Basiskwalificaties van de kopklas voor allochtone leerlingen
schoolloopbaan voo
r- e
ta
nv r voo o e g s c h ool rtij se e dig duc sch atie oo on l de ver rw lat e ijs n ka ns en
alb
ele id
>> Het doel voor ogen >>>>>>>>>
Het bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstand
De kracht van de kopklas
>>
> > > > > > > > > > > > > Het doel voor ogen
De kra c ht van de kopklas 3
H et bestrijden en vo o r komen van onderwijsa c hte r stand Ba s i s k wa l i f i c at i es van de kopklas voor all o c htone leerlingen
Colofon
Tekst:
Sardes: Karin Vaessen en Karin Hoogeveen Schooladviescentrum Utrecht: Paul Stassen
Fotografie:
William Opheij Fotografie
Uitgave:
Transferpunt Onderwijsachterstanden, Den Haag
Vormgeving: Faces Reclame & Marketing bv, Veghel Distributie:
www.lcowijzer.nl
Mei 2003
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
>>
4
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
I n h o u d s o p g ave Inleiding
7
1
Wat is een kopklas?
9
2
Wat bepaalt het succes van de kopklas?
15
2.1
Basiskwalificaties van de kopklas
15
2.2
Succesfactoren
20
3
Meer weten?
31
5
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
>>
6
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Inleiding Kopklassen zijn in Nederland geen nieuw verschijnsel. Al ruim tien jaar nemen in de gemeente Leiden en Utrecht talentvolle allochtone leerlingen met een taalachterstand na de basisschool deel aan de kopklas. Deze leerlingen krijgen een jaar lang zeer intensief taalonderwijs, waardoor de overgang naar een havo- of zelfs vwo-afdeling voor deze leerlingen mogelijk wordt. Sinds 2001 zijn meer gemeenten met een kopklas gestart. Kopklassen zijn nu
7
ook te vinden in Almere, Delft, Rotterdam en Amsterdam. Een aantal gemeenten is inmiddels bezig met het treffen van voorbereidingen voor het starten van een kopklas of hebben deze optie serieus in overweging.
Een verklaring voor de toegenomen aandacht voor de kopklas is dat het wordt gezien als een goed instrument binnen het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goa) en tevens als een directe uitwerking van de doelstellingen van het Landelijk beleidskader. Met name in het kader van het ondersteunen van de schoolloopbaan kan de kopklas resulteren in een groter aandeel allochtone leerlingen in het havo en vwo.
De verwachting is dat we aan de vooravond staan van een verdere groei van kopklasvoorzieningen in Nederland en dat het tijd is om te leren van de opgedane ervaringen. De belangrijkste vraag die we in deze brochure zullen beantwoorden is: “Wat zijn de wezenlijke kenmerken van een kopklas en welke factoren dragen bij aan het succes”? De brochure levert hiermee interessante informatie voor gemeenten, scholen en begeleiders die meer willen weten over de kopklas.
We beginnen in hoofdstuk 1 met algemene informatie over de kopklasvoorziening. De algemene kenmerken worden beschreven en we geven hier en daar variaties aan. Vooral de lezer die niet of nauwelijks bekend is met het verschijnsel kopklas, krijgt hiermee een goed totaaloverzicht. In hoofdstuk 2 gaan we dieper in op de basiskwalificaties van de kopklas en de voorwaarden voor succes.
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
In het laatste hoofdstuk (3) vindt u praktische informatie zoals adressen en achtergrondliteratuur. Hierin is tevens een gezamenlijk ondersteuningsaanbod opgenomen van Sardes en het Schooladviescentrum Utrecht voor de invoering van kopklassen.
>>
8
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
1. Wat is een ko p k l a s ? In dit eerste hoofdstuk wordt de kopklas in grote lijnen geschetst. In het volgende hoofdstuk wordt een aantal van deze aspecten verder uitgewerkt.
Wat is een (internationale) kopklas?
Een internationale kopklas is een extra jaar basisonderwijs voor allochtone leerlingen die aan het einde van de basisschool nog teveel taalachterstand
9
hebben om door te kunnen stromen naar het havo of vwo, terwijl ze daar wel de capaciteiten, de motivatie en de inzet voor hebben. In sommige gemeenten richt de kopklas zich ook op doorstroming naar de theoretische leerweg van het vmbo.
Wat is de bedoeling van de kopklas?
Het doel van de kopklas is om leerlingen met een taalachterstand in één jaar zodanig bij te spijkeren op het gebied van de Nederlandse taal, dat zij een betere start hebben in (een hogere vorm van) het voortgezet onderwijs en meer kans hebben op het succesvol afronden van hun opleiding.
Mijn naam is Hayat en ik heb 4 jaar geleden in de kopklas gezeten. Ik had een achterstand met de Nederlandse taal. Het heeft me erg geholpen. Ik maakte vooral veel fouten met de lidwoorden. Ik ging ook vooruit met rekenen. Het was voor mij een bijzondere ervaring. Op de basisschool heb ik nooit zoveel Nederlands gehad als in de kopklas. Dankzij die klas doe ik nu vwo en zit ik in de vijfde. Ik zou iedereen het advies willen geven deze klas te doen als je achterstand met de Nederlandse taal hebt.
Groeten van Hayat Oud-kopklasleerling Leiden
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
Waarom is een kopklas nodig?
Het is nog steeds zo dat allochtone leerlingen ondervertegenwoordigd zijn in het havo en vwo. Zij starten vaak al met een taalachterstand in het basisonderwijs en het lukt veelal niet om in acht jaar deze achterstand ten opzichte van autochtone leerlingen weg te werken. Ook zijn er leerlingen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen en nog onvoldoende Nederlands hebben geleerd om door te stromen naar het havo of het vwo. Het gaat in alle gevallen
>>
om leerlingen die op zich de capaciteiten hebben om het niveau van deze 10
vormen van voortgezet onderwijs aan te kunnen, maar voor wie de Nederlandse taal een struikelblok vormt. Dit heeft als gevolg dat zij ofwel helemaal niet doorstromen naar het havo of vwo, ofwel later problemen krijgen in deze vormen van voortgezet onderwijs en alsnog afstromen.
Verliezen de leerlingen hiermee een jaar?
Leerlingen die de kopklas volgen, doen een jaar langer over het basisonderwijs. Ze krijgen in dat extra jaar veel en intensief taalonderwijs. Daardoor wordt de kans op succes in het vervolgonderwijs groter en lijkt de kans op zittenblijven of voortijdig schoolverlaten verderop in de schoolloopbaan kleiner. Omdat de kopklas onder het basisonderwijs valt, telt het extra jaar niet mee voor de maximale verblijfsduur in het voortgezet onderwijs.
Voor wie is de kopklas bestemd?
De internationale kopklas is bedoeld voor leerlingen met een niet-Nederlandstalige achtergrond, die bij aanvang niet ouder zijn dan 13 jaar. Het kan gaan om kinderen die in Nederland zijn geboren (de zogenaamde onderinstromers), maar ook om kinderen die later naar Nederland zijn gekomen (de zogenaamde neveninstromers). De verhouding tussen beide groepen kan sterk verschillen per kopklasvoorziening. Zo zien we dat er in sommige gemeenten hoofdzakelijk kinderen uit de traditionele migrantengroepen de kopklas bezoeken, terwijl de kopklasvoorziening in andere steden vooral bezocht wordt door kinderen die rechtstreeks uit de eerste opvang komen.
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Hoe is de toelating geregeld?
De leerkracht van groep 8 speelt een sleutelrol in het proces van aanmelding voor en toelating tot de kopklas. Deze bepaalt of een leerling gebaat is bij een jaar kopklas. Uitslagen van toetsen worden in de beslissing meegewogen.
Hoe groot is de kopklas?
Idealiter zitten er tussen de twaalf en de vijftien leerlingen in een kopklas. Een enkele keer komt het voor dat er een paar leerlingen extra worden toegelaten, als er veel aanmeldingen zijn dat jaar.
11
Wat doen leerlingen in de kopklas?
Het belangrijkste vak in de kopklas is de Nederlandse taal, waarbij het zwaartepunt ligt op de woordenschat en het begrijpend lezen. Spelling, grammatica en technisch lezen krijgen eveneens veel aandacht. Daarnaast krijgen de leerlingen rekenen, Engels, aardrijkskunde, geschiedenis en gymnastiek. Deze laatste vakken worden alleen zodanig onderwezen dat het eindniveau van groep 8 in stand wordt gehouden. Soms maken ook informatica en studielessen onderdeel uit van het lesprogramma, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
Wat zijn de resultaten van de kopklas?
Tot nog toe zijn de resultaten in de steden waar de kopklas al wat langer bestaat positief. Het overgrote deel van de leerlingen krijgt na een jaar kopklas een hoger advies voor het voortgezet onderwijs dan zij aan het einde van groep 8 kregen. Zo wijst onderzoek in Utrecht uit dat 93 procent van de kopklasleerlingen doorstroomt naar het havo en vwo (en in dit geval ook de theoretische leerweg van het vmbo). De uitval in de kopklassen zelf is vrijwel nihil. In Leiden, waar de kopklas al sinds 1991 bestaat, blijkt dat driekwart van de leerlingen drie jaar na de kopklas in het type vervolgonderwijs te vinden is, waarvoor zij het advies hebben ontvangen, of zelfs hoger. Ter vergelijking, ander onderzoek onder Turkse en Marokkaanse leerlingen wijst uit dat iets meer dan de helft van de havo/vwo-starters na een aantal jaar op het havo of vwo zitten. Leerkrachten en oud-leerlingen geven
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
verder aan dat niet alleen het Nederlands vooruit is gegaan, maar dat de kopklas ook een positief effect op het zelfvertrouwen van de leerling heeft.
Hoi,
Ik heet Ghazal. Mijn vaderland is Afghanistan. Ik woon in Nederland ongeveer
>>
12
7 jaar. Ik woon nu in de stad Utrecht. Ik heb over de Internationale Kopklas gehoord van mijn meester. Eerst mocht ik van de meester met Cito meedoen. Als het resultaat slecht was moest ik naar de Internationale Kopklas. Toen na drie weken de uitslagen kwamen had ik vmbo gehaald. (score 524) Ik was heel erg verdrietig mijn vader ook. De meester vond dat ik hoger kon halen en dus moest ik toch naar de Internationale Kopklas. Ik werd aangenomen in de Internationale Kopklas. Zal ik je wat vertellen: Het beste schooljaar was het Internationale Kopklas jaar. Als je naar de Internationale Kopklas komt krijg je vanzelf zelfvertrouwen. Twee weken geleden was het weer zover. We kregen onze Cito uitslagen. Ik ben 19 punten gestegen. Ik heb vwo gehaald. (score 543) Ik was er heel erg blij mee. En dat heb ik te danken aan mijn meester Jan van Embden en aan mijn juffrouw Mariane van Embden. Door mijn meester en juffrouw ben ik zover gekomen. Dus als je zwak bent met taal, moet je zeker naar de Internationale Kopklas gaan.
Ghazal, leerling kopklas Utrecht, Locatie La Bohèmedreef
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Waar zijn de kopklassen gehuisvest?
Hoewel de kopklassen administratief onder het basisonderwijs vallen, het rooster gevuld is met lesstof van het basisonderwijs en de leerkrachten ook dikwijls afkomstig zijn uit het basisonderwijs, zijn ze ondergebracht bij een school voor voortgezet onderwijs. Voordeel hiervan is dat ouders en leerlingen de kopklas niet ervaren als zittenblijven en leerlingen alvast kunnen wennen aan de cultuur en gebruiken van de school voor voortgezet onderwijs.
13
Wie betaalt de kopklas?
De kopklas wordt bekostigd als regulier basisonderwijs en krijgt extra gelden uit de 1.9-leerlinggewichten. Daarnaast zien we dat kopklassen (deels) gefinancierd worden uit goa-middelen en/of uit het budget voor onderwijskansenbeleid. Financiering vindt dus meestal plaats door middel van een combinatie van schoolgebonden middelen en goa- en onderwijskansenmiddelen.
Wie houdt er toezicht op de kopklas?
Doorgaans is er een lokale begeleidingscommissie ingesteld, die enkele malen per jaar bijeenkomt om de kopklas van raad en daad te voorzien. Hierin kunnen vertegenwoordigers zitten van schoolbesturen, scholen voor basis- en voortgezet onderwijs, de gemeente (bijvoorbeeld een ambtenaar belast met goa) en de schooladviesdienst.
Wat is het verschil tussen een kop- en een voetklas?
Een voetklas is – in tegenstelling tot een kopklas – niet alleen ondergebracht bij, maar ook administratief gekoppeld aan een school voor voortgezet onderwijs. Dat heeft verschillende consequenties. De financiering verloopt anders, namelijk door middel van cumi-gelden, de docenten die lesgeven in de voetklas vallen onder de cao van het voortgezet onderwijs en het jaar kopklas telt voor de leerlingen wettelijk gezien mee voor de maximale verblijfsduur in het voortgezet onderwijs. De inhoud van het curriculum van een voetklas hoeft niet te verschillen van dat van een kopklas.
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
>>
14
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
2. Wat bepaalt het succes van de ko p k l a s ? De kopklas is een gerichte interventie om taalachterstanden bij leerlingen met latent talent te bestrijden. Het inrichten van een kopklas vraagt om het durven maken van keuzes, alleen dan kunnen de gewenste effecten worden bereikt. Een betrokkene verwoordt dit als volgt: “Het is geen schot hagel, maar een gerichte maatregel voor een beperkt aantal leerlingen“ (Bongers, Hoogeveen en Vaessen 2002). De bewuste keuzes binnen de opzet van de kopklas liggen
15
op het vlak van de doelstellingen, de doelgroep, het curriculum en de didactische aanpak. Op elk van die essentiële basiskwalificaties gaan wij in paragraaf 2.1 dieper in. Tezamen vormen zij de essentie van de kopklas. Daarnaast is er ook een aantal andere voorwaarden verantwoordelijk voor het succes. Deze succesfactoren worden in paragraaf 2.2 besproken.
2.1 Ba s i s k wa l i f i c at i es van de ko p k l a s
Aan welke essentiële kernfactoren dient een kopklas minimaal te voldoen?
Doelstelling
De doelstelling van de kopklas is het zodanig verkleinen van de taalachterstand van anderstalige leerlingen afkomstig uit groep 8 van de basisschool (eventueel aangevuld met leerlingen rechtstreeks uit de eerste opvang) dat zij aan het einde van dat extra jaar de Nederlandse taal op een zodanig niveau beheersen dat doorstroming naar een hoger type vervolgonderwijs - in vergelijking met het eindadvies van de basisschool - mogelijk is. Het is belangrijk om de lokale doelstelling zo concreet en meetbaar mogelijk te formuleren, ook met het oog op de evaluatie van het goa-beleid. In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid kan de kopklas ingezet worden ter verbetering van de schoolloopbaan van allochtone leerlingen en het vergroten van het percentage allochtone leerlingen in havo- en vwo-afdelingen. Naast de effecten op taal, wordt in de praktijk ook melding gemaakt van nevenresultaten die meer divers van aard kunnen zijn. We noemen het vergroten van het zelfvertrouwen van allochtone leerlingen, het vergroten van de culturele
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
bagage en het vertrouwd raken met de Nederlandse cultuur. Ook de transfer van expertise op het gebied van taalonderwijs aan anderstaligen van basisscholen naar scholen voor voortgezet onder wijs met veel allochtone leerlingen wordt als neveneffect van de kopklas aangemerkt.
Doelgroep
Gezien de duidelijk begrensde doelstelling van de kopklas dient ook de doelgroep
>>
16
zo goed mogelijk afgebakend te zijn. Belangrijk is dat de leerlingen niet te veel verschillen in de reden waarom zij aan het einde van groep 8 niet op eigen kracht kunnen doorstromen naar het havo of vwo. Het gaat om een specifieke groep niet-Nederlandstalige leerlingen die het Nederlands nog niet voldoende beheersen. De groep is homogeen qua taalachterstand. Belangrijk is wel dat deze leerlingen over voldoende cognitieve capaciteiten beschikken en een voldoende rekenniveau hebben om het havo/vwo te kunnen volgen. Vo o rw a a rde is verder dat de leerlingen zeer gemotiveerd zijn en bereid zijn om hard te werken. Tot slot is het belangrijk dat de ouders de keuze voor de kopklas ondersteunen en stimuleren. Omdat de kopklas onder het basisonderwijs valt, mogen leerlingen bij aanvang van de kopklas niet ouder zijn dan 13 jaar.
Een afweging bij het bepalen van de doelgroep van de kopklas is vaak in hoeverre leerlingen rechtstreeks uit de eerste opvang in de kopklas kunnen instromen. Die keuze zal zorgvuldig gemaakt moeten worden. Bij deze leerlingen blijkt taal vaak niet het enige struikelblok te zijn, maar is er ook vaak sprake van achterstanden op andere gebieden en andersoortige problemen. De kopklas is hier qua doelstelling en curriculum echter niet op ingericht. De kopklas werkt niet aan het wegwerken van rekenachterstanden of het opvangen van leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Sommige kopklasvoorzieningen stellen het minimaal doorlopen hebben van groep 8 van de basisschool dan ook als voorwaarde; een ander re s e rv e e rt een beperkt aantal plaatsen voor leerlingen rechtstreeks uit de eerste opvang. Uit het oogpunt van het bieden van gelijke kansen voor alle leerlingen overwegen sommige gemeenten om de doelgroep van de kopklas uit te breiden met bijvoorbeeld autochtone leerlingen met taalachterstanden (de zogenaamde
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
1.25 leerlingen). Deze uitbreiding van de doelgroep raden wij af, omdat ook bij deze categorie leerlingen dikwijls sprake is van achterstanden op meerdere gebieden. Voor deze groep leerlingen geldt eveneens dat de kopklas hier niet voor bedoeld en ingericht is. Hiervoor zullen andere - voor deze doelgroep meer geschikte - maatregelen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid g e t ro ffen moeten worden.
Hallo,
17
ik ben Sami Bayar. Ik woon in Utrecht en ik ben 13 jaar oud. Ik ben in Nederland geboren en toch ben ik naar de kopklas gekomen. Je zou wel denken in Nederland geboren en toch naar de kopklas, ik heb er geen spijt van. Ik vind kopklas een hele leuke en een leerzame klas ik zou wel willen dat er een kopklas school bestaat. Ik vind het een leerzame klas want je bent 80% bezig met taal. En je krijgt zo veel repetities dat die lessen nooit uit je hoofd gaan. We hebben nu al meer dan 600 woorden geleerd. Sommige woorden had ik vroeger nog nooit gehoord. Op mijn vorige school hadden we geen taal toetsen. Ik had van de kopklas gehoord van onze kennissen. Hen zoon zat ook in de kopklas en hij was eerst journalist en nu studeert hij rechter en is ook in de Partij van de arbeid. Zijn droom is in de 2e kamer. Mijn Cito was in 2002 523 en in 2003 535 goed hè. Dit is nou het goede van de kopklas. Ik wil ook accentloos als een echte Hollander praten en dat gaat me lukken. Einde.
Sami, leerling kopklas Utrecht, Locatie La Bohèmedreef
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
Cu r r i cu l u m
Als het belangrijkste doel van de kopklas is het zoveel mogelijk wegwerken van taalachterstanden, dan dient het zwaartepunt binnen het curriculum te liggen op taal (zie de volgende paragraaf voor een verdere uitwerking van het onderwijsprogramma). Het accent dient daarbij vooral te liggen op begrijpend lezen en woordenschat. Uit landelijk onderzoek is immers bekend dat allochtone leerlingen aan het einde van de basisschool op de onderdelen woordenschat
>>
en begrijpend lezen grote achterstanden hebben. Beide gebieden zijn van 18
cruciaal belang in het voortgezet onderwijs en voor het succes in de schoolcarrière. Bij begrijpend lezen is een adequate aanpak van de tekst door de leerling vereist. Bij de uitbreiding van woordenschat dient het vooral te gaan om de zogenaamde schooltaal- of schrijftaalwoorden. Dit zijn woorden die nauwelijks voorkomen in het dagelijks taalgebruik, maar wel gekend moeten worden, omdat ze veel in (school-)teksten voorkomen. Hoewel de accenten in de kopklas dus vooral op taal en dan in het bijzonder op begrijpend lezen en woordenschat moeten liggen, dienen andere taal-onderdelen niet vergeten te worden. Gemiddeld zeventig tot tachtig procent van de onderwijstijd wordt gewerkt aan taaldoelen. Dat hoeft niet alleen te gebeuren binnen roosteronderdelen die direct betrekking hebben op taalvaardigheden, zoals begrijpend lezen of spelling. Ook bij andere vakken of onderdelen van het rooster speelt taal een belangrijke rol. Denk hierbij aan bijvoorbeeld wereldoriëntatie, het maken van werkstukken of het houden van boekbesprekingen.
Aanpak
Bij de omschrijving van de doelgroep voor de kopklas spraken we over een vrij homogene groep leerlingen, namelijk allochtone leerlingen met capaciteiten voor het havo of vwo, maar met achterstanden op het gebied van taal. Deze homogeniteit is er maar ten dele. De groep is op bepaalde aspecten ook heterogeen van samenstelling. Niet alleen wat betreft etnische achtergrond, maar ook qua schoolloopbaan in Nederland (neveninstromers en onderinstromers) en leerprestaties op de verschillende vakken. Bovendien zijn de leerlingen afkomstig van verschillende basisscholen. De leerkracht dient uit te gaan van deze verschillen en hier zo goed mogelijk
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
mee om te gaan. Dat betekent onderwijs geven aan de hele groep waar dit wenselijk is en een individuele aanpak voor terreinen waar dit weer is vereist. Zo is het belangrijk de lessen woordenschat en begrijpend lezen klassikaal te geven. Juist in interactie breiden de leerlingen hun woordenschat uit en het praten over de leestekst en samen de vragen daarover bespreken, is van g ro o t belang voor het begrip van de tekst. Daarentegen is een meer individuele aanpak gewenst voor vakgebieden als technisch lezen, uitspraak, spelling en rekenen, omdat er wat deze leergebieden betreft ook grote verschillen tussen
19
kinderen zijn. Voor een juiste balans tussen klassikaal en individueel werken, is een groepsgrootte tussen de twaalf en vijftien leerlingen ideaal. Dat is groot genoeg om leerlingen van elkaar te laten profiteren en klein genoeg om een individuele aanpak mogelijk te maken.
In de bovenstaande vier basiskwalificaties van de kopklas is geen rangorde aan te brengen, omdat juist de combinatie van deze verschillende aspecten verantwoordelijk is voor de uiteindelijke resultaten. De kopklas is er voor een selecte groep niet-Nederlandstalige leerlingen, met een zeer gerichte doelstelling, een intensieve deels individuele aanpak op maat en een begrensd curriculum. De kopklas moet dan ook niet gezien worden als een panacee voor alle onderwijsachterstanden, maar als één van de mogelijkheden binnen een omvangrijk re p e rt o i re van de aanpak van onderwijsachterstanden (Bongers, Hoogeveen en Vaessen 2002).
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
2.2 Succesfa c to re n
Welke aspecten kunnen het succes van de kopklas vergroten?
Beleidskader Administratief zijn kopklassen meestal gekoppeld aan één of meerdere basisscholen. Dit is met name gunstig met het oog op de gewichtenregeling en de
>>
maximale verblijfsduur in het voortgezet onderwijs. Indien er sprake is van 20
een administratieve koppeling aan het voortgezet onderwijs, is er strikt genomen sprake van een “voetklas” (hiervan is op dit moment slechts één voorbeeld bekend). Voor de fysieke onderbrenging van de kopklas verwijzen we u naar het kopje “huisvesting” verderop in deze paragraaf. Een centrale stadsbrede kopklasvoorziening geniet de voorkeur. In dat geval is er sprake van een kopklas die toegankelijk is voor alle leerlingen van alle denominaties. Indien er genoeg potentiële leerlingen in een gemeente zijn, kan overwogen worden om per denominatie een kopklas in te richten.
Financiering De kopklas wordt bekostigd als regulier basisonderwijs en krijgt extra gelden uit de (1.9) leerlinggewichten. Daarnaast kunnen kopklassen (deels) gefinancierd worden uit goa-middelen en/of uit het budget voor het onderwijskansenbeleid. Een voetklas wordt bekostigd vanuit de cumi-gelden, eventueel aangevuld met goa- of onderwijskansengelden. Aan ouders kan een ouderbijdrage gevraagd worden.
Betrokkenen en hun ro ll e n Een breed draagvlak is belangrijk voor de totstandkoming en het uiteindelijke succes van een lokale kopklas. De gemeente kan zorgen voor een deel van de financiering en voor de inpassing van de kopklas in het lokale beleid. Het gaat dan met name om het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, het onderwijskansenbeleid en het beleid op het terrein van de aansluiting basisvoortgezet onderwijs. Het is verder belangrijk dat de schoolbegeleidingsdienst bij de kopklas betrokken is. Deze kan bijvoorbeeld onderzoek doen naar de potentiële doelgroep, leerlingen toetsen, zorgdragen voor de aanmelding,
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
een kopklasdocent begeleiden of onderzoek doen naar de resultaten. Iedere kopklas stelt een kopklascoördinator aan die een aantal coördinerende taken op zich neemt en daarnaast vaak ook (één van de) kopklasleerkracht(en) is. Per gemeentelijke kopklasvoorziening dienen zowel basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs vanaf de start betrokken te zijn. De samenwerking en afstemming tussen beide is voorwaardelijk voor een voorziening als de kopklas, die zich afspeelt op het grensvlak van beide vormen van onderwijs. 21
De kopklas wordt bij voorkeur bijgestaan door een plaatselijke begeleidingscommissie, die de voorziening gevraagd en ongevraagd van advies kan voorzien. Deze commissie kan verschillen van samenstelling, maar bestaat meestal uit een aantal van de volgende participanten: gemeente, betrokken schoolbesturen, schoolbeleidingsdienst, kopklascoördinator, kopklasdocent, basisschool (scholen) en school voor voortgezet onderwijs. Om de kwaliteit van het project te vergroten en te leren van de ervaringen elders kan ook overwogen worden om een externe begeleider aan de kopklas te koppelen, die bijvoorbeeld betrokken is bij een kopklas in een andere gemeente.
Huisvesting Kopklassen zijn gehuisvest in een school voor voortgezet onderwijs. Voor kinderen en ouders is het belangrijk dat ook zij, net als alle klasgenootjes, aan het einde van groep 8 naar een andere school gaan. Bovendien kunnen leerlingen op deze manier alvast wennen aan de sfeer en gang van zaken in het voortgezet onderwijs en hebben ze niet het idee dat ze zijn blijven zitten. Een ander voordeel van de onderbrenging in een school voor voortgezet onderwijs is dat kopklasleerlingen bijvoorbeeld gymnastiekles (kunnen) hebben samen met brugklasleerlingen en mee kunnen doen aan de buitenschoolse activiteiten van de brugklas. Hierdoor hebben zij contact met (autochtone) leeftijdgenoten. Als leerlingen na de kopklas doorstromen naar de brugklas van de “gastschool” zal mede daardoor de overgang na de kopklas makkelijk verlopen. Huisvesting in een school voor voortgezet onderwijs heeft ten slotte als voordeel dat de kopklas gebruik kan maken van bijvoorbeeld computer- of bibliotheekfaciliteiten.
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
Bij de keuze voor een gastschool is het belangrijk om te kijken naar het “imago”. Kopklassen dienen bij voorkeur gehuisvest te zijn in een goed bekend staande, etnisch gemengde school, met een avo-afdeling. Dit zal de acceptatie van de kopklas onder ouders en leerlingen (zeker bij de start) vergroten.
Leerkracht De leerkracht van de kopklas is bij voorkeur afkomstig uit het basisonderwijs,
>>
22
is deskundig op het terrein van taalonderwijs aan niet-Nederlandstalige leerlingen en heeft veel ervaring met onderwijs aan groep 8. De eindtermen van de basisschool en dus ook van de kopklas zijn dan zo bekend dat deze persoon vrijelijk kan “spelen” met het onderwijs aan kopklasleerlingen. Een docent uit het voortgezet onderwijs kan ook lesgeven in de kopklas en heeft als voordeel dat deze meer bekend is met de instroomeisen en vakinhouden uit het voortgezet onderwijs. In duo-verband kunnen een leerkracht uit het primair onderwijs en een leerkracht uit het voortgezet onderwijs een goed team vormen.
Werving Het succes van de kopklas staat of valt met de bekendheid ervan onder basisscholen in het algemeen en leerkrachten van groep 8 in het bijzonder. In het kader van de gelijkheid van kansen is het belangrijk dat alle basisscholen in de gemeente op de hoogte worden gesteld, dus niet alleen scholen met veel allochtone leerlingen. Potentiële leerlingen voor de kopklas zijn immers op alle scholen te vinden. Daarnaast moet ook bewust aandacht worden besteed aan een goede informatievoorziening onder ouders en migrantenorganisaties. De ervaring leert dat in de loop der jaren de acceptatie van de kopklas onder migrantenouders moet groeien. De informatievoorziening aan basisscholen dient verder tijdig plaats te vinden en ook qua tijdsplanning afgestemd te worden op de reguliere procedure voor de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Alleen op deze wijze kan het advies voor de kopklas meegenomen worden in de algemene advisering voor alle groep 8-leerlingen.
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Beste toekomstige Kopklassers,
Hallo, mijn naam is Abdelouahid. Ik ben 12 jaar oud/jong en zit nu in de Kopklas. Ik heb het prima naar mijn zin. Ik zal jullie vertellen waarom ik het prima naar mijn zin heb. Ten eerste ben ik er achter gekomen dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik kon namelijk kiezen tussen gelijk doorgaan naar de middelbare school, naar een laag niveau, of één jaar extra naar de Kopklas en daarna naar een hoger niveau,
23
dat beter bij mijn zou passen. De keuze was niet snel gemaakt, maar na veel twijfelen heb ik er toch voor gekozen om naar de Kopklas te gaan. En om eerlijk te zijn heb ik er geen spijt van. Ik merk dat ik veel dingen leer die ik nog niet weet en waar ik heel veel aan zal hebben als ik naar de middelbare school zal gaan en helaas afscheid van de Kopklas zal moeten nemen. Gelukkig is het nog lang niet zo ver, want ik moet nog veel leren (toch, juf?)
Abdelouahid, leerling kopklas Leiden Oktober 1998
Abdelouahid zit inmiddels in 4-vwo
Aanmelding en selectie De leerkracht van groep 8 speelt een belangrijke rol in het proces van aanmelding voor en toelating tot de kopklas. Deze bepaalt of een leerling gebaat is met een jaar kopklas en zijn of haar stem is van groot - soms zelfs doorslaggevend - belang bij de toelating. Uitslagen van toetsen, zoals bijvoorbeeld de Cito-eindtoets, Hago (Haagse Achtste Groep Onderzoek) of eindtoets ISI (Intelligentie Schoolvorderingen Interessetoets) worden in de beslissing meegewogen. Idealiter dient een instrument bij leerlingen afgenomen te worden waarbij de taalvaardigheid zo min mogelijk meespeelt en waaruit
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
blijkt dat zij de cognitieve mogelijkheden hebben om het onderwijs te volgen op avo-niveau. Wanneer deze capaciteiten aanwezig zijn, het rekenniveau voldoende is en er met name sprake is van een taalachterstand, komt een leerling in aanmerking voor plaatsing in de kopklas. Ook de motivatie van de leerling wordt meegewogen bij de toelating en het feit of een leerling sociaalemotioneel gebaat is met een extra jaar. Uiteraard wordt een leerling niet aangemeld zonder toestemming van de ouders.
>>
24
Overwogen kan worden om alle leerlingen aanvullend te toetsen voor toelating tot de kopklas. Aangezien dit nogal tijdrovend en kostbaar is, kan gekozen worden voor een soort tussenoplossing waarbij een leerling alleen extra getoetst wordt bij twijfel over plaatsing in de kopklas. Verder moet lokaal afgesproken worden waar de aanmelding plaatsvindt (bijvoorbeeld bij de kopklascoördinator of de schoolbegeleidingsdienst) en wie de uiteindelijke selectie verricht (bijvoorbeeld in samenspraak met de begeleidingscommissie).
Onderwijsprogramma Voor het opstellen van het onderwijsprogramma van de kopklas dienen enkele uitgangspunten in acht genomen te worden. Ten eerste moet er zo min mogelijk sprake zijn van een dubbeling van het programma dat kinderen daarvoor hebben gehad. Echter, herhaling van essentiële leerstof is wel noodzakelijk. Tevens moet het onderwijsprogramma mogelijkheden bieden om waar nodig groepsgewijs te werken en waar nodig individueel. Tot slot moet het binnen het onderwijsprogramma mogelijk zijn om zeventig tot tachtig procent van de lestijd te werken aan taaldoelen.
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Taal
Binnen taal zijn diverse deelgebieden belangrijk die hieronder schematisch met de belangrijkste uitwerkingen zijn samengevat.
Woordenschat en
Accent op aanleren schooltaalwoorden (of schrijftaal),
woordleerstrategieën
waar nodig op uitbreiding woorden uit het dagelijks taalgebruik (met name bij neveninstromers) en aanleren strategie om betekenis uit context te halen.
Begrijpend en
Accent op gebruik strategieën om tekst goed te
studerend lezen
begrijpen (bijvoorbeeld leesdoel bepalen, voorspellen
25
en controleren, samenvatten) Accent op leren onderscheiden soorten (studie)teksten en schematiseren. Spelling
Accent op spelling onveranderlijke woorden en werkwoordspelling in met name individuele aanpak.
Technisch lezen
Doel is het lezen van teksten op het hoogste niveau van technische leesvaardigheid.
Ontleden
Doel is zinnen kunnen ontleden op het niveau eind groep 8.
Leespromotie
Stimuleren lezen boeken vanwege onder andere v e rg roten leesvaardigheid, uitbreiden woordenschat en vergroten kennis van de wereld.
Uitspraak, spreek- en
Zowel individueel als groepsgewijs oefenen.
luistervaardigheid Stellen en toepassing
Stimuleren door middel van onder andere boek-
van taal
verslagen, boekbesprekingen, maken werkstukken en kring- en leergesprekken.
Rekenen
Rekenen dient zoveel mogelijk op het eigen niveau van de leerling gegeven te worden. Einddoel is het niveau aan het einde van groep 8.
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
Wereldoriëntatie en kennis van de wereld
Doel is het op niveau houden van de basiskennis die aan het einde van de basisschool is vereist. Het gaat vooral om het herhalen en zonodig aanleren van de vaktaal met behulp van informatieve teksten. Binnen dit onderdeel is het ook van belang regelmatig stil te staan bij de actualiteit.
Overige va k ke n
>>
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om Engels en gymnastiek. Soms staan ook een 26
aantal vakken uit het voortgezet onderwijs zoals informatica en studielessen op het programma. Informatica kan natuurlijk ook goed worden benut voor de toepassing van taal. Te denken valt aan het schrijven van teksten en informatieverwerking. Muziek, tekenen en bijvoorbeeld handvaardigheid zijn niet in het rooster van de kopklas opgenomen. De tijd is immers beperkt en de prioriteiten liggen in dat jaar elders.
Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem in de kopklas heeft een tweeledig doel. Ten eerste het bepalen van het bereikte onderwijsniveau van de leerling aan het begin van de kopklasperiode. Dit met het oog op het volgen van het juiste programma daarna. En ten tweede het bepalen van het beginniveau van de groep leerlingen met het oog op het meten van de effecten van het kopklasjaar. Bij de eerste doelstelling is het van belang (diagnostische) gegevens te verzamelen over technisch lezen, spelling, uitspraak, spreek- en schrijfvaardigheid en rekenen. Het niveau in technisch lezen dient bij de start te worden gemeten en zonodig herhaald rond januari. Gekeken moet worden naar leessnelheid en nauwkeurigheid. Bij spelling is het van belang dat vroegtijdig wordt gediagnosticeerd welke spellingcategorieën op welk niveau voor de leerling moeilijkheden opleveren, zodat daarop gericht kan worden geoefend. Wat betreft de spelling van de onveranderlijke woorden moet ernaar worden gestreefd dat het niveau aan het einde van groep 8 in januari is bereikt. Voor de werkwoordspelling is dat aan het einde van het kopklasjaar. Met name neveninstromers kunnen uitspraakproblemen hebben. Signalering daarvan is van belang voor een gerichte individuele aanpak. Ditzelfde geldt voor spreekvaardigheid. Grammaticale problemen op de terreinen woordbouw
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
en zinsbouw kunnen leiden tot gebrekkig mondeling en schriftelijk taalgebruik. Noodzakelijk is een analyse van mondeling en schriftelijk taalgebruik aan het begin van het kopklasjaar. Wat betreft rekenen is een diagnosticering van belang om te onderzoeken met welke onderdelen van rekenen leerlingen problemen hebben zodat een gerichte individuele aanpak mogelijk is. Om in het kader van de tweede doelstelling van het leerlingvolgsysteem het niveau van de klas te bepalen is het van belang signaleringstoetsen af te nemen aan het begin en aan het einde van de kopklasperiode. Dit geldt voor
27
woordenschat en begrijpend lezen, de gebieden waar in het kopklasjaar prioriteit aan wordt gegeven. Indien rond februari de Cito-eindtoets wordt afgenomen kunnen de resultaten hiervan ook worden gezien in het licht van de effectmeting van het kopklasjaar.
Samenwerking met de “gastschool” voor voortgezet onderwijs Aangezien de kopklas gevestigd is in een school voor voortgezet onderwijs, is op praktisch en organisatorisch vlak een goede samenwerking nodig. De kopklas dient een lokaal ter beschikking te krijgen en gebruik te kunnen maken van faciliteiten zoals de gymzaal (en eventueel meedoen aan gymlessen van de brugklas), computers of de bibliotheek. Daarnaast dienen de schooltijden en vakanties op elkaar afgestemd te worden. De kopklas past zich hierbij aan aan de “gastschool” voor voortgezet onderwijs. Het verdient tevens de voorkeur om de kopklasleerlingen ook deel te laten nemen aan een aantal buitenschoolse activiteiten van de brugklas, zoals bijvoorbeeld feesten of projecten. Op deze wijze kunnen kopklasleerlingen voorzichtig wennen aan het voortgezet onderwijs, wat de overgang te zijner tijd zal vergemakkelijken. Ervaringen hebben verder geleerd dat het van groot belang is enige continuïteit aan te brengen in de begeleiding van de oud-kopklasleerlingen om te voorkomen dat zij alsnog voortijdig de school verlaten of naar een lager type voortgezet onderwijs afstromen. Deze activiteiten kunnen geplaatst worden in het bredere perspectief van het verbeteren van de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs en de leerlingvolgsystemen. De nazorg van oud-kopklasleerlingen dient het meest intensief plaats te vinden in het eerste halfjaar van de brugklas. Wij denken bijvoorbeeld aan een goed overdrachtsgesprek tussen de
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
kopklasdocent en de brugklascoördinator en een aantal contactmomenten met de oud-leerlingen en hun mentor verderop in het brugklasjaar. Tenslotte blijken de communicatie en nazorg het makkelijkste te organiseren bij kopklassen waarbij de leerlingen (bijna) allemaal doorstromen naar de gastschool. Naarmate de leerlingen uitwaaieren over meerdere scholen, kost de nazorg meer tijd en energie.
>>
28
Betrokkenheid en contacten met ouders De betrokkenheid van ouders bij de kopklas is in zijn algemeenheid relatief groot. Ouders moeten immers expliciet instemmen met de deelname van hun kind aan de kopklas, wat automatisch betekent dat zij kiezen voor een jaar extra in de schoolloopbaan van hun kind. Dit alles vanuit de overtuiging dat de kopklas uiteindelijk de schoolcarrière van hun kind ten goede zal komen. Een intakegesprek met ouders kan de motivatie duidelijker in beeld brengen. In de loop van het schooljaar kan door middel van ouderavonden, tienminutengesprekjes of huisbezoeken het contact met de ouders worden onderhouden. De betrokkenheid en motivatie van ouders is belangrijk voor het uiteindelijke succes van de kopklas voor de betreffende leerling.
Evaluatie en Monitoring Als de doelen van de kopklas zo concreet mogelijk geformuleerd zijn, kan de evaluatie gerichter worden ingezet. Per leerling kan gekeken worden naar het verschil tussen de toetsresultaten in groep 8 en de scores aan het einde van de kopklas. Ook het verschil in advies kan vergeleken worden. Om een inschatting te kunnen maken van de resultaten van de kopklas, is het belangrijk om de leerlingen ook na de kopklas te volgen in hun schoolloopbaan. Dit zou deel uit kunnen maken van een stedelijke leerlingmonitor in het kader van het goa-beleid. Besloten dient te worden door wie, wanneer, welke gegevens verzameld en geanalyseerd gaan worden. De schoolbegeleidingsdienst kan hierin een belangrijke rol spelen.
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
29
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
>>
30
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
3. Meer wete n ? L i te rat u u r
Aarsen, J. e.a. (2001). Duidelijke Taal, het bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstand, effectief taalonderwijs. Den Haag: Procesmanagement Primair Onderwijs Bongers, C. K. Hoogeveen en K. Vaessen (2002). Kop-en voetklassen: ei van
31
Columbus. Inventarisatie en analyse. Utrecht: Sardes Faber, J. (2001). De kopklas in beeld, een onderzoek naar de samenstelling en de effecten van de Utrechtse kopklas. Utrecht: SAC Faber, J. en P. Stassen (2002). Onderwijskansen in de kopklas, een extra jaar op de basisschool. In: JSW, jaargang 86, nummer 10, 27-29 Feirabend, J. en A. Meyer (2001). De internationale kopklas, voor kinderen waar meer in zit. In: Vernieuwing: tijdschrift voor onderwijs en opvoeding. Jaargang 60, nummer 6, 16-18 Geus, W. de en E. Jacobs (1996), Lokaal initiatief met perspectief. Utrecht: SAC Joode, M. (2000). Leerlingstromen na 8 jaar Kopklas: schooljaar 1991-1992 tot 1998-1999. Leiden: Schoolbegeleidingsdienst Rijnland Joode, M. de en J. van Rijn (2001). De internationale kopklas: activiteiten en leerlingstromen. Leiden: Onderwijsvoorrang Leiden Meneer, de lidwoorden (2002). In: CVO, jaargang 3, nummer 2, 6-7 Mosselman, C. (2001). Topprestaties in de kopklas: wat erin zit, komt eruit! In: Toon, jaargang 4, nummer 3, 20-22 Prins, E. (2002). Taal, taal en nog eens taal. Talentvolle leerlingen hogerop door kopklas. In: Contrast, jaargang 9, nummer 18, 26-27 Ree, Y. van der (2000). Leraren halen in kopklas het uiterste uit kinderen. In: Uitleg, jaargang 16, nummer 26, 22-24 Schoute, M. (2003). Internationale kopklas onbekend maar succesvol. In: Didaktief & School, jaargang 33, nummer 1-2, 38-39 Zalm, E. van der (2002). Inhoudelijk jaarverslag Kopklas Almere schooljaar 2001-2002. Almere: Schoolbegeleidingsdienst voor Flevoland
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
We b s i tes
Landelijke website SAC uitwisselingsplatform, www.schooladviescentrum.com (landelijke website), (Onder projecten/uitwisselingsplatform Kopklassen).
Internationale kopklas Almere, http://groups.msn.com/ika
>>
32
A d ressen en co nt a c t p e r s o n e n
Sardes Contactpersonen: Karin Hoogeveen en Karin Vaessen Sint Jacobsstraat 63, 3511 BP Utrecht telefoon: 030-2326200 fax: 030-2333017 postadres: postbus 2357, 3500 GJ Utrecht e-mail:
[email protected] en
[email protected]
Stichting Schooladviescentrum Utrecht (SAC) Contactpersoon: Paul Stassen Kaap Hoorndreef 74, 3563 AW Utrecht telefoon: 030-2635252 fax: 030-2430674 postadres: postbus 9615, 3506 GP Utrecht e-mail:
[email protected]
Internationale Kopklas Almere Contactpersoon: Ton Brons Helen Parkhurst College Bongerdstraat 1, 1326 AA Almere telefoon: 036-5461270 fax: 036-5357005 postadres: Villa Parkhurst, Odeonstraat 2002, 1325 AL Almere e-mail:
[email protected]
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
Topklas Calvijn Contactpersoon: Hans Campman Christelijke Scholengemeenschap Johannes Calvijn Grift 30, 3075 SB Rotterdam telefoon: 010-4190077 fax: 010-4324599 postadres: postbus 91014, 3007 MA Rotterdam e-mail:
[email protected]
33
Internationale Kopklas Delft Contactpersoon: Anita Zegwaard Grotius College Juniusstraat 8, 2625 XZ Delft telefoon: 015-2565200 fax: 015-2564887 postadres: postbus 470, 2600 AL Delft e-mail:
[email protected]
Internationale Kopklas Leiden Contactpersoon: Lies de Vrind (tot 1-8-’03) en Dana Leuvelink Vlietlandcollege Apollolaan 262, 2324 BZ Leiden telefoon: 071-5769243 fax: 071-5794335
Internationale Kopklas Utrecht Contactpersoon: George Vermaak (tot 1-8-’03) en Hans ter Horst Locatie Koningsbergerstraat De Bruijne Lyceum Koningsbergerstraat 2, 3531 AJ Utrecht telefoon: 030-2932341
De kra c ht van de ko p k l a s > > > > > > > > > > > > >
Internationale Koplas Utrecht Contactpersoon: Jan van Embden en Marianne van Embden-Stam Locatie La Bohèmedreef 7, 3561 KW Utrecht telefoon: 030-2634634 fax: 030-2634600 e-mail:
[email protected]
>>
34
Internationale Kopklas Watergraafsmeer-Oost-Zeeburg Contactpersoon: Jobbe Beks en Arend Klos Pieter Nieuwland College / College de Hof Linnaeushof 48, 1098 KM, Amsterdam telefoon: 020-6654730 (PNC) of 020-6946239 fax: 020-6681911 (PNC) postadres: Nobelweg 6, 1097 AR Amsterdam e-mail:
[email protected]
B e h o efte aan ondersteuning bij ko p k l a ss e n ?
Sardes en het Schooladviescentrum Utrecht bieden een gezamenlijk aanbod voor de invoering van een kopklas. Sardes biedt ondersteuning bij de voorbereiding van de kopklas op bestuurlijk en gemeentelijk niveau. Het SAC biedt ondersteuning bij de inhoudelijke uitwerking en invulling van de kopklas. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Karin Hoogeveen of Karin Vaessen van Sardes (030-2326200) of Paul Stassen van het SAC (030-2635252).
> > > > > > > > > > > > > H et doel voor ogen
>>
De kracht van de kopklas > > > > > > > > > > > > >
Fax 070 3028218 E-mail
[email protected] Website www.oatransfer.nl
transfer o n d e r w i j s a c h te r s t a n d e n
4
>>
Telefoon 070 3028245
>> Het doel voor ogen >>>>>>>>>
Postbus 85518, 2508 CE Den Haag
Het bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstand
Transferpunt Onderwijsachterstanden
Sociale competentie langs de meetlat > > > > > > > > > > > > >