PERSMAP
[ 1.BACHIANAS: KORT EN PRAKTISCH ] Een dansproductie van zeven jonge dansers, zes jonge cellisten en een zangeres. Alle uitvoerders zijn tussen 16 en 20 jaar. Een productie van fABULEUS i.s.m. Jeugd en Muziek Vlaanderen. De titel van de voorstelling verwijst naar de ‘Bachianas brasileiras’ (letterlijk: Braziliaanse Bachjes) van de Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos (1887-1959). Zijn muziek was het uitgangspunt voor choreografe Caroline D’Haese om deze productie te maken. De jonge componist Maarten Van Ingelgem voegde er onder meer Johann Sebastian Bach, bossa nova en eigen composities voor zes cello’s aan toe. Tijdens het creatieproces stelden de dansers en de muzikanten zich vragen als: wat is vrijheid? Heb je een keuze en wanneer is het tijd om te kiezen? Welke vragen stel je je tijdens een vrije val? Choreografie Caroline D'Haese Muzikale leiding Maarten Van Ingelgem Dansers Ilke Bartholomees, Marieke Dermul, Jordy Putzeys, Emmanuel Ryngaert, Filip Tielens, Thomas Vantuycom, Osiris Vlerick Cellisten Lucas Cortoos, Jasmijn Lootens, Renke Van Impe, Anne Van Os, Jan Verstraete, Lieselot Watté Sopranen Lotte Auer, Bep Keersmaekers Muziek Maarten Van Ingelgem, Johann Sebastian Bach, Heitor Villa-Lobos, Antonio Carlos Jobim Dansassistentie Ilythyia de Lignière Coach Randi De Vlieghe Coach cello Jaap Kruithof Scenografie Manolito Glas Lichtontwerp Vital Schraenen Techniek Tom Philips
Met de steun van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, de provincie VlaamsBrabant en stad Leuven. Speellijst 2008 - 2009 4 en 5 oktober 08, 20u, Minnepoort/30CC Leuven 016/203 020. 15 oktober 08, 20u, cc De Werf Aalst 053/732 812. 16 oktober 08, 20u, Schouwburg Sint-Niklaas 03/766 39 39. 24 april 09, 20u15, cc Maasmechelen 089/769 797. 6 mei 09, 20u15, cc De Werft, Geel 014/566 666. Data schoolvoorstellingen op www.fabuleus.be. Voor persfoto’s en interviews: mail
[email protected]. fABULEUS geeft jonge mensen een professioneel kader om theater- en dansproducties te maken. Zowel tieners als jongprofessionelen krijgen stimulansen en begeleiding van meer ervaren makers. Want fABULEUS gelooft dat talent zich al zeer jong kan tonen. Alle producties zijn gemaakt voor een ruim publiek, met speciale aandacht voor kinderen en jongeren. De thuisbasis van fABULEUS zijn de Molens Van Orshoven, een industriële site uit de 19de eeuw aan de Leuvense Vaartkom. fABULEUS beschikt er over een theater- en dansstudio, kostuum- en decorateliers en een kleine speelruimte voor ongeveer 60 toeschouwers. fABULEUS is sinds 2006 structureel erkend als theatergezelschap door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en ontvangt al meerdere jaren werkingssubsidies van de provincie Vlaams-Brabant en de stad Leuven. Jeugd en Muziek is een erkende muziekeducatieve organisatie die jaarlijks meer dan 200.000 voornamelijk kinderen en jongeren bereikt met concerten, projecten en initiatieven op het vlak van het actief musiceren. De professioneel onderbouwde vereniging coördineert en stimuleert zo’n vijfentwintig afdelingen en een zestal symfonische jeugdorkesten, die met enkele honderden vrijwilligers zorg dragen voor de regionale spreiding van meer dan 2.000 activiteiten. Reeds vele jaren is Jeugd en Muziek de grootste muziekeducatieve speler op het terrein, met activiteiten die naast muzikale en muzische ook algemeen vormende aspecten in zich dragen. Concerten op school, Musiceren op school, Muziek in de klas, Concerten in vrije tijd, Musiceren in vrije tijd en Navorming voor muzikanten en leerkrachten vormen de kern van de dagelijkse werking.
[ 2. Productiegegevens ] Choreografie Caroline D'Haese Muzikale leiding Maarten Van Ingelgem Dansers Ilke Bartholomees, Marieke Dermul, Jordy Putzeys, Emmanuel Ryngaert, Filip Tielens, Thomas Vantuycom, Osiris Vlerick Cellisten Lucas Cortoos, Jasmijn Lootens, Renke Van Impe, Anne Van Os, Jan Verstraete, Lieselot Watté Sopranen Lotte Auer, Bep Keersmaekers (wisselen elkaar af) Muziek o.a. Maarten Van Ingelgem, Johann Sebastian Bach, Heitor Villa-Lobos, Antonio Carlos Jobim, Luiz Bonfá, Jorge Ben Jor, ... Dansassistentie Ilythyia de Lignière Coach Randi De Vlieghe Coach cello Jaap Kruithof Scenografie Manolito Glas Assistentie kostuums Evelien Helsen Lichtontwerp Vital Schraenen Techniek Tom Philips Productie fABULEUS i.s.m. Jeugd en Muziek Vlaanderen
[ 3. De muziek] De titel van de voorstelling verwijst naar de ‘Bachianas brasileiras’ (letterlijk: Braziliaanse Bachjes) van de Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos (1887-1959). Zijn muziek was het uitgangspunt voor Caroline D’Haese om deze productie te maken. Maarten Van Ingelgem voegde er onder meer muziek van Johann Sebastian Bach, diverse bossa-novaklassiekers en eigen composities voor zes cello’s aan toe. De andere muzikale momenten ontstonden door groepsimprovisatie op basis van body percussion en muzikaal materiaal uit de voorstelling. Bachianas tast de raakvlakken af tussen instrument en beweging. Een overzicht van de gebruikte muziek: Zvon…& Silex Manha de Carnaval Contrapunctus 1 uit Die Kunst der Fuge Silex Desafinado Modinha & Embolada uit Bachianas Brasileiras nr.1 Aria uit Bachianas Brasileiras nr.5 Manha de Carnaval Brejeiro Ponteio uit Bachianas Brasileiras nr.3 Chega de Saudade Chega de Saudade & Arte da Fuga O Canto da Nossa Terra uit Bachianas Brasileiras nr.2 Is this Freedom? Take it easy
Maarten Van Ingelgem Luiz Bonfá Johann Sebastian Bach Maarten Van Ingelgem Antonio Carlos Jobim / Quincy Jones Heitor Villa-Lobos Heitor Villa-Lobos Luiz Bonfá / Baden Powell Ernesto Nazareth Heitor Villa-Lobos Antonio Carlos Jobim / João Gilberto Antonio Carlos Jobim / Quincy Jones en Johann Sebastian Bach / Maarten Van Ingelgem Heitor Villa-Lobos Marieke Dermul Jorge Ben Jor
[ 4. De makers ] Caroline D’Haese (Aalst, 1980), choreografe, studeerde hedendaagse dans in Lier (Hoger Instituut voor Dans), Londen (London Contemporary Dance School) en California (California Institute of the Arts), en werkte samen met onder meer Retina Dance Company, Marie De Corte, Marc Vanrunxt en Rasmus Ölme. In 2004 maakte ze voor Kunstencentrum Netwerk in Aalst de solo Elixir, in een coaching van Marc Vanrunxt. fABULEUS zag haar solo, sprak met Caroline over haar plannen en was onder de indruk van de helderheid en vastberadenheid waarmee zij over haar werk(wijze) sprak. Caroline D’Haese wil open voorstellingen maken, die het publiek actief laten meedenken en hen andere mogelijkheden willen aanreiken om naar de werkelijkheid te kijken. Ruimte en licht zijn naast de dansers zelf van fundamenteel belang. Maarten Van Ingelgem (Dendermonde, 1976), muzikaal leider, behaalde aan het Koninklijk Conservatorium Brussel het Meesterdiploma Piano bij Jan Michiels. Vervolgens specialiseerde hij zich in compositie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen bij Wim Henderickx. Maarten is dirigent van het kamerkoor voor hedendaagse muziek De 2de Adem uit Gent en zingt regelmatig als bas bij Aquarius en het Vlaams Radio Koor. Daarnaast is hij begeleider en leerkracht piano en samenspel aan de muziekacademies van Dilbeek en Ninove. Hij is medeoprichter van het Componistenplatform Aalst. Als componist schreef hij reeds een dertigtal werken, waaronder een kameropera voor het Youth Opera Festival te Utrecht en een strijkkwartet in opdracht van het Transit Festival in Leuven. Zijn pianoconcerto, waarvoor hij de prijs voor nieuwe muziek 2005 van de provincie Oost-Vlaanderen kreeg, werd in juli 2006 uitgevoerd in SintPetersburg. Eerdere ervaring met dansproducties deed hij op in samenwerking met het Hoger Instituut voor Dans in Lier, tijdens de tournee OORsprong van Jeugd en Muziek en bij De Kapellekensbaan van het Componistenplatform Aalst waarin ook Caroline D'Haese te zien was. Randi De Vlieghe (Brugge, 1974), coach, volgde een opleiding aan de Brugse dansacademie. Nog tijdens zijn studies werd hij 3de in De Beste Belgische Danssolo tijdens het Victoriafestival (1994). Nadien danste hij onder meer bij Bert Van Gorp (Contrecoeur) en Eric Raeves. Tijdens de Summerstudios PARTS (1997) maakte hij de solo IdentiTIJD. Voor fABULEUS creëerde hij de groepschoreografieën Ego Sublimo (1998), BAKEN (1999), Beet (2002), Eros Flux (2003) en Gender Blender (2008) en de solo The Day Dolly Danced (2005). Bij BRONKS maakte hij het met de Grote Theaterfestivalprijs bekroonde Ola Pola Potloodgat (2001, met Pascale Platel), Toope en Toetonne (2004) en Scoliozee d’Artrozee (2005). Als danser was hij voorts te zien in de voorstellingen Adsec (Natascha Pire, 2000) en Geluk en En ik stelde mij daar geen vragen bij (Hans Hof Ensemble, 2000). In 2004 ging tevens zijn choreografie ADDA in première, een opdracht van muziekensemble Emanon. In 2007 creëerde hij Guided by Noises bij kleinVerhaal (Brugge), een jongerenproductie geïnspireerd op Le Sacre du printemps van Igor Stravinsky. Begin dit jaar ging in de Gentse Kopergietery Het verdragen van Versailles in première, een productie van Randi De Vlieghe, Natascha Pire en Steven Beersmans. Momenteel werkt Randi als choreograaf voor de nieuwe Glamorous Arena Tour van Natalia. Ilythyia de Lignière (Wilrijk, 1977), dansassistentie, studeerde dans aan het Hoger Instituut voor Dans (Lier). Nadien behaalde ze haar Master in Choreografie aan de Universiteit van Leeds (Engeland). Voor haar eindwerk trok ze naar Lagos, Nigeria om te onderzoeken hoe een interculturele collaboratie haar persoonlijke choreografische stijl kon beïnvloeden en verrijken. Samen met een hedendaags Afrikaanse choreograaf creëerde ze Dans Fusion Project. Hieruit vloeiden nog verschillende andere projecten in Nigeria voort zoals Pas de Deux dat ze creëerde voor het Dance Meets Dance Festival 2005 in Lagos. Nu ze terug in België woont, heeft ze ondertussen een mooi curriculum bijeen gedanst en gechoreografeerd. Haar meest recente choreografie Monkey Mind was te zien op het MAYDAY Dansfestival 2006. Ze is regelmatig te gast bij het HID, KBA (Koninklijke Balletschool Antwerpen), en de Fontys Dansacademie. Jaap Kruithof (Wilrijk, 1958), cellocoach, is docent cello, vakdidactiek cello en kamermuziek aan het Lemmensinstituut te Leuven en gastprofessor cello en literatuurstudie cello aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen, waar hij ook docent vakdidactiek cello is. Bovendien is hij
leraar cello, instrumentaal ensemble en AMC aan de Academies van Borgerhout (Antwerpen) en Oud-Heverlee (bij Leuven). Jarenlang verleende hij in de maand juli als cello- en kamermuziekleraar zijn medewerking aan de Cours International de Musique te Morges (Zwitserland) o.l.v. Kati Sebestyén en Ervin Schiffer. Vanaf 2006 gaat er i.p.v. deze cursus een String-academy door in Davos (Zwitserland). Hij wordt ook sinds jaren gevraagd als kerndocent op het tweejaarlijks Cellofestival te Dordrecht (Nederland). Tenslotte verleent hij regelmatig zijn medewerking aan het orkest La Passione en vormt hij een pianotrio met pianiste Anne Op de Beeck en violist Nico Baltussen. Verder treedt hij geregeld op in diverse kamermuziekformaties. Manolito Glas (Middelburg, 1971), scenografie, studeerde vormgeving aan het Nederlandse SintLucas en specialiseerde zich in het vormgeven in 3 dimensies. Na zijn studies werkte hij via Decoratelier Vorm & Decor (Rotterdam) onder meer voor het Nederlands Dans Theater, het Ro Theater, Het Amsterdams Toneel, Scapino Ballet, Blauwe Maandag Compagnie, etc. Tijdens deze werkperiode ontwikkelde hij verder zijn visie op theatervormgeving. Momenteel is hij als freelance vormgever (Unusual Industries) aan het werk voor theater, dans, jongerenvoorstellingen en diverse commerciële projecten. Bij fABULEUS tekende hij eerder voor de scenografie van Instant Karma (2004), Indian Curry (2006) en Gender Blender (2008). Vital Schraenen (Antwerpen, 1969), lichtontwerp, is werkzaam in de theaterwereld als auteur, regisseur, acteur, licht- en decorontwerper. Hij werkte o.a. voor De Tijd, Internationale Nieuwe Scène, Vlaamse Opera Stichting, Ensemble Leporello, Theater Stap, Circus Picolini, Compagnie Thor, het Brussels Brecht-Eislerkoor, Festival van Vlaanderen, L.P. Boon-kring, 30CC-Leuven. Als acteur was hij vooral te zien in voorstellingen van Ensemble Leporello (o.m. Brussel, een Oerwoud, De Cid, Een Tartuffe). Hij is artistiek leider van het muziektheatergezelschap Tirasila en regisseerde er onder meer Escurial, Ubu koning, K-bel, Het Laatste Verlangen, KRSK! Berichten uit een zeemansgraf, tManneHart en Slachtwerk. Naast het artistiek leiden van grote theatrale evenementen (de openingsceremonie voor Brussel 2000, Ode Gand 2003 etc ...) is hij hoofdzakelijk actief als regisseur van muziektheaterproducties. Recentelijk zijn dat onder meer Vergeten straat, een volksopera, van het Brussels BrechtEislerkoor en het Hasselts Omroerkoor (naar L.P. Boon), Frankenstein van Theater Stap i.s.m. I Solisti del Vento, Some Voices, een collectieve creatie van muziektheater Zilverpapier, Ornithes/Vogels naar de komedie van Aristophanes voor figurentheatergezelschap Ilias Karella (Griekenland), Ljublju, een straat-muziektheater-instrumenten-opera naar Anton Tsjechov door Maatschappij Excelsior, en Ceci n’est plus Carmen naar Georges Bizet, een 30CC-productie. Hij tekent haast altijd de vormgeving en het lichtontwerp van zijn eigen producties. Bij fABULEUS regisseerde hij de voorstellingen De uitzondering! en de regel? (1997) en Het proces (1998). Momenteel doet hij de regie van Foor 11, de nieuwe productie van De Nieuwe Snaar. De uitvoerders Bachianas is een productie met dansers, zangers en cellisten, tussen 16 en 20 jaar. Sommigen deden -als zanger of danser- al eerder mee in andere fABULEUSproducties, anderen hebben minder productie-ervaring. Lieselot Watté (Oostende, 1989), cello, begon op haar achtste met cello en studeert nu bij Jeroen Reuling in haar tweede jaar aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. Bij hem volgde ze ook masterclasses in Enghien en Lancut (Polen). Daarnaast volgt ze piano aan het Stedelijk Conservatorium Oostende, waar ze ook in het Kamerorkest van de Kust speelt. Vorig jaar behaalde ze een eerste prijs in de wedstrijd Dexia Classics. Jan Verstraete (Wetteren, 1992), cello, zit in het vijfde middelbaar aan het Sint-Gertrudiscollege in Wetteren. Op school speelde hij ooit mee in De golf. Hij studeert al acht jaar cello aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord in Wetteren. Anne Van Os (Leuven, 1988), cello, speelt niet alleen cello maar ook piano. Ze zit in het derde jaar van het Leuvense Lemmensinstituut, waar ze cello studeert bij Jaap Kruithof. Bij hem en Ran Varon volgde ze masterclasses in Morges (Zwitserland) en Davos (Zwitserland).
Jasmijn Lootens (Waregem, 1991), cello, begon op zesjarige leeftijd cello te studeren bij Paul Van Egghen aan de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord & Dans in Waregem, en legt dit jaar haar eindexamen af. Op de Steinerschool in Gent speelde ze in tal van toneelproducties en was ze celliste in het orkest van de musical Jekyll and Hyde. Ze volgde reeds meerdere masterclasses in Sárospatak (Hongarije) bij Judith Ermert. Lange tijd combineerde ze muziek met topsport (tennis). Lucas Cortoos (Halle, 1992), cello, begon op zijn vijfde cello te spelen, maar zit ook voor piano en toneel aan de Academie Orfeus te Alsemberg. Momenteel volgt hij cello bij Herman Cnop en Aygul Pribylovskaya. Filip Tielens (Diest, 1989), spel en dans, zit in zijn tweede jaar communicatiewetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij volgde woord en drama aan de Hagelandse Academie en speelde in verschillende voorstellingen van het Sint-Jozefscollege in Aarschot, zowel in het Frans (Discothèque en Mouchette) als het Nederlands (As you like it). Momenteel speelt hij bij jeugdtheatergroep 't Kadolleke in Zichem en het Politikatoneel aan de universiteit. Bachianas is zijn eerste dansproductie. Emmanuel Ryngaert (Leuven, 1989), dans, studeerde een tijdlang agogiek aan de VUB en doet nu interieurontwerp in Mechelen. Hij volgt al 14 jaar les aan de Leuvense circusschool/Cirkus in Beweging en is gespecialiseerd in trapeze en doek. Bij fABULEUS danst hij tevens in Randi De Vlieghes Gender Blender (2008). Thomas Vantuycom (Brussel, 1989), dans, studeert voor handelsingenieur aan de K.U.Leuven. In 2006 danste hij voor het eerst mee in een productie van fABULEUS, namelijk Indian Curry van Natascha Pire. Daarna danste hij ook in Gender Blender (2008). Marieke Dermul (Brugge, 1988), dans en zang, zit in haar derde jaar politieke wetenschappen aan de UGent. In 2007 danste ze in Guided by Noises (in een productie van kleinVerhaal, Brugge) van Randi De Vlieghe, waarin ze ook zong en piano speelde. Eerder dit jaar creëerde ze met Camille Vanlerberghe de performance Frikadellen zijn echt gezond! voor PREFAB (Artforum/fABULEUS). Ze volgde verschillende workshops bij Retina Dance Company, PARTS en Danscentrum Jette, en schrijft ook eigen muziek. Ilke Bartholomees (Leuven, 1992), dans, zit in haar vijfde jaar hedendaagse dans aan de Kunsthumaniora Brussel. Met de andere leerlingen van de richting Muziek, Woord en Dans van de Kunsthumaniora creëerde ze eerder dit jaar het multimediale spektakel Grotesk. Vorig jaar danste ze in deSingel in de jubileumproductie 35 jaar HID (Hoger Instituut voor Dans). In het verleden zat ze op de dansschool SPLIT, waar ze aan de jaarlijkse voorstellingen meedeed. Jordy Putzeys (Sint-Truiden, 1993), dans, zit in zijn vierde jaar hedendaagse dans aan de Kunsthumaniora Brussel. Ook hij speelde eerder dit jaar mee in het multimediale spektakel Grotesk, gebracht door de leerlingen Muziek, Woord en Dans van de Kunsthumaniora. Osiris Vlerick (Gent, 1991), dans, zit in haar vijfde jaar hedendaagse dans aan de Kunsthumaniora Brussel. Op driejarige leeftijd startte zij met klassiek ballet. Toen ze tien was, vertolkte ze de rol van Yasmine in Alladin, op haar twaalfde danste ze de solo Fantasia op Greensleeves tijdens The COMcerts van Dirk Brossé in Gent. Vorig jaar danste ze in deSingel in de jubileumproductie 35 jaar HID (Hoger Instituut voor Dans).
fABULEUS De prehistorie De oergedaante waaronder fABULEUS verschijnt, is die van een tweejaarlijks Internationaal Theaterfestival voor Jongeren, met edities in 1991, 1993, 1995 en 1997. Festivalcoördinator Dirk De Lathauwer stelt vanaf 1995 vast dat de vluchtigheid van een festival niet strookt met de ambitie om jonge spelers en dansers structureel te begeleiden. Daarom wordt vanaf 1996 de aanzet gegeven tot een continu werkende maar qua bezetting zeer wisselende productiestructuur met jongeren. fABULEUS wordt vanaf dat moment een deelproject van Artforum, een landelijk erkende jeugddienst die zich specialiseert in kunsteducatie en artistieke projecten met kinderen en jongeren. De periode 1996-2005 De eerste producties (’t Barre Land, De uitzondering! en de regel?, Het Proces) spelen vooral in Leuven, maar vanaf 1998 begint er ook interesse te komen van festivals en cultuurcentra en gaan de producties steeds uitgebreider op tournee door Vlaanderen. Ook de jonge deelnemers aan audities worden ondertussen steeds talrijker en komen uit alle Vlaamse provincies en zelfs uit Nederland. Dit leidt onder meer tot succesvolle producties als Ego Sublimo, Meisje Niemand, BBB & wasverzachter, Yvonne, Kievielaviedekie en Dromen hebben veters en geeft de kans aan Randi De Vlieghe, Dirk De Lathauwer, Natascha Pire, Thomas Devens, het duo Joke Laureyns en Kwint Manshoven, e.a. om als regisseurs en choreografen tot ontbolstering te komen. Naast de producties met jongeren (spoor 1) ontstaat vanaf 2000 geheel organisch een tweede productiespoor waarin jonge professionele spelers, dansers en makers die uit podiumkunstenopleidingen komen of uit de jongerenwerking doorstromen, hun eigen werk kunnen ontwikkelen met dramaturgische, logistieke en zakelijke ondersteuning vanuit fABULEUS, al dan niet met een jong publiek in het achterhoofd. Dit levert producties op als Mijn benen zijn al lang maar de wereld staat op stelten, Antoon en Mirabella, Alles in Toranje!, Spelregels, e.a.. Nadat er in 2002 een “positief maar niet prioritair” advies was gegeven voor de theaterproductie Yvonne, prinses van Bourgondië, wordt in 2003 voor het eerst een projectsubsidie van de Vlaamse Gemeenschap toegekend voor de dansproductie Eros Flux. In datzelfde jaar wint fABULEUS de 1000 Watt-Lichtpuntprijs tijdens het Tweetaktfestival “wegens de uitgesproken artistieke keuze, het roeien tegen de stroom in en het geloof in het kunnen van jonge mensen.” In 2004 en 2005 volgen nog vier Vlaamse projectsubsidies voor Johnnieboy (theater), Instant Karma (dans), Lilium (dans) en Wolfsroedel (theater) en een nominatie voor de 1000-Wattprijs met Dromen hebben veters, de eerste fABULEUS-productie die wordt gedanst door kinderen. 2005 is een cruciaal jaar voor fABULEUS: de organisatie viert haar tiende verjaardag en krijgt het bericht in 2006 en 2007 structureel gesubsidieerd te zullen worden door de Vlaamse Gemeenschap. Bovendien wordt fABULEUS in datzelfde jaar genomineerd voor de Vlaamse CultuurPrijzen 2005, in de kersverse categorie jeugdtheater. De periode 2006 tot nu fABULEUS splitst zich op 1 januari 2006 na 10 jaar af van Artforum en wordt sindsdien als autonome vzw erkend en gesubsidieerd als ‘Organisatie voor de Nederlandstalige dramatische kunst’. De huidige werking kenmerkt zich door de verdere ontwikkeling van de twee productiesporen (jongeren en jongprofessionelen), door een bewust nastreven van een diversiteit aan makers en theatervormen en door producties die zich zowel kunnen richten tot jongeren en kinderen als tot een ‘avondpubliek’. Niet toevallig wordt fABULEUS in ‘Metamorfose in podiumland’ (VTi) dan ook geciteerd als een voorbeeld van een hybride kunstenorganisatie. Deze periode levert onder meer eerste samenwerkingen op met Benjamin Van Tourhout (tekst en regie Forza), Eelco Smits (tekst Chatgirl), Jef Van gestel (regie Chatgirl), Leen Roels (spel El Gran Teatro del Mundo, tekst en spel leuke Mieke), Koen Monserez (regie Candide), Alexandra Broeder (regie They have got what it takes to be a legend), ... maar laat ook veel ruimte voor het verder ontwikkelen van spelers, dansers en makers die tijdens de voorgaande jaren reeds een traject aflegden binnen fABULEUS: Tom Struyf (tekst en spel El Gran Teatro del Mundo), Steven Beersmans (regie Playground love), Koen De Preter (choreografie en dans We dance to forget), Roos Van Vlaenderen (concept en spel Bananen drijven niet), Randi De Vlieghe (choreografie
Gender Blender), Natascha Pire (choreografie Indian Curry), Dirk De Lathauwer (regie Jeanne), Filip Bilsen en Frauke Depreitere (concept, spel en dans César mijn broer is een paard), e.a.. In totaal heeft fABULEUS sinds zijn ontstaan ongeveer 60 producties gerealiseerd, waarvan de helft theater en de helft dans. Jeugd en Muziek Vlaanderen Jeugd en Muziek is een erkende muziekeducatieve organisatie die jaarlijks meer dan 200.000 voornamelijk kinderen en jongeren bereikt met concerten, projecten en initiatieven op het vlak van het actief musiceren. De professioneel onderbouwde vereniging coördineert en stimuleert zo’n vijfentwintig afdelingen en een zestal symfonische jeugdorkesten, die met enkele honderden vrijwilligers zorg dragen voor de regionale spreiding van meer dan 2.000 activiteiten. Reeds vele jaren is Jeugd en Muziek de grootste muziekeducatieve speler op het terrein, met activiteiten die naast muzikale en muzische ook algemeen vormende aspecten in zich dragen. Concerten op school, Musiceren op school, Muziek in de klas, Concerten in vrije tijd, Musiceren in vrije tijd en Navorming voor muzikanten en leerkrachten vormen de kern van de dagelijkse werking.
[ 5. Gesprek met choreografe Caroline D’Haese] Uit het interview van Tim Vanhoutte met Caroline D’Haese voor het magazine van Vormingscentrum Destelheide in Dworp. Een mens is zo vrij als hij zelf denkt dat hij is. Je eigen vrijheid stopt waar die van een ander begint. Maar wat is de hoogste vorm van vrijheid? Bestaat er zoiets als tevéél vrijheid? Kan je je eigen vrijheid pas waarderen als je er eerst achter bent gekomen wat het betekent om niet vrij te zijn? Vrijheid is een magisch concept, iets waar iedereen naar verlangt maar waar niemand echt greep op krijgt. Soms is het ook maar een woord: iedereen kent de boutades, maar wie kent ook de antwoorden op de vragen die eruit voortvloeien? Caroline D’Haese misschien? Bachianas moet een dynamische productie worden, waarin zeven dansers, acht cellisten en twee sopranen op zoek gaan naar de grenzen én de mogelijkheden van vrijheid. Caroline, hoe vrij is de mens volgens jou nu echt? Caroline D’Haese: “Zo vrij als hij wil zijn. Je hebt je vrijheid zelf in de hand en je bepaalt zelf of je de grenzen ervan als beperkingen dan wel als uitdagingen beschouwt. Voor mij vertegenwoordigen grenzen veeleer mogelijkheden tot verkenning en onderzoek. Je kan je pas echt vrij voelen als je je beperkingen hebt leren kennen en aanvaarden. Bovendien bestaat altijd de kans dat je je grenzen verlegt. Dat merk ik ook weer in deze productie. Ik vraag tijdens de repetities soms dingen van mijn mensen waarop ze instinctief reageren met: “Dat kan ik niet.” Maar later, na veel oefenen, blijken ze die dingen toch te kunnen. Dat is het mooie aan dit project: ook de dansers en cellisten komen er soms achter dat ze vrijer waren dan ze dachten.” Klinkt wel filosofisch! D’Haese: “Ik denk gewoon heel graag na over dit soort dingen. We hebben er ook al in groep over gediscussieerd, onder begeleiding van een ‘echte’ filosoof, en stukken van dat gesprek zullen zeker in de voorstelling verwerkt worden. Pas op, vrijheid als abstract filosofisch begrip is niet het enige thema van Bachianas hoor. Het moet een gelaagde voorstelling worden, met veel subverhalen. Er zijn dan ook zoveel soorten vrijheid, en de ervaring ervan is zo persoonlijk! Het is niet mijn bedoeling om voor eens en voor altijd greep te krijgen op vrijheid, wel om ermee bezig te zijn en het concept in al zijn facetten te verkennen. De vrije val is bijvoorbeeld een ervaring die me fascineert, omdat je op dat moment van extreme vrijheid op de grens tussen extreme angst en extreme euforie balanceert. Maar ik vind de verhalen van mensen die in de concentratiekampen hebben gezeten en zelfs in die omstandigheden een zekere mate van innerlijke vrijheid gevonden hebben minstens even interessant. Of de inzichten uit de hedendaagse wetenschap, vooral dan de kwantumfysica. Als tijd en ruimte relatief zijn, is de werkelijkheid dan iets dat objectief bestaat, of alleen in onze perceptie? Hoezeer ben je gebonden aan je verleden? Kan je dat zomaar achter je laten of niet? Die overwegingen zitten ook allemaal in Bachianas.” Dans is een medium dat zich leent tot abstractie, maar misschien minder tot narrativiteit. Zit er een verhaal in Bachianas, of staat de verkenning op zich centraal? Hoe hou je een dansvoorstelling over zulke complexe thema’s toegankelijk? D’Haese: “Grappig dat veel mensen ervan uitgaan dat dans niet zo geschikt is als je iets wil vertellen over complexe thema’s. Misschien ligt dat aan het feit dat mensen tegenwoordig minder vertrouwd zijn met lichaamstaal, omdat er veel minder ‘live’ gecommuniceerd wordt. Voor mij is lichaamstaal nochtans een krachtigere, primairdere vorm van communicatie dan verbale taal, en dans is niets anders dan een uitvergroting van lichaamstaal. Verbale taal interpreteer je met je verstand, lichaamstaal begrijp je intuïtief. Vandaar dat ik denk dat iedereen uit Bachianas zonder veel moeite een eigen verhaal kan distilleren. Wat de toegankelijkheid betreft, wordt dit alvast geen moraliserende voorstelling. Het is mijn ambitie, wens en hoop dat heel veel verschillende mensen hiervan zullen kunnen genieten en er na afloop ook iets van meedragen. Dat betekent ook weer niet dat ik louter entertainment wil bieden, of dat ik iets maak om succes te hebben. Vandaar dat ik zoveel prikkelende subverhalen en lagen in mijn voorstelling verwerk: om het publiek uit te dagen
in plaats van hen een kant en klare maaltijd voor te schotelen. Dat is volgens mij ook de taak van kunst in de maatschappij: antwoorden proberen te zoeken op vragen waar we eigenlijk geen vat op hebben, maar ook de toeschouwer op de schouder tikken en vragen: “Denk je dat echt?”.” Hoeveel vrijheid geef je aan je mensen? Ligt de choreografie op voorhand al grotendeels vast, of krijgen je dansers, zangers en cellisten ruimte om te brainstormen en dingen toe te voegen? D’Haese: “Natuurlijk leg ik altijd iets van mezelf in mijn voorstellingen, maar ik maak dit stuk niet alleen. Ik vind mezelf geen geniale artieste; tenslotte geef ik alleen maar vorm aan de ideeën in mijn hoofd en gebruik ik dans als creatief medium om die te uiten. De eigen inbreng van mijn gasten blijft erg belangrijk voor mij. We maken de choreografie samen en ik probeer elke deelnemer ook individueel te begeleiden. Mijn aanpak vereist wel dat ze zelf gepassioneerd zijn door de voorstelling, want ik voorzie redelijk wat cross-over, en om dat te doen slagen en overkomen, zullen velen hun grenzen een beetje moeten verleggen. Bijna alle rollen zullen inwisselbaar zijn: één van onze danseressen heeft een liedje geschreven dat ze ook zelf zal zingen als begin van de eindcompositie, en onze cellisten zullen afstand moeten doen van hun zitje en staand, liggend of boven het hoofd van onze dansers hun instrument moeten bespelen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar ik ben ervan overtuigd dat zo’n ervaring hen allemaal veelzijdiger zal maken met het oog op hun toekomstige carrière.” Speelde ‘vrijheid’ ook een rol in de muziekkeuze? Het Braziliaanse bossa-novagenre is verwant aan jazz, waarin improvisatie zo belangrijk is, en Heitor Villa-Lobos’ ‘Bachianas Brasileiras’ is een vrije bewerking van Bach... D’Haese: “Absoluut! Villa-Lobos combineerde Bach met invloeden uit de Brazilaanse indianenmuziek, en van Bach zelf gebruiken we Die Kunst der Fuge, een compositie die ondanks erg strikte muzikale vereisten door gelijk welk instrument kan uitgevoerd worden. Ook hier staan vrijheid en cross-over dus centraal.”