Vergadering algemeen bestuur van 31 oktober 2012 Agendapunt 3h Behandelend ambtenaar: L.L.P.A. Santbergen Beleidsveldbeheerder: A. Meuleman Portefeuillehouder: J.A.M. Vos Zaaknr. : 12.ZK08325/12.B0309 Kenmerk : 12IT025831 Barcode
:
*12IT025831*
Strategie samenwerking Vlaanderen Doel van de notitie: Informeren van het algemeen bestuur over de voortgang in de samenwerking met Vlaamse partners en besluitvorming over de strategie voor de voortzetting en waar nodig bijstelling ervan vanwege actuele ontwikkelingen. Met deze notitie wordt tevens invulling gegeven aan de strekking van de motie van de fracties Gezond Water, Ons Water, de Algemene Waterschapspartij en de VVD (van 12 augustus 2012). Samenvatting: Een aantal fracties uit het algemeen bestuur heeft per motie gevraagd om een samenhangende visie op de grensoverschrijdende samenwerking en het actief betrekken van het algemeen bestuur daarbij. Het waterschap werkt al een aantal jaren samen met Vlaamse instanties. Deze notitie biedt een overzicht van bestaande contacten en resultaten en stelt een strategie voor ter voortzetting en waar nodig bijstelling van de grensoverschrijdende samenwerking.
Advies: 1. Het algemeen bestuur neemt kennis van de voortgang in de samenwerking met Vlaamse partners. 2. Het algemeen bestuur stemt in met de voorgestelde strategie voor de voortzetting en waar nodig bijstelling ervan. Algemene wet bestuursrecht Nee Ja, namelijk …………….. Spreking in: Managementteam
Vergaderdatum: 18 september 2012
Overlegvergadering Dagelijks Bestuur
9 oktober 2012
Georganiseerd Overleg Algemeen Bestuur
31 oktober 2012
Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer Kenmerk
: 12.ZK08325/12.B0309 : 12IT025831
Barcode Onderwerp Sector en afdeling Datum behandeling
: 12IT025831 : Strategie samenwerking Vlaanderen : watersystemen - beleid : 31 oktober 2012
Ter inzage bij de concernstaf Bijlage(n)
: -: motie (12IN019559), geactualiseerd overzicht van EU subsidies (12IT026743) overzicht organisatiestructuren Vlaanderen (12IT027298 en 12IT027299)
Advies 1. Het algemeen bestuur neemt kennis van de voortgang in de samenwerking met Vlaamse partners. 2. Het algemeen bestuur stemt in met de voorgestelde strategie voor de voortzetting en waar nodig bijstelling ervan. Aanleiding Per motie heeft een aantal fracties van het algemeen bestuur gevraagd om een samenhangende visie op de samenwerking met Vlaamse partners voor de grensvormende en grensoverschrijdende waterlopen in het grensgebied van de provincie Antwerpen en waterschap Brabantse Delta (zie bijlage 12IN019559). Omdat het waterschap al een aantal jaren samenwerkt met Vlaamse partners biedt deze nota allereerst een kort overzicht van bestaande contacten en behaalde resultaten. Vervolgens wordt een strategie voorgesteld voor voortzetting en waar nodig bijstelling van de grensoverschrijdende samenwerking. Beoogd effect Inzet van de huidige strategie van het waterschap is een zo hoog mogelijk milieurendement tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. De strategie behelst een structurele afstemming met Vlaamse partners, heldere afspraken over beheer en onderhoud van de grensvormende en grensoverschrijdende waterlopen, het voldoen aan Europese afspraken (Kaderrichtlijn Water, Richtlijn Overstromingsrisico’s, N2000) en het benutten van kansen voor Europese cofinanciering. De samenwerking tot nu toe Water erkent geen door de mens ingestelde grenzen. De stroomgebiedbenadering is een belangrijk instrument om te komen tot een samenhangende inrichting, beheer en onderhoud van de grensoverschrijdende en grensvormende watersystemen. Vanuit dat besef is het voormalige Hoogheemraadschap West-Brabant gestart met grensoverschrijdende afstemming met Vlaamse partners. Sinds het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is het Stroomgebiedcomité voor de Mark een nuttig platform gebleken voor het uitwisselen van ontwikkelingen, kennis en ervaring en het formuleren van Europese projecten. Een belangrijk wapenfeit is een grensoverschrijdend actieplan geweest om de belasting van het Volkerak-Zoommeer met stikstof en fosfor vanuit de Vlaamse/West-Brabantse watersystemen te verminderen. Waterschap Brabantse Delta heeft die filosofie van grensoverschrijdende samenwerking overgenomen. Belangrijke mijlpalen zijn het Interreg-project Integrale Aanpak Stroomgebied Mark (waarin een aantal vispassages met Europese steun is aangelegd in de Mark en de Aa of Weerijs) en de overeenkomst voor het beheer en onderhoud van de grensvormende en grensoverschrijdende waterlopen (gesloten in 2010). Jaarlijks vindt een evaluatiebijeenkomst plaats over de praktische uitvoerbaarheid van die overeenkomst, afwisselend georganiseerd door Vlaanderen en Nederland. In de periode vanaf 1997 hebben het voormalige hoogheemraadschap en het waterschap circa € 3,2 miljoen aan Europese cofinanciering binnengehaald (afgeronde projecten, exclusief lopende projecten; zie bijlage 12IT026743). Belangrijke samenwerkingspartners voor het waterschap zijn de Vlaamse Milieumaatschappij en de provincie Antwerpen. Het waterschap is partner in het Grenspark Kalmthoutse Heide. Met de provincie Antwerpen heeft het waterschap in 2006 een symposium georganiseerd over grensoverschrijdend waterbeheer. Op het Kaderrichtlijn Water symposium te Middelburg (2010) hebben het waterschap en de provincie Antwerpen afgesproken een grensoverschrijdende stroomgebiedvisie te ontwikkelen voor de Kleine Aa/Molenbeek en het Merkske als onderbouwing voor toekomstige inrichting- en herstelprojecten. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend 09.00 uur voorafgaand aan de vergadering stellen aan de secretaris:
[email protected] of via EXTRANET: “Vraag het de secretaris”.
Als lid van de stuurgroep van het Vlaamse waterschap Mark en Weerijs volgt de dijkgraaf de ontwikkelingen aan Vlaamse zijde op de voet. Daarnaast neemt hij deel aan het overleg van het Vlaamse bekkenbestuur voor de Maas en maakt hij deel uit van de Nederlandse delegatie voor het informele bilaterale VlaamsNederlandse stroomgebiedenoverleg (bevaarbare en onbevaarbare wateren) dat eenmaal per jaar wordt georganiseerd door het Vlaams Gewest en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Succes- en faalfactoren Over het algemeen verloopt de samenwerking goed. De ervaring leert dat het belangrijk is om blijvend te investeren in persoonlijke relaties en het volgen van ontwikkelingen in Vlaanderen. Belangrijke succesfactor bij Europese projecten is de cofinanciering van maximaal 50% die het meest zichtbaar wordt bij investeringen voor herstel- en inrichtingsprojecten. Daarnaast zorgen dergelijke projecten voor de uitwisseling van kennis en ervaring, hetgeen zich minder direct vertaald in de uitvoering van maatregelen in het veld. Een complicerende factor bij Europese projecten zijn de administratieve procedures waarbij je na indienen van een voorstel in de regel lang moet wachten op uitsluitsel. Bij projecten waarbij een andere partner de algehele projectleider levert kan de indirecte accountantscontrole lastig zijn. Anderzijds is er in de loop van de jaren de nodige ervaring opgedaan met deze procedures zodat ze onderdeel zijn geworden van de reguliere procedures van het waterschap. Bij het plannen van projecten in het grensgebied is gebleken dat het in beeld brengen van grensoverschrijdende effecten en samenwerkingskansen nog geen automatisme is binnen de ambtelijke organisaties aan beide zijden van de grens. Het gewestelijk besluit tot het weer opheffen van de Vlaamse waterschappen en de afspraak van het nieuwe Vlaams-Nederlandse Wateroverleg van december 2011 om de stroomgebiedcomité’s te vervangen door ‘flexibele samenwerkingsstructuren’ vragen op een heroriëntatie op de afstemming in het grensgebied van de provincie Antwerpen en de waterschappen Dommel en Brabantse Delta. Het Interreg V programma voor de Grensregio Vlaanderen-Nederland dat is voorzien voor de periode 2014-2020 biedt mogelijk nieuwe kansen voor cofinanciering. De doelstellingen en voorwaarden hiervan worden eind november 2012 bekend gemaakt. Verder is nadere afstemming gewenst over de organisatie van water-gerelateerde calamiteiten in het grensgebied. Voorgestelde strategie De investeringen in de grensoverschrijdende samenwerking hebben al veel opgeleverd. Zo zijn een aantal maatregelen om aan de watersysteemdoelstellingen te voldoen mede gerealiseerd met Europese geld en in samenhang met initiatieven in het Vlaanderen. Denk bijvoorbeeld aan het opheffen van een aantal vismigratieknelpunten waardoor vissen vanuit het Volkerak-Zoommeer de bovenloop van de Aa of Weerijs kunnen bereiken en omgekeerd. Door het uitwisselen van kennis en informatie is er een betrouwbaarder beeld ontstaan van de grensoverschrijdende belasting en watersysteemkwaliteit. Het beheer en onderhoud van de waterlopen is goed op elkaar afgestemd. Collega’s aan beide zijden van de grens weten elkaar goed te vinden. Het voorstel is om de strategie voort te zetten en bij te stellen op de recente ontwikkelingen. Het betreft de volgende onderdelen: 1.
2. 3.
4.
5.
Het actueel houden van de grensoverschrijdende kennisbasis en het blijven bevorderen van de samenwerkingsgerichte houding en handelwijze van de medewerkers van het waterschap (ambtelijk en bestuurlijk). Dit kan door het organiseren van bijeenkomsten over belangrijke ontwikkelingen aan beide zijden van de grens. Het betreft dan ontwikkelingen op het gebied van bestuur en beleid, kennis en advies, ontwerp en realisatie en beheer en onderhoud. Het waterschap zal bij de planning en uitvoering van projecten die zich situeren in het grensgebied standaard de benodigde menskracht en financiële middelen beschikbaar stellen voor het in beeld brengen van grensoverschrijdende effecten en samenwerkingskansen. Het waterschap zal met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de provincie Antwerpen een voorstel ontwikkelen voor een kosteneffectieve ambtelijke en bestuurlijke afstemming voor de grensoverschrijdende en grensvormende beken. Dit om de lacune in te vullen die is ontstaan met het opheffen van het Vlaamse waterschap Mark en Weerijs en de Vlaamse wens voor het anders invullen van het Stroomgebiedcomité voor de Mark. Met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zullen doelen, maatregelen en monitoringprogramma’s (waterkwaliteit en emissies) voor de grensvormende en grensoverschrijdende waterlichamen worden afgestemd voor de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen (verplichtingen Kaderrichtlijn Water). Tevens zullen met de VMM en andere betrokken instanties de verplichtingen voor Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) worden uitgewerkt. Verkend zal worden welke meerwaarde het op termijn gezamenlijk aan de Europese Commissie rapporteren over grensvormende en grensoverschrijdende waterlichamen zou kunnen hebben. Het waterschap en de provincie Noord-Brabant zullen samen met de provincie Antwerpen en de Vlaamse Milieumaatschappij een plan van aanpak ontwikkelen voor het gefaseerd kunnen voldoen aan de doelstellingen voor de Kaderrichtlijn Water voor het Merkske.
-2-
6.
De provincie Antwerpen en het waterschap nemen samen het initiatief voor het in overleg met andere partners in het grensgebied formuleren van een voorstel voor het Interreg V programma Grensregio Vlaanderen-Nederland 2014-2020. De doelstellingen en voorwaarden voor dit programma worden in november 2012 bekend gemaakt. 7. De provincie Antwerpen en het waterschap nemen samen het initiatief voor het in overleg met andere partners opstellen van een stroomgebiedvisie voor de Kleine Aa/Molenbeek. 8. Het dagelijks bestuur zal het algemeen bestuur jaarlijks informeren over de voortgang van de samenwerking met Vlaanderen en een bestuurlijke uitwisselingsbijeenkomst met Vlaamse partners organiseren in de eerste helft van 2013. 9. Afwisselend organiseren de provincie Antwerpen en het waterschap de jaarlijkse evaluatiebijeenkomst over het beheer en onderhoud van de grensoverschrijdende waterlopen. Hierbij wordt ook de problematiek van invasieve exoten behandeld. De huidige overeenkomst loopt eind 2013. Een verlenging ervan zal worden voorbereid waarbij bekeken zal worden welke aanpassingen/correcties zijn gewenst. 10. In 2013 organiseren het waterschap en de provincie Antwerpen een bijeenkomst voor het uitwisselen van informatie over de organisatie van water-gerelateerde calamiteiten in het grensgebied. Indien nodig wordt het calamiteitenhandboek van het waterschap op dit onderdeel geactualiseerd. De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant wordt hier actief bij betrokken. Argumenten 1. 2.
3.
4.
5.
6.
7.
Samenwerken begint met het (h)erkennen van elkaars organisaties, procedures en belangen. Dit vraagt om een continue investering in relaties en uitwisseling van informatie over relevante ontwikkelingen waarbij zich een solide vertrouwensbasis kan ontwikkelen. Het bij de planning van projecten in een vroeg stadium verkennen van samenwerkingskansen met Vlaamse partners zal zich uitbetalen in slimmere investeringen voor mens en milieu. Het op tijd in beeld brengen van mogelijke grensoverschrijdende effecten en het consulteren van Vlaamse partners hierover is belangrijk voor het goed houden van de relaties en is onderdeel van de beginselen voor goed nabuurschap. In de Belgische/Vlaamse cultuur is het belangrijk om te vertrekken met een heldere bestuurlijke opdracht die vervolgens op een flexibele, pragmatische manier kan worden uitgewerkt. In deze context is het wenselijk om te zoeken naar een kosteneffectieve, werkbare afstemmingsstructuur voor de grensoverschrijdende en grensvormende watersystemen. Het eind 2011 ingestelde Vlaams-Nederlandse Wateroverleg op ministerieel niveau voorziet in de strategische hoofdlijnen en bestuurlijke opdracht voor de samenwerking. Afgesproken is om die samenwerking vervolgens op lokaal niveau nader invulling te geven door middel van flexibele structuren naar gelang de specifieke lokale tradities en de aard en schaal van de issues die aan de orde zijn. In de eerste planvormingscyclus voor de Kaderrichtlijn Water hebben zowel de Nederlandse als de Vlaamse partners de energie vooral gericht op het interne besluitvormingsproces. Afgesproken is om in de tweede cyclus de afstemming en samenwerking te versterken in de geest van de Europese stroomgebiedbenadering. Het waterschap en de VMM hebben al een eerste initiatief genomen met een gezamenlijke meetcampagne in het Merkske (juni 2011). Door samen slim te monitoren kan een gemeenschappelijk beeld worden verkregen van de ontwikkelingen van een watersysteem en kunnen mogelijk op onderdelen middelen worden bespaard. De VMM heeft een vergelijkingstabel voorgesteld voor alle grensvormende en grensoverschrijdende waterlichamen die alle Nederlandse waterschappen gaan invullen. Op basis daarvan zullen gezamenlijke vervolgstappen worden bepaald. Het Merkske verdient bijzondere aandacht. Het is het enige grensvormende/grensoverschrijdende waterlichaam dat de status ‘natuurlijk’ toegekend heeft gekregen aan beide zijden van de grens. In het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 betreft het een voorlopige toekenning met als voorwaarde dat nader wordt verkend wat de (on-)mogelijkheden zijn om de ecologische doelen behorend bij die status gefaseerd te kunnen realiseren. Het waterschap heeft samen met Vlaamse en Nederlandse partners een eerste verkenning uitgevoerd. Een volgende stap is het vertalen van deze verkenning naar een plan van aanpak. Interreg is een belangrijke stimulans gebleken voor projecten in het grensgebied. De provincie Antwerpen heeft een speciale functionaris aangesteld om samen met het waterschap een nieuw Interreg projectvoorstel te schrijven en in te dienen in 2013. In het kader van het project Winnend Samenwerken zal het waterschap daarbij ook wensen en ideeën van De Dommel meenemen. Aan beide zijden van de grens zijn al verschillende herstelmaatregelen gepland en/of uitgevoerd. De stroomgebiedvisie zal de doelstellingen en voorgenomen maatregelen aan beide zijden van de grens in samenhang presenteren en dienen als onderbouwing voor een deel van de voor te stellen projecten in het Interreg projectvoorstel zoals bedoeld onder 6. Vanuit een grensoverschrijdende visie waarbij de Kleine Aa/Molenbeek als een samenhangend systeem wordt beschouwd kunnen kansen voor samen slim investeren worden verkend. De gemeenten Roosendaal en Essen hebben het belang van een dergelijke visie onderstreept en willen er actief aan bijdragen.
-3-
8.
Het is belangrijk dat het algemeen bestuur periodiek op de hoogte wordt gehouden en de gelegenheid krijgt om ideeën aan te dragen voor het versterken van de grensoverschrijdende samenwerking. Door het ontmoeten van Vlaamse collega’s zal de bewustwording over het belang van samenwerken groeien. 9. Het jaarlijks evalueren van de voortgang en bespreken van de programmering van het erop volgende jaar is van belang voor een eenduidige borging van de gemaakte afspraken. Zo kan worden voorkomen dat bijvoorbeeld de linker en rechter oever van een gegeven waterloop op en andere manier en/of in een andere periode worden gemaaid. 10. Om snel en adequaat te kunnen opereren bij calamiteiten in het grensgebied is het noodzakelijk een betrouwbaar en actueel overzicht te hebben van de verantwoordelijke contactpersonen en procedures aan beide zijden van de landsgrens. Kanttekeningen en risico’s De ervaring leert dat internationale samenwerking vaak een kwestie is van lange adem. Door veranderingen in politiek, bestuur en beleid en persoonlijke posities aan beide zijden van de grens kan een zorgvuldige opgebouwde samenwerkingsband weer in fase worden teruggeplaatst. Daarbij komt dat investeringen in uitwisseling van kennis en ervaring zich niet altijd direct zichtbaar vertalen in concrete projecten en verbeteringen van de leefomgeving. Dit kan ervoor zorgen dat mensen gefrustreerd raken en afhaken. Structurele samenwerkingsstructuren waarbij voldoende mensen en middelen worden vrijgemaakt voor een langere periode (zoals bij het Grenspark de Kalmthoutse Heide) bieden de beste basis voor succes. Europese subsidies zijn een belangrijke vliegwiel gebleken voor het uitvoeren van projecten die zonder die cofinanciering moeilijker of pas later tot uitvoering zouden zijn gekomen. Het vormgeven van een effectieve samenwerking rondom het Merkske zal lastiger zijn dan voor de Kleine Aa/Molenbeek vanwege het grotere aantal betrokken partijen met uiteenlopende wensen, belangen en ideeën. Financiële dekking De voorgestelde strategie kan in eerste instantie worden ingevuld vanuit de reguliere exploitatie (beleidsveld 1150, thema en gebiedsgerichte plannen. De provincie Antwerpen en het waterschap hebben beiden ruimte gecreëerd om samen een voorstel op te stellen voor en Interreg V project. Door de provincie is hier speciaal een medewerker voor vrijgesteld. Het waterschap heeft dit geregeld via de huidige formatie in combinatie met een traineeprogramma. Extra financiële consequenties (inclusief de voordelen van Europese subsidies) komen aan de orde bij de ramingen van projecten die elk individueel aan het algemeen bestuur ter goedkeuring zullen worden voorgelegd volgens de vigerende procedures voor kredietverstrekking. De voorgestelde bestuurlijke uitwisselingsbijeenkomst zal low profile worden ingevuld. Uitvoering De strategische coördinatie en bestuurlijke advisering wordt verzorgd door de afdeling Beleid. Daarnaast zijn de afdelingen Kennis en Advies en Ontwerp en Realisatie nauw betrokken bij de ontwikkeling en planning van projectvoorstellen. Plantoetsing en Vergunningen en Juridische Zaken zorgen samen met de afdeling Beleid voor het tijdig toetsen van relevante planontwikkelingen aan de Vlaamse zijde van de grens. De dienst Waterbeleid van de provincie Antwerpen is een belangrijke samenwerkingspartner voor ontwikkeling van een Interreg V projectvoorstel en gerelateerde onderbouwende documenten (waaronder de stroomgebiedvisie voor de Kleine Aa/Molenbeek). De afdeling Communicatie en de concernstaf zullen nauw worden betrokken bij het vormgeven van de bestuurlijke uitwisselingsbijeenkomst. Voor de uitvoering van projecten als onderdeel van het Interreg voorstel zullen de geëigende procedures worden gevolgd voor het betrekken van het bestuur en partners in de omgeving. De bijlagen 12IT027298 en 12IT027299 bieden een overzicht van de Vlaamse organisatiestructuren voor het integraal waterbeleid. Communicatie Wanneer belangrijke mijlpalen worden bereikt (bijvoorbeeld goedkeuring van het Interreg projectvoorstel, start van uitvoeringswerken of afronding ervan) zal media aandacht worden gegenereerd. In de voorbereiding van het Interreg V projectvoorstel en het opstellen van een stroomgebiedvisie voor de Kleine Aa/Molenbeek zullen diverse Vlaamse en Nederlandse partners worden betrokken (overheden, waterbeheerders, terreinbeheerders, natuur- en milieuorganisaties, landbouw en recreatie). Periodiek zullen belangrijke nieuwe kennis en inzichten worden gepubliceerd in vakbladen. In 2011 en 2012 heeft er op 7 juni een evenement rondom het Merkske plaatsgevonden. Daarmee is 7 juni officieus aangeduid als dag van ‘t Merkske.
-4-
Relatie met beleidsvelden - Winnend Samenwerken in Brabant Een klein deel van het grondgebied van waterschap De Dommel grenst ook aan de provincie Antwerpen. Bij het ontwikkelen van een Interreg V projectvoorstel zullen wensen en projectideeën van waterschap De Dommel worden meegenomen. - Bijdrage aan doelen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen De inrichting, beheer en onderhoud van watersystemen houdt niet op bij de landsgrens. Door op korte termijn te investeren in een structurele samenwerking met de zuiderburen kan op middellange termijn worden geoogst in termen van milieurendement en kostenefficiëntie.
-5-