[] ***** DOOR TRENITALIA INGEDIENDE TOEZEGGINGEN
1.
TOEZEGGING TEN AANZIEN VAN GVG
Deze toezegging heeft betrekking op de door GVG ingediende verzoeken voor het aangaan van een internationaal samenwerkingsverband en de levering van tractiediensten met het oog op de exploitatie van internationale reizigersdiensten op het traject BazelMilaan. In dit verband zegt Trenitalia toe GVG te steunen om de onderneming in staat te stellen haar voorgenomen reizigersdiensten te exploiteren. Meer bepaald heeft Trenitalia op 27 juni 2003 met GVG een overeenkomst voor een internationaal samenwerkingsverband gesloten om de onderneming toegang te bieden tot het Italiaanse net overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 91/440/EEG en de desbetreffende nationale voorschriften. Voorts zegt Trenitalia toe GVG de tractiediensten te leveren die nodig zijn voor de exploitatie van haar internationale spoorvervoerdiensten op het traject Bazel-Milaan. Deze diensten omvatten de levering van back-updiensten op dat traject. De tractiediensten zullen door Trenitalia worden verleend voor een periode van drie jaar op basis van transparante en niet-discriminerende prijsvoorwaarden. Na verschillende contacten in de laatste maanden hebben Trenitalia en GVG overeenstemming bereikt over de voorwaarden voor een ontwerp-contract voor de levering van tractie- en besturingsdiensten en over de prijsvoorwaarden voor de levering van dergelijke diensten (zie punt 2 b)).
2.
OVERIGE DOOR TRENITALIA VOORGESTELDE TOEZEGGINGEN
Met het specifieke doel de toegang van derde exploitanten tot de markt voor diensten voor internationaal reizigersvervoer per spoor - tijdens de aanloopfase van zakelijke initiatieven op deze markt - te faciliëren, legt Trenitalia de Commissie bij dezen de volgende toezeggingen voor: (a)
Aangaan van internationale samenwerkingsverbanden
Trenitalia bevestigt ten volle bereid te zijn over het aangaan van internationale samenwerkingsverbanden (in een vorm die vergelijkbaar is met dat wat met GVG is aangegaan) te onderhandelen met derde spoorwegondernemingen die:
-
in het bezit zijn van een door een andere lidstaat overeenkomstig Richtlijn 95/18/EG, gewijzigd bij Richtlijn 2001/13/EG, afgegeven vergunning; een redelijk project voor de exploitatie van spoorvervoerdiensten in Italië indienen.
-
(b)
Levering van tractiediensten
Overwegende dat: -
het door Trenitalia geëxploiteerde vervoerssysteem grote delen van het nationale grondgebied omvat en ten doel heeft een uitgebreid netwerk van diensten van groot belang voor nationale en internationale klanten te garanderen;
-
het operationele beheer van een dergelijk systeem - en van de daartoe bestemde middelen - bijgevolg een uiterst ingewikkelde taak is;
-
operationele organisatie van Trenitalia wezenlijk wordt bepaald door een aantal structurele en sectorale beperkingen die in ruime mate de sector spoorvervoer als geheel kenmerken;1
-
bij de levering van tractiediensten aan derde ondernemingen rekening moet worden gehouden met het ingewikkelde beheers- en roulatiesysteem voor het rollend materieel van Trenitalia;
-
de voorgestelde toezeggingen de volledige beschikbaarheid en de autonome organisatie van de tractiemiddelen van Trenitalia niet in gevaar mogen brengen,
in het licht van het voorgaande en met het oog op het faciliëren van het aanbieden van internationale reizigersdiensten op de Italiaanse markt, bevestigt Trenitalia bereid te zijn overeenkomsten voor de levering van tractiediensten (inclusief back-updiensten) met spoorwegondernemingen uit andere lidstaten aan te gaan, mits:
1
-
de levering van tractiediensten beperkt blijft tot de reservecapaciteit van Trenitalia;
-
onder "reservecapaciteit" wordt verstaan de productiecapaciteit die - in het kader van het supra beschreven beheers- en roulatiesysteem voor het rollend Bijvoorbeeld: -
seizoengevoeligheid en vraagpieken;
-
de daaruit resulterende specifieke behoefte om steeds voldoende reservecapaciteit beschikbaar te hebben;
-
de bindende fysieke beperkingen van spoorwegnetten met de gevolgen daarvan wat betreft congestie van het systeem en verkeersmoeilijkheden; de noodzaak van periodiek onderhoud van het rollend materieel en het hiermee verband houdende roulatiesysteem, alsmede het van tevoren opstellen van toewijzingscriteria.
-
2
materieel - volledig ongebruikt blijft na de organisatie van de commerciële diensten (ritten, stops en voorbereiding van ritten) en de ondersteunende diensten die hiervoor nodig zijn; -
de aldus gedefinieerde reservecapaciteit, die uit het hierboven beschreven beheersproces voortvloeit, anders zou kunnen worden toegewezen qua tijd (periode van het jaar, dag van de week, uren van de dag) en locatie op het spoorwegnet;
-
de levering van tractiediensten afhankelijk is van het geven van passende financiële garanties door de aanvragende onderneming;
-
de tractiediensten worden verleend tegen billijke en niet-discriminerende voorwaarden, die Trenitalia een passende vergoeding voor de geleverde dienst garanderen: met name een adequaat rendement op het geïnvesteerde kapitaal plus de onderhoudskosten van het betrokken rollend materieel;2
-
de prijs van besturings- en boordpersoneelsdiensten moeten worden geleverd volgens billijke en niet-discriminerende criteria en tegen een prijs die de desbetreffende exploitatiekosten van Trenitalia dekt.3
Overeenkomstig de bovenstaande criteria en volgens een berekening die normaliter wordt gebruikt om haar eigen productiecapaciteit te bepalen, heeft Trenitalia haar reservecapaciteit voor de levering van tractiediensten vastgesteld op één miljoen treinkilometer per jaar. Dergelijke capaciteit is toereikend om te voldoen aan verzoeken van derden die in Italië een geregelde dienst voor internationaal reizigersvervoer per spoor willen exploiteren (ongeveer zeven "punt-tot-punt"-diensten van zo'n 200 km).
2
De tractieprijs zou een passende vergoeding van de geïnvesteerde middelen moeten garanderen, dus zowel het in de aankoop van de locomotieven geïnvesteerde kapitaal als de middelen die voor de dienstverlening worden ingezet, namelijk manoeuvrerings-, besturings-, boordpersoneel- en onderhoudsdiensten. De vergoeding voor het in de aankoop van de locomotieven geïnvesteerde kapitaal is gebaseerd op de vaststelling van een vaste huurprijs die een rentabiliteit (ROI) oplevert die strookt met de doelstellingen van het bedrijfsplan van de Trenitalia. Meer bepaald is de vaststelling van de huurprijs gebaseerd op de aankoopprijs van het soort locomotief en het gemiddelde normale gebruik per jaar (d.w.z. het aantal uren dat de betrokken locomotief per jaar wordt ingezet, zoals blijkt uit de normale dienstregeling van Trenitalia). De berekening van het aantal diensturen en het gebruik van een dergelijke indicator om de huurprijs van rollend materieel te bepalen, stroken met de aanpak die in UIC fiche 471-1 wordt gevolgd.
3
De prijs van besturingsdiensten en begeleidingsdiensten wordt berekend op grond van de kosten die Trenitalia maakt voor het totale aantal werkuren van het personeel: met name de tijd die aan besturing of begeleiding zelf wordt besteed, die afhankelijk is van de werkelijke duur van de treinreis, alsmede de bijkomende tijd die het personeel overeenkomstig de bestaande nationale voorschriften in acht moet nemen.
3
In objectief uitzonderlijke omstandigheden (bv. afhankelijk van de geografische allocatie van de te leveren dienst of de aankondigingstermijn in de verzoeken) kan voornoemde reservecapaciteit enigszins worden beperkt.
(c)
Duur van de toezeggingen uit punten a) en b)
De hierbij door Trenitalia gedane toezeggingen met betrekking tot de overeenkomsten inzake een internationaal samenwerkingsverband en de verstrekking van tractiediensten moeten worden beschouwd als uitsluitend gericht op het faciliëren van de toegang van nieuwe exploitanten in de aanloopfase van de ontwikkeling van de markt voor internationaal reizigersvervoer per spoor. Derhalve: -
zal de totale duur van de door Trenitalia gedane toezeggingen maximaal 5 jaar zijn vanaf de inwerkingtreding van de beschikking van de Commissie in deze zaak;
-
zal, binnen dit algemene tijdschema, de looptijd van de overeenkomsten die met derde ondernemingen worden gesloten voor de levering van tractiediensten maximaal drie jaar bedragen vanaf de datum waarop de dienst begint te opereren, eventueel jaarlijks te verlengen.
In overeenstemming met de Commissie kunnen bovengenoemde perioden worden verkort of verlengd indien het nationale regelgevingskader wordt gewijzigd (d.w.z. liberalisering van het cabotagevervoer van reizigers per spoor in Italië) of indien zich een belangrijke verandering van de marktvoorwaarden voordoet (bv. aanwezigheid van andere spoorwegondernemingen die passende tractiediensten kunnen leveren, of bijzondere ontwikkelingen in het aanbod in de sector productie van rollend materieel of in de interoperabiliteit van de betrokken spoorweginfrastructuur). Rome, 2 juli 2003. Roberto Renon
4
Verklaring van Rete Ferroviaria Italiana SpA Overwegende hetgeen volgt:
De Duitse spoorwegonderneming Georg Verkehrsorganisation GmbH (GVG) wil een non-stopdienst voor reizigersvervoer per spoor gaan verzorgen tussen Bazel en Milaan, met in Bazel een aansluiting op de ICE-trein naar Duitsland. Daartoe heeft GVG treinpaden nodig tussen Milaan en Domodossola op het Italiaanse spoorwegnet en daarop aansluitende treinpaden tussen Domodossola en Bazel op het Zwitserse spoorwegnet. Op 21 juni 2001 heeft de Europese Commissie een formele procedure ingeleid ten aanzien van Ferrovie dello Stato (FS), onder meer omdat FS aan GVG geen toegang zou hebben verleend tot het Italiaanse spoorwegnet met het oog op de exploitatie van een internationale dienst voor reizigersvervoer per spoor van Bazel naar Milaan, en zodoende inbreuk op artikel 82 van het EG-Verdrag zou hebben gemaakt, Rete Ferroviaria Italiana SpA (RFI), zal, om GVG in staat te stellen zo spoedig mogelijk te beginnen met de exploitatie van haar voorgenomen dienst voor reizigersvervoer per spoor tussen Bazel en Milaan, zich ten zeerste inspannen om GVG de beschikking te geven over geschikte treinpaden tussen Milaan en Domodossola. RFI zal regelmatig contact opnemen met de Zwitserse infrastructuurbeheerder om na te gaan welke treinpaden voor dit doel op het Zwitserse netwerk beschikbaar zijn en zal naar beste vermogen ervoor zorgen GVG treinpaden ter beschikking krijgt die aansluiting geven op die welke op het Italiaanse net aan worden geboden. Zolang GVG haar verzoek om dergelijke treinpaden via de FTE of enige andere coördinerende instantie voor de toewijzing van internationale treinpaden herhaalt, zal RFI tweemaal per jaar aan de Commissie verslag uitbrengen over de in dit verband genomen maatregelen.
Namens Rete Ferroviaria Italiana SpA Franco Marzioli Sales Director
5