Praktisch registratie- en successierecht – basisbeginselen Registratierecht: oefeningen Deel 1
Inleiding
Onder toepassing van welke wetgeving zal de akte in de volgende gevallen geregistreerd worden? 1
Bij akte verleden voor een notaris in Brussel brengt een natuurlijke persoon, in een Belgische vennootschap, een in Gent gelegen woning in.
2
Voor de bouw van een in Luik gelegen woning gaat Jan een hypothecaire lening aan bij een bank. De hypothecaire inschrijving wordt genomen op een stuk bouwgrond dat Jan in zijn bezit heeft en dat gelegen is te Brussel.
3
Bij akte verleden voor een notaris in Brugge schenkt de heer De Jong aan zijn zoon een appartement dat gelegen is te Blankenberge. De heer De Jong heeft zijn fiscale woonplaats in Sluis. Zijn zoon heeft zijn fiscale woonplaats in Brugge.
4
Bij akte verleden voor een notaris in Mortsel schenkt de heer Vanderplas aan zijn zus een waardevol schilderij. De heer Vanderplas heeft zijn fiscale woonplaats in Breda. Zijn zus heeft haar fiscale woonplaats in Antwerpen.
5
Bij akte verleden voor een notaris in Anderlecht schenkt de heer Wellens aan zijn dochter een woning. In de vijf jaar voor de schenking heeft de heer Wellens eerst twee jaar te Luik gewoond, vervolgens één jaar in Gent, vervolgens één jaar te Bergen, en ten slotte één jaar in Brussel.
6
Ruil tussen Jan en Marc. Jan draagt een in Gent gelegen woning (K.I. = 1 500 EUR) over aan Marc. Marc draagt aan Jan een in Brussel gelegen appartement (K.I. = 1 700 EUR) over en betaalt aan Jan ook nog een (beperkte) opleg in geld.
Deel 2 1
De registratieformaliteit
Wanneer verstrijkt in de volgende gevallen de registratietermijn? a
Op 5 mei wordt een notariële akte verleden.
b
Op 25 oktober wordt een onderhandse huurovereenkomst afgesloten. Het betreft de huur van een gebouw dat uitsluitend als woonst van de huurder zal dienen.
c
Op 30 september afgesloten.
d
Op 30 augustus wordt een onderhandse inbrengakte opgesteld.
wordt
een
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
onderhandse
oefenmodule
handelshuurovereenkomst
1/16
e
2
Op 17 februari wordt door een gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van openbare verkoop van lichamelijke roerende goederen opgesteld.
Moeten de volgende overeenkomsten steeds verplicht ter registratie worden aangeboden? Als dat het geval is, binnen welke termijn, door wie en op welke plaats moet de registratie dan gebeuren? a
Het opstellen van een huwelijkscontract.
b
Een contract waarbij een licentie wordt verleend op een octrooi.
c
De overdracht van een onroerend goed.
d
De verhuur van een appartement dat uitsluitend als woonst wordt gebruikt door de huurder.
e
Een contract waarbij een lening wordt aangegaan om een onroerend goed te kopen.
f
Een contract waarbij twee ex-samenwonenden hun volledige vermogen onder hen beiden verdelen.
g
Een testament dat door de notaris wordt bewaard.
h
Een handelshuurovereenkomst voor een in België gelegen handelsgebouw.
i
De inbreng in een Belgische vennootschap.
Deel 3
De registratieplicht
Bespreek de verschuldigdheid van de registratierechten in de volgende gevallen: 1
Barbara verkoopt op 1 mei 2013 een grond aan Lies voor een bedrag (en waarde) van 75 000 EUR onder de opschortende voorwaarde dat Lies een bouwvergunning krijgt. Lies krijgt op 1 maart 2013 een bouwvergunning. De waarde van de grond is intussen gestegen naar 80 000 EUR.
2
Een onbekwaamverklaarde verkoopt een stuk bouwgrond dat hij via een nalatenschap in zijn bezit heeft verkregen. De verkoopprijs bedraagt 75 000 EUR. Achteraf wordt deze verkoop bekrachtigd door een nieuwe akte waarbij ditmaal alle noodzakelijke pleegvormen worden nageleefd.
3
Een akte bevestigt een bestaande huurovereenkomst van een in België gelegen handelspand. Ook blijkt dat de partijen het eens zijn om de huurprijs vanaf de datum van de akte te verhogen.
4
Zowel de erfpachter als de erfverpachter biedt een erfpachtovereenkomst ter registratie aan.
5
De eigenaar van een onroerend goed verleent bij aangetekende brief de huurder van een handelspand de mogelijkheid om de huurtermijn te verlengen. Bij aangetekend schrijven laat de huurder weten dat hij daarmee akkoord gaat.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
2/16
6
Bij de beëindiging van een opstalcontract neemt de eigenaar van de in opstal gegeven grond de opstallen over. Contractueel werd vastgelegd dat hij daarvoor aan de voormalige opstalhouder een vergoeding van 100 000 EUR moet betalen.
7
Verkoop van een stuk bouwgrond voor de prijs van 5 000 EUR.
8
Een man schenkt onder een opschortende voorwaarde een onroerend goed aan zijn echtgenote. Op het moment dat de voorwaarde in vervulling gaat, zijn de man en zijn vrouw gescheiden.
9
Verhuring van een kantoor, met hypotheekvestiging door een derde ten voordele van de verhuurder, om de betaling van de huurprijzen geheel of gedeeltelijk te waarborgen.
10 Akte waaruit enerzijds blijkt dat Chris een onroerend goed aan Johan verkoopt en anderzijds dat Johan een kantoor in huur geeft aan Chris. 11 De schenking door de ouders van hun huis aan een kind onder last hen kost en inwoon (zakelijk recht van gebruik en bewoning) te verschaffen in dat huis.
Deel 6
Overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen
1
Zijn onderstaande overeenkomsten aan het verkooprecht onderworpen? Verklaar je antwoord. a De verkrijging van een gebouw door het recht van natrekking. b Het verlenen van een recht van opstal of erfpacht. c De verkoop van een in Nederland gelegen bouwgrond.
2
Hoe worden in de volgende gevallen de verschuldigde registratierechten berekend? Voor de oplossing mag je ervan uitgaan dat alle eigendommen in het Vlaamse Gewest zijn gelegen en dat geen van de kopers recht heeft op een abattement. a
Marjolijn draagt een huis over aan Gunther. Gunther draagt aan Marjolijn een bouwgrond over geschat op 100 000 EUR en betaalt haar een opleg van 50 000 EUR. Bovendien is bepaald dat Gunther de kosten van de akte alleen zal dragen.
b
Kris verkoopt een huis aan Fatima en behoudt zich voor zes maanden het genot voor van het door hem overgedragen huis. Fatima betaalt een vergoeding van 200 000 EUR. De normale huurprijs voor deze woning bedraagt 450 EUR per maand.
c
Jacqueline draagt een huis over aan Jef. Jef draagt aan Jacqueline een bouwgrond over geschat op 60 000 EUR en betaalt haar een opleg van 40 000 EUR. Jef (verkrijger van het huis) geniet het verlaagde tarief van 5 % bedoeld in artikel 53 W. Reg.
d
Ruil van een in het buitenland gelegen onroerend goed met normale waarde van 180 000 EUR tegen een in het Vlaamse Gewest gelegen onroerend goed met een normale waarde van 150 000 EUR vermeerderd met een geldopleg van 30 000 EUR.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
3/16
3
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende situaties. a
Bij notariële akte van 25 maart 2013 verkrijgt Rafaël het eigendomsrecht van een in Brussel gelegen woning. De aankoopprijs bedraagt 250 000 EUR en wordt gedeeltelijk gefinancierd door een overbruggingskrediet dat zal worden afgelost bij de verkoop van zijn vorige hoofdverblijfplaats die gelegen is in Gent. Andere onroerende goederen heeft Rafaël niet in zijn bezit. Bij authentieke akte van 27 juni 2013 wordt de woning van Rafaël voor 150 000 EUR verkocht aan een jong koppeltje dat op 1 juli 2013 in het huwelijk treedt en vanaf die datum de woning zal betrekken (zij bezitten nog geen andere onroerende eigendommen). De kopers hebben met het oog op de financiering van hun aankoop een hypothecaire inschrijving genomen op het aangekochte onroerend goed.
b Tinne en Frederik (echtgenoten) kopen op 1 april 2013 voor de prijs van 150 000 EUR (prijs die door de ontvanger wordt aanvaard) samen een in Gent gelegen woning aan met een K.I. van 700 EUR. Met het oog op de financiering van hun aankoop hebben zij aan de bank een hypothecaire inschrijving toegestaan op het aangekochte onroerend goed. Frederik bezit in eigen naam een landbouwgrond met een K.I. van 100 EUR die hij in 2001 van zijn overleden vader heeft geërfd. Andere eigendommen zijn er niet. Voor Tinne en Frederik is het de bedoeling om de woning vanaf 1 juli 2013 te betrekken. c
Op 20 februari 2012 verkoopt Kurt zijn woning (gelegen in het Vlaamse Gewest) voor een prijs van 160 000 EUR. Kurt had deze woning op 15 november 1999 gekocht voor een prijs van 140 000 EUR + 17 500 EUR registratierechten. Op 1 maart 2013 kopen Kurt en Dorien samen de volle eigendom van een nieuwe woning voor de prijs van 240 000 EUR. Kurt bezit door de verkoop op 20 februari 2012 op 1 maart 2013 geen onroerende eigendom meer. Dorien bezit op die datum een stuk weiland.
d Eric verkoopt op 10 februari 2011 aan Layla zijn enige eigen woning die in het Vlaamse Gewest is gelegen (K.I. = 1 500 EUR) en die hij in 2002 voor 100 000 EUR had aangekocht en waarop hij 10 000 EUR verkooprecht heeft betaald. De overeengekomen verkoopprijs bedraagt 150 000 EUR. Ingevolge een clausule die in het verkoopcontract werd opgenomen, blijft Eric de woning verder bewonen tegen een maandelijkse huurprijs van 500 EUR, dit tot hij een nieuwe woonst voor aankoop vindt. Layla bezit op het ogenblik van de aankoop nog geen eigendom. Op 5 april 2013 koopt Eric een vijf jaar oude woning voor de prijs van 200 000 EUR. Voor deze woning hoeft hij geen financiering aan te gaan. e
Marijke is volle eigenaar van een in Gent gelegen appartement met een verkoopwaarde van 300 000 EUR. Zij verkoopt op 31 maart 2013 het levenslang vruchtgebruik van deze woning aan Filip, 45 jaar oud, voor de prijs van 200 000 EUR. De woning wordt verhuurd voor 18 000 EUR per jaar.
f
Fons is volle eigenaar van een woning met een verkoopwaarde van 250 000 EUR. Hij verkoopt op 31 maart 2013 de naakte eigendom van deze woning aan zijn zoon Loïc, 22 jaar oud, voor de prijs van 50 000 EUR. De woning is niet
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
4/16
verhuurd maar heeft een huurwaarde van 10 000 EUR per jaar. Bespreek de verschuldigde registratierechten voor de verkoop van de naakte eigendom van deze woning. g Een eigenaar verkoopt voor 150 000 EUR aan zijn vennootschap het vruchtgebruik van een gebouw voor een duur van 15 jaar. De verkoopwaarde van de volle eigendom van het gebouw bedraagt 300 000 EUR. Het gebouw ligt in het Vlaamse Gewest en is verhuurd voor een jaarlijkse huurprijs van 10 000 EUR. h
Een eigenaar verkoopt het vruchtgebruik van een in Vlaanderen gelegen woning voor een termijn van 25 jaar aan een 30-jarige persoon, dit voor een prijs van 120 000 EUR. De verkoopwaarde en de jaarlijkse opbrengst van de eigendom bedragen respectievelijk 210 000 EUR en 9 000 EUR.
Deel 7
Openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen
Op een door een notaris georganiseerde openbare verkoop worden voor een totaal bedrag van 31 500 EUR roerende goederen toegewezen. Aan de diverse kopers wordt een forfaitaire kost in rekening gebracht van 10 %. De wettelijke kosten nemen 8,5 % van dit percentage voor hun rekening. Bereken de verschuldigde registratierechten.
Deel 8 1
2
Huurcontracten van in België gelegen onroerende goederen
Zijn onderstaande overeenkomsten aan het evenredig huurrecht onderworpen? Verklaar je antwoord. a
Een contract tot vestiging van een recht van erfpacht op een in Nederland gelegen onroerend goed.
b
De schriftelijke overeenkomst waarbij een in België gelegen opslagmagazijn aan een vennootschap wordt verhuurd.
c
De verhuur van een studentenkamer.
d
Een akte die het akkoord van de partijen vastlegt, om de prijs te verhogen van de huur van een in België gelegen onroerend goed die zij voorheen hebben gesloten.
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende overeenkomsten. a
Jan (eigenaar) verhuurt een huis met garage aan Peter (huurder). Het huurcontract is afgesloten voor een periode van drie jaar en dit tegen betaling van een jaarlijkse huurprijs van 8 000 EUR. Peter verhuurt (met de uitdrukkelijke toestemming van Jan) de garage voor één jaar aan Sophie (onderhuurder) en dit tegen een maandelijkse huurprijs van 40 EUR.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
5/16
b
Tussen Michel en Patrick wordt een jachtpacht afgesloten voor een periode van tien jaar en dit tegen een jaarlijkse pachtprijs van 500 EUR.
c
Tina en Jan verhuren aan Werner een kantoor voor een periode van zes jaar. De maandelijkse huurprijs bedraagt 800 EUR, naast de onroerende voorheffing die ten laste van de huurder is gelegd (deze last is in de akte niet geschat).
d
Dirk en Karina verhuren aan Eddy een kantoor ‘tot bij het overlijden van de huurder’. De maandelijkse huurprijs bedraagt 700 EUR. De onroerende voorheffing wordt ten laste van de huurder gelegd. Deze last wordt in de huurakte geschat op 15 % van de huurprijs.
e
Michaël heeft een kantoor verhuurd aan Martine, voor negen jaar, voor een jaarlijkse huurprijs van 7 000 EUR. Na verloop van vijf jaar draagt Martine haar huurrecht over aan Luc voor de prijs van 500 EUR, benevens de verplichting voor Luc, in de toekomst de huurprijs aan de eigenaar (Michaël) te betalen. De geïndexeerde jaarlijkse huurprijs bij de overdracht bedraagt 7 500 EUR.
f
Ellen heeft een kantoor verhuurd aan Patricia voor negen jaar, voor een jaarlijkse huurprijs van 6 000 EUR. Na verloop van drie jaar komen de Ellen en Patricia, in een nieuwe schriftelijke overeenkomst overeen, de huurprijs te brengen op 7 000 EUR per jaar.
Deel 9
Hypotheekvestigingen, verpandingen van een handelszaak en vestigingen van een landbouwvoorrecht
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende overeenkomsten. a
Maarten leent 100 000 EUR van Patrick en vestigt tot zekerheid een hypotheek op een vissersvaartuig om de terugbetaling van zijn schuld te waarborgen. Achteraf vestigt Maarten ten bate van Patrick, in een nieuwe akte, een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed, tot zekerheid van 100 000 EUR in hoofdsom en van 5 000 EUR toebehoren.
b
Eric heeft aan Yves een som van 75 000 EUR geleend, waarvoor deze een hypotheek verleent op een onroerend goed (tot zekerheid van 75 000 EUR). In een tweede akte komen de partijen overeen het bedrag van de lening op 100 000 EUR te brengen en Yves geeft onroerende goederen in hypotheek tot zekerheid van zijn schuld voor een gezamenlijk bedrag van 100 000 EUR.
c
Stefanie en Jan verkopen aan Els een appartement voor een prijs van 150 000 EUR. Er wordt overeengekomen dat de prijs over tien jaar betaalbaar is. Els vestigt ten bate van Stefanie en Jan een hypotheek op het aangekochte goed om de betaling van de koopsom te waarborgen. Enige tijd later dragen Stefanie en Jan hun hypothecaire schuldvordering over aan Gerda en Henk.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
6/16
Deel 10
1
2
Verdelingen en met verdeling gelijkgestelde afstanden van in België gelegen onroerende goederen
Zijn onderstaande overeenkomsten onderworpen? Verklaar je antwoord.
aan
het
evenredig
verdelingsrecht
a
De omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot op roerende goederen.
b
Een mede-eigenaar staat tegen betaling een gedeelte af aan zowel een andere mede-eigenaar als aan een derde.
c
De vereffening van het gemeenschappelijk huwelijksvermogen naar aanleiding van een echtscheiding.
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende overeenkomsten. a
Gerard, Sophie en Léon hebben een grond verkregen bij erfenis, elk voor 1/3. De waarde van het goed bedraagt 120 000 EUR. Léon overlijdt en zijn nalatenschap valt toe aan Kelly en Kobe, ieder voor de helft. Kelly besluit haar erfdeel te verkopen aan Kobe voor 20 000 EUR.
b
Zelfde gegevens als onder b, maar Kelly besluit haar erfdeel voor 20 000 EUR te verkopen aan Sophie.
c
Brian bezit een appartement voor 1/4 in volle eigendom + 1/4 in vruchtgebruik. Marc en Karen bezitten elk 1/4 volle eigendom + 1/8 blote eigendom. 1° 2° 3° 4°
Brian verkoopt 1/4 volle eigendom aan Marc. Brian verkoop 1/4 vruchtgebruik aan Karen. Karen verkoopt 1/4 volle eigendom aan Marc. Karen en Marc verkopen elk 1/8 blote eigendom aan Brian.
d
Bart, Ellen en Kenji hebben van hun vader elk een derde van een in Brugge gelegen woning geërfd. De totale verkoopwaarde van de woning bedraagt 300 000 EUR. 1° Bart en Ellen staan hun rechten af aan Kenji. 2° Bart staat zijn rechten af aan Ellen en Kenji waardoor ze voortaan elk de helft van de woning bezitten. 3° Bart staat zijn rechten af aan Ellen. 4° Het onroerend goed wordt openbaar te koop aangeboden en toegewezen aan Bart en Myranda, aan ieder voor de helft. 5° Het onroerend goed wordt openbaar te koop aangeboden en toegewezen aan Bart, Miranda en Marlies aan ieder voor een derde.
e
De echtgenoten Anna en Bjorn, gehuwd onder het huidige wettelijke stelsel, hebben samen met Danny een hoeve aangekocht, de helft voor Anna en Bjorn samen en de helft voor Danny. De waarde van de woning bedraagt 200 000 EUR. 1° Danny staat zijn rechten af aan Anna en Bjorn. 2° Anna en Bjorn staan hun rechten af aan Danny.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
7/16
Deel 11 1
Handelingen van burgerlijke en handelsvennootschappen
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende situaties. Voor de oplossing mag je ervan uitgaan dat alle onroerende eigendommen in het Vlaamse Gewest zijn gelegen. a
Nv Alfa slorpt nv Beta op. Het actief van nv Beta bevat een gebouw met een waarde van 300 000 EUR. Ter vergoeding van de inbreng krijgen de aandeelhouders van nv Beta aandelen van nv Alfa met een globale nominale waarde van 700 000 EUR en een opleg in geld van 100 000 EUR.
b
Martine doet in de vennootschap Betamax (met zetel van werkelijke leiding in België) inbreng van de goederen die worden aangewend voor de exploitatie van een handel, en die omvatten: - een winkel: 200 000 EUR - de cliënteel: 50 000 EUR - handelsvorderingen (zonder bijzondere waarborg): 50 000 EUR - een goederenvoorraad: 100 000 Haar inbreng wordt vergoed door toekenning van aandelen ter waarde van 300 000 EUR en door overname, door de vennootschap, van handelsschulden voor een bedrag van 100 000 EUR.
c
Franky doet in de vennootschap Zillion (met zetel van werkelijke leiding in België) inbreng van de volgende goederen: - woning: 250 000 EUR - magazijn: 70 000 EUR - grond voor gebruik als parking: 80 000 EUR - exploitatievergunning: 10 000 EUR - goederenvoorraad: 90 000 EUR Zijn inbreng wordt vergoed door toekenning van aandelen voor een bedrag van 425 000 EUR en door overname door de vennootschap van een hypothecaire schuld die de woning bezwaart ten belope van 75 000 EUR.
d
Karen doet in een vennootschap waarvan de zetel van werkelijke leiding in Nederland gevestigd is en de statutaire zetel in België, inbreng van een stuk weiland (ter waarde van 50 000 EUR) en van een hypothecaire schuldvordering (ter waarde van 75 000 EUR). In ruil ontvangt zij 250 aandelen van 500 EUR.
e
Amélie doet in een vennootschap waarvan de zetel van werkelijke leiding in Nederland gevestigd is en de statutaire zetel in België inbreng van een woonhuis (ter waarde van 250 000 EUR) en van het meubilair (ter waarde van 10 000 EUR). In ruil ontvangt zij 520 aandelen van 500 EUR.
f
In 1990 werd een bvba opgericht door Bruno, Cynthia en Danny. Bij de oprichting van de bvba werden volgende goederen ingebracht: - een handelsgebouw te Antwerpen door Bruno; - een magazijn te Mechelen door Cynthia; - een woning te Gent door Danny.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
8/16
In 1995 heeft Bruno zijn aandelen in de vennootschap overgedragen aan Werner. In 2013 wordt de vennootschap ontbonden en haar goederen worden onder de vennoten als volgt verdeeld: - aan Werner en aan Cynthia (ieder de onverdeelde helft), het handelsgebouw te Antwerpen; - aan Danny, de woning te Gent. - aan Werner, Cynthia en Danny, het magazijn te Mechelen. g
In 1995 werd tussen Xander, Yves en Zoë een VOF opgericht, ieder voor een derde. Bij de oprichting van de VOF werden volgende goederen ingebracht: - een handelsgebouw te Antwerpen door Xander; - roerende goederen door Yves en Zoë. In 2000 heeft de vennootschap twee gebouwen aangekocht (respectievelijk gelegen te Brugge en te Westende). Bij de aankoop was het verkooprecht verschuldigd. In 2003 heeft Zoë haar deelbewijs in de VOF overgedragen aan Bea. In 2011 beslissen de vennoten een einde te maken aan de vennootschap en de goederen van de vennootschap als volgt te verdelen: - Yves krijgt het onroerend goed te Antwerpen (ter waarde van 200 000 EUR); - Xander krijgt het gebouw te Brugge (ter waarde van 180 000 EUR) en roerende goederen (ter waarde van 20 000 EUR); - Bea krijgt het onroerend goed te Westende (ter waarde van 200 000 EUR).
Deel 12
Schenkingen
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende schenkingen. Voor de oplossing mag je ervan uitgaan dat de Vlaamse schenkingsrechten van toepassing zijn. a
Een schenkingsakte bevat een schenking door Vera aan haar kinderen Yana en Sophie, van een appartement met een verkoopwaarde van 100 000 EUR en van twee kunstwerken met elk een verkoopwaarde van 5 000 EUR.
b
Twee echtgenoten schenken op 15 mei 2013 aan hun zoon en hun schoondochter (onverdeeld aan elk de helft) een perceel bouwgrond die hun onverdeeld toebehoort (aan ieder voor de helft) en die 100 000 EUR waard is. De bedoeling is dat de zoon en schoondochter zo snel mogelijk op de geschonken grond zullen bouwen en er hun hoofdverblijfplaats zullen vestigen.
c
Wendy schenkt aan haar dochter Stefanie een woning van 200 000 EUR, op last voor deze laatste aan Wendy huisvesting en onderhoud te verschaffen, haar leven lang.
d
Een zoon schenkt aan zijn 66-jarige vader het vruchtgebruik van ter beurs genoteerde effecten, met een waarde in volle eigendom van 60 000 EUR.
e
Een weduwnaar schenkt aan zijn zoon de naakte eigendom van een aantal schilderijen die een totale waarde vertegenwoordigen van 50 000 EUR.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
9/16
f
Een appartement hoort toe aan Peter (78 jaar oud) voor het vruchtgebruik en aan Maria (58 jaar oud) voor de blote eigendom. Maria schenkt haar blote eigendom aan haar broer Johan. Op dat tijdstip is het appartement 150 000 EUR waard in volle eigendom en het jaarlijks inkomen ervan is 5 000 EUR.
g
Ann schenkt aan haar zoon Yves een appartement met een verkoopwaarde van 140 000 EUR op last voor Yves aan Amelie (dochter van Ann) een som van 70 000 EUR te betalen.
h
Gerda doet bij notarisakte volgende schenkingen: - aan Bea een perceel weiland ter waarde van 25 000 EUR; - aan Carla een perceel weiland ter waarde van 15 000 EUR + 10 000 EUR geld; Bea heeft vier kinderen van wie er twee jonger dan 21 jaar zijn. Carla heeft vijf kinderen van wie er drie minder dan 21 jaar oud zijn. Bea en Carla zijn beide nichten van Gerda.
i
Bij een notariële akte, verleden in december 2012, heeft Karel aan zijn zoon Peter een appartement geschonken ter waarde van 100 000 EUR. Bij een tweede notariële akte, verleden in april 2013, heeft Karel aan Peter een bij het appartement behorende garagebox geschonken ter waarde van 15 000 EUR.
Deel 13
Vonnissen en arresten
Zijn onderstaande vonnissen en arresten aan het veroordelingsrecht en/of titelrecht onderworpen? Verklaar je antwoord. a
In een vonnis wordt een pachter veroordeeld aan de eigenaar een bepaalde hoeveelheid graan te leveren. Deze maakt het bedrag uit van de pachtprijs die in natura is bedongen in de pachtovereenkomst die de betrokkenen hebben gesloten.
b
In een vonnis wordt David, timmerman van beroep, veroordeeld om het aangenomen werk voor de overeengekomen prijs (15 000 EUR) uit te voeren.
c
Een vonnis veroordeelt Hanne 9 000 EUR te betalen aan Vincent en 3 500 EUR aan Werner.
d
Bij vonnis wordt Marc veroordeeld tot het betalen van een onderhoudskapitaal van 50 000 EUR aan zijn ex-echtgenote.
e
Eenzelfde vonnis veroordeelt Anne 10500 EUR te betalen aan Boris en veroordeelt Cathy 8000 EUR te betalen aan Boris en 12000 EUR aan Birgit.
f
Een correctioneel vonnis veroordeelt de beklaagde 2 000 EUR strafboete te betalen, alsook een schadevergoeding van 15 000 EUR te betalen aan de burgerlijke partij.
g
Eenzelfde vonnis veroordeelt Rudy 20 000 EUR te betalen aan Frederik en veroordeelt Frederik 30 000 EUR te betalen aan Rudy.
h
In eerste aanleg wordt Gerard veroordeeld 15 000 EUR te betalen aan Franky terwijl Jarne wordt veroordeeld 7 000 EUR te betalen aan diezelfde Franky. In beroep wordt de veroordeling ten laste van Gerard verhoogd tot 25 000 EUR en deze ten laste van Jarne tot 10 000 EUR.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
10/16
i
In eerste aanleg wordt Rudy veroordeeld 20 000 EUR te betalen aan Veronique terwijl Steven wordt veroordeeld 5 000 EUR te betalen aan diezelfde Veronique. In beroep wordt de veroordeling ten laste van Rudy verhoogd tot 50 000 EUR en deze ten laste van Jarne tot 10 000 EUR.
j
In eerste aanleg wordt zowel Iris als Jonas veroordeeld 5 000 EUR te betalen aan Barbara. In beroep wordt de veroordeling ten laste van Iris verhoogd tot 10 000 EUR en deze ten laste van Jonas tot 15 000 EUR.
Deel 14
Teruggaaf
Bespreek de fiscale gevolgen op het vlak van de registratierechten voor de volgende situaties. a
Een onderhandse akte van 18 mei 2013 houdende verhuring van een in België gelegen handelspand wordt op 26 november 2013 ter registratie aangeboden. De ontvanger rekent 250 EUR rechten en 25 EUR boete wegens niet-tijdige registratie (art. 41, 1° W. Reg. – de wettelijke boete wordt in dit geval van ambtswege tot 1/10 verminderd volgens het barema dat opgenomen is als bijlage bij het KB van 11 januari 1940). De ontvanger heeft zich echter vergist in de berekening: het recht bedraagt slechts 200 EUR en de boete 20 EUR.
b
Een nieuw gebouw wordt met toepassing van de btw verkocht. De verkoopakte die ter registratie wordt aangeboden bevat niet de vermeldingen waarin artikel 159, 8° W. Reg. voorziet om vrijstelling van het evenredig registratierecht te verkrijgen.
c
Bij vonnis in eerste aanleg wordt Geert veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 35 000 EUR. In hoger beroep wordt de schadevergoeding verlaagd tot 20 000 EUR.
d
Een onderhandse akte van 13 april 2011 houdt de verkoop in van een in Gent gelegen handelspand door Karel aan Stephanie voor 250 000 EUR. De notariële akte wordt verleden op 13 juni 2011 en op 17 juni 2011 geregistreerd. Stephanie verkoopt het handelspand aan Hilde bij notariële akte van 22 april 2013 voor 260 000 EUR.
e
Martijn heeft in 2012 voor de prijs van 110 000 EUR een voor de verhuur bestemd bescheiden appartement (K.I. 700 EUR) in Dendermonde gekocht. Doordat hij dringend geld nodig heeft, besluit hij het appartement in 2013 aan Greet te verkopen voor een prijs van 105 000 EUR. Greet, die nog geen andere eigendom bezit, zal het appartement zelf bewonen.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
11/16
Deel 15
Procedure, controle en bewijs, sancties en verjaring
Bespreek de verjaring op het vlak van de registratierechten voor de volgende situaties. a
Bij de registratie van een akte op 8 juni 2013 werden te weinig registratierechten betaald.
b
Op 3 september 2013 werd een onderhandse huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een in België gelegen handelsgebouw. De akte werd nooit ter registratie aangeboden.
c
Bij de registratie van een schenkingsakte op 18 maart 2013 met betrekking tot een in België gelegen woning werd er geen melding gemaakt dat er tussen dezelfde partijen ook al een schenking van een appartement had plaatsgevonden op 19 februari 2011.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
12/16
Successierecht: oefeningen Deel 2
Berekening van de successierechten
1
Een man, weduwnaar, overlijdt. Zijn totaal patrimonium bedraagt 600 000 EUR. Hierin bevindt zich een woning van 240 000 EUR. Hij heeft drie kinderen. Zij krijgen elk een gelijk deel van zijn nalatenschap. Hij heeft ook een testament gemaakt waarin hij elk van zijn vijf kleinkinderen (12 jaar, 13 jaar, 13 jaar, 16 jaar en 22 jaar) een som toekent van 30 000 EUR. Hoeveel moet elk van de kinderen en kleinkinderen betalen aan successierechten?
2
Een man, weduwnaar, overlijdt. Zijn nalatenschap bedraagt 600 000 EUR. Daarin bevindt zich een woning van 240 000 EUR. Hij heeft geen kinderen. Zijn echtgenote had twee kinderen. Met zijn stiefdochter heeft hij een goede relatie en daarom heeft hij haar in zijn testament de woning toegekend en een som geld van 60 000 EUR. Zijn stiefzoon heeft hij niets toegekend. De andere helft van zijn nalatenschap heeft hij toegewezen aan bepaalde familieleden. Zijn jongste broer krijgt de helft van wat overblijft en zijn jongste zus krijgt een legaat van 50 000 EUR. De rest gaat naar zijn twee petekinderen, kinderen van een vooroverleden broer en zus. Alle overige familieleden worden uitgesloten in de verdeling. Bereken voor elk van deze legatarissen de successierechten.
3
Een man, weduwnaar, overlijdt. Zijn nalatenschap bedraagt 600 000 EUR. Hierin bevindt zich een woning van 240 000 EUR. Hij heeft geen kinderen. Zijn echtgenote had twee kinderen. Met zijn stiefdochter heeft hij een goede relatie en daarom heeft hij haar in zijn testament de woning toegekend en een som geld van 60 000 EUR. Zijn stiefzoon heeft hij niets toegekend. De andere helft van zijn nalatenschap heeft hij toegewezen aan zijn twee petekinderen, kinderen van een vooroverleden broer en zus. Alle overige familieleden worden uitgesloten in de verdeling. Opdracht 1: bereken voor elk van deze legatarissen de successierechten. Opdracht 2: bereken voor elk van de legatarissen de successierechten als de overledene in zijn testament het legaat in geld aan zijn petekinderen verminderd heeft tot 185 000 EUR en het legaat in geld aan zijn stiefdochter verhoogd heeft tot 175 000 EUR, maar met als opdracht om de successierechten van de petekinderen te betalen.
4
Een man, ongehuwd en kinderloos, overlijdt. Van zijn ouders is enkel nog zijn moeder in leven. Ook zijn broer en twee nichten (kinderen van een vooroverleden zus) zijn nog in leven.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
13/16
In het patrimonium van de erflater bevindt zich een woning van 300 000 EUR. Hij beschikte over spaargelden ten bedrage van 90 000 EUR. De man had geen enkele regeling getroffen m.b.t. de overgang van zijn vermogen bij zijn overlijden. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten. 5
Een vrouw, gehuwd en moeder van 3 kinderen, overlijdt. Het echtpaar was getrouwd zonder huwelijkscontract. Op het moment van haar overlijden is haar echtgenoot 68 jaar. Hun kinderen zijn respectievelijk 41 jaar, 39 jaar en 36 jaar. In het patrimonium bevindt zich de woning van het echtpaar, die zij samen hebben gekocht toen ze al gehuwd waren. Die woning heeft een waarde van 240 000 EUR. Op een gezamenlijke spaarrekening staat een bedrag van 45 000 EUR. Verder heeft de vrouw 10 jaar geleden een appartement geërfd. De waarde van dit appartement bedraagt bij haar overlijden 150 000 EUR. De vrouw had geen testament opgemaakt. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten.
6
Een gehuwde man overlijdt. Het echtpaar had geen kinderen en was getrouwd zonder huwelijkscontract. Op het moment van zijn overlijden is de echtgenote 71 jaar. Van zijn ouders is enkel nog zijn moeder in leven. Ook zijn broer en twee nichten (kinderen van een vooroverleden zus) zijn nog in leven. In het patrimonium bevindt zich de woning van het echtpaar, die zij samen hebben gekocht toen ze al gehuwd waren. Deze woning heeft een waarde van 240 000 EUR. Op een gezamenlijke spaarrekening staat 45 000 EUR. De man heeft 10 jaar geleden een appartement geërfd. De waarde van dit appartement bedraagt bij zijn overlijden 150 000 EUR. De man had geen testament opgemaakt. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten.
Deel 3 1
Uitbreiding van successierecht
de
werkingssfeer
van
het
Een vrouw, gehuwd en moeder van 3 kinderen, overlijdt. Het echtpaar was getrouwd met een huwelijkscontract op basis van het wettelijk stelsel. In het huwelijkscontract was een keuzebeding opgenomen in het voordeel van de langstlevende echtgenoot voor het gemeenschappelijk vermogen. De man kiest er in dit geval voor om de gehele gemeenschap in volle eigendom te verkrijgen. De vrouw had geen testament opgemaakt. Op het moment van het overlijden van de vrouw is haar echtgenoot 68 jaar. Hun kinderen zijn respectievelijk 41 jaar, 39 jaar en 36 jaar. In het patrimonium bevindt zich de woning van het echtpaar, die zij samen hebben gekocht toen ze reeds gehuwd waren. Deze woning heeft een waarde van 240 000 EUR. Op een gezamenlijke spaarrekening staat een bedrag van 45 000 EUR. Voorts heeft de vrouw 10 jaar geleden een appartement geërfd. De waarde van dit appartement bedraagt bij haar overlijden 150 000 EUR. Ten slotte had de vrouw op haar hoofd een verzekering afgesloten met haar echtgenoot als begunstigde. Als gevolg hiervan ontvangt de man bij het overlijden van zijn vrouw 50 000 EUR. De premies voor deze verzekering werden betaald met gemeenschappelijk geld. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
14/16
2
Een man, al 10 jaar weduwnaar, vader van 2 kinderen, overlijdt. In het patrimonium van de erflater bevindt zich een woning met een waarde van 300 000 EUR. Hij beschikte ook over spaargelden ten bedrage van 90 000 EUR. De man had geen enkele regeling getroffen m.b.t. de overgang van zijn vermogen bij zijn overlijden. Hij heeft wel 5 jaar voor zijn overlijden aan elk van zijn kinderen 10 000 EUR geschonken via niet-geregistreerde handgiften. Bovendien heeft hij 2 jaar voor zijn overlijden aan elk van zijn kinderen 25 000 EUR geschonken via niet-geregistreerde bankgiften. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten.
3
Een man, al 10 jaar weduwnaar, vader van 2 kinderen, overlijdt. Bij het overlijden van hun moeder hebben de kinderen niets geërfd. Een 7-tal jaar geleden heeft de vader samen met zijn kinderen een huis van 200 000 EUR gekocht. Concreet heeft de vader toen het vruchtgebruik gekocht en de kinderen de blote eigendom. Vermits de kinderen niet over de nodige financiële middelen beschikten, heeft de vader wel de volledige aankoop gefinancierd. Bij zijn overlijden wordt de waarde van het huis geschat op 300 000 EUR. Hij beschikte ook over spaargelden ten bedrage van 90 000 EUR. De man had geen enkele regeling getroffen m.b.t. de overgang van zijn vermogen bij zijn overlijden. Bereken de door de erfgenamen verschuldigde successierechten.
Deel 4
De aangifte van nalatenschap
1
In een aangifte van nalatenschap van een gehuwde man wordt de aftrek van de kosten voor de grafconcessie, grafkelder en grafzerk door de administratie teruggebracht tot de helft. Het gaat immers om een voorziening voor twee personen. Verklaar waarom de andere helft van de kostprijs niet mag worden afgetrokken in de aangifte van nalatenschap van de vrouw die twee jaar later overlijdt.
2
In de aangifte van nalatenschap van hun vader die twee jaar geleden is overleden hebben de kinderen, samen met hun moeder, de financiële tegoeden aangegeven die aan hun ouders toebehoorden. Het totale bedrag voor alle beleggingen en spaartegoeden is 300 000 EUR. Hun ouders waren gehuwd zonder huwelijkscontract en alle gelden waren van hen beiden. Zij hebben de verdeling gedaan volgens de wettelijke regeling. Hun moeder had dus het vruchtgebruik van de nalatenschap en de kinderen de blote eigendom. De moeder was op het ogenblik van het overlijden van haar echtgenoot 57 jaar. Nu, op 59-jarige leeftijd, overlijdt ze. Welk bedrag moeten de kinderen opnemen in de aangifte van nalatenschap, wetende dat het vruchtgebruik van hun moeder destijds voor de berekening van de successierechten gewaardeerd werd op 44 %?
3
In de aangifte van nalatenschap van hun moeder hebben de twee kinderen, samen met hun vader, destijds de gezinswoning aangegeven voor een bedrag van 300 000 EUR. De woning was eigendom van beide ouders samen. Omwille van een akte van gift tussen echtgenoten verkreeg hun vader het grootst mogelijk beschikbare gedeelte van de nalatenschap in volle eigendom en de rest in vruchtgebruik. Nu, twee jaar later, overlijdt de vader op 78-jarige leeftijd.
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
15/16
Hij is altijd in de woning blijven wonen. De woning heeft nog steeds dezelfde waarde. Voor welk bedrag moet deze woning in de aangifte van de vader worden opgenomen?
Praktisch registratie- en successierecht - basisbeginselen
oefenmodule
16/16