~ Edel en Hooch gheboren van Keyserlicken Stam: ~ 1. Welkom door de dhr. G. Hertgers
(voorzitter mannenkoor)
2. Samenzang Psalm 63 : 1 en 2 1 O God, Gij zijt mijn toeverlaat! Mijn God, U zoek ik met verlangen, zo ras wij 't morgenlicht ontvangen bij 't krieken van den dageraad. O HEER', mijn ziel en lichaam hijgen en dorsten naar U in een land, dat dor en mat van droogte brandt, waar niemand lafenis kan krijgen.
2 'k Heb U voorwaar in ’t heiligdom voorheen beschouwd met vrolijk' ogen, hoe zag ik daar Uw alvermogen, hoe blonk Uw Godd’lijk’ eer alom! Want beter dan dit tijd’lijk leven is Uwe goedertierenheid. Och, werd ik derwaarts weer geleid, dan zou mijn mond U d' ere geven.
3. Opening door dhr. W. Visser 4. Koorzang Jongerenkoor Lob, Ehr und Preis sei Gott
J.S. Bach
Lob, Ehr und Preis sei Gott, dem Vater und dem Sohne und dem Heilgen Geiste, Lob, Ehr und Preis sei Gott, Wie es war, wie es war im Anfang, im Anfang, jetzt und immerdar, jetzt und immerdar und von Ewigkeit zu Ewigkeit. Lob, Ehr und Preis sei Gott, dem Vater und dem Sohne und dem Heilgen Geiste, Lob, Ehr und Preis sei Gott, Amen.
Hollandse rapsodie De kleinste In ’t groene dal, in ‘t stille dal, waar kleine bloempjes groeien, daar ruist een blanke waterval, en druppels spatten overal, om ieder bloempje te besproeien, ook ’t kleinste! om ieder bloempje te besproeien, ook ’t kleinste!
bew. A. Kortleven En boven op der heuv’len spits, waar forse bomen groeien, daar zweept de stormvlaag fel en bits, daar treft de rosse bliksemflits, en splijt, bij ’t daav’rend onweersloeien de grootste! en splijt, bij ’t daav’rend onweersloeien de grootste!
~ Een Vorst des Rijcks vercoren als een vroom Christen man, ~
~ Voor Godes Woort ghepreesen heb ick vrij onversaecht, ~ Omhoog, omlaag, op berg en dal, ben ‘k in de hand des Heeren! Toch kies ik, als ik kiezen zal, mijn stille plek mijn waterval, toch blijf ik steeds, naar mijn begeren, de kleinste! toch blijf ik steeds, naar mijn begeren, de kleinste!
Gelders volkslied Waar der beuken brede kronen ons heur koele schaduw biên; waar we groene dennebossen, paarse heidevelden zien; waar de blonde rogge akker en het beekje ons oog bekoort, daar is onze Vale ouwe kostlijk deel van Gelre’s oord.
}
2x
Waar bij zomerzon de boomgaard ‘t kleurig loof de wand’laar toont, en de vruchtb’re korenakker stagen arbeid rijk’lijk loont; waar het “oarige rivierke” rustig stroomt langs groene boord, daar is onze rijke Betuw kostlijk deel van Gelre’s oord. 2x
Merk toch hoe sterk
}
bew. P.M. Zijderlaan
1 Merk toch, hoe sterk nu in ’t werk zich al stelt, die t’allen tijd zo ons vrijheid heeft bestreden. Ziet hoe hij slaaft, graaft en draaft met geweld, om onze goed en ons bloed en onze steden. Hoor de Spaanse trommels slaan! Hoor Maraens trompetten! Ziet hoe komt hij trekken aan, Bergen te bezetten. Berg op Zoom, houd u vroom stut de Spaanse scharen; laat ’s lands boom, en zijn stroom trouw’lijk toch bewaren! 3 Die van Oranje kwam Spanje aan boord, om uit het veld als een held ’t geweld te weren; maar alzo dra Spinola ’t heeft gehoord, trekt hij fluks heen op de been met al zijn heren. Cordua kruit spoedig voort, zag daar niet te winnen, Don Velasco liep gestoord: ’t vlas was niet te spinnen. Berg op Zoom, houd zich vroom ‘t stut de Spaanse scharen; ’t heeft ’s lands boom, en zijn stroom trouw’lijk doen bewaren!
~ als een Helt sonder vreesen mijn edel bloet ghewaecht. ~
~ Na tsuer sal ick ontfanghen van Godt mijn Heer dat soet, ~ Psalm 35
bew. P. Stolk
9 Ik zal in tegenwoordigheid 1 Twist met mijn twisters, Hemelheer, ga mijn bestrijd’ren toch te keer! van ’t grote volk Uw Majesteit Wil spies, rondas en schild gebruiken, d’ erkent’nis van mijn hart bewijzen, om hun gevreesd geweld te fnuiken; ‘k zal U voor aller ogen prijzen. belet hun d’ optocht, treed vooruit, Dat zij dan, die mij zonder reên zo worden z’ in hun loop gestuit. vervolgen om mijn tegenheên Vertroost mijn ziel in haar geween, niet juichen, noch in hunne waan en zeg haar: „’k Ben uw heil alleen”. op mij hun schimpend’ ogen slaan. 13 Laat vromen, juichen t’ allen tijd’, om mijn gerechtigheid verblijd, dien lust, dien ijver nooit bedwingen, maar zeggen, onder ’t vrolijk zingen: „Verheerlijkt zij de hoogste God, Hij schenkt Zijn knecht een vreedzaam lot.” Dan meldt mijn tong, met diep ontzag Uw recht, Uw lof de ganse dag.
5. Koorzang Kinderkoor Koppelstok de veerman
bew. A.J. Schooleman
In naam van Oranje, doe open de poort de watergeus ligt aan de wal; de vlootvoogd der geuzen, hij maakt geen akkoord hij vordert Den Briel of uw val. Dit is het bevel van Lumey, op mijn eer, en burgers, hier baat nu geen tegenstand meer. De watergeus komt om Den Briel! De watergeus komt om Den Briel!
Wilhelmus
bew. Melchior Franck
1 Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den doet. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
~ daer na so doet verlanghen mijn Vorstelick ghemoet: ~
~ dat is dat ick mach sterven met eeren in dat Velt, ~ Psalm 93 1 De HEER’ regeert, de hoogste Majesteit, bekleed met sterkt’, omgord met heerlijkheid, bevestigt d’ aard en houdt door Zijne hand dat schoon gebouw onwankelbaar in stand.
4 Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan, al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan. De heiligheid is voor Uw huis, o HEER’, eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer!
Komt nu met zang 1 Komt nu met zang van zoete tonen, en u met snarenspel verblijd; zingt op en wilt alom betonen, dat gij van harte vrolijk zijt. Juicht God ter eer, Zijn lof vermeer, die zulken groten werk gedaan heeft voor Zijn kerk.
Adriaan Valerius 3 De Heer’ heeft eertijds, zijne volke geholpen uit veel angst en pijn, Hij geeft ja wel een duis’ tre wolke, maar weer daarna schoon zonneschijn. Lof zij die Heer’, die ons ook weer geeft, na veel smart en druk, veel zegen en geluk.
Laat zang en spel 1 Laat zang en spel tambour en fluit nu klinken tot Gods eer. Dat orgel, citer, harp en luit ook opga voor de Heer’. Die haast wel van ons keren kan Duc d’ Alva de tiran.
Adriaan Valerius 4 Gij prinsen, heren van ons land maakt ons de Spanjaard kwijt. Malkander trouw’lijk biedt de hand in Godes vrees altijd. Die haast wel van ons keren kan Duc d’ Alva de tiran.
6. Appèlwoord en verhaal door dhr. W. Visser 7. Samenzang Psalm 147 : 3 en 7
(collecte voor de Eliëzer en Obadjaschool te Zwolle)
3 Zeer groot is onze HEER', vol 7 Hij wil in gunst uw heil bewerken, krachten; de grendels uwer poorten sterken, onpeilbaar diep zijn Gods gedachten, en zegent in uw land uw kind’ren. daar Zijn verstand, nooit af te meten, Hij doet geen krijg uw wasdom ver overtreft al wat wij weten. hind’ren, Zachtmoedigen wil Hij bewaren, Hij deelt den liefelijken vrede Hij houdt ze staand' in hun gevaren, zelfs aan uw verste grenzen mede; maar goddelozen doet Hij bukken, met vette tarw' wil Hij u spijzen, bezwijken onder d' ongelukken. en kronen met Zijn gunstbewijzen.
~ een eewich Rijck verwerven als een ghetrouwe Helt. ~
~ Seer Prinslick was ghedreven mijn Princelick ghemoet, ~ 8. Koorzang mannenkoor Psalm 29
bew. A. Kortleven
1 Aardse machten, looft den HEER', 5 's HEEREN stem ontbloot het woud, geeft den HEERE sterkt' en eer! maar hij, die op God vertrouwt, Dat de lof van 's Hoogsten Naam buigt zich veilig, Hem ter eer, aller groten roem beschaam'! juichend in Zijn tempel neer. Vorsten, 't voegt u Hem in 't midden 't Is de HEER', Wiens wenk de stromen van Zijn heiligdom t' aanbidden, in hun woede kon betomen, 't voegt u met de Godgetrouwen Die in macht, nooit af te meten, 's HEEREN heerlijkheid t' ontvouwen! eeuwig is ten troon gezeten. 6 Looft den HEER', Die wond’ren werkt, Israel, Zijn volk, versterkt, Hem, Die Jacobs heilig kroost zeeg’nen zal met vreed' en troost.
Komt nu met zang 1 Komt nu met zang van zoete tonen, en u met snarenspel verblijd; zingt op en wilt alom betonen, dat gij van harte vrolijk zijt. Juicht God ter eer, Zijn lof vermeer, die zulken groten werk gedaan heeft voor Zijn kerk.
bew. W. van Galen 2 In Israël was dat een wijze, valt met hen ook de Heer te voet: dat elk nu toch God roem' en prijze, die ons zoveel weldaden doet. Roept overal met groot geschal: "Lof, prijs en dank alleen zij God en anders geen!"
3 De Heer’ heeft eertijds, zijne volke geholpen uit veel angst en pijn, Hij geeft ja wel een duis’ tre wolke, maar weer daarna schoon zonneschijn. Lof zij die Heer’, die ons ook weer geeft, na veel smart en druk, veel zegen en geluk.
Psalm 141
In Engelse stijl, bew. M. Zonnenberg
1 'k Roep, HEER', in angst tot U gevloden, 2 Mijn beê met opgeheven handen ai, haast U tot mijn hulp en red! klimm' voor Uw heilig aangezicht Hoor naar de stem van mijn gebed, als reukwerk voor U toegericht, daar ik U aanroep in mijn noden. als offers die des avonds branden. 3 Zet, HEER', een wacht voor mijne lippen, behoed de deuren van mijn mond, opdat ik mij tot genen stond iets onbedachtzaams laat ontglippen.
~ stantvastich is ghebleven mijn hert in teghenspoet, ~
~ den Heer heb ick ghebeden van mijnes herten gront, ~ 9.
Samenzang (staande) Mijn schild ende betrouwen 6 Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
10. Koorzang mannenkoor 14 Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, 't zal hier haast zijn gedaan.
15 Voor God wil ik belijden
oorlof = vaarwel
en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid. obediëren = gehoorzamen
11. Samenzang Psalm 68:10 Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil, Hij schenkt uit goedheid zonder peil ons 't eeuwig, zalig leven. Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naad’ren van den dood, volkomen uitkomst geven.
12. Sluiting door de dhr. W. Visser 13. Uitleidend orgelspel
~ dat hy mijn saeck wil reden, mijn onschult doen bekant. ~
~ "Mon Dieu, ayez pitié de mon âme et de ce pauvre peuple" ~ Het kinderkoor "Met Hart en Stem" o.l.v. mevr. de Looze, repeteert ieder woensdagavond van 18.45 tot 19.30 uur in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente, Graaf van Lijndenlaan 9 te Apeldoorn. Dit koor is bedoeld voor kinderen vanaf groep 3. Kinderen die het voortgezet onderwijs bezoeken en nog geen 16 jaar zijn, kunnen zingen op een "vervolg" koor dat op dezelfde avond en plaats repeteert, maar dan van 19.45 uur tot 20.30 uur. Van harte welkom! Het Jongerenkoor "Laudate Deum" o.l.v. Arie Kortleven, repeteert iedere dinsdagavond van 19.45 tot 21.45 uur in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente, Graaf van Lijndenlaan 9 te Apeldoorn. Is je leeftijd tussen de 16 en 30 jaar dan ben je van harte welkom op ons koor! Voor meer informatie kun je contact opnemen met Martijn Stijnen Tel: 0318-630114 Het mannenkoor "Jubilate Deo" o.l.v. Wim van Galen, repeteert iedere dinsdagavond van 20.00 tot 22.00 uur in de aula van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap aan de Anklaarseweg in Apeldoorn. Bekijkt u voor meer informatie onze nieuwe website: www.mannenkoor-jubilatedeo.nl
Deze avond is mede mogelijk gemaakt door: Autobedrijf Zweekhorst B.V., Vaassen Aannemersbedrijf Lagemaat, Epe
~ ´Je maintiendrai´~