbolisten hadden
mee
le
deelen en
hij
Omslreeks dien
120
veer voort met Iwijfeien aan zich tijd
werd
bij
zelf.
door Arniand Rassenfosse
in
kennis gebiachl
OVER EEXIGE LUIKSCHE KUNSTENAARS
AUG.
met
Felicieii
DONNAY
;
Aankomst
tc
Relhleliem.
Rops. Donnay die eerst erg tegen de ontmoeting had opgezien,
werd dadelijk allerprettigst ingenomen door de hartelijkheid van den meester.
was zoo vriendelijk tegen hem dat
Hij
dagen later
teekeningen
zijn
hij
door. Met die zuiverheid van
l)Iik,
die
den nioed voiid oni hem een paar
Rops keek den omslag aandachtig
te laten zien.
hem kenmerkte,
lei
hij
dadelijk zijn
vinger op de gebreken er in en loste ongeveer in deze bewoordingen de qiiestie
van de letlerkundige schildering op
— est
Mais,
illimite.
Libre a vous. Le doniaine d'nn art
tenu d'en rendre I'execution
devenu banale
elle sera
?
plus vous pretendez apporter d'intelleclualite a votre
CEuvre, plus vous serez
Quand
:
Vous voulez symboliser des idees
et n'inleressera
parl'aite.
plus personne,
L'idee passe. il
que
laut
le
tableau Uii survive par la beaute de ses formes, par sa valeur intrinseque d'oeuvre plaslique.
de
les
rendre.
Daarin
Niemand
is
heeft
zijn literaire
inderdaad
meer dan
sujets
que je
critique, c'est votre fa^on
alles gelegen hij
en Rops sprak
intellectualiteit
in zijn
als
man van
't
werken gelegd en
vak.
al zijn
bijgedachten heden niet meer van hetzelfde belang, blijven toch
zijn platen leven,
veel
Ce ne sont pas vos
—
zwaarder dan
met der goden eeuwige jeugd. Hun al
artistiek prestige
weegt
de tekstverklaringen die ze Ijevatten.
121
OVER EESIGE LUIKSCHE KUNSTEXAARS Aui>usle Doniuiv drtd
zijii
met dozen opvocdkuiuiii^on wciik.
voorck'c-l
En aangezicn hij synllu-lisch is aangelegd, gai liij zijn vrougeie oi)vatlinf>en te seneeren. niet op, maar droeg cr zorij voor om zijn teekening meer gemaakt. En hij was op hem indruk grooten een Fuvis de Chavannes liad viUa van den van de versiering met de belasl werd hij toen schik zijn heel in lieer Loiiest te Rivage, waar de Oiuihe en de Amhleve sanien vloeien. Voor onderwerpkoos
hij
werk even dal
op een paneel,
(hiople
hij
pesc SUV
twee
het nijverheids-
aks
Falalite
la
:
en waarop
tioiis
onder hun
gel)ogen
stehle,
hij
vooi-
sinleiraapsters
zwarc zakken.
Toch geloot
we
zijde
rislieke
van Uonnay's
hebhen
talent
ik niet dat
de meest karakte-
iiieiiii
te
zoeken. Ik
hen inlegendcel van
den
van
len
gevoe-
t
heer Charles
Delchevalerie, die in
19(11 in
Wdlloiiid gezegd heetl AI;G. (G.
UONNAV
:
. M:ii
iiai!
Monienl lilanc de
rariiic
Hodeabacht.
que
le
triptyque;
les
Truis dyes de la femine,
plier a ses strides exigences, et c'est
portrait, les deiinitifs sncces
oeuvres, celles
oii
que
mai,
une fiUe
lleurelte
dun chemin
sent dans
le
pourquoi hii
I'un,
il
nolie ailiste
n'a pas
creux.
;
le
que
une
fillette
preoccupation immediate du detail, ne
serait plutol
decoralit
ne
sail se
ohtenu jnsqn'ici, dans
est a
nimbe
lui
le
;
le
second,
conchant,
mere
coup sur
peintre,
volets
promenant dans un pre de
Iroisieme, une
le
il
;
assurent les moins objectives de ses
Ce tableau
volet de la mere,
I'art
sepancher sans obstacles. Les
tronc d'arbre que
grace et I'intensite de sentiments que
de Donnay
note decisive de
au doigts, son inconscience amusee
adossee a un
dans son amoureuse melancolie au bord
la
esl nefaste a
sa personnalite pent
des Trois ages nous monlrenl,
jeune
et
genereuse ne donne pas plus
de Donnay. La precision du realisme
le
:
Celte page eloquente
el
une
perdue
allaitanl son enfant
interessanl, mais
on
opprime sans donle par une
a ])as confere toute la niaternelle
le sujet
comj)orle. L'ceuvre decorative
dans I'exleriorisalion ferme, delicate, harmonieuse,
d'un fantome mental, {Herbaria, la (ieologie, I'ne enfant des eaiix qui passeni.
122
OVER EESIGE LVIKSCHE KCSSTEXAARS
Aid DONNAY
:
-
l.a
cliL-vauchre
Illiistratip
I
Homme
aii.i
poussii'res,
Diane, rAiilnmiie) souveiil et infiiiiincnt
is
al.s
liij
realismc,
lieeft
kleine proza-gedichtjes
van gevoel.
poetisch en
wekt
Wat zelfs
<1k la
Sire
Damoiselle Maglell ., (ets) i van Ch De Coster.
Halewyn
miiriilcs
pour
rH()k'l
>».
<.<eeii
bL'koiinf»
de voorkeur aan poezie en droomen.
en dat
fijn
peintuics
»
comj)li'(o(,' pni- iiiu' inU'iprc'liitioii toiik- |)t'is()niu'lle
savoiireuse du paysage
Het realisnie geeft
\vs
voor
hiervan
zij,
voor
Men beweert
lieefl i>c.sclireven,
in
zijn
kunst
Aiii^iistc
zells
dal
Doniiay, liij
die uik-rst leer
l)lijft
zijn
liij
dicliter
iiispiratie
zijii
en
allijd
de lierinnering op van Nicolas Dcfreelienx. Donnay
123
OVER EENIGE LUIKSCHE KUNSTENAARS veiiolkt
beelden wat de dichter in klcinc verzcn heeft uitgedrukl, die do
ill
hergcboorte hcbben aangcgeven der Waalsche poezie.
Doiinay hccft de definitieve uitgaaf der werkcn van Nicolas DefVecheux
aan nieniand was die taak betcr loevcrtrouwd dan aan hem. De beroenide tcrainignon)> L'avez-veioii passer, beschrijft precies de vrouw of licver hot ideale Waalsche jonge meisje, dat Donnay aanhoudend getracht
geillustreerd en
heeil
weer
te
geven op
voor des lezers gemak
—
Een zondag toen
jonkvrouw
bij
me
doek. Het
zijn
hicr een jonge
is
zal ik het vertalen
bloemen plukte
ik
man
die spreekt en
:
onzen beemd, zag
in
hem,
stilstaan, ah, ah, ah, di
ik
een mooie
I'avez veiou passer? (zeg
me:
hebt ge haar zien voorbijgaan).
Ze had een huid blanker dan het veld-madeliefje en haar oogen waren
blauwer dan de hemel
den zomer. Haar haren waren van de kleur van het
in
korenvcld en ze had de schoenljes kunnen aantrekken van een eerste komniuniekanfje. Het gras was niet eens platgedrukt, waar ze overheen was gegaan.
— —
ben verloren geloopen, zegt
Ik
Ik zal u vergezellen, zegt
aan den ingang der groote wouden. Daar bedankte
Hij geleidde haar tot
ze
hem
help mij terug op den weg.
ze,
hij.
en slankjes en vlugjes vervolgde ze haar weg. Er
is
geen ander
slot,
dan dat verdwijnen van de verschijning. Maar de jongeling zoekt de vluchtige overal,
want sedert
hij
haar zag, weet
hij
wat minnen beteekent.
Zoo vervolgt Donnay desgelijks een ideale den bodem die
hem
zelf
van
't
inspireert. Zij
mysticisme en het geloof
is
't,
bij
sche primitieven. In haar
die bij
hem
vermengt met
ziel eigenlijk is
't
alleen
dezelfde functien vervult als het
de Italiaansche, Fransche, Vlaamsche, en Waal-
stelt
hij
alleen belang en daaroni passioneert
zich niet voor de verscheidenheden in het type
zou kunnen bieden. Dit geeff wellicht aan
eenvormigheid,
fignur, die zich
land van zijn geboorte. Deze
alle eigen kijk
zijn
hij
mensch, die het realisme hem figuren een zekere gelijk- en
op de dingen heeft haar
keerzij, ze heeft haar
gebreken en haar dengden, maar hier vergoedt ze haar gebreken door zulk een essentie van oorspronkclijkheid, dat
hem
zijn
gebrek aan verschcidcnheid
te
we
er niet langer
aan denken oni
verwijten.
Auguste Donnay heeft verscheiden schrijvers van Waalsche gevoelsuit-
drukking geillustreerd. De Pommier enchanle, van Alfred Lavachery, Dit page, van
Edmond
Rassenfosse, Jeux de cceur, van Maurice des Ombiaux,
iin
la
Leon Donnay. Tevens verluchtle hij VAlnmnach des Poeles, en leekeningen voor den Merciire de France. Maar in Wallonia trioni-
Besace, van
maakl
hij
der volkstraditie met hoofdjes, beginletters en lampe van een onvergelijkelijkc bekoring gevuld. Men mag zonder
feert hij. Hij heeft dit tijdschrift
culs de
124
OVER EENIGE LUIKSCHE KUNSTENAARS overdrijving beweren dat
van
niemand zooals
fevool heolt geliad voor dingen
hij
gezin, folklore en legende.
t
Charles
« Voj-ez »
Delchevalerie,
nuuqiie de
« la
contes bleus revit en ce dessin
passe des
dune
si
la
leviic,
toiil
le
rare saveur familiere.
«Es rCouleye)), sous le manleau orne d'un Cavelot de la cheminee, Taieule emmitouflee en son chale a franges, coiflee du noret a fleurs, a interrompu la prolongeait centre
soqiiette qu'elle
le
bant dossier de son iaukniil. Hequise par
ses petits-enfants, unefillelte
blonde
un espie-
et joufflue,
aux
valet
gle
cheveux
en
brosses, de leur narrer quel-
que legende pleine de merdont
veilles el
elle
meme I'origine,
ignore
elle-
elle s'est exe-
cutee, et voici qu'elle aninie
pour veridique,
tient
et
la Al(..
dont
fable
episodes.
elle
detaille
Attentifs les
DONNAY
les
mio-
ches se pressent contre ses genoux, cependant que leur mere, serieuse, les
entourant de ses bras dans un geste d'inconsciente maternite, le
deroulement du conte qui
quand
il
ecouter
cette petite scene
:
c'est le
allee.
comme ses maitres, le brocali dans Donnay, avec une
gravite
toute la poesie de la tradition,
il
si
un coin de I'alre, le
qu'on
ait le culte
En
zie
dan
des choses anciennes,
zijn Spinster,
zijn
zit
crasset
suspendu,
En quelques centimetres
pour
ainsi
meme
de
fait
dire, I'atlrait la race.
tenir
de
la
Pour pen
impossible de n'etre pas
emu
of,
in
zijn
kudde op den hellenden
zooals
men
de oogen
in
andere streken
strooit. Zie
ook
zijn
Hooien, met de Hooiers en de Hooisters. Boven op de triomfparmanlig een baiichelle met haar hark. Naast baar bekraait een baan
in extase,
En
est
Herder die
De Stofnum,
de Zandman, die de kindertjes zand
terugkeer van kar
il
exquis
qui senible
».
afgang der heuvelen bevi'aakl. zegt,
et
tendre qu'elle en est lancinante, a
a materialise,
fiction seduisant, a travers les generations, Tespril
par cette minuscule vignette
Un archaisme
vieux chat, bete amicale
qui verse sa fumeuse lueur sur I'intiniite du decor. Carres,
suit, elle aussi,
dans son enfance deja lointaine,
tombait des levres d'une autre aieule en
nuance
et stir
ravit jadis
la
t
de glorie van den ten einde spoedenden zomcrdag. dan ook nog dien Toooenaar, die bet zwarte kieken den
zie
bals
omwringl.
AUes wal
bij
ons op
'I
land overbleefaan poezie en wat
hij bij
mondelinge
125
OVER EliMdE LVIKSCHE KIXSTESAARS op
overIeveriiii<
trekkon van
Men
lieel'l
dil is er liet
Icon vaiigen.
lui'l't
Donnay
wclcii
le diuUkc'ii in
uit
enkek'
alk'i'iiitcislc soIx-mIkmcI.
dat sclioonlicid liootdzakelijk in uilspaicn
gfzci>(l
Kn
l)e.slaat.
Wcwijs van! Rekening houdende met de typogralische noodzake-
lijklieden, heell
Donnay enkel de hoofdlijnen
geschefst en deze overweging
cm zich enkei bezig te houden kenmerken elk zijner teere huiselijke tooneeltjes, die tocli zoo edel en l)evallig zijn, want nooit heeft de niinste vulgariteit deze reine ziel aangeraakt, die in de bnitengewone mate doortrokken is met hem
heeft
er toe geleid
met haar. Eenvoud en
den
fijnen geest 't
Is zelfs
van
om de synlese
zoeken,
te
jnistlieid
Waalsche
liet
zoover gekomen dat
ras. zij
die jjelangstellen in
verleden, de Waalsch-Luiksche folklore niel langer
dingen van
lie
vermogen
'I
scheiden van
te
de grafische commenlaren van Auguste Donnay. Hij heeft een genre geschapen, waarin
hij
onmiddelijk het meestersehap heeft bereikt. Wanneer er eens
een knnst zal bloeien die haar wortels geheel geschoten heeft in den Waalschen grond, die geheel Waaiseh te Iwijfelen,
Tot nu
Donnay
is
in
gevoel en uitdrnkking, zal, hieraan vail niet
er de vinder, de initiateui-
toe, laten
we
hier vooral
om
een vrije manier of gelegenheid gehad concepties. Hij bestelling engt
werkt hoofdzakelijk
hem
Hij slaagt er toch in
in
en houdt
om
er zijn
van
zijn.
nadruk opleggen, heeft Donnay nog nooit uitdrnkking
te
volgens toevallige
geven aan
hij
terug.
zou, in plaats van de legende binnen
cnkele centimeters vierkant voor de versiering van een boek in
dit
betreuren
overtuigd dat de kunstenaar nog niet heeft.
Het
fijne gevoel, dat hij heeft
? t
Hoegenaamd
te sluiten,
ze
Diana verder hebben
in groote decoratieve paneelen, zooals zijn prachtige
we
en de
Maar dit laat hem vrijwel koud. geheelen droom in neer te leggen. Waren de
hem
omstandigheden anders geweest,
ontwikkeld. Moeten
zijn eigen
bestellingen
niet!
hoogtepunt van
We
zijn er
van
zijn rijpheid bereikt
voor de toepassing der hulpmiddelen op
het sujekt, het geheel zich toeeigenen van zijn bronnen, interessanle kanten van zijn persoonlijkheid.
We
van den man, die van eenvoudig werkman, zich heeft verheven en die zijn kleinste als zijn groote
is niet
een der minst
mogen nog veel verwachten tot den rang van kunstenaar werken met een hooger leven
heeft bezield.
Auguste Donnay
is
ook een landschapschilder en
heeft zich vooral aan de
Ourthe, den wilden Ardenschen bergstroom gehecht. Hij heeft
gegeven
in zijn details, ik
bedoel dat
hij
om
hem
niet
weer-
van de schilders dieventaal gebruik
maken, geen slukwerk heeft geleverd. En hieruit kan men, in aansluiting met het voorgaande, gemakkelijk afleiden, dat hij er veeleer de een of de te
andere dichtcrlijke synthese
in zocht, de steeds wisselende, maar steeds getrouwe uitdrnkking van een soort van mystieke lietde voor zijn moedcrgrond.
126
OYER KKMGE UIKSCUE KIXSTEXAARS
.UC.
DONNAY
:
Woiul/
Menscheii die graag generaliseereii en eon beetje chauvinistisch
zijn
aan-
hebben wel eens beweerd dat de Waal gecn coloiist is. Al heeft Liiii< heden nog geen schilders vooitgebniclit, mag men daaiiiit tocb geen zoo
gelegd, tot
absolute regel afleiden. Luik vele fabrieken,
waar
zelfs
t
is
een grijze stad, overdekt door den rook barer
groen door
kunstenaars, die altijd acbter de
kunnen
niet
't
kolenstof dol' wordl gcmaakt.
muren der oude
zij
die
bun
worden,
De
opgesloten zitten, in
de zelfde tonen
czel in de vette, weelderige vlakten
van Vlaanderen
zonder valsch en uildrukkingsloos
schilderen, als
stad
te
127
OVER EEMGE LUIKSCHE KU^STENAARS kiimuMi net'i/elten. Zoo
kwam ons een
had
ezel liad staan, 't
hoofd.
is
"t
ook lang geweest met Auguste Donnay. Zijn kleur
beetjc conventioneel voor. liij
Sommige van
nog
zijn schilderijen leken
Zijn lictde voor de Ourtiie
heeft
van het
rivicrlje te vestigen. Hij is uit
midden
in
de vrije natuur.
hem
zich enkel aan
Sedert
Donnay
Voor zijn
losse doeken, die hij o]) zijn
veel den toon zijner niuurschilderingen in
le
iieni
op een stuk van een cud
Lnik weggeloopen
En de natnur
is
om
niemand buiten haar bemint. verschillende schakeeringen opmerkt van
alle
maanden en
verrijkt
die ze vroeger nooit
En wie zou
dat
liefje,
het uur, van
hij
zich ontdaan
hem
noopte. Zijn
seizoenen, heeft
van die geiijkvormiglieid, waartoe een glanslooze atmosfcer
werden
gaan wonen
te
een heel veeleischend
geelt, die
de versclieidenheid der dagen,
sliikken
tapijt.
genoopt oni zich aan de oevers
door een verscheidenheid en een trilUng van
licht,
hadden bezeten.
zich hierover
kunnen verwonderen
?
Er heeft nooit een echt groot landschapschilder bestaan, die niet buiten heeft. Anderen die gelracht hehben om de natuur weer hun ateher, na korte uitstapjes « naar den buiten » hebben werk gemaakt. Men omvat niet met zulk een gemakkelijkheid
op het huid gewoond le
geven van
uit
nooit ))Mjvend
de nog onl)ekende aspecten der \vaarneeml)are wereld.
Er leven
bij
ons maar weinig kunstenaars, die als Donnay een architec-
turaal gevoel voor het landschap
geheel
tot
zijn eigen
hebben gehad. Daardoor ook hehoort
op den iiarden rotsgrond bouwde, met een bekoring zooals
meer
men
die nergens
vindl.
Op 't
wel
hij
land van bergen, rofsen en valleien, van dat ras, dat
elk
van
's
meesters verschillende doeken, ademt
sprookje of de legende, elk zijner stukken heeft
men
de atmosfeer van
aantrekkelijke van een
We
had er ons den weg getoond dien Klein Dnimpje volgde.
fabel. Perrault
zien het
't
l)()scii,
dat Roodkapje door nicest toen ze den wolf ontmoette,
voelcn er de nahijheid der wilde dieren, waarvan
men
bij
het vuur
we
vei'telt.
hi lul sneeuw l)edekte dal, waar de dennen staan als blauwzwarte vlekken, waar tegen het einde van den dag de daken zachtjes rooken, zien we St Jozef zelf, die naar den weg vraagt en de Heilige Maagd, die een oogenblik op zijn
timmerkisl
is
mantel, wijsl juislerl
gaan
zitten
hem den weg
uilnislen.
Een
kiein
manneken
in een zwarten
naar Esneux en de bond, op zijn staartje gezeten,
aandachtig naar hun gesprek.
Het schijnt
niet te
gewaagd
landschap geschapen heeft vol,
om
te
beweeren dat Donnay een geheel nieuw
geheel onbekende ontroering. Voor hen die in het technisch deel der kunst belang stellen, deelen we mee dal Donnay allijd met Rail'aelli-krijt werkt. De aanblik van dit land met tot hiertoe
de wijde horizonten, verandert even vaak
128
als die
van de
zee.
Om
die in al
hun
OVER EEXIGE LUIKSCHE KVXSTEXAARS
hewetielijklieiil, in liun allijd vervliichtigende i
er gelijk
Om
zijn.
met de teekening toon
slaat
Elk trekje
om
men
teekening moet smetteloos
zulke juist onilijnde vormen, in zulk een steeds bewegende en veran-
derende belichting weer toeval.
in lirengen eii die
op
te
geven, kan er niets worden overgeiaten dan
van het hoogste gewicht. Door
is
iiet
gewenschte oogenblik, met de noodige snelheid
"t
het beslissend
moment
in
de vlucht
te
grijpen.
liet
Raffaelli-krijt is hij in te
werken,
De handen van den
om
schilder
wonderen mee. Donnay is, zooals ik reeds zei, op zijn tijd ook dichter. Hij heeff, zonder daarom onf'eilbare leersteliingen te willen verkondigcn, dikwijls zijn
der Ourthe, verrichten er Angiiste
eigen denki)eelden over
mentaar op
—
«
zijn eigen
Het
is
Waalsche kunst gepubliceerd. Ze
een bkiuw land
zich als bevredigd
zijn als een
com-
werk. w
zegt hij « mijn land,
waar de oerkrachten
openbaren, waar de vorming der aaide zichtbaar wordt,
waar de verschillende lagen der zenkrechle, walerpaslijnige of grillig verdraaide rotsen, ons van de langzame, steeds veranderende vormingen van den
bodem verhalen. » Het menschenwezen ook
niet logisch
bij
:
schijnt verloren in dit landschap, het behoort er
oneindig klein komt
hij
ons voor naast de getourmen-
teerde lijntn van de toppen der bergen en verdwijnt in de vallei.
129
OYER EEMGE U'IKSCHE KUNSTESAARS »
Patcnier
c'li
Bleszijn oiuier dc eeisleii gcwecsl, die
dil, evLMials
liij,
zoo
bcbben den eigenlijken aanblik van de aarde onldekt licbbeii begrepen. en bun legendariscbe geologic is niets anders dan de bewonderensvvaardige Zij
svntbese van cen peinzend en wel overdacbt visioen. »
Ze boorden dc gioote
ziel
van de aarde spreken, die bet vcispreidde
Icven der menscben onisluit.
»
De algcnieene aanblik van
bet
Walenland, zoo sncl verscbillend en
spoedig veranderd, zoo wissclend in bet
sjjcl
van bet
voor de rust of de regelmaat van een cnkele gedacbte.
Te Merv, lusscben
Tilll'
Zijn kastanjekleurige liij
traag,
bij
oogen
zicb niet
en Esneux, beeft Donnay zicb zijn woning ge-
kozen. Als ge een kleinen, stevig gebouwden
Assvriscben baard, dien
licbt, eigent »
man
tegenkomt, met een niooien
met streelend gebaar,
zijn tegelijk
liefkoost, dat
droomerig en open
gescbilderd beeft, een glimlaebje vlot traag
om
zijn
als
is bij.
de bemel, die
lippen.
Een groote
van dat gezicbt, dat door een boog geloof verlicht word! en
goedbeid
sfraalt
door een
uiterst verfijnde
intelligcntie bezield
en
in zijn barf
draagl
hij
de
scbatten van de Wijzen uit bet Oosten.
Hoewel lijkbeid
bij
reeds van af zijn eerste werk ons de maat zijner oorspronke-
deed kennen, beeft
hij
assimileert zicb niet gemakkelijk. konit,
meet het denkbeeld
zicb toch slecbts langzaam gevormd. Hij bij bem tot grafiscbe uitdrukking hem bewerkt — gekneed worden en
Eer bet
eerst lang bij
aanhoudend berscbeppen zal, daarom Donnay de waarde van een gewetensopenbaring.
rijpen. Zijn aard verlangt dat hij alles
beeft elke lijn bij
Uit boofde biervan bij
mag
ik
bevestigen, wat ik hierboven beb gezegd, dat
ons nog niet de voile mate beeft gegeven van een talent, dat ons in de
toekonist nog belangrijker, nog
meer beslissender werken
belooft.
Maurice des Omuiaux.
130
BERLAGE'S MEUBELS or een van de oiulslcn onzer jonge Ambachts- en Nijverheidskunst-beweging, tot een van de eerste en beste voorgangers, op dit gebied, die nog steeds met oiivertlauwde kracbt voortwerkt en op den eenmaal ingeslagen weg met beslistheid voortgaat is de algemeen
bekende architect H.
P. Berlage.
Een
levensbeschrij-
ving en historisch overzicht van bet werk van Berlage zal ik in dit opstel niet
tracbten
Daarbij zon niets acbterwege
te
geven. Dit zou een uitvoerig werk vraoen.
mogen
zoowel van
blijven, en
zijn ieven,
zijn
werk van vroeger, en van bet keerpiint in zijn kiinstopvatting moeten verhaald worden, om een dnidelijk jjeeld te verkrijgen van den tegenzijn
stiidietijd,
woordigen arbeid van dezen kunstenaar.
Dan zou moeten verbaald worden van daarvan, van
zijn
zijn reizen en zijn bescbrijvingen
letterkundigen arbeid in verband
met arcbitectiiur en
gebruikskunst, waardoor zijn denkbeelden duidelijker nog in zijn werk op
en gebruikskunst gebied zouden uitkomen. De toekomstige kroniekscbrijver van dit rijke kunstenaarsieven, zal daarbij den gouden draad die door al dat velerlei werk been ioopt, duideHjk kunnen laten uitkomen, zonder zich eenig geweld te behoeven aan te doen.
architectiiraal
zeker een mooie, leerzame en voldoening-
Dit Ieven te beschrijven
zal zeer
schenkende arbeid
want bet streven en bevvegen van een kunstperiode
zal
zijn,
daar van zelf in besloten liggen.
Toen Berlage zegde,
en
dit
als
zijn
werken op
historisch
een afgesloten periode van
zijn
moet daar een geweldige worsteling aan vooraf loutering
kon plaats hebben, waarvan
zijn
gebied vaarwel
Renaissance Ieven
achter zich
zijn gegaan,
liel,
waardoor de
werk na die Renaissance-periode
getuigde.
Mochten
in
de aanvang van de nieuwe periode,
nog
reminisensen aan bestaande stijlvormen zoo bier en daar verfoonen
;
meer en meer weet
liij
zich daarvan
te
at'
en toe enkele
in zijn
werk zich
zuiveren, en besHst zijn
weg op eigen beenen vervoigen. Bijna iedere
eeuw
heef't
haar eigen vormenspraak gehnd, dat moet ook
131
AMBACHTS- EX MJVERHEIDSKUXST
Atb. 1. — H. F. lit-HLAuh. iciinjtliiiri'au in eikeiihnul Uilgcvoerd door t Binseshiis, te Amsterdam.
onze eeuw hebben. Deze slelling heeft
werd aangegeven, waarop
L'it
liel
als regel
gi/olkoper heslag.
gediend, waardoor den weg
zicb voort beweegt.
wcrk van meubclkuiist, sprcekt dat priiicipe Geen der afgebeelde meubels heeft reminisensen aan vioegere
bierbij afgel)eelde
zeer duidelijk. stijlvorraen,
hij
iiu-t
en toch zien wij er den voortbouw
zou dwaasheid
zijn, le
in,
op der eeuwen kultuur. Het
veionderstellen dat hij deze ontwerpen zoo had kunnen
maken, zonder ernstige studie van de oude slijlvoimen. Toegerust met grondige kennis van de kunslontwikkehng, zal 't pas mogehjk zijn, zonder gevaar te gaan. Men zal daardoor leeren wat wel gedaan, en wal vermeden moet worden. Wat van blijvende waarde is, en wat slechts van voorbijgaande smaak, hiim of mode is wat persoonlijke uiting is, of wal
voor stranding verder
:
gemeenschappciijke l)ehoort, wat mede zal werken tot de verkrijging van een eigen vormenspraak. Door de stndie van de bcstaande stijlvormen
tot het
zal
men
zich
kunnen
loeriisten
duidelijk begrip, zoo noodig
Daardoor
zal
men
zich
om
met een iielderen kritischcn
jjlik,
en een
kunnen maken. leeren beheerschen, en spaarzaam zijn met het zelf
goede kunstwerken
te
A MBA CH TS- EX toepassen van gevonden vornien.
k'gelijk del-
Meister
Berlage doet zich door die
».
kcnnen. Nimnier
zijn zijn meiil)els,
den. Spaarzaam weet
en daardoor juist
rijk
hij
aan
als te
door zoo voornaam aan. Er
vormen,
uit
\
In der Beschriinkung zeigt
Beschrankung
» als
wenden. De schrijfbnrean is
(all). 1),
le
beiieersclion
doet ook daar-
De
niets te veel en niets le weinig aan.
gebruik geboren, zijn
liet
sicli
de kunslenaar
zijn arcliiteclurale ail)ei(l, overla-
is
de rechle meester zijn niotieven
de noodzakelijkheid van
verhoudingen eenvoiidige
nocli
a.
n
MJ EHUEIDSK UXS T
in
lioold-
schoone
een barmonisch geheel gebracht. Hoeveel mooier doet deze
tot
scbnine
opscbnitbare
klep
aan
in
vergelijk
met de
vroeger
algemcen gebruikelijke cylindervormige geplakeerde op een waaier rond(haaiende klep.
Hoe
juist zijn
de gesneden versieringen
in overleg
met den beeldbouwer
Hack, op de paneelen en de leggers aangebracht. Hoe een voornaam meubel is
te
bet
door de mooie verboudingen van de afmetingen geworden, waaraan
werken een waar genot voor den
bet snijwerk, dat zeer geslaagd
docb scboon
is
bet
ornament
bet eikenbout gecomjioneerd.
mag
bezitter
moet
zijn.
Afbeelding 3 geeft van
heeten, een duidelijker beeld. Eenvoudig
in overeenstemming met de geaardbeid van Geen enkele verzwakking. Met eenvondig min
Schrijf bureau (zie af b.
1)
open.
Alb J - n T nixNK.MUis,
I'
te
i'.l.hl.Ai.K.
Amsterdam.
133
EX M.ivi-Hin-insKrssr
AMiiAciiTs-
Afb. 3. - H. I'. lii;HI.A(;K Dcel v:in de Mhiijflr.ir.au.
dit'pe
stet'k is
zijn
itgcvoii
I
il
dn
HlNM-XEH
]s,
I.'
Aiiisli-idn
door de l)izondere inzet diiarvan
Hel ])anccl,
kre<<eii.
van
Aiiislci duiii.
is
in voile
eeii
en
Dat wil zeggen
».
zijn
met pen en
opslnitnagel lijni. (iocli
is
leliefwiTUiiig verais
nianihoiit,
liet
iioedaniifheid blijft geluigen.
kiacliti
Met raainlioiit aan alle nienbels van Berlage
gaard
mooie
waarde paneel gebleven, even
:
gat in
dc dorpels en
is
stijlen slaan
steeds
z. g.
rechlhoekig
kond
«
oj)
ver-
elkander,
elkander vergaard, lerwijl dwars door de pen een
gedreven. Ilierdoor herust de veibinding dus niel alleen op de
blijrt
ook na bet vergaan daarvan bet raannveik slevig
in
elkander
bevesligd. 'I'en
belen
in
onrecbte wonlt bcl
in
de koitelings veisciu'iUMi oalalogns van de meii-
Xederiandscbe Musenni voor Gescbiedenis en Knnsl
dam, door den
opsteller van de inleiding, bet verstek, d.
\v. z.
te
Amster-
een verbindings-
naad die van de dorpels en de stijlen diagonaal verloopi dns onder een boek van J.')", voorgetrokken boven de eerste omscbrevcn verbindingswijze. Uitzetten en
op
Jul boul
bet iioni verbard al liebt
134
krimpen
lilijft
bout
i)ijiia
nog geen isoleerende laag is.
Hij bet
open en maakt
allijd
doen, altbans zoolang er zicb
iieeit vast
gezel en de o|)perbnid van
minste krimpen van bet bout,
niet alleen
tiekt
bet verstek
een onaangenamen slordigen iiidruk, maar
"^ ::;
X
135
r.
y-
.1
s=
o
- a o O Q n;
AMHACHTS- EX M.JVEHHEIDSKUNST vcMvwakl l)ovendion
in
mate de
licioge
solidik'it
van
liet
raamwerk. Dat het
verslek zoo veel IraaiLT staat, kan niel gezegd worden. In ieder geval geeft de «
koud vergaarde
»
verbinding een veel krachtiger indruk en
is
ook inderdaad
veel slerker.
Dat ik over de verl)indings\vijze, een wat uitgebreide technische be-
schouwing zal
men
hield. zal
men
mij wel willen vergeven. Bij oplettende beschouwing
l)egrijpen dat juisl dergelijke details veel tot
het bizondere in het
karakter van het meubel i)ijdragen. Deze en dergelijke technische factoren,
spreken een zeer ernstig woord mede, des kunstenaars. Daardoor zal
hij zijn
de samenstelling van de ontvverpen
bij
vormen zoo moeten concipieeren,
aan de hand van die gestelde technische eischen natuurlijk zich daar niet aan
het
verschijning
le
te
houden, en de technische vragen over het hoofd
knnslenaar echter wel knnslenaar
te
is
te
te
zien, en
laten zorgen. Is znlk een gebruiks-
noemen
'?
door de inachtneming van de technische eigenschappen van de
materialen, zuUen verbindingen en sitie
dat ze
Makkelijker
storeu en zich slechts aan de uiterlijke
daarvoor den uitvocrder, den maker
Jnist
uitvoei- zijn.
vormen ontstaan; en de geheele compo-
van het voorwerp een eigen uitgesproken karakter verkrijgen.
De eikenhouten hniskamer van den Heer G. Tamson te Enkhuizen, zie waarvan de stoelen met een donker blauw met groene gestreepte
afb. 4.
moquette bekleed
zijn,
getuigc dat met de door Berlage
een inticm gezellig interieiir
Deze kamer draagt een
Merkwaardig
te
verkrijgen
besliste,
ontworpen meubels
is.
en gelukkig doorgevoerde schoonheid.
mooie perzische kleeden van een bekend schoonheidskarakter, zich zoo goed aansluiten. De goede eigenschappen van beide is
het dat de
mede
kunsluitingen verdragen zich en werken
aandoening waardoor wij ons
die eene schoonheids-
tot
een vertrek behagelijk gevoelen. De
in znlk
vvarme, bizonder mooie harmonische kleurengammas van deze karpetten, gelegd op een dat in de
rustig I'ond
doen heel wat aangenamer aan dan het kleed
kamer van MejutTrouw Hlngst
een nagemaakt Perzisch kleed is
waar
(zie afb.
vroegerc
tijd
.")
en
6),
zoo mooie
in
factuur. Het
is
de vloer dekt. Dit
is
van de Deventer-ftibriek, wel
soiled, in dit geval helaas le soiled, fabrikaat,
name bonte kleuren geiis
uit
doch van een onaange-
dan ook jammer dat
mahoniehout belimmerde kamer
dit tapijt die overi-
ontsiert.
De wandbetim-
meringen, de groote boekenkast en het bullet met liftkast aan de linkerkant, zijn naar onlwerj)en van Berlage, evenzoo de gaskroon (*). De |)ronien aan het raamhout van de belimmeringen en de kasten zijn (',
136
Oc
viiin
waarin
dtv.c liamer zich
bevindl
is
door
IJerlage oiilwoipcii.
AMBACHTS- EN M./VKIiUKIDSKlSST
Alli.
tlicMsl (lolnialioniehoul: links
Uilgcvocrd door
op deze
\vij/.e
aaii<>el)i';ulil, viij
\v;it
inooicr
scliaafde of aangeplakk' profilcii zooals
Met
ill
achtiiaiiie
men
i-ii
« 'r
aan
I)
-
II.
rnlioiifi'k'r
».
(l;m
te
Atnslcrdiiin.
dc
luiiige-
dat zoo vaak aan iiieubels
van de zooeven aanf>eliaalde koudeverj>aring,
aanbrengen van deze pioliien een
F. liKlU.A(,l':
liel biiirel is cc-n iiniiasl.
Binnrniii-is
l)niten_i,'enuH'ne
di,sliid
is
ziet.
door het
lijke versicring
137
AMBACHTS- EX XIJVERHEIDSKUNST verkregen. Het mooie donkerkleurige mahoniehoiit onlvangt daardoor vele
zacht-blauwe glinilichten die
Afb.
7.
-
het geheel
aaii
een innig intieme-gezellige
H. p. lii:m,A(.l,.
Ontvangkamer
te
ritgevoerd door
Amsterdam,
't
in
donker gebeitst dof Mahoniehoiit. Donker blauwen
trijpen bekleeding,
Binnenhuis, Amsterdam.
stemming geven, en aangename kleurvverking teweeg brengl. Een kleurwerking, waarvan door soniniige binnenhuis-schilders zoo heerlijk verhaald kan worden, als op bun schilderijen die prachtige glanslichten op de donker kleurige meubels zijn aangebracht. Het snijwerk van deze meubels herhaalde motief op eenvoudige doelde verlevendiging, zonder te
is
van bescheiden werking. Het steeds
vvijze in
al te
het hout gesneden, geeft net vol-
groote aandacht
te
vragen, en daardoor
vermoeien.
Als deze kamer gecompleteerd zal zijn en de nu nog aanwezig zijnde vreemde elementen emit verdwenen, kan dit een mooi compleet kunstwerk
van Berlage worden.
De derde
afbeelding
(zie afb. 7),
donker mahonie-ameublement
in
van kamer in deze serie
drikkade, van de familie Fentener van Vlissingen.
warm
l)ruin
behang voorzien,
terwijl het tapijt
hoofdloon een groenachtig-blauw hebben.
138
is
die
van een
een oud koopmanshuis, aan de Prins Hen-
De wanden
zijn
van een
en de stoelbekleedingen in
KUNSTBERICHTEN (VAN D D
ONZE EIGEN CO RR ESPO N D E NTEN)
ROTTERDAM
UIT
n d
de Kerk van slol'uitdrukking. Breitner. Wat er van hem aanwczig was bleef beneden zijn beteekenis. Het Kanon-
schillerend-licht van achtergron
;
le Delft is voortrefT'elijk
OTT
12
1-:
Rl)
AMSCHE
KUNSTKRING + TENTOONSTELLING VAN
schol
HEDENDAAGSCHE
werkers
HOLLANDSCHE
is
)ERKUXSTg; Alglstis) yC-^ Waarom deze
stelliiig
een
maakte,
is
ielwal dufl'en
me
iiuiruk
zelf iiiet duidelijk.
SCHIL-
is
het best
in het
;
groote stuk Kaai-
niet
mooie brokken, maar het geheel hecbt genoeg. Van Gabriel een Polzijn
het
il2 JiLi-
derlandschap,
tentoon-
Museum Boymans, maar veel blanker en zonniger moment; een Sltiisje, dat eenigzins
op me
Want
al is
uit zijn
hetzelfde
gewone facluur
sujet
als
in
valt; een fijne
Mor-
een klein schildcrijtjc, maar
het waar, dat ze niet representatief was, dat
gennevel
dus sommiger werk niet domineerde, zooals het belioorde en relief en schakeeiing in liet er waren aan den anderen geheel braclil,
van een aanlrekkelijke breedheid. Vincent
—
kant belangrijke en fraaie dingen genoeg,
om
den beschouwer
Maar ofde waarvan kracht een onzichtbaar waas
le
boeien.
mallieid van dalgene juist,
moest uitgaan, zich over
alles
als
verspreid
liad,
een zeer helder
(1866\,
van Gogh's Landschap (la Charretle bleue] onder den staalblauwen provencaalschen hemel is van een klare koninklijke wijdheid, die toch door weinigen geevenaard wordt. Bij Hart Nibbrig blijft het procede de schazich nog altijd te veel opdringen ;
duwen
zijn
zwakke
zijn
zijde.
Van Jozef
Vrouwenfigiiiirtje, naast
goed Oiid Vroiiwtje en een vroolijk, blank Spelende kinderen. Een Wachlend Vronwlje daarentegen zoo groene-zeeperig en oubakken van kleur als ik nog zelden van hem gezien heb van Isaac drie goede fijne figuurstukjes, waarvan Bois de Boulogne het bekoorlijkst. Kamerlingh Onnes; het met kleurcn volgcprople portrel der opdrachtige bejaarde dame kan me niet behagen beler
gewone genre.
is
van onze hedendaagsclie kunst gaf deze verzameling niet. Het bleef alles zoo'n beetje op een afstand en de waardeering kan
beeld
dus ook niet andeis dan keel en gereserveerd zijn. Enkele aanteekeningen mogen hier volgen.
Van Allebeeen keurlijk, fraai-kleurig porvan Bauer een voortrellelijk, rijp
tretje
;
twee dingen in zijn Mevr. Bisschop-Robertson had een Slilleuen met een flcsch augurkjes, bijna in hetzelfde gamma als dat, wat zij
Israels een
;
;
het blanke jongensportrel. ,Iaap Maris.
Een Sladsgezichl met zeer waar
discrete kleuren en Badende Vrouwen,
donker groen
de
matte
naakten
een
onlangs op de expositie der Rotterdamsche
in
maar van minder deftige kwaliteil. De Avondslemminy van De Bock behoorl tot zijn niinderwaardig werk. Van Bosbooni vierstuks. De kleine Kerk le Trier is wat bruin in de schaduwparlijen, maar
eigenaardige charme hebben. Van Thijs een
Schilders had,
140
prachtigc Maniienkop. Willeni Maris
is
met
dingen vertegenwoordigd, waarvan het kleine Drielsche Veer het fijnst en zuiverst
vijf
lijkl. I)c
Koeien
in
Morgennevel
zijn veel te
KUXSTBEIUCHTEX bout en blauw. Mauve was voortrefTelijk
Een zilverblanke Moestnin van de
zien.
kwalileit en een Koehoedster in
curieus naar Vincent zweemende. Een goede
Toorop, Haverman, Jozef geen bijzondere opmerking aaideiding. Van Isaac Israels een pikant Jodinnelje van Weissenbruch een Inlerieur, van voorname kleur; van Louis van Soest twee landschapjes, waarvan het kleine Panorama door zijn goed schuivende plans een groole wijdheid heeft. Van Jacob Maris valt een studietje Groenlenvrouw op, met sterke, koele, aan de Frauschen herinnerende kleuren. Niet geexposeerd waren een uitstekende Willem Maris, Koeien in Ochlendnevel, het beste exemplaar van dat genre, dat me in lang onder de oogen is gekomen, blank en zuiver van kleur en zonder die hinderlijke kakelbonte vegen van Israels geveii
is.
staat,
maar
Tholen's Schok-
is goed werk, maar Broek in Waterland van rauw van kleur en zwak van
kers op de Zuiderzee
overtuigend
niet
Toorop
is
;
stemming. Verster.
De Rozen
zeer
zijn
schoon van kleur. De Eieren
deftig
;
tot
;
Geo Poggenbeek met een Koeienland-
Mauve
Neuhuys
Albert
het koren,
van Albeit Neuhuys een Ziek Kind, van David Oyens een Slilleven, dat niaar matig
een nuance gefonceerder
ROTTERDAM
te
een paar van zijn voortrefTelijke Slillevens,
is.
LIT
i)este
beide een lust voor de oogen. Van Meiners
schap, dat heel dicht bij
-
en
in bakje blijven
Tomaten schreeuwt het rood toch wat. De Doode Roek is te vlak gehouden en niet sterkvan stofuitdrukking. het uithouden; in de
ultramarijn en paars
een kleine, fijn-aan-
;
klinkende Mauve, zilvergrijs en zacht
Van Voerman twee merkwaardige, conscientieuse schilderijen, die echter geen van beide geslaagd lijken. Van Weissenbruch
groen
;
een
helder winderig
olijf-
landschapje
Poldervaart
van Weissenbruch, enz. Onder de jongeren Willy Sluiter, met een studietje, waarin juiste blanke kleuren;
met waterlelies onder loodzware buien, een
Albert Roelofs, Vroiiwenfigmirlje in het bosch,
diverse goede dingen tintelend
:
Korenveld
een
en
stille
een
:
soberkleurig
Wiggers met een goed Maanlandschap en twee onberispelijke, maar zeer onverschillige Slillevens; Witsen met Onde Huizen le DordrechI, een bekend maar steeds belangwekkend motief. De Oosl-Indische Kers van De Zwart is voortrefTelijk. Overigens waren vertegenvvoordigd Van DaalhofF, Haverman, Ed. Karsen, Mesdag, de Moor, Van der Valk, over wier werk
Schiiarinlerieiir
;
niets bijzonders
op
te
merken
KUNSTHANDEL RECKERS
/l.^. Eveneens werken van HoUandsche meesters, in wier
gezelschap echter een Fantin-Latour geslo-
pen was. Het is een allegaartje, loopende van vlijtig teekenmeesterwerk tot het superieure; over het algemeen echter ordente-
middelmaat.
Een
maal
enkele
een
kleine verrassing.
Van de ouderen
vallen
te
licht
;
niet
zeer oorspronkelijk,
geestig
gedaan
;
maar
fleurig en
van Anrooy, Bruysch van kleur, al kon de stof
A.
Grachlje, fljn-grijs
wat vaster; Jaap Gidding, groot van klaprozen.
Slilleven
viel.
^^^^^^^'^^^'^^^^^
lijke
wat geschift Willem Roelofs Jr., wat precieus van kleur; Van Wijngaardt, Landschapje, goed van stemming; Van Voorden, Kinderen in hel zand spelend, van
Slilleven,
vernielden
:
Gabriel itwee stuksj, waarvan een met sterke blau\v-en-\vitte lucht Th. de Bock, VVc;de van Oianje Nassuns Uord, een oude kennis, dien ik met genoegen terug zag Blommers, Inlerienr, in zijn even-geoutreerde teekening ;
;
KUNSTHANDEL OLDENZEEL
/C-».
Ten
bedendaagsche HoUandsche schilders; de pejoratieve trappen van vergelijking. Er was hier het een en ander, dat beter achterwege gebleven ware. Van wat er dan overschoot, is niet zoo heel veel te zeggen. Ik teekende een stijve Akkeringa Dayjesmenschen aan, niet kwaad van kleur, maar zonder eenige beweeglijkheid. Verder een aardige aquarel van AUebe, Bij den ivaarzegger, met oppervlakkige maar zeer aangename kleuren, een goeden Apol; Winter) klein formaat, uit zijn vroegen tijd, met een fijnen rozigen ochtendhemel en gave kleuren een bescheiden, aangetegen de sneeuw derden male
:
;
naam
schilderijtje.
Twee
niet-bijzondere
141
KUNSTBERICHTEN
—
LIT
ROTTERDAM
de Bocks, waartusschen een fraaie warine Poggenbeek met sappige groenen een goed
dat
figuur maakte. Jozef Israels, Visscher, een
zijn
krachtige karakterkop
uilstekend gereproduceerd door de flrma
;
een gedistingeerd
aquarelletje van Voernian en een dito van Weissenbruch, twee fijne vluchtigheidjes, die voor de klonterige vervigheid van een paaronaangenanieburenscliadeloosstelden. Van Piet Oyens de schoone Smidse te Doom en Sladsgezicht, die men niet nioede wordt
opnieuw
telkens
hij
schonk
zoovele jaren bekleed heeft, neer en bij die gelegenheid aan het Museum
portret,
geteekend door Jan Veth en
Emrik en Binger. Zijn opvolger, de heer F. Schmidt-Degener, den lezers van dit tijdschrift welbekend, heeft bij de aanvaarding van bet directeurscbap de collectie reeds lerstond met twee
belangrijke
werken kunnen
verrijken. In de
prentenzaal prijkt thans een kleine teeke-
te zien.
ning van Mantegna, Mercurius met den Pegasus, een studie voor des meesters schil-
MDSEDM BOYMANS A^^ Sinds mijn opgave te
zijn
vorige
weer eenige nieuwe aanwinsten
verniclden.
Op de
damsclie scliilders
expositie van Rotler-
in
den Kunstkring kocli-
ten eenige kunstvrienden
iiet
indertijd ge-
melde werkje van P. C. de Moor Priesteres, belioeve van het Museum. Jan Veth scliilderde bet portret van Burgemeester s Jacob, dat door den aftredenden titularis aan het Museum werd aangeboden, gelijkde ten
oud-officieren van
liet opgelieven regiment deden met liet conlerfeitsel van hun Oud-kolonel Blankenheym, gescliilderd door Haverman beide scliilderijen zijn als specimina van onze hedendaagsclie officieele portretkunst voor de verzameling
schutterij
;
een belangrijke aanwinst.
Den Heer
142
15e" Juli
P.
1.1.
legde de directeur, de
Haverkorn van Rijsewijk
zijn
ambt.
Louvre de gever is de Heer P. Cloix, niaire van Montigny-surLoing. De Hollandsehe zeventiendeeuwsche derij Parnassus, in het
;
verzameling is vermeerderd met een Brekelenkam (Gebedvoor den maaltijd), een «Kleinmeister», die lot heden ontbrak. Drie personen, man,
vrouw en zoon,
zitten in een
burgerkeuken iiiddend voor de gedekte tafel;het rood en zwavelgeel van het jak der vrouw, die in het boogste licht gesteld is, steekt met stillen rijkdom af tegen den fijnen toon van den gewitten achterwand. Enkele accessoires, zooals een paar pannen van rood steengoed op den vloer zijn voortrelTelijk geschilderd. Het gebeel is van een moeilijk te omschrijven simpel-puriteinsche innigheid. Gescbenk van den Heer Kleinberger
te Parijs.
R.J.
BOEKEN
& TIJDSCHRIFTEN
WILLK.M LI.NXIG JUNIOR, PAR PAUL ANDRE, ILLUSTRE DE 32 PLANCHES EN
PHOTOTYPIE, SUIVI DU CATALOGUE DE L'CEUVRE COMPLEX DE LARTISTE PAR BEN. LINNIG, EDITION DE LA BELGIQUE ARTISTIQUE ET LITTERAIRE BRUXELLES, 1907 ,
het deel dat aan Lin-
gewijd
is.
Weldra
is
de beurt aan Leys. Zoo zullen de eer en heel de f^lorie tie
van Antwerpen in die vooraf ging,
eeuw
van de gevaren der vergetelheid worden gered
is
geslorven, geven kan,
wien het vooral
van
zijn
te
leven en zijn karakter in
eigenaardigheid. schrijvers zouden
Hoeveel
geven, zijn
al
kunstgescbiedindien ze
niet juichen,
eenige zekere en belrouwbare kroniek bezaten aangaande het tijdvak, waarin leefden
Jan Mandijn, de oude Breughel, de meester gelijk in waarde van wat Paul Dumont-Wilden en anderen ons binnen de laatste jaren verleld hebben van onre Mandijns, van on:e hedendaagsche
van Merode,
Andre,
Gerard Davids
!
Paul Andre heeft de werkzaaniheid van Linnig in drie lijdvakken verdeeld 1° Stukken van een prachtige, niaar heel :
!
Welk een boek ware er over Leys, welk een boek ware er over Linnig te schrijven
realiste
schildering,
!
Deze
bij
gold oni een duidelijke onilijning
is,
wellicht nog nieerdan de beroenide
baron, in staat oni en de kriliek en den man van letteren teboeien We vinden ereeniger :
mate diens eigen, veelbewogen leven in weer, dat getourmcnteerde in de uitdrukking, die de letterkunde bij voorkeur in het leven der schilders van vroeger bestudeert. Wat den schilder zelf en de techniek van het vak betreft, vele onzer lezers zullen zich nog de wonderen herinneren, die in 1905 op de lentoonstelling van Knnst van
Heden vereenigd zijn geweest, de heer Paul Andre heeft echter, en wellicht met rede, hiet veel waarde aan deze zijde van het geval gehecht.
die
Linnig voor zijn
vertrek uil Antwerpen uitvoerde spreker.
de
Dag na
het
:
De Aan-
Bruilo/'stfeest
de
,
Beeldhoiiwerswerkplaals, enz. 2°
Die
« oil le
hij in
Duilschland geschilderd heeft
reve I'emporte sur
realite formelle
o,
als
le
souci
de
la
de Zigeiinersvroiiw, de
Waarzeyster, de Luilspeler, en vele andere. 3° Eindelijk
terugkeer
uit
de werken die
Weimar
te
hij
sedert zijn
Antwerpen
heeft
gemaakt. W^e onderscheiden in deze laatste vooral den invloed van de fransche xviiide
eeuw, die hij in Duitschland zeer geeerd had gezien. Paul Andre voegt de uitwerking die een zekere lectuur op hem heeft gehad toe aan zijn uitleg over zekere werken,
schrij-
zooals de Verzoeking van den H. Antonius,
ver ons hier mededeelt, de eerste en eenige
de Lombardier, de Kwarljesvinders, enz. Dit
De uitstekende die
we
lijk
biografie,
welke de
komt ons volkomen duideen helder voor. Men voelt bovendien bezitten,
men zonder achtergedachten alle mogeverlrouwen in zijn werk stellen mag. En we gelooven dat dit de hoogste lof is, die men aan de levensbeschrijving van een dat
lijke
gelijk
levend kunstenaar, die eerst onlangs
werk en de daarop volgende catalogus, door Ben Linnig opgemaakt, zullen een belrouwbare bazis vormen voor alle volgende studieen over Willem Linnig, die vanaf heden niet meer onrechtvaardiglijk door het publiek zal worden dood gezwegen !
J. D.
B.
143
BOEKEX ct TIJDSCHRIFTES waarbij een
Het Juni-iiummer bevat een opstel van Francois-L. Brucl naar aanleicling der tentoonstelliiig van teekeningen en etsen van
Rembrandt in de Bibliolheque Xationale te De belangstclling voor Rembrandt's werk is ook in Frankrijk reeds van ouden datum. Reeds in de zevenliende eeuw werd
Parijs.
het door enkele
verzamelaars gezocht en
de achttiende eeuw voorvoor de kunst van den grooten raeester toonden, l)ehoorden o. a. Boucher en Coypel, die zelf etsen van Rembrandt bezaten. Dat in hun tijd deze etsen reeds zeldzaam begonnen te worden, bewijzen de volgende woorden door Bruel aangehaald uit een brief van een Fransch verzamelaar
onder
lien, die in
liefde
in 1761
:
«
Vous n'ignorez pas combien I'em-
pressemenl que
les curieux y ont mis depuis un certain nombre d'annees a rendu ces estampesplus difficiles h trouver que jamais. Elles sont devenues tres rares en Hollande;
jugez de ce qu'elles sont
ici.
»
Hollandsche ofVlaanische kunsl betrekkelijk.
ZEITSCHRIFT FUR BILDENDE KUNST. In de Juni-aflevering publiceert Fritz Saxl
vondst van nog onopgemerkte adapta-
door Rembrandt. Een Juda en Thamar (vroeger in de verzameling Rudolf Kann) en een leekening van den verloren zoon te Weenen, beide van Rembrandt, vertoonen verwantschap met een leekening van Lastties
van Lastman
leekening
man,
voorstellend
.luda en
Museum
te
Thamar
voorstellend,
(in
het
Budapest).
Simonson doct mededeeling van de ontdekking van een schilderijtje door (leorge A.
den Hollandschen petit-niaitre Jan Olis, wiens werk zeldzaain is. Olis werd geboren in 1610 te (lorinchem en werkte te Dordrecht tusschen 1G30 en 1645. Het thans ontdekte schilderijtje
stelt
Twee mansfiguren
een zitten
binnenhuis
aan een
spelen, een derde staat toe
voor.
tafel
te
te zien.
Van Job. Cohen Gosschalk brengt deze aflevcring een ojistel over Vincent van Gogh,
144
reprodukties naar dicns
van dit tijdschrift Kronig over een portretje van Philip Van Kleef, Heer van Ravesteyn en Wynendaele, veldheer van Keizer Maxiniiliaan eh later gouverneur van Genua. Dit portretje, dat op de tentoonstelling van het Gulden Vlies, het vorige jaar te Brugge gehouden, te zien was, wordt door den schrijver aan Jan Mostaert toegeschreven. Het schilderijtje bevindt zich thaus te Berlijn in het depot van het Kaiser FricdrichIn de
.luli-atlevering
schrijft J. O.
museum.
THE BURLINGTON MAGAZINE
/C^-
den inhoud van het Juni-nummer vermelden wij een voorloopig artikel — later te vervolgen en uit te werken — van Roger E. Fry over een tentoonstelling van verUit
luchte handschriften in the Burlington Fine Arts Club te Londen. Daar uit velerlei
waren werken
scholen en landen bijeen, datee-
rend van de negende
Het Juli-nummer bevat gecn opstellen op
zijii
tientiil
teekeningen.
GAZETTE DES BEAUX-ARTS yC*.
Sir Martin
Conway
tot
de zestiende eeuw.
publiceert vier getee-
kende sludie-bladen, voor eenige jaren te Londen als werk van Holbein verkocht. De vergelijking met figuren op Gerard David's bruiloft te Kana in het Louvre, doet den schrijver deze teekeningen aan den laatstgenoeniden meester toeschrijven. Louise M. Richter oppert de mogelijkheid van in een anonienie Annunciatie te Londen (gekatalogizeerd als Vlaamsche School) een
herinnering te zien aan een verloren gegaan werk, een deel van een allaarstuk, van den meester van Flemalle. De beide andere vlcugels, de donateur Henricus Werlis met
Johannes deDoopcr en Sinte Barbara lezend, zouden zich dan in het Prado bevinden. \V. H. J. Weale doet mededeeling van zijn nasporingen over den schilder .\mbrogio Benzone, stammend uit Lombardije en
eeuw. Omwerkzaam te Brugge in de trent hem en zijn familie heeft de schrijver sinds 1875 dokumenten bijeengebracht. le"-'
Het Juli-nummer bevat geen over Ne
opstellen
C. G.
.i^'
*%S
>*#
*«V,
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN "
(XVde,
XW^ EN
EEUW)
XVIIi^'
KT vak, uitgeoe-t'end door Henry, den glasschilder van lilips
van Bourgondie, Willem de Monnik, Scuermo-
ken van Antwerpen en de onbekende meesters van Beanvais, Narbonne en Cbartres, werd op even hoogen prijs gescbat als bet turist
Jeban
Froissart.
De vervaardiger van
hield zijn verbUjf ecbter ver van bet bof;
meistreel zijn
om
scbikken
perkamenten oprollen, zijn vorst
zelfs
konden
lange, voorbereidende maatregelen
bij
zijn
op de jacht of
glas gescbiiderde voorstellingen
werk van Gesellekens, den miniaen van den gescbiedscbrijver
Di'eux
kon
calamen op
niet
't
oude kerkraani,
bet
niet als de verlucbter en de in een klein escritoorken
oorlogsveld
te
volgen.
De op
dan met groote inspanning en
saamgesteld worden,
en tegenover de
weinig loonende bebandebng bieef de persoonbjkbeid van den maker meer
vaag verward en op den acbtergrond. Bovendien kon de uitslag van een
werk van
in arcbitecturale
derd worden
als
bogen gevalte glazen, siecbts
uit
de verte bewon-
een beerlijken docb op natunrlijke wijze ontstanen groei, die
nergens aan menscbelijke tusscbenkomst deed denken. Indien een dergelijk
werk
om
gescbat,
zijn wijzc
zelf tocb waarscbijnlijk
gildebroeders gebuldigd. Dicbters, zelfs
de
namen der
bertogelijke
al boog werd maar enkel door zijn kroniekscbrijvers, boekbouders noemden
van uitdrukking en pracbt van uitvoering
werd de kunstenaar
vervaardigers niet. Rekeningen van kapellen en kerken,
boven en paleizen, spreken wel van de glasramen, maar ver-
melden enkel bun bestemming
of de
gebeurtenis, waaraan ze de berinne-
ringnioesten levendig bouden; ze geven zelfs maar zelden een vage aanduiding
aangaande bet voorgestelde onderwerp.
En
niettegenstaande deze leemten, zou bet vaststellen
lier identiteit
van
') Het artikel, waarvan we heden liet eerste gedeelte geveii en de Gescbiiderde glasramen in de L. Vr. le Antwerpen (Augustus en September I905j behelst de besclirijving van 56 oude glasramen, in de godsdienstige gcbouwen te Antwerpen en le Lier. Red.
Kr\sT. Deel XIV. October 1908
145
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEX den glaskiinslenaar
een nog minder moeilijke taak
welliclit
bevredigende wijs de op zich
Want door een
ontleden. neerl.
smeedt en
zelf
zijn
om
dan
op
staande schoonheid van elk dier vensteis
te
soort van bovenzinnelijke zelt'geleerdlieid coni])o-
de hedendaagsche kriliek
])olitoerl
wal het
al
gelieel der nit
onderscheiden tijdperken l)ewaarde hescheiden ons iieeft
overgebrachl. Oinvillekeurig her- en vei vormen
wij in tcrs
hooge mate de gevoelens en het doel der niees-
van dien
tijd!
Deze toestand zon
eeist veranderen
met den dag toen de aml)achtsman-knnslenaar een andere wijze van uitdrnkking dan het werktnig bezal, sedert hij, of zijn historiografen ons vertrouwelijke
mededeelingen aangaande
zijn
geheime
werkwijze
den man
(leden en de geleidehjkc ontwikkeling van in zijn
werk openl)aar
Xoch
Vaernewyck
Vasari, noch Lamj)sonius,
of
van Mander, hebben de vervaardigers dier prachtige
giasramen le
uit
de
xv^'
eeuvv gekend, die
men
thans nog
— All)recht Diner kwam eersl tegen
Lier l)e\vondert.
1521 in de Xederlanden en ten opzichte der gescliie-
denis van die stukken moeten
den toestand, zooals we die
schonwingen
we ons dus bepalen
in
liel)ben geschetst.
Overigens zijn de studies aangaande de
in Helgie
l)ewaarde giasramen zeer zeldzaam. Indien ze staan,
tot
de bovenstaande be-
behandelen ze dikwijls deze,
't
zij
a!
schoone,
i)et
zij
eigenaardige, altijd in ecnigerlei ojjzicht opmerkelijke
stukken
als
doode werken,
zij
die als
levende ge-
dichten het stralende rijk van het schoone verlichten als
Fig. 2. — Fragment van de Bekronins van de H. Maagd.
dat iU mij l)e))aal(i
XV''
hij
levenlooze en koude dokumenten
levensgebied
en
de
mijn besciiouwingen van de
is
in
tot dit
er
van,
deze bladzijden beschreven
lie!).
—
Ekuw.
«
De
stadt
van Liere
is
gheleghen op den kleynen water-
twee groote mylen van Antwerpen
/
ende l)ykants soo verre
sterck van gheleghentheydt
/
maer noch meer door
1^
vloedt Nethe
»
van Meclielen
"
konste
»
lustighe sladt
»
slede wordt da^elvks yrooter van huvsen
146
Het
verschillende uitingen
/
/
:
zij
is
verstant ende hehendicheydt
met seer goedt,
beleeft
:
ende voorwaer het
is
een fraeye ende
ende wel i)eseheiden volck
:
ende dese
ende van rvekdom door middei
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN »
van de stadt van Antwerpen, die haer volck ende profyt bybiengt
verbonden, sedert eeuwen aan vorsten en prelaten waren toegevoegd kloosters, kerUen en conventen
Op een
veisieren.
». (•)
bedrijven, waarvan de leden, in gilden
LIlt bezat een aantal bloeiende
met kunstweiken
om hun
te
mijl al'slands van de droefgeestige
vlakten en dennel)osschen van de Kenipen,
door
scbaduwrijke eikendreven omgeven, onisproeid door de
die
rivier,
de
ons
edelnian
F"lorentijnsche
noemt, had deze stad onder de veelbewogen regeering van den Stouten
{^)
haar kerk met nieuwe pracht
bekleed. Sedert deze verbouwing zijn zeker in de
ramen
die
zeldzaam koslbare en
hiertoe bijna
tot
geheel onbekende schitlerend scboone ruiten gezet,
wier weerga, wat bet
stijlvolle
der compositie en
bet bekoorUjke der teekening betreft,
vergeefs zal zoeken
De Bekroning van de Maagd de groote eer heb, de eerste behoort
onder
ringen der xv^
Aangenomen
die
(fig. 1),
in Heigie
waarvan
bespreker
doorschijnende
eeuw gerangscbikt
te
te
ik
zijn,
grijsscbilde-
worden
(*).
bet gebrek aan kleur, die omstreeks dit
tijdperk aan bet glas niet doffe
men
(•^).
meer dan een door
tonen opgehoogde teekening overliet,
bedenkende hoe
vage,
—
en
destijds de hoedanigheid der teeke-
ning de trots van den glasschilder uitmaakte en dat ze juist haar kracht ontleende aan de afwezigheid en
de
zeldzaamheid der gekleurde tonen,
zal
onze
bewondering voor een dergelijk werk bijna onbegrensd worden.
Het middenpunt van een l)reede
big. 3. — Fragnu-nl van de Bekroning van de H. Maagd.
(') Bescliiyvinghe van alle de Nedeilaiuien aiulerssins genoenit Neder-Duytslaiult, door M. Lowys Guicciardini, edelman van Floreiicen. (Vertaling van Cornelium Kilianuni,
Amsterdam
1612).
Volgens de, in de kerk bewaarde bescheiden en het Liersche archief, aangevangen in 1377 en niet in de xve eeuw, zooals van Graesen en Lorn beweerd hebben. gevoegd bij den naani van hun Begiftiger en zijn wapenteekens, de lijst (^) Men zal, der glasramen vinden, die de kerk van Lier versierd hebben of nog versieren, in liel Deel der Graf- en Gedenkschriflen der Proinncie Antwerpen, dat aan gezegdc slad gevvijd is. In de niinuten van den notaris Corn, de Bie, viiidt men bovendien twee gekleurde penlcekeningen, die de sedert verdwenen vensters voorstellen. eervolle vermeldingen van dit wonder, tellen we niet die van enkele [*i Onder de schrijvers, welke in het geheel niet meer dan een dozijn regels beslaan. Zooals de beer Mast in zijn Liersch DaybericM lerecht heeft opgemerkt, werd dit werk, toen het naar het groote schip in het zij-lransept waar het tegenwoordig hangt was overgebracht, enkel ('(
beter gestut.
147
DE BESCHILDERDE KERKRAMES VA^ LIER EN ANTWERPEX aureool in velgen-voim, getint met het van de Venetianen gecopieercle
blauw, vornit kristal.
Het
lijken zin
tcgelijlc
het uitdrukkingsvoile beeld der Lieve
is
Vrouw,
licniels-
monument
het glanspunt van dit goddelijk-schoonc
in
die zich in k^ter-
omringt met de Hefde van de drie figuren der Drieeenheid, Vader,
Zoon, HeiHge Geest en met die van Engelen, Heiligen en andere hemelsche boden. De Eeuwige met de driekroon, die den schepter houdt, de Christus, die het voorlioofd neerbuigt en zegent, zijn in een
gebeeldhouwden koorstoel
gezeten, die door het gevlamde, metaal omringde glas, als met een tapijt van
sniaragdcn hedekl
kroon, die
sciiijnt.
Deze i)eelden dragen een groote, goud beschilderde
dvn vorm van een hairi)and met kostbare steenen en groote
in
gebiaderde bloemen geteekend
als
zoovele slralende gedaanten, omringd
door slangenlijnen van geglaasd melaal, die de draperieen. Boven deze drie-groep lige
omlijningen
in
illusie
moeten geven van
witte
de zinnebeeldige houtduit' in regelma-
is
lood gevat. Vlak van voren gezien ontplooit
krachtig gesehachte wieken, tegen de
met golvende
De Maagd, de
ze staan alle op een voetstuk.
is;
Vader en de Zoon, verschijnen ons,
schijt'
van het roode
lijnen van zeer donkerklenrig
hij
zijn
glas. Dit laatsle is
bladwerk bedekt, dat op
al
de
door de figuren en door het gouden gestoelte met de voornaamste personagien der hemelsche hierarchie opengelaten vlakken bedekt
Heneden de
is.
bun vlucht den in zware plooien neervallenden mantel der Hemelkoningin op hun armen houden opgeheven. hoofdgroep.
in
aanhidding gehogen, twee engelen, die
Deze prachtige venslerroset, nog van Enguerrand Charonton,
is
berinnering bewaart. De adelaar in
schooner dan de giorieuse Maagd
emblemen der vier gedenkraam de bescheiden van afmetingen, maar krachtig
gevat tusscben de beerlijke
de godheid, waaraan
heiligen, lofzingend ter eere van
gemodelleerd
veel
in
is
dit
den vorm van de arenden der koperen lezenaars,
wordt voorgesteld door een kleine figuur met witte tunica, die
—
aan het tooneel uitdrukt,
van den kopersmid,
zijn
de Leenw en de
;
aan hun voeten
vorm van enkele golvende
lijnen
engel
deelname
twee zinnebeeldige figuren
met korte, gedrongen, zeer
gedetailleerde vleugelen voorzien
tioneelen
Stier,
— de
zijn
is
fijntjes
de aarde
voorgesteld.
in
op het
glas
den conven-
Het hoofd dezer
wezens van allegorisch leven wordt, van boven afgesneden door een nimbus
omgeven door een gelen
verdiejjten
diaad wordt afgebakend
;
rand, die op zijn beurt door een looden
elk dezer levende
met den naam van den Evangelist,
symbolen
is
van een banderol
die hij verzinnebeelden nioel, voorzien.
Het onderdeel van de pepliimi der zwevende figuren is zooals de engelengewaden op de Zeoen Sacramenten van Rogier van der Weyden, veelmaals in eenigszins gewrongen vonwen geplooid. Onder den druk der gulden gordels en de golvingen van den heu])baiui, vallen de stotTen op ongeveer gelijke wijs
148
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN als bij
bovengenoemden meester
lige vingers,
neer. De handen, met de teeie, ronde l)evalden hingen, lenigen duim, cvenals de vingers aan het uiteinde
even aangedikt, zijn dezellde
Flenialie,
zijn
de,
van de liggende
als
Maria van Bourgondie. Evonals
op het
figiuir
Weyden
van der
bij
van
gral
en den Meester van
nielaalachtige plooien der van Eycksebe scbooi,
als
liier
soepeler en eenigszins gewijzigd, zonder echter in het saanigestelde van de
draperieen van Dirciv Bouts
we
stijve liaidheid, die
de vacht der
valt
l)ij
in hinge
stofilen
lokken verdeekte haren, op dezelfde wijze
van vergelijking aanvaarden, zonder bij
is
we kunnen
hij
gewone
om
St Jan,
we
over wien
willen
te
beweren dal
zijn
tijd
schijnt te
om
is
mij op
het zoo aanstonds zullen hebl)en,
Weyden hem
type, dat Rogier van der
wel van denzelfden
tradities
daaroni
de
als bij
die als nitgangspunt
de beer Cleorges Hulin wel zoo goetl geweest
doen merken, dat de
niet het
noch de
de vorming van den ghizenmaker van de Bckrouiiuj overwegend
geweest. Overigens te
Cleef,
van van der Goes opnierken. Bovendien
figuren van eerstgenoemden meester neer en
invloed
Van
vervallen, van Diirer, van
le
de
geeft, vertoont, dat
maar meer volgens de oudste
zijn,
geteekend en eindelijk dat de kleeding der Begittigers voldoende
het stuk onder de
werken van het midden der
Merken we verder op
xv*"
dat er tot heden geen
eenw
te
is
rangschikken.
enkele goed
toegelichte
werd voorgesteld aangaande kerkvensters in de Nederlanden, omstreeks dit tijdstip zonden zijn onlstaan. Le Maistie d'Ainstaing (*)
toeschrijving die
meende
dat
men
geven mocht. kartons aan
de vee>tien glasramen van Doornik aan Lucas Adriaens
rekeningen in de St Bricius-kerk, werden de
(Volgens de
dezen meester betaald). Deze was een Antwerpenaar van wien
ons geen ander werk bekend Peinture scbrijven
siir :
vcrre en Bchjiqiie
(sic
!
).
De
schrijver
der geschiedenis van
bun een Leuvenscbe afkonist
trachtte
De
Bekroiiiny
te
Lier,
is
de
toe te
van deze wonderen berustte, volgens hem,
het vaderschap
Dierick Stuerbout
is).
('-),
bij
van vroeger datum en schoo-
ner ook dan deze overigens terecht bewonderde vensterreeks. De onderlinge verdeeling der verschillende groepen der aanbiddenden, de opperste majesteit
van het middelontwerp der
/;!coro/70/«
op
de franke vrijmoedigheid der getrokken proportien verdeeld
Rogier zelf bekend Uit al deze
Maagd, xve
straalt
zijn,
overtrel't,
uit
glas, lijn
de rijkdom der omtrekken,
en de zekerheid, waarmee de
een oogpunt van
stijl, al
werken
ter verheerlijking
der door twee figuren gekroonde
een zeer uitgesproken streven naar ernsligen
eeuw duidde
wat ons van
is.
dit
stijl
uit.
In de
motief door de keus zelve het streven aan, zooniet naar
oorspronkelijke scheppingen op harmonisch gebied, dan in ieder geval naar (')
(')
Recherches siir Vhistoire de Edm. Levy, 1860.
I'archilecliire de la
(Mhedrale de
Toiiriuii, 1832.
149
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN IJER EX ANTWERPEN een verlaiigeii lijk
om
onderwerp
voor den
stijl,
beschouwd,
op symetrische wijze
af te leiden dat
zou wel wat ver
liet
zijn
— die van de Madonna — zal men opnierken
is
nitdrnkking,
men
gkazenniakersknnst en dat
Op de
ondeivindelijke studie.
werk
fe
gezoclil,
Om
te gaaii.
l)eschildei(l
lui
stijl
de eersle voonvaarde
handen, steken
de
hij
wijde mantels, duiden de loodlijnen de er
tot
lijn
mee
aangeven,
onder aan den nevelachtigen kring,
Enkele lange haarlokken, waarin hel
Vlaamsche korenhlond moet voorstellen, vallen wijdmet smalle, londe geledingen
de met
nit
is
daarin onteli)are bronnen vindt voor proef-
vanaf den lagen, wijkenden schouder,
omlaag. De
is
reeds onvergelijkeiijk van synlhese in de dat
die de Diieeenlieid omgeeft. (Fig. 2).
uitgolvend
een derge-
niaar elke figiuir op zich zelf
gelijkloopende piooien aan, die slechts een lange, golvende
sterk aangetinte geel het
iiit
kerkraam de hoogeschool
fijn
liclitjes
gond omzoomde monwen,
teekeningen zijn gegraveerd. Het omgloriede heel langwerpige lioofd van de Maagd, bnigl
en evenals zicli
gevonwen
waarop kleine
bij
van der Goes
onder de kroon, die door
twee heiligen wordt opgeheven.
Deze fignren bezitten, behalve
luin
bnitensle
nuid of povlraituur, die
over het geheele glas heenloopt en beter dan op eenig ander venster de randen der verschillende
vakken onderling verbindt,
een
binnenverdecling
van
smallere draden, die de richling der verschillende bewegingen en hondingen
aangeven, de gladde vlakken van het glas zonder eentonigheid verdeelen
door een enkele
ziiiver
gelrokken metalen draad, de richting der piooien aan-
duiden, die dikwijls zwakjes door een zwaarder schaduw en
frotlis
worden
ondersteund. De lijnenkronkelingen, die de gekreukte stoffen omgeven, zijn
dus
in
elke draperie tot het eenvoudigst herleid.
gewaden, wijs,
als laalste overblijfselen
De
fronsels in de engelen
van het Gothisch tijdvak, geven op de eelste
een kort overzicht van de verschillende j)looi-aanbrenging op andere
kunstwerken en deelen aan de figuren een zekere serafijnsche lenigheid mee.
De
Begiftigers, die dit
tooneel aanschouwen, zijn
paradijsglans van dezen heiligen kring, die even als
engelenkoor van Albert Cornells is.
Dit
is
vooral
figuren, die alle ligl
te
nitgesloten van
den
Durer of
het
bij
bij
Brugge, door cirrus-wolken afgesloten
zichtbaar in de bewonderende gebaren der mannelijke dichtst bij de nevelbnnk vroom de vingers vouwen die :
t
geknield, richt in zijn bewondering den hals ver naar voren en schijnt lets
aftesmeeken. De andere
figuur,
onder Johannes den Dooper, vertoont den
prachtigen kop van een patriarch en draagl de insignien van een geestelijke,
met
in
de armen het goud omstraalde lam.
Tegenover deze
heiligen, de Patrones
van den zachten dood,
in het kleed
van het tijdvak (gordel en met goud gebrocheerde bandeletten en langs de slapen neervallende lokken), wordt voorgesteld door een
150
dame van rang
in
DE BESCHILDERDH KERKRAMEN VAN UER EN AMWERPEN
ma^ ^rn '^mi mm'
!i^l m^m^ 'si.
I,
.
'
P
mm
f^ij^isr ^""-
i/r-'ni, «ii
ii
iiJ#i
«
i^^i
ij-)w:j ifi.wt' 1
m mt n^^r mm^ tmm imm ^
I
DE BESCHILDERDE KERKRAMEX VAX UER EX AXTWERPEX looddrnden
van
als
liel
penseel, die do mecst opmerkeiiswaardige eigenschap
van de Bekroning der Maugd vornien. Alle sclioonlieidselementen
zijn hier
aan den zniveren omtrek ondergeschikt geniaakt. De perspektief van Diner en All)erti, heeft eersl
tegen het begin der
xv^eeuw
in het
heschilderde raani zijn
noodlolligen invloed doen gelden. Het eenig verkort, dal heerlijke glas,
is
we opnierken
Jan van Brngge in Vlaanderen liestond. De teekening bestaat
we
in
dit
het resultaat van een wel geniotiveerde conventie, die sedert
reeds opmerkten,
nit
hier,
zooals
een eenvoudige verdeehng van het glasveld in kleinere
vakken, een grens die aan de verschillende viakken door de weinig plaats
innemende figuren wordt
gesteld.
De geschilderde
of looden draad, heeft geen
andere waarde dan de richting die ze aanduidt, de stof is
onwezeniijk en
l)Hjft
van elke gedachte aan zwaarte afgesclieiden. Wat de kleur
aangaande heb
doen opnierken dat de figuren wit
ik reeds
i)etren, dien-
zijn
gehouden
tegen een achtergrond van blanw, pnrper. rood of groen gevlamde ruiten.
De
vensters,
op
zij
van de bekroning, behelzen de liguren van heihgen
tegen een blanwen, rooden of purperen grond.
vakken dit
in
Die versieringen van open
een niuur zijn ontegenzeggelijk ouder dan die in het eerste raam
;
wordt trouwens voldoende door de wijze van voorstelling der figuren en
den vorm van hun attributen aangeduid. Bovendien indien de kunstenaar
l)ijna
liewijst
de teekening dat
de tijdgenoot was van Jan van Eyck,
hij
toch nit
deze openbaringsbron niets geput heeft. De nuuirschilderingen en heschil-
derde beelden, waarvan we in geschreven bescheiden
moeten de modellen
zijn
de
sporen
vinden,
geweest voor die reeks teekeningen van heiligen-
beelden die in nissen werden geplaatst.
Het beeld dat het best den tand des
Maagd met twee vrouweHjke
tijds
heeft weerstaan,
heiligen. (Fig. 4).
Maria
is
gehuld
is
dat van de
in
een week
geplooide draperie, die gedeeltelijk het bolvormig kopje van het Jezuskind dekt, dat
met een diadeeni van minieni kleine afmetingen versierd
is.
Het
zuivere ovaal van het gelaat der moeder, haar laag op de schouders neer-
vallende haren, die enkel door een paar primilieve loodlijnen
geduid
en haar groote, slraalvormige bloemenkroon,
aanwijzingen, dat de veertiende
eeuw
eerst
zijn
worden aaneven
zoovele
sedert enkele jaren geeindigd
was. Die indriik wordt nog versterkt door het uitzicht van Catharina van Alexandrie, met iiaar niarleltuig en den lijdcnspahn.
Xaarde
wijze der steeds
nog inoraUseerende Middeleenwsche beeldsnijders, rust ze met de voeten op haar overwonnen vijand Koning Maximinus Daia, die haar had doen :
radbraken. Dezen laatste vinden wij verder voorgesteld in een eenkleurig ghis-fragment. waarvan de analyse voor de ontleding dezer kerkvensters even nultig zon zijn als die van haar techniek en iiaar teekening.
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIEREN ANTWERPEN De Drievuldigheid, geflankeerd door de H. Maagd en de H. Cathorina{f\g.5). In de vijf lancetlen
van een ander kerkevenster
te
Lier,
uitgewischte Ijeelden, die ongeveer in denzelfden
l)ijna
vinden we enkele de vorige,
tijd als
maar met minder hckwame hand geschilderd zijn. In het midden de Drievnldigheid, God de Vader, waarvan de kop, nitlossend tegen een kmisvormigen nimhns wel sciioon moet zijn geweest, is gezeten op een gouden ciibns en houdt liel krnis met den Groolen Maiielaar vast. De duif met den discns der vergeestelijking, fladdert tnsschen den Vader en den Zoon. De Heiligen, de Maagd tegen een gonden grond en Catharina tegen den violetten gedamascieerden fonds, staan
dit
motief terzijde. (Het zijn de
derzelfde figuren die het zooeven vensterkruis,
uiterste
hand
genoemde open vak
hondend een gothiek
naar een gezin, dat voor
uit
saamgestelde groep, Hgt de betreft en de kleur
van
man
hem
en vader
een
vormen
fez,
wat
veel overleg
zijn
bonding
de Antwerpsche Cathedraal
gelijkt.
;
in
onder de schare der aanbidders,
de hoofdgroep. Voorgesteld door zijn beschermheilige en nitlos-
zij
send tegen een blauw fond, werpt als in
die
op bevalHge wijze gegrocpccrd en
vier kinderen, zijn
zonder kleuren, geteekend
haal,
een bisschop de
Boven de met
bidden,
Achter het
purperen kleed, veel op den Begiftiger van het
zijn
Kerkevenster met de beide St Jannen in
De moeder met haar
te
strekt
crucifix,
knielt.
copieen
iettei'lijke
versieren).
een legende, zich knielend
lokken
als
in
de laatste lancet een jongeling, schoon
in
aanl)idding neer.
Een kleine purperen
van een Sanzio en een gewaad van Tyreensch scharlaken,
verleenen aan deze teedere figuur met zijn geestig geteekend oog en den
kindermond, trettist,
echter
lets
sprookjesachlig onwezenlijks.
De pogingen van den
op de overige figuren der Begiftiger vrijwel schipbreuk leden, dit laatste personage in 't oog vallend goed gelukt.
die inj
porzijn
Het beeld van den Begiftiger, een weinig opvallende signatuur op de weinig zichtbaar, wordt
oudste vensters gewoonlijk
gaandewTg vergroot
en verkrijgt meer belangrijkheid. In de zestiende eeuw, laten de aanbieders van het venster, zich veelal geknield voorstellen en zijn van bun heraldieke attributen vergezeld.
Honderd jaar later zijn die figuren vaak van de vensters bun namen, titels en blazoenen over. Een korte
verdwenen en
blijven alleen
uitwijding zou
voldoende
mystieke kerkevenster
als
zijn
om
aan
genealogisch
vorstelijken ikonograaf zoo kostbaar
!)
te
toonen dat
document
(en
dit
als
verval van het
zoodanig
niet enkel toe te schrijven
is
den
aan de
verslapping van het godsdienst-gevoel in de wereld van adelijke heeren en prelaten.
Noemen we dan
in
de eerste plaats de meer onmiddellijke studie
naar de natuur, die tegen het midden der .\V eeuw vooral, zich nicer en meer bij
de glasschilders deed gelden en die groot nadeel berokkende aan de
153
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAX IJER EN ANTWERPEN scliilderini* o]) glas,
hernieiiwen
Hrl die
hoewel ze toen,
mi deze kunslvorm
eveniils
liad
kiinnen
!
ix'iisfer
-
van Elisabeth van Leyre.
—
De beeldtenissen der
Begifligers,
kerk te Lier in het koorvenster vind, zijn nog van bcscheiden.
iiK'ii ill dt'
Calvarie met Begiftigstor.
Fig. 8.
—
Alxlis, seknield
voor
St Clara.
verkleinde afmetingen. Onder de voogdij van hun Bescherniheiligen,
komen
ze ons tamelijk nederig voor, evenals die gevleugelde dieren, als verplelterd
onder het gewicht dier reusachtige Assyrische koningen. Overigens, samen met andere kenfeckenen, brengen bet uiterlijk en bet kosluum dezer portretten
op
ons tegebjk met bet venster
glas,
De schenking had overigens
in 1475 plants
in
de knnsl van de vijftiende eeuw.
(*)
door Elisabeth van Leyre
Voor bare bidbank, met zwart tluweelen
in 1510).
dame, die een groote weldoenster
in
is
de
haar parocbie was geweest, gekleed in
een ibisblauw gewaad, en draagt een hoofdtooi van gelijke kleur
Tegenover deze verwonderlijk schoone
vroiivvenfigiiur,
(^).
stelt
St Petrus,
den ecbtgenoot Godefroid de Vilain XIV, voor, gebeel ingeriemd
die van in
(Gest.
franjes geknield,
een
waarvan de ongeklenrde glazen den indruk geven
barnas,
gepolijst
In lindegroen
staal.
apostel, uitlossend tegen een
gewaad en mantel van
gedamasceerd blauwen grond, een
geweldig grooten slentelbaard. Tegenover Petrus
St
is
van
rozig piirper, toont de sleiitel
met
Franciscus van Assist
een lang uitgerekte figunr met acbterover hellende borsl en een klein, stevig
op den nek gehuld I'j
vast
in bet
Van
I-;vcii
gewrongen kopje. De biechtvader,
die Elisabeth voorsteli, is
barenkleed met kap, dat deel uitmaakt van bet kostuum der :
Aiiriennr ccole dc peintnrc de Lotwuin,
1)1.
',)(>.
den heer E. MasI, tjeliaiuield in liet Diaibeiiclil de lieer Levy veriiieldl de sclHl
en (ten naani der personages; de ecrste heefl er al het liisloriscli gewicht van besefl, er hlecf ailcen de l
i)it vciistci-
vvortit
het le liebbcn gezien.
154
;
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN derde Minderbroedeis-orde, waartoe de Begifligster bohoorde. In dc onilijning dezer figuur, vinden we nog deii vrijeii invloed der Iradilies van de kuische en een weinig l)loed;nme leekening van Bouts. In de nabijlieid van
den aposlel, verscbijnt
Fig.
II.
—
Al.l
breedte van
III
St
AanbJiUUng
liet
\
Gummarus
ooi-
l
.li-zus-Kind
venster tusscben
hermelijnen kraag, valt
zijn
kruisvaardersscbild geplaatst
een pracbtig kostuuni,(iat de geheele
in
Fig 10
-
de IJooper en St (Met het jaaital 146G).
St loliannes
de sponningen bedekt
nit
;
toga in strenge plooien neer, is,
Mel
zijn
baar naar de xv
Klisaliclli.
een breede,
waartegen een
eeuwsche mode
geknipt, verscbijnt de patroon van Lier, het bool'd bedekt met een pracbtige,
met bermebjn gevoerde muts,
het
bij
zijn
schoenen, in de andere den
staf,
Mozes gediend
om
nit
de wonderdadige bron
zooals Diirer er
een
die dezen Brabantscben
den bodem
te
van
hoofd
op
Maximiliaan beeft geteekend. In de eene band draagt
witte handbeeft
doen ontspringen. Daarnaast
ontwaren we de hoog opgerichte gestaUe van den vriend van den beiUge, bisscbop Romuldus, staande op de wit en zwarte zeiken der eenvoudige kapel. Deze bestaat uit een enkel gewelf, dat langs al dc vensters heenloopt,
Romuldus iiet't bet apostoliseb kruis omboog en zegent. Onder den macbtig gerii)den dom, met korte bangbogen aan de trompen van het hoofdgewelf, onder de vier omgioriede beiligenbeeiden, waaruit opmerkelijk venster in
is
saamgesteld, vindt
de middenlancetten
emblemen van de
men de wapenborden
dit
der donateurs
van bet venster. Het blazoen, met de verbonden
famiiien der beide echtgenooten, wordt door een gevleu-
gelden genius van opmerkelijk scboone teekening
omboog gebouden
;
een
tweede vull bet overige der ruimte met een gekroonden helm en bet helmteeken
(*).
(') III de Graf- en Gedeiikschrif'len der Provincie Aiitwerpen dezer wapeiiscliildeii.
viiidl
men
tie
lepioducUes
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN veroorloofde ons tot hiertoe oni Keldernians van Leuven
N'iels
kennen
de maker van
als
dit venstervlak.
En
zelfs zij,
te
her-
die deze toeschrijving
hebben voorgesteld, waarschuwden ons aangaande de afwezigheid,
tot hiertoe
ten minste, van grondige bewijzen. Niettemin vindt de esthetische criticus in
de onderdeelen, als in het geheel, gemakkelijk de sporen der Leuvensche
En heden zijn we wel in staat Van Mansdale, gezegd Romboul Keldernians
om
schildcrscliool.
die
men
:
Romuldus
voor den 14« Maarl 1489)
de rekeningen zijner geboortestad vaak vermeld vind, er de
in
maker van
vast te stellen dat
(gest.
is. (')
Er leefden volgens de kronijken omstreeks dien tijd verscheiden supeHenrich van Schonenberghe, die nog in 1505 werk-
rieure glasschilders als
:
zaam was. Van Diependale en Nikolaas Rombaut, van wien omstreeks 1481, een venster in de L. Vr. te Antwei'pen werd geplaatst (•). Van deze Leuvensche meesters is niets overgebleven, geen enkel stuk dat uit hun handen gekomen Het zoeken naar punten van overis, kan met zekerheid worden aangewezen :
eenstemming
is bij
gevolg onmogelijk. Alle drie hebben ze zeker de kunst-
beginselen van Bouts gevolgd
('),
welke we
aangeboden venster weervinden, en welke
tot
de
vijf
werken behoort,
Sinte Barbara.
is)
door Elisabeth van Leyre
in het
een anderen erker
die de glorie
met een troonhemel
en met een reeks heel kleine
in
denzelfden
uitmaken van Lier en
— De middelste nis van dezen erker
bouwslijl als de Bekroning
afkomstig
in
ni.sjes
(die
(fig. 6)
stijl,
zijn kerk.
van den zelfden
van een ander raam
den vorm van torentjes
in
versierd, overwelfl de Ste Barbara, staande naast een wachttoren, die aan hel
Jerusalem van de xve eeuwsche altaarstukken doet denken. Het geestelijke voor in gebed, bij zichtiglijk
door den hersteller
stelt
een
wien de fragmenten zijner zeerlange handen voorzijn bijeengevoegd.
martelaarstak, haar zeer Gothiek kopje,
is
De
heilige draagt
dengroenen
met een zeer grooten hoed van
(') M llem, opleit 7.5 dttcli Septembris ct" 7475, so bestad mester Wotiler, scoelmester, een yelas aen Rommout Keldermans te Loven, de venster in Sinte Gomwaers coer, voer V2 ftorynen (/r. brabanls. En bier op heeft mijn Joffr. van Imersele ghegeven tree syden » Clapboeck.
DezelMe
« Betaell werkte verscheiden keeren voor (ie kcik te Lier te Loven, van den gelase in Sinte Peters Capele, te votmaken en te bremjen 3 fl. 6 d. » (Ken ruit, die zich in het venster der St Pieterskapel bevoiid, dat door «Mijnheer van Imlicort » ten gesclienke was gegeven en waarvoor Keldermans den 26" Maart 1475 de niaat nam, (1475, Clapboeck). « llem. gelent RommanI Keldermans, den gelaesmaker, Ie Loven, opt half gelas die hi in handen heefl van mijn heer van Camergck. » (1475, Clapboeck f Item, noch belaelt RommanI Keldermans van den ghelase van den Grocten Ambachle dat volmaekt is » (1477, Cla|)boeckj. « Vele glasen in de vensters in de zybeuken geset door Rombanl Keldermans, aen 3 gr. den
f^la/.eiimakcr
:
Rommout Keldermans, den gelaesmaker,
i.
voel. » I'l
1
1478,
(Uapboeck).
Dit venster slelde den slrijd tusschen St Jacob en de Sarracenen voor.
1*1 Keldermans stond overigens in betrekking met Bouts. (Van Kven, op. c. p. 94). Zie de Elisabeth op het bewuste raam en de vrouw op het paneel van Bouts de Onrechtvaardigheid van keizer Olio, te Brussel.
1.%
DE BESCHILDERDE KERKRAMEN VAN LIER EN ANTWERPEN Hermes den Reiziger bedekt. is
Terzijde, onder de voeten van St
de afbeelding van zijn moordenaar, een liurger
uit
de
xv
Romuldus,
eeuw, met een
Daar tegenover de aartsengel Michael, met een gloriekroon en een rond op een gioenen dnivel, van wien enkel de kop ongesclionden bewaard ('). Op de gedamasceerde achlergronden, zijn de lignren in granw-
lans.
schild, slaande is
schildering
maar weinig met kleuren opgehaald. Museum teAntwerpen.
Medaillons in het Oiidhcidkundig
Museum
dig
medaijons, die ons veroorloven mateiiaal
te
— Hetoudheidkunvorm van
(Steen) te Antwerpen, bezit eenige vensterruiten in den
om
op ons gemak het ambacht en het
bestudeeren, waaiover de glazenmaker beschikte in de jaren loen
de giasvensters van Lier werden samengesteld. Die kleine, ronde schijven
toonen ons het roode en het blauvve Het
is
maar een enkel rood, Het
verschill.
zijn
omstreeks dien
glas,
dat alleen door
't
toeval van
't
tijd
in zvvang.
bakken van toon
twee soorten blauw, het eene, het beroemde
blauw van de achlergronden der
eeuw en een dunner
vijfliende
een heviger meer outremer blauw.
We
vinden
er
hemels-
laagje van
ook op weer de drie
verschillende groenen waarover de meester tijdens het tijdstip der glorieuse
We
Bekroning beschikte.
hebben ten
eerste het natuurlijke groen,
waarvan
eeuwenoudis; vervolgens een tweede groen, krislal-blauw, vermengd met geel glacis; eindelijk waarover we 't later zullen hebben, gemengd met
het gebruik reeds verscheiden
de uitkomst van een soort levert een
somberder
geel,
van groen violet en purper, waarin dan eens dan het blauw, werden bij middel van glas met twee lagen in de kunst binnengevoerd, waarvan de uitvinding, m. i. zonder al te geldige reden, aan van Eyck werd loegeschreven. (^). Onder deze kleurmetaal blauw een derde
tint
;
het rood overheerschte en
stofTen,
die echter
zeer levendig van loon zijn, wordt de glans van
ongeklenrde glas door een heel dun laagje
het
grijs gewijzigd.
Deze eerste appreteerlaag, wordt evenals een zilverachtig geel over de zijn blootgesteld d. w. z. aan de
vlakken uitgespreid, die aan regen en wind tegenovergestflde kant der
teekening.
Deze twee paletklenren ondergaan
slechts wijzigingen van gewilde intensiteit, zonder zich met vreemde scha-
keeringen
te
vermengen. Inderdaad dient het
geel,
geoxydeerd en gestampt
oker, slechts als voermiddel voor zilver chloruur en wordt in twee verschil-
lende is
vormen
gebruikt,
van de andere. Het
is
waarvan de eene
in
zekeren zin de overlrefTende trap
dan eens een kleur
als
een lichte citroen, dan weer
vindt men in het koor een Cl Het onderste glasvak is modern. Van hetzelfde tijdvak fragment, voorstellend het beeld van St Gummarus en een personage dien we, bij ontstentenis van vohloende attribulen, iiiet vermogen t'huis te brengen. P. Levieil, L'Art de la peinlure sur verre; i") Men raadplege aangaande dit onderwerp Langlois, Essai stir la Peinlure sur uerre: de Baron J. de Saint-Genois, Messager des sciences :
historiques de Gand, 1839.
157
DE BESCHILDERDE KERKRAMEX VAX LIER EX AXTWERPEX de hocveelhcid chlorinir, die l)oven de bnuidendc kleurwerd gehoudeii. Dcze gele pignienten, weidon op enkelc gedeelten der in hcl Antwerpsche Museum bewaarde medaijons, lot dikke droppels vcrdikt, zoodat ze op bloedende tranen gingen gebjken. De uilgedrukte waardc dezer kostbare dokumenten, verheft zicb echter nict tot de boogie van scboonbeid. In zijn pogingen als portrettist scboot de maker er van te koii de l)egifligsler, die uil een blazoen op bet Calixiriesluk (fig. 7) oniboog stijgt, de Abdis, die voor een Ste Clara met een monstrans in de band knielt (fig. 8) en de Abt, in aanbidding voor bet Jezuskind, bieden geen enkel teeken van een eigen persoonhjkbeid. Toch beeft de glasscbikler zich vi'el aan^lrokken gevoeld tot de natuur. Wantbebalve acbter St Jan den Dooper en Ste EHsabetb (fig. 10), waarop bet acblerplan als staal gedamasceerd is. slellcn de acblergronden alle landscbapj)en voor. Hoewel nog tanieoraiije geel, volgens
stof
;
rudimenlair en bedeesd volgens een
lijk
boomen en de den
lust
lijneidilad geteekend,
leggen de
vogels vliegend legen de blauwe lucbt, loeb getuigenis
om waar
te zijn.
Overigens openbaart zicb de begeerte
om
al'
te
van
beba-
gen ook in de eenigszins kinderacbtige omlijning van bet kopje van Elisabetli, met baar bloemenkroon van gebladerde twijgen. (Midden in de blaadjes van
bloemen merken we eenige vlekken op van groene en roode kleur). De groenc plekken zijn wel op een wijze aangebracbt om die scbrijvers van de die
wijs
le
brengen die weigeren
om
den datum
te
aanvaarden, waarop
men
beweerl dal de kleurslof ontdekt werd, die op een glasviak bield. V^erscbillende procedes kunnen ecbter dit resultaat zonder tusscbenkomst van scbildering op glas bebben bijgebracbt
(*).
De sappig gedrenkte en verzadigde kleuren van deze slukken van oude kunst, legen
't
licbt le
zijn
bouden, brengl iedere scbakeering,
zelfs
atgescbeiden van de
overigen, een aaudoening van bijna zinnelijke verrukking
van de macbtige bekoring
als
kleine gedenk-
verwonderlijk scboon. Alleen maar door ze
van
't
le
inademen van bloeniengeur
weeg
—
—
iets
een kleur
we nimmer
die uildrukking geelt aan deze overigens wel verstaanbare mysterien die
ecbter ten nadeele van de ontwikkeling van ons scboonbeids-gevoel,
gebeel onlleden. OVonlt
venml,j.l).
j_ ^j,
BoSSCHERE.
Xiellegenslaancle de bcnnniing vitii « Zwitsersclie }
van
Iiet
—
158
J.
U«i«^^AM\i
wieiis luuim wij liier
jul)ilaris
K-™j-p^=^g^j|^TJ K _
KUYPER
8>i'
September
leeraar in
kunstiiijverbeid,
nog
kunsteiiaar
eeii
boven plaatston
25 jarige loojibaan
eeii
1.
j.
vol
ondaiiks
is
voor
viiur
eii
de
al'sloot,
als
zijii
03
onze
jareii
buidige
ambacbts- en nijverbeidskunst-beweging. In
een
tijd
geboren, dat deze kunsl in een aller-
treurigsten loestand verkeerde
om
gedaan moest worden onderwijs op
wegen
dit
hield
;
met
beil'en
scbilderij
en
bet
alles
loen
;
in aannierking kwam wat beeldbouwwerk, bet tooneel,
toen nog l)ovendien ook zelfs die kunstiiilingen,
;
des kunstenaars mcerdere waarde
en deze bet dikwerf ontlirekende in zijn knnst tracbte aan
gebeciil
vullen
nog zoo wat
en
de verwaarloozing
ware wezen der knnst weinig uitstaande badden, en aan de
liet
uiterHjke verscbijning van den persoon
werd
iiit
toen nog alleen ais kunst
met bet
de letteren en de nmziek
vaak
te
gebied nog bijna gelieel ontbrak of op gebeel verkeerde
was
geleid
verband
baar op
door een zwierig grootscb gebaar
;
in
een
tijd
toen
«
Jan Sabe
«
te te
nauwernood door enkele energieke ware knnstenaars iiit zijn ingezakte bonding was opgescbrikt en met kracbtige band gewezen werd op bet nniverseele scboon in dien tijd moest Knyper zijn studies aanvangen. Ter Amsterdamscbe Academie werd iiij door den toen ter tijd bekenden :
meester-graveni- Prof.
J.
W.
Kaiser in bet teekenen en graveeren 5 jaren hing
onderwezen. Niettegenstaande
de
voornitzicbten
arbeidsveid in bet vak van gravem-,
voor een
in liooge
vriiclitl)aar
en loonend
mate slecbt waren, legde
toch met liefde op zijn eenmaal gekozen vak toe.
De
hij
zich
pracbtige graveerkiinst,
waarvan de glansperiode reeds lang tanende was, en in de jeugd van Kuyper den genadeslagwerd toegebraebtckjor de meer en meer in zwang koniende
juist
goedkoopere reprodnctie-wijze door midde) van de fotogralie en foto-cbemiegraveering op koper en zink, zag voile toewijding
Na de wege
in
daar aan
te
bij
steeds voor zieb als een ede! vak
geven acbte
iiij
als
;
zijn
een levensdaad.
studie aan de Amsterdanisebe Aeademie, wordt bij van regeerings
staal
gesteld
naar de Miincbener Academie
te
gaan
om
daar
zijn
i.'jij
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST sliidieii te
betreecll
J.
le
vervolgen. Ondaiiks
inedailleeren
in
liij
KL'YPKR:
volgen.
en
d;it
de lessen van den hofgiaveur Th. Bienbock
stenipelsnijden
getrouw door hem
worden gevolgd,
daarneven een nienw arheidsveld, door de lessen
in iioefseeren
Kleinodicii-kislje. iZijkiml).
De
Miinciiener invloed schijnt zoowel op
persoon een ninimer
nil
te
wisschen stenipei gedrukt
daaina volgcnde oiitwikkelings-periode knnnen wij
kiinsl
zijn te
als
op
hehhen. Jn heel
zijn zijn
in zijn kunstuilingen dien
invloed zien doorwerken. In het vaderland weergekeerd, vvordt Utrecht zijn
woonstcde, doordat graveur
le
hij
aan de Rijksmnnt aldaar de post
als
vcrvnllen krijgt. Edoch, in deze betrekking bleef
werkzaani, het voile wroetende leven trok
hem
gesladige gaan naar de graveertaiel in de
adjunct mnnl-
hij niet
veel jaren
sterker aan dan het riistige en
muni. Zijn levendige geesl had
slerke behoefte aan afwisseling, beweging en wrijving.
Een
tijd
van reizen en
trekken naar verscheidene sleden in Duitschland zoowel als in Belgie brak
voor
was
hem hij
naam
aan.
Op
verschillende ateliers en fabrieken van de nietaalindustrie
dan bier dan daar Werkzaam. De man, die zooals
kionk, voor artiest was opgeleid,
leerde daardoor al de geheimen van zijn vak kennen.
ambaehtsnian
IGO
lot
in dien lijd
voor-
werd nu werknian, ambaehtsnian en
anibachtsman-knnstenaar kwani
De ontwikkeling van
hem
als
de ecnioe ware
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST wijze voor oni inderdaad dat vele
z. g.
Op
J.
38-jarigen leeftijd. toen
KUYPER:
te
hij
wordeii.
le
Een voorbccld
mogen nemen. heel wat ondervinding
diis
op
allerlei
Kleinodien-kistje. (Deksel).
gebied had opgedaan werd school
ambaclilskiinstoiuiar
sierkiiiistenaais ter harle
Haarlem;
hij
benoemd
tot leeraar
in 1895 tot hoofdleeraar
aan de kunstnijverheids-
aan de Haagsche Academie, welke
betrekking nog steeds met frische kraeht en veel toewijding door
hem wordt
bekleed. Al dien zijn
was
tijd
leerlingen
tot
hij,
en
nog, de leermeester die het individueele in
is dit
ontwikkeling tracht
l)rengen,
te
en
zijn
persoonlijke
Door gevoelvolle en begeesteren voor hun werk.
invloed op kunstrichting zoo min mogelijk laat gelden. vriendelijke betoogen weet
Om
deze eigenschap
wordt
hij
door
voor
allerlei
als
zijn leerlingen
voor den docent
pleit
leerlingen
hij zijn
zoowel en hen
om
met
tot
liefde
grooten
te
dengdelijk technisch onderricht
zijn
aangehangen en hooggeachl. Wat lot"
strekt. Als
indrukken, het voile briiisende leven van
kunstenaar, gevoelig zijn
tijd
medeonder-
gaande, kenmerkt zijn werk zich door het impiilsieve, zonder dat het persoonlijke
daaronder
lijdt.
Het hierbij al'gebeelde kleinoodiecn kislje 't
welk wij op
1.1.
tentoonstelling van
is
een van zijn laalste specimen,
Ambachts- en Nijverheidskiinst
in
Pulchri
161
A MBA CH TS- EN NIJ VERHEIDSK UNS T konden
Studio
opinerken,
een
als
hizondcr werkstukje. Nict alleen dat liij
het
on twerp liiervoor maakte doch
de uitvoering
van
eveiieens
is
zijn
hand. Het getuigt van veel liefde voor
van
vak
liet
smaak en
Met
nielaailjevverking.
de niaterialen geko-
takt zijn
zen. Het hagedissen-huidje getrokken
over de
romp van
een
ond zilveren kleur,gedekt door
fijne
kistje
liet
de hruinachtige scluipjes,
van
is
daarop
iiet
aangebrachte matte ziiver versierd met graveeringen,
en
plekjes
half-edelsteenen
email
kleurig
met
vomit
het
zilveren gedreven laag relief deksel een geiieel,
aanschouwen
dat het
een
tot
genot maakt. Beschouwen wij de details,
dan spreekt
iiit
de tech-
ieder deel
nisfhe, zoowel als de esthetische hoe-
danigheid do
den
van
techniek
van
zijn
kunstenaar,
die
vak volkomen
meester, als zoodanig wist wat met het
melaal (ziiver)
te
doen was en wat
niet
mocht gedaan worden. Alzoo voering, het
in
iels
een hand onlwcrp en
wat onontbeerlijk
scheppen van een werk dat
onderdeelen getuigt van
is
uit-
voor
in alia
eenheid van
gedachte, en verkrachting van het mate-
voorkomt. Immers niemand die
riaal
zijn
vak
een
«
lief
heeft haalt daarin gaarne
tour de force
of nooit noodig .1.
KUYPER
:
Zilv
De
L'drcven plant.
figurale
» uit, iets
wat zelden
is.
voorstelling
(zilveren
gedreven i)laat)geeftons den kunstenaar
van een ganseii andere zijde ziiver.
Men
lette
vooral
;
oj)
ilraperie en vleescbpartijen.
modeleur en drijver in beschouwe de behandeling van opvatling van modele. Welk een
hier toont hij zieh als
de
Wat
details,
juiste
contrast geven ons de stalen stempels
le zien,
hiervan zijn de lijncn
eenstenmiing met de hardheid van het metaal,
als
in
over-
glas zoo scherp, hierbij
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST gelijkl
deze
de smedige bewerkiiig van het zilver angslvallig in tegenstelling met Zelden werd en wordt de technische slijl van het
staler! beslistheid.
—
f;
•^ •^'"ty/^ '•'
J.
KUYPER: OiUwerp
voor nioiiumenlalc
melaal zoo juist begrepen
als
''"/^i
fonteiii.
door deze veteraan op het gebied der kunst-
nijverheid.
Ten
slotte hierbij
nog een afbeelding, een van de
artistieke uitstapjes die
Jan Knyper maakte op een ander terrein, een van zijn vele bonwkundige
ontwerpen, namelijk een fonteintje. Ik over oni daar beschouwingen over liefde
te
laat het
voor den arbeid, den arbeid zelve die
hebben doen
volgaarne aan meer bevoegden
geven. Het teekent echter de groote
hem
zulke gedachten op papier
zetten.
Veel, zeer veel op ailerhande gebied
is
door
hem
vervaardigd, groote
modellen voor bonw-beeldhouwwerk, busten, fignren, een onafzienbare
van de meesl uiteenloopende soort
;
doch 6en ding neemt en
steeds de eerste plaats blijven innemen, n.
was
rij
zal in zijn leven
m. de metaalbewerking dat :
is
en
zijn kracht.
Wij hopen dat Jan Kuyper,
ik
zou willen zeggen onze Jan Kuyper, nog
hing aan zijn ieeriingen door zijn werk en door zijn bezieiende
woordcn den
naar den vooruitgang der kunstambachten, ondanks
weg
zal blijven wijzen
zijn
barsch uiterlijk, zooals
W.
Kronihout Cz.
in Architectura dat uitdrukte.
D. A. A.
W.
DoBBK.
1G3
KUNSTBERICHTEN (VAN ONZE EIGEN CO RRESPO N DENTEN)
UIT AMSTERDAM
D c
n n
te zien
en voort
te
gaan, vragen wij niet
knnncn waardeeren en knap
INCRNT VAX GOGH
KUXSTHANDRL
± M.
C.
VANM'.OGH/O^. Vincent! Nog is de naam als een
»'«R' archist, reeds
mode-scliilder zich zoo
bommen
is
iiij
De
!
nog
sirijdkreet,
in
vverpende
liij
an-
daarvoor
aibeid, zich
zijn
in
de
buiteiiland een
t
ariiie, lieeft
afgeniartcl(i
is hij
slot
te
vinden,
vragen wij hartkloppingen en eischen
wij necrgebogen
te
worden van bevenden
eerbied.
Zoo
is
Vincent! Hij last nooit onverschil-
hij zelf nooit onverschillig deed Haat hem, desnoods. omdat hij, de Rauwe, niet is als gij, haat hem, omdat hij alle werk om zich been tot doode verf en oudbakken naluur maakt..., of heb hem lief,
lig.
Wijl
!
stijlheid eeren
gegeeseld met de zwiepingen van zijn passie
wijl
en gepijnd met de reil
lijden kunl, zijn felheid voelen kunl.
cm
....
om
«
en vogue »
te
komen
de monde,
in
nageaapt en vervalsclit, sleclit gecopieerd
en verlcwanseld
te
worden?
All,
laten wij
terug gaan naar zijn levenslijd, en bedenken, uit zijn len
werk
gevoelen
mensch
hij
en
alleen, lioe hij heeft
hoe
was, en
parodie van picteit
een
zijn
schrikbarend
zien,
niet
moe-
met
wat
zoo oer-droevig
doorwoeld werk wordt aangekeken wrong, z66
zijn
streek
spaiide,
bochten sclierpte, nioest wel wdArlijk,
mensch
zijn
die vccl leed
7.66
zijn
een
nieiiscli
om
schoon-
hcidswilie.
Maar een, die zoo van zon lileld, die niet meer de glans van het licht over de dingen, maar het licht zell' wildc benaderen, tot hij brandde zijn oogen en zengde zijn geest... zoo een moet ook zijn geweest een mensch, blij en groot, open voor de vreugden van schoonheid.
Daarom
is
het dat wij zoo van
hem hou-
den, omdat zijn werk zijn lijdcn toont en
werk geeft zijn vreugden, omdat zijn wezen heel sterk in zijn werken leel't Want
zijn
!
bij slot
164
gij zijn
kunt wat
hij
vragen wij niet een schildersink aan
gevoelde
bij
kunl, zijn lijden
Voelen
hel barre onder-
gaan der naluur. Hij heeft de zon gewild en de nachten van smart gevonden wijl zijn handen niet konden wat zijn geest wilde. Hij heeft het karakter gewild en deuilersle
krompen in de spanncnde loelscn van markeerende zetting.
pijnen zijn
Hij heefl de
Ren, die z66 zijn toets zette, z66 zijn vcrf
te bij
schoonheid gewild en weini-
gen offerden zich zoo bereidvol
om
haar
te
vond haar nooit, wijl hem de boogere Harmonic in de stormen onlbrak, wijl hij nogonderging alleen... en tot scheppeii uit den hooge niet kwani fiijna is hij een groot-klassieke, schoon voor alle lijden, begrijpbaar, benaderbaar voor wie later, uit andere zienssfeeren en andere regionen der gedachten zijn menschelijkheid na le voelen wenschen, bijna, als hij had kunnen slijgen boven den strijd en was gekomen, zij het, in een gloeienden, hemel van de Rust. Nu is hij een tijdsverschijnsel. Henmaal zullen andere artleslen misschien zoeken naar wat toch hel Keuwige was, dat in dit werk gezegd werd te leven, en andere men-
dienen en
hij
KUXSTBEIUCHTEX - UIT AMSTKftDAM schen
zulleii
voor ons
lijdcii
zijii
blijft
liij
weten, maar
iiiet
Vinceiil,
dnt
de
is
felsle,
de hefligste, de puurste, de sterksle, de kiiappe en de meest
zwaksle, de niinst
maar
oiihandif^e,
toch altijd nog Vincent,
de hevigsl-levcnde van ons land.
de gehate middelmaat, met de l)c\vonderende woorden mijner eerbied.
^9i S»s ':g,»5 ^ft ^#5 iS»i S»5
De Laanler Het werk
de kunstliandel C. M. van Gogh is, gelukkig, meest uit zijn Fransclien tijd. Ik zou niet gaarne beweren dat de bij
aardappel-periode van eenig blij vend belang is, daar hier elke techniek onlbreekt. Maar als
na een
hij
paar
jaar de ijlheid van
Fransche vrijheidszon, de subtielheid en de zware zondavering heeft leeren kennen, dan mooiste uitingen gekomen in de stadsgezichten, de zelf'portretten, de bloeiende boomgaarden, de landschappen, de zijn
zijn
^ S*
lieflcii
S.
boven
Garf weet zich we! niet te verstikkend milieu maar
zijn
ondertusschen heeft
hij hier een zaal vol respectabele, ten minsle appreciabcle doeken, die hem toch recht geven langer be-
te worden dan zoovele anderen, wier waardeerbaarheid ook te wenschen kan laten.
schouvvd
Want zoo langzamerhanil komen work kwaliteiten van dering
te
voorschijn, die aangenamer zijn
Daardoor hjkt
genialeiige beginners.
beliandeling nog moeilijk, zijn
laatst
vertroebelden de klare kleuren van
zijn geestespalet.
Zoo is hier de Ophaulbnuj, waar de voorgrond zoo frank gebouwd is uit de lijnen van den walkant, zijn hier een paar fraaie Appelboomgaarden, een puur mooi Bloesemboompje, is hier het jonge meisje met bloe-
.
men waar
het magere figuurtje bedeesd
zit
'lit
dan het sans-gene zonder ondergrond van
gespannen boog kraakte en zijn werken van de berghoogten van 't Gevoel neerzweefden in de (iemonische afgronden van den waanzin. Want eerst heel op het te
uit
ernslig willende schil-
portretten, totdat ten laatste de krankheid
deze
^ts ^•^
LARHXSCHK KUNSTIIAXDKL J AFl) AMSTKHDAM ± S. GARF, M. 1)R GHOOT yO».
werk
zijn
afge-
beuld, wat het toch niet direct
is, en krijgt waardeering, van het genie nu niet |)recies de vonkspattingen mee.
het, bij alle
Ook is er een tracliten wat anders te maken dan het afgeschilderde boerebinnenhuis, beproeft
hij
andere figuren en andere omge-
vingen, gaat ook een enkel maal naar buiten
en wor
in
een slukje als
Zijn z'n portretstukken
naar
al
hij
:
Pomp
Bij de
friscli.
een
ouwe
van landmenschen,
kerel heeft rul, of een
mooi boeremeisje, glad poezelig van
in de wijde omboging van de leunsloelarmen, zijn hier zelfportretten, waar het kijken spannend turen, waar een mond een
dering,
vastgedrukte spleet, een voorhoofd een be-
berciktovei'bruinenondergrondldoodskopl,
wogen welving
z'n
is.
W
zijn
z'n
serieus doorwerkt (kreeften)
naar streefde.
de toortsvlamniende Pijnen, waar het lucht
goeds vermelden
felklaar staat
boven
liet
gestoofde
Enkele der uiterste kramptrekkingen
zijn
me dat de«daad» wederom Vincent getoond
er eveneens. Het verheugt
nu gebeurl
;
dat
wordt, dat zijn wei k blijkt als levend, dat hij schreidt, naar niet
deels
schil-
overal direct
Van M. de Groot kan
ik tot mijn spijt
daar een
pittig studietjc Biille
geen
enkel zonnig
Montniarlre op een zaal
vol zvvakke pogingeti van onmachtige pein-
land...
wel
decls
figuurstukjes naar een dame zijn niet met die dislinctie waar hij dcnkclijk wel
Cypressen is hier, van S. dat zoo blank is en zoo puur als bloemen, waar de deinende opgolving is in het rotsland, mee met
blauw
Stillevens
wenschte
:
zijn
wat
leven hij
:
zelf
ture niets
vermeldenswaards hevat.
lixposeerde nog de firma Kleykani]) met
haar geimporteerde Oostersche kunst- en nijverheidsproduclen. C0Nlt.\D KiKKKHT.
vereering, (die helaas
dweepen overslaati. En het is een vreugde wederom, dat, wat waarlijk Grootbewogen is te heffen boven
tot
165
KL'.\STBEIHCHTE^'
^
'•S «»^ '•^
UIT
D D
««'5
^'^
-
^
UIT
AMWERPEN '•^
>«'S ^'S: ««5*
ANTWERPEN
n a
tknto()Nsti:lling
van
NATIONALI-:
BOUWKUN'DE IXCIKHICHT DOOR OK KONINKLIJKK MAATSC.HAPPU DKH BOUWMF.KST1:RS VAX AXTWKRPEN J OUI) MUSHL'M. VRNUSSTRAAT g; VAX 6 TOT 21 SI-I'l'I'.MUKP. 190cS
/0».
K iiiilruk.
tusschen bonwstijlcn die nu eenmaal
welke men van dat een
is,
lauistleven
eigen
met sterk
uit-
lot het
verlcden behooren, en die alleen nog
een
tot
kunslmatig en on-organiscb leven kunnen wordcn opgewekt. Naast corinthische kolonimen en romeinsche arkaden '.reft men spilsbogen
en
kruisgcwelven aan
Irapgcveltjes en kijkuiljes,
(ieze leiitooiistelliiig iiiee-
(Iraagt
nog niet veel te mcrken. Onze arcliilcclen wordcn jammerlijk been en weer gcslingerd
bouweii k eeii
la
—
Mansart. Kn, bleef hel nog
zuiveie aanpassing van deze
— maar niet
bij
slijlcn, bij
een weder opleven in een tijdvak verlcden,
naast
;
pomi)euse ge-
zelden krijgt
uit het
men de
i^esprokeii karakler in on-
onwaarschijnlijkste samcnkoppelingen,
ze liouwwereld nog steeds
onhebbelijksle
opecnslapelingen
de
zien,
te
onlljifckl.
waar
ging van wat
plaats van een pleislergieler zijn te voor-
Deze indruk is alleen de bevestimen alom gewaar woriit bij het doorwandelen onzer moderne steden. Aan talent en kunde, aan smaak en aanpassingsvermogen ontbreekt hetonze bouw-
— maar
ineeslers meestal niet
zoekt
men naar
te
vergeet's
eenheid van rich-
iets als
naar iets als genieenschappelijk zoeken naar een wel doordacht en doorvoeld ideaal. Het is een bekend deunlje onze tijd mist ting,
:
een
eigeii stijl,
om
zoo'n
stijl
en
zij,
die getraclit liebben
kunstmatigin het levcn
roe-
le
pen, zijn jammerlijk mislukt. Dit moge waar zijn voor de negcntiende eeuw. Maar voor de twintigste is dit niet
Ten minste, er zijn landcn waar men langzaam aan, maar zeker, eenheid ziet komen in de tot nog toe verwarde en tegenstrijdige pogingen waar zich meer
heel en al waar.
;
van lieverlede een tionaal
»
tradities,
het
stijl
ontwikkelt, die
«
na-
mag heeten, gegrondvest op oude maar aangepast bij de eischen van
moderne
leven, zich plooiend naar de
eigenschappen van het nieuwe maleriaal. onze lezers kunnen het Zoo'n land
—
welen
we
—
is
Holland
bij
voorbeeld. Niet dat
wat daar vandaan komt, onvoorhoe zou dat ook kunnen, in een tijd, die nog een tijd van wording is? Maar men voelt dat daar een heele schare met zelfbewustheid doorwerkt in een zuiver omschreven richting, en met den dag nieuwe bewijzen levert, dat ook in alles,
waardelijk bewonderen
;
onzen tijd een eigen bloci der bouvvkunst en van alle nijverheidskunstcn mogclijk is. In Belgie is van iels dergelijks vooreerst
166
molieven die ooit
alle
schijn
gekomen, wordcn
Waagt
er zich bij
le
uit
de werk-
pas gebracht.
een aan
toeval
»
mo-
dan wordt het doorgaans niet veel meer dan een poging in de onrustige en barokke van-de-Velde manier, ofeen variante dernen
<
stijl,
van prenljes uit The Studio. Hel is hicr de plaals niet, oni le onderzoeken, waaraan deze belrekkelijk achlerlijke loesland ten onzent is toe le schrijven. Voor een decl ongelwijfeld aan een bijna volslagen gebrek aan ernstige kritiek. In Belgie is men algauw tevreden, en zoolang bet geen blok-lrcinen of politick geldt, be-
toonl
het
publiek
weinig
belangslelling.
Men bouvvt groole prolsige huizen, en zware overladen monumenten, en men pakl 'n pint, en men is content. Tot boevcrre dc kunst daarmee gediend is, vraagt nici) zich maar
—
en in zelfgenoegzaamheid gaan onze bouwmeester dan voort met andere prolsige huizen, en andere overladen monumenten op te richten, tot groolcr detriment
zelden af
van ons steden-mooi. Wij doen daaroni ons om wakker le schudden, wie nog wakker le schudden is, _ en wie daardoor
best,
minder aangenaam verrast mocht zekeren
we
gaarne, dat
we
alleen
zijn, ver-
om
beters
wil en naar ons bestc Vi'eten handelen. B.
KUNSTBERICHTEN - UlT BRIGGE 5«^ 5«^ 5«^ 5«^
^
5«^ 5«^^ 5#^ ««S ;^
UIT BRUGGE
n n G -
^^^^^
^
n D G n
RUCIGE EN HAAR SCHIL-
DKRS t INTERNATIOWjnr^^BS. ^•^''f^ TENTOONSTEL-
SMFf^Pg ?
'^'^^
BI^^^H
SCHOONE
^'^^
septi-:mber nios yo». Nil hilar scliiltcrcnd succes mclhaar leiilooiistellingen van oude kunst, had Brugge ditmaal gelracht om een iiioderiie expositie in te richten. Moeten we gelooven dat bij deze gelegeii in de innienging
Brugge in staat zal werdeii gestcld om een schitlcrende revanche te nenien en dat een beler bestudeerde voorbereiding haar nutligcrzal doenzijn aan de zaak der kunsl
^
'^C^ S*S^ S* S*
genoemd,
heel't
doeUjes die
iieler
I'liiiis
saamgesleld
hoorden
in
stellingsreeksen.
die slechts eeiis per jaar en later in Pulchri
eenige keren
waar
het nu eene
kleine Vlaamsclie kaiiten
boerinnenkapjes
Ze zijn
zoo vele en van zoo weinig verschil in waarde, dat de interresse verflauwt en de bezoekers wegblijven. Waar het in vroegere tijden een evencmenl was, eene lenloonstelling van schildcrijen, ei-
een winkeltje op den hoek van een brug, ze prentbriefkaarten aan toeristen en
^
n a a
op de sleurige tcntoon-
liet
uit
^9)
defijnprocverstclkcn jare eene welkome afleiding
een
het gros dezer lenloonstelling, die zich in-
?^»>
ULCHRl STUDIO ± VAN WISSELINGH yO». Voor
van zci<ere kleine
algemeene jieil en de eenheid die welbegrepen Kunstsalon behoorde te kunnen bieden ? In ieder geval is t zeker dat we met smart liebben geconstateerd, en anderen waren van dezelfde meeiiing, dat
^
nan UIT DEN HAAG
lokale helangetjes, ten kosle van de hoogte
was
DEN HA AG
ling,
onderneiiiing de steen des aanstoots heeft
ternationaal
UIT
J. S.
i:^^:^^SU
van
-
ongeziens was, achten we *t onnoodig om er verder over uit te weiden en wenschen we enkel dat met een volgende tenloonslel-
meer gehouden word, daar is doodgewone zaak, waar geen
of weinig aandacht aan geschonken wordt.
aan de Amerikanen verkoopen en waar men €cechle» Memlings en Rafaels krijgen kan.
Nu
Deze wijze
het geven van exposilies, daar zijn deze in
niet te
toe
worden
om
tentoonstellen hehoeft
%'an
het
we hiermee
Ijetwist en
feil
de
dat
we bepalen erons
conslateeren.
tc
belang was ontbloot
?
liier
expositie
alle
kunsHiandelaars met de verschil-
lende genootschappen gaan concureeren
in
enorm geslegen. Zoo zells dat het meer te doeii is ze alle bij te houden.
aanlal
liedoelen
niet
van
Waser vroegernog eene zekere sympalhie voor de eene of andere vereeniging, waardoor men deze bezocht; dit gevoel is nu voor goed verdwenen, en alleeii die uilslal-
alle
Verre van dien, want
promotois liadden de geluUkige gegehad om liaar een kern toe te voegen van uitstekende artisten en in dit opziclit bood liet hoog opgelienield programma toch liaar
daclile
wel eenige aantrekkelijkheid aan. Het gohi
worden nog bezocht, waar waar voor zijn geld krijgt.
lingen van kunst
men de Blijft
beste
hel onderscheid dat de vereenigin-
uiting te geven aan de ontroering,
gen hel werk van de allerjongsten laten zien,
Brugge aan onze kunstenaars van lieden had meegedeeld. Hierdoor hebben we door een gunstige bescliikking van liet lot een triptiek en enkele teekeningen van KhnopfT te zien gekregen, een inzending van Baertsoen, enkele etsen van Brangwijn en nog ander, niet minder belangrijk werk van kunstenaars, wel bekend bij 't tentoonstellings publiek in algemecn en bij de lexers van dit tijdschrift in 't bizonder. Maar omdal er onder deze inzendingen slechts weinig
wat dan ook een zekere altraclie vornit, welke echtei- op den duur onder doet voor het meer gedegene werk van die artisten, welke een lenloonstelling als deze ons biedt. Hier geen schokkende emolies, maar kalme rustige voorname stemming, met een cosmo-
hier
om
die
t
politisch tintje.
Van den
koeleii
gereserveerden
Fanlin
een wonder melankoliek vrouwenportret,
met dat vage in de oogen en dat van het leven is. Mel
om is
mond,
echlcr nicl
—
KiXSTBEliICHrE.\
LIT
DEX HAAG
aiispruclislos van ractuur, te onhaiulig, pciiterig,
le
tc
vcel poiiilille, zoodal hel van
(liclitl)ij <<ezieii te
dun,
te stoffig
aandoet, wat
gewaarwording van atmosplicrische werking gecft. op een afstand
eeiic
Als allijd, is ev de aandaclilvollc aanschouwing, de licfdevolle doorspeuring in volgeiiouden, maar deze is zoo broos, zoo weinig soliedc vaslgelegd, dat de bescliouwing van zijn werlc steeds tot
eene vermoeiing
v^'ordt,
hoeveel waardeering men ook moge hebbcn voor de groote liefde. Het is allijd zoo op bet randje van er naast te zijn, zoo aarzelend van doen dat men bang wordt lieni zijn equiliber
te
zien verliezen.
Gedragener
en
is de symphonic van Jules Duprc. Zoo ook de zeer zuivere Rousseau, tegenover wien de Belgiscbe Stobbaerls
schildering,
zwaie kleur,
die
alle
te zijn
met
zijn
dikke
doorzichtiglieid
en
vloeiendheid mist.
Mura, de leerling van Jaap Maris, reeds liier van daan, heeft zijne kleur behouden. Zijn stadsgezicbt, hoewel te weinig uit de vert' is van een lijne kleurgevoelige
zoolang
geest.
De
ook zijn hardnekkigste tegenstanders moelen erkennen. Want vs'einig kunstenaars werden zoo hoog geprezen en tevens zoo hel'tig aangevallen als hij. Hij zelf had er trouwens den slag van, om zijn naam met een luidruchtige en niet steeds verkvvikkelijke
reclame
was
nieestal
te
omringen
meer uilslaande had, en
lot
niet
de janiiner-
dagbladpoiemiek onlaardde.
lijkste
Hel schijnt noodig
bedaren
tot
twistge-
tot
met esthetica op den duur
schrijf, dat
veel
nieuw werk
elk
;
aanleiding
een
om degemoedcren konien,
te laten
wat
alvorens een
eenigermate definitief oordeel over Lamen vooral beaux te kunnen uitspreken ;
van
positiever
vaster,
een grove natuur blijkt
— STERFGEVALLEN
slolto
het noodig,
scliijiit
komingen
als
om
zijne feilen en tekort-
mensch wat
niet te kort te scliielen bij
vergelen,
te
om
de waardeering
van den kunstenaar. We vergenoegen ons dus voor 't oogenblik met dit korte woord, in afwachting dat de gelegenbeid gevonden wordt om aan Lambeaux'kunst een meer ingaande bescbouwing te wijden. Jei' Lambeaux werd geboren le Antwerpen, den
14
waar
Jaimari 1852, en overleed
te
Hrussel
sederl jaren gevestigd was, den
hij
5 Juiii 1908. laiidsfliapjes
niel het rake
van Dijsselhof liebben
van zijne visschen-aquarellen,
maak-
>i>
PIET VERHAERT. -
Twee maanden
werk, hebben ook niet dat reeele van zijne
op 4 Augustus 1908 overleed te Oostduinkerke de Antwerpsche schilder Piet
geschilderde visschendioramas. Een exem-
Verhaert, in helzelfde jaar als
ze zijn niet spontaan genoeg, te veel
plaar van de Duizend en een
nacht door
Bauer over de letters been geillustreerd, het werk van een artist, die de lust in zich voelde dit wonderwerk te verluchtigen en zich geen tijd gunde hel ergens anders op te teekenen, is wel een van de raakste uitingcn op deze voor de rest zich niel l)oven haar gewone peil ve'-hed'ende, tentoonslelling.
G.
S*^
^
CDu }.
I).
Gkatama.
^'^^^<^ STERFGEVALLEN u -^^ ^'^. ^'^ ^'^ ^"^
JEF LAMBEALX.
-
Zes-en-vijftig jaar
oud, op een leeltijd toen Meunier
om
zoo
tc
pas zijn weg gevonden had, is Lambeaux heengegaan. Mel hem verdwijnt wcer een der groole figuren der moderne
zeggen
Belgisclie
168
beeidhouwschool
;
dat zullcn ten
later,
geboren
:
den
Lambeaux een lang
door
25 Februari
versleten
ziekle
Lambeaux
1852.
man
ondermijnd
Terwijl
was, sederl
—
stond
Verhaert nog in de voile kraclit van "t leven. Zoo pas nog had hij, in «Kunst van Hetien» een dozijn werken lentoongesteld, waaruit
kon dan ook alom een pijnlijken indruk gemaakl. Verhaert was een der ernstigste werkers kunstenaarsgild. Zijn in hel Antwerpsche talent moge niet overweldigcnd geweest
onverzwakte
zijn
scheppingskracht
blijken. Zijn plolselinge
zijn;
misschien
was
dood
zijn
heel'l
persoonlijkhcid
niet sterk uitgesproken, en bleef zijn
Irani,
evenals de keuze zijner onderwerpen, wat liguren, interieurs, genre- en ecleclisch :
historieslukken, landschappen,
hij
zeegezich-
werken, elsen, alles durfde aan, en braclit liij ook ten uilvoer, met
ten, decoralieve
STEliFOFAWLLEN een onmiskenbare vaardigheid, waarin men alleen lets nieer persooiilijk karakter had kunnen wenscheii. Mel (iat al lileef hij een
ten toon te Parijs, in 1851; sedert 1857
der meest sympathieke vcrschijningeii onder de Antwerpsche schilders — een, die met hart en zicl gehecht aan zijn vaderstad, er
Internationale kunsttentoonslellingen, voor-
ook
zijn beste inspiraties
schilderijeu,
vond;
in
tal
teekeningen, etsen, heeft
DE HAAS.
— Op
denzelfden dag
Augustus, stierf te Konigs-
winter de 76jarige
J.
H. L. de Haas. Voor het
jongsle geslacht zal deze sedert jaren in
levende
kunstenaar misschien
een
onbekende zijn; toch verdient zijn gedachtenis, om meer dan een reden, in eere gehouden te worden. De Haas was op 25 Maart 1832 geboren te Hedel (Holland); P. F. van Os was zijn leermeester; lange jaren werkte hij als landschap- en dierenschilder te Oosterbeek, te
Arnhem en aan den
Gaarne inspireerde en tevens op de hij zich op Paulus Potter grooteFransche meestersderverleden eeuw, Rijn.
—
vooral op Troyon. Voor
't
was
1888 hield
met het inrichten der groote
zich bezig
en heeft als zoodanig zeer groote diensten
als Piet Verhaert, 4
stilte
sedert
hij
Provincialen raad. H. L.
;
van
meer en nieer verdwijnende mooi van de oude stede verheerlijkt. Alleen hiervoor reeds mag men hem dankbaar zijn. Piet Verhaert was leeraar aan de Kon. Academic te Antwerpen, en lid van den
J.
hij
Brussel gevestigd
Munchen, en ook te Dresden, te Stuttop als vertegenwoordiger van Holland en soms ook van Belgie,
het
»J.
hij te
al te
gart enz. Hij trad er
bewezen aan het jongere kunstenaarsgeroem en eer is gekomen. Te Munchen had hij grooten invloed de Prins Regent van Beyeren was hem buitengewoon genegen. Zijnc werken treft men aan in het Rijksmuseum te Amsterdam, in de Musea te Brussel, te Dresden, te Stuttgart, in de nieuwe Pinacotheek te slachl, dat thans reeds tot
;
Miinchen,
dam,
in
'I
Museum Boymans
te
Rotter-
Teylers Stichting te Haarlem, enz. Hij zelf laal een kleine doch uitgelezen verzanieling na van Fransche, Hollandsche, Belgische, Duitsche en Schotsche meesters men vindt er namen als Troyon, Daubigny, in
;
Fromentin,
Israels, Gabriel,
kerkorf, enz.
;
zijn eetzaal
Lenbach, Bak-
was versierd met
gezichten uit Venetie van Vermoer.
De onderscheidingen die hem te beurt waren legio geen schilder droeg meer eeretitels en ridderorden onder deze vielen,
;
;
laatste
kwam
o. a. het grootlint
der Beyer-
schc St-Michielsorde voor.
eerst stelde hij
169
& TIJDSCHRIFTEN
BOEKEN DD
KUNSTLEXIKA
NIEDERLANDISCHES KUNSTLER-LEXIKON ALT GRUND ARCHIVALISCHER FORSCHDNGEN BEARBEITET VON Dr. ALFR. VOX WURZBACH. MIT MEHR ALS 3000
MOXOGRAMMEN t WIEN & LEIPZIG VERLAG VON HALM & GOLDMANN t Mk. 40.— per 1906-1908 ± 2 Deelen in 8" -
c\
DEEL K
uitgave van een uitge-
Lexikon, uilsluitend overNederlandsclie kunstenaars — en dat nog wel lireid
hel
in
—
buitenland
is
zeker vleiend voor onzen iiationalen trots.
gen
(ien sciirijver
zeker dankbaar
het ontzaglijke werk, dat
liij
We
zijn,
movoor
zich hiervoor
en de groep van het nieuwe groote Lexikon (waarop we verder terugkomen) een zeer gespannen verhouding onlstond. De handelwijze van Dr. von Wurzbach liebben is
kunnen
stichten.
Toch werd
dit
Lexikon,
met zooveel geestdrilt ontvangcn, als men mocht verwacliten; zeer scherpe criliek werd er zelfs over uitgesproken, en de tekorlkomingen van den
in het algenieen, niet
sciirijver
hard onderslrecpt. Een
Ijlik
achter
de scliermen van liet kunslhistorische looneel doet ons dit begrijpen jarenlang was Dr. von Wurzbach met lict verzamelen van loen men van andere zijn maleriaal bezig, :
—
aanvang maakle met liet omwerken en voorlzelten van het oude « Allgenieine Kiinsllerlexikon » van Julius Meyer; een voorslel, door de lei
zijde een
onderneming aan v. Wurzbach gericht, om zijn werk met het hunne te vcrsmelten, werd door dezcn, naar hij in zijn voorbericlit zegl, op alles belialve vriendelijke wijze ontvangen ('; — zoodat lusschen hem (li Naar »ij ucliluraf uit zeer goede bron vcrneiiien, hccft ccn dergclijk voorslel allecii in de verbeelding
van den Heer von Wur/bach
170
l»estaan.
bier niet te beoordeelen. Zooveel
Voorwoord en
in
van zijn woordenboek een toon aanslaat, die in hooge mate ergerlijk en ongepasl magheeten, vooral waar hij het op kunsthistorici voorzien heeft, welke zonder tegenspraak meer doorslaande bewijzen van
sommige
artikels
bekwaamheid hebben gegeven, dan Dr. von Wurzbach zelf.Zulke wijze van polemiseeren, — vooral waar het om persoonlijke belangen of ambities gaat,
is
een oneer voor het
dan ook volkomen te begrijpen, dat men den schrijver niet gespaard heeft, en zijn werk, nog v66r het conipleet is, gild; hel is
lerdege heeft gecriliseerd.
getroost heeft, en dat zonder twijfel veel nut zal
we
zeker, dat hij in het
Nu
schijnt het ons, bij nader toezien, haast
zeker, dat de
Heer von Wurzbach veeleer
overspanning, dan met een kalm hoofd gehandeld en gesehreven heeft
in
ziekelijke
de persoonlijke
hem zoo
antipalhieen schijnen
bij
slerk te zijn, dat zijn blik er door
beneveld wordt, en zij hem tot de onzinnigste uilspraken voeren. Dit behoeft ons echter niet te beletten, om zijn werk te waardeeren, zooals het dit verdient. Het spreekt wel van zelf, dat uit 15 a 1600 biz. vol namen en data, door een enkel mensch gesehreven, vergissingen en tekorlkomingen op te visschenzijn.Eenieder,
op een of ander hoofdsluk onzer kunslgeschicdenis slerk gepantserd voell, zal zonder veel moeite stof lot verbeterin-
die zich
gen en aanvullingen vinden. Maar hij bedenke dan, dat de schrijver zich niet lot dat eene gebied beperkle, maar een terrein moest bewerken, waar niet velen hem met even "roole ervarenheid zouden kunnen volgen.
BOEKEX deed
Misschien
met op den
titel
willeii
schrijver verkeerd,
drukken
te
Forschungeii
archivalisclier
We
de
gelooven, dat
"
:
auf Grund
bearbeitet.
vele archieveii
hij
maar even zeker
heeft doorsnulTeid,
»
zijn het
meerendeel zijner artikels eenvoudig conipilalie
een overigens zeer uitgebrcide
uit
moeielijk te doorworstelen
en
literaliuir.
Daarmede verrichte hij een goed en verdienstelijk werk, maar het was o. i. verkeerd om dit te bestempelen met een etiket, dat den inhoud beantwoordt.
niet volkomeii aaii
vroeger verschenen lexika, vollediger zelfs dan in vele kunstgeschiedenissen, terwijl
—
kunstenaars beliandclt, waarover
dingen der werken, bij de levensbeschrijving der meeste kunstenaars gevoegd, terwijl de bibliografische
verwijzingen ihideiijk den verdere nasporing openen. Zoo begroelen wij von Wurzbach's werk als een welkonie aanwinst voor dc Neder-
weg
tot
landsche kunstliteratuur
De betreurenswaardige subjectivileit, waar we hooger op doelden, speelt den
kan gedaan worden,
schrijver ook in de bewerking van zijn stof
slaan.
leelijke
parlen
;
hij lioudt niet
daagsclie kunst; dat critie-us,
doch
lexikon.
Waar
aanvaardde
«
Generation
hij
bis
als
schrijver van
moderne auf die
een
kunstenaars
»
van v66r driehonderd jaar. In de plaats daarvan scheept hij de meeste met een paar regels af, die dan nog meestal onnauwkeurigheden bevatten. In zijn voorwoord vergelijkt de schrijver de kunstgeschiedenis bij een groot, mooi landschap, waarvan de landkaarlen nog moeten gemaakt worden. als
bij schijnt niet te
besefTen, dat hij zelf
geograaf zeer zonderling
door alleen
zijn
streken, die
aandacht
hem
te
te
werk
gaat,
wijden aan de
persoonlijk bekoren, oni
zich van de rest met wat grove krabbels afte makcn. Waarom dan niet liever ineensaf alle moderne kunst builen behandeling gelaten, met een vast datum als terminus? Dan ware het gebied zuiverder afgepaald, en hadde
de schrijver geen zoo verregaande slordigheid op zijn geweten gehad. ziel dus, dat we von Wurzbach's werk zonder voorbehoud kunnen prijzen. Dat men zijne aanduidingen niet blindelings kan aanvaarden, en controle in vele gevallen noodzakelijk is, slaat vast. Maar even
Men
niet
zeker
blijt't
het, dat hij in zijn
werk schatten
van kennis heeft verzanield, die van groot nut kunnen zijn, voor wie ze met de noodige voorzichtigheid
gegevens
zijn
weet
te
«bcler»
er
wanneer velen de handen ineen Aan het werk van een enkele, op zoo
men
moeielijk hooger eischen
we
dat
allliaiis
uitgebreid gebied, zou
en
;
zeer goed mogelijk
in
't
algemeen
kunnen
stellen
afwachting van (iat«belere» nemen dit (joede dan ook reeds dankbaar aan.
in
was
deze kunstenaars even con-
scientieus te bewerken, als de gildebroeders
Maar
—
is
gegenwiirtige
Kodak-Professoren
der
verpliclit
liij
niet
van de heden-
zijn volste recht als
is
TIJDSClIIUrTEN
ct
gebruiken. Zijne
meestal vollediger dan
in
de
ALLGEMKINES LEXIKON DER BILDENDEN KUNSTLER ^ VON DER ANTIKE BIS ZUR GEGENWAHT + UNTER MITARBEITUNG VON 300 FACHGKNOSSEN DES IN-UND AUSLANDES HERAUSGEGEBEN VON Dr. ULRIGH THIEME UNI) Du. FELIX BECKER g;ERSTER BAND AA —ANTONIO ± LEIPZIG. VERLAG VON WILHELM
ENGELMANN t. 1907 J (Beraamd op 20 DEELEN IN-80 VAN 600 BLZ. ELK PRIJS PER DEEL 40 MK.) /C^ Deze onderneming, die in zoo hooge mate de woede van Dr. von Wurzbach vermocht op te wekken, doet zich voor als de onlzaglijkste uitgave, die ooit op kunslhistorisch gebied werd aangevat. Het is de heruilgave en tevens voortzetting van het reeds in 1869 begonnen lexikon van Dr. Julius Meyer, dat in de letter B (3'- deel) bleef steken. Of deze nieuwe bewerking volgens von Wurbach's ;
ongeluksprofetieen,
een
dergelijk
lot
te
toekomst moeten leeren. Zooveel is zeker, dat zij o|) de ernstigste en degelijkste wijze werd aangevat, en alles <\eu besten uitslag doet verwachten. De eerste, groote stap weike in de goede
gemoet
richting stof.
Er
gaat, zal de
werd gedaan, is
is
de verdeeling der
een greiis aan de krachten van
een enkel mensch;dat hebben bij
Dr. von
we zoo
Wurzbach nog kunnen
pas
consta-
171
BOEKEX & TIJDSCHRIFTEN van zich tot enkelcn te redacteuren van dit nieuwe Lcxikon circa drie lionderd vakge-
En
leeren.
in plaats
de
liebben
richten,
Icerden
tot
medewerking
uitgenoodigd.
ledcr krijgt dan alleen de artikels
beiian-
te
kunstenaars van H. Hymans. Ook de namen
van Gustav Gliick en ineeslers.
J.
woordcnboek is, om een aantal weinig of bekende namen te vermelden, waarover
niet
waardoor de kansen op nauwkeurige en vollcdigc bcwcrking dus zeer worden ver-
men elders moeielijk komen hiervoor heeft
om
Het
blijfl
dan de taak der redactie,
de stof tusschen
—
verdeelen
deze medewerkers
al
te
en er voor te zorgen, dat geen
wanverhoudingen tussclien de verschillende Hoe moeielijk deze taak is,
deelen ontstaan.
zal eenieder besefTen, die zich eeii
denkbeeld
van de uitgestiektheid van dit gebied vermag te vormen. Schilders, beeldhouwers,
van
nicld, zelfs
medailleurs,
graveurs,
architecten,
kunstenaars, worden alle
dit
in
sier-
lexikon
landen en van
ver-
tijden,
alle
oorkonden beHet aantal biografieen wordt op
dezulke die enkel
uit
kend zijn. ongeveer 150.000 gescliat Om dit reuzenwerk tot een goed einde brengen,
is
organisatie noodig. Wij
hebben de
te
leiders,
Dlrich Thieme en Felix Becker, aan het werk
mogen verzekeren
gezien, en
neniing
in
dit
ovcrlaat. Beide
voor
te
dat de onder-
opzicht niets te wenschen
vakgeleerden
uitsluitend aan deze taak, en
Leipzig
jarenlang hebben
een zij
wijden zich
hebben daar-
kantoor
ingericht
werk voorbereid,
het
hunne medewerkers gekozcn, in een woord het grondplan van hun werk in alle onderdeelen opgemaakt — en nu met het eerste dcel den eersten steen gelegd
is,
mogen we
gerust zeggen dat aan het optrekken en vol-
tooien van het reuzengebouw, naar schelijke berekening, niets
meer
in
men-
den weg
kan staan. Dit eeisle
deel van 600 biz. bevat nog
maar een gedeelte der
letter A. Toevallig is
deze letter voor de Nederlandsche kunst allhans, niet zeer bclangrijk
komen
;
groole
namen
voor het artikel over Pieter Aertsen (Lange Pier) van Dr. J. Sievers, is een der gewichtigste, tevens dat er niet
in
zou
lets
te
weten
W. Moes
de Heer E.
zich bijzonder verdienstelijk gemaakt, en het
woordenboek met een schat van nieuwe gegevens over oude Hollandsche schilders Voor een aantal Vlaamsche meeshet niet veel meer dan wat ons reeds uit den ouden Meyer of uit von Wurzbach bekeiid was. Onder de medewerkers die voor de Nederverrijkt.
ters daarentegen, geeft
landsche kunstgeschiedenis van belang
vermelden we nog W. Cohen, F. Diilberg, :
\V.
P. Durrieu, M.
E. Firmenich-Richartz,
zijn
Bode, A. Bredius,
M.
J.
Dvorak,
Friedliinder,
Haverkorn van RijseKaemmerer, Max Lehrs, W. Martin, A. Pit, A. L. Romdahl, Max Rooses, F. Schmidt-Degener, H.von Tsehudi,
C. Hofstede de Groot,
W.
't
Hooft, L.
Valentiner,
Jan
W.
Vetli,
Vogelsang,
Warburg, A. \V. Weissman, e. m. a. We hopen later gelegenheid te vinden om op de verdere deelen van dit werk terug te komen. Wij vergenoegen er ons voor het A.
oogenblik niee,
om
de uitgave
warm aan
te
bevelen; wij twijfelen er niet aan, of de voortzetting van het
werk
zal
terende begin beantwoorden. *
*
aan
dit scliit-
('i
*
ALLGEMEINES KUNSTLER- LEXICON J LEBEN UND WERKE DER BERUHMTESTEN BILDENDEN KUNSTLER ^ DRITTE UMGEARBEITETE UNI) BIS AUF DIE NEUESTE ZEIT ERGANZTE AUFLAGE ± HERAUSGEGEBEN VON HANS WOLFGANG SINGER J NACHTRAGE UND BERICHTI-
GUNGEN
g:
FRANKFURT
a/M.
LITERA-
RISCHE ANSTALT RUTTEN & LOENIG, 1906 5: PREIS 6 Mk. ('j /l-^ :
;
over Anionello da Messina, van Lionello Venturi, wegens de betrckkingen van dezen kunstenaar met onze gcwesten verder een aantal biografieen van moderne belgische ;
172
;
wijk, E.
er in de eerste plaats een flinke
we
in
delen, wclke binncn zijn specialiteit vallen,
lioogd.
Guiffrey trolTen
verband met Nederl. Een groote verdienste van dit
een paar maal aan
Van
1895 lot 1901 verschenen de vijf deelen
der derde uitgave van dit door Herman Alexander Miiller voorbereide en begonnen, we, dat het (IJ Ilij het ter perse gaan vernenien Iwecde deel zoo pas is verschenen. (2) Dc prijs van het hecle werk bedraagt gebrocheerd Mk. 52. — gehonden in 5 deelen Mk. 60.—. ,
BOEKEN & TIJDSCHRIFTEN en door Hans
Wolgang Singer voorlgezelte
Lexikon. Evenals hel groote werk van Thieme en Becker, onivat liel de geheele kunstgescliiedenis. maar hier naluurlijk in veel meer beknopten vonn. Yoor elken
kunstenaar wordl alleen geiioorte- en
stcrf-
datum aangegeven, met enkele ievensbijzonderheden en vermelding van een paar werken. De nieeste biografieen omvatlen niaar enkele regels, die van de belangrijkste meesters zelden meer dan een bladzijde. Meer nog, dan bij von Wurzbachs Lexikon, dat zicii bij het Nederlandsche kunstgebied beperkle, valt het hier op, hoe moeie-
zonder
vermelding
van
zijn
ill
Jan. 1904); Aug. Allebe \aal
in
Brussel leven;
— P.
overlijden
men nog
steeds
Dupoiit (de graveur),
wordt vermeld als geboren in 1876 (moet 1870); Edgard Farasijn wordt Emile geheeten, en met een vraagleeken Edgar zijn
naam
(zijn
is
:
Edgard-Pieter-Jozef;
Alex. Hannotiaii (gestorven in
1901)
van wordt ;
geen sterfjaar vermeld; Jef Lambeaux heeft gemaakt Der Riese Rvabo, Rathhuus, Anlwerpen{]) als zijn geboortedag wordt aangegeven 13 Juli (moet zijn 14 Januari). Namen ;
Marius Bauer, Vincent van Gogh, Jacques de Lalaing enz. zoekt men er nog te vergeefs.
als
het voor een mensch is, een zoo veelomvaltend werk tot een goed einde te
Ook
brengen.
wordt de monografie van Kaemmerer vermeld, maar niet die van Weale; bij Rembrandt ontbreekt ook heel wat uit de nieu-
lijk
De leemten en onvolkomenheden ook talrijk. Door de uitgave van aangekondigde deel met
dan
zijn
het hier
Nachtrage unit Berichtigungen » werd getracht om daaraan zooveel mogelijk te verhelpen vooral gaat het hier om hedendaagsche kunstenaars, welke sederl liet verschijnen der vorige deelen overleden zijn, of die daarin niet -
;
volledig of
nauwkeurig genoeg werden be-
handeld. In zijn
dat
hij,
werkte, alle
I'
Schlusswort
in
zegt Prof. Singer,
hij
tijdschriften
in
»
aan het Lexicon medeeen bianco doorscliotenexemplaar
sedert
gepubliceerde
enz.
nieuwe gegevens noteerde, en daarmee den grondslag van dit « Supplement » legde. Zeker is dit reeds een zeer aanzienlijk werk, en verdient de vlijt en de toewijding van den compilator alien lof. Maar of dit vol-
doende
is,
voor het samenstellen van een We meeneji van niet!
degelijk Lexikon'?...
Wanneer zooals
de
alle
literaluur
Duitschers
« excerpirt »
noemen,
dat
is,
alle
boeken doorzocht, alle tijdschriften doorsnuffeld dan heeft men, zeker, reeds een ontzaglijken arbeid achter den rug, maar... dan begint het eigenlijke werk nog pas K» juist om dat werk naar behooren te verrichten, zijn, op een zoo uitgebreid gebied, de krachten van een mensch, en van tien menschen, ontoereikend. Een paar voorbeelden op goed geluk uit dezen « Nachtrag » gegrepen Leo van Aken wordt er voor "t eerst in genoemd, doch
—
—
I
:
in
de
kunst vindt
toevoegsels
men
oude Memling
betretfende
groote ga|)ingen;
bij
were literatuur. De vraagteekens welke bij data enz. nogal dikwijls voorkomen, tracht de schrijver te rechlvaardigen door er op te wijzen, hoe moeielijk het soms is precies te weten te komen, wat b. v. in krantenberichten met « heden » of « gisteren bedoeld wordt, — of hoe men zich, door het geboortejaar van een kunstenaar volgens de aanduiding van >>
zijn
leeftijd
te
berekenen,
een jaar ver-
kan.
—
Zeker,
alles
gissen lastig,
dat
is
zeer
en het verzamelen van nauwkeurige
gegevens over
al
die kleinigheden
Maar niemand
is
zeer
beweren, dat deze gegevens onbereikbaar zijn wanneer men zich de nioeite wil geven, om ze in officieele bronnen op te sporen. Maar juist hier voor is de medewerking van vele krachten noodzakelijk, en zal het werk van een mensch steeds onvolkomen blijven, hoe zeer men dan ook zijne pogingen moge tijdroovend.
zal toch
vvaardeeren.
*** BRYAN'S DICTIONARY OF PAINTERS AND ENGRAVERS J NEW EDITION REVISED AND ENLARGED UNDER THE SUPERVISION OF GEORGE C. WILLIAMSON, LITT. D. ± WITH NUMEROUS ILLUSTRATIONS J LONDON, GEORGE BELL & SONS J 1903-1905 ± 5 Vols. 21 sh. net per vol. yC,^ De eerste uitgave van dit woordenboek dagteekeut van 1816. In den loop derjaren
173
BOEKEN
lI-
TUDSCHIUFTEX
versclieneii er talrijki'
iiiiii
—
lierdrukken van
zigde laatste
of nicer H^wijIcrwijl
nu deze
omgewerkle, vernieerderdc en
"cil-
gen
:
letters of
ligl.
kingen
Het werk behandelt enkel schilders en
zijn
niet
en boven de bladzijden ont-
breekt de aanduidingder daariii bebandelde
lustreerde uilgavc, in vijf deelen, voor ons
graveurs, en onder de modernen alleen de afgeslorven meeslers. Het gebied is dus
namcn der kunstenrars
dc
vet gedrukt,
namen
;
daardoor
de opzoe-
zijn
Er werd ook een veel dikker papier gcbruikt dan feitelijk noodig was. De uitgever verkrecg dan mooie dikke boelastig.
ken die
er
zeer
|)rijswaardig
«
»
uitzien,
beperkt, de grenzen duidclijk aangegeven,
niaar in het gebruik onbandig blijkcn. De
en de weifelende houding tegenover levende
vijf
meesters, die
men von Wurzbach
lerechl
—
van voien af aan vermeden. verweet Door de beperking der stof beboei'de de ruimle niet al te schcrp genieten te worden de meesle biografiecn zijn dan ook vrij voUedig, en, voor zoover we konden nagaan. ook consciencieus bevverkt. Evenals bij von Wurzbacb, wordt van ieder meer belang;
meesler
rijk
een
der
lijst
voornaaniste
werken gegeven, bier gerangschikt volgens de plaals waar ze zicb bevindcn ook soms bibliografischeaanwijzingen, boewel minder voUedig dan men zon kunnen wensclien. Opmcrking verdienen de onderteekende artikels, waarbij wij op Nederlandsch kunstgebied de volgende namen ontmoeten Malcolm Bell, Lionel Cust, Frank Kinder, Edg. Slalcy,\Y.Marlin, James Wcale; vooral beide ;
:
voor ons belangrijke bijdragen bewonderenswaardig is ook liier weer Weale's werkkracbt zijn onuitpuUelijken sclial aanteekeningcn over onze vroege laatsten leverden ;
;
scliilders heeft bij
eens
te
meer dienslbaar
gemaakl voor bet leergrage publiek we mogen er bem dankbaarvoor zijn, en vertrouweii dat velen, die zicb met Nederlandsche kunstgescbiedenis bezig houden, zijne medewerking aan dit woordenboek zuUen welen le waardeeren. De ongeteekende artikels over Nederlandscbe meesters zijn daarentcgen van minder belang, en hiervoor zal men doorgaans von Wurzbach met meer ;
vrucbt kuinien raad|)legcn.
Zoolang Tbicme en Becker's reusacblig niet volledig is en binnen de tien
—
Lexikon
verwachlen — zal Bryan voor algemeene opzoekingen over schilders en graveurs nog wel de beste vraagbaak blijven. Over de Irouwens zeer verzorgde en smaakvolle uitvoering, een paar opmerkin-
jaar
174
is dit
zeker niet
te
deelen vormen een stapel van ca. 30 cm.; zonder bezwaar zou dien omvang tot de wat voor een helft berleid kunnen worden woordenboek wel lets te beteekenen heeft. Een andcr uitgeverskunstje is het opnemen
—
—
die overigens
van
illustraties
zijn,
vooral de fotogravures,
men zich afvraagt, wat niet komen doen, zoo t
bier eigenlijk
ze is
zeer fraai
— maar waarbij om
de uitgave
voor een bijzoiider publiek aanlrekkelijkheid bij te zetten. Een systemaliscb geillustreerd kunstlexikon zou zeker zeer nuttig kunnen zijn — maar wat is men gebaat met eeiiige bonderden prentjes, waarvan er nog wel een groot deel de weinig belangrijke werken van weinig belangrijke Engelsche schilders reproduceeien
weinig
—
en de bier
'?
Er
is
te
veel of te
opgenomen leproduc-
kunnen we enkcl als ballast beschouwen, die bij het zoeken naar een naam hindeilijk is, en den lezer weinig of niet kan baten. De Engelscben liebben bet in 't uilgeven van practiscbe woordenboeken ver genoeg aebrachl om niet te bescllen dat dit
ties
een font
15.
is.
COLLECTION DES GRANDS ARTISTES DES PAYS-BAS J QUINTEN METSYS PAR JEAN DE BOSSCHEREg; THIERRY BOUTS PAR ARNOLD GOFFIN t PIKRRE BREUGHEL L'ANCIEN PAR CHARLES BERNARD ZYPE t. VERMEER DE DELFT PAR G. VAN ^ Lli5RAIRIE NATIONALE D ART & D'HISTOIRE, G. VAN OEST & Os EDITEURS, BHUXELLES — (Phijs fek deel, inoenaaid FR. 3.50, GEB. FR. 4.50)
/C^
Er kan geen twijfel aan zijn of dezc verzameling, waarvan elk deel ongeveer bonderddertig bladzijden beslaat, is op 't gunstige tijdstip
verschenen.
Naast
zijn
ernslige
pracbtuitgaven, die meer uilsluitcnd voor
BOEKEN ct TIJDSCHRIFTEN waren bestenui, heeft de guiistig bekende uitgever G. Van Oest, den takt en den goeden smaak gehad, oni vakgeleerden
den vorni van eenige boekdeelen, die alle met een dertigtal buitentekst platen
in
zijn
geillustreerd,
een
nionograficen
serie
over Hollandsche en Belgische kunslenaars uit te geven. En aangezien kunstgeschiedenis thans een der takken van algenieene onlwikkeling geworden
is,
bchooren
stu-
dien van dezen aard onder elks bereik
— en ze moeten
worden gebracht
goed
te
zijn
!
Gelukkig slaat de keus die de heer Van Oest
onder zijn medewerkers heeft gedaan en nog doen zal, er ons borg voor dat die werken ook inderdaad uitstekend zullen zijn. Wear het boek enkel door de wijze van uiteenzetting schiltert en alleen op reeds bekende gegevens is gegrond, zal 't nutlig zijn voor den gewonen bescliavingsniensch
om
die
vlot
gesclireven
bescliomvingen
over kunst te lezeii. Maar wanneer werk en op deze vurni-hoedaiiigheid
het
en
op een eigen verkregen wetenschappelijk onderzoek van den schrijver beriist, zal hot door bovengenoenulen lezer niet alleen, maar tevens door den man van vak op prijs gesleld worden, die er de wel-aangename vruclit van vvaarnemingen en onderzoek op historisch en kunstgebied uit zal t
proeven.
Zulk een ideale monografie, zal letterkundige
wereld zoowel
den geschicdschrijver hebben
als te
diis
die
de van
voldoen.
zoo oorspronkelijk geschreven is als enkele zijner andere werken, biedt ze ons niet
niettemin de vrucht van eigen persoonlijke onderzoekingen. De schrijver meent dat hij
gedurende den loop ervan een zelfportrct van Metsys ontdckt lieeft. Het is een kop op een der luiken van de Legende te Brussel. Zijn
komt ons aanncmelijk voor en indien de over dit punt eens kon worden,
uitweiding dienaangaande
tamelijk kritiek
't
zon deze ontdcUking ons 'i eenig bekende porlret van den vervaardiger van de Graflegyiiifi aan de hand hebben gedaan. Verder op geel't hij Qninten een nieuwen leermeester, een
bloote
veronderstelling,
die
kunnen worden bewezeii. Het korte hoofdstuk over het amwaarschijnlijk
nooit
zal
bacht van Metsijs, behelst eveneens
voor
"t
eerst uitgesproken
talrijke,
vermoedens. Wat
de strijdvraag der attributies bclrefl,
die
wordt er herhaaldelijk aangeval, vooral naar aanleiding van het tweeluik uit de Verzameling Carslanjen, die
schrijver, niettegen-
slaande de uitgesproken meening van eerste crilici,
en hoofdzakelijk at'gaand op esthe-
tische bewijzen, aan
Metsijs onlzegt.
l->n
zekere stoutheid en oorspronkelijkheid
in
aanvoeren der bewijsgronden ontbreken dus niet in dit boek, zooals uit bovengenoemde opmerkingen duidelijk blijkt. Het tweede, in de verzameling verschenen
't
deel, is
aan Dierck Bouts gewijd. Bouts
is
tegenwoordig onder het groole pnbliek een beetje bekend begint te worden. En het is heel waarschijnlijk dat de studie van den heer Goffln er toe bijdragen zal, om hem nog meer bekend en bemind te maken, want dit is een onberispelijk geschreven stuk, dat men zonder nioe te worden kan lezen. De stof is er op een wijze behandeld, dat het deel van don heer Goffiri op een lang tijdschriftarlikel lijkt, vlug geschreven, goed op de hoogle, gemakkelijk om te begrijpen en niet door vele documenten verzwaard. Het is bij een van die schilders,
die
Een moeilijk vraagstuk, dat enkcl op te lessen is door het toekennen van gelijke waarde aan deze beide opvattingen. De vier eerste monografieen behandelen beroemde schilders, aangaaiide wie geen enkel mensch van beschaving thans meer in 't onwetende verkeerl. Metsys werd algenieen bewonderd sederl lang, maar toch werd tijd dat de eerste geheelstudie over den raeester ging verschijnen. En nog noodiger was t om eindelijk zooveel mogelijk de heerschende dwalingen te niet te doen, die alom verspreid, aangaande het aanlal en de waarde van zijn vverken en de parasitaire legenden, die waren om de eerste
den smaak vallen. De lezer wordt overigens
jaren van zijn leven heen.
voorzichtiglijk
t
Indien de studie van Jan de Bosschere
uitstek een
werk
ter veelvuldige
versprei-
ding geschikl.
Van het begin
at'
in
zal
het
het
in dit ojjziclit in
onderwerp binnenVlaamsche
geleid, in een hoordsluk over de
BOEKES
&.
TIJDSCHIUITES
QN.'-lNTIN VS*
liATAM NO
•»••
QUINTEN METSYS (Oveigenomen
Primitiven. Oil, op
zicli zelf /.ecr helaiif^rijk
liet
:
Werk van
een ernsliger, breeder opgezet boek. Het deeltje be vat verder Hel Leven van
de oogen
zou als
tot
:
door Jan de Bosschere).
puliliek een sludie
inlcidiiis kuiinen dieiien
gedeelte,
Mansprofiel. (Verz. Andre, Parijs).
uit Qiiinten Metsys,
over
lict
Pieler Breughel den te
brcngen, die
Leven en het Oude onder
noodzakelijker
wijze behandeld als korl begrip, nietteinin
Dierck Bouls, een onderwerp vol distelen en doornen, maar minder duister dan men
compleelis. En dezestu(iie,welk een grazige
De Leuvensche Werken behelzen goede beschrijvingen, evenals de Werken loegesclireven aun Dierck Bouls. Het juiste oogenblik was wcl gekozen om
weide vormt ze niet voor den innig modern geschoolden geest Met zijn eigen levendig en doordringend vernuft, brengt Charles Bernard ons nog eens tc nicer de vruchten
meent.
176
wat kleur en hoofdlijn
!
belreft,
voldoende
b()i:ki:\
DIRK ROITS
;
Dc-
H.
Maagd en
liet
Kind. (Sladilsilics
(Overgenonu-n
van
zijn
onderzoek onder de oogen, die
zeker even schitterend als inooie grenaten
en tevens vol vruchtenvleesch en sappigpittig
zijn.
geheugen
liet
gerangschikt
De
schrijver
aanzienlijk
en
geeft
werk van in
in
lieeft
zijn
Breugliel
enkele
keurig
llit Tliii-nj
A:
'judscihuften
Fiankfui
Insliliil.
t.
a Mj.
Bmils, door Ani. Collin).
heen, waarvan de
hekoring zich z6o wel aan de beelden van Breughel aanpast. Zoo bevallig bijeen gevoegd lezen
we
deze be-
schrijving als een boeiende oude kroniek.
Wat de grondtoon van lijkt
't
werk
zelf betreft,
het in dit opzicht op elkcn gewetens-
zich niet ver van zijn diehtergevoel verwij-
op oude bescheiden is op die reeds berocnidc werken, die in den laatsten lijd herhaal(lelijk aan den ouden Breughel werden
derd en daardoor
gewijd.
geschreven bladzijden, een kort begrip van de beteekenis er van. Keurig geschreven en
harmonicus, want Charles ligl
streven als een teeder
Bernard heeft
er over zijn
heele
waas van stofgoud
vollen arbeid,
gegrond,
tiie
vooral
Voegen we hier
Ihaiis
nog een woord
bij
177
BOEKEM S:
TUDSCIIRII-
THS
I'ETEU
lilUi:C.Hi:r,
DE OUDE
:
Laiul.lijk
sp:iii.
(Allicilinn, Wei-nen).
flit Peter Rriiegbcl lAiifii-ii. ilonr Cir
over
schoouc
(ic
bliulzijdcn,
die
Ciuslnar
Van Zype over liet leven tii work vnii Vermeer van Delft <^esclirevcn heel'l. Ze zijii zoo geestiiriflij^ dat nun vi- dikwijls ziiineii als
deze tusscheii
zich door latei)
iiilsluilcnde liefde lieeft «
:
Kt
qiiaiui
iin
musee
seul Vernieer de Delt't, souveiit
uii
lalileaii
waariii de schrijver
viiidt, le
verbliiiden
possede ce
zijii al
inodesle devient son
cieux joyau
plus pre-
on laper^oit, tous les souvenirs radieux que Ton vient d'accumuler s'afTaiblissent, sefFaceiil »...
a
I-U
(|iiand
»
!
Kn ziehier vval we in de voorrede vonden " Ce pelil livre nest point une etude savante. Son auteur n'a pas la pretention de ;
faire
oeuvre d'erudit.
recherchcs dans le
les
II
n'a point
archives
dessein d'aufimenter
la
;
il
fail
n'a point
de eu
documentation
conimencee par des historiens de
I'art et (|ue
d aiitrcs historiens com|)lelcront peut-elre.
178
II
a
ISkbxaiid).
siniplenicnt reuni des rciiseignements
publics, des hyjiotheses dejii formulees par Biirger; par Havard, par Obreen, par MM. Bredius, de Stuers, Hofstcde de Groot, dej;\
Martin, d'autres encore
baucher
le
portrait
;
dun
et t
il
res
a
essaj'e d'e-
grand
artiste,
de caracteriser une personnalite puissante, de dire pourquoi
elle
merite entre tous toule
I'adniiration enthousiaste et le respect
».
En wij mogen er bijvoegen dat de heer Van Zype het programnia, dat hij zich voorgestehl had, zeker heeft verwezenlijkt. R. S
BOEKEN& TIJDSCHRIFTEN
VERMEKU VAN DKLFT (Uit
!«^
^
^•'^
^'^ 5«yj ««^- 5«^5#ys ?«y:^
^•'^
5»''^-
KARL ISAEDKKER X()RnOST-l)p:UTSCHLAND NEBST DANEMARK ± MIT 42 KARTEN UND 78 PLANEX J 29. AUFLAGE, 1908, MK. 6.— t: — NORDWEST-DEUTSCHLAND ± MI'f 42 KARTEX UND 78 PLANEN 5:29, AUFLAGE, 1908, MK. 6.- ± —: BERLIN UND UMGEBUNC; ± MIT 5 KARTEN, 6 PLANEN UND 14 GRUNDRISSEN ^ — >c^ 15. AUFLAGE, 1908, MK. :
,3
Een kunsthistoricus heeft wel iets van een commis-voyageur beideii zijn ze genoodzaakt. een goed decl van hun leveii tussclien :
:
:
Uu
Johannes Vermecr nan
(le
wielen
reiziger
Kanl\VL']ksk-r, (Louvre). Delft,
te zitteii.
gewoonlijk
door
G.
Van
Zype).
En waar een handelsmanr een bepaalde
streek te « doen » krijgt, heeft een gewetensvol criticus heel
om
Europa
te
van Anierika nog maar
te
doorkruisen
—
zwijgen
Een degelijk reisboek, dat hem niet enkel eel- en slaapgelegenhedcn op de hoogte brengt, maar hem behooiiijk den weg wijst naar wat hij vvenscht te zien en te besludeeren, is voor hem zeker een onschatbaar bezit. Ook in dit opzicht beantwoordt Baedeker meer en meer aan de hoogste over
eischen.
179
BOEKEX Si TIJDSCHIUFTEN De nicuwc uilf^avcn van Noordoosl cii Noordwesi Duilsclilaiui eii Berlijn f<even hiervan weer ecus het licwijs. De kuiistIiislorische inlcidiiif^
men
van Anton Sprinj^erzal
steeds met genoegen herlezen en met
men voor Baedeker den neus wel eens op, als voor een gids, die net goed genoeg is, oni Engelschcn en .\merikanen, i rate van zooveel kilometer per uur door museumzalen te jagen nieer onlwikkeldc kringen, liaalt
;
vruchl raadplegen. Maar wat vooral opmerking verdient, is de zorg waarmee musea en
maar
verzamelingen beschreven zijn, met inachtneming der laalste vorderingen op kiinsthislorisch gebied. Onze aandacht wordt zelfs licrhaaldelijk gevestigd op kunstwerUen
Baedeker niet enkel op reis, maar ook in de studeerkamer kan opleveren. Op beide
in
keiken, paleizen, enz., waarvan
staan minder algemeen bekend sonis toch van
liet
is,
liet
iie-
en die
grootste belang zijn. Bij
een omreis dooreen grootdeel van Duitscb-
we ens onlangs nog kunnen vergewisscn, hoe compleet deze handboeken in dit opzicht zijn. In land en Scandnavie hebben
180
uit
zulke beoordeeling blijkt alleen
oniiekendheid met
liet
practische nut, dat
wijzen gebruikten wij de reisboeken herbaaldelijk
steek,
;
slechts zelden lieten ze ons in den
haast
nooit troffen
verkeerde inlichtingen
we
er bepaald
in aan.
Met het volste vertrouwen bevelen we dan ook deze nieuwe uitgaven over Noordduitschlanil
den
l)ij
alle reislustige
kunstvrien-
aaii.
B.
.ioii
\i:iiMi;i;ii
nan
iii:i.I'i
(ViTZ. Six, Amslercl:lill,.
sriiAAi' in diclkt.
DESCHILDERIJEN VAN DEN DEEFTSCHEN VERMEER IN HOLLANDSCHE MUSEA EN VERZAMELINGEN ^|^^kl\\lil!S¥iflL"
^^B^Jfrw'^
w b p
Vl^•v8fi^W^ "Mjy^TVSM^J 'nlBSL^XXj^H
JiiVT/^^^^IP i^^^iSliUMSHld
in
den al'geloopen winter, de Nederlandsche Regeering,
"^*^' ^'^^^ ''^i'"^'
grool inzicht in de belangen onzer schilder-
daarmee
"^''1
in die van ons volk. het beroemde De Keukenmeid van den Delftschen Ver-
schilderstuk
:
meer
uit tie
coUectie-Six
pj'j^'
•^'i'^-
liet
gewettigd als
gekomen cm de oorzaken na laatste jaren gesladig stijgend
niet altijd in evenredigbeid niet Bij
aangekocht heeft vo^r een
door de l)eiangrijkheid van
werk, exorbitant kan hebben gescbenen
aandacbt op Vermeer meer algenieen
zeli's
(')
zij is
te
gevestigd,
is
meenen
nu dan de
oogenbUk
gaan van de groote bewondering, van bet de
entbonsiasme voor dezen scbilder, misscbien
met dat voor de andere meesters der
17'i'"
eeuw,
voor de allergrootsten
deze overwegingen moelen wij ons l)eperken
tot
de
zieli in
scbe verzamebngen bevindende werken. Want, ongerekend nog niet al
;
wij bet
de werken van Vermeer bekend
zijn,
zoo
is
chit
Holiandons lang
tocb voor bet meerendee!
der Hollanders, voor de scbilders ook, de Vermeer-appreciatie gegrond op de beide stukken
uit
de collectie-Six, bet Slddsgrzicht. doorgaans bet straatje of
de buizen genoemd, en De Keukenmeid, nu
Rijksmuseum
geplaatst:
als
Het Lezende vruuwlje
Gezicht op Delft in bet Mauritsbuis, en
iiet
in
"s
lands eigendom
belzelt'de
museum
in
bet
en bet
Meisjeskopje uit de collectie des
Tombes, sedert enkele jaren bet eigendom van dit museum. Hier zijn nog bijgekomen De Brief in het Rijksmuseum en De Alleyorie van het Sieiune Testament, in bet Mauritsbuis, werken die wel lot de kennis van Vermeer. docii weinig tot de meerdere appreciatie konden bijdragen. Men kan bierbij nog het Het Toilet van Diana ncemen, dat in 187G op naam van Maes aangekocbt, later,
te voorschijn gekomen handteekening als bet werk van den Vermeer of van der Meer berkend werd en waarin men sedert
door een
L'trecbtscben
Afgebeeld
in het
Onze KiNST, Deel XIV,
Juni-nuiiimer van
November
1908.
ilezeii
j;iargang J)eel XIII. biz. 208).
181
DE SCHILDERIJES VAX DEN DELFTSCHEN VEIWEER korten
tijd
een Dell'lsche Vermeer meende
die door het vinden
hebben gckregcn. Hoe beeft bet
noch
te
mogen
zien, eeii veiondLMstelling
van een Bijlielsch scliildcrstuk, eeuigeii grond moet dit
met de zich ten oiizent bevindende werken
zij,
— beide verraden — iets gemeen, evenniin als de bebandeling der boomen
de kleurscbikking, nocb in de bebandeling
in
ItaUaanscbe invloeden
in die der beide stadsgezicbten
overeenkomsl vertoont
waarin bovendien nog
blauw door oxydeeren de overiiand beeft oj3 bet geel. Allecn de dienstmaagd, zoo koel gebouden, zoo Holhindscb legenover de overige flguren, doet het
aan de zijne denken.
Het
niet te
is
ontkennen dat de l)ewondering van vele jongeren onder
schilders en kunstHefhebbers dikwijls zoo niet oprecbter, dan tocb steUig
spontaner
is
voor enkele werken van den Delftscben Vermeer dan bijvoor-
beeld voor een Rembrandt.
Rembrandt een
dat
meer
veel
de
toets,
dieple
drift
En
niemand
tocb,
veel grooter persoonlijkheid
l)ezit
dat
;
voelbaar
is,
bem
bij
zal of is,
bijna in elken krabl)el, in elke scbilder-
de liartstocbt eener overvolle natnnr, de onlroering,
een wiens ziende oogen, wiens verbeeldingskracht
bem
leven, in
kan willen ontkennen
veel nieer uitgebreidheid,
bem
eenvoud van gemoed de dingen kon zien geHjk een kind. Weinig of liever niets van dit alles is bij Vermeer te vinden.
eenvondig van hart noch kinderlijk en evenniin schijnt te
de diepten van bet
de groolbeid openbaarde van onbewuster tijden en die tegelijk
iiebben met de diepere zijden van het leven, tenzij
confonr van een vrouwengelaat peilde. En ofscboon tijd-
zag
zich
hij bij
Hij
is
nocb
opgehouden
die in het
pure
evenals zijn meeste
bij,
en landgenooten, Bijbelscbe onderwerpen geschilderd moet hebben, zoo
hij
althans naar de reproduclie
oordeelen, weinig van
te
ontroering belangrijke en zinrijke
lijke
Martha. Terwijl stadsgezicbten
hij alles
saamgenomen,
spreken wij later
—
moment
in zijn figuurstukken
ten
iiet
door inner-
in zijn Chrislus bij
— over
eenen male verstoken
warmte, van die menschelijkheid, waarmede Rembrandt
alles
wat
is
hij
Maria en de beide
van die
met
zijn
liand aanraakte leven gaf.
En ook tot in tief;
in zijn inlerieurs lijkt bij in bet
en het wil wel schijnen of
schip
ontkennen van het door Rembrandt
de kleinsle nuances doorgevoerd clair-obscur, technisch eer een Primi-
dat
men kon denken
hij,
de zooveel later aangekome op een
dat de
Hollandsche,
dat
tijd-
de Nederlandsche
schilderkunst haar uiterste grenzen bereikt had, tegen alien en alles in de
eenige geweest
is
die
den voet dwars gezet beeft tegen den invloed van een
reus als Rembrandt, well)ewust dwars, als wilde aiidere kani
En wat de overige groote
182
hij
bewijzen dat er nog een
was aan de dingen. interieurscbilders aanbelangt, de Hooghe, Jan
IX
HOIJAXDSCHE MUSEA EN VERZAMELINGEN
JOH.
VERMEER VAN DELFT:
Gezicht op Delft.
(Mauritshuis,
Steen, ler Borcli,
— was Vermeer volmnakter in
kameratmosfeer dan de eerslc? zelf
van
Was
zijn scliikierij vrijniaken
liij
als
Binnenplaats \an een Hoilandscii Iuiis?\\'isl ruinite
*c'
aardehij
defliger ook, verfijnder \;ni
zetten, in het
economie
Kon
hij
in zijn
hij
zoo heel en
in
'I
'?
En
bezat
te
geven
zijn figiiren eleganter in
in het
de
hij eigenlijk
wel
iets
in frisch-
van die kennis-
schilderen waarvan volgens Burty, de Vlaniingen en de i)l()nde
irottis
?
Neen, het wil handig
zieh
niodeie dan Terlforch? Even-
Hollanders het geheim kenden oni met sehijnhaar eenvondige corps
al
kelderkanier of in de
weergeven van instanlane waargenomen hondingen,
heid van geesl, een Jan Steen volle
het vertastl)areii van binncn-
inniger?
de eerste
Den Haag).
zelfs
poseeren
wel lijkenofhij in
door middel van stoelen en vierkante nitknipsels
tegeii
hij
de compositie tat'el
deze vergeleken verrassend on-
is,
onhandig
in het
van het eerste plan, onhandig
een wiltc
niiiiir,
/ooaJs in
lie!
harricadeeren in
de brutale
piaelitig-lijnc sliikje
183
nil
DES DEIJ'ISCUKN VERMEEli
SCHILDERI.IEX VAX
I)E
do van dvv Hoop-coUectie
in liet RijUsmiiscnim; oiilumdig in het persjjec-
Museum,
tivische zooals in I)r Ihicj in dat
—
waarboven ieder zeker geree-
Dc Kddevkvuken van do Hooghe of Hcl Onlbijt van Metsu,
delijk
koud op
werp, dat
waarover gordijn
onaangenanu-
liel
iuMii
in
at'
ovciigens
zal stellcn
;
—
Hci Nieiuve Testamenl, een allegorisch onderafgaat wijl
slcclit
iiet
meer
fantasie eisclit
dan
hcschikken kan en waarvan ailcen het soniptueus geschildcrde
iiij
kon docn ontdooien.
licni
En aan den anderen
kant, stel daar fegenover de beide Stadsgezichten,
waar de giootste kundigbeid onzen
bet elair-obscur en in
men
bet toepassen van wat
in
de atmosl'eer noemt
lijd
te
in de
vinden
17'=
eeuw
waar de
is,
kennis van perspectiel, van compositie, waarin de gelukkigste evenmaat in
en landscbap, van de
hiclit
tot in
de kleinste deelen doorgevoerde kleuren,
ondergescbikt gebouden alien aan bet scboon ensemble, waar de luminense
de met lucbtspelingen rijker geworden buizenbouw
statig acbter
Incbt zicb
de Delt'tscbe meester de
stiekt, en oni kort te gaan,
kracbt
onl)enader])aarder nog in de bnizen
volkomenbeid
figuren, een als
men
geeft,
bij Six,
zelf's
paart,
even onbenaderbaar
die,
als in zijn
een volniaaktbeid van tecbniek en sentiment,
de Hollandscbe scbilderkunst moeilijk overtrofTen zal vinden,
in
zooals een Franscbman, die omstreeks bet beeft dat
zeggings-
rijpe, deftige
moderne kleurbebandeling
aan
meesters
groote
der
men zoo
meer de naluur
niet
door Rembrandt. Yermeer dan grooter,
midden der
19"
zag, dat er zelden
eeuw
er
van gezegd
zoo gescbilderd was,
niet Is
is
iiij
volkoniener
in zijn
slailsgezicbten
dan
in
zijn interienrs ?
van
Ik gelooi'
Is bij (laarin
Ja.
boeiender, prikkelender, onnaspeurlijker ?
Stellig neen.
Niet zonder reden beeft Binger, wien de
Vermeer der
IQ"^
eeuw was verzonken
gebracbt
te
bei)ben,
bem
als
positivisnie alles te
zoeken
kunnen
naar, van bet genie,
te
19''
te
of
liet
op
te
is
begin dev
20''
eeuw,
in
bun
begrijpen, alle tegenstrijdiglieden
complex van den kunste-
de Delftscbe Vermeer
als
een spbinx,
lossen zijn dan die van de antieke, raad-
naar welker ojjlossing nog vele geslaebten zullen streven.
Winner ondanks
1«4
verklaren,
voor ben
welkei' raadseltjes moeilijker sels
omstreeks bet midden
een s|)binx genoenid.
lossen, beel bet mysterieuse
—
bij
een kracbtige persoonlijkbeid naar voren
N'oor lien die zooals in bet eind der
meenen op
eer toekomt den Delftscben
de belrekkelijke vergetelbeid waarin
uit
zijn
vraagi
u
van waar de groote aantrekkingskracbt
is,
gemis aan expansie, ondanks geniis aan warmte, op
die bij, zijn tijd-
.ion
VKIlMKllli
VAN
DEI, IT: IIKT
(HijksMUl^plMn, Aiiislenlaiii).
LEZKNDE VHOIWT.IK.
HOLLANDSCHE MISEA EX VERZAMELISGEN
IS genoolen en op onze
u ondanks verondcrslel-
tijdi(eiiooleii uitoefcnt; hij stelt
voor het raadscl van
lingeii,
leermeesters,
zijn
hij stelt u
voor het
meerder dan deze
tussclien zijn Interieurs en Stadsgezichten, en
veiscliil
alien
het
is
raadsel van zijn kleur, van zijn techniek. c^i
Le sphinx antiqne,
Vermeer de sphinx zoekt
der
beminnaar
enthousiasten
vragen. Hij zoekt niet
te
te
het diepst verzonken Colleetie Six, in het
waren
BUiuwe
Delft in het Manritshnis,
in
stond in zijn
onder
tijd,
ons, in den tijd dat wij
de schoonheden der heide Vernicers
orouiolje in het Rijksmuseiim, niet.
de
in
in het (iczicht
op
Wij dachlen nininier
werken, aan de bizondere
zijn
vreemd
tijdgenooten innam, hoe
en het eenig raadsel dat
in
begrijpen. Hij geeft zich
te
hestonden deze vragen
zijn
ook
is
eerste vraagt, verklaart,
Ook voor
aan leermeester, aan het verschil tnssehen plaats die hij
kunst
lossen; de laatste i)e\vondert zon-
verklaren, niet
over aan zijn genieten, aan de hekoring.
zijner
De
niet zichtbaar, niet voelbaar.
veiklaren, zoekt de raadsels op
te
te
En voor
c'est I'intelligence inipuissante », zegt Hello.
den enkelvondigen, den
hij
betrekkelijk
iederen dag opnieuw opgaf,
hij oiis
en aan welks oplossing iederen keer weer met haiistocht gepoogd werd door te
dringen was dat van zijn werkwijze
of
hij zijn
zou, hoe
mnrcn «
verf met vernis
hij zijn
of hij
:
aanmengde; hoe
klenr, zijn hhniw,
met glazuren werkte dan wel wezen
of zijn onderschildering
en ook het wit van zijn kalk-
zijn geel
kreeg.
Decidement van der Meer de
Delft,
affectionnait le blen
Maar ook, voor hem moet de klenr
Biirger.
als
kleur,
ciel
!
i>
zegt
de schoonheid der
primaire kleur een zinnelijke hekoring gehad hebben; de brekingen ervan in het licht, de verdonkering in de schaduw, het zich verdiepen in de elementen
der klenr,
in iiaar principe, het
moet hem
harlstociit
seeren, misschien wel met beluilp eener lens,
genot geweest hij
als
En de bizonderheid ons door de
dicht op zijn modellen zat zal, zooals veinioed
geweest zijn
om
zijn.
— want in
zijn Gezichl
gewcest
zijn, het
moet voor hem een
op Delft zat
historie overgebraeht dat
is,
wel niet
nit
bijziendheid
op groolen afstand genoeg
hij
—
te knnnen overzien, kunnen ontleden onder den ghins van
de onderlinge verhonding der vlakken en plannen wel
om
scherper nog de kleur
het daglicht, de lichtemanatie
om
te
analy-
intelligent
de kleur, die zwevingen van
reflectie-licht
de schaduwpartijen, van wie men buitenshuis, en ook binnensluiis niet altijd weet waar zij van daan komen, en welke hij met kleine stipjes kleur
om
zocht uit
te
drnkken,
niet
altijd, niet
overal, niet systhematisch, niet weten-
schappelijk zooals de Fransche neo-impressionislen, en ook niet zoo, dat ze zijn werk verfraaien, het picturaal effect verhoogen, maarwaarmee hij allhans
voor een zocht
te
tijd,
men
vindt ze weinig
meer naar
voorkomen, wat de schilders
«
1665, waarschijnlijk datgene
het heele
»
noemen,
het
te
egale van
185
1)E
SCHILDHIUJES VAX DEN DELFTSCHES VERMEEU
kleureii (iaardoor
onbewegelijke klcurvlak.
le
Vermeer bedoeld
dat
niet
zouden komen
dc gordijn van dc Allcgorie
als in
van de ophaalhrug
als in het gedeelle
lang niet overal waar
men
ze
zooals in
liel
daar
zijn ze iiel
werkzaamsl,
zijn
het
l)ij
schoonmaken,
gekomen. Doch
liet
het
bij
dit is niet zoo.
kleine i)olletjes verf, bijwijlen
in
De
te
men
ze nieer
vindt ze
vermoedt dan
in liet Meisjesporlret,
voorhet veiband noodig konden
ze
de Keiikenmeid, in het lafelkleed
stipjes zijn
te
denken, dat deze
vernis
te
voorschijn
er welbewusl opgezet als
nog van een gUmlicht voorzien. Hoewel
voor de kennis van de techniek, wordt er toch
belangrijk zijn
voorschijn
Men
Gezicht op Delft.
men ei- toe komen wegnemen der oude
ze niet te vinden zijn. Hierdoor zou stipjes
niel, ik geloof
hcl Xieiiwe Testament,
den hoofddoek
waar
terwiji,
blauw der boezelaar
het
zijn, b. v. in
in
ixiii
zoeken zou, en waar
lichtgedeelle van
ziet,
wed
lui tocli, ik
dat die slipjes zoo opzeltelijk
lieeft
te
zij
veel de
nadrnk opgek'gd op een proefneming waarmee de Delftsche Vermeer noch staat
noch
houden,
te
al zijn
men
behoeft
ieder geval,
In
valt.
mee
rekcning
nauwelijks
er aesthetisch
ze
ook belangrijk voor de kennis van
hij
de wisselwerking van twee complemen-
zijn
techniek.
Het subtielst taire
is
Vermeer waar
klenren geeft, het l)lauw en het geel, gesteund beider zuiverheid door
het wit eener kalknuiiir, welks wit straling meedoel, als overigens
die alleen daar schijnt te
haar waarde
En
te
wezen
even savant geschilderd, door haar
uit-
ook een of andere donkere neutrale kleur,
om
de eene kleur door middcl van de andere,
geven.
niet alleen dat zich hartstochtelijk verdiepen in
de kleur
om
de wille
van de zuivere kleur, maar ook dat meer theoi-etische, die meer op proeven berustende kunst van onderschilderen, de meer alchymistische kunst van glazuren,
dat
bij
hem
zooals in de figuurljes op de beide stadsgezichten, in
meer op een
het wit
ook onderaan de huizen
gelijkt
dan op een dun neergelegd glaznur
bij Six,
—
in
den oven verhit email
alsof hij
de geheimen dier
groote pottehakkers, zijn stadgenooten, allicht zijn vrienden, bestudeerd had.
Zooals
hij
het
blauw toegepast
heeft,
zoo zuiver, zoo ongerept, zoo gaaf,
zoo glanzend, het blauw en het wit, zoo robust objecliet'
volmaakt, zoo zich
zeli',
heid der zuivere kleur, zoo heelt
als het pas gaf, het geel,
zoo
ondergehouden aan de schoon-
zijn gevoel
niemand
het
in
zijn
noch na hem
lijd.
gedaan.
Kn geen van
alien,
schoon
behalve misschien Kuisdaal
der kleur
niel
toch van gevoel
ondanks dat men ters het
ISf)
zij
—
uit
alien in
den vollen zin coloristen waren,
en getuigde ten
voor kleur
—
;
Rembrandt
de Nnchliixichl even moeilijk het geel, als
rood zou kunnen missen, zoo
is
voor
onderwerping
slotte diens zelfs
uit
hem voor wien de
niet,
want
Staalmees-
verheeldings-
IX
HOLLANDSCHE MVSEA EN VEHZAMELIXCEN
.lOH.
VEItMEEn VAN DEI, FT Jong :
(Mauritsliuis,
nieisje.
Don Haag).
kracht, kleiir, alniosl'eer, teekening slechls de midciclen tot iiiUliukking zijn,
de groote beweegkracht een andere, terwijl
bij
Frans Hals ondanks
zijii
glanzend zwart en wil, ondanks bet in zijn Haarlemscbe stnkken met zooveel brio gescbilderde
de
l)asis is
blauw en oranje der sjeipen, de kleur slecbts bij uitzondering bij zijn scbilderij bouwde en boewel men Pieler de Hoogbe
waai op
;
en Metsu evenwcinig zonder rood ais Ter Borcb zonder wit zou basis,
knnnen
de beweegreden
In een in
voorstellen, zoo als bij
is
bij
geen van alien
zijn piaalvol zilver-
tie
klenr zoo zeer de
den Delftschen Vermeer.
Engelsche kritiek werd van Vermeer's Jongc Vruiiiu
(((in licl
KUioicv
de National (lallery, de compositie afgekenrd op grond dal bet vieikante
187
I)E
SCHILDEIUJEX VAX DKX DKLITSCHEX VERMEER den wand op onhandigo wijze
sohildfiij aaii
van sitic
jongc
liol
slennt
bij
in
kwam met
aanraking
Ken andcr roplicfcrde
nieisje.
deze kritiek
o|)
op de manier der Japanners
kleiir, eeni<^erniale
Ook op WliisHeis kleiu-arrangemenlen, symphonieen en
zwart en
zilver, in
Kn
geweest.
liel
I)e
«
19''i"
zooais de
grijs,
waren de Japanners
eenvvsciie cosmopoiiel
lioofd
compo-
Ycrniecr niel op dc rytliniiek der lijnen, niaar op de
kin« der vlakken
in i)lau\v
:
scliik-
».
in l)lau\v
en gond,
zonder invlocd
niet
een verfijnde
kenner,
een verzaniekiar was van (^hineesche en Japansche porceleinen in zcldzame
— ja
nierken, zoo zou het ons weinig verwonderen,
men
misscliien zoo weinigdal
kon vinden
hierin de sleutel van Vermeer's gerecherclaeerd l)lauw en wit
— zoo de i)raehtige stalen
van Chineesche porceleinen
zoo overvloedig geimporteerd, de praciitige lange
bewondering znllen gebad geweest
zijn,
zooais
maar ook op
lieblien
zij stellig
aan
de
in
lijzen,
17'''"
tiiet
ceuw
hier
sleclits zijn
werk van invloed mogen
zijn
voorde combinatie
zijn tijdelijke voorliefde
van l)lauw en wit niet vreemd waren. In bet lezende vrouwtje, bet
scbijnen of bet beel en
aan de
liclit-
al
l)]auwe,
begonnen
is
invloed jaar
— want
heei't
dat
bet Rijksniuseum, wil bet wel
in
dat
blauw en wit
:
lioe bet lilanw zicli
in
de schaduw, hoe de aard der slagscba-
de kleur van het voorwerp, dat de schaduw werpl
op de schaduw, dat wist deze kleurontleder
—
voor de P"ranscbe-neo-inipressionisten
kleeding, i)lauwe jakje, o|)
om
en scbaduwzijde van bet figuurtje vertoont tegen de witte mnur,
boe bet blauw verdiept of vervaagt
duwen
is
matblauw
mnur
iels
al
een paar bonderd
rellectie
van stoelbe-
blanwe stok van de landkaart
tafelkleed en
de daarlussclien gelegen vierkanten witle
gedeeltc van den witten
boe de
mnur
uilslraall
en waardoor dat
van bet blauwe fond of liever van de blauwe
materie van .lapanscb porcelein verkrijgt waarop de vlakken blauw, geequili))reerd
door de kleurverdeeling afkomen en loch meedoen
Maiiritsbuis, boogei'
omdat
het
email van
't
veraanschouwelijUt, de
noemde,
is
met
teedere der
kleur, zooais voor
derkunst onzer
gepuurd
ook van de parel, meer
het peinzende kopje in
bet een verfijning van gedacbte, een ideaal
in het zinnelijk
uil
hem
17''''
in
kleur,
medium van
of niet
een op kleuren verliefd
nabij zien. Ilet
is
eensdeels
le
in
hierbovenge-
bruiri
bebeer,schle schil-
gekend was, een schoonheidszin
ras, dat in
diepzinniger sanienbang, in wecrgaloozer
van Jan van Eycks Arnolfini
bet
van kleur, streelend
een hartstocbl voor de zuiverbeid der
de door bet
eeuw weinig
bet
nieisjeslippen ooit door verf
vergeestelijkle uil!)eelding
blauw dan
liel
in
bet wit der oogen, bet
gelaat,
wonderwel nalunrlijke mondje, de aanvalligsle meeijverend
in bet vlak.
nog booger opgevoerde, sublielere Meisjeskopje
Kvenals bet
stijl,
iiilrensiker bebandeling, in
zijn
toppunt vindt
de National (lallery.
veel verpoelsl,
Men mod
en ook weer
te
in bel
groen
bel niet
van
veel gebarsten
joii
vi:i',mki;h
iKijkMTiiisi'uin.
van
ijki.i-t
Amslcnlnnn.
dk hiuk
HOLLAXDSCHE MUSEA EN VERZAMELINGEN
fS
om
de voile schoonlicid er van dichtbij
kunnen genieten. Op
te
de rug naar het vcnster gekeerd, openbaart
eerst ten
liet
eeii afstand,
voile
ideaal
liet
ongerepte van een jong meisjesgelaat. Is het,
sedert van een dateeren van Vernicer's werken, op een na,
Dresdensche, geen s])rake
is,
het Lezrndf Vrouivtjr voert,
te
vernietel het toppnnt van den
de Allegoric van bet Nieiiwe Testament verloopt,
overgangen tusschen
te
vinden
zij
De Brief en
ook dat er nog
De Keukenmaker geschilderd is.
moeilijk anders dan in
zien dat in voile kracht van den
te
in
lijn
het
zijn ?
Hoe men hierover denke, men kan meid een werk
Ofschoon evenals de beide bovengenoemde werken zonder precedent, toch wat kleiirvoering betrefl, lang niet zoo
op lange na langt
niet
hel
langs
tiie
zien in het Jongenwisjes Porlrctje, nit vvelker
hoogte pnnl van glansrijke ongereptheid, de neergaande in
weg
zoo analytisch, lang niet zoo
ideel.
is
het
lang niet zoo verfijnd, en
su])liel,
Wat
het schilderen aanhe-
het robust aangepakt, zoowel in het modele van het gelaat als in de
is
geempateerde behandeling der witte kap, gele jakje, in het
als in
de I'orsche uitbeelding van het
robust geschilderde stilleven, welks rood, bi'uin, geel en
blauw meer een aanloop schijnen voor de klenren in het fignur dan dat het ol" op zich zelf geschilderd is, meesterlijk in de volumes,
om-zich-zelfs wille
meesterlijk in de consequentie van het witte daglicht dat neerstrijkend op het
staande vlak eener gekalkte nniur,
in
het schuiven over figuur en tafel, de
De
kennis van een landschapschilder verraadt. onbelangrijk gebleven, het
is
niet
opgenomen
in
En wanneer men bedenkt wat een Ter Borch van hehben, hoe
Het
is
hij
daaromheen
hij
hieroverheen keek, en tevens
is
dit
pover.
dicht op zijn modellen zat,
te is
is
zoo'n vloer gemaakt zou
het figuur er uit had laten overeindrijzen dan
trouwens alweer een hewijs dat
waardoor
hem
hij
vioer en
de gedachte der kleurvoering.
het een bewijs dat
de kleur
alleenlijk inleresseerde.
Maar aan den anderen kant, vergelijk nn eens dil figuurtje tegen den kalkmuur met een ander beroemd schilderijtje van een zelfde gegeven, De Spirfler van Nicolaas Maes tegen een sterk verlichtte muur, hoe prenterig wordt dit beroemde werk, om nog niet te spreken van het Gebed voor den witten
maaltijd vergeleken
bij
deze Vermeer, hoe kunstmatig schijnt de verlichting,
hoe betrekkelijk behaagziek vergeleken
hij
Vermeer, die niet aan puhliek
dacht, voor wien schilderen was een oplossing
kleur-vraagstuk, die zocht
kleur
te
te
naar het vermogen
zoeken voor een moeilijk
om
iicht,
om
glans^ aan
de
geven, een voor wien schilderen aan alchymie grensdc.
Thore die van
dit schilderijtje
teekening en van modele, voegt er
zegt hij,
:
een onvergelijkelijke vastheid van dal
hij,
Vermeer,
dit
van niemand
189
DE SCHILDEIUJES
V.4A'
D£A'
DELFTSCHEX VERMEER
anders dan van Rembrandt geleerd kan hebben, met welke opmerking wij van /.elf op de vraag komen wie Vormeer's leermeestcr kan geweest zijn.
zoo van lieverlede
Ik't is
dal de Delflsclie
Vermeer de
gel)riiik
leeiling
cm
geworden,
is
van
de leeiling zon geweest zijn en ook wel geweest zal volste,
voor vast aan
(^arel Fabritius, die
op
nemen
te
zijn beuit
en dan zeker de talent-
zijn,
van Rembrandt.
Docb nu
Dr.
Hofstede de Groot in zijn vvaardevol vervolg op de
C.
beredeneerde calalogus van Smith, de bron er van
geel't, blijkt
hel dal dit niet
dan een vermoeden, een veronderslelling gegrond op een rethorisclie beeldspraak. Dat wil zeggen, in De Bescbrijving van Delft door Bleyswyck
meer
is
komt een gedicht voor op den dood van Carel
Fabritius,
waar
in het laatste
vers gezegd wordt, dat deze Pbonix tot scbade der kunst onderging, doch dat
Vermeer
gelukkiglijk
uit het
vuur
te
kwam
voorschijn
en dezelfde meesterlijk
dezelfde paden bewandelde. Eerlijk gezegd zie ik wel dat dit
daarom
nog
schijnt het
van Fabritius zou moelen wezen. Dit te
op een Delftsch kunstenaar
is
slaat
daarom Vermeer de
niet noodzakelijk dat
trouwens ook
uit
maar
leerling
beider werk moeilijk
men aan het woord leermeester niet meer gewicht hecht dan wien men de beginselen leert, dan is best aan te nemen dat de hem een geheel anderewas, een meer hedendaagsche misschien
bewijzen tenzij
als
iemand
verhouding
bij bij
Rembrandt en Rubens. Want, noch de kleurverdeeling, noch de verfbehandeling, noch de warme Rembrandtsche tonaliteit, die bij de F"abritius in Boymans tot realisdan
bij
schilders als
tischer uitbeelding
zoo heelte
uit
te
kwam, noch de perspectivische teekeningen waarin deze munten dat hij ze op de wanden van woonvertrekkcn
—
toepasle om de kamers grooter te doen schijnen, ook al is het mogelijk dat Vermeer hierdoorop doorkijkjes kwam, en ook vindt men het rijpe modele,
de vloeiende schilderwijze, de op rood gestemde toon, van Fabritius' porlret
van Abraham de Notte
te
Amsterdam
wel eens geleken of Fabritius op
niet bij
zijn beurl
trad eerst een jaar eerder in het glide Pulierljf,
dal,
ol'schoon
Vermeer
lerug. Ja, het heeft
ons
ondergaan
(hij
den invloed
heeft
dan Vermeer) en wel
warmer en breeder
in het
beroemde
geschilderd, toch in de witte
kalknuiur en de slagschaduw daarop, dezelfde preoccupatie verloont. Hel kopje, hel ])ovengedeelte der
Keukcnmeid
is
het eenige van de
Vermeers
dal in het forsche modele, in hel geempaleerde niet aan Fabritius,
de macht van
lichl
en donker van diens groolen leermeester herinnert.
toch heeft Rembrandt, wiens gedachlen uiterlijke het innerlijke te
blank gelaal
190
bier,
maar aan
strijkl, ooit
meer
ontdekken, heeft
hij
gerichl
waren
om
En
onder hel
de schaduwval die voor een
zoo objeclief geanalyseerd, zoo slraf doorgevoerd de
JOH. VKliMEER (Maurilsliiiis,
VAN DEI.FT ALI.EdORlE VAN
Den
:
Ilaag
;
in
1.]
iiikliiii
van
I)r.
A
Hi:i-
NIKl
liiciliusi.
\Vi;
TESTAMENT.
HOLLANDSCHE MUSEA EN VERZAMELINGEN
IN
kleur, zoo fijn en fegelijk zoo robust uitgchocld
liet complex van gelaat onder den witten hootddock, l)OYen de wille halsdoek. Dr. Bredius zegt hiervan :
«
We
gelooven bet daf Fabritius Vermeer's leermeester
onderscbeid tusscben die beiden. Fabritius l)randt zooals zijn
studiekop
Scbwerin
scbilderijtje te
is bij
zich
sbiit
Rotterdam bewijst.
tc
maar welk een gebeei aan bij Remis,
Zelfs
Rembrandtiek, maar beeft
kleinere
bet
in
niets
van dat eigen-
aardige wat alleen Vermeer bezit en zoovele tegenwoordige scbilders nastreven; vooral dat eigenaardige licht dat alle andere scbilderijen die
men
een Vermeer bangt somber doel scbijnen. Vermeer doodt ze alien.
»
En de beide stadsgezicbten? Hoe woorden te vinden voor den van de buizen speurbaar lijker
misscbien
Waar hij
bun
in
lijke, in bet
Six, eens
bij
en voor
scbilder dezer beide wonderwerken, altijd neergezet,
en tocb in de volkomenbeid,
als scbildering,
grootscbe, een eenbeid in zijn
Waar
leerde bij den
samenbang maar
alleen alle details aanvaard zijn, licht
tijd als in
menscbe-
in bet
overgoten
zoo omspeeld
is,
niet detailleeren denkt,
maar
is
om
zoo
zien als
te
natuur-
de onze.
leerde bij zoo overrompelend eenvoudig scbilderen, van
die ontzacbelijke vizueele zuiverbeid
zag?
onaanraakbaar, onna-
glans; van bet Gezicbt op Delft, grootsober,
slille
naast
bij
waar bad
die twee buizen
zien van een stadsgezicbt, waarin niet
dat tegelijk zoo door den glans van bet
van
licht,
men
dat
zijn hart vastboudt
niet
aan detailleeren of
omdat voor zulke verbel-
derde oogen, voor zulk een klaren geest, voor zulk een onopzettelijkheid,
voor zoo Bij
fijne
en
tegelijk groote kennis, alle begrip
wie kan
bij
ophoudt?
geleerd bebben de pracbtige samenbang, de
moderne
kleurbebandeling, de lumineuze lucbt achter de roode daken van bet oude Delft, bij
wie de
stijlvolle
zuiverbeid zijner visie bij
te
weergave der waterspiegeling,
stijlvol
zonder de
men onder sommige
verzaken, waar zooals
lucbten,
enkele windricbtingen bet gebouwen-complex van bet Binnenhof in den
Vijver kan zien weerspiegelen, met dezelfde rimpelingen, dezelfde schaduw-
en licbtkleur, met bijna de zelfde silbouetten?
Bij
wie de email-fignurtjes op
bet eene stadsgezicbt als op bet ander? Is niet bet eene, als bet andere zonder
eenig precedent?
En trouwens, wat
is
een leermeester eigenlijk? Hoe zelden
wordt de persoonlijkbeid van groote kunstenaars verklaard door de namen
bunner leermeesters! Nocb Jan van Eyck, nocb Rembrandt, neen ook Vermeer, ondanks
zijn geiiuge
bagage, kan
men
verklaren
uit
leermeesters, als in zoover dat er
iemand en
bem
natuurlijk bet milieu waarin
zelven ontdekte.
En boewel
niet
opvoeding en
geweest zal zijn dat ben aan
lets
zij
leefden niet
zij
niet
zonder invloed waren op een
volgend geslacbt, tocb kan men, wanneer
men
de zoogenaamde voorloopers
zonder invloed op ben was, evenals
191
DE SailLDEIilJEN VAN DEN DELFTSCHEN VERMEER en de imitators
ziet,
zeggen dat de groote meesters spoorloos
kwamon en
verdwenen zonder van hun glansvolle verschijning een ander spoor na latcn
Hel
reeds
is
meer gczegd, dat
wij in
onzen
tijd
bcscluiving in een of ander opzicbt samenvalt
met die van onzen
altbans op een of andere wijze de verlangens van onzen
En dan
is
oude meesters
alleen die
of liever begrijpen, wier kunstiiiting, wier
bewonderen
opreclitelijk kiinnen
de geest van onzen
meer
tijd
of
tijd,
bevredigt.
tijd
gericht op vohiiaaktheid dan op
op kleurzuiverheid, op vormbeheersching dan op fanta-
grootschheid, meer zie,
le
dan dc sclioonhei
op
verbeeldingskracht, dan
dan
inspiratie,
op het meesle
zelfs
:
bet
vizionaire.
Alles
is
En zoo
komt
reactie,
uit reactie.
geweest zijn dat in den
zal bet allicbt nit reactie
dat de aan-
tijd
daciit voor Rembrandt begon te verminderen, korten tijd na het midden der 17'''' eeuw, Vermeer zoo ook niet bij bet groote publick dat een Bol, een Dou
kon voldoen, dan tocb
de fijnere knnstminnaars
bij
kwam, en van de
in trek
van dezen onafhankelijken kunstenaar meer begeerde
koele scboonheden
dan de grootschere, de zooveel genialer, zooveel hartstocbtelijker werken van den universeelen Rembrandt.
De
voor dien
niet slechts
men voor Vermeer's werk
en voor het genre hooge prijzen, welke
tijd
besteedde,
maar ook
kwam om
iets te
men
bewijs hoezeer is
koopen, deze niets op
werk op
zijn
waar, een Vermeer was toen
aan
stukken en
zijn
zijn er l)ebalvc
die
zijner
al
men meent
te
hoezeer
even zeldzaam
men
Vermeer
bij
zijn altbans
het
het begeerde. Het
als nu. Hij
werkte lang
behalve de vijf-en-dertig zijn stukken, en
de twee-en-dertig,
nog een kleine
Monconys
zijn atelier had,
prijs stelde,
al bijna
— laat het slechts
het verhaal
gedeeltebjk waar zijn, dat toen de Fransche reiziger
in
de laatste jaren
al
lot vijf-en-dertig uitgedijd,
kennen, volgens de calalogus van Dr. Hofstede de Groot
vijftig in
catalogussen van veilingen vermeld, en sedert niet
terug gevonden, het aantal zijner
werken
zal altijd klein
geweest
zijn.
Een
natuur zoo op hel principe der kleur, zoo op proelnemingen, zoo zeer op het subtielere gezicht, heeft niet veel te zeggen. Zijn geest
maakte
gericht,
dan dat
bij
is te
bewust, dan dat
zij
is te
zeer op het vol-
zich gemakkelijk zou
kunnen
uiten,
haar het eene beeld, de eene gedachte de andere voigl, onop-
hoiidelijk.
Maar rnstig.
le
midden
zelfbewust
zijner tijdgenooten, een der laatsl
tegenover Rembrandt.
Twee
aangekomen,
slaat hij
verschillende naturen
of,
zooals Henri Beyle zou zeggen, twee temperamenten.
Aan Rembrandt de
192
drift,
de
drift
om
te
scheppen,
om
zich nit
le
spreken.
IN
HOLLANDSCHE MUSEA EN VERZAMELINGEN
de vcrbeeldingskracht, de idee, de breedheid Delftschen
Yermeer de
telijke lust
naar bet volmaakle.
iDen Haag.
BIBLIOC.RAFIF.
Dr. C.
:
HOFSTEDE DE Gkoot
W. Martin
Jhr. Dr.
J.
de diepte tegelijk
;
aan den
G. H. Marius.
lOOS).
Dr. A. Bredius
Dr.
eii
zinnelijke liefde voor de kleur als kleur, de hartstoch-
Six
:
:
:
Oiul Holhuui.
Catalogue raisonne en
Woord
«
Johannes Veriiieer
».
en Beeld.
Olid Flolland.
193
PORTRET VAN REMBRANDTS MOEDER (Vroeger
Haag)
Arlhiir Sanderson, Edinburg, Ihaus bij A. Preijcr den
bij
iets aaiilrekkelijks in
i:t hlijft
kunst, dat
meer dan
zij,
kunsten het geval
is,
bij
de werken van schilder-
voortbrengselen van andere
niel alleen in
liun verl)and tot
ander werk, maar tevens in hun techniesch zelve, vaak gelcgenheid geven, de wijze
waarop ligt
van
liel scliilderij,
althans
zij
dan bij
iets in alsof
En
rend vreemd, heter
benaderen,
Zoo
is
het
te
uiterlijk
gaan,
te
gegroeid en kompleet geworden zijn. Er
stooten,
zien wassen en rijpen.
na
het ons gegund ware, de wording
nog niee
te
niaken, en het allengs
navoelbaarder, levender,
te
minder afwe-
het gave kunstwcrk wordt ons daar
warmer
door.
met dezen wonderen ouwevrouwe-kop, waarin de wegen inderdaad
eenigszins te volgcn zijn, die de
sciiilder
belrad,
toen
hij
hem
ontroerd
wrocht.
De jonge Rembrandt was die
hem
niet in
de werkplaatsen opgevoed van schilders,
De opleiding
vooral levensgroote koppen hadden leeren schilderen.
van den ook
letterkennis
in
subtieler
dan de meeste schildersleerlingen
onderlegden zoeker, was die van een fijnschikler geweest, zooals ook de zijn
uit
Leidsche periode voortgekomen school, later in de Hollandsche schilder-
kunst
bij uitstek
Hij
kwam
het fijnschildcren zou vertegenwoordigen.
voor klein I'ormaat dus beler beslagen ten
ijs,
bewoog
zich
aanvankelijk ongedwongener in beperkter ai'metingen. Vandaar ook wel een
der rcdenen
waarom
volmaakt konden naald
uit te
zijn
vrocgst bekende
Op minder dan beelden wat hem vervulde.
Een van
zijn.
die oudst gedateerde
etsen reeds zoo
buitengewoon
een haiulvlak vermocht
etsjes (1628)
is
hij
de zoogcnaamde
met de
Vieille
a bourhe pincee (Bartsch 352), het vlak van voren geziene, vlak van opzij verlichte, en
reclit
voor zich been van ondcr een zware kap naar bencden
kijkende vrouwekopje van het bekende type, waarin
meent des schilders mocder
194
te
mogen
zien.
men met bepaaldheid
Met hooggewelfde voorhoot'd en
Pilot.
REMBRANDT: POKTRET VAN ZIJNE MOEUER. Eigendoii) van dun Heer A. Preyer,
C
il. Dcivalii,
den
H:.;
PORTREr VAX REM BRANDTS MOEDER uitkroezende
breed
het
haar gaan
onder de kap verborgen, niaar de zacht en ver kijkende oogen, de besliste neus
mond
en de verstandige
minder kennelijk om,
zijn
er
|
iiiet
terwiji jnist in
den wangzak, de kin en de limpcling
boven den nenswortei, die tiekken uitkomen,\velkeaanRenii)randtseigen gelaat in later Jaren hcrinneren.
Op
de meeste drukken van deze overigens
zeldzame kleine prent
staat het kopje
vlak tegen den onderrand van de plaat
Maar op een
aan.
van een eersten
drietal
staat,
afdrukken REMBUANDT:
waar men nog
kop van zijne moeder, 1628. d bouclte jiincee, liarlsch, N" 352,
Geetsle
(z. g. Vieille
tweede
maar
alleen
zonder de kap,
is
meer riiimte onder de kin. Een dezer aldrnkken, Amsterdam bernstend, is met krijt bijgeleekend.
er veel
het Prentenkabinel
te
Denkl men zich nu dien eersten het vanzelf
slaat).
het gelaat zelf op ziet,
staat
van
in
zooals
dit etsje in spiegelhecld,
op de plaat naar de natuur werd geteekend, dan vindt men er een
volledig voorstadiiim in van het schilderij dat ons bezighoudt.
Het buitengewone, dat die
bonding
om
lietzeifde
meer een
kwam
nit
spreken,
den aldus op is
Rembrandt
motief in een schilderij
iiet
koper geteekenden kop
vollei'
behandelen, zooals
te
in
spoorslag geweest
l)iijkbaar ten
geetst portret-motief later in schilderij verder uitdiepte.
wel
hij
Dat
hij
zich bier zonder nadere voorbereiding driftig
aan overgaf,
de omstan-
blijkt nit
digheid, dat hij zich den tijd niet er een
nam
nieuw paneel voor
een plankje waar
al
te
gunde
zoeken. Hij
wat op geschil-
derd stond. De verfranden en -ruggen, die van die eerste schildering
nu nog
te
onderkennen vallen.doen vermoeden dat het een bnste
inan, zooals
van
hem
men
er nit dien
kent, en die
iKiar zijn I
was van een soort van
hij
tijd
krijgs-
meer
naar zichzelf of
vader schilderde. Van boven
men
(chts ziet
duidelijk de omtrekspo-
ren van een veer of pluim. Rechts op
REMBRANDT:
Geetste kop van zijne moeder, 1G28.
(BartschN- 352, eersle staat). Met krijt bijgeteekende afdruk in het Prentenkabinotte Amsterdam.
vindt
men
CCn mUskct i
zij
Schuinschc Strcpcn die aan .
r
ol
ii handboog kondcn docn i
i
i
i
195
PORT RET
\'AS
Van
denkcii.
HEMBHAXDTS M ORDER aan die
oiulercn
over de borsl
en
schoiiderlijn,
zooals waaiinee
zijile
oiidcischeidt
zijn fantasliesch nitgedosle
liij
men
een
afloopende
dan een keten gehangen
scliijnt
modellen
hebl)en,
te
dien
in
meer
tijd
tooide.
Maai- dal
tenaar die
weid in
iels
dan de
waard
nioeile
wat
als
En dubbel
geest staat.
iioof'd
dat lieni lot uitbeelden dringt, voelt zich
heet't
daailoe alles in den sniellkroes
l)ereid oni
liciil
enkel gebriiikt pour avoir un dessous. p>n kuns-
alles nii
zijn
bem op
begrijpelijk
is
waar bet
er
opgemaakte scbuttersbuste aan op
op aankwam, dien praebtigen, bem zoo welbekenden
kop, onder een nieuw licbt
diis
te
scbilderen, dat er inderdaad een van de
meest bezielde uitingen in zijn vroege werk van stond
Rembrandt op bet koperen
seliilderde dus zijn plaatje
bem
de jonge Rembrandt gezind was
bet, dat
er zulk een, toeb altoos wat atelier-acbtig te offeren,
werpen. Niets schijnt
te
dat oogenblik onniiddelijk voor den
bad
moeder,
juist
worden.
te
zooals
bij
baar zoo trefTend
gezet, in een guile uitstorting, over dien gepluim-
den scbutter been, op wat grooter scbaal dan de buste er onder kan geweesl zijn, maar toch nog niet levensgrool. Hij verruimde zijn subtiele band in deze periode eerst geleidelijk
tot
bet scbilderen van den levensgrooten kop.
Intusscben, met wat een breede zekerbeid vermoebt
vermeien
eenvoudig lonen
is
bet
in
wezen van dat bem zoo gemeenzame
gamma
bier reeds te
van enkele olijfgroenig en koelrossig en dieper okerbronzige
licbtvleescb
bet
bij zicb
gelaat! Uit een dood-
met eigenzinnige duwsels, ongcboord levend
in
maar zekere hand in den grondtoon van amber gekneed. Kracbt-akcenten werden er met den acbterkant van di-n penseelstok beftig uitgekrast. De boogste licbten staan er smijdigvloeiende
vert'
gebootst.
De vormen
zijn
met
vrije,
doorbeen gevleid.
fijn
Doeb opmerkelijk
is
bet,
boe de
stellige opzet
verder scbilderen tocb nog veel sprekender
kwam
bet wilte
kin
staan.
te
kraagbemd, meer
Maar
terwijl
is
van deze buste
bij
bet
geworden. Oorspronkelijk toch onder de
in zijn beele breedte gezien, recbt
de loodrecbte gezicbtsmiddellijn van bet
bet .scbilderij allengs wat was gaan bellen, versterkte hij nu dat
etsje
meer
op
scbrij-
lingscbe van de beele bonding zeer, door de albangende lapel van de zwarte
kap scbuins over de reeds wit geschilderde been
te
verllaag nog duidelijk verraden.
aan
eflekt.
Er
kwam
iets
van bet kraagbemd
De ganscbe bonding won hierdoor ongemeen
van over den scbouder kijken,
vreemder peinzends, sfinxacbligers de
rechterhelt't
scbildeien, zooals relief- en kleur-s])oren van de er onder liggcnde
licbl|)artij in
bet tafereel
in
lets
wonderlijkers,
de meer overleunende bonding. Maar
werd bier aanmerkelijk kleinerdoor,
— en zoo
breidde Rembrandt den licbtvlek, die van onder verloren bad, van boven
wedcr
196
uit,
door bet voorboof'd, dat oorspronkelijk
in
de
ets
en evenzoo op
PORTRET VAX REMBRAXDTS MOEDER het schilderij
in
toon
viel,
dekkende toetsen van die
nog niee
vloeiender geaciievcerde
reeds
in
iiet
betrekken. Plolselinge,
liclit te
meer kleurighcid dan
iets
verderc vieescliiicht, in
liet
donkerder
partij
vlak
onder de kap
geschilderd, toonen deze late verandering dnidelijk aan.
Overigens, en vrijwel op
al
kan men aldns
den voet nagaan,
in dit schilderij
blijft in dil
de geleidelijke wording
komplete jeugdwerk
juist het uit
een
gooi gegotene, het eenvondig sprekende van het geheel hoogst opmerkens-
waard. Natniirlijk
de twee- of drieentwintigjarige Rembrandt zich
liet
bij
het
schilderen van dezen zoo kras verlichten kop, door de opvatling leiden der
Caravaggiesken, die hnn effekt vooral in scherpe tegenstellingen zochten.
Maar
er
is bij
hem
geen sprake van een levendiger maken van de lichtkern te zetten, want de diepe, wel verre luw en smeltend en weelderig en vol van die darkness
door die met scherpte van schadnwen af
van zwarte tonen visible
zijn
van welke Milton spreekt, en
verwant, zooals omgekeerd dat licht staat
op den neusrug, vlak
— en toch schaadt
dit niet
vloeistof gespiegelde
zij
licht uit bij
hlijven bij alle kontrast, aan het licht
hen geboren
aan het ruime, het deinend schemerigc,
het,
hij
zoozeer deed wegdonkeren, dan zou
Veronese het deed, toen
Uno
als in
een
van het malsciie totaal-aspekt.
Hadde men Rembrandt gevraagd, waarom schilderij
Het allerhoogste
schijnt.
de grootste kracht van de schaduw-wang,
men hem
sommige gedeelten hij
zulk een vraag stelde, er zich met
niievola che passu afgemankl hebben.
in zijn
waarschijnlijk, evenals iets
als
Maar door zulk een wolk dan was
dat hij een magiesch niaanlicht mild
liet
heenschijnen.
En
het
is
wel
alsof hij de stalige diepte van den nacht aan het pralende van den dag heeft weten te huwen. Hoe warm en vloeiend en levend is bier alles, en hoe ver
inderdaad bleef de jonge barok-leerling er bejag.
De ebben-zwarte kap
(die bijna juist
bij
twintig jaar later zulk eene op de peinzende laten doen)
achtergrond
is
het
summum
is zelfs
van eenvoud,
van
zoo valt
alle
Oude Vrouw
— in
over-kunstig effekt-
als hij het er
in
een vijt-en-
de Ermitage zou
den rustig gedragen vlakken
de minste onefTenheid vermeden. Het
fijn
gebeuren
ligt
en heeft geen verdere versterking van noode. Wel werk getuigen, wat de kurieuze Daniel Daulby in 1796
in het treffende gelaat zelf
zeer kan
men van
dit
« Like a simple narrative, which illustrates al schreef have, in general, no distracting episodes, works his truth, important one some no useless appendages, all appears to converge to one point, and to bring
van Rembrandts kuust
:
forth the intention of the artist in the clearest view. »
Die intentie was de eerbiedwaardige trekken te doen spreken van dien prachtigen kop, dien hij zoo goed kende, waar hij zich van kind af aan zoo
vaak in had verzonken, en aan de uitbeelding van welke hij nu eenmaal niets behoefde toe te voegen om uitermate boeiend te zijn. In algemeen toonge-
197
PORT RET VAS REMBRANDTS MOEDER en gewaagdheid van
lialte
aan den
licht
en donker doet
dit schilderij het
meest denken
Mevrouw Mayer te Weenen, aan Mevrouw Andre te Parijs behoort.
FUozoofbij kaarslicht schrijvend, die aan
en aan den Christus
in
Emmaus,
die
Een weinig ook aan de Verloochening van Petrus bij von der Heydt te Berlijn, die met 1(528 gedateerd is. Maar in vrijbeid en breedheid van voordracht en in diepte van grootsche uitdrukking moelen al deze stukken onderdoen voor dezen simpelen vrouwekop. Niet
dezen
oneigenlijk heeft Hamertoii doen uitkomen,
leeftijd,
zonder dat
men
hoe Rembrandt op
natuurlijk zeggen mag, dat hij toen b.
v.
het
had kunnen schilderen, toch reeds one of the strings to his boiv had. Geen sprekender bewijs daarvoor dan dit schilderij. Die eene kracht, waarover hij toen reeds volkomen beschikte, was het verportret van Burgemeester Six al
mogen
men
tot hef
onomwonden
zich, dat hij
tot het
uitheelden van zieleleven.
En gaarne
verbeeldt
hartgrondig begrijpen van die dieper roerselen van
den menschengeest, van jongs af aan ingewijd was geworden, door die raadselachtige, er zoo onheilspellend en toch zoo verzoenend uitziende Moeder zelve, wier kloeke, tot
stilte, (October)
198
maar daarom
niet
minder
fijne
wezenstrekken thans ook
ons nog, tegehjk van vastberadenheid en zachtheid, van stormen en van
maar bovenal van wijd-schouwende wijsheid spreken. J-^^'
VeTH.
JACOB VAN DEN BOSCH —
Dioomen. (troomeii
iiiet
Kn
tocli
weten
wij,
die
(l;it
gnnscli illusies zijn.
Wij (liiivcn si)reken van eeii nieuwe kunst, omwij een nieuw leveii zieii beginnen. Van «Nu en Slraks» 1893, Gust Vernieylen.
(lal
EKL
is
er gedroonul in de hialstf tien jaren dor voorhij-
geganc eeuw. Dioomen van groote krachtige herleving en van een deel hebben der knnst in bet vol nieuwe sc'boonheid opgebloeidc gemeenscbapsleven...
Het ontniicbterend
ontwaken
deed dikwijls
bet
maar
al te
diooni-zoete in bitlere alsum veranderen en
vaak ondervonden dc drooniers bet aan
— den
—
iijve
maar zelden wenken en al was bet ook
dat onze maatscbappij in den strijd oni bet bestaan, knnstidealen als
wapenmakkers erkende. Tocb bleven de
bij
vallen en opstaan, de strevers wisten lets te bemacbtigen en te verwezen-
lijken uit die beerlijke strijd
illusies
dioomen, zoo spoedig vervaagd door den scberpen
met bet leven.
Twintig jaren geleden ontmoette dezer bescbouwing
ik
den man wiens naam aan bet boofd
Entbousiast en veivnld van beerlijke toe-
geplaatst.
is
komst-plannen leken beni de komende tijden
licbl
en vol genot van gemeen-
schappelijken arbeid in dienst der kunst. Vaii een
nog vele tot
droomer,
illusies
is bij
nu genoegzaam wakker geworden
Nog
i)ebouden.
steeds tracbt bij velen
bij
al
elkaar
bij
beei't
te
brengen
behartiging der gemeenschappelijke belangen van ben, die de Ambacbts-
en Nijverbeidskunst beoefenen.
Het allerlei
kwam
mij
daarom van
l)elang voor,
bijzouderbcden worden meegedeeld
ontwerpers op
bet
gebied
bladzijden te wijden aan
van
.lac.
om, nu
versierings-
ui zoovele tijdscbriften,
bet leven van verscbillende
uit
en
van den Boscii en
gebruikskunsten, zijn
eenige
werk. Hij was een der
eersten in de Hollandscbe beweging en zijn artiestiek streven kan niet met
worden gcpasseerd. Wei ben ik geen groot voorstander van de bescbouwingen over
stilzwijgen
het
zoeken en werken van nog levende arliesten. Het necrologiscli karakter
is
199
AM BACH TS- EX XUVERHEIDSKUNST
JAC. V. u. i;oS(:h 1.S98
daarhij zoo mofilijk
door veel
daliiins
kan
nioel
cMi
i-l
le VL'rniijden.
om
Gemakkclijk koml men er loe een leven
jaartallen in te deelen, terwijl de voortzetting
diiidelijk niaken,
men,
ki)|)c'r Ijc-sUi
van dat leven
wat heden nog vaag en onbegrijpelijk schijnt. Toch
den knnstenaar goed
te
beoordeelen, meer van nabij met zijn
intieme leven l)ekend zijn. Het betrekkelijke, tiisscben omstandigbeden en
daden komt duidelijker
te
voorschijn en afkeuring of waardeering kiijgen
andeie graduaties. Het zuiverst ))eoordeelt die het maakte,
men den
arbeid onafbankelijk van den persoon
maar men moet dan ook als'beoordeelaar,
alles
welen weg
te
AMBACHTS- EN MJVERHEIDSKUNST cijteren
wat voor of tegen don kuiistcnaar
men
inneemt. Slerk en hoog moot
zich
dan voelen, van eigen superieure ontwikkeling overtnigd zijn, in
het
huisje van
plaatsen.
na
Aan dcznlken
gaan of
te
liet
evenveel weegt als ander.
't
om zich
dt>
Is
Ic
laat ik hot
vveinige liet
de naald
als
balans
knnnen over
om
van den een
meeidcre van den
mij niet mogelijk
te
vergeten,
dat er kan
worden gewogen en
scliaal lean
worden gelegd,dat van gewicht
en beleekenis
is
iets
op de
voor nn en de foekomst.
Amsterdam geboren — 19 Oct. 1868 komt van den Bosch, na een paar jaren In
— bij
eenboekbinder
tliuis
te
hebben gewerkt,ziek
en vindt na zijn herstel gelegenheid
zijn lust te volgen
op het
atelier
van eenen
decoratieschilder.
Als zoovelen onzer kunstnijverheids-
.lAC. V. All). (z. g^
I).
BOSCH,
1898.
—
Tegel palioon Hollaiuische tegell. :i.
nuinnen zocht
hij
daarna meer ontwikkeling
aan
gen
te
krij-
de
toen
nog kort geleden opgerichte
Knnst-
nijverheid, teeken-
school,
nus
»
<(
Qnelli-
en de Hijks-
school voor Kunstnijverheid
te
Am-
sterdam waar van
hij
1885-1890
werkte.
De
tbeore-
tischeo])leidingde-
zer scholen moest
de JAC.
VAN DEN BOSCH,
IS
Afl).
I
-
Togi'l patioon.
(z,
g.
Hollnndschc
legell
gebrekkige
praklijk der werk-
201
AMBACHTS- ES XI.IVERHEIDSKUNST plants aanviilleii.
Toch slond dezc
opieidiiig, vooral
van dc laatstgenocmde
verband met het leven en van den Bosch, die al door harden avondarbeid had moeten liekostigen,
inricliling, to veel buiten het
van
,i(ini<s
af /.ijne sliidie
l)egreep dat hij
den weg
naareen bankroet opging.
dan ook
Hij aaizelde
de werkkring over
niet
ne-
te
nien van ons beider vriend
vanI.shoven,toendezevan
meubelontwerper tirnia
de
bij
vanHoutuin,in 1891
leeraar in het meubel-
tot
Ic'ckenen
werd l)enoemd.
Wij waren toon nog
in
de
perioden der Renaissance kaniers, veel
beeidhouw-
werk met leeuwen, engelen
en carlonches,
met
veel j^elijni in elkaargezet
en schijnbaar van groote soiiditeit.
Grool was het
tt'chnisch
kiinnen
iierinnering van JAC.
VAN UtN BOSCH
(7.
g.
Hollanclsclie legel).
meesters van nn waren meesters in het jecten.
Wie herinnert
rende teekenvaardigheid
Tegel pulroon.
All). 5.
1X98
eene
;
schitte-
mij uit dien
tijd
bijge-
bleven. Onze beste
bouw-
is
maken van
geestig geteekende pro-
zich uit dien tijd niet de schitterende ontwerpen voor
koninklijke paleizen, beursen en pleinen, raad- en hnidiuiizen, waarbij zeer veel aan uiterlijke scbijn
was
geofTerd.
Dokter Cuypers heeft gelnkkig strevend heeft
hij
niet te vergeel's geleefd;
velen onder den invloed weten
te
ofschoon weer-
brengen van het meer pure
zijner kunslbeginselen. Verscheidene artiesten uit dezen tijd hebben door het gezondmakende ralionalisme met den scbijn gebroken en i)estndeerden met voorliefdc de beroemde werken van den grooten Franschman Viollet-le-Duc. De nawerking ervan deed zich gevoelen in den ari)eid van vele jongeren onder de bouwmeesters en eene gezonde ontwikkeling ontslond ten gevolge
van den
strijd
lusschen de vereenigingen der ouderen en jongeren.
Overdrijving van den eenen, geringschatting en miskenning
anderen kanl maakfen, dat een
202
frisch streven het duffe,
wat er
in
van
den
ons knnst-
AMBACHTS- HX NIJVEKHEIDSKI'XST Ook
leven was gekomcii, wegvaagde. jongereii iiaar Arli
voren en
Amicilia nieuhelen
et
de scliilderswereld Ireedt
in
wij zien, ten gevolge daarvan,
Rerlage
eeii
groep
liet
oiide
en slofTeeren,
wel nog onder den invloed onzer schoone meubelstijl der
17''
ecuw, inaar met eigen
karakter en goed toegepastc hcginselen.
De uitvoering van
vele dezer nieubelen
werd opgedragen aan de menbelfabrikanten Gebr. van Hontum, en voor hel eersl komi nn van i\L'n Boscb in aanraking met den man, dien
wij alien
nog
een der eerste
als
baanbrekers dermoderne knnstopvattingen vereeren.
erkennen
leder
nieubelonlwerj)er
nioesl
goede der gezonde denkbeel-
iiet
den en beginselen, die deze en andere mannen
vormen van biuinen
in
tijd
Irachten
weertegeven. Glibberig was het pad de Iradilie gebeel
dan ook dal
los
te
Door
!
lalen, misle
men
geral'fineerde, geschoolde,
eigen aan de voorwerpen
nil
Men was
knnsttijdperken.
zoo
voorbijgegane
in
den begiinie
onbeholpen, en tracbtle vooral de samensteliing,
de
in den vorm te De menbelen overvloedig
constrnctie
denionslreeren.
van uilstekende pennen en kijlen voorzien, zijn
daar,
om
te
bewijzen,
boe men nu
meende, dat een meiibel nioest worden
ge-
constrneerd,overeenkomsligde eiscben van
Een overdrijven JAC. V. D. BOSCH (iaslamp ook nu tot betbijna belacbelijke. Ruim een jaar na een l)rand bij de pas genoemde gebr. van Houtum, waaidoor bijna bet gebruikte materiaal.
alle
werk
uit
den
sludietijd
van
v.
d.
Boscb verbrandde,
kwam
bijwederoni
in
het atelier van den d^corateur en ging nu zelfstandig optredcnde, verscbillende
wederom met Berlage in aanraking kwam, moderne bouwwerken uitvoerde. De ornementale bescbildering van de kantoren en winkellokalen van bet gebouw der Algemeene op bet Damrak, van de Irapbal en Bodega, van bet gebouw der Nedc'ilanden op bet Sophiaplein te Amsterdam, en in het gebouw der zelfde werken uitvoeren, waardoor
die in
Amsterdam
Maatschappij
te 's
zijn
bij
eerste groote
Gravenbage
voor verscbillende fabrikanten
zijn er bet als .lansen
gevolg van. Intusschen ontwerpt
en Lassance
allerlci
bij
menbelen.
203
AMBACHTS- EX XIJVERHEIDSKIXST Uit
ook
dozen
tijd (hiloert
ameiiblcmcnt,
het
waarvan hier een kast en stoel zijn al'gebeeld
(^fig.
1)'.
Het werd ontworpen voor
den heer Henri Viotta, hem
aangeboden door zijne vereerders, en uitgevoerd bij
de Fiima Lassance waar
van den Bosch
chef
lui als
derwerkphialsen oplreedt. Uit dit
ameublement
spreekt dnidelijk de ziicht
goede rationeele
iiaar
Wei
nienstelling.
sa-
er in
is
het algemeen overdrijving
en gepronk met construcin vele nieubels
ticvormen
deze periode, maar er
nit
komt systeem
in
den op-
l)ou\v der declen en
zien wij l)eelde l)ruik
ook
zoo
in het afge-
kastmeubel een gevan
stijlen,
raam en
pancelwerk, dat naar betere samensteliingen
heen-
wijst.
In de decoratieve schil-
dering was JACVD.BOSCII
Afb.7.-Damesschrijf-en«erktafel. 'I BiNNENHUis.te Amsterdam.
Uitgevoerd in eikenhoul door
1900
BoSCh
f'en
altijd bij
van
eCH grOOtCrB
mate Van Vrijheid Cn Zwier meubelontwer-
als bij zijn
pen.
Nimmer
heel't
het echter iets van dat vraagteekcn
ornament gekregen,
werd geimporteerd door de Art en Crafts te s Hage. ingestemd met het devies dezer gehikkig vcrdwenen onder-
zooals dat uit Belgie
Nooit heeft
hij
neming, «
(*)
van
Met veel krullen
Deze afbeelding
dit tijdsciirift
zal
alles vullcn, dat staat zeer
».
door een ongeluk met het cliche eerst in het volgeiule nummer fig. 2 dateerd uit de zeltde periode en vertoont de
worden opgenomeii,
zelfde eigenaardighedeii als de at'beeldingen in
204
charmant
fig. 1.
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST
JAC. V. U.
HOSCH
Af h.
il.
1902
Voor de aardewerkfabriek
«
tegelpatronen van een voor dien kennis van het materiaal niet uit,
Holland)) tijd
gelegenheid
tot
luMivoutlig eikenhouten buffet
te
te 's
't
BiNNENHUis, te Amsterdam.
Utrecht ontwierp van den Bosch
flink decoratief karakter, waaruit tevens
Idijkt (fig. 3-4-5).
want ovcral vonden deze
geboiiw van de Witte societeit
om
—
Uitv.
tegels in
Het zecr gewenschte succes bleef
den lande toepassing,
o. a. in
het
Hage. Pas nu, vindt van den Bosch weder-
studeeren en uitvoeren van verschillende werken op deco-
De beschilderingen van de stations te Amersfoort, te Sanlpoort, Yniuiden, cafe « de Kroon en de vergaderzaal van de Twentsche bank te
ratief gebied. te
))
Amsterdam, dateeren
uit
dczen
tijd.
Door de oprichting van de Arts en
Crafts te
's
Gravenhage ontslond
i)ij
205
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST veleii
de vrees,
d;it
het gezonde oiizer jonge beweging, schade zoiuic kiinnen
ondervinden van deze zaak met bedenkelijke en
Men
stak de hoofden bij elkander en eene
de bedoeling eene gelegenheid
te
niet
Hollandsche richting.
Vennootschap werd opgeiicbl met
scheppen waar de Nederlandsche
nijver-
heidsknnsfenaars hunne werken zouden kunnen toonen en verkoopen. V
t
Binnenhnis
»
te
Amsterdam werd
met de Heeren Berlage en Hoeker de
ingericht.
Van den Bosch vormde
directie.
H. Ellens.
'';,'''•'
^•""f,f
,
,,
JAC. V.
1).
IIOSCH
i9(in
206
All). 8
-
liikeilhoulen slocl.
KUNSTBERICHTEN (VAN ONZE EIGEN CO RRESPO N D E NTEN) DD UIT AMSTERDAM on Zeker, het ware wenschcn dat, waar de te
EREENIGING KUNST AAN HEX VOLK J TENTOONSTELLING VOOR
»Ma volk ? Als (ieze
WANDVERSIERING ± STEDELIJK MUSEUM /C^ Kunst aaii het
illusie niet als
een parodie wil
klinkei] in dcze baiiiaarsch oiibeschaafde,
onnadenkeiul-slijllooze lijden, dan moet het « volk > wel beperkt worden tot de onkoopkrachtige kunstgevoeligen ». Want tot in de meest bevoorreclite standen blijkt een zoo voUedig at'wezig zijn van harnio-
idee «
niscli
sclioone
levensinrichling
—
zicli
opvoeding dil toch voorloopig niet doet, het onderwijs inzag dat wijsheid meer leerenswaard is dan wetenschap, wijl directer voerend tot t doel van 't leven, en dat het hoogste wijsheid is van schoonheid te kunnen gelukkig zijn, dat het onderwijs zich dus toelegde op leeren zien en dat dan maar dan ook eerst al deze nadrukken van hoogstaande (en dus nioeilijk te beweten) kuiistwerken waarde zouden krijgen voor het « volk », maar zoover zijn wij in jaren en jaren nog niet en daarom is dit een verzanieling goedkoope etsen en goedkoope (nieesl) goedc reproducties. Pas plus,
—
—
De hoofdiiidruk
is
een systeeniloos
uitend, onder veel, in de liefde lot kunsl-
stallen in veel te groote hoeveelheid.
armere klassen zoo ontzettend sclioonheid wordt gemist, dat, hen te zamen noemend het volk », van meer-
jammer, maar er
bezit terwijl in
kunst-aan-'t-volk-brengen overblijft het stre-
ven oni hen, wier neigingen door aanleg toch al daar toe leiden te bewijzen (hit voor geringe prijs lets niet-slechts
Wat
te
krijgen
is
!
ieder hiinner wel weet.
Kunst aan ieder kon hier niet de leuze zijn, daar het geexposeerde alleen voor de zeer ontwikkelden, of de van nature zeer gevoeligen, geschikt is. Noch de verzanieling van oorspronkelijke etsen, noch de (veel
te vele)
goede reproducties naar groote mecsters, noch de Japansche drukken zijn voor de groote massa, met haar door oiivoeding of onderwijs niet bijgebrachte schoonheidsbegrippen, toegankelijk, deze gehecle hoogere uiting gaat, aan
volk
»
voorbij.
wat gewoonlijk het
genoemd wordt,
ten
eenen male
een
sterke
is
indruk
weer te
uit-
Het
is
veel te veel oni
krijgen,
die
ook
geschaad wordt door die voortbrengselen waarbij de beiuiming kunst nog zeer betrekkelijk, zoo niet bedenkelijk is, hijvoorbeeld die (ler meeste nioderne Duilschers. Mij bepalend tot het oorspronkelijke werk vermeld ik een serie etsen van Derksen van Angeren, de jonge werker, die nog niet de
krachtige sanienvatting
te voelen weet, die een conipleet werk kenmerkt, terwijl liij
toch niet de sterkte van heerlijke ongebondenheid uitviert tot een schoone kracht, ecliter, in zijn
dingen wijd
te
zoeken bewijzen
geeft
van de
doorvoelen, belangrijk aan
en nieer dan anderen, tracht naar de eigen wijze van doen in eigen onderte zien,
werpen, de wijze van doen
is in
aangezetlc wringingen van lijnen
liewogen
hem
tot
een
de bekende. Voorls etsen van de
gelieel,
intieni
de onderwerpen
de sterk zijn,
297
KUNSTBERICHTEN — UIT AMSTERDAM nog
geheel
niet
reeds
lioch
I'ijpe,
/.eer
Haverkamp,
van Th. van Hoylenia cenige litho's, etsen van Toon de Jong, uilvocrig, in elkander gedraaid, knap gevoelige
G.
geteekend, A. L. Rosier, beminnelijk soliede
zwak talent, van S. Moulyn, met zijn aanvaarden van buitengewone composities en zwakte van, toch stijlvolle, teekening. J. M. Graadt van Roggen, Rueter, Veldheer, een uiterst gevoelig elsje van Jan Veth Boompje, en verdere uit de portefeuille van niaar
de vroegere Elsclub.
en voile verf-materie
lets
<•
lekkers
»
is.
Hooger bezien dat wie droomen door de holen van bun geest en vollevend zijn in de bemelen van luin ziel, werkend, ook droomen zuUen tot in de verborgen geheimenissen van hun materie en vol zwelgend :
zullen zijn in de opgestapelde rijkdomraen
van hun arbeidstof. Ook deze weer mist dit. Niet is de verf doorproefd in alle mogelljkheden van diepte of doorzien in de reikingen van hooge klaarheid. Het is als een schennis het te zeggen, en toch blijkt het te vaak Zooals de techniek is, zoo is meestal de aard van het werk, dus de aard van den maker. De geest komt uit ;
LARENSCHE KDNSTHANDEL, AFD. AMSTERDAM ± MANDEL BARTHOLl), FL. ARNTZENIUS, ALBERT HAHN >c,». De reeks van maandclijkscbe tentoonstellingen, die deze kunsthandel haar leden (en
de stollelijke verf
te zien.
En waar nu een franke
stand,
'n
losse
niet-
teekening, een goede houding in de kader
leden) biedt, wordt ditniaal in qualiteit be-
zou doen vermoeden een niet kleine geest (de Oyens'en !| daar blijkt toch te vaak in kleinljes aanzien van andere composities dat wederom de verf niet bedriegt wier armelijkheid van diepte die van geestes-
langrijker door Arntzenius en in quantiteit
door al de gul-, glim-, grim- en grijnslachende Laarderboerinnebakkesjes zijner
Men
zei
halfjaarlijks
in
nieer flguur-, dan interieurstukken.
Amerikaan
deze
mij dat
Parijs plein-air, halfjaarlijks in Laren inte-
rieur schildert. Zoodat met de lucht ook de zienswijze verandert,
nisme vond lets in
ik
want
veel van lumi-
over deze doeken niet
van de Fransche toets was
te
tintelen.
bemerken
de onkarakteristieke kleine lichttoetsjes
waarmee de bouvv van een
gelaal slecht
benaderd wordt, en een ietsje van de aanbidding van liet Licht is da.'irin overgebleven dat
hij zijn
gelaten klaarder liclitkleur geeft
Laren mode is. wordt daardoor gekenmerkt builen niet boven zijn collega's. Hij krijgt lets van de Oyens' en door zijn frischheid in t figuur, lets van Garf door zijn goedmoedige middclmatigheid, lets van Dooyewaard door zijn gedcm|)te fondbehandeling. Maar de Oyens'en zijn vele malen geesliger, veelzijdiger, Garl is
dan tegenwoordig Zijn
in
bijzondere
aard
—
knapperen
rustiger,
Dooyewaard
van verl'beliandeling. Dat is bet wat mij hoogschatten. Dat laat
zicn
genielen
208
wat
zijn,
—
liij
veel beter
grootheid verraadt.
En toch moet een frischheid gewaardeerd worden, die meer levend niaakt dit werk dan dat van vele soortgelijkcn die elkander nadoen; een frischheid en jcugdjoligheid, die
altijd
de meisjes
blijlachend,
gezichtjes verlicht doet schilderen
;
en
de
hoewel
een zaal vol breede lachen geestloos vervelend wordt.
van Fl. Arntzenius niel te zeggen. zoo vaak, trachten te onderscheiden maakwerk van liefde-werk. Liever noem ik de meeste zijner straatgezichten niet, de hechtheid vau den bouw, van de teekeuing is niet te vast, noch kwam de belangrljkheid uit andere qualiteitcn. Maar waarde arlisten buiten huii « genre » treden zijn ze mij het liefst en zoo ontmoet ik steeds bij Arntzenius een volheid, die een kalme behaaglijkheid aan die studies geeft. Een kinderportret (81 vooral is zoo vast Dit
is
Ik zal, als
geschildcrd en zoo, met glacis, gedempt tot
Barthold niet
doet
maar een enkcl
niaal
heerlijkheden
dat pate lets
om
in
verf
te
te sniullen
een sombere kleur, die donkcre oogen zijn zoo zeer levend, dat dit wel een bewijs is
van kunnen en gevoeld kunnen tevens. Arntzenius is een dier iiakomers van de
—
KUNSTBERICHTEN
UIT
Hollandsche inipressionistische school, die, als (le Bock, als Tholeii, de Zwart en zoo velen geheel de techniek huniier voorbeclden konden aanvaarden, in zich opnenien
verwerkend naar eigen aard, de uitslekend geschilderde doeken kunnen niaken waarvan de zijne hier weer vooibeelden zijn. Ilet voile van Afbraak de bouw daarin en,
van de
rijp natte,
waltige lucht, Visscheri,
AMSTERDAM —
liet
hoofdstuk.
Op debovenzaal
hccf'l delirnia Hulla onder meer zeer schoone kunsl geexposccrd een
onlangs
hel land gebrachle Matthijs Montmartre. Doodeenvoudig en wonderprachtig. Een rand lucht, zacht getoelst boven de bruine heuvel, waar de
Maris
in
:
geele zanderij
heerlijke aquarel, hel lekkere van blanke
hellingen.
sneeuw
in Urbaines (29i of het Jaap Maris herinnerende Ondergaande Zon, een vette groene schets, zijn de beste vooibeelden
tegen
van
in zijn,
niaar wel
niet sterk persoonlijke,
deugdelijke voortzetling van wat grooteie
ouderen als niooi bewezen. De scherp snijdende, gemoedclijke, wel komiscbe, sarcastische sociaal-deniocratische caricaturen van Albeit Hahn doen, meer in zijn scherp getrokken prenten dan in zijn vlot geteekende schelsen de eerste caricaturist van Holland erkeniicii.
M.
VAN GOGH J MAANDKXPOSITIE
^r/
Ditmaal heterogeenc eenlingen.
Is
klein
blauw
Maris
studietje
van
Willem
een
bovenal om te bewoiuleren, een lucht vlug geveegd, hoog wolkig gehouden, lichtend,
steken en grijs wilte huisjes legenaan staan.
Beneden een dal waar woningen verscholen rood wel, de daken, en grijzig zwart. is een weg, waar voor een helling neer daalt, witte geitjes zijn heel leer blank daar
En
nabij
!
De droom bij
over
is
is
te
noenien een
merkwaardigste Jacob Maris,
een
ritshuis.
Het
is
in
't
ANTWERPEN
X connait
du sculpteur Van Beur-
Mau-
«»S «»^'^^ ««<S 5«^ 5•^'
firma Frans houdt een expositie van Freiherr von Slenglin. Deze schilder schijnt
en
Zoiieii
Son exposition, qui
(len.
d'oeuvres, marbres, pla-
brandt copieerend.
Bulla
souple,
consciencieux
groot
verdicpen wat Jacob Maris niaakte van Rembrandt, hoe het een eigen figunrstuk van Maris is geworden, in kleur, in toets en verl'behandeling vooral, hoe deze groote schets een vol rijpheid van zware toon heeft, als Maris nu alleen zoo aannani, Rem-
EEN MATTHIJS MARIS yC»- De
le talent
aimable,
comprend une vingtaine
geheel een genoegen zich er
5«^' «»^^
DD
KUNSTZAAL FOR.ST ^ Tl'.NTOONSTELLING VAN BEELDHOUWWHRK VAN A. VAN BEURDEN EN VAN SCHILDERWERK VAN A. VAN BEURDEN ZOON ^ OCT. 1908.
aller-
in te
^•^ '•^
dingcn gekomen
Conrad Kikkert.
dock, een zeer sterk vergrootte fantasie op
de Tenipel scene van Rembrandt
alle
Matthijs.
over donker groen grasland waarin een walerplas gestreken is met vlotte toels, is een paletmesschets van de Bock te waardeeren, het nicest
warmere
de
tegen
bleekt
Boomen verdroomen in waas de lucht waar fijne molcnljes in op-
DC UIT C.
ANTWERPEN
verwant aan het huis van Mecklenburg, een portret van den Prins der Ncderlanden is
Meisjesporlrcl, Ro:en (18j vooral, een kleur-
ceil
UIT
nous con-
tres et ivoires,
(irme une fois de plus dans I'estime cet art qui, sans viser
dans une etude nature. detail
C'est
in
fidele,
surlout
serree
par
oil
tenons
se complait
I'etret,
meme, de facturc
la
la
du
que se recomniandent ces statues de
jeunes femnies ou d'adolescents pleins de grace
et
de fraicheur.
»...
Quant aux paysages de M. A. Van Beurden flls, ils sont dune faclure large et «
sobre, d'une tenue qui denote
chez leur
auteur un grand souci de probite artistique.
Quelques-unes de ces
loiles,
d'un coloris
enveloppee d'une lumiere riche en ors, constituent de fortes pages. » ferine,
2Q9
Ki'NSTBERICHlEN Ziedaar wal toonstclling
houwer dit
beeld-
baar is het op deze tentoonstelling; echter zou het nog sterkcr te bcspeuren zijn wan-
wordt, zal den lezer van
ueer de meeste Haagsche architecten hodden
eeii
dagblad over deze ten-
sclirijfl.
gezeg
Wat over den
niets
tijdsclirift
— LIT ANTWERPEN — UlT DEN HAAG
Het
leeren.
groote
ingezonden.
Nu vormden
de meerderheid,
beoordeeliiig vleiend
hier uit de stad, wal in werkelijkheid de
voor vaklicden kan er alleen de deerniswaardige alledaagscbheid van dit werk uit blijken. « Talent souple, aimable,
minderheid uitmaakt, namelijk de meest met hun tijd meegaande jongeren. En daar zijn de fijne, gedistingeerde Limburg, de van het pitoreske houdende, zich in het detail verlustigende Smits en Fels, de naar een groote lijn zoekende van Boven, naast uit Amsterdam de strenge logische Berlage, de monumentale Kromhoul, de degelijke Lehman, de gevoelige de Bazel en de knappe Salm. Zij alien zijn de dragers van het moderne in de Nederlandsche bouwkiinst
publiek vindeii
;
consciencieux nature
deze
nioge
»....
En dan de
«
!
Etude
etude de
fidele,
Maar de natuur
is
facture du detail
»
la
heel antiers '?
!
!
Dit bewijst
de onbezonnenheid van den criticus. Wat den schilder lietreft, men wachte zich voor zijn «prol)ite artistique «. Het is een jonge grijsaard, beoefeiiaar van het poncif, eer hij zelf gezocht heeft. Het « lumiere riche en ors
»
is
een gevolg van het overdadig
gebruik van zekere kicuren. In ieder geval mist dit goud alien adel. Beide kunstenaars zijn
volkomen
middelmatig.
bedoeld
Is
dagbladartikel misschien ironisch opgevat?
waarnaast Dr Cuypers, hoe ontzaggelijk zijn vornikennis ook is, hoe meesterlijk zijne detailleering ook blijkt te zijn, te veel de \vetenschap|)elijke, smaakvolle archivaris gelijkt.
J.
HOLLANDSCHE TEEKENMAATSCHAPPIJ
D n D
UIT DEN HAAG
D D n
-y De tentoonslellingen van dig
KUNSTKRING
\A(iSCHE
^ TEXTOONSTELLING VAX BOUWKUNST /:.. Reeds iiiaal
voor de in
tweede
een kort lijdbe-
slek geeft de Kunstkring
eene tenlooiistelling van teekeiiiiigcn en oiitwerpen
van Hollandsehe
architecten. Daar hier in den
Haag vroeger
zelden zulk eene teiitoonstelling gehouden
werd, waren we hier l)ijna geheel en al versloken van wat Nederland op het gel)ied van architectuur presteerde. In de conservatieve Hofstad
bouwde men maar
voort
op dezellde convenlioneele wijze, tot dal de keiniisinaking, met wat in Amster-
altijti
dam
en oinslreken werd vcrvaardigd, hier
eene kleine,
zij het dan ook heele kleine wending naar liet nieer rationeele, moderne brachl. De meesle, in trek zijnde architecten bouwen echler nog steeds, als of er geen nieuwe richting en tijdslrooming bestaat. Geheel anders als in Amsterdam, dat de
residentie in dezen verre de baas
210
is.
Merk-
genootschap
dragen
dit
alien
eerwaareenzelCde
kennierk. Een kenmerk van degelijkheid, ook van gelijkmatighei
dragen deze exposities dan ook reeds in de kiem van het verval in zich. Waarde leekenkunst zich in Holland andere
laatste jaren de
banen koos dan de waterverf kunst, had bovengenoemde niaatschappij goed gedaan haar bakens te verzetlen en niet alleen van schilders maar ook van graveurs werk moeten exposeeren. Is niet het Jonge Holland de lijn van de groole Hagenaars verlalende en die van de priniitieve Nederlanilsche school volgende een even belangrijke periode in gegaan als die van haar voorgangers? Van wat hier geboden werd valt alleen op, het ongemeene, het onverwachte, dat, wat we van enkele schilders niet gewend waren. Zoo hier, naast superbe teekeningen
KUNSTBERICHTEN
DEX HA AG
UIT
-
van Bauer, een kerk-inlerieur, dat tolaal niet beantwoordt aan de groolsche visien, die wij van een Hosboom niochten onlvangen, en als geheel op lange na
eene
niet
-
AMB- EX XIJVERHEIDSKVXST
DDDnnann AMBACHTS& NIJVERHEIDSKUNST na
vergelijkingkan doorstaan met zijne phantas-
JOSEPH
magorien. Dit
Zoo dadclijk na een onvermoed stcrven, dat, met een onstuimige voortbrengingskoorts een leven van koene vluchl kwam afbreken, klaarhel wezcn te karakteriseeren van deze niarkante figuur, die zich legen den veelkleurigen achtcrgrond van strooniing en tegenstrooming, ondanks eigen vcranderende groei steeds zoo zeldzaam
reeel, te plat en le
is te
weinig
verzorgd dan dat het onze interresse kon
opwekken. Van eeneii anderen inzender, meernialen is
verschillende
in
vorm
hier een Geziclil op Dordrecht.
de schilder van de
die
zicb
uildrukte,
Van
SoesI,
berkjes, later die
fijne
van de sneeuw, is hier oiider de bekoring van eenen Delftschen Vermeer gekonieii, echter niet verder geslaagd,dan eenen minder gelukkigen Arntzenius te maken.
'^^^^'^^^^^'^^^^^ JONGERKX
HIJ
VAX GOGH A-^ Deze
kunstliandel bood een expositie van werken
van Wolter, Rueter en Haverkanip, waarvan de eerste en laatste landscliapscliilder en de middenste portretschilder is. Van hun werk, zooalsdat van velejongeren, vail le conslaleeren
:
een zoeken, een
speuren naar den weg, die de hunne moet zijn. Voorloopig belraden ze nog reeds be-
kende banen, schilderden ze dan eens op die wijze, dan weer op eene andere. Mel hun drieen hebben ze echter dit gemeen, dat ze niet
levreden
bleven
in
paden, waar de wil en de
den naar een eigen
uil
die
platgelieden
lust in zich te
voel-
dal niet
zien,
direct naar het geldelijk voordeel als wel
voorkomen
te zijn, voor wie dan zouden wenschen, zonder overschaltend ofatkeurend vooroordeel, de onlwikkeling eener menschelijkheid in haar opgang en terugslag te volgen, te duiden en te begrijpen. Meer dan in de aanleekening van zijn slerven een bewijs te geven van onze, zij het niet steeds in mede-voelen opgaande, belangstelling voor Joseph Maria Olbrich wil dezer
lultelen
vvoorden bednidenis daarom niel
zijn.
Hebben wij persoonlijk voor hem nooit de durende waardeering kunnen vinden, die bij velen onzer
Ooslenrijksche
en
meer speciaal Hessische coUega's haast
tot
Duitsche,
veneratie oversloeg, zoo zouden wij ons toch
vooral niet gaarne scharen aan de zijde van
de meeste Nederlandsche kunstnijveraars, die nog
al
architekten
en
eens met een, on-
getwijfeld als even eenzijdig te verwerpen,
minachting naar het eenzame individualisme
dat Wolter de pleinair-schildcring
man en de onevenwichlige soms barokke vormenspraak van zijn kunst hebben heen-gezien. Want mag ons de architect, die gelijk hij.zoo weinig was doorgedrongen in het wezenlijke der stof, die hij wcder van eigen wezen had te doen doordringen en beheerschen en de kunstnijvcraar, die gelijk hij, zoo evident blijk gaf oog noch hart te hebben voor de noodzakelijke als veruilwendigde inwendiglieid te voorschijn te brengen en in organischo structuur te karakteriseeren vorm-eisch van elk ding, zeker al weinig een op zuivere evenwichligheid gerichten mensch schijnen, zoo zullcn wij nooit voorbijzien, dat, met en ondanks dit
lijden.
verkoosboven het schilderen van
interieurs
made bij
heeft afgeteekend, wil oiis niet wel doenlijk
Merken
naar eigen salistactie moesl
we op
M. OLBRICH, f 8 AUG. 1908 yc^.
for America, Rueter ter schole ging de vroe-'e Hollanders en oude Duitschers
en Haverkanip de decoratieve kanl van zijn talenl het best ontwikkelde.
G. D. Gratama.
van dozen
211
AMBACHTS- ES XIJVERHEIDSKUNST al
deze
die
een dichler was,
ni:in v:in aaiileg
boven de armelijke afzonderlijkheid van
zijn
« Pfeile der sehnsucht nach dem andren Ufer. » Maar nit de nevelen van eigen Ik-heid heeft hij zich niel kunnen omhoog worslelen lot de klaarte van het zuivere inzichl waarin alle realiteit in haar
daarniede
ideale verhefflng, alle noodzakelijkheid in
een kunstenaar
haar waarheid gezien en bemind wordt. En zoo was hij meer een vage taster naar het
het « r)ing-an-sich» steeds zijn,
zij
het vaag,
besef van een alomvattende wezenlijkheid beel'l
trachten
wal ons
te
vergestalten.
Zeggende dal
schijnt het meest geproiionceerdc
zijner bijzondere eigenheden
verbeelding
is,
dan willen
voor-oiidersteld zien, dat
bij
kennen was Olbrich's kunst-daad een sidderend omhoog-vliegen en een vinger-wijzen
te
wij
zijn,
van een dergelijke begaving tocli steeds andere eigenschappen, wier liarmoniscli saniengaan tot een betrekkelijke zuiverlieidin-daden zou kunnen voeren, in nieerdere of mindere mate levend aanwezig zijn, al
eikennen wij juist de oorzaak van liet onevenwicbtige en soms wanstallige van zijn werk in het op den voorgrond dringen van die eene rijke gave ten koste van al het andere in hem. Zijn verbeelding treft het eerst aan al zijn werk, zijn verbeelding, die wel stout op-zwieren kon, maar te vaak tot
naar een beter goed.
Andere, een fanlasl
in het
wisselend wolken-
dan een sterke christophoros, die klaar den over-oever voor zich ziet, en eerder dan zijn boog-schot naar een vast doel te richten heefl hij met zijne peilen een sierlijk spel van weidsche curven in het ijle gevoerd. Hij was een droomer, die, kunnende de waarde niet vinden voor de betrekking, die zijn ideaal met de werkelijkheid zou verzoenen, spel,
zich
aan
fantasie
zijn
bezwijinelde,
slaafde en aan haar te gronde
is
ver-
gegaan.
een zwenking naar het uit-middelpuntige bekoord, in aarzeling en onvastheid lot een
Boven hel huidige
plolse stilstand in haar zwaai en een neer-val
en op-zich-zelf-gestelde voortdjirend haar eigen dood-vonnis voltrekkende is, te heb-
naar het onmachtige gedwongen werd, zijn verbeelding, wier gloed al hel andere aan zijn
werk
veri)leekte,
weidschheid dikwerf
die tot
wij
bij
hem
te
in
haar
bewondering,
haar afgelrokkeulieid zelden kon brengen.
Wat
ons tot
in
ontroering
en
physiologisch
wezen van het
stofl'elijke
ziedaar Olbrich's groolben uitgewezcn heid. Maar daar boven wel een uitkomst :
voelend, geen slap op den leiden zou te
weg
hebben gedaan
:
die er
is
en de
geaardheid
en
en zakelijke zou
En ten slolte zai wat aan zijn werk gemist wordt wel meer gewicht in de schaal leggen dan wat hel bezit en zal veel ervan onder het lichl der eeuwigheid wel verschrompelen
en den objectiveerenden geest; die zoowel de eenheid dezer wezenlijkheden synthetisch zou karakteriseeren aan hun afzonderlijke vcrschijning in voorwerp van
en
gebruik ol'versiering als deze synthese in
Leerling der
de lossere gebondenheid van meer algemeenen sameniiang, lijk zij zich in de bouw-
pleegvader van
kunst voltrekt, vloeiend door zou voeren.
redelijk of extravagant, in Ooslenrijk
Boven het werk van de meesten van die in hun zoeken naar verzuivcring van verenkelde stoffelijke vormelijklieid, bewusl of onbewust, niet de ware relatie bestreveii met de prophysische
het lietlijke
besell'en,
heden,
welker vcrschijning enkel in het tijdelijke en menschelijke de beslendigheid van hel eeuwige en goddelijke kan doen realiteit,
212
henen
ziedaar zijn
trrigische beperking.
zeer missen
ondersclieidende gevoeligheid, die psychologisch
sesthetisch materialisme,
dat aan de bevredigingvan het onmiddellijke
te niet
gaan.
Joseph Maria Olbrich werd geborcn den 1867 te Troppau in Ooslenrijk. Weensche Academic was hij vooral leerling van Otto Wagner, dezcn
22"
December
ccerd.
Na
schoon of dwaas, onder epithelon « modern » wordt gelanalles wat,
in 1898 het
tentoonstellingsgebouw
der « Wiener Sezession » te liebben gczet werd bij in 1899 door den groothcrlog van Hessen, Ernst Ludwig, naar Darmstadt beroepen, waar hij een van de grondvesters
der
bcfaanide
koloiiie
)i
(en
beruchtej
« Kiinstler-
werd. Tusscben dal jaar en
zijn
AMBACHTS- EX NI.IVERHEIDSKL'XSr sterveiis-(la,i;heeft liijoiiari^ebiokeiUKKir Ijui-
onze waardeering voor de vcle
len {^eproduceenl. Noenieii wij
lieden,
Liuiwig-Hausouit 1901, hol" op de Keulsclie
«
liel « Eriisl-
DerFraueii Rosenten
teiitoonstellin!^
Darmstadt liet tentoonstellings-geboinv voor Vrijc Kunst en Hoclizeits-Turm », dan niecnen wij den vorigeii jare en laalslelijk te
«'
meest lypische uitingen te liebben aangeduid. die als de hooi'dpunten zijn in de curve, die zijn voortbrenging zon daainiee
zijn
besehrijven. Bezig met den lioiuv van reus-achtige « Warenliaus-Tietz «
dorf overleed
bij,
liet
te Diissel-
boewel lijdende aan een
maagzielcte, vrij onverwaclit
in
den oiider-
dom
van mini veertig jaar. Sept.i'MS. Walter VAN I)ii:di:nhovex.
^•^"^^t^^ ««^ ««^ ««^ ^(£ <«^ ««^^'^^ NIEUWE TOONEEL-DECORS. ± EDUARD VERKADE, « HAMLET ». N. V. « HET TOOADAM IN BALLINGNEEL, VONDEL'S SCHAP, DECOR VAN P. G. DE MOOR /C*. »
0ns voornemende
ter eeniger
tijd
uwe
nioeilijk-
overwonnen, door den buitenstaander niet meerals zoodanig gezien en gcscbat kunneii worden. Over bet tooneel van Verkade gaat de verkhiring eener boogbeid van geest. Nergens lets
die, reeds
dat stoort, dat bot of plebejiscb aaiidoet.
Overal
tooiit bet
de superieure nobclbeid en
denecbten aristocraat; kunnen ons geeii Sliakcspearevertooiiing berinneren waar Sbakespeare lot zoo'n boogie tot zijn rccbl werd gebracbt. Maar nieer nog zoiulei; wij wen-
fijiiegevoeligbeid van
onsdnnkt
wij
bet decor Icon verdiepter zijn. Is Sbakespeare steeds, in deii « Hamlet » vooral, vol van den adcni der oneindiglieid.
scbeii
:
niet
Te zeer misten wij nog doze oneindiglieid, die niet is de ruime leegte waar voor lienen alles gaat, maar de ruime volte waarbinnen more things in » Tbere are alles staal. beaveii and on eaiili. Iban are (beanil
your pbilosoph}'.
Wie
i>\'
in
»
bet scbilderwerk van de
Moor kent
aandacht te vragen voor een uitvoeriger bescbouwing over de herleving van de l
zou vooruil hebben kunnen zeggen, dat hij niel de aangewezen man is om tooneeldecors te scheppen. Zijn werk is nieer van fijne gevoeligbeid en verslilden droom, dan
muzilsale en
van de weidschbeid, die een dramatische vertooning of van de beevenwichtigde hevigheid van kleur en beweging, die een Ireurspel behoeven. Wel slond de scbilder die Voiidel's treursjiel in een decoralieve verbeelding moest inlerpreteeren, bij dit slecht voor opvoering gescbikle treurspel-poeeni voor zware iiroblemen, maar aan hem was bet dan tocb om de dramatische bedoeling van bet sink
meen-regiscbe, dramatische, literaire bestrevingen,
maar
wij slecbis een
woordje bebben te zeggen over liet zoeken op decoratief gebied, te knniien volstaan met te tracbten bet essentieele te duiden van wal als zoodanig reeds is gedaan in Nederland, ditmaal door een tweetal op verbetering bedacbic tooncelgezelscbappen.
Maar
voor ons oordeelend uil te laten wenschen wij van onze boogaebting le getuigen voor de beeren Verkade en Royaards. leder, die de problemen wel eens lieeft doordacbt
waar een
regisseur, die op de eenbeid eener
is, voor komt Ic slaan en de groote afstand kent, die tusscben een in alle onderdeelen goed opgezel plan en een in alle onderdeelen goed doorgewerkte
voorstelling bedacbt
uitvoering
ligt,
zal respekt
bebben voor wat
reeds bereikten en een groot vertrouwen in wal zij nog zuUen doen. En waar wij ons niet steeds kniinen ver-
zij
hebben voortgebracbt onze aanmcrkingen voor-ondersteld
eenigen met wat zij bij
zij
voren
naar
te
balen
en
te
versterken.
de Moor beslisl niet geslaagd. Hij beeft bet roerende, bet ontzachwekkeiulc en bet neer-slaande van wal bier Hicrin
iiu is
gebeurde niet lot expressie kunnen brengen, niel in de scene-composilie op-zicb-zelf, niel ook in de kleur, iiocb ook in de wisseling van vurige verlicbling en sombere overschaduwing. Ook was dit werk een zeker gebrek aan overtuiging eigen. Men make een looneeldecor naluralistiscb of gestyleerd.
Op
beide wijzen lijken goede en sclioone
oplossingen
ons denkbaar.
Maar
vast en
AMBACHTS- EX NIJVERHEIDSKUNST ~ BOEKEN S: TIJDSCHBIETEN men een van lieide met schippercn, niel geven en iicincn, zooals liier min of meer het geval was. biciigt men geen probleem iets nader totzijn gewenschle oplossing. onafwciulbaar volgc
overUiigingen
;
Walteh van Diedenhoven.
11 Sept. inos.
<^^
^^
^^' ^"^ ^i
BOEKEN
^ ^ ^^>
;»'S '•^
TIJDSCHRIFTEN
&
nOFBIBLIOTHKKK TE WEENEX,
KEIZ.
HOHTULUS AXIM.E
*; CODEX. BIBL. PAL. VINDOSZ 2706^ ZIELENTUIXTJE, PHOTO-
MECHAXISCHE REPRODUCTIE DER KEIZ. HOP- EX STAATSDRUKKEBIJ TE NYEENEX, UITGEGEVEX OXDER TOEZICHT VAX EX .MET KUXSTHISTORISCHE TOELICHTIXGEN DOOR, FRIEDRICH DORXHOFFER,
Uitg.we van A. Oosthoek, TE Utrecht, Amsterdam van Holkema enWar kn do rf 1907,
Giiniani
A
het
Hoiiiiliis
AniinwChrisliuiue! Ditzijn indeitiaatl
wel twee heel
werUen over
helangiijke
de Vlaamsche minialuur
te
scliitlerende
En een
schilderingen,
verschuldigd
opmerkenswaardig item Tot in de eersle jaien der xix'''' eeuw, werd het Breviarum Grinuiiti enUel eens met lieel laiige lusschenpozen, liiei- en daar door "t een of ander gekroond hoofd doorbladerd. En bij gebrck aan deigehjke uilzondcrlijke zijn.
heel
!
—
gasten, kregen enkele bibliolekarisseii zelf niet eens de schatlen, die ze
ijverzuchlige zorg nioestcn
met zulk een
bewaken onder
het oog! Later verslapte de geslrengheid van het consigne een Ijeeljc en talrijke critici en specialiteilen kregen
om
vergunning
de be-
roemde Vlaamsche handschriflen le zien. Mij zelf is deze gunsl lot iweemaal toe ten deel gevallen en ik moet er tot mijn spijt bijvoegcn dato|) enkele plaatsen het maimsonder
lot alle
wachi, die bizondeizijn.
Daaiom
zijn
Eti
ik
vrees
verhichte getijdenboeken bij
de kenners
we dankhaar aan
in trek
het nooit
wellichl zullen enkele
vol|)rezen initialief, dat deze \vcrken,die tot
hicrtoe enkel aan ingewijden bekend warcn, onder het publiek versprciden wil. Waar de miniaturen reeds uit zich zelf zoo belangrijk zijn, worden ze dit nog meer dan men
nioed van daan haalt oni uitgaven
ondernenien, van zulk een
zulk een
lielangrijUe schade aan dezc schalten toegebracht, door nieiiwsgierigen die niets van dien cerhied voelen die we aan die perkamenten bladen met
lezers zich afvragen vvaar
Ivn
men den
!
er tooh nog vaak
vluclil, ler
omvang en
cere eener zeer speciale
kunst, (he in onze dagen heel niet meer wordt beoefend. Want van miniaturen geldt
zou denken,door hun verband met de groote
helzelfde als van schilderijen, die het
verluchtingen, copieen van verdwenen wer-
niet
heelejaar door toegankelijk groole pujjliek. Dcze kan
zijn
men op
voor het
zijn
gemak
zien en bczien, bestudeeien en zelfs naschil-
deren.
Soms
ligt
er wel in de iiilstallings-
zalen van de een of andere groote boekerij, het handschrift op de een of andere min of
meer behuigiijke van
al
l)ladzijde open, niaar
meest
liggen ze wel vcizekerd in een stevige
bewaard. Men moet dus een heel proper gewasschen pootje laten zien oni ze te mogen doorbladeren en op zijn gemak le bewonderen. Overigens zon het stolFelijk en zedelijk onmogelijk zijn om koslhare handscliriflen aan den eeiste lien kist of zelfs brandka.sl
beste
le
staande
laten al
kijken en
zelfs,
nieltcgen-
de genomen voorzorgen, wordt
schilderkunst.
Dikwijls vinden
we
in
de
ken.dievan eerste-rangsmeeslers afkomstig Zij men het lireviarum Grimtini van
zijn.
t
Venetie, de Horliilus van
de
Ileniiesij
Weenen,
les
van Brusscl doorloopt,
Hemes
allijd zai
men verschillende copieen of vertolkingen der scheppingen onzer beste meesters vinden. Uit het oogpunt van de geschiedcnis der Zeden ende Cosltimen, bieden deze kleinpenscelingen ons kostbare inlichtingen aan-
gaande de bezigheden en gewoonten onzer vadcren. Dezc bron is in dit opzicht even kostbaar als do slukken van Teniers en Adiiaen Brouwer, enz. Ondhcidkundigen of Folkloristen kunnen er met voile handen en zonder scliroom de meest verscheiden en ongcdachte bcstanddeelen voor hun stu-
BOEKEN & TIJDSCHRIFTEN dieen
nil
hedeii
putlcn.
Daarom
de aaiidachl
af,
te
oiideiiieming aan den
Utrecht
te
rechtvaardigt
vestigen op de
beer A. Oostlioek,
daiikeii
is.
Kii
deze ijoging
meer,
te
zicli
we van
waarvan de koene
kostelijke bloemlezingen,
le
Ijehooren
oiiidat
dit
kostelijk manuscript der Geiitsch-Biugsche
school ster
dei'
alleen koi).
bate eener vorstin, bescheriii-
ten
uit
Men
schoone zeer
kunsten
vervaaidigd,
bekwame banden komen
beeft als een dei- vervaardigers
de koperen
getrouwer zijn en beler aangejjasl aan de kleur. Hit voor de Griniiiiii en
Ilorliiltis
bcstcmd schijnl
De
bladzijden behelzen
om
in
verscbeiden
liet
ecbt artislieke te
vervangen.
bonderd
cbromofolotypie en
in
lionderden
in
I'olotypie.
De
geven het eigenlijUe banilschrift weer met de kleur van de oorspronkelijke
laatste
iidct
dan een repliek van bet andere zou zijn. Indien er op zekere punten overeenkomst bestaat, zijn ze niettemin bier en daar zoo verscbeiden, van opzicbt verscbillend en nieuw, (bit de uitgave van den Hortuhis, die met zooveel moed door den lieer Van Oostboek werd begonnen, ons ten eenenmale
tijning
overigens
te zijn
levert
zoover
in
Ilorlulus zal ongeveer een
een
is
procede,
uitgaven de ciiromolitografie
gelooven dat bet eene liandscbiift niet ineer
Het
aangewcndc
belangrijke voordeelcn op.
van bet Breviarium Grimani, Gerrit Hoicnbout genoemd, maar daarom ga men niet
gerechtvaardigd scbijnt
ieder geval levert ze
in
i)laat,
eersle proeven, die
dezc eigenaardigheid verleent bet
l^ii
voordeel boven de Grimani-edilie Geklenrde of eenvoudig gescbreven bladen, zijn op gelijUsoortig papier getrokken, die door een vernuftige en verhoogde vergi ool
de
!
illusie
geven van ecbt oud
ledere bladzij, zonder onderscbeid,
nummerd tallig,
zal
velijn. is
ge-
en eenniaal de afleveringen vol-
men
in
een oogenbbk de door de
scbrijvers van bet bandscbrift
aangenomen
een onderneniing die den stempel van een
orde knnnen berstellen. Het gebeele werk
Wat zou er zonder den Graaf Durrieu, die er alle verlucbtingen van deed pbotolypeeren, op beden van bet bandscbrift van den Hertog de Berry overgebleven zijn, dat in den brand van de
zal
wijs vooiuitziclit draagt
!
zoodoende bet karakter bezitten van
boniogeniteit en barmonie, die bet genoegen
Turijiisclie bibllotbeek
van den lief hebber-bescbouwcr zeer zullen verboogen. De verschenen afleveringen zijn alle gelijkelijk wel verzorgd en doen de keizerlijke
niekl,
drukkerij te
doorbrand werd verboewel liet tocb allijd nog maar een onvolkomen weergave, lilijkt omdat bet de bekoring der kleur geheel moet missen. De evenals
Hortiiliis
liet
Jireviurium Grimani,
Weenen
eer aan. De vergelij-
king met de Grimani-reproduclies knnnen ze gemakkelijU verdiagen.
Ten opzicble van de
kleur, onderscbeiden
zullen evenwel allijd blijven bestaan in vele
zicb verscbeiden bladen door een inniglieid
copieen, die met getrouwheid een weergave
en diejjte van loon, die aan de gescbildeide paneelen van bet eind der xv«, of bet begin
geven van bet oorspronkehjk beeld. Staan we nu een oogenbbk stil bij den Hoituliis, waaraan de jjetreurde Cbmelarz in de Jahrbticlier der kunstverzameHngen van bet keizerlijk buis van Oostenrijk, eenige jaren geleden, een diepgaande sludie gewijd heeft. Alleen
geven de beliogravuren slecbts
een zeer onvolkomen denkbeeld van de verlucbtingen weer.
Er bestaan ook eenige
cbromolitografische weergaven van, waar-
onder enkele In
dit
al
opzicbt
van zeer ouden datum. scbijnt
mij
de
fotolypie
gescbikter, vooral ter uitvoering van beel-
den
in kleur.
Gelatine
is
leniger en
meegevender dan
der
xvi'^
eeuw doet denken. Evenzeer merkt
op verscbillende carnaties van men anders eidvcl in de Giimani tegenkoml. Het feit is waarscbijnlijk loe te scbrijven aan bet eigenaardig temperament van den kunstenaar. Een ding is zeker dat de lonalileit, waarvan
men
er in
een zeer kracbtig bruin, die
bier sprake
is,
zeer
in
zwang was
bij
zekere
Hollandscbe en Vlaamscbe meesters, tegen bet einde der xve eeuw.
recbt zou
men
zicb
Docb met eenig
niogen afvragen ofde
keus van het velijn niet van eenigen invloed op de kleur in 't algemeen geweest is. Wat de verscbeidenbeid in bet maaksel der mi-
215
B()1:KH.\
oog
TIJDSCHRllTEX
holrel'l,
niiiliircn 'I
Si
vallerui!
is
eii
ileze
is
iiidiMdanil
lussclKMikomsl van verschillende die
:iaii
dc
in
die loc to schrijvcii anii do
uilvoeriii}>
liiiiideii,
van het hnndsclirifl
liebben nieefjewcrkl. In
lie
eersle allcvering merlcen
we
vier
zeer oorspronkelijke versieringei: op, die gewijd zijiiaan de veiscliillende heziglieden in
den loop van hel jaar. Vcrder cen
sit/iny,
gevoel
A';h/-
bewonderenswaardig is van ecu voorstelling van SI Jacobus
die
—
een andere van St Cliristoforus; — (iezc beide laatste teekeningen lossen legen zeer cigenaardige landschappen
nil.
Merkcn we
lu'iligiMi
Andreas. Vcr(lero|) cen
St
.\ntonius
en nog eenniaal dienzelfden heiligc die een heflige veileiding ondergaal, met een zekere bevalliglieid in
den toon. Brengen we ver-
der nog de gracielijke St. Margaretlia in lierinnering, verschijnend in een krypl en onu'irkcld door een krans van edele steeneii. Eindelijk in de derde en in
waarde aan de
vorige gelijk, vinden
we een Mdii
die zeer verheven
van gevoel; een
is
vanSmttrle, Jeziis
Hofken van OUvelen, klaarblijkelijk op Gerard David gcinspireerd, terwijl hel martyiiimi \an U.OOO Maagdcn, zonder moeite ill
hel
dc hci
iiiiicring
aan Hans Meniliiigs compo-
ons opwekt. Voegen
we
cr
dat
verder op een nilslekeiule nfbcclding van
sitic bij
SI Callielync.
de eersle allevering met een voorrede in het fransch begint, die we aan de welversne-
de Iweede aflevering, behalvc vijf tooaan den calender zijn gewijd, vinden we in een heerlijk winterlandIn
neeleii, die
scliap, de figuren
van St Mallhijs en van den
bij
den pen van Graaf Paul Durrieu hebben danken. Jos. DKSTHlvli.
te
DE INVLOED DER NEDERLANDEN IN BOURGONDIE KT slaat tegenwoordig, dank aan de werken van vele geleerden,
vooral
Kleinclausz
vrij
verschillend
is
van
zijn
tijdvak.
in
is
vast,
van
die
dat
dezen
bij
en
de kunst van Sluter
Nederlanders
der overige
Moeten we
werkzaamheid van ovcrwegend
van de heeren Koechlin
die
wel
gevolg, aangczien de
meester
in
Bonrgondie
geweest, beslniten, dat de Nederlanders
geeneriei opziclil invloed hel)l)en uitgeoefend op de school van dit gewest ?
Dit zou inderdaad laten we, eerst
eer
recht tegen de getuigenis der feiten indruischen
we gaan onderzoeken hoe
ze dien invloed
nagaan wat de Bourgondische knnst eigenlijk geweest
stijging
!
Maar
konden uitoefenen, is,
voor de troonbe-
van Filips den Stouten. Indien de overblijfselen er van
te
weinig
talrijk
en vele er van verminkt zijn, vertoonen ze niettemin een duidelijk omschreven
en zeer verscheiden karakter.
Deze kunstvorm, die oorspronkelijk op de Byzantijnsche gegrond was,
waarvan we
o.a. eigenaardige
specimens
tynipan van Thil-Chatel en een
in hct
kapiteel in de krypt van St Benigne vinden bewaard, neigt er reeds naar zich los te niaken vanaf het
gedurende de
xii^'
eeuw
in
tijdvak van bet portaal het
van Vezelay en
gansche gewest heel autochtoon.
om
blijft
Bij
het
bestudeeren van het beeldhonwwerk aan de Cathedraal van Autun, de Magdalena van Yezelay, de St Lazarus te Avallon, de St Benigne en de L. Vr. van
Dijon, van Semur-en-Auxois, de Saint-Pere-sous-Vezelay, StTlbaut (Cote dor),
de grafmonumenten en het altaarstuk, dat te
uit
de ruinen der Sainte Chapelle
Dijon gered werd en de overige fragmenten in musea verspreid,
zorgvuldig vergelijken van eindelijk in
om
wel van elkaar
al
deze werken onderling,
—
slaagt
— bij het men
er
de hoofdeigenaardigheden der school, waaruit ze ontstonden, te
onderscheiden.
Figuren houwen, krachtig en
los, ze
leven inblazen en een rol doen ver-
vullen, ze tegelijk vol uitdrukking en levend
maken, bun eigen persoonlijk-
heid zoo trefYend niogelijk doen uitkomen, hieroni schijnen de Bourgondische
Onze Klnst, Deel XIV,
December
190«.
217
DE ISVLOED DER NEDERLAXDEN kunstenaars
den
uit
IN
BOURGOSDIE
der groote cathedralen het nieest bckoninieid
tijd
te zijn
geweest. Energie, iiiaar weinig smaak, een schorpe o])merkingsgave, zonder
minste gevoel voor sclioonheid, zoo verschijnen ze voor ons oog in
liel
deugden en
hun gebreken. De enkele
al
hebben vernield,
zijn
van bouw en noch
over
ooit wel geevenredigd
Voor
fignren.
zijn
zwak
algenieen
"I
noch teekening,
teUst
in
de verhoiidingen, zwaar
vvettigen de veronderstelling dat ze
geweest. Hetzelfde geldt voor de verschiliende
bet nieerendeel verloonen ze iinkscbe
vormen, gewrongen of
plonipe verboudingen, zoo dat bet zeHs leeken in bet oog
eens de lioudingen dier gedrongen
zie
is
tocb,
onwaar
is
onbeduidend en de
Vele er van bezitten indeidaad de waarde van
landstrek.
oiidere, een gebyzantiniseerde Cbristus uit
onder de
Maar
minsi zorgvuldig bewerkte, vertoonen den eigenaardigen
de
zelfs
valt.
geen eid<ele er van
figiiren,
ot'gemaakt, zie diegenieene tronies, geen enkele er van nieeste,
al liun
de revoliities niet
inolieven, die
portretten, o.
a.
bet tynipan van Tbil-
Cbatel en onder die der xnr' en xiv^ eeuw, bet glimlacbend personage uit bet weslerportaal van St Tbibaul, de grijnzende maskers van Seniur-en-Auxois
en den burgeniian
nil bet
transept derL.Vr.
Dijon, bebooren wel alle drie
te
de meest Bourgondisebe en best bestudeerde lysiononiieen van
tot
bun
In
laag
geiieel
de grondscbe werken, ecbter bet karakter van een oprecbte, kracbtige
bij
en gezonde kunst. Gesproten graag
't
zijn ze
lijdvak.
iiet
bescbouwd, dragen die nog gebeel arcbaieke en tamelijk
uit
een
werkzaam, nioedig
sterk,
indronk met voile teugen, en
leven
altijd
gereed
door bun makers gevormd met bet doe! oni
spreken
Wat gaven
1^.
Waarom zouden niet oni
spreken
tot
taal
oni grooten
te
«
de steenen
oni edele bonding en
stijl,
daarom bekommerd
bun breeders
de
in
ze
zij
zijn
geweest?
Was
!
Daarom gingen
ze
maar
dat
te
doen
gebaren
?
bun roeping
bet
prediken? Het best was dus oni
van iederen dag
ras,
daden was,
tot
ben
tot
te
recbl en een-
voudig af op bet doel, dat ze zicb voor oogen liadden gesteld. En met deze svntaxe «a bonne saveur Bourguignonne
«
bebben deze naieve beeldsnijders
dikwijls bet patbetiscbe bereikt.
Docb
't
is
met de scbolen
als
met de nienscben, bun ontwikkeling
voltrekt zicb niet zonder perioden van stilstand en nienigen crisis. Evenals
bun kunstbroeders
'I
bun toen aan
der
eclite
laatste
(*)
vooral in de eerste helft van den xiv^ eeuw.
ernstige meesters ontbrak,
't
zij
l
Zij
dat
eenvoudig omdat bet aantal
waren
om smaak
was
en ijver aan
te
vuren, de kunst verkeerde onder
Capetijnscbe Hertogen in een staat van verwelking en verval
Deze bezalen, ver^eleii we
Icidden,
218
;
kunstenaars verminderde en dat de bestellingen zelzaam werden,
die geschikt
de
de overige Franscbe gewesten, bedierven onze Bour-
uit
gondiers bun gaven
ailerniinst tot
liel
(lit
iiiet,
niet deii
ininstcii kuiislziii
aannioedif^en van kunstenaars
{^esciiikt.
en
iiet
(').
leven dal ze
I)E
De
figuren
werden
gedrongen. Kn
liet
INVLOED DER XEDERLANDEN IN BOriiGONDIE
sleclitej-
schijnt
van dal de
verhoiidiiif*
dan
ooil,
overdreven log en
Bonrgondiers meer waarde liechlten aan
c:?^ TYMI'ANON VAN HET PORTAAL TE VKZEI.AY.
't
volgen van
t
Phot. A- Giraudon, Parijs
een of andei- poncif dan de natnnr.
liij
Clans Sinter, waren er zeker nog maar enkelen in staat
werk behoorlijk
nit te
't
verscliijnen
om
van
een helangiijk
voeren, aangezien Filips de Stonle, voor alies gesteld
op weelde en kunst, Nederlandsehe beeldsnijders
bij
ben voortrok.
midden der xiV eenw, begonnen deze laatste zicb van FranebeConite nit, door Bourgondie le verspreiden. Van at" 1315, vindt een Vlaamscb werk, de Graftonibe van (iraaf Otto, toegescbreven aan Pepyn van Hoev, In
bet
een plaats
in
de Abdij van Cberlieu,
in
de diocees van Besancon.
\i\\
iieel
waarsebijnlijk iser, in de jaren 1350, nog een ander grafmonnnient opgericbt, dat
om
bet type, dat bet vertoont, aan
grafsteenhouweizijn
mag worden
den een of anderen over-Maaschen
toegescbreven, dat van den Seigneur Mcllot en
gemalin, werd in bet klooster der Abdij
van Fontenay
(*)
opgericbt.
(*) De liggende flguur stelt, zooais door den lieer Kleiiiclausz aangetoond is, een jongeren broeder van Willeni IV, of van Willem V van Mello voor, die tijdens liel tweede derde der xiv eeuw geleefd tieeft. Deze Ijeeiden hebben veel geleden. In hun tegernvoordigen staat, komen ze mij eenigszins zwaar in de uitvoering voor. Verg. Gazelle des Heim.v-Arls, 1905, Deel II.
219
DE IXVLOED DER NEDERLANDEN Omlrent
IS
BOURGOXDIE
lietzelfde tijdperk, heeft
een Brusselaar, samen met Jean de Soignolmeegewcrkt aan een tombe. die voor de H. Kapcl le Dijon was i)esteld
les,
;
Viamiiigen,
Waleii
liataven, voeUien
na
zicli,
van
luiweHjk
bet
en
FiHps den Stouten met
Margaietba van Vlaanderen,
naar
nieer
meer
en
bertogcUim
liet
beengetrokken. In 1372 opent Jan van Marville ot'ficieel
te
een werkplaats
Dijon en ongeveer 12
jaar later, oiitweipl
bij
voor
FiHps'
giafmonument.
In 13<S5
bet
j)hin
Sinter
is
tweede
als
werkman
(')
l)jj
dezen
lieeldbouweraangesteld
en voldoet zoozeer dat bij
na
zijn liet
zijn
dood
in 1389,
opvolger wordt. In volgend jaar
liegint
demeestervoordeCbartreuse van
Cbanipniol
die serie werken, welke
bem CLAUS SLUTER De
Put der Profeten (Chartreuse van Cliampmol, Dijon).
voor
roemd
:
altijd
zullen
l)e-
niaken
:
de Calvaric, de Profe-
ook de iiguren van bet kerkportaal
icn urn de Put, welUclit
deze l)eelden
bij
bem
in
l)eliandeling zijn,
(').
En
terwijl
werken Jean de Beaumetz, Jan
Maelweel, Henri Belleebose, Jacob de Baerze, Jan van Lnik, Jozef Colart, Jean de Tbioys en Robert de Caml)rai, niede aan de versiering van dezelfde kerk.
Ongelukkig bleef er van
al die
zaambeid voor lokale kunst
De f'»
beide altaarstukken
Kerste \verl
was
te
kunstenaars, die niet gemakkebjk
ontwarren
in
zijn,
uit
lum werk-
niaar weinig over.
verguld iiout (1391), die van Cbanii)mol naar
Pliilippot
van Erani.
Uitgenonien die van de Moeder-Maagd, d. i. t. z. Filips den Stouten en Joliannes den Dooper, Margaretha van Vlaanderen en St (^allierina. Deze opmerkelijkc figuren niogen m. i. tereclit, aan den mecster toegeschreven worden. {-)
220
GLAUS SLUTER (Chartreuse
te
:
DE PUT DEU PROFETEN.
Chanipmol, Dijon).
221
DE ISVLOED DER NEDERLAMJES liel
Museum
sche,
w.
d.
to z.
IS BOl'RdONDlE
Dijon werden overgebrachl, zijn gt-heel volgcMis de xiu' eeuw-
dc Fransche opvjitting van kuust, doch de manier waarop
Jacques de Haeize, de verscliillende ni>uren er van op een heett gehoopt,
Pieta, toegeschreven
nnn Jan Machvicl.
(Louvre, Parijs).
schaadt aan het decoralieve effekt van figuren, alleen die
waarvan heiligen
De
iiet
van den
St Juris
liel gelieel.
schilderwerk nog bewaard
op de
Kr ontbreekt leven
goed geslaagd op
is
is
iiet
in al die
eene altaarstuk,
gebleven en op het andere eenige
zijiuiken.
coniposities, welke Melciiior Hioedeiiani op
stukken gescbilderd heett, herinneren,
in
Fransche en Italiaansche minialuren van dien aan leven en ze geven
blijk
van een
liel
nieer dan
het ontbreekt
lijd (*),
eerlijk streven
eerste dezer altaar-
een opzicht, aan de
hun
niet
naar het verkrijgen van
uitdrukking door naluurlijke middelen. Doch de engel op de Verkondiging, korl,
dik en ineen gedrongen en met een verkecrd in
rechterarm bezocht,
is
i') Ditgevoerd lusscheii 1392 en 1399 Broederlam.
222
t
verkort gegeven
ver van een verheugenis voor de oogen. Daarentegen i)il
zijn
de eenige,
nof^
overgebleven vverken van
Phot. A. Giraudon, Parijs
PIETA, toegeschreven aan Jan Maelweel. (Museum, Troyesj.
DE ISVLOED DER XEDERLANDEN
IN
BOURGONDIE
doet de groep dcr Visitatie zich iiangeiuuuii in haar eeiivoud voor. Simeon,
op de zijn
VoorsliHliiuj
romp
is,
de Maagd,
terwijl
den Icmpcl, vertoont een kop, die veel
in
hoewel die kop
toeli
op dv
l)e/,il
echte moederlijkheid vertoont.
weinig zwaar gegouaelieerd
;
de verondersleiiing, dal
die
het groen
liebben
Da
al luin
l)elangrijke heelt
liet
op l)oven«enoemd looneel zoo
ilie
zekcre bekoorlijkheid
moge
al
liij
De
i^edrapeerd
sleclit
waarop
Vl:irhl luuir E(jiij>t(\
motieven van
vier
le j^root
voor
van een poilret, is,
een
ze lets van
dil gelieei zijn
wel een
niettemin vvettigen liroederlam's hin(i.sehap])en
inderdaad
de natuur heelt i)eslniieerd
Tiaar
ook eenigszins omneveld wezen, de omringende
;
tonaliteiten
frisehheid l)ewaard.
Picia in den Lonvie, alkomstig van
Maelweel toegesehieven, aan denzeltden toe
te
terwijl
de Sood (iods
Cliampmol
seiniiven zon zijn, niet meei
(liiiKS),
woidt aan
Mnsenni van Troves, die
in liel
is
dan een
sim|)ele verza-
meiing van portretten, waarvan geen enkel, niettegenstaande de i)ogingen van den anteur kenis
is.
om
een dramatiseh
Versebillende invloeden
effekt zijn,
te
bereiken, inderdaad van l)etee-
men
zooais
altijd in
dit
overgangs-
tijdperken opmerkt in deze seliilderweiken vereenigd; het Fiansehe karakter
dermate met het Vlaamsehe vermengd, dat het met Vlaamseh kan genoemd worden.
is
gelijk leeht Fianseii
Dit mengsel van invloeden, dit dni)l)elslaehtige, vinden iiet
meerendeel der werken, die door Vlamingen
in
en
we overigens op
de verschillende provin-
werden nilgevoerd, waar ze tegen 't eind der xiv eenw in is het werk van halfbloedigen, die er zich weinig om bekiennden of het ooispronkelijk tyi)e in zijn geheel en zuiverwerd bewaard; eigenaardig karakter van de streek, in ieder geval niets herinnert aan waar ze ontstonden. Dit is eveneens het geval met veel werk nil het begin
cien van Frankrijk
dienst gesteld waren, het
t
der xye eeuw, volgens
die
o. a.
met de miniaturenreeks der
den heer de Mely aan
worden en de Lcgende aan knnstenaar afkomstig
Tri's riches
Bellechose
Hemes,
(Chantilly),
zon teriiggegeven moelen
St Deinis (Lonvre), die ongetwijfeld
van denzelfden
is.
De uitgeweken Vlamingen namen des
te
gemakkelijker de werkvvijze van
aangezien
een der Fransche provincien aan,
ze,
toen ze hnn eigen
land
waren verfranscht. De heer Koechlin heelt ons in een zeer doorwerkte sludie aangetoond, dat in de xiV' eeuw, nog vele Nederlandsche beeldsnijders volgens de Fransche beginselen der xin^' eeuw werkten ('). verlieten, reeds half
Deden de lijk,
schilders het op een andere wijze
?
Dit
is
niet heel
waarsehijn-
aangezien ze nog zooveel punten van aanraking met Franschen
(«)
Gazelle des neaiix-Arls, 190S. Dcel
iiioeten
II.
De
cersten, die een
volgens den heer K<echlin, Beauneveii en
.Ian
van Liiik
uit
de
reaclie tewce}4 brachleii, zijn
geweest.
223
I)E
IXVLOED DER NEDERLASDE\ L\ BOURGONDIE
Noordelijke en Middenprovincies hadden slrokl zijn
iiiet afleideii
— De
Hieruit
(').
mogen we
echler vol-
dat de Vlaanische kiinst een nabootsing der Fransche zou
geschiedenis leert ons dat
uit
eenzelfde kunstleer, verschillende
kunstvormen kuniien ontstaan. — Nenien we enkel aan dat de Vlaniingen, die onder Filips den Stouten in Bourgondie waren gekomen, daar vandaan een schoonheidslcer hadden meegebnicht, die zich op die der Franschen giondde. ook ten deele hun succes, vooral daar ze, om deze leer doen vatten, die eigenschappen bezaten welke door kunste-
Dit verklaart dan
beter wortel
naars van
te
alle
tijden
om
't
zeerst
op
worden
prijs
gesteld, nanielijk groote
Zoo oefenden ze op geheel normale wijze den invioed van den sterkeren op den zwakkeren uit. De inheemsche kunstenaars waren onlaard, de beeldsnijders der Nedcrlanden bereidden hun weder-
bekwaaniiu'itl in de iiitvoering.
door er in hun werken aan te herinneren dat er in kunst niets duurzaams kan ontstaan, zonder de onmiddeHjke studie naar de natuur. Enkel door de welsprekendheid hunner plaslische taal, deden ze hen begrijophei'ling voor,
pen dat men nooit beter typeeren kan dan door de zorgvolle samenstelling der licliamen, door er als het ware de kieinste rimpeltjes van weer te geven (*). Aangezien goede voorbeelden aanstekelijk begrip van en
groote eerbied voor het
zijn,
voerden ze
evenwicht
tot
een beter
der verhoudingen. In
kort, zij gaven aan de Franschen terug, wat zij in de xni" eeuw van hen hadden ontvangen, dat glanzend geheel van grondbeginselen en procedes, dat de kunstenaars van het lie de France, evengoed over de Bourgondische 't
staten
hadden knunen doen
straleu, indien de
omstandigheden anders zijnde,
de hertogen hen daarheen beroepen hadden.
De invioed der Vlamingen op de Bourgondiers, moet des zijn
geweest, aangezien er reeds vele punten van
beiden bestonden.
De krachtsinspanningen der
te
meer al'doende
overeenkomst tusschen
eei'sten,
stemden zoo goed
mogelijk met de behoeften der laatsten overeen. Ze bezaten dezelfde liefde
voor het leven, voor het natuurlijke, voor objectieve werkelijkheid, voor uitdrukkingsvolle
karaktertrekkeu,
scherp blikkenden opmerker,
nl.
:
voor dezelfde eigenschappen
een
uilerst
onderdeel van een geval. Ze waren vcrwanten.
juiste
van den
en gevoelige kijk op het
Ook deelden de Vlamingen
enkel mee, ze ontleenden op hun benrt aan anderen. Ze keken overal
om
niet
zich
been en ontdekten dadelijk wat hun nuttig kon wezen. Jan van Marville ontdekt onder de bogen van het grafgewelf van een kleinen, onbekenden vorst in het (*) In ieder geval maaktcn de minialuristen zicli zeer snel dc procedes van de proviiiwaar zij werk vonden, eigen. Graaf Durrieu hcefl dit Icit f^edurende zijn vele en lange opzoekingen vaslf^esleld en zijn bevoegdheid in dil opzichl is welbekend. (') Hnkele hunner waren overigens tanielijk goede porlreltisten o. a. degene welke in 1.39') het portret van Filips den Stouten hecft geschilderd. In ieder geval, indien de omstreeks ]&)0 vervaardigdc copie, die thans in het bezit van Madame la Colonclle Vauchercl te Parijs is, ons een gctrouwe weergave van het origineel geleverd heel't.
cies,
224
DE INVLOED DER NEDERLANDEN IN BOURGONDIE monnikenklooster van Yal-des-Choux, de embryo voor zijn oplocht der dood hem verhinderd heeft le voltooien (*). Anderen deden
plourants, die de
hun zij
details
otmotieven elders op en de lessen van aanpassinj^slanist, die
op deze wijze gaven,
waren zeker
ver-
niet
loren.
ToenSUiterzijn nieesterwerken van Chanipniol nil
de plompe ma-
teria te voorschijn
had
doen freden, waren de Bourgondiers
kuns-
als
tenaars voldoende rijp
om
van
partij
zijn
te
Calunrie,
onderricht
trekken. Zijn de
Put
der
Profeten,de beelden aan
CLAIS VAN DE WEIiVE
:
Rouwdrajicrs van Filips
de kerk, brachten een
cle graflonibe van den Stouten. (Museum, Dijon).
grootegccstdriftteweeg, die vrnchlbaar
zon
zijn in
daden. Al dadelijk stonden er navolgers van Sinter
Hoofden houwen met sprekende trekken, rompen opbonwen, die vol leven zijn, een diepe heteekenis leggen in bonding en gebaren, dit werd van op
(-).
stonde aan bet boofdstreven der Bonrgondiers en meer dan een
om
trachtte tevens,
Het
is
;
als alle meesters, die tevens
enkel een beweging
ontwikkeling
uit,
blijft
nog
altijd ?
hervormers waren, voerde
gebeimzinnig. Heeit
Was
Duitsch, Vlaamsch of Fransch atelier alle
iiinaigier,
leggen.
bij
die door anderen \vas voorbereid. Het tijdpcrk van
Bataafschen onderwijzer gebad
bijna
te
inderdaad wel Slater geweest, door wien de Bourgondiscbe knnst
werd herboren zijn
er de uitdrukking van zijn gevoel in
Germaansche
en
bij
in
zijn
op
bij
jeugd
in
werkzaam?We welen
een
bet niet. Aangezien
beeldbonwwerken
Bataafsche
zijn benrt
het een of ander
van
v6or
de
eeuw zijn vernield, zullen we nooit weten wat bij voor zijn werk aan hen heeft te danken gebad. Daarentegen staan die werken in geenerlei onmidde-
xv^
(')
Val-des-Choux, een monnikenliloosler,
bevond zich
diclit bij Chalilloii-sur-Seine, in
in
den
aaril
van
(ial
der Cislei-ciensen,
het boscli van ViIIiers-le-F)uc.
Bovengenoemd
ons enkel uit een teekening bekend. Zie Voyage de deux Beiiedictins, ]« gedeelte bl. 113. Het kind op de zerk naast den engel, die zijn zie! omhoog voeren nioet, is nog al niooi van lijn. I)c personages van den begrafenisstoet, heliben. evenals zoovele andere figuien der Primitief-Bourgondische kunst, allemaal koppen, die veel te groot voor de romjieii zijn. ;-) Sluter was overigens zeer op de Bourgondiers gesteld. .Sedert zijn opvolging van Jan van Marville, had hi] onder lien zijn niedewerkers gezoclil (luillaunie de Benoisy, Perrin de Thory, Jean Midey de Fleuiey. .\ndcren oiitviiig iiij als leerlingen. graf
is
DE IXVLOED DER XEDERLANDEN IN BOURGONDIE do Vlaamsche,
lijkc l)i'trekkiiii<, nocli lot
Maar
tijd.
al
iiocli lot
de Fransche kunst van zijn
Vlamingen en Franschen bezeten hebben, vindcn we zou gemakkelijk kunnen aannenien dat hij veel aan de beeldsnijders van Frankrijk verschuldigd is geweest, dat bij
hel goede dat
er in weer. Ik
in
aanraking met ben veel geleerd beeft. Er bestaan vele
punlen van overeenkomst tusscben enkel deze
te
noemen en
zijn Profeten,
cm
noorder en
vele beelden in de
zuider portalen van Cbartres, de westelijke gevel der calhedraal
te
Reims en bet middenportaal
verstond uitstekend de kunst bij
gezien bad en bet aan
Overigens
is
kunst, die
te
te
om zicheigen
Bonrges. Hij
te
makenwat
passen aan zijn eigen werk.
bet onaannemelijk, dat bij de gewestelijke
bcm
toen zoo overvloedig omiingde, niet
aandacbtig zou bebben bestudeerd
(*). Zijn beeldbouwwerk van Cbampmol, openbaart ons opmerkinsgaven
van allereersten rang, en bet zou overmoedig
bun volmaakte overeenkomst met kunstkarakter BeoUl van eon gi-hiiartieii Hei(Altaarsluk tc Houvres),
als
te
bel
zijn
om
Bourgondiscb
ontkennen. Zijn kunst komt ons voor
een gelukkige syntbese der beste eigenscbappen van
lige.
Gernianen, Vlamingen realisatie
en Franscben,
een machlige
van wat de yiudigiers der drie rassen, zicb sedert vele jaren met
zooveel inspanning badden eigen gemaakt.
Onmiddelijk na de periode van bet arcbaisme, badden ze getracht niet enkel de lijnen der figuren,
maar ook bun
innerlijk leven
weer
te
om
geven.
—
En onder de Franscben badden de Bourgondiers reeds vroeg blijk gegeven men berinnere zicb slecbts lympan van Tbil-Cbatel van bun bekwaambeid in deze ricbting. De put der Cbartreuse te Dijon, bood bun een beerlijke verwezenlijking van bun eigen denkbeeld. Dit monument leerde bun boven-
—
't
om
dien
cm
iiun ])lan verstandig
de naluur
daarom
slaafs
werkelijkbeid. wijs,
met
al
te te
En
en gewetensvol vast
eerbiedigen, zicb op baar volgen, dit
om
de vertolking
te
kostbaar onderricbt bad
te
te stellen
en
inspireeren,
nit te
voeren,
zonder baar
doen beantwoorden aan de bij
bun op de
begrijpelijksle
de zeggingskracbt van bet genie gegeven.
Door baar navolging van
Sinter,
veranderde de Bourgondiscbe scbool
versclienen arlikel (Januari-nummer 1908) zegt kan lietjben gei'nspireerd op de figuren die de grafsleden van Jan van Folanen te Breda en Adolf VI te Cleef versieren. De kleine figuurtjes aan de gioote kerk te Breda zijn te zeer vcrminkt, om ze met eenig nut met de beelden van den nieestcr te kunnen vergelijken. Toch mag men, met veel waarschijnlijklieid aannemcn dat hij de beeldjes op liet grafnionument van Adolf heeft gezien en er partij van beeft weten te trekken. (')
In een belaiigrijk, in
de heer
226
Pit,
dat Sluler
ilil
zicli
lijdschril't
welliclil
DE IXVLOED DER XEDERIAXDEX IX BOVRGOXDIE eigenlijk niet kcling, ze
— ze Irad eiikel in eeii nieuwe faze van
kwam
tot
haar nalnurlijke ontwikheter bewustzijn van zichzelf en ontjjlooide groote kraclit
(.HAFTOMBK
\
AX
I'lllLIl'l'L
I'OT
(Louvre, Parijs).
in
de nitvoering. Vooral sterk
in
typeeren van
liel
schepper der Profeten inm
zijn
als intelligente scliolieren
trekken ze voile partij van
als
werkwijze
in
zijn
dit onderriciit,
de eigen neef van den meester. Clans van de Werve,
zijn eigen persoonlijkheid te
geest
doortrokken was
(').
toont de
iignren,
haar voile kraclitsontwikkeling en
die,
evengoed
zonder daaiom
verminderen, geheel met den Bonrgondisclieii
Aangezien ze geheel op
t
sterk typeeren der fignren
kon onze school het karakteriseeren der figuren en gezichten nooil verder drijven dan haar stichter had gedaan, maar loch blijlt ze zell allijd
bernstte,
oorspronkelijk, Sinter's
al is
ze haar schoonsle prodnetie-lijdperk aan
invloed
bovendien duidelijk merkhaar
is
Mussy-sur-Seine en dien anderen Doo/^cr
Maagd met den gekrookten mantel en van het altaarstuk ('i
Bij
t
te
besliuieeieii
der
den Stouten en
de Werve, die
uit
Hattem
oom
leer
doordrongen was.
te
Dijon
verplicht.
Rolin
Antnn,
te
in
de
dien zoo heel typische gebaarden heilige
lol
zijn liguren in
de ouile
Sluteraclitig, zijn
van den
licrlten, zai
Lijdeiisitieci te
w^el
men
zien, lioe
l)cioemde Pluuiitnts oni het giaf Bessey-les-Citeaux, zijn. Clans
Gelderland alkoinstig was. was tegen
gekomen en we mogen dus
zijn
Mnsenm
hem
den Dooper van
Ronvres. Verder het H. Grafic Tonnerre, IrefTend dooi'
heel Bourgondiscli, lioewel teveus vail Filips
in het
in
aannemen
licl
eind van 1396
dal hij gelieel
met
zijn
hij
kunst-
227
DE LWLOED DER NEDEKLANDEX
BOURGONDIE
IN
de ingehouden aandoening der gezichteii, vooral van Jozef en Nicodemus ('), de niooie St Anloniiis van liet Museum te Dijon, de uitstekend getypeerde Philippe
de gegraveerde zerken van de geestelijke
Vietine (Slotkapel Pagny),
<{('
brocdiTs Huinbcrl Poilley en Jean Daignay staande zijn kop onziclitbaar
Germain
is
onmiskenbaar
van (>luny, den Louvre en
te
le
Lal)ussiere) en
St lieniqne en de St Pelrouclla
we bnar l)ovendien nog dvn
Paul
SI
in
de beelden der H. Maagd, in de Musea
te
Losne, in den
in bet St Jans-bospitaal te
den Ploiirant (Museum te Lyon),de Maayd, de
inde catbedraal van Autun. Verder bespeuren
in verscbeiden
beelden
uit
de Franche-Comle, vooral
Beaume-les-Messieurs. In de jaren 1450, overdreven zekerp
beeldliouwers bet karakteristieke van Sinter lerwijl
niettegen-
Dijon, die in de drie eerste vierde deelen der
eeuw zijn gehouwen en verder de Maagd
in
is,
(Museum, Dijon) de Jacques
nnisoum), de tiagische Grafste.de van Philippe Pot (Louvre).
(zelfde
Diezell'de invloed
Patriarch (Abi)e
vooral de laatste
;
heel impressief
is,
anderen, tegen
t
tot
eeuw vooral
eind der
bet in bet leelijke ontaardde,
in
de L, Vr.
Semur, de tegen-
te
overgestelde ricbting insloegen en de manier van den meester verweekelijkten.
We
mogen de
.S7
Barbara
in bet
Museum
Rolin, de H.
Maagd,
(eigendom van den beer ReroUe, Autun) en wellicbt ook de
Museum
te
gez. de Bulliot .S7
Genes in bet
Dijon, als een poging tot styliseering van Sinter's manier be-
scbouwen. In
de schilderkunsi
eerste helft der xv^
de Vlaaniscbe invloed in ieder geval in de
seiiijnt
eeuw onbetwistbaar
Was
zijn.
te
meesle ["ransche gewesteu doorgedrongen
? In ieder
ze
niet destijds in
vele kunstenaars vooral tot de esthetische ricbting te bebooren. Hieruit
men
de
geval scbijnt ze onder
moet
meer naar scboone vornien.dan teeluiische vobnaaktbeid neigde. Evenwel wordt bun oorspronkelijUbeid daardoor niet gescbaad. De figuren op de kerkmuren der L. Vr. te
verstaan dal ze terugvoerde naar de natuur en dat ze
Dijon,
i
Besiiijdenis,
Doop, Begiftigers m. en
zeer ua verwant aan die, welke omtrent
Processie van
En
betzell'de
mag gezegd
Pans Gregorius (Catbedraal
St Vincentius-kapei, in diezell'de
deel
uitmaken van bet pracblige
in bet
worden te
kerk beeft
te
Museum
de
die,
zijn
portretten,
in
de overige
figuren
welke
weggenomen en Rolin,
Bagnot,
te
van
Autun) van
museum
zende Eiigelen (Koorgewelf van de kerk
indrukmakende stukken
tijdvak
meest nationalen onzer schilders werden
deelen van Frankrijk, door den uitgevoerd.
vr. beiligen)
betzelfde
Lyon
;
in uit
de de
die tegenwoordig
Heiligen
(^ote d'or)
men
en Bazninbla-
en van de beide
de Dood en de Bekroning
van de Maagd. AUes wel beschouwd, verscbillen ze van de figuren van bet
He de France, van Pieardie, Cbampagne en de Bourbonnais, enkel door bet !')
I)il
huspilaal
228
H. Oral', een le
Tonnciic.
werk van Jan
Micliel en George.s de la Sonnelte, versierl ttiaiis liet
DE INVLOED DER NEDERLA\DEN
POUTRET VAN
liEN
BOURGONDIE
OLDE VROUW (tcckt-Tiiiig
(Gewezen Verzameling van den
«
IN
.
scliilder F. Ville, Parijs).
landstreklijke » in enkele koppen. Daarentegen blijkt oris nil stiiilderingen
als
de Verkondiginy en de H. Maydalena
gereedelijk tot de Bonrgondische zijn,
wat
zoowel
men In de
in liun
liun ziel XVI''
te
Aix-en-Provence, die door enkelen
weiken wordt gerekend, dat
teekening, als in
hun
picturale
factum-,
ze
Vlaamsch
door datgene
zou knnnen noemen.
eeuw,
zal
de Bomgondisclie sciiool zich verder nog kenmerken
door enkele werken, die den stempel dragen van de landsfreek, waar ze
229
DE IXVLOED DER SEDERLAS'DEN waren der
—
oiilstaan,
VrouiiK een
in
de beeldhomvkunst waren
dit
vooral de Biddende liel
Gasthuis
Arnicn) De Piediking van Joliaitncs den Doopcr (vroeger in het
alg.
Museum te
BOIRGONDIE
vol wijding en iniiige vroomlieid, (voorheen in
werk
H. Geesl-gastluiis), het Altaarstiik
slad) de
IN
de oude St Pieterskerk, Ihans in het
(nil
Dijon) de Profeten van het Wester-Portaal der Si Michiel (zelfde
te
hoog opgerichte figuurvan een de figuren
Cluny,
aan
het
vr. heilige in
museum
de kapel van het
koorgestoelte van
Montreal, het Lijk
Cussv-les-Forges, de Plourant op het graf van Jacques de Mahiin (Ihans
den Louvie); en
als
schilderwerk verschiliende muurversieringen
van CJiamljolk' en de Mis van
SI Gre(jorius
te
in
die
o. a.
(Due de Bauffremont), waarvan
de figuren, hoewel tameiijk hard van omtrekken, vooral die op het tweede
daarom
luik,
niet
minder expressiefzijn
Doch
(').
in
de tweede
helft
van die
eeuw, laten de kunstenaars van Bourgondie en die der overige Fransche provincien dat eigenaardig karakter van de landstreek, zooals dat door het Sluterisme zoo heerlijk
was opgewekt, zoo
veranderen of verminderen.
nog weinig
in
We
oog vallend weer, zooals
t
dan toch sterk
niet geheel varen,
vinden het alleen in enkele portretten en dan o. a. dat
van een
vijftiger,
waarin
de invloed van Francois Clouetoverheerscht (schildering op hout,Mev. Gounot, Parijs) en
van een oude vrouw (teekening in de vroegere verzameling van
den kunstschilder F. de
In
Ville, Parijs).
en xvui^ eeuw, zullen de sciiilders van Frankrijk, die der Neder-
xvM'-
landen i)ewonderen, zonder echter voordeel
trekken
te
nit
de lessen
in
hun
werk vervat. De meest begaatde der Bourgondiers, de alleraantrekkeiijkste Prudhon,
van
zal
zijn ver
verwijderde voorouders erven
voor stevige structuur en sierlijke ronding dit,
niaar wat zijn opvatting van kunst
van
hij veei
Edelman
nil
iuii
verschillen.
De
l)etreft,
portrettisl
de verzameling Aynard
('),
:
liefde en eerhied
— zijn portretten overigens bewijzen vooral in zijn composities, zal
van
Mme
Antony en van den
past zich zeer wel
aan aan de Bour-
gondisciie seliooi, doch de dichter van de Pxyche en de dramaturg van de
Goddelijke (jerechtiyheid,
treedt
in
de Fiansche school op
eigenaardig verschijnsel, als een geheel op
de
In
in
en zijn busies
;
(•)
menig sink beeldhouwwerk van Rude, vooral
vervolgens
o. a. in zijn
Dit sluk, (lal van
Marnay
als
een
heel
staand geval.
eeuw, zien we een opi)loei van die groote hoedanigheden der
\i\'^
Bourgondiers
Legros,
zicii zelf
in
Ex-Voto
in zijn
het schilderwerk van Trutat en van in het
museum
te
Depart
Alphonse
Dijon. Vcrder iierkennen
we
ongeveer 1520 dateert, veisierde vroeger het altaar in de kcrk van werd door den bisscliop Laurent de Gorrevod geschonken.
(Franclie-Conite,. Hel
('; l)il is een v6orsludie voor het portret van den kunstiiefheljber, die hem de I^iilevement de Psyclii, had hcsleld en nimmer toonde de meesler zicii wellichl I5ourgondischer dan in dil kleine slukje, dat heel breed van opvatting en lieel zuiver A-;//i.s/ is.
2.30
DE ISVLOED DER NEDERLANDEN IN BOVRGONDIE haar in de stukken van den inlimist Richard, die iang in zijn geboortestad Clialon-sur-Saono heeft gewooiid.
En
dc l)eelden van Just Becquet, een
in
van Rude, vinden we ze vereenigd met de
leerling
van Franciie-Comte,
om
ze eindelijk nog eens
den van den beeldhouwer Dampt en
in
weer
de
kvvaiiteiten der schilders te
vinden
portrelten
in
de borstbeel-
van den schilder
Boulicaut.
werk van
Is er in bet
bleven
Dit
'?
is
nieer
den Bourgondischen
Maar
al
deze kunstenaars
iets
van
iiel
Noorden overge-
dan waarschijnHjk. De Nederlandscbe takken, geenl op stani,
hebben bun sappen innig vermengd met de
zijne.
moderne zonen verpHcbt. Bewondeien we liever
bet zou een ijdel pogen zijn oni na te speuren wat onze
van Bourgondie aan bun verre neven
zijn
hierin een wcrking van die schoone en gebeimzinnige wet der soHdariteit, die de gebeele
menscbbeid beheerscbt en waarvan we, zoodra we ons met deze
studie beginnen bezig te
bouden, zooveel voorbeelden ontmoeten. Onder de
kunstenaars, als onder de volken,
is dit
een voortdurende wisselwerking van
geven en ontvangen. De meesters vinden
van bestaan
in
zekeren zin bun voorwaarden
een groep van mindere artisten, die bun voorloopers waren
in
en op bun beurt wordt weer een legio mindere artisten door een groep van
De scbolen worden in de uren van bun bloedweer nieuw opgebouwd en gevoed, door anderen, die vroeger ontvingen van ben en zelfs buiten deze perioden belpen en vobna-
groote meesters gevormd.
armoede
— van een crisis,
zij onoj)boudeHjk elkander. De kraciitigste, de meest i)egaafde, blijven door de eeuwen been de opvoedsters van de overigen, die bun eer l)ewijzen door ze na te streven, zonder ben daarom te willen geHjken. Welke kunst van
ken
Europa
is
niets
boeveel er
is
aan die der Grieken verpiicbt, en wie zou kunnen uitmaken bij de meest oorspronkeHjke
overgebleven van de Hellenen
kunstenaars van bet NYesten, bet Centrum en bet Noorden? Ai.PHGNSE Germain.
231
DE SFORZA-TRIPTIEK IN HET MUSEUM TE BRUSSEL x de tweede uitgave till
van
zijn
Catalogue des lablcaux
Musee dc Briixelles wordt de kleine, dusgenoemde
door A.
Sforza-lripliek
J.
Wauters aan den milanee-
schen schilder Zanetto Bugatto toegeschreven. In de eersle uitgave stond het drieluik
van der Weyden, en nog vroeger,
op naani van Rogier in
Sepl etudes pour
Hans Memling (Brussel, 1893), liescliouwde de scliiijver het als een werk van Memling in zijn jeugd. Waarop berust de nieuwe toeschrijving ? In zijn boek over de Lombardische schiidcrs der xiv eeuw (*), wijdl de Heer Malaguzzi Valeri aan Zanetto servir a ihistoire de
Bugatto en de jjortretschilders aan
liet hot'
van Francesco en Galeazzo Maria
Sforza een hoofdstuk waarin alle bescheiden betreffende den schilder
bij
elkander gebracht werden. Bugatto was portretschilder aan het hof der beide
maar jammer genoeg Twee van bewuste dokumenten vorsten
in
;
is
er niet een erkend
zijn
van aard
de Vlaanische kunst, de aandacht
eerste,
te
om
l)ij
wekken. Het
werk van hem bekend. hen, die belang stellen zijn
twee brieven. De
gedagteekend 26 December 1460 behelst een aanbeveling van den
hertog van Milaan aan den hertog van Bourgondie ten gunste van Zanetto Bugatto, die zich naar diens staten begat'
meester
te
om
van de lessen van een befaamd
genieten. In den tweede ontvangt deze meester,
niemand minder
dan Rogier van der Weyden, den dank der hertogin wegens de bereidwilligheid
waarmede
heef't
medegedeeld
hij
den Milaneeschen schilder
al
de geheimen zijner kunst
(^).
(')
Pillori Loinbardi del Qiiatlroceiito. Milano, 1902.
(']
Ziehier de interessanle plaatsen uit de twee brieven. In den eerste laat zich de
over Zanetto Bugatto « Adeo eidem arti deditus, ut audita fama Magistri Guglielnii [ongetwijl'eld een lapsus c«/ami voor lUigeri] apud prefatam vestram doniinationem sen in partibus illis remorantis, qui nrlis illius juc ceteris opiiniam cognitionern habere piedicalus, ohtenta a nobis licentia inslitueiit ilium adire dedisccndi
lierlog als volgt uit
:
eo gratia..) De brief van de hertogin is geadresseerd aan « M" Rugerio de in Burseles » « .... sentendo de la fama et sufficientia vostra allre volte deliberassemo de mandare li maestro Zanetto nostro i)er clie da vuij im|)arasse qualche aUcjuid
al)
Tornay pictor
232
:
Oi^
DE SFORZA-TRIPllEK In
de Chroniqne dex Arls van
Durrieii cen artikel onder
den
i:5
IN
HET MUSEUM IE BIWSSEL 1904
Auj^iistiis
van Acluit par
titel
le
dc Heer Paul
scliieel'
roi de
France Louis XI
d'lin
lableaii dii peintre inilanais Zanello Buyatlo, waariii sclirijver eeii reke-
ning
uit het jaar
1468 aaiihaalt, volgens welke een bedrag van 41 IVank 5 sous
werd iiitlietaald aan meester Jehannel de Milan voor een schilderij, vertoonende « een afbeelding naar lict leven van wijlen den hertog van Milaan en van zijn zoon, nu hertog ». Zonder te besluiten, dat het stuk in de rekoning vernield, iietzelfde
was
weik
als iiet
in
het
museum
te
Biusscl, vestigde de
Heer Durrieu de aandacht op de kenschefsende onistandighcid, dat beide
hetwerk
schiiderijen hertog F'rancesco en zijn zoon voorslelden en dat beiden
waren van een kunstenaar
de school van
uit
Ofschoon zeer bescheiden, drukte derij
hij
wel van Zanetto Bugatto kon
Rogier van der Weyden.
de veronderstelling
den heer Wauters aangcnomen zonder verder bewijs. De vaste gegevens zijn dus samen te vatten als volgt schilder Zanetto Bugatto
op
zijn vroegst tot
is
niet te Milaan geweest
begin Mei 1463 op zijn laatst
heeft hij doorgebracht bij Rogier van der
schijnt de kleine tripliek in het
museum
uit,
dat het schil-
Deze veronderstelling werd door
zijn.
;
een gedeelte van dien
Weyden.
te
de Milaneesche
:
van einde December 1460
— Van
tijd
een anderen kant
Brussel, voorstellende Francesco
vrouw en diens oudsten zoon, het werk te zijn van een leerling Uit dit weinige de slotsom trekken, dat dit van Rogier van der Weyden. Sforza, diens
—
drieluik van Zanetto Bugatto
is,
is
op
zijn
minst zeer voorbarig.
Een onderzoek van het stuk kan ons leeren in hoeverre waarschijnlijk veronderstelling kan is, wat tot nog toe voor niet meer dan een eenvoudige doorgaan. Dat het schilderij voor de familie Sforza werd vervaardigd staat boven
twijfel
:
zij
vertoont het wapcn der familie met den karakteristieken
oinniddellijk naast de portretten der begiftigers
helmtop
('),
men
vergelijking met gelijktijdige oorkonden
bij
met
;
voile
bovendien kan recht verklaren
dat de voorgestelde personen wel degelijk de bewuste Sforzas zijn gelijking geeft ons eveneens de middelen aan de
hand
om met
:
die ver-
tamelijk
datum van ontstaan der schilderij vast te stellen. Sforza is overschilderd, zoodat het van geener Francesco Het gezicht van waarde is voor het onderzoek de hoofdtrekken echter bleven in t algemeen bewaard, als blijkt uit een medalje van Sperandio, de eenige die den hertog, groote juistheid den
:
van driekwart
ter zijde gezien, weergeeft (waarschijnlijk
werd
zij
in 1466, het
soa qua ne riferisse quanto volunteri et amorecon (luanto studio e diligcntia vi eravate per quello intendevati net mestiero nostro rispecto exhibito a monstrarli libciainente luclo slato acceptemo el assay vi ne vostro. II clie havendolo anctie conosciuto al eirccto ne
cosa nellarte del pingere. Et a
volmente
to liavevati
ringratiemo... (')
veduto
la rilornata
et ricolto e
)>
Vgl. Litta. Famiglie celebri d'llalia.
I.
233
DE SFORZA-TRIPriEK
IN
HET MUSEUM TE BRUSSEL
jaar van zijn sterven, vervaardigd)
Maria
Het portret van
(').
zijn
zoon Galeazzo
daarentegen van het hoogsle gewicht voor de oplossing van
is
vraagstuk
man
de knielende jonge
:
liet
van terzijde gezien, wat vergelijking
is
met de medaljes mogelijk maakt. Onder dan 15 jaar kan hij niet zijn liij werdgeboren in .lanuari 1444, zoodat het schihicrij niet later dan 1459 kan ontstaan zijn. Dit blijkt ;
ook
uit
de slndie van verscheidene portretten van
(iaieazzo Maria
:
de l)eeltenissen is
vermoord werd), zooals
dit uit
de
de
uit
bekend dat
jaren zijns levens (het
1476
Florence,
Uffizi te
aan Piero del Pallaiuolo toegeschreven
laatste in
hij
(^),
vertoo-
nen een scherp afgeteekenden, gebogen neus; maar JOHANNES FRANCISCrs ENZOLA
het
Sforza Beeltenisvan Gnleazzo zo Maria Storza, iKiar een nicdaije van 1459 verz. J. Friediander.
duidelijk dat deze trek
is
met de jaren gaande-
j j bepaalder was geworden. hen medalje van
,
'^^'^g
;
,
,
r->
i
•
1470 vertooul een niiudcr sterk sprekend profiel,
waarin de neus aan de punt ietwat gebogen
Denzelfden aanblik,
schijnt.
nog minder uitdrukkelijk, vindt men weer op de medalje van Enzola 1459 (keerzijde van een medalje uit 1456 met de beellenis van Francesco
slechts uit
Sforza). Eindelijk
is
de neus heel en
al
door Antonio Marescotti van Ferrara Het valt dus niet verblijf
Maar
te betwijfelen,
van Zanetto Bugatto
zelfs
dit
in
recht op een medalje in 1457 gesneden
(').
dat het stuk dagteekent van voor het
de werkplaats van Rogier van der Weyden.
men
daargelaten, geloof ik niet, dat
neeschen schilder met recht kan toeschrijven
:
het stuk aan den Mila-
het
dermate Viaamsch,
is
zoowel naar de opvatting der vornien en de uitdrukking der gelaatstrekken als
naar de uitvoering, dat
ven, indien
men
men
het nooit aan een Italiaan
gekend. Moest nu een Italiaansch schilder
Vlamingen
zijn
opgegaan, dan ware
geheel wat
men
gekregen
heeft
in
te
verklaren doordat
in
een land
als
15. Julirhiiiiderls.
Het bewijs,
ofscliooii
had
niet
de werkwijze der hij zijn
men vergeet men zijn eerste :
nooit lessen
waar de kunstproductie zoo overvloedig en Italic
der xv' eeuw. Er
is
geen voorbeeid van
Over de hier aangehaalde medaljes raadplege men Friediander.
miinzen des (')
dit alleen
den beginne heeft geleerd, vooral
oorspronkelijk was, als in het
(*)
tot dit uiterste in
Viaamsch meester had doorgebracht
leerjaren bij een
hadde toegeschre-
oorkonden
het bestaan van de hooger vermelde
(Juhrbuch der
k. preiissischen
niet aldoend, dal dit portret vvel
Sforza voorstelt, werd geleverd door U. Rossi
:
Italienische Schait-
Kiinslsammlimgen, degeiijii
I-II-III).
Galeazzo Maria
Archiuio slorico deU'Arle, 1890,
p. ICO.
Kr bestaat nog een tweede geschilderd portret van den jeugdigen Galeazzo Maria, dat nog niet vermcld werd het bevindt zich op liel beroemde fresco van Benozzo Gozzoli in het Palazzo Kiccardi te Florence geschilderd in 14,59 ongelukkiglijk kan het ons niet tot vergelijking dienen, daar het van voren gezien is. {^1
:
;
234
DE SFORZA-TRIPTIEK
HET MUSEUM TE BRUSSEL
IN
zulke weergalooze vervorming. Wij weten dat Zanetto Bugatto reeds voor eigen rekening werkle en hofschilder
Weyden begaf, verder te bekwamen
van der
bij
zich
beroemde meesters van
om
niet bij
zijn
was
te
Milaan, toeu
het meesterschap te
hij
verlrok en zich
bekomen, maar
om
een der meest
tijd.
Zulks blijkt
ten duidelijkste uit een brief van Francesco
Sforza aan zijn vrouw, gedagteekend 7 Augustus 1460,
waarin
hij
de komst van Zanetto
Bugatto aankondigt en niededeelt, dat deze
een voor den Franschen koning bestemd portrel
van bun dochter zou vervaardigen. Ik
bhjf dus
Sforza-triptiek het
Het komt mij
bij
mijn meening, dat de
werk
is
van een Vlaniing.
zelfs waarschijnlijk
voor dat
werd geschilderd door een kunstenaar
ANTONIO MAIiKSLOTTI
zij
Becllenis
;
van Galeazzo Maria Sforza, naar een
uit het
edalje van 1457, in
liel
Museum
te Berlijn.
Noorden, die wellicht nooit de door hem voorhet gebrek aan bepaald karakter der portretgestelde personen heeft gezien :
ten en de onnauwkeurigheden, die
men
er in aantreft, geven reden tot die
Zoo bezat de jonge Galeazzo klaarblijkehjk een inspringende onderlip,\vaarvan niets te bemerken is in het schilderij; hertogin Bianca Maria
veronderstelling.
vertoonde veeleer gevulde gelaatslrekken en had het uitzicht van een matrone, als blijkt uit gelijktijdige
oorkonden
(portret in
Cremona,
van Campi
te
was
anders dan die in de triptiek
beslist
San Sigismondo
algemeene profiellijning Alles wel
bij
den
enz.)
te
dom :
te
Monza,
schilderij
haar gelaatsuitdrukking
Brussel, ofschoon
men
er de
in terugvindt.
beschouwd,
is
het nog best, het
bij
de aanduidingen, die een
van het werk ons kunnen bezorgen, te laten en het tot nader school van Rogier van der Weyden order voorzichtiglijk onder de rubriek stilistische studie
:
te
rangschikken.
Jacques Mesnil.
235
EEN PORTRET VAN CAREL FABRITIUS SCHOON reeds van Bleiswijck en Samuel van Hoog-
1
straten Carel Fal)ritiiis tot een der grootste kunstenaars
van zijn
tijd
rekenden, werd
hij tot
slechts in kleinen kring naar
nog voor korten
waarde
Vernioedelijk omstreeks 1620geboien, tragische vvijze
om het
leven
bij
tijd
gesclint.
kwam
hij
op
de kruitontploffing van
12 Octolier 1(554 te Delft. In een
Groot
te
met
al
zijn
zamen wat
tot
werken geilhistreerde studie
vat Dr. C. Hofstede de
nn toe over hem hekend was.
Hiernit blijkt, dat hij tnsschen de jaren 1640 en 1642 zoo niet als leerling
dan
als
kunstvriend Rembrandt's atelier bezocht.
omgang moest nawerken karakter
te
ontnemen
Abraham de Notte
:
in
zoo de dateering nog intakt
in het
Rijks-Museum
in
de verzameling van Alen
"t
Kon
niet
anders of deze
te
is,
ontstond
't
portret van
in dien tijd, namelijk 1640.
Denkelijk nog voor dit portret ontstond
nu
't
kunst zonder haar echter zijn individueele
zijn
t
hier afgebeelde mansportret
Londen.
Heelt hctzelfde koloriet, wijnrood op bruinen grond met
groenachtige
schaduwen hoewel ietwat harder, doch de de Notte is verpoetst en heeft veel door slechte restauratie geleden. De breedc pastooze toetsen om en op de oogen,
't
sterke rood langs de irissen, de behandeling van haar, snor, baard
en kraag met die eigenaardige kleine energische teekening van neus,
mond
toetsjes,
uitloopende achtergrond waartegen de gestalte zich zooals ook in
't
mansportret
de vaste krachtige
en gezichtsplooien, de licht-groengrijze donker vrij
en scherp afteekent
Museum Boymans te Rotterdam, verraden portret van Abraham de Notte.
in het
dezelfde hand als die van het
Het Rijks-Museum bezit zoo niet een kopie dan toch een zwakke repetitie
van deze
schilderij.
Het
is
n" 227
van den legenwoordigen Catalogus. J.
'236
0. Kronig.
CAliKI,
KABIinU
iVerz. van Aleii,
S:
M ANSI'OlilHET.
Lnnden
.
CAREL KABRITILS: PORTHET VAN AHRAHAM DE NOTTE. (Rijksniuseum, Amslerdam).
JAC.
VAN
»i;n boscii
All).
1.
- liOEKF.NKAST
lil (!, Sllldr.-rliMMHT
fZieall. 11.
l)lz-
aW).
VMM Ml.
I:n
STOKI,.
ll.Tll-i
\uAU<.
JACOB VAN DEN BOSCH Yrrvohj
ET
(le
cii
opiicliting van
slot)
«
't
Binnenhiiis
«
(Ian te voren, oni
hun arbeid zoo
te
kwani voor eene
meer gelegenheid
gioote groep nijverheidskunstenaars
exposeeren, dat de
omgeving, waarin deze werd geplaatst, daaraan geen
meer kon doen. Het was niet meer het bizare, ding, dat met nieuwsgierige blikken werd
all)reuk
vreemde
bekeken, maar, door goede verlicbting en het ontbre-
ken van opdringende bnurschap lokte het
Men moef houden. Veel
de oprichters van
n 't
intiem beschouwen
tot rustig
Blnnenhuis
a
in
er sedert geschied, talrijker zijn de gelegenheden
is
uit.
dankbare herinnering
geworden
waar van goede ambachtskunst le genieten en te leeren valt, maar de eer, het met beperkte middelen te hebben aangedurid koml hen toe. Zij lieten in het minder geschiktc oiuie hnis op het Rokin (') te Amsterdam zien, wat gezellige kamers en zaaltjesmet hetgeen reeds bereikt was,konden worden samengesteld. Het werd een der bezienswaardige exposities van Amsterdam. De stichters
vormden een groep,
die uit waarachtige be-
langstelling in de zich verjongende en zuive-
rende aml)achtskunst, onze kunstenaars en land naar hun
pen en
te
l)este
weten trachten
te
hel-
leiden.
Van de oprichting van
«
't
Binnenlniis
af,
was van den Bosch aangewezen
en
man van
ondervinding
11
als artiest
in het leiden dezer
zaak, die als zoodanig steeds meer beteekenis
begon
te
De
krijgen.
eigenaardige moeilijkhcdcn, die hier-
door onlslonden vonden, naar mijne meening,
vooral
hunne oorzaken
hierin,
dat
Thaiis gevesligd in een speciaal daarvoor gebouwd perceel Raadhuisstraat te Amsterdam. (')
(Red.)
JAC. V
I).
BOSCH,
190(1.
237
r
^^.
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST sleclits
zeer weinig arliesten
de groote l)ez\varen kemlen,
noodwendig zullen ontwanneer de belangen
die
staan,
vail artiesteti
gaan met
liet
samen nioeten instand lioiiden
eener onderncming. Van
Bosch
stclde
zioli
op
tlen
hel
Biniien-
standpiint
dal
Imis
woninginrichling
»
als
«
't
metde verlangensen gewooiiten
zijner
opdrachtgevers
rekciiing dieiuie
te
hoiiden, '
U:.
VAN DKN BOSCH.
ill
zoover
zij
l)eginselen,
Afl,. II
niet in liotsing
die
«
't
kwamcn met
Binnenhnis
oprichting had voorop gesteld.
waarnaar
de
«
De
bij
de
zijne
heginselen
voorwerpen
tentoongestelde
waren ontworpen en uitgevoerd, gaven deze cen geheel afwijlcend karakter van veel, dat
op dien
lot
tijd
in
/ijnen ter verkoop
de groote meubelmaga-
weid
gesteld. Gewoonlijk waren het daar herhahngen van veel, dat nog in musenms of patricische woningen uit
vorige
eeuwen was behouden gebleven. De
naastbijliggende tijdperken Louis Seize en
Empire waren het meest ook het warme
in gebruik, terwijl
gezellige eener
oud-Holland-
sche inrichting zijne bekoring niet bad verloren. In
de woningen van vele gegoede fami-
was een atniosfeer
lies
blijven
hangen
uit
loen nog met liefde en zorg aan
den
tijd,
vele
gebruiksvoorwerpen werd gewerkt en
de waardeering van deze erfstukken werd
overgedragcn op het nieuwe, dat zich in een zelfde kleed ging steken en l)ij
bet
oude
van vorm en
snit
tracbtte aan te passen.
Dit vooral verklaart de voorliefde, die JAC.
VAN DEN BOSCH,
19U2
vele afstamnielingen der regenten en patri-
239
JAC.
VAN DEN BOSCH.
JAC.
240
Afb. 17
1905
VAN DEN BOSCH,
l'J07.
Afl). 18.
—
Geelkoperen klok en
— Inklkokrr in
lonihack
ka.iiM-nsl.iml.i.inis
niela;il.
AMBACHTS- EN MJVERHEIDSKUNST families
cische
voor
de
historische stijlen der laa ste
eeuwen hebben bt-
houden.
Van de charme
en
bet elegante van een gi-
bruiks-voorwerp tijd
uit ditn
werd daar nog
iets ge-
voeld,onidat bet eenplaats
vond
in
de onigeving van
menscben, laten
nog
in
wier doen en
een
bepaalde
.lAC.
VAN DEN BOSCH,
Koperen kroon voor electiisch lichl.
1905.
stijl
van leven bestaat. Dat ouderwetscb bebaden besteller
gelijke, dat soliede degelijke, gaf
van een nieuwe inricbting cacbet. De salons van grootniama en mama bleven daarom bunne aanlrekkelijkbeid behouden.
Met bet loslaten der
vorm eener bepaalde
uiterlijke verscbijnings-
stijlperiode verviel
voor
velen uit de massa demaatstaf, die tot dien had
gegoiden. Niet dan schoorvoetend
kwamen
de
menscben eens poolsboogte nemen van de pogingen, tot bet
maken van woninginrichtingen
waaruit de tijdgeest meer zou spreken. Zij,
die zicb bet meest aangetrokken gevoel-
den vormden een kleine scbaar.
kwam
niet altijd voort uit
de aard van
bet
VAN DEX BOSCH. 1902.
Afb. 20. Gasganglantaarn.
den drang,
om
steun
nieuwe verre stond boven
veel van bet ge'imileerde oude, JAC.
Hun
de overtuiging, dat
maar meer
uit
tegetuigen, dat bet zicb vervor-
241
AMBACHTS- EX NIJVERHEIDSKUNST
JAC VAN DEN BOSCH,
Eiken
1907.
mende maatschappelijke
leven ook daarin
Belangstelling bestond er
bij
te
herkeiinen
buffet.
was.
de intellectueelen, kennis en waardeering
naarmate er uit dien kring naar voren kwamen, werd er gewezen op bet verband, dat tusschen alle levensuitingen van onzen zijn daaruit gegroeid en al
tijd valt
aan
te
toonen. Nieuwe levensidealen tracht
men
te
verwezenlijken
en eens zal daaruit een maatschappij ontstaan, waarin de kunst weer zal
worden saam gebracht met veel waarvan zij tbans vervreemd is. Wij kunnen ons de eerste moeilijke jaren voorstellen die i 't Binnenbuis))
242
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST
JAC.
VAN DEN BOSCH.
Afb.
moest doormaken, en de
werden en
tot
gesteld. Niet
lastige
22.
—
Daniesbureau en biireaustoel.
vraagstukken indenken die van den Bosch
transigeeren
met beginselen, de bezoekers overtuigen
de erkenning brengen, dat met deze beginselen veel viel saam
dat waardeering veidiende.
Aan
tact, beleid
te stellen,
en oveifuiging heeft bet van den
Bosch daarbij nimmer ontbroken.
Van een teruggang naar geen sprake meer kunnen
bet oude systeem van werken zal voor de toekomst
zijn.
bepaalde tijden besfudeeren,
,
Naar aanleg en voorHefde
maar
luisterend
naar
zal
men
bet
de gulden
oude
uit
raad die
243
AMBACHTS- EN NUVERHEIDSKUNST Dr. Cuypers straat te
schilderen op de tegelpaneelen van zijn woning in de Vondel-
liet
Amsterdam
ken en waar
zij
('),
zal
men
de schoonheid in het oude trachten
ontdek-
te
ons aangrijpt, de oorzaken van haar ontstaan zoeken.
Van den Bosch
heefl als
"^^smes^mFS^ zooveel anderen den wijzen
raad van onzen ouden Mees-
den wind gesta-
ter niet in
gen en in de meubelen na 1900 zien wij een vastiiou-
den aan de principen, waardoor vooral
eeuwen
de midden-
in
en
Renaissance
schoone oplossingen
wer-
den verkregen en waaruit tevens zoo een grootekennis
van het gebruikte materiaal spreekt. Zijn gezond
deed
hem
denken
bovenal met het
doel en gebruik der dingen
rekening houden en tengevolge daarvan
komen soms
zeer eenvoudige zelfs nuchtere oplossingen voor,
.lAC.
VAN DEN BOSCH.
At'b.
2;J.
— Mahoniehoiiten arnisloel.
tig
liws.
maar
ontstaan ook de zeer vernufsaniengestelde meubelen,
wanneer
b. v.
aan meer dan
een voorwaarde van gebruik moest worden voldaan. Bij zijn eerste meubelen dringt zich de samenstelling wel eens te veel naar voren, en zijn het
ware bravourslukjes, komstig
digen; dan weer het materiaal
mogelijk
te
Thans hebben
te laten
zien hoe
met weinig materiaal, dat overeen-
te
is
er een overdaad van de grondstof
krenken of tegen
zijn
aard
te
om
is
te
vervaar-
daardoor, zonder
dwingen, bepaalde constructies
niaken. is
is
tusschen beide uitersten evenwicht verkregen: en de meubels
aan goede constructieve samenstelling, terwijl er verhoudingen en rust in de onderdeelen. Dit is niet aan goede
niets
gewonnen
om
eischen wordt toegepast een doelmatig meubel
zijn
verloren
{')
bedenckt het »Jan volbrenght liet
« Piel
»
»
Klaes en laekl het Och, wat raaeckt het
AMBACHTS- EN NIJVERHEIDSKUNST
JAC.
VAN DEN BOSCH,
Af 1).
1908.
L'ilgev. in
alleen het geval bij de meubels,
24.
— Ontvangkamer
van den Hetr
J.
Vis to
Wormerveer.
donker mahoniehout met rood paardenharen bekleeding.
ook de voorwerpen
in metaal vervaardigd
vertoonen dienzelfden voortgang. De ontwerper heeft zich daarbij veelal inge-
houden en
zich niel laten meesleepen. Ziet
men
b. v.
de eenvoudige lantaarns
en kronen dan zijn de daaraan voorkomende vormen en verbindingen in
overeenstemming met den aard van het materiaal. Het fig. 15,
ijzeren
wandarmpje
vertoont ondanks de overeenstemming in samenstelling en bevestiging
duideUjk de verschillenwaardoor het zich onderscheiden moet van hetkoperen armluchtertje
fig. 16.
Ook de
overige metalen voorwerpen verkrijgen een zelf-
245
AMBACHTS- EX SUVERHEIDSKUNST
JAC.
VAN DEN BOSCH.
Afb.
1908.
2.'>.
—
Ontvangkamor van den Hecr
J.
Vis
te
Wormervecr.
Uitgt'V. in doiilifr inahoiiioliout.
vorm en constructie getrouw aan de eigenschappen van goed- en waarheid in de bewerking. In den arbeid van van den Bosch is aldus eene gestadige vooruitgang standig karakter en blijven door
langs een vooraf bepaalden
246
weg
te
constateeren. Hij heeft een positief sland-
JAC.
VAN DEN BOSCH, 1908.
Ail), ai.
— TlRL'^chenkmeubel en van den Heer
J.
Vis te
lambriseering nil de onlvangkaiiu'r
Wormerveer. Uitgev.
in
mahoniehout.
247
AMBACHTS- EN MJVERHEIDSKUNST punt tussclicn de waarheid en goedheid ingenonicn en door
dit allcen
kan de
schoonlieid ontstaan als de eenige belichaming dezer beide grondprincipen.
Sedert
v.
d.
Bosch directeur van
werker zich inspannen krachten vcrgt
fot
om
« 'I
Binnenhuis
»
is, blijft
deze rustelooze
de onderneming die een groot deel van zijne
grooter vooruitgang
te
brengen en daardoor mede
•wcrken aan de gesladige ontwikkeling der Nederlandsche anibachtskunsl. ZorgvlieiKDr.)
248
H. ElLENS.
te
^^^ ^^i
2
I
KUNSTBERICHTEN (VAN ONZE EIGEN CO RRES PO N D E NTEN)
UIT
"
AMSTERDAM
Oplochl
I
is de rnimte der straat uit groote geboren en is het droombeweeg van Oosterlingen gegeven tussclien de hoog' wallende gebouwen, na die, erkende niees-
mij
al is hij
lijnen
TI KT AMICITI.E ± XAJAARS -T E K K K N NN - T E N T O onst[-:l(".
1=:
LING
x,^
Ilt'l
lijkl
ver-
eif^eiKKinlig
ecMi
scliijnsel
dat ook
in
de
zaien der genoolschappen
de
kunsthandel
schijnl
te
lalen
liaar
gelden,
invlocd dat de
zoo
zeer
builenge-
wone, de opluistereiide exemplareii juist van haar afkonistig zijn. We waren het ontwend om Joseph Israels, Willeni Maris, Alb. Neuluiys, Voerman zich tezien verwaardigen om tussclien de teekeningen van Arti's leden le hangen. En nu, plots, dragen zij het gehalte van het geheel de hoogte in. Minder echter, is het aangewezen, deze, zoo bekend aaiuloende, specima te bespreken, dan wel de rijen af te zoeken naar een nieuwe levorentreding van nog niet zeer geairiveerde artisten, met graagle negeerend het vele, al te vele, dat op Arti doorgelaten wordt, hetwelk de zalen vol, te vol, en de indruk leeg,
En dan
le
leeg maakt.
mij,
even aan Rochussen doet deneen Eiiide der kermis, vol van beweeglijkheid, doorrijpt van kleurzwaarte, waar een grond, planken, een horina zont bijzonder te bewonderen zijn ting wel,
ken, benevens
;
Bauer, die twee heel goede, voor zijn doen, een stoet mooi
aquarellen heeft, in een
is
samengehouden en
bouw
is
de
ruim en zwiervol geteekend,
van een stad in
hoogte bij
de ander
hier wat al
noemen
le
om
Japansch
te
maar
te zijn, zijn mij
gebleven
is,
op eigen
heel enkelen
waarlijk waardevols.
als iels
Een Veldheer Nooit zag 'k van dezen, wal kleur aangaat (en slemmingi zoo een lijn-tonige teekening Dooiiveer, schepen!
!
donker, waterpaars, lig
aangedaan,
dat alles
ijs,
ruim
onder en
in
en sneeuw gevoe-
barre
het
land
zijn
'?;
dat het
(als
en
een sfeer van paars-
bruine, geelgrijze winlerluchl, zoo
zoo weeldevol,
ijl
en
luchlen immers allijd
lezaraen
maakt een
fraaie
pracht.
Twee
interieurs, die ons
nog frappeeren
!
Van Briet en Deutman. Briefs kleine stukje is overzwaar van kleur, allerleerst is de paarsbruine damp der diepe sombere, atmosfeer wazentl om de in den droom verloren dingen van de binnenkamer, Deutman daarentegen heeft een opene, frankvrije
na Breitner die een Artillerie had waar waarlijk een zwier in de vlugge compositie is, een vlot teekeningetje dat in doen niet, maar in opvatzijn
waarbij ook Dysselhof
ters,
loelsing,
GeileiisUd,
een
vooral
mooie
de fond
van
aquarel in
kleur-door-
werktheid en de karakteriseerende teekening van lijnen om de geiten-lijven. Bastert verrasi door een niet nuchter gegeven, een wolklucht boven heel eenvoudig land, blauwe waltende wolken, het land grijsgroen, Lizzy Ansingh de Oiide Poort een vlotte schets, Heyenbrock goed, wijl zijn
hij
geen
is
nu
belangrijke figuren in
teekening heeft, de paarse kolenhoop,
de grauwe smook er boven
zijn het fijnst in
toon van zijn kolenput (Wales). Martin
Monnickendam
heeft ditmaal een
249
KUNSTBERICHTES
—
LIT
AMSTERDAM
vergissing begaaii, noch ruimte, iioch sfeer,
ultramarijn
noch sanieiigcboiuienheid van kleur (waar het blaiiw uitslaal), noch klaarte van weergave zijn in zijn Slrijkje te speuren, hoe-
van lichlhelle en schaduw-verdonkerde kleurgeweldigheden. En meer dan kleur, ook ruimte, bouw, teekening, vastheid van toels, alles, alles
wel enkele dingen van typeerende carica-
l)linkt
en de
zwaar
slort'en
zijn
waardeeren zijn. is van een convcntionaliteit in opvalting, plus een zwakte van slappe, nu ja. wel zaclile kleur, die met de zwakte tier
is in de fijnprachtige Zciideril schepen, zand,strakke lichtblauwe lucht, (de schepen
teekening, de slukken veroordeelt.
tot in
tuur
te
;
Tliolen
Van der Valk
donker, het zand bruin), vet getoest en dan geglaceerd, ingevreven, ingeborstcld, dat
Frouke Warlena
forsch,
ken naar de schepen
gevoelig, van Wijngaerdt met een Yeenderij
Amsterdam, een
bij
wat
ruimte van het
goede
lieel
compositie,
losse
I'elle
schuivende land, ligging
van een bootje belrefl. En Willem ilc Zwart robust, zwaar, :
te
grijs-
oogsten stond op zoo
ii
groot veld.
'^^^^
««^ ^'^ ««^ ««^'
rimpelend zand. Zwaar de scha-
naast de zonhelligheid. Aquarellen
werden getoond.
vol van de overgieting der
kleurenweelde, volgevoerd zat
zwart, en sterk karakterisliek.
Ziedaaral wat
in het
duwen
luclit,
vlot, rank, vast gestrc-
ken, met enkele lialen het gladstrakke plank-
hout
teekening
gele
^ »S ^^
I
de nerf substantie kreeg. En de plan-
zuivei' en
!
PIttig, vasi,
zwaar.
Een zeestukje was er, ('n Mesdag compoMaar zoo prachtig de rijpheid van 1) alle nuancen in de bruingroen-grijze toon,
sitie
en
bewogen gegevcn, zwierig gelcekcnd de (te zwaar ?) de grijze, donkcre
stormzee, vast
WILLEM DE ZWART ± KUNSTHANDEL
wolkkicht, zuiver het scheeve schip op de
VOSKUIL-SPUI yc^- Robust, zoo van
golveii.
teekening, sterk, zwaar,
als
fel,
overtui-
gend,
plastisch, boetseerend, snieuig
send,
voilti
het
wezcn
De Zwart
!
kleur
toet-
Kleur-intensiteit
zijner bestc stukken.
is
Zwaarder
de Maris-tijd, zooals ook Breitner, Suze Robertson zwaarder zijn, niet met die fijnheid, is hij minder dan deze twee tijd-
genooten schetsniatig impressionist, doorwerkt, met soms gelijke kracht, meer zijn verf dan Suze Robertson pleegt te doen. De
donkerle der klenr wordt (te) vaak tot in zwarte opgevoerd, de zwaarheid der klenr t
is in
verband met de
niecslal weliiig
rankc
wordt dnidelijker met
De Zwart's
plaals
een stilleven, een landschap, behalen
zij niet.
Kleur
in al
wellustigbeid, zijn
krachtrijkc
Slillet'Cii
zijn
uitbundigheid, zijn
brand, doordavert het
van vruchten, waar de het bord blauw
nielocn oi-anje gloeit en
250
school C^»5
te
i{z,f^
behooren.
{^9i -j^Pi
^9i cg,»!i ^9i '^9t c&•^ ^9i ijz,»i
HET POiriRET J LAHENSCHE KUNSTHANDEL. AED. AMSTERDAM /C». Het kan zijn dat het
Oiideriucrp er weinig toe doet,
dat het er niets toe doet, kan niet zijn. als er
dan
onderwerp
teekening.
zijn
Er zijn liiei' niindere, er zijn van hem bekend nog wel veel mindere dingen, niaar als geheel was deze tentoonslelling hem daarom zoo noodig onuiat het fraaiste dat zij gaf bleek onder het traaiste van onze
verscliil
beslaal,
het hoogsle van
deren
eigen
belangrijUheicI
in is
dan
al. Is niet
blijheids
afgrond
makcn
wereld als
het Poitrel
een Mensch schil-
menschelijkheid geven
van
Is niet
een Mensch
het leven in
n oog, een
anderer menschelijkheid. schilderen,
niet
En van
als 'n
een zee,
hemel en een leedsen
is
niet een
mond
bevende hartstochten en veel kram])end leed ? Zoo als een menschenoog ons belangrijker is als een koeie-oog, zoo is het porlrct eigeiilijk meer dan het koeien-schilderen. Het staat in Holland, getuige al deze zalen vol, nog maar treiirig met het speuren van
schilderen, leven geven van veel
—
Kl'SSTBERICHTES nienschelijklieid
:iclilcr
s|)reken(le moiuleii.
oogen
/.ieiuie
En ware
poiirel-leiiloonstelling in de
liet iiiet tiat
bruinig,
de
geschilderd,
RoUerdamsche
Kunslkring anders had geleerd, wij
zoiideii
den ken dat menschen geen uiensclien konden zien in dezen tijd. Ik krijg een gevoel of ioder, die, l)elialve zijn
of niet gerenommeerde,
rinnen 'n
bij
glanzende
'n
gerenommeerde, sujetten ais
lafel, al
boe-
of niet met
kind, landschappen, koelje links,
rechts,
koelje
boomen, met of zonder water, en
wat dies nieer zij aan geeikte Holiandsclie onderwerpen, ook wel eens een porlret scliilderde nii liier maar door de jurj' gastvrijlieid is verleend. Deze lentoonstelling laat,
(heelenkelc uitzonderingeni het minsle
wat op portret-kunslgebied bij ons gemaakt vvordt. 1-ji liet doet pijn, waar we zien
gaarne willen
wetcii
wat landsehap
dat onze Maris-tijd,
betrel'l,
waarschijiilijk de
Oude Hollanders overtrefl, wij tot de onafwendbare overtuiging moelen komen dat, wat portrel betreft, wij zoo gansch acliter bij onze groote voorouders. Het is in Holland een armelijkheid Niet de Israelsen, niet Toorop, niet Veth,
staan
!
om
ling is hoogst merkwaardig, zij laat ons onze arme nienschelijklieid beschonwen. Nietzsche heeft eens gezegd dat een wereldreiziger nergens zoo sclioone en zoo leelijke plekken zal aanschouwd hebben als die van
menschelijk gelaat, wat de schilderkunst van 't gelaat betreft, nergens zoo leelijke plekken als velen dezer De heel enkele uitzonderingen Buiten en boven alle beschouwing het portret van
't
I
'.'
Matthijs Maris uit in
't
vleescli,
honderd
vlot en
vlak
dan 't gewooidijk ver-
toont.
Arntzenius, een lichtendc kop van oude
groene fond. Te hard zoo 'n ongeglaceerd piiur wit van de boord. Reiki heer tegen
ook niet diep aan innerlijke schalten (Pollen Gosschalk zond portret van W. SteenhofT met wel het uiterlijk ruigbarsche, innerlijk zachte van dezen crilicus er in, Monnickendam.die boven geheel uit koml door veel nieer technisch kunnen, door pracht van coloriet en zware glacis-peinture, niet uitsteekt in reikingen, hoog, van den geest. Laguna zond Domela Nieuvvenhuis, frank gebouwd de figuur op het groote doek, met rauwheden in de fond, Smissaert wel gevoelig, Mevrouw Stork-Kiuylf verrastle met lets gevoeligs dat tevens knap was, Pieters levendig en oppervlakkig, Rueter juist het tegendeel, Deutman, ditmaal zeergoed, het ruslige zitten van de zwarte figuur tegen de bruine t
fond, Lizzy Ansingh, klein fijntjes geloetst,
kop
een
van
dame met
burgerlijke
het
aristocratische
onhandige kijken er heel
Rijks-Museiim, door den
bruikleen gegeven. Het
stille
in gegeven, een schets-zelfportretje van Isaac Israels met allerlei grijzen fijn naasi elkaar, Mevr. Th. van Duyl-Schvvartze, die in dit milieu als een der kranigsten meet
erkeiid
dank niet
dank
zij
\eel
komen
zij
virluositeit en handigheid,
chicque voordracht. Al dezen, die
tot
uiteen
weken, gejioemd,
een die
liier
te
nieuwe Fransche, eigen, wijze, wiens aangeIjoren handigheid hem met die techniek in de steek laat, maar die nieer geeft dan anderen leven, innerlijk leven, iels van het onbeweetbare dat achter oogen, in lippen, moel beven, leven
goed portret is van Prof. Van der vermelden. De kop vrij gezet op het dock, de toets is lenig gebleven, het haar fraai grijs, de huid substantieel, vol,
om
niet hoort,
deren, Jan Sluyters, die schilderen wil op
om
overige te brengen.
heelemaal
een mensch, die menschelijkheid wil schil-
wel waarlijk een troebele zee van leed zijn, met de zachte mond, de witte bloesems en de teedere handjes, die een wonder van leven zijn, dat alles is niet in de kader van het
Een
enlin
maal beler
Waay
meesle dat van der
vrouweportretje, met de groote oogen, die
Waay
AMSTERDAM
goed
drie uitersten te noenien.
Maar wel de bende minderen, als zij zicli aan menschen waagden. Deze tentoonstel-
eigenaar
maar
cii
I'lT
lianden
leeft, lets
van dat achter de verf
!
C-ONHAD KlKKEKT.
^^3^0^!^^
te
251
-
KiXSriiHIilClITEX
LIT A^J^VERPE^^ den van een landscliap, waarvan
ANTWERPEN
DD UIT
ZAAL FOHST ±
nn
lOONSTHLLIXG VAN scHii.iM-;H\vi:nK van kvert pietkrs EN EDGAUI) WIETHASE EN VAN HET BEELDHOUWWEHK VAN EMIEL JESPERS r?-
OKTOHl-R
Ti;X
1908,
lETERS en WiETHASE belioo-
beide tot
reii
de goede
schilders. Ze bezilteii bei-
de vele kwalileiten, die ze behooiiijk weten te doen in liun werk we noch zwak-
en
geldeii
vinilen
heden
nocli
Nielteniin
is
der
nnieveleiteii
tecliniek.
gcen enkele dezer eigenschap-
boewel ze vaak bet uiterste waarvoor ze vatbaar
peii uitblinkend,
ontwikkelingspunl,
Een enkele uitslekende hoedanigbeid zou ze met bet nierk van kunstenaar stempelen. Bij gebreke daarvan zijn ze tbaus niet meer dan twee goeie scbildeis.
Op
dit eeiie
punt
we
zijn
bet gelukkig
alien eens, dat ieder schilder van bet land-
schap, dit landscbap op een
meet in
't
bem
eigen wijze
moet bezitten barmonieen of in ieder
zien, persoonlijke takl
vinden van
geval een
zijn
verbeelding
die
dicbterlijk
is.
Anders blijft bij niettegenstaande alle mogelijke goede eigenscbappen banaal en zijn
werk draagt geen eigen stempel. Onlangs beb ik in de Kempen beerlijke landschappen gezien roode, gele, gouden. Ze dankten die bekoring vooral aan bet teeder-sappige van de vocbtige atmosfeer. Wietbase zag diezelfde landscbappen. Hij heeft bun schoonbeid en bet fijne samenslel van bun lichtspel gevoeld, niaar ik, de :
beschouwer
zelf,
moest bun den toover van
bet leven geven. Niels in de landscbappen
van dezcn kunstenaar kennierkt den eigenaardigen gecst,die elk buiincr ondersclieidt.
De
scbilder beeft gcen
ziel
gelegd in
die
scboone vcrbindingen vanlijnen en kleuren en er niet die uitdrukking aan gegeven, waardoor ons zijn menschontroeriiig werd geopenbaard. Want 't laat ons alles wel bescbouwd, vrijwel koud oni in een suffeduffe zaal de koel-f'ysieke weergave te vin-
252
scliap
we
gislcreii
Goed land-
uitgeniaakt.
is inderdaad een zeer werk. Een eersle vereiscbte is een
scbilderen
niocilijk
uitersl verfijnde
culluur, een bescbnving.
van den lyriscben kunstenaar of den dicbter. Wietbase is in bet voile bezit der spraakkunstige regels en bij voelt de natuur. Maar nu moet hij zicb nog boven er boven uitstijgen de natuur verheflfen als 't ware. Later daalt bij dan weer tot baar neder, treedt er binnen, maakt zicb een met baar. En dan eersl ondergaat bij er even
rijp als die
—
van de ware bekoring. Zijn Herder en Boschkanl zijn overigens voldoende bewijs voor de eigenscbappen, die ik bierboven in hem geroemd bel). Er lag een waas van dichterlijkbcid over de Eendeupoel van
Evert Pielers en zijn
In Moeders ufwezigheid.
bereikl liebben.
zijn,
zelf dcel licbl)en
is
van tecbniek heel
eigenaardig. De drie kinderen zijn inder-
daad heel scbilderachtig gescbilderd. En ook voor zijn Moestuin heb ik veel gevoeld. Maar toch zijn zijn kleuren tamelijk wrang en bard, vooral op die doeken, waar briiinen en gelen overlieerscben.
Emiel Jespersis een van die beeldhouwers niet meetelt in de kunst-evo-
wiens werk
is als de volwassen man nog
lutie. Hij
vlijtige student, die als
als
student
te
werk
gaat.
Deze beeldbouwer maakt een zeer wijs en verslandig gebruik van alle mogelijke regulaties en reglenienten en bezit een vobnaakt bebeersebte
bronnen alles
der
ijzig
bescbikking
van
alle
bulp-
tecbniek.
Maar
bet
blijft
koud en
vvelgelijkend genoeg
verrukking
te
om
portrelten
zijn
de kruidenier in
brengen, maar bet karakleiis-
tieke der gezicbten zijn peuterige
zijn
wordt onberkenbaar
in
l)ewerking der details.
Maar hicrom zijn dergelijke berocpsbeeldhouwers weinig bekomnierd Zijn St Juniwkeii was ontegenzcggelijk !
met groote knapbeid gemaakt. Zoo op de manier van een heel bekwamen leerling. Maar bet beanlwoordt helaas niet aan eenige voorstelling, die men zicb van dezen beilige niaken kan. J.
KUNSTBERICHTEX
^
««^ 5«^ ««^^ ««'3;
««^f ^^'
—
^^i ^^^ '•^ ««'S
UIT
ANTWEHPEN -
UIT BRVSSEE
bandclaar van een dorp. Maar ongetwijl'eld bet een declasse en vermoedeiijk een idioot En wij denken aan den cen of ande-
is
ZAAL FOHST J TI-:NT()()N'STKLLING VAN
SCHILDRRUKN F.N TKKKFNINGF.N. HOFSSINGH FN LFMMFRS^Sl Oct -9 Nov. /u*. Deze twee kunstenaars maken beide luni fort van de bevallige lijn. Ze zijn niet oiieindig verheveii boven anderen, die miiider aantiekkelijk zijn dan zij, maar bun work is
niellemin uitslekeiid gescbikt oni een
vaiiglcamer of boudoir
te
oiit-
versieren.
oog dat deze scbilders voortdurend bekoninierd zijn geweest boe aan de eiscben van cen lahlean dr 't best chevalel te beanlwoorden. l-^ii dit was lain recbt. Enkel zou bet dan noodig zijn dal de salons waarvan ze droomden. bet eigendoni waren van lieden van gekuiscliten sniaak. Anders ware bet een ijselijke gedacbte in welke diepten ze zouden kunnen vallen Aan Lenimers zou ik een voornaandieid in zijn koloriel toewenscben, gelijk aan zijn verfijnden smaak bij de keus zijnc>r sujekten. We nieiken duidelijk op zijn Het springt
in
't
!
streven
naar
zicb
te
al
harnionie niaar
vaak
in
ze
verwmi
bonte kleuren.
Dit
is
ren onvvelkomen gast, die tocb niemand erg
den weg zit en die, zonder er bewust van wezen, allerbande venijnige gezegden en stekelige opnierkingen verdraagt. Maar in Ic
tocb boe pracblig lost bij uit tegen dien donkeren grond Hij vertoonl zicb in profiel. De teekening is IrefFend, evengoed van uitstekend uitgevoeid. Een intentie, als andere teekening Le Sire de Maldeghem. is !
pracbtig. l)e Icleine
Nieuivsgierigen, zijn vier kinder-
kopjes voor een open vensler en drie kleine, ronde wolken in de rein gevaagde lucbt l)oven
bun boofdjes. Die zevcn rondjes
—
die zicb
I
moeten beperken,
niet in
bet ver-
vaardigen van lubleuiix de chevalel, maar om die te scbilderen voor zekere milieux,
kunnen stellen, met betgeen bun door lagere lalenten geboden wordt.
(be zicb beel licbt levreden
geenszins onidat ik opzie tegen een sleik
geprononceerden loon, want niel zijn Robe Chinoise, was ik zeer ingenomen. Dit beel fel eniail-achtig Limoges-blauw, gepaard aan liel'lig-gele oranjes, is zeer nioeilijk liecft
er
in
bet
paitij
J.
^ft,f^
cg»ic^ ^^^9i £»^ S,»i iS>»i ^^ c^* S^^
anan UIT BRUSSEL dddd FNION A-^ Alweer
Maar Lemmers
gcbruik.
van weten
tc
doffe,
efTekl,
gebeel
iiieuvve
wcis
in
Een beel kostbaar
klein werkje van
den
beer Roessingb, beet de Gasl. Heel stijfjes en onbebolpen zit bij daar, een soort van magere, gele boer, met den rug barkerig vlak tegen den stoel
geleund, de voeten
bet
winter-
st'izoen,
der zijde van zijn talent. Men kent die baimonieen van Vieiix-rose, van liclil ontkleurd
den norm.
beet't
waarin de salonnetjes van allerbande soort elkaar zonder rust-
doode kleuren, loont ons een teeder-
havanna, van reseda, maar deze bier zijn samengesteld en verbonden met buitengcmeen subtiele lerugboudendbeid. Zijn portretten staan ongetwijl'eld boven
een
Kunstkring van siliilders en beeldbou-
trckUen op
waailijk geestige wijs. De Ciyaret, van ccn geheel tegenoveigesteld
kij-
ken door een venster en dat zijn de nieuwsuitstekend uilgevoerd gierigen Alles wel bescbouwd twee kunstenaars,
poozen opvolgen, geopend, met een lief, braaf, zoetsappig, middelmalig expositietje, dat bet hart van den braven burgerman Grevy, in zijn Grevy zou bebben verheugd. kwaliteit van president der Franscbe republiek, bad een uitnoodiging ontvangen om
—
een of ander onbeduidend klein salon te openen bij welke gelegenbeid bij met genoegen uit den mond van de inricb't
Parijs te
ters
;
vernam, dat
in
genoemd
lokaal
de
naasteen, de bals ganscbelijk ongebogen, de
superieure werken zeldzaani waren, maar
neus een beetje vooruit, de pet op 't bootd. Het is iiocb een koopman, nocb een klein-
dat bet meerendeel zicb onderscbeidde door
een
aangename
miiblclniatigbeid.
«
A
la
253
Kl
~
XSTHERICHTEN
homic hcure
LIT BIU'SSEL
Grevj' « pas
zei
»
(i'oeiivres
superieurcs, mais une bonne nioyeiine, c'est cc qu'il
en temps
faiit
jevol^ liehben
inidiielniatif^e t
(ial
I'ltioii
kunnen
».
onUlekken. Hel
hebben we den
we
dil alles
I'lT
DEX HAAG op de begraafphials
hij
iiHtiuk
G. E.
D u
UIT DEN HAAG
IIAAGSCllK KL'NSTKHING
met
zljn
we
o. a.
i;r
vervaardiger
die veler
ken,
oogen
van
een
tol
zich
Vieillc
heeft
landscha|)|)en
van Jules Merckaert
reeds een nieesler
is
—
die
van
Henricus
loofde, bleek
een af-
be-
bij bezicliti-
ging niet veel gehoudeii le zijn.
getrok-
en wiens facluur, vroe-
van
fiche
Porte,
leekeningen van Xavier Havernians,
vtreeniging
(ieze
niiddel
Uernachtig geteekcnd
Jean Colin, die
aktsludie had tentoongesteld, Jules Potvin,
de
wat
loor
luooie vrouwelijko
Altitude, een
L n D
a»-
alreede en alrceds
hadden gezieii. Kr waren cchtcr enkele gunstige uilzonNoenien
^^^^
S*5 '^ S*i ^^- f':^- ^^- ^P--
le vecl
deringcii.
te
F.lsene rust.
Bij
neij^ens uit-
heerschte en overheerschle.
alf^enieen
gekregen
republique
ilc
de
in
punten
stckciuic
Over
we
—
duiden, waar
sclu" kiinst toch. in
De
colleclie Fran-
hare lokalen uilgestald,
was van een zeer middehnatig
gehalte
;
slechts enkele vlucbtige schetsen van Dau-
enZiem waren
ger tot in het bnilale krachtig, zich in den
niier, Monticelli
laatsten tijd wonderlijk verinnigd heeft en
echter niet zoo belangrijk, dan dat ze de
ver/.achl.
geheele coUectie konden redden.
<«^ 5«^' ^^' IN
I)I-:\
^
'•'S
^"^ 5«'S- 5«^^ ?«^ ^-
KUNSTKRIN(;
J
^
HKN'Rl HONC-
QL'KT yc^ l)e C.ercle vereenigde een serie werken van dezen stoeren Wesl-Vlaamschen beeldhouwcr, die onlijdig is gestorven op hetoogenblik toen
hij
zich als een meester
interressant;
Jammer
dat het Kringbestuur er niet in geslaagd
is
eene betere veszameling bijeen te brengen, daar de noodzakelijk te maken onkosleii znlk een lentoonslelling niet loonen.
^9t ^^Pi ^9i HIJ
^9i, ^fs
SCIIULLER
^
yC-».
^9t '$,9i CK* Bij
-^
Schiiller
^ zijn
openbaren ging. En in de bier tenloongestelde werken, toont hij ons hoeveel hij reeds had bereikt. Groote eerlijkheid in de
eenige etsen ondergebrachl van Mej. Etha
lactuur, groote adel in de onitrek der lijnen,
sionist, volgelinge
die voldoening aan al de eischen der beeld-
houwkunst met een lotl'elijk streven naar inodernisme en het nieuwe en allernieuwste verbindcn; een uiterst aantrekkelijke vernienging van teederheid, kracht en innig en diep gevoel. Zijn Toitrinent
d'
Amour
o. a., is
een werk dat reeds lang door een onzcr nnisea zou moeten aangeworven zijn. Kveiieens hebben we groote l)ewoiidering gevoeld voor eenige meerbanaleontwerpen, che door de liefde voor het laag bij het
grondsche genot waren ge'inspiieerd en hebben we o. a. den ontroerenden indruk ondergaan van le Destiii, een werk van aangrijpcnde schoonheid.waarin de kunstenaar, die een leveii van mocile en strijd heeft gcleefd, van veel telenrstelling en veel lijdcn, zijn eigen
als
noodlot verzinnelijkt heeft en dat
aangewezen
schijnt oni de plek aan te
Fles te sanien met houtsneden en etsen van
Veldheer. De eerste
is
geheel en
al
impres-
van de groote Haagsche school de tweede, niet tevreden met het spoor van groote voorgangers te betreden, verdiepte zich in de pittige oud-Hollandsche graveerkunst, en haalde van meet af aan, (lit kernachtige han
'Sp^.-^pt
^9i rc^Pt ^:g.•iSf^^•iS•i
m
s*i
s*
BlJGOUl'lL /L-^ In navolgingvanMevrouw van Ali)hen heeft nu M. Vcrschoor zijne coUectie schilderijen voor eenigen
tijd uit
de intimiteit van zijne binnenkamers in het groote licht der expositiezalen geplaatst.
Dezc pi-achtcoUeclie, bestaande uit hoofdFransclie en Hollandsche kunst.
zakelijk
laXSTBEHlCHTEN - DEX HAAG - ST. PETERSBim, - KUXSTVKIUXGHN bevat een reeks ineeslerstukken
viiii
.1;ko1)
De Molen, Ilet iiiaanlandscliap en De Ilriig, zoo algemeen door rcproduclies bekeiid. Van Thijs een klein interieur uit Duitschland, van Corot cenc bijzonder blanke sUuiie, en dan een fijn, Maris, als daar
^9i ^fi '^9i ^#4 ^9i f^9i ^i^Pi ^9i ^9t j^»5 ^#5
zijii
D
UIT
ST.
PETERSBURG oudh kunst
Hel
aanschouwd wordt. is
MAATSCHAPPIJ TOT AAXMOEDICING VAX SC.IIOONK KUNS-
le
vinden
het groole verlies,
zijn,
die trachlen
ons land geleden
dal
door het verdwijnen van de colleclie van Eeghen, zij het dan ook tijdelijk, op dusdanige wijze te vergoeden. heeft
MAUI^ITSHUIS yC*- Van Hals
is
hier in
bruikleen oiilvangen hel conterfeilsel van
eenen echten slrandjulter, eenen lachenden schavuil geschilderd tegen een achlcrgrond van duiiien. Hel
is
luel
in
den
laalslen
van den giooleti meester veivaardigd, daarvoor is de toets niel malsch, niet smelijd
De teekening is te maar met onwijfelbaar
dig genoeg. te
hard,
geserreerd, vaste
hand
op het doek gezet. In het groot doet het denken aan eene soorlgelijke voorstelling uit het Antwerpsch museum, tochgevoeliger behandeld, meer schets gebleven. Voor hel Maurilshuis ware het
kant van
te
hopen, zoo
Hals talent, en
wel
zijn
deze
meest
karakterislieke, hier voor goed een plaats
mocht vinden, daar wel tengenre hier niet dat, lijk
is
T1-:X yC-s*.
vember
Den
vverd er in de zalen der
«
7,20
No-
Keizerlijke
Maalscliappij tot aanmoediging van Schoone
Kunsten
•<
een tenloonslelling geopend, inge-
door hel
richl
tijdsclirifl
Gody
«.Slarye
met
een gelukkig verscliijnsel dal er nog
colleclioneurs
het
l,l.IKE
het groote
zelden
in
(.i-:bouwi)i:hki:izer-
bcrgachtig landschapje van Diaz. Belialve
doek van Bieitner, — twee liekpaarden legen een achleigrond van buizcnbouw, slerk van realiteit, niaar wat stroel van schildering, een praclil van een Monlicelli, een landscliap, zonder stolTage, in een roomkleurig emailnclilig gamma, van een kleurenweelde en loonzniveiheid als maar
n
KNTOONSTHl.LlNt; VAN
zijn deftig portrel-
Ondcr de Xodeilandsclie meeslers ontmoelen we de nanien van Rubens, van Goyen, N. .Maes, S. Koninck, Terborch, de Ruisdaels, Gossaerl, den Meester van den Dood van Maria, J. Bosch, B. van Orley, H. Bles, Rembrandt, Siebrechls, Teniers, G. Klinck, Barlhel Binyn, Hobbema, Cuyp, .lordaens, Troosl.
De Italiaansche, Spaansche en Fransche schok'n zijn eveneens goed vertegenwoordigd
;
venler
is
er een reeks teekeningen,
waaionder 8 portrellen van nienbelen, bronzen en
(Lionel en eenige
lajjijten.
We hopen later nog uitvoeriger op het Nederlandsehe werk op deze tenloonslelling teing
te
konien.
vertegenwoordigd, maar nog
hetwelk de guile lach zoo nieester-
iS.*
&^ %^- &^ 'S*^ ^*^ ^^ ^^ ^^•^ ^•^ 3?>»i
an KUNSTVEILINGEN an
uitbeeldl. (i.
1).
("iHATAMA.
i;hk()()1'ixg
I)i;r
wi-.r-
VAX PIKT VERIIAERTS;ZAAL FORST Ki;N
•«:
W'iM DIM de
ITNOVEMBliK 1908 yC-».
Hel was
in mcei-
dan een
opzichl bclangwekkend,
werken van den onlangs overleden
255
—
KlXSrVKILIMiKS hicr
sfliildiT
ecu
\v;is
licr
inaar dat die
de
het'lige
—
van Veilal en (^ourbet
buniien
was een
landschapschilders. Uit dit alles
zeer merkwaardige persoonlijkheid te voor-
van huis
schijn getreden,
bezield
uit
met
liefde lot zijn geboorleslad, vol belangslel-
voor hel leven aan de haven en aan de boorden der zee. We vermelden hier de nierkwaardigste werken met de daaivoor op de verkoojiing geboden prijzen ling
:
Zoule Polder,
fr. -liiO
7 yezin,
De Daken,
;
fr.
2000
Zierikzee,
750
fr.
De
;
fr.
360
;
Rinnenhuis,
;
575; Daken onder den sneeiiw,
fr.
fr.
hiiislioitdslei\
260;
fr. ,380 ;
Oude Haven van
den
Doel,
Hel
280;
fr.
Ondc Vischntarkl, IV. l.oO; Aardaiipetenooj/sl, fr. 220; Blauw binnenluiis, Veeihnis,
fr.
625
;
fr.
Riisl
150;
der maaiers,
van Dordrechl, Achter de Iweve, fr.
fr. fr.
,
fr.
280
;
1150
Onislreken
;
fr.
300;
De Aardrijkskundige, fr. 6000 De Haven van
625
280; Utjlenspieyel,
fr.
420; Moesliun, ;
;
Zwarlewaal aan de Maas, niery
2100
fr.
Achler-winkel,
Droo-
;
400
fr.
;
Oude
haven van den /Joe/, fr. 340; Oiidejonynian, fr. 200; Hel Minnewaler, fr. 725; Voor hel maal, fr. 500 Ue slopsler, fr. 260 De kaarl;
legsler,
fr.
1200
;
;
copie naar een ouden Hol-
landschcn meesler,
fr.
450.
—
Het Porlret
der moeder van den kunstenaar, in zekeren zin
zijn nieeslerstuk, werd door enkele vrienden van den overledene ingekocht, ten
256
fr.
.30.000 le
boven. J.
BOEKEN
revolutionairs waicn.
li.jde,
mm
lalcii
&
TIJDSCHRIFTEN
die,
manier ten voile le begrijpen, mod men denken aan zijn onaantaslbare bewondering voor den groolcii Leys — wat ook bet Iberaa was van de weinige lessen, die wij van hem deslijds in de Antwerpsclie Academie volgden. En de invloed van dezen nieester doet zicb beilzaani op den schilder gelden, verzacht en veredelt als het ware zijn visie. Bij deze twee invloeden valt nog die van hel pleinairisnie te voej^en, en van de jongere
Het hoofd
te
l)etotalc ojibrengt der veikooping ging
de
AZHTTH DK.S HHAUXARTS yC-». Hel Anijustasnummer beval o. a. een
Verhaerl's
oni
vreenidc InuuicM
trant ver-
trotren. Zijn
bewonderiiig voor
\veri<\vijl<e
ten
iiict
in
Courbel's voorbeelden waien,
meest
liet
laadl zijn
Maar
discipet s>eveii wij
iiiet
overgaan.
dat Verlat den schilder opleidde,
liet
hem
einde het
zeldzaam geworden
liclaas,
Door hel woord
te keiincn,
TIJDSCURn'TEX
Vcrhiiert
zien.
te
veieeiiifid
.^
zeer merkwnardif^e (iiscipels
van Verlat, die zijii.
BOEKHX
van EmileBerteaux over het niaiizoleum van Koning Karel HI van Naartikel
varre,
liie
m
1426 slierf. Dit
mauzolenm
in
Kalhedraal le Pamplona is van zeer groot belang voor de Europecsche kunslgeschiedenis dei' middeleeuwen. De schrijver de
o. a. het verband van dil werk met Vlaamsch-Bourgondisclie beeldhouw-
bespreekl kunsl.
In het Se/>/em6er-nunimer schrijft F. de Mely over naamteekeningen op werken van Vlaamsche primilieven. Den geldwisselaar en zijn vrouw van Quinten Malsys in het Louvre besprekend, wijst bij er op dat de signaluur op dit werk tot heden onnauwkeurig bekend was. De schrijver bestrijdl de veel gehoorde bewering, dat de primilieven bun werk gewoonlijk niet teekenden. Het Of/o6e;--nunimer brengt onder meer een opslel van M. Gomez-Moreno over een rijke verzameling vijfliende-eeuwsche Vlaamsche kunslwerken in de Koninklijke Kapel le Grenada, die lot lieden slechts aan weinige bevoorrecblen van aangezichl bekend waren. Carl Justi o. a. had er aandacht aan gewijd; maar de bedoelde verzameling, overgebleven uit het kunslbezit van Koningin Isabella was tot heden niet systemalisch besludeerd, veel minder nog was er gelegenheid geweesl de kunslwerken le reproduceeren. Een Iripliek van de Kruisigiiig — door
Justi aan Dirk Bouts toegeschreven, tcrwijl
bier meer aan Albert van Ouwaler meent te mogen denken, — verder werken van Memlinc, Dirk Bouts, Rogier van der Weyden e. a. worden door den schrijver meer uitvocrig bchandeld.
de schrijver
PIET VEHHAEIiT: I'OUTUET ZIJNEU MOEDEH.
BOEKEN & TIJDSCHRIFTEN ;^ 5i!S««S 5«^ ^^ ^'S 5^^
^ 5^
5«^ ?»^
THE BURLINGTON MAGAZINE yO» De redakteur Holmes besprecUt in het Augustiis-nmnmer opzieiibarende Amerikaansche kuiist-aankoopen van eenigen tijd geleden, waarbij eeiiige voortrelTelijke wer-
ken van Rembrandt en van Dyck naar de nieuwe wereld verhuisden. Het opzienbarendst was de verkoop van Lord Ashbiirton's op de Londensche Rembrandt-tentoonstelling zoo hoogelijk bewonderde zelfportrel van den schilder. De genoemde Engelsche edelnian veikocht het vorig jaar niet minder dan 69 kunstvverken uit zijn bezit, waaronder vijf Rembrandt's (liel zellportret inbegrepen). Een ook lioogst belangrijke aanwinst voor het Amerikaansch kunstbezit waren de prnchtige van Dyck's uit Geima, waarmee de verzainelingen —
Widener en Prick werden verrijkt. Deze van Dyck's vindtmen in het
kastcel Gaussig in Saksen,
en
Hollandsche
waar Vlaamsche
vertegenwoordigd zijn, het belangwekkendst door een oude vrouwe-portretje uit Rembrandt's vroegslen tijd, vermoedelijk zijn moeder voorstellend. Ook een ander vi-ouwe-portret ging voor een kunst
Rembrandt door, raaar
is
schrijver niet van hem,
de reproduktie
genoeg
in
ook volgens den zelfs op
helwelk
de Zeitschrifl ziolitbaar
is.
S»S S»> 5z,»i S* cS»i S*" S* c^*
c^»i
S*
r-*:
KUNST yC*.
DIE
In het Seplen]bei-nun\mev spreekt Ernst
Schur zijn bewondering uit voor van Gogh's brieven,waarvaneen bloemlczingin Dnilschland nu al een derde druk hecfl bclecfd. C.
(;.
THE KOKKA ± AN ILLUSTRATED .S>/)/e/?(-
fcer-nummer gereproduceerd. In liet Oc/ofcer-nummer bepleil de redak-
teur het goede recht van den veelbes))roken
aankoop van een groot familieportretstiik door Hals ten behoeve van de National Gallery. Deze aankoop ward in Engeland namelijk door sommigen afgekeurd, oindat de aankoop-fondsen, door de belangrijke Hals gevorderd, nu eenigen
som voor den
MONTHLY JOURNAL OF THE FINE AND APPLIED ARTS OF JAPAN AND OTHER EASTERN COUNTRIES ± THE KOKKA C + TOKYO ± MART. NIJHOFF, DEN HAAG. sinds 1889 verschijnende tijdschrifl,
Dit is
zeker wel in staat onze reeds eenigzins
verminderde kunst
gaaiide
in Japansche houden. Vooral omdnt
belangstelling te
het zulke voortreffelijke reproducties geeft.
W. Martin bespreekt
van schilderijen, teekeningen sculptuur en kunstnijverheid,s-voorwerpen,van voornaani
eenige Hollandsche schilderijen in Aineri-
gehalte, berustende in tempels en particu-
tijd zijn
uitgeput. Prof.
kaansche koUekties, waarvan in het eerste deel van La Farge's Noteworthy Paintings in American Private Collections gccii melding werd gemaakt. Verder vermelden wij notities van Sir Martin Conway over eenige Rembrandlteekeningen en van Mr. Leveson-Gower over zilveren vaatwerk vroeger aan de lingclsche
kerk
te Delft
«*'S ^"S ^"^
behoord hebbende.
^ ^ -^"^
'•^ ^^- ^^^"^ '•S
ZEITSCHRIFT FUR BILDENDE KUNSTy^*-
liere
verzamelingen.
In het
Februari-nummcr
Uonil o.
a.
een
uilstekende reproductie vooi- naar een nui-
kimono,
een
tafereel
uit
de
sage
van
Shighi-san, toegeschreven aan 'I'olju-Sojyo
(iakouyou
11053-1140), en
berustende
in
een
Yamalo. Deze kleurenhoulsnedereprodulie, ongeveer op een vierde der ware grootte uitgevoerd, maar is ondanks de kleine afmetiiig nog zoo waardevol van kleur en scherp van uitdrukking gebleven, tempel
dat
zij
te
welhaast onverbeterlijk
mag
heeten.
worden van een nog
Het Oc^ofcez-nummer geeft als buitentekstplaat een gevoelige ets van Peter Halm
Dilzelfde kan gezegd
naar het portret van den donateur o|) het Center altaar der van Eyck's. Hans Nau-
gave naar een kakemono van eenen (^liineeschen kunstenaarTchengTzou-tchao, |)ortret
mann bespieekt de
van een filosoof onder een |)ruimenboom. Ncrgens viiult men een niiiider verzorgd
ling
schilderijen-verzame-
van den Graaf Schall-Riaucour op het
nieer gereduceerde,
gelijksoortige
wcder-
BOEKEX ct TIJDSCHRIFTHS ;edeelle of een plek
waar
ile
sonis op
en
zij
voorzeker de Uwalileiten voor de richlige
naasl elkaar komciule velc kleiirplaten niet
uitoefcning dezer dikvverf onoordeelkundig
tot zclfs do kleine zijii gedrukt, bloem- en bladvormen en ook hot voor onze l)e}5rippen rclaticf kleine figuurljo van den geportretleerde zijn onbeiispclijk van vorm
en
sliiitend
voorname Japansch
het
gc-
drukte lichtdiukken toonen dal de Japanners niet slechls meesters zijn in de houtsnede,
maardat
zij
ook
in
de nioderne reproductie-
bun aangeboren artislieke begaafdheid en in bun niterst subticlc en geralTineerde wcrkwijze hezllten lecbnieken thuis
258
zijn.
In
beoeTende
ver
van
honk
zij
fotographisclic
zicb daarbij niet
moeten
te
begeven, spreekt
vanzelf.
De platen worden behalvc door korte
en uitdrukking gebleven.
Ook de op
ongevoelig
drukprocedes. Dat
verklaringen
in bet Franscli, i)cgelei
door
een meer uilvoerige en duidelijk gedrukte tekst in het Engeiscb.
genomen een uitgave die maand met verlangen te gemoel
Alles bij elkaar
men
elke
ziet.
deR.
INHOUD VAN DEEL XIV (ZEVENDE JAARGANG — TWEEDE HALFJAAR ~
1908) lilz.
Bosch
van den)
(J.
BosscHKKE
Destree
de)
(J.
(Jos.)
Bcrlage's Meiihels
:
l.'Jl
De Beschildcrde Kfikramen van
:
Eeii Stliililcrij in
:
Antwcrpcn
Licicii
14.")
tempera loegesclircvcn aan Hugo
van dcr Goes
1
DoBUE(D. A. A.W.): Kuyper Ellens (H. Jacob van den
159
.J.
)
:
Germain (Alplionse)
Kronig
(J.
O.)
LoEBER
Jr.
(J.
M.ARii'S (G.
:
A.)
199-2.37
Boseli
De Invloed der Nederlanden in Homgondie Ken Porlret van Garel Fabiilius
:
.
.
217
.
23(i
33
Elberfelder Batiks
:
De
H.):
Scliildenjen van den
Vermeer
Delftsclien
in
Hollandsche Musea en Verzamelingen
Mesnil (Jacques) NiJHOFF (C. W.)
De
;
Sforza-Triptiek
W
K.
:
Ombi.xux (Maurice des)
Sr.HMmT-DEGKNER
Museum
liet
(F.)
;
:
232
.
(Vierde
Aug. Don nay
113 9-60
Tentoonslelling van Rembrandt's teekeningen
:
te
in
97
Parijs
Rembrandt's voorbcreiding van de etsen van Jan
Six en
(Dr. Jan)
.
21-77
Kunstenaars
l.uiksciie
de Bibliotbecpie Xationale
Veth
181
Brussel
Kunst van Heden
:
Sl\ (Prof. Jhr. Dr. J.)
te
C. de Bazel
Over eenige
:
artikel)
ScHMALZiGAUG (Jules)
in
Abrabam Fiancen
Portret van Rembrandl's
o.'J
Moeder
194
KUNSTBERICHTEN UiT .\msterdam
:
U.
Laguiia,
B.
Scliregel,
V.
UjiuH'c
—
Mevrouw (Coniiid Kikkeili
Terpslra-Reeriiik Fl.
Arnlzenius
—
Larensclie Kuiistliaiidel
—
iCoiirad Kikkeil;
Dee Viiiceiii
van Gogli
Garf, M.
De
—
Larensclie Kunslliandel
:
89
S.
Conrad Kikkerli
(Iroot
43
C. H.
164
—
Kunst aan hel Volk — Larensclie Ivuiistliandel (Conrad Kikkerli Maltliijs Maris C. M. van Gogh (Conrad Kikkert) Wjlleni de Zwart - Het PorUcl Arli
—
—
....
207 241)
259
UiT Antweki'KX
Kojiiiiklijkc
:
Miuilsi-luippij
lot
vnn
:ininiioi'(lifiiii
Kunsten
Scliooiie
(B.)
44
(B.l
166
J.
209
(J.
252
Houwkuiuie Tentoonstelling van becldliouwwerk van A. Van Beurden en van scliiUlerwi'ik van A. Van Beurden Zoon Nalioiiale lenloonstelliiin
v;iii
.
—
Everl Pielers, Ed. Wielliase, Em. Jespers
.
.
Roes-
singh en Lenimers
UiT Bkugce
Brugge en haar Schilders
:
UiT Bkissel
Lente-tentoonstelling
:
L'Union Urr
i)K\ H.\A(;
ij.
—
^G. E.)
Van Wisselingli
:
,G. D.
teekenmaalschappij — Jongeren bij Kunslkring Bij Schiiller — Bij
—
—
G.
W.
—
Kunstzaal Kleyklanip
Dijsselhof
210
G. D. Grataniai
254
— F.
J.
("-.
Gabriel
—
Rotlerdanische Kunslkring - Kunslhandel Oldenzeel
Peteksburg
Tentoonstelling van
:
iR. J.i
49
(R. J.)
90
Tin- en
aardewerk van Lanooy
St.
167
Spolprenlen dooi- Albert Hahn
Constantin Meunier
L'lT
)
Hollandsche van Gogh (G. I). Gralaniai Goupil — Mau-
ritshuis :
Gratania
45 25,3
—
Tenloonslelling van Boiiwkunst
UiT RorrKKUAM
167
iGeorges Eekhoudi
Henri Bonc(|Uel
Pulchri-Studio
:
.
S.i
— Kunslhandel Reckers —
Museum Boymans
(R. J.i
.
Oude Kunst
Sterfgevallen Jef Lambeaux; Piet Verhaerl J. H. L. De Haas Klnstveilingen .Xmrachts- e.v XiJVERHEinsKUNST Tentoonstelling van Hedeiidaagsche Nederlandsche Kunslnijverheid in de zalen van hel schilderkundig Genootschap Pulchri-Studio te :
140
255 169
.
;
(J.)
:
255
:
's
Graveiihage
J.
M. Olbrich
BOEKEN .\N"i)Rr';
(Paul)
Baedeker
Berlin
i(-liarles)
Friedi-.axder (Max
Xordwest-Deutsclihind 1
.\ncicii
Grunewalds Isenhcimer
:
Singer
Allgemeines Kiinsller-Lexicon
lijst
van Geschiedenis en Kunst (VV.,:
Handbuch der
:
TniEME(l)r. U.I und Becker (Dr. Kunstler
Williamson (George
Zype
(G.
C.I
:
:
174
(R. S.)
174
(BJ
95
(R. S.l
174
(l)eel
(W.Martin)
li
Vermeer de
214
Kuiistgeschiclile, aclile
AuUage
.
.
94
(B.)
172
(C. G.)
51
iB.)
171
Allgemeines I.exikon der Bildenden o!
painters and engravers
.
(B.)
173
(B.)
170
(R. S.)
174
.
Niederlandisches Kiinsller-Lcxikon
Overzichl van Tijdschrifleii
260
F.i:
Bryan's Dictionary
^Dr. Alfi. von)
Vani:
179
der Nederlandsche Monumentcn
Voorloopige
Wlrzbach
(B.i
(Jos. Deslreei
:
Leydenroth (W.I
(Anloiii
143
(R. S.)
.\llai
Thierry Bouts
:
Hortulus Aniniae
—
B.)
nebst
Quinten Metsys
:
J.)
J. d.
undUmgebung — Xurdust-Dculschland
Pierre Breughel
:
BossciiERE (Jean del
Springer
92 213
Willem Linnig Junior
:
(Karli
GoFFiN (Arnold)
P. Jr.)
TIJDSCHRIFTEN
&
Danemark Behnahd
.
W.
Waller van Diedenhoven)
(R.
— Tooneel -decors
Delft
(C. G.)
51-144-256
PLATEN N. B. I)c cijfcrs
iiiel
•
geiiH-ikl g.-vcii
ilc
lihiilzijiien
tegciuiviT il.-wclKc de platen Imiten leksl inoctin
uuii
lusschengcvocgd worcien.
Tekstversiering in haul yesneden door Ed. Pellens.
Omsltui
Baseleer (Richard)
BazehK.
P. C. de)
ill
(/csneden door G.
lioiil
W.
Dijsselliof.
[)roof>(l()k
:
19
Bibliolheek<>cl)ou\v
:
.
Ingaiig woonluiis Dr. Mollzer
23
Perspectiefschcts
24
Hatlem Kantoorgeboiiw « Oud t
Vcllhuys
te
...
25
Busseiii »
26
Detail van ijzereii ball
27
Ingaiig wooiiliuis aan de Koningslaan le
Amsterdam
...
Detailsclietsen
78
Bergmeubel
eiken- en eschdoornhout
in
Vestibule in het woonhuis van Dr.
Woonhuis van den Heer
79
J. Velli,
Bussuni
Van Blaaderen, Huizen Teekening naar een Assyriscli beeldhouwwerk Sclirijnafellje in eiken-, ebben- en eschdoornhout Boekenkast in mahoniehout G.
... .
.
.
83
84 85
eetkanierbetinimering in niahonie- en ebbenhout
87
in
cikenhout
Wandvcrsiering
35
Gebatikte studie
37
Waiidversiering
Berlage
(H. p.)
Schrijfbureau
:
in
39
eikenhout en geelkoper beslag
133
Deel van den schrijfbureau
134
Eikenliouten huiskamer
135
donker gebeitst dolmahoniehout » » Ontvangkainer Huiskamer Eikenhouten boekenkast in
..
(Jac.
van deni
:
132
Schrijfbureau
Huiskamer
Bosch
82
....
Gedeelte van een kanierbetiminering
:
80
*80 81
....
Delailschets voor een kamerscherni
Bense (Gustav)
29 30-31
Bureaustoel
»
22
3 Tcgelpatroiien
Schrijl- en
*138
200 201-202
Zoiinehoed
Dames
137 138
203
Wcrktafel
Eikenliouten Huiskamer-meubelen
Eikenhouten buffet Eikenhouten sloel Boekenkast en sloe! Kh)k Helkamer en scliriji'lafci Metaalwerk Klok en inktkoker Gasiantaarn en liclilkroon
204 *204
205 206
*237
237 238 239 240 241
Eiken buffet
242
Damesfjureau
243
Ontvangkamer
245
»
246
261
Boscu
(Jac.
van den)
:
....
Ontvangkanicr Kikenhoutcn liuiskanicr l)e H. Maagd en hot Kind
Bouts (Dirk) Bkeughel DE OuDE(Petert Landelijk Span. Linnen porlefeuille Bl'CHHOLz (Carl) Perkanieiilen band Deffke (Willy)
.
:
217
*248 177
178
.
34
....
Gebatikte stndie
.
.
36
.
....
38
Perkanieiiten ijoileleuille
DONNAY
(Aug.)
Siir
41
un sonimel
115
Heit'slavond
117
Beuken en lierken Aankomst te Betlilelieni
119
Mai O Mai La chevauchee de
122
!
121
!
Danioisellc Maglelt
la
123
(ets)
Ex-Libris
125
Woudzoom
127
Hel Ourlhedal
te
Mcry
Enzola Joh. Franc.
Galeazzo Maria Sforza
Fabkitil's (Garel)
Mansporlrel
:
Portret van
Fabry (Em.) Goes (Hugo van der)
234 *236
Abraham de Nolle
**236
Lachesis
.
.
.
15
.
(C.opie): Graflegging
(iraflegging
Hageman (Victor) HuYGELEN (Frans) KuYPER (J.)
129
.
2
*2
.
Moeder en Kind De Dag-Cyclus: De Dageraad,l)e Dag, De Avond en de Nacht
160
Kleinodien-kistje (zijkant)
*160
(voorzijde)
'
(deksel)
161
Zilveren gedreven plaat
Ontwerp voor Maei.weel
iJan)
Pielii,
:
»
Marescotti
M£nard
(Ant.)
(E.):
Metsys (Quinten) Bembrandt :
:
eeii
162
nionumenlaie
163
t'ontein
Louvie Troyes
Galeazzo Maria
222 *222
...
Sl'orza
234
Paris
14
Mansprofici
Jan Six,
els,
.... 1'-
... ...
staat
.
Jan Six, teekening met de pen Blinde
man met vrouw
Jan Six, schets
in olieverl',
Museum Fodor
Jan Six, teekening
in
De teekenaar naar Abraham Fraiicen,
het model, ets, els, »
2*= 4'^'
55
56 *58
krijt 2^'
61
staat
staat
62
staat
63
Teekening met de pen De Samaritaan hetaalt den waard
64
99
Moeder en Kind Zacharias schrijft den
*53
*56
(loegeschreven aan)
zwart
176
*54
en kinderen, teekening in zwart krijt
Keerzijde der teekening in het
100
naam van Johannes den Dooper
.
.
*100
Landschap
102
Naaktstudic
103
))
Studie van een Leeuvv
262
69 *74
104
105
Rkmbkandt
Joiigoii
'
:
iiit't
106
mills
Jongen
107
Sludie voor
cell
Hiigar in
Woestijii
(le
Chrislus lussilu'ii
di' M'lii iri;;i'lci'r(lcn
108
.
*10S
Pharao's dochlers vindiMi don
joiigcii Mozc-s
109
*110
Zelfporlrct
*194
Portrel van zijne moedt'iGeetslc kop van
moeder, cersU' en Iwecde slaat
zijiie
Poilict van Prof. F. M. Miiller
Sal'Ter(G.):
Sluter (Glaus)
l)e
:
.
195
.
13
.
Put dtT Profeten
220 221
Smits (Jacob)
Judaskus
:
Stobbaerts (Janj Vaes (Walter)
Ilet
:
Yerhaert (Piet) Vermeer van Delft
17
*10
Anlwcrpscli Slachlliiiis
:
feslijn
71
Moeder
Porliel zijner
:
iJoli.)
:
Do Kanlwerkslcr
*256
....
179
*181
Straal in Delft
Gezicht op Delft
Vlooks
(Eniiel)
IS.i
Met lezende vroiiwtje
*184
Jong nieisje De Brief .\llegoiie van
*188
187
liet
*190
Xiciiwe Teslanienl
....
Zeepbellen
:
Werve (Clans van del Rouwdragers Weydes (School van Rogier van dcri De :
Ongenoemde of ongekende meestehs
Sforza-Tripliek
*232
.
:
Graflcgging I-"raiisclie
.
.
School, xvp eeuw, Graflegging
5
Bekroning van de Ileilige .Maagd Fragment van de bekroning van de Heilige Maag
»
..
..
n
>,
*I45
...
H6
.
.
147
.
.
.
De H. Maagd met vrouwelijke Heiligen De Drievuldigheid met de H. Maagd en Ste Catharina BeschildertI glasraani met de Heilige Barbara Galvarie met begiftigslcr Abdis, geknield voor Ste Glara
148
........
in
aanbidding voor
Tynipanon van
3 4
Graflegging, fragnicnl
Abt
73
225
:
't
Jezuskind
het Portaal le Vezelay
Heilige van het .\ltaarstuk te
Rouvres
Graftombe van Pliilippe Pot Portret van cene oiide vrouw
151
*!52 154
154 155
.
219 226 227
229
ez^^f^^g^^^
263
l'"
AL
WAT "dR S ass WiS'^A^PLMgT
^E.IIiii«l!g.
V@g)ii5.MET (lliDRUKT
J.-E.
l
LAMD.i^;
DOOR
BUSCHMANN
TE ANTWEKPEN.
J
N
Onze kunst
5
07 deel
U
PLEASE
CARDS OR
DO NOT REMOVE
SLIPS
UNIVERSITY
FROM
THIS
OF TORONTO
POCKET
LIBRARY
,»^;^*rt^
'?•
-r-vJ'
,'
.
':!6mHrr,m*
iit*.*'
•i?.^!?'
>•!"
-v^^Vif!