--- - ..
Betreft: juridisch advies over toepassing van Automatic Number Plate Recognition (ANPR) door de Marechaussee(KMar) regionale politiekorpsen, het KLPD en Ko I
Aan:
de hee'portefeuillehouder "Politiegegevens" bij de Board Bedrijfsvoering van de Raad vàh'Hoofdconimissarissen,
Opgesteld door:
)pZel van
AI'JI-'K
bij de politieregio Gelderland-Zuid , controller liging bij de politieregio Zuid-Holland-Zuid ,'" ij de Stafcommandant van ~ Koninklijke Marechaussee en adviseur bij de door de Koninklijke Marechaussee'
Bijlagen: -uitdraai Catch-ken foto -persbericht uitspraak Duits Constiiioneel Hof van 11 maart 2008 -persbericht Brabants Dagblad van 21 maart 2008 over A2-verkeerscontrole met Catch-ken
Datum: 28 april 2008
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................... 2 Samenvatting van het advies ................................................................................... 2 Cameratoezicht in het publieke domein door politie en KMar .................................. 3 Cameratoezicht in het publieke domein door het bestuur. ...................................... .4 Wettelijk kader bij het verwerken van de verkregen ANPR-gegevens .................... .4 Mag ANPR worden ingericht samen met de publieke en private sector? ................ 8 Verstrekken van persoonsgegevens door publiek-private partijen aan de politie/KMar .................................. ,...................................... ,.................................... 9 Conclusies en aanbevelingen ................................................................................ 10 Literatuurlijst ............................................................................ ,................ _..... _...... 11
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklüke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
1
Inleiding ANPR, ook wel bekend onder de noemer 'Catch-ken', is een technologie waarmee 'slimme' camera's worden gebruikt om kentekens van voertuigen te herkennen en te vergelijken met kentekens 'waar iets mee aan de hand is'. Dit kan betrekking hebben op het voertuig en de kentekenhouder. (gestolen auto, ontzegging rijbevoegdheid, openstaande boetes, opsporing verzocht, onverzekerd rijden etc.) Het herkennen en vergelijken gebeurt automatisch. Daardoor hoeven politieambtenaren niet telkens handmatig kentekens te vergelijken. Enkele korpsen en de KLPD passen al ANPR toe op snelwegen en het blijkt een efficiënt en krachtig surveillancemiddel te zijn. Zie de resultaten van zo'n controle op de A2 d.d. maart 2008. De Koninklijke Marechaussee (KMar) heeft vergevorderde plannen om ANPR in te zetten nabij de grenzen in verband mensensmokkel/-handel, valse reisdocumenten en bijstand lokale politie e.d. Ook is er interesse van andere partijen om aan te sluiten, onder andere de belastingdienst en de douane.
, Behalve als elektronisch hulpmiddel bij de traditionele verkeerscontroles op autosnelwegen, biedt ANPR de mogelijkheid om met de vastgelegde kentekens/persoonsgegevens: • onderzoek te verrichten naar ongebruikelijke patronen die duiden op criminaliteit (mensen-wapendrugssmokkel-lading diefstallen etc.) • bewegingen van criminelen te monitoren • te ondersteunen bij rechercheonderzoeken (overval, een moord, ontvoering etc.) • te bewaren voor het geval zich later dergelijke situaties voordoen
In Wenkend Perspectief, de strategische visie op politieel informatiemanagement en technologie voor de periode 2006-2010, wordt automatische nummerplaatherkening in het kader van "nodale oriëntatie" genoemd als middel tot het 'ont-anonimiseren' van verkeersstromen, waarmee nationale en internationale criminaliteit ( 'mobiel banditisme') kan worden opgespoord en tegengehouden. Een landelijke werkgroep is in 2007 in opdracht van de Raad van Hoofdcommissarissen gestart met een onderzoek naar landelijke toepassing van ANPR en zal dit in 2008 afronden. De werkgroep constateert dat de wettelijke basis voor het verzamelen en analyseren van kentekens door de politie, vooralsnog onvoldoende is uitgewerkt. (legitimiteit, proportionaliteit en subsidiariteit, bescherming persoonsgegevens). Om deze reden heeft de,ANPR-werkaco~p aan de gemandateerde RHC-portefeuillehouder gevraagd om een advies uit te brengen waarin de juridische Politiegegevens, de heel kaders worden geschetsrBiJ de toepassfng van ANPR •
In dit advies wordt door de adviesgroep antwoord gegeven op de volgende vragen:
r
1. 2.
is het verkrijgen en verwerken van ANPR-gegevens door de politie/KMar rechtmatig? is verwerking van ANPR-gegevens van personen op wie geen enkele verdenking rust, indien dit u·rtsluitend gebeurt met het oog op eventuele in de toekomst verborgen gebeurtenissen, rechtmatig? 3. is verwerking van ANPR-gegevens van personen op wie geen enkele verdenking rust, ten behoeve van onderzoek naar ongebruikelijke vervoerspatronen ter bestrijding van criminaliteit rechtmatig? 4. hoe verhoudt zich ANPR-cameratoezicht zich tot cameratoezicht ten behoeve van de openbare orde in het publieke domein? 5. mag ANPR worden ingezet samen met partijen uit de publieke en private sector en mogen de gegevens worden gedeeld? (gedacht kan worden aan douane, fiscus, FIOD, AID, AIVD, EOD, SIOD, VROM, beveligingsbranche, rijkswaterstaat, gemeente, provincie, CWI, UWV, etc.)
Samenvatting van het advies 1)
Inbreuk op grondrechten (zoals persoonlijke integriteit, bewegingsvrijheid, privacy) behoeven een grondslag in een materiele wet. Voor het verkrijgen van gegevens met behulp van ANPRcamera's op de openbare weg ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten bestaat geen
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklüke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
2
089
daarop toegesneden wettelijke basis. De legitimiteit moet worden gevonden in de afweging dat enerzijds de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer gering is en dat deze wordt gerechtvaardigd door het belang voor de uitvoering van de politietaken art. 2 van de Politiewet 1993. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de opsporingstaak. Op de verkregen gegevens is de Wet Politiegegevens van toepassing en daarvoor is verantwoordelijk de korpsbeheerder cq de ministers van BZK, Justitie, Defensie. 2) het verkrijgen en verwerken van kentekens op de openbare weg met behulp van camera's ten behoeve van bestrijding va ;nobiel banditisme is rechtmatig onder de voorwaarden dat: a) vooraf is vastgest dat cle'gegevensverwerking noodzakelijk is voor een naar tijd, plaats en .. _ aard gepreciseerd doel, ove. enkomstig de WPG. r \ I l I l 3) de 'hits' die zijn verkre .. v. :> ~ «kl ,,-". )-.""'~ V'<.>V" '-.......--/ -de dagelijkse politietaak kunnen verder worden rwerkt en de overige gegevens dienen - vt onmiddellijk geautomatiseerd te worden vernie d. N~ ","",,,, .,.L,.''O".;/~ l:;.. ~J--, '""'- VOV"v<"..J-.<.l -een bepaald geval (art. 9 WPG), Zwacri, mensenhandel-smokkel en terrorisme (art. 10 WPG) kunnen verder worden verwerkt en de overige gegevens dienen niet langer dan noodzakelijk te worden bewaard. Op dienen te worden vernietigd nadat zij naar redelijke inschatting niet meer va _- - .._ belang zullen zijn voor het doel van het onderzoek. Bijv. bij het inzenden van het dossier. Ir'"'''\'' "'""'~ a) er opvolging plaats vindt ten aanzien van de 'hits ,-e. / -,b) het camera toezicht kenbaar is voor de weggebruikers /4) het verwerken van politiegegevens over personen tegen wie geen enkele verdenking rust: a) uitsluitend met het oog op eventuele, in de toekomst verborgen gebeurtenissen, kent geen wettelijke basis. b) ten behoev8 van het vaststellen van ongebruikelijke (criminogene) vervoerspatronen, is rechtmatig mits dit noodzakelijk is voor een naar aard, plaats en tijd gepreciseerd opsporingsdoel als bedoeld in art. 9 en 10 WPG. 5) inzet van ANPR ter handhaving van de openbare orde in het publieke domein vindt plaats onder gezag en verantwoordelijkheid van de burgemeester ingevolge art. 151 c Gemeentewet. Ook op de verwerking van deze gegevens is de Wet Politiegegevens van toepassing. 6) het delen van ANPR-politiegegevens met externe publieke en private partijen staat gelijk aan 'verstrekken' en de Wet Politiegegevens geeft aan wanneer dit is toegestaan.
Jv..-ç
Cameratoezicht in het publieke domein door politie en KMar Het met behulp van camera's vastleggen van kentekens op de openbare weg betekent een geringe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. (Dit kan anders liggen indien het om plaatsen gaat waar men mag verwachten onbevangen zichzelf te kunnen zijn.) Het gaat om het waarnemen van gedragingen die een ieder ook met eigen ogen kan waarnemen. De bevoegdheid voor het verkrijgen van gegevens met behulp van ANPR kan, net als bij roodlichtcamera's en snelheidscamera's, kan worden ontleend 1 aan de noodzakelijkheid voor de uitvoering van de politietaak artikel 2/6 van de Politiewet 1993.
1 BRON:Tekst & Commentaar 7e druk, Bespreking artikel 2 Politiewet 1993.
"N.a.v. het Zwolsman-arrest voldoet art. 2 Pw niet meer sec als basis. Voor zover de politie met onderzoeksmethoden inbreuk maakt op grond- of mensenrechten, zoals het recht op persoonlijke levenssfeer, voldoet een algemene bepaling als artikel 2 niet, maar is een meer precieze wettelijke grondslag nodig. In die lijn zijn sindsdien een aantal arresten gewezen over observatie, waarin steeds wordt geoordeeld dat het in het aan de orde zijnde geval (bijv. aan de openbare weg, waarnemingen in de openbare ruimte, statische observatie van een bedrijfsterrein) slecht een beperkte inbreuk is gemaakt op de persoo levenssfeer waarvoor de taakomschrijving van artikel. 2 een toereikende wettelijke grondslag biedt. Zie o.a. HR 25-01-2000, NJ 2000, 279; HR 5-6-2001, NJ 2001,518; HR 1202-2002, NJ 2002, 301; 20-04-2004, LJN AL8449; HR 29-03-2005, LJN AS2752. Van belang zijn frequentie, duur, intensiteit, plaats en wijze waarop observaties zijn verricht en de mate van indringendheid ervan." •
BRON: 'iBoek, 101 vragen over Parket 2003), \---"-» opsporingsbevoegdheden van het Lexpo (OM, Lan "Surveillance op het interneG Ook dit vindt volgens de auteur zijn grondslag in artikel. 2 Politiewet jo. art. 141 van het Wetboek van Strafvordering (zolang het maar niet het karakter heeft van stelselmatige informatie-inwinning (artt. 126j en 126qa) of een pseudo-handeling (artt. 126i en 126q). Op pagina 113 wordt "vuilnissnuffel" besproken. Ook hier op grond van de taakstelling, artikel 2 Politiewet 1993. -
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
.
3
) .
Inbreuk op grondrechten, in dit geval informationele privacy, behoeven een grondslag in een materiële wet. Voor het verkrijgen van gegevens met behulp van ANPR-camera's op de openbare weg ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten bestaat geen daarop toegesneden wettelijke basis. De legitimiteit moet daarom worden gevonden in de afweging dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer gering is en dat deze voldoende wordt gerechtvaardigd door het belang voor de uitvoering van de politietaken art. 2 van de Politiewet 1993. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de opsporingstaak. Op de verkregen gegevens is de Wet Politiegegevens van toepassing en daarvoor is verantwoordelijk de korpsbeheerder cq de ministers van BZK, Justitie, Defensie. (art. 1 onder f. WPG) Er zijn in beperkte mate wettelijke eisen vastgelegd over het gebruik van camera's ten behoeve van de politietaak. Dit betreft: -inzet van camera's voor (stelselmatige) observatie krachtens de Wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden (Wetboek van strafvordering en Besluit Technische hulpmiddelen strafvordering) -het handhaven van de Wegenverkeerswet (20-22a RW Regeling Meetmiddelen Politie) -permanente observatie van een ingeslotene in een politiecel (art 31 Ambtsinstructie en Regeling Politiece lIen com plex).
Cameratoezicht in het publieke domein door het bestuur Vast cameratoezicht in het publieke domein ten behoeve van de opsporing kent geen eigen regelgeving. Cameratoezicht ten behoeve van handhaving openbare orde kent deze wél, met een democratische inbedding. Op basis van artikel 151 c van de Gemeentewet kan et toestemming van de gemeenteraad de burgemeester cameratoezicht inrichten. Hieraan worden strikte voorwaarden verbonden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien ANPR voor handhaving van de openbare orde wordt ingezet vormt artikel 151 c van de Gemeentewet daartoe het wettelijke kader. Bij het gebruik van camera's door andere instanties, zoals Justitie, AIVD, CJIB, FIOD, SIOD, AID, VROM, Douane, Rijkswaterstaat, Dienst Vervoer Gevaarlijke Stoffen, fiscus, is er sprake van andere publiekrechtelijke taken en andere wettelijke regiems: de Wet bescherming Persoonsgegevens, Wet GBA, Wet Justitiële en Strafvorde gegevens, WIV, e.d.
Wettelijk kader bij het verwerken van de verkregen ANPR-gegevens. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) is als grondrecht verankerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en nader beschreven in artikel 10 lid 2 van de Grondwet: 'de wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.' De wijze waarop politie en KMar persoonsgegevens dienen te verwerken is nader geregeld in de Wet Politiegegevens. De korpsbeheerders, resp. minister van BZK (KLPO) en Defensie(KMar) zijn hiervoor verantwoordelijk. (art 1 WPG) Een 'politiegegeven' is elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt. (art. 1 WPG) Onder het 'verwerken' van politiegegevens wordt verstaan: elke handeling of elk geheel van handel"lngen met betrekking tot politiegegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, vergelijken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vemietigen van politiegegevens;
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeUillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
4
•
•
I
Rechtmatigheid, subsidiariteit- en proportionaliteit van politiegegevens Politiegegevens mogen ingevolge art. 3 WPG slechts worden verwerkt indien ze a) rechtmatig zijn verkregen en indien dit b) noodzakelijk is en proportioneel voor het specifieke politiedoel c) Voor ANPR-toepassing zijn de volgende doelen uit de WPG relevant:: -dagelijkse politietaak -voor een bepaald geval (bijv. gegevensverwerking i.v.m. een overval, ontvoering, zedenmisdrijf e.d.) -voor georganiseerde criminaliteit (zwacri), mensenhandel-/smokkel en terrorisme Artikel 3 (noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doel binding) 1. Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bij of krachtens deze wet geformuleerde doeleinden. 2. Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover zij rechtmatig zijn verkregen en, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn. 3. Politiegegevens worden uitsluitend voor een ander doel verwerkt dan waarvoor zij zijn verkregen voor zover deze wet daar uitdrukkelijk in voorziet. 4. Bij de verwerking van politiegegevens op grond van de artikelen 9,10 en 12 worden de herkomst van de gegevens en de wijze van verkrijging vermeld.
De afweging of en in hoeverre gegevensverwerking noodzakelijk en proportioneel is ligt voor een onderzoek naar een ernstig misdrijf of zware criminaliteit anders dan voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak. In verschillende bepalingen in de WPG komt dit tot uiting. (vergelijkings- en combinatiemogelijkheden, bewaartermijnen, autorisaties, toezicht e.d.) Voordat ANPR wordt toegepast, dient te worden bepaald voor welk van deze vier doelen ANPR wordt 'aangezet' , door wie, welke termijn en welke locaties (memorie van toelichting: 'geen gegevens mogen worden verzameld zonder een precies doe!'.) 'Fishing expeditions' zonder doel bepaling zijn strijdig met artikel 3 WPG. Eenmaal binnen een doel verwerkte rechtmatige en noodzakelijke gegevens kunnen verder worden verwerkt, ook voor de andere genoemde doelen. De WPG geeft hier regels voor.
Uitspraak van het Duitse Constitutionele Hof (Bundesverfassungsgericht) van 11 maart 2008. Het B(undes)Verf(assungs)G(ericht) gaat in deze recente uitspraak in op het vraagstuk van de bevoegdheid tot het maken inbreuken met catch ken/ANPR op het grondrecht van (informationele) ijke integriteit, bewegingsvrijheid, privacy) behoeven privacy. Inbreuk op grondrechten een grondslag in een i kele verde . Zij vind d e voorgelegde regelgeving onvoldoende basis biedt voor ijk is. Het zich begeven op de openbare weg beperkt het deze inbreuk en d I zodanig dat automatische verwerking van persoonsgegevens ter recht op privacybeschermin opslag en verwerking en mogelijk hergebruik zonder meer legitiem geacht mag worden. Natuurlijk is het zo dat deze uitspraak n'let onverkort op de Nederlandse situatie kan worden gelegd. Wel is het zo dat deze uitspraak aanknopingspunten geeft voor ANPR-toepassing ons land. Het laat zien welke onderdelen van ANPR weerstandsgevoelig zijn daarom bijzondere aandacht verdienen. Hieronder volgen een aantal overwegingen van het BVerfG en wordt verbinding gelegd met de toepassing van ANPR in ons land. Net zoals voor Nederland geldt ook in Duitsland de EU richtlijn 95/46 aangaande de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en is een inbreuk op een grondrecht (inbreuk op de privacy zie art 8 lid 2 EVRM) alleen toelaatbaar voor zover hierin wordt voorzien in een materiele wet die deze inbreuk aan voorwaarden en beperkingen onderwerpt, en daarnaast noodzakelijk is in een democratische staat in het belang van (o.a.) openbare veiligheid ter voorkoming van (o.a.) strafbare feiten en wa en etc.etc. • De vraag is of de ANPR-privacyinbreuk voldoende wordt gelegitimeerd met verwijzing naar de noodzaak voor de politietaak artikel 2 Politiewet 1993 en of er niet alsnog een specifieke wettelijke basis dient te worden gelegd. Het BVerfG is van mening dat de opgestelde regeling "catchken" van de bondsstaat Hessen en Schleswig-Holstein onvoldoende duidelijke voorwaarden en beperkingen stelt (Normenbestimmtheit
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeui/lehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
und Normenklarheit) Noch de aanleiding voor het verzamelen en bewaren van de data noch het onderzoeksdoel is voldoende duidelijk benoemd. • Aanbevelingen voor ANPR-toepassing -biij elke inzet het specifieke doel te benoemen naar aard, tijd en plaats, overeenkomstig de artikelen 8 tlm 13 van de WPG -bij het verwerken van de verkregen ANPR-gegevens de WPG strikt in acht te nemen -goed beschreven en ingerichte werkprocessen kunnen hierbij ondersteunen. Het BVerfG concludeert dat er is sprake is van een ingrijpende inbreuk op de privacy wanneer het kenteken en de kentekengegevens niet onmiddellijk na vergelijking met de hitlist (Fahndungsbestand) worden gewist of minstens geanonimiseerd. BVerfG vindt dat er slechts dan geen sprake van een ingrijpende inbreuk op het recht op privacy is, indien de ANPR data onverwijld wordt vergeleken met een Hotlist en alle no-hits anoniem blijven en direct spoorloos, zonder herleiding naar persoonsgegevens, worden gewist. In dit geval is het verzamelen van de gegevens ook geen rechtvaardiging om een risicoanalysebestand (Gefährdungstatbestand) aan te leggen. Daarnaast benadrukt het BVerfG dat het gebruik van ANPR door de Duitse Politie gemakkelijk disproportioneel wordt door de mogelijkheden van de techniek. • Dit sluit aan bij onze conclusie dat het verwerken van politiegegevens over personen uitsluitend met het oog op eventuele, in de toekomst verborgen gebeurtenissen, tegen wie geen enkele verdenking rust, disproportioneel en onrechtmatig is. (advies 3a bovengenoemd)
Ingevolge artikel 1 WPG is verantwoordelijk voor het bepalen van het specifieke doel, voor de bewaartermijnen, autorisaties, beheer, beveiliging, protocollering, toezicht e.d: In regionale politiekorpsen: -de korpsbeheerder In het Korps lande politiediensten: -Minister van BZK; Bij de Koninklijke rnarechaussee: -Minister van Defensie; Bij een gemeenschappelijke verwerking: -de verantwoordelijke belast met de feitelijke zorg De Wet Politieregisters en de bijbehorende privacyreglementen zijn per 1.1.08 vervallen. Zaken die door de verantwoordelijke in privacyreglementen waren geregeld zoals beheer, beveiliging, wie heeft er toegang, bewaartermijn etc. zijn nu opgenomen in de WPG of het bijbehorende Besluit of moeten worden opgenomen in regionale en landelijke werkprocessen, richtlijnen etc. Tot 31.12.2009 kan hierb'lj worden ondersteund door het Landelijke Project Implementatie WPG bij de vtsPN.
Voor welke doelen mogen ANPR-politiegegevens worden verkregen en verwerkt? De WPG benoemt limitatief de volgende algemene politie doelen. 1. "uitvoering van de dagelijkse politietaak" (artikel 8 WPG) -noodzakelijk voor de opsporing en voor taken ten dienste van justitie, zoals het opsporen van gestolen auto's, ontzegging rijbevoegdheid, innen van boetes, opsporingsverzoeken, vermiste personen, onverzekerd rijden, Wet Mulder, Vreemdelingenwet. -de ANPR-'hitlijst' kan gegevens bevatten van gezochte verdachten, gedetineerden, TBS-ers, gestolen auto's, vermiste personen, openstaande vonnissen, rijontzeggingen e.d. Gegevens die worden bewaard blijven maximaal 5 jaar beschikbaar voor het dagelijks politiewerk en daarna nog eens vijf jaar voor klachten en bijzondere situaties. Het bewaren van gegevens over personen tegen wie geen verdenking rust zou disproportioneel zijn. Door alleen de 'hits' te verwerken en te bewaren en de overige gegevens zo spoedig mogelijk te vernietigen, wordt aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit voldaan. -Advies: alleen de 'hits' worden verder verwerkt. De politiegegevens van personen op wie geen enkele verdenking rust, zijn niet relevant en worden onmiddellijk geautomatiseerd vernietigd. 2.
opsporing in een bepaald geval/onderzoek. (artikel 9 WPG, oud 'tijdelijke register') Een geval is een naar tijd beperkte gebeurtenis of situatie. Zoals een overval, brandstichting, doodslag, drugshandel etc. (bijv. een passantenonderzoek m.b.v. ANPR omdat op een parkeerplaats langs de snelweg een vermoorde persoon is gevonden) De ANPR-hitlijst kan bijv. worden gevoed met kentekens zoals nu ook plaats vindt met een Melding Recherche Onderzoeken(MRO)
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
6
•
•
3.
4. 5.
analyse/onderzoek naar ongebruikelijke vervoerspatronen ANPR-Gegevens kunnen ook worden onderzocht op vervoerspatronen die duiden op criminaliteit. Herhaalde grensoverschrijdingen op een bepaalde plaats en bepaalde tijden kunnen duiden op illegale import van wapens of vuurwerk export van gestolen auto's, mensensmokkel e.d.) Bij de traditionele fysieke ad hoc controles is het (te) arbeidsintensief om hier een beeld van te krijgen. Indien vooraf het doel van de verwerking wordt bepaald is inzet van ANPR en gegevensverwerking mogelijk. (doel is bijv. 'opsporing illegale vuurwerkimport vanuit België sept-dec 2008' of ladingdiefstallen van vrachtauto's langs de A6?) Bewaren van bulkgegevens. Het is denkbaar dat ten behoeve van een specifiek onderzoek gedurende een afgebakende periode duizenden kentekens worden verwerkt. Deze kunnen dan totdat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan worden bewaard (en nog vijf jaar daarna t.b.V. verantwoording, klachten en bijzondere gevallen). Het ligt in de rede dat een deel van de vergaarde gegevens op een aantal beslissende momenten in het proces worden geschoond vanwege het feit dat zij naar redelijke inschatting niet meer van belang zullen zijn voor het onderzoek. Als toetsmoment kan bijv. de inzending van het dossier worden gekozen. MvT)
inzicht in de betrokkenheid van personen bij bepaalde ernstige bedreigingen (art. 10 WPG) Dit ter verwerving van een informatiepositie ter voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit en de bestrijding van mensenhandel en terrorisme. ANPR kan hierbij ondersteunen. De WPG stelt extra waarborgen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. (beperkte kring van geautoriseerden, periodieke toets e.d.) Ook hier geldt dat het verwerken van grote hoeveelheden (bulk-)gegevens denkbaar is. Het ligt in de rede dat een deel van de gegevens bij de periodieke toetsmomenten worden geschoond omdat zij naar redelijke inschatting niet meer van belang zullen zijn voor het onderzoek. (MvT) De 'hits' worden verder verwerkt overeenkomstig de WPG. Informantgegevens (artikel 12 WPG) gegevensverwerking voor ondersteunende taken (o.a. de landelijke verwerkingen zoals HKS, LORS, VICLAS, HAVANK, NSIS etc.)
Maximale bewaartermijnen van de WPG Artikel8 Dagelijkse politietaak (5 + 5 jaar) • De gegevens worden vernietigd zodra zij niet langer noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak en worden in ieder geval uiterlijk vijf jaar na de datum van eerste verwerking verwijderd (8 lid 6 WPG) • 1 jaar breed verwerkbaar incl personen op wie geen verdenking rust, daarna • 4 jaar ten behoeve van vergelijken en combineren, en daarna o.b.v. art. 14 nog • 5 jaar beschikbaar voor klachten, verantwoording, en in b'ljzondere gevallen met toestemming bevoegde gezag t.b.V. artikel-9 en -10-onderzoeken. • daarna vernietigen dan wel opnemen in archief indien van cultuur-historische waarde Artikel 9 Onderzoek in een bepaald geval (zolang als nodig is voor het doel + 5,5 jaar) • Tot het doel van het onderzoek is bereikt (=vonnis is in kracht van gewijsde gegaan) • Daarna nog een half jaar t.b.v. verwerking art. 8,10 of 12 (restinformatie) • Daarna 5 jaar beschikbaar voor klachten, verantwoording, en in bijzondere gevallen met toestemming van het bevoegde gezag voor artikel-9 en -10 onderzoeken. (art. 14 WPG) • daarna vernietigen dan wel opnemen in archief indien van cultuur-historische waarde Artikel 10 Zwacri/CIE, alsmede themaregisters Mensenhandel en terrorisme (5 + 5 jaar) • Niet langer dan noodzakelijk voor het doel met een maximum van: • vijf jaar na laatste verwerking, met een periodieke noodzakelijkheidstoets • Daarna 5 jaar beschikbaar voor klachten, verantwoording, en in bijzondere gevallen met toestemming van het bevoegde gezag voor artikel-9 en -10 onderzoeken. (art. 14 WPG) • daarna vernietigen dan wel opnemen in archief indien cultuur-historische waarde Artikel 12 Informanten (10 jaar) • periodieke noodzakelijkhheidstoets en na 10 jaar vernietigen Artikel 13 Ondersteunende taken • dit moet nog bij ministerieel besluit worden vastgesteld.
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Konink/üke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
7 Ü9 4
Mag ANPR worden ingericht samen met de publieke en private sector? -- " \, ToekOmst i enario. Dat een" et op de Toezichthoudende Overheid" het mogelijk maakt dat de overheid boven alle snelwe n camera's aanbrengt. Daarop kunnen dan bevoegde bestuursorganen inloggen en vens betrekken t.b. v. toezicht op de naleving van wettelijke bepalingen: de politie en KMar voor de politietaak, rijkswaterstaat voor wegbeheer en file beveiliging, gemeenten voor tolheffing, de belastingdienst voor rekening rijden en motorrijtuigenbelasting, de RDW voor APK en WAM, Justitie voor tenuitvoerleggingen, de douane voor controle van invoer/uitvoer, de AIVD voor terrorisme bestrijding etc. Zover is het echter (nog) niet. Landelijk wordt onderzocht of het mogelijk en wenselijk is om gezamenlijk met andere publieke partijen ANPR in te richten of te gebruiken. Uit het oogpunt van kostenbesparing en het delen van gegevens als meerwaarde voor samenwerking is dit een begrijpelijke gedachte. Door bij de uitrol van ANPR andere bestuursorganen/toezichthouders te laten aansluiten bij ANPRcameratoezicht, neemt de politie de rol van de brede toezichthoudende overheid op zich, onder de vlag van bestrijding van mobiel banditisme. De vraag is of dit wettelijk kan. Niet uitgesloten moet worden dat private partijen toepassingsmogelijkheden gaan ontdekken van ANPR of worden ingeschakeld door de publieke sector. Samenwerking bij cameratoezicht vindt nu bijv. al plaats bij de beveiliging van industrieterreinen.
Verstrekken van politiegegevens door de politie/KMar aan publieke en private partijen Het delen van de door de politie/KMar met behulp van ANPR verkregen politiegegevens met andere partijen staat gelijk aan het 'verstrekken' aan derden. Dit is alleen toegestaan in de in de Wet Politiegegevens genoemde gevallen aan genoemde personen en instanties. De WPG biedt zeker wel mogelijkheden om ANPR-gegevens aan derden te verstrekken. Bijvoorbeeld in het kader van een samenwerkingsverband(art. 20 WPG). De verstrekkingsmogelijkheden worden genoemd in artikel 7 en in paragraaf 3 van de Wet Politiegegevens annex het Besluit Politiegegevens. Hieraan dient het delen of verstrekken van gegevens te worden getoetst Het geautomatiseerd verstrekken bijv. van gegevens is slechts (ten dele) toegestaan aan enkele met namen genoemde instanties. (o.a. MOT, IND, OM, AIVD). Ook ten aanzien van de ontvangers geldt een geheimhoudingsplicht. Zij politiegegevens alleen voor het verstrekkingsdoel gebruiken en niet opnemen in een bestand dat ook voor andere doeleinden wordt gebruikt. Artikel 7 (geheimhoudingsplicht) 1. De ambtenaar van politie of de persoon aan wie politiegegevens ter beschikking zijn gesteld is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht, de bepalingen van paragraaf 3 verstrekking toelaten of de politietaak in bijzondere gevallen tot verstrekking noodzaakt. 2. De persoon aan wie politiegegevens zijn verstrekt is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht of zijn taak daartoe noodzaak!. 3. Artikel 272, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht is niet van toepassing.
/
Draágviak en 'function creep' gezamenlijke verkrijgen en delen van gegevens door verschillende partners voor verschillende behulp van ANPR maakt de gegevensverwerking diffuus. Bijvoorbeeld: bij de I , aanpak van een 'vrijplaats' komen de "hits" van de belastingdienst, milieutoezicht en . terecht in een politieverwerking. Daarmee komen deze gegevens ook beschikbaar voor en binnen de politietaak. Dit geldt evenzeer voor politiegegevens die bij belastingdienst en terecht komen. ('function creep') Nog sterker wordt het risico wanneer een van de partijen r doel noodzakelijk vindt om grote hoeveelheden bulkgegevens van ook personen op wie ng rust te bewaren en te verwerken. De minister beaamde op kamervragen dat 'function Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
8
creep' vermeden moeten worden. Het gaandeweg 'bijschuiven' van partners met hun op zich legitieme doelen zal leiden tot ondoorzichtigheid en mogelijk onvoorziene en ongewenste combinatiemogelijkheden. (gemeentebrief thuisgestuurd: 'wilt u voortaan aub via de aangegeven route onze dierentuin bezoeken'). Dit kan draagvlakverlies tot gevolg hebben voor het op zich bij de burgers wellicht breed gedragen politiedoel van ANPR ('boeven vangen"). Het delen van gegevens met andere partijen uit de publieke en private sector voor hun - op zich legitieme - doelen draagt het risico van collusie in zich en kan het draagvlak voor ANPR-toepassing door de politie bij burgers ondermijnen. Mogen ANPR-foto's afbeeldingen van bestuurderIinzittenden bevatten? Indien ANPR-foto's herkenbare afbeeldingen bevallen van personen (bestuurder/inzittenden) zijn dit gevoelige gegevens volgens artikel 5 WPG, omdat daaraan raskenmerken kunnen worden ontleend. Dit mag slechts plaats vinden in aanvulling op de verwerking van andere politiegegevens en voor zover dit voor het doel van de verwerking onvermijdelijk is. Indien alleen het kenteken noodzakelijk is, dient te worden volstaan met het vastleggen van de achterzijde van het voertuig of in te zoomen op alleen het kenteken, tenzij dit onvermijdelijk is. Beveiliging van ANPR-politiegegevens (artikel 4 WPG) De verantwoordelijke treft passende technische en organisatorische maatregelen om de politiegegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen dienen een passend beveiligingsniveau te garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging en gelet op de risico's die de verwerking en de aard van de politiegegevens met zich meebrengen. • geadviseerd wordt hiernaar een separaat onderzoek te laten doen, uitmondend in een beveiligingsadvies Autorisaties voor het verwerken van ANPR-politiegegevens (artikel 6 WPG) De verantwoordelijke autoriseert in beginsel uitsluitend en strikt ambtenaren van politie en KMar voor het verwerken van politiegegevens. In bijzondere gevallen kan hij derden autoriseren, mits die onder zijn beheer vallen. Er kan ook worden gekozen het laten verwerken door een bewerker. WPG artikel 1 onder i bewerker: degene die ten behoeve van de verantwoordelijke politiegegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen.
Verstrekken van persoonsgegevens door publiek-private partijen aan de politie/KMar. De persoonsgegevens die door andere partijen met behulp van ANPR worden verkregen vallen niet onder de werking van de WPG, maar onder andere wettelijke regiems. Het antwoord op de vraag of andere partijen aan de politie gegevens mogen verstrekken/delen moet worden gevonden in andere wetgeving: -de Wet Bescherm·lng Persoonsgegevens(WBP). Dit betreft het overgrote deel van de pUblieke en private sector: (beveiligingsbedrijven, gemeenten, provincies, winkels, horeca belastingdienst, verzekeringen, banken, leasebedrijven, rijkswaterstaat, providers, scholen, UWV, CWI, RDW, etc.) Verder: -Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens (WJSG, Openbaar Ministerie) -Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten(WIV, AIVD en MIVD) -Wet GBA (v.w.b. verwerking bevolkingsgegevens bij gemeente) -etc. Deze partijen mogen hun persoonsgegeven alleen verwerken en verstrekken in overeenstemming met hun verzameldoeI. Voor het verkrijgen door de politie van deze persoonsgegevens ten behoeve van de opsporing, is in bijna alle gevallen een vordering ingevolge Wet Vorderen Gegevens (artt. 126 Sv e.v.) vereist.
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeuilfehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
9
096
Conclusies en aanbevelingen 1.
ANPR is - afhankelijk van de diepte en breedte van de toepassing - een zwaardere dan wel geringere inbreuk op het grondrecht op informationele privacy. Zij behoeft een grondslag in een materiële wet. Voor het verkrijgen van gegevens met behulp van ANPR-camera's op de openbare weg ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten bestaat geen daarop toegesneden materiële wette basis. Legitimiteit van gegevensverwerking met behulp van ANPR moet worden gevonden in de afweging enerzijds dat de betreffende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer gering is en anderzijds dat deze wordt gerechtvaardigd door het belang voor de uitvoering van de politietaak art. 2/6 Politiewet 1993. 2. dat de verwerking van de 'hits' kan worden aangemerkt als geringe privacy-inbreuk. dat de verdere verwerking (bewaren, gebruiken etc.) van ANPR-gegevens, de 'no-hits', dus over personen op wie geen enkele verdenking rust, een zodanig zwaardere inbreuk betekent dat hiervoor een duidelijker basis moet worden gevonden of gelegd in materiële wetgeving. 4. de 'hits' die zijn verkregen ten behoeve van I a) de dagelijkse politietaak (art. 8 WPG) kunnen verder worden verwerkt overeenkomstig de \ WPG. De 'no hits' dienen onmiddellijk geautomatiseerd te worden vernietigd. . b) een bépaald gevaf (art. 9 WPG), Zwacri, mensenhandel-smokkel en terrorisme (art. 10 WPG) kunnen verder worden verwerkt. De overige gegevens dienen niet langer dan noodzakelijk te worden bewaard. Zij dienen te worden vernietigd nadat zij naar red inschatting niet meer van belang zullen zijn voor het doel van het onderzoek. Bijv. bij het inzenden van het dossier. 5. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de opsporingstaak en dient bij de toepassing van ANPR een stem te hebben bij de rechtmatigheids- en proportionaliteitsafweging. 6. Op de verkregen gegevens is de Wet Politiegegevens van toepassing en voor de verwerking er van zijn verantwoordelijk de korpsbeheerder cq de ministers van BZK, Justitie, Defensie. 7. dat de bepalingen van de Wet Politiegegevens worden verwerkt in gevalideerde en geborgde werkprocessen. Wij adviseren om hierbij ondersteuning te vragen aan het landelijke Implementatiebureau en helpdesk voor de WPG bij de vtsPN. dat ANPR alleen wordt ingezet indien geborgd is dat er opvolging plaats vindt t.a.v. 'hits dat het cameratoezicht kenbaar is voor de weggebruikers. Bijv. door de camera's in het zicht te ??"s""", hangen en te voorzien van de politie-striping en/of plaatsing van een bord 'cameratoezicht politie' /1 à. het verwerken van politiegegevens, uitsluitend met het oog op eventuele in de toekomst \ '--,/./ verborgen gebeurtenissen over personen tegen wie geen enkele verdenking rust, moet vanwege het ontbreken van de in de WPG vereiste doelprecisering, als onrechtmatig worden beschouwd. Zonder doelprecisering kan geen noodzakelijkheidstoets worden gedaan. Een dergelijke omvangrijke en ongerichte gegevens verwerking betekent een zodanig zware inbreuk op het privacygrondrecht, dat daarvoor een materiële wettelijke basis dient te worden gevonden of gelegd. 11. het gebruiken van ANPR-gegevens ten behoeve van het vaststellen van ongebruikelijke (criminogene) vervoerspatronen is rechtmatig mits dit noodzakelijk is voor een vooraf naar aard, plaats en tijd gepreciseerd opsporingsdoel, conform artikel 9 of 10 van de WPG. (bijv. ' opsporing illegale vuurwerkimport uit België, najaar 2008 of 'opsporing daders ladingdiefstallen van vrachtauto's langs de snelwegen in de regio Brabant-Midden in 2008'. Toepassing voor de dagelijkse politietaak art. 8 WPG ligt minder voor de hand en al snel zal er sprake zijn van disproportionaliteit. 12. het delen van gegevens met externe publieke en private partijen van ANPR-politiegegevens staat gelijk aan 'verstrekken'. De Wet Politiegegevens geeft aan in welke gevallen en in hoeverre de politie gegevens mag verstrekken en aan welke personen en instanties. Dit kan bijvoorbeel in het kader van samenwerking of in bijzondere gevallen, onder voorwaarden. 13. Het gezamenlijk met publieke of private partners inrichten van ANPR voor verschillende doelen leidt tot onduidelijkheid voor de burger en draagt het risico van collusie en 'function creep' in zich en wordt ontraden. 14. Indien het technisch mogelijk is met één camera voor verschillende publieke en private partijen en doelen gegevens gescheiden vast te leggen, is er geen sprake van 'verstrekken' in de zin van de WPG. De situatie moet dan worden beveiligd om onbevoegde kennisneming/gebruik van politiegegevens te voorkomen. Beveiligingsmaatregelen worden beschreven in de Regeling Informatiebeveiliging Politie.
(J
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklijke Marechaussee voor de portefeui//ehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
(
10
097
Literatuurlijst • • • • • • • • • • •
Voorstel wetswijziging gemeentewet 2004-2005 nr. 29440 ('nota n.v.a. verslag') Wet en Besluit Politiegegevens en de Memorie van Toelichting Concept-nota "ANPR, naar een landelijke toepassing" Handreiking cameratoezicht CBP CBP-advies op wijzigingsvoorstel van de WIV Wenkend Perspectief en "Nodale oriëntatie". Privacyreglement Catch-ken R'dam-Rijnmond CBP-handreiking Cameratoezicht ANPR-kamervragen en memorie van antwoord van de minister Advies RAVEH-consultancy over ANPR door BRNON, febr. 2008 Uitspraak van het Duitse Constitutionele Hof (Bundesverfassungsgericht) van 11 maart 2008.
Privacy advies over toepassing van ANPR door politie en Koninklüke Marechaussee voor de portefeuillehouder "Politiegegevens" van de Raad van Hoofdcommissarissen 28 april 2008
11
098