PRIVATE BANKING
MARKTVISIE STRATEGIE 11
31 december 2015
Een onderneming van de KBC-groep
IN DIT NUMMER: 02 • PIJLERS VAN DE STRATEGIE 04 • POSITIONERING VAN DE PORTEFEUILLES 05 • BELEGGINGSBESLISSINGEN 06 • THEMA IN DE KIJKER 08 • ALLOCATIE
DISCLAIMER Deze publicatie is een publicitaire mededeling en mag niet worden beschouwd als persoonlijk beleggingsadvies. Wenst u te weten of een bepaald product past binnen uw persoonlijk risicoprofiel, contacteer dan uw relatiebeheerder. Deze publicatie werd niet opgesteld overeenkomstig de voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied ('investment research'). Zij is dan ook niet onderworpen aan de specifieke voorschriften die gelden voor onderzoek op beleggingsgebied, waaronder het verbod om al voor de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied te handelen.
DIT WAS 2015… AANDELEN LATEN OBLIGATIES VER ACHTER ZICH IN 2015 • 2015 was opnieuw een goed aandelenjaar: de MSCI All Countries-index, de S&P 500-index en de MSCI EMU- index stegen met respectievelijk +7,92%, 11,83% en 9,41%. • Opwaardering was de voornaamste drijfveer, want bedrijfswinsten stegen maar heel bescheiden. • Gekenmerkt door hevige koersschommelingen (volatiliteit). • De aandelenbeurzen startten het jaar 2015 sterk. Door zorgen over de Chinese economie volgde in augustus en september een flinke correctie, een marktreactie die ons sterk overdreven leek, gezien de wereldwijde economie er helemaal niet zo slecht aan toe was. Oktober werd nadien ingezet met een sterk herstel, dat ook in november werd voortgezet aan een lagere versnelling. Na het teleurstellende besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) - de markt had nog meer extra stimulerende maatregelen verwacht - volgde in december MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015 • 01
PIJLERS VAN DE STRATEGIE
opnieuw een forse daling op de aandelenmarkten. De renteverhoging van de Amerikaanse centrale bank of Federal Reserve (Fed) kon dit verlies deels goedmaken. • Daartegenover staat het rendement van slechts 2,13% voor EMU-overheidsobligaties en -0,36% voor bedrijfsobligaties in EUR. • De ECB duwde begin 2015 met de aankondiging van haar QE-programma (Quantitative Easing of monetaire versoepeling) de rente op Europese overheidsobligaties naar een historisch dieptepunt. Daardoor stegen de obligatiekoersen sterk. De Duitse tienjaarsrente flirtte zelfs even met nul. De succesvolle ingreep van de ECB deed de groeivooruitzichten verbeteren
• De vluchtelingenproblematiek leidde tot spanningen tussen de EU-landen. • In het VK kwam de Brexit een stapje dichterbij. • David Cameron won verrassend de verkiezingen. • De kloof tussen Spanje en zijn rijkste deelregio Catalonië werd groter.
en de inflatieverwachtingen toenemen, waardoor obligatiebeleggers half april hoogtevrees kregen. Dit leidde tot massale verkopen van staatsobligaties en een forse rentestijging. In de tweede jaarhelft duwde de verwachting van meer monetaire versoepeling door de ECB de rente opnieuw naar beneden. • Bedrijfsobligaties hadden nog altijd moeite om de prestaties van overheidsobligaties bij te houden. In het eerste kwartaal was dit te verklaren door de relatief kortere looptijd, waardoor minder werd geprofiteerd van de rentedaling. Maar ook in de rest van het jaar deden bedrijfsobligaties het minder goed dan overheidsobligaties.
• De dienstensector was de drijvende kracht achter het herstel in de ontwikkelde economieën. De verwerkende nijverheid leek wat over haar hoogtepunt heen. • De ontwikkelde markten – de VS en de eurozone op kop – werden geruggensteund door een sterke consument die zijn beschikbaar inkomen zag toenemen dankzij een aantrekkende arbeidsmarkt en lage energieprijzen. • De opkomende markten maakten hun naam niet langer waar. Lage grondstoffenprijzen, de toenemende onrust rond China en de nakende renteverhoging in de VS zetten de groei onder druk. • Aziatische economieën zoals Zuid-Korea, Taiwan, de Filipijnen en Thailand ondervonden de Chinese groeivertraging via internationale handel. • Dalende grondstoffenprijzen brachten grondstoffenexporteurs met een weinig gediversifieerde economie in de problemen. Venezuela, Indonesië, Chili en ZuidAfrika kwamen zo in het oog van de storm terecht.
ESCALATIE VAN DE OORLOG TEGEN DE TERREUR • In het Midden-Oosten ging de machtsstrijd in 2015 onverminderd voort. • Dat leidde tot een gigantische vluchtelingenstroom via Griekenland en de ‘Balkanroute’ naar Europa. • De oorlog tegen de terreur kreeg dit jaar ook een front dichter bij huis, met als dieptepunt de terreuraanslagen van 13 november in Parijs.
INSTITUTIONELE SPANNINGEN IN DE EU • Griekenland zorgde voor een heropflakkering van de eurocrisis. 02 • MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015
ECONOMISCHE DIVERGENTIE • Ook op economisch vlak is 2015 een jaar van divergentie. Twee trends tekenden zich af: • De ontwikkelde markten zagen economisch herstel, de groei in de 'opkomende landen' bleef beduidend ondermaats.
LAGE INFLATIE EN MONETAIRE VERSOEPELING • Op enkele uitzonderingen na was 2015 het jaar van de wereldwijde monetaire versoepeling. • In de VS verhoogde de Federal Reserve (Fed) in december haar beleidsrente na een periode van maar liefst zeven jaar nulrente. • Ook de Bank of England (BoE) bereidde zich voor op de verstrakking van haar monetair beleid. • Als reactie op de lage inflatie startte de ECB in maart
PIJLERS VAN DE STRATEGIE
2015 met haar eigen kwantitatief versoepelingsprogramma. • De Bank of Japan (BoJ) bleef gedurende het hele jaar volop geld in de economie pompen en nam geen nieuwe initiatieven. • Landen zoals China, Turkije, Israël, India en Zweden voerden eveneens renteverlagingen uit als antwoord op achterblijvende groei en inflatie.
HET TWEEDE JAAR VAN DE DOLLAR • De Amerikaanse dollar was dé munt van 2015. Ze apprecieerde tegenover zowat alle munten. • Het vooruitzicht op de eerste renteverhoging maakte de dollar aantrekkelijker voor beleggers. • De Japanse yen versterkte tegenover de euro, na twee jaar van forse depreciaties, door het relatief gezien minder soepele beleid van de centrale bank. • Het was een zwak jaar voor de meeste munten van de opkomende landen. Vooral de grondstoffenproducenten deelden in de klappen.
FED VERHOOGT GELEIDELIJK DE BELEIDSRENTE, ECB BLIJFT HEEL SOEPEL
WERELDBBP-GROEI (J-O-J,IN %)
MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015 • 03
POSITIONERING VAN DE PORTEFEUILLES BLIJF AANDELEN VERKIEZEN
VERMIJD OBLIGATIES
• We handhaven een neutrale weging van aandelen in december. Een aantal elementen doen ons stilaan positiever tegen aandelen aankijken, we blijven oog hebben voor de risico’s. We willen enkele voorwaarden voor een positief conjunctuurscenario bevestigd zien vooraleer we voluit (lees: overwogen) voor aandelen gaan. • Een aantal (recente) fundamentele verbeteringen: 1. De economische vooruitzichten in de wereld blijven goed. In de westerse wereld draait de economie op volle toeren. De zorgen over de opkomende landen, en meer bepaald China, lijken ons overdreven en ebben stilaan weg. 2. De centrale banken en overheden blijven de eco-
• We blijven sterk onderwogen in obligaties. We benadrukken daarmee onze vrees voor een rentestijging en zo ook voor waardeverlies op obligaties. • Een interessant alternatief is een goed gespreide belegging in grondstoffen en directe vastgoedbeleggingen (fondsen die rechtstreeks participeren in vastgoedprojecten).
nomie ondersteunen. 3. Na meer dan negen jaar verhoogt de Amerikaanse centrale bank (Fed), haar belangrijkste rentevoet met 0,25%. Een duidelijke wijziging in het Amerikaanse monetaire beleid. • De voorwaarde m.b.t. een herstel van de winstgroei is nog niet vervuld. De meest recente bedrijfsresultaten van Amerikaanse en nu ook Europese bedrijven vallen tegen.
waarvan we een versteviging ten opzichte van de euro verwachten (vooral de Amerikaanse dollar).
ZET CASH AAN HET WERK We hanteren onze liquiditeitspositie over de euro en munten met een hogere rentevergoeding en/of munten
AANDELENWAARDERING IS OPGESCHROEFD VAN HEEL GOEDKOOP TOT DUURDER DAN HET LT-GEMIDDELDE
04 • MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015
BELEGGINGSBESLISSINGEN
THEMA’S OP ACCENTEN OP MIDDELLANGE TERMIJN KORTE TERMIJN VASTGOED • Alternatief voor een rechtstreekse belegging in vastgoed (bakstenen). • Aantrekkelijk dividendrendement. • Interessante oplossing in tijden van lage rente.
BEDRIJVEN MET HOGE WINSTUITKERING: HOGE DIVIDENDAANDELEN/BUYBACK • Stabiliteit door hoog lopend rendement en lage marktgevoeligheid. • Hoge winstuitkeerders zijn mature, goed geleide ondernemingen. • Een uniek investeringsproces (sectorneutraliteit) zorgt voor behoud van het groeipotentieel.
FAMILIEBEDRIJVEN • Leggen de nadruk op waardecreatie op lange termijn. • Beschikken over prijszettingsmacht. • Opteren vaker voor een organische dan voor een externe groei. Dit levert gemiddeld betere financiële resultaten op.
HOOGRENTENDE OBLIGATIES • Kwaliteitsdebiteuren van ontwikkelde en opkomende landen. • Hoge rentevergoeding. • Ondergewaardeerde munten waardoor wisselkoerswinst mogelijk is.
CYCLISCHE CONSUMENTENSECTOREN • Gezinnen zien een behoorlijke stijging van hun koopkracht en vermogen. • De consument trekt zijn portefeuille open. • Goede vooruitzichten voor de deelsectoren (autoproducenten, mediabedrijven …).
STABIELE AANDELEN • Stabieler en defensiever verloop. • Bescherming tegen beursschommelingen en scherpe dalingen. • Bescherming tegen marktoverdrijvingen.
JAPAN • De binnenlandse economie herleeft en de exportsector floreert. • Structurele binnenlandse kopers ondersteunen de aandelenmarkt. • Goedkope waardering en positieve winstherzieningen.
AMERIKAANSE DOLLAR • Goede redenen pleiten voor een verdere versteviging van de dollar tegenover de euro: het groeiverschil tussen Europa en de Verenigde Staten, de grote en groeiende rentekloof, het verschil in monetair beleid en het begrotingsbeleid ...
MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015 • 05
THEMA IN DE KIJKER
STABILISEERT DE OLIEPRIJS IN 2016? Eén jaar geleden zette de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, de oliewereld op zijn kop. Door een overaanbod van olie op de markt zakte de olieprijs fors tijdens de tweede jaarhelft van 2014, van een niveau van 110 dollar per vat tot amper 50 dollar. De OPEC besliste hierop geen fundamentele strategiewijziging door te voeren en te blijven produceren als voorheen. Zo veegde de organisatie zijn voeten aan de ondergrens die het zelf stelde aan de olieprijs in het verleden. De nieuwe strategie van de OPEC, met Saoedi-Arabië op kop, focuste vanaf dan op het beschermen van zijn marktaandeel door andere producenten de markt uit te prijzen.
LAGE PRIJS ONDANKS STIJGENDE VRAAG
Hoe snel kan het evenwicht tussen vraag en aanbod op de
productie, het winnen van olie uit leisteenvelden, scheerde aanvankelijk hoge toppen omdat de producenten zich voornamelijk concentreerden op de meest productieve velden. Bovendien krikten ze begin 2015 de productiviteit van verschillende bronnen nog op door de ontwikkeling van nieuwe technologieën en door een betere kennis van de geologie. In juni 2015 bereikte de Amerikaanse olieproductie zo zijn piek met een productie van 9,6 miljoen vaten ruwe olie per dag. De helft daarvan was schalieolie. De groei in die schalieolieproductie is nu gestopt. Door de aanzienlijke daling in de investeringen de laatste maanden zal de Amerikaanse olieproductie verder terugvallen. We zien ook een aanzienlijke daling in de investeringen in grotere en duurdere projecten, zoals in diepzeevelden, waardoor de olieproductie de komende jaren eveneens afgeremd zal worden. Waarschijnlijk zal ook in het Midden-Oosten het aanbod niet toenemen. Saoedi-Arabië kan geen olie blijven oppompen zoals het nu doet, als het land geen schade willen berokkenen aan zijn reservoirs. Irak wordt geplaagd door budgettaire problemen en veiligheidsproblemen, waardoor ook daar de productie niet meer spectaculair zal toenemen. Enkel Iran kan roet in het eten gooien. Als dat land de voorwaarden van het nucleaire akkoord blijft naleven, zullen de sancties in 2016 opgeheven worden. Te-
oliemarkt herstellen? Als de vraag stijgt zoals voorzien, kan dat in onze ogen redelijk snel gebeuren. Er blijkt namelijk een einde te komen aan de grote overproductie. Zowel de Verenigde Staten als andere olieproducerende landen ondervinden hinder in die productie.De Amerikaanse schalieolie-
gen eind 2016 kan het zo’n 0,5 à 0,6 miljoen vaten per dag meer exporteren dan nu. De eigen ambities liggen evenwel hoger, helaas heeft de productiviteit van de olievelden te lijden onder het decennialange gebrek aan investeringen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) kun-
Het overschot aan ruwe aardolie komt niet door een dalende consumptie. Het overaanbod komt omdat de voorbije vijf jaar de petroleumproductie veel sneller gestegen is, met gemiddeld 2,0% per jaar. De voorbije vijf jaar groeide de vraag naar olie met gemiddeld 1,5% per jaar. De vraag wordt vooral ondersteund door een stijging in de vraag voor transport in de ontwikkelingslanden. In 2014 zagen we een terugval door een globale groeivertraging. Aan die terugval kwam snel een einde. Door de spectaculaire prijsdaling groeit het verbruik weer sneller, dit jaar met ongeveer 2,3%. Ook in 2016 zal die vraag waarschijnlijk blijven stijgen. De drie belangrijkste energie-agentschappen – de OPEC, het Internationale Energie Agentschap (IEA) en de US Energy Information Administration (EIA) – schatten de gemiddelde groei in de vraag naar olie in op 1,3 miljoen vaten per dag voor het komende jaar.
VAN OVERAANBOD NAAR EEN HERSTELD EVENWICHT
06 • MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015
THEMA IN DE KIJKER
nen vraag en aanbod weer in evenwicht zijn tegen eind 2016. Het aanbod lijkt op termijn zelfs in te krimpen. Zonder investeringen daalt de productie van bestaande velden immers met meer dan 3% per jaar, terwijl de vraag blijft groeien. Zo zou er een einde komen aan bijna twee jaar van constante voorraadopbouw.
OPEC GEEFT ZICH NIET GEWONNEN Op 4 december kwamen de OPEC-landen samen in Wenen. In de aanloop naar die vergadering werd veel gespeculeerd over de uitkomst van die samenkomst. Zou de OPEC aansturen op een verlaging van de olieproductie om de olieprijs te stabiliseren? Of houden ze voet bij stuk? Geen enkele waarnemer verwachtte dat de OPEC zou overgaan tot een fundamentele ommezwaai van haar strategie, ondanks de penibele financiële situatie waarin veel van haar leden verkeren. Vooral voor Venezuela, maar zelfs voor Saoedi-Arabië, leidt de lage olieprijs tot budgettaire tekorten. Het water tussen de leden van het oliekartel bleek dan ook te diep. Landen als Venezuela en Irak ijverden voor een productieverlaging maar willen hun eigen toekomstige productie op peil houden. Saoedi-Arabië en andere golfstaten willen die productieverlaging ook niet dragen en verwachten een inspanning van niet-OPEC-landen zoals Rusland en
Mexico. De conclusie van de vergadering was dan ook teleurstellend. Na meer dan zeven uur vergaderen werd beslist om de olieproductie stabiel te houden aan de huidige niveaus en de situatie opnieuw te evalueren in juni 2016. Officieel wil de OPEC wachten op de terugkeer van Iran naar de oliemarkt. Hun beslissing om feitelijk het kartel op te schorten, duwde de olieprijs onder 40 dollar per vat.
OLIEPRIJSSCENARIO VOOR 2016 De torenhoge voorraden wegen op de olieprijs maar ook de dure dollar doet zijn duit in het zakje. Toch zien we geleidelijk aan een einde komen aan de voorraadopbouw, waardoor de prijs opnieuw zou kunnen normaliseren. Voor 2016 rekenen we op een geleidelijk herstel van de olieprijs richting 65 dollar per vat. We denken dat op korte termijn de olieprijs heel wispelturig zal blijven. Amerikaanse schalieolieproducenten zullen bij hogere prijzen opnieuw geneigd zijn om meer te produceren. Zo zagen we dat bij een olieprijs van 60 dollar per vat die producenten al in actie traden. Ook al hebben zelfs de OPEC-landen prijzen nodig van boven de 100 euro om hun begroting in evenwicht te houden, toch zullen we zulke prijzen niet snel meer zien verschijnen. Tenzij zware geopolitieke spanningen ons beeld drastisch in de war sturen.
NA EEN VRUCHTELOZE OPEC-TOP KELDERT DE OLIEPRIJS NAAR LAAGSTE NIVEAU SINDS EIND 2008 (PRIJS PER VAT BRENTOLIE)
MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015 • 07
ALLOCATIE JANUARI 2016
ZEER DEFENSIEF
DEFENSIEF Allocatie
Wijz.
Aandelenrisico
12,50%
0,00%
Obligatierisico
Allocatie
Wijz.
Aandelenrisico
30,00%
0,00%
40,50%
0,00%
Obligatierisico
53,00%
0,00%
Vastgoed
0,00%
0,00%
Vastgoed
5,00%
0,00%
Alternatieve beleggingen
0,00%
0,00%
Alternatieve beleggingen
4,00%
0,00%
47,00%
0,00%
Liquiditeiten
8,00%
0,00%
Allocatie
Wijz.
Liquiditeiten
DYNAMISCH
ZEER DYNAMISCH Allocatie
Wijz.
Aandelenrisico
55,00%
0,00%
Aandelenrisico
75,00%
0,00%
Obligatierisico
30,00%
0,00%
Obligatierisico
10,00%
0,00%
Vastgoed
5,00%
0,00%
Vastgoed
5,00%
0,00%
Alternatieve beleggingen
3,50%
0,00%
Alternatieve beleggingen
3,50%
0,00%
Liquiditeiten
6,50%
0,00%
Liquiditeiten
6,50%
0,00%
REGIONALE ALLOCATIE AANDELENPORTEFEUILLE
ALLOCATIE OBLIGATIEPORTEFEUILLE
Allocatie EMU
42,36%
Allocatie EUR
Eurosatellieten
8,23%
Overheid
40,00%
Noord-Amerika
34,23%
Bedrijfs
34,00%
Japan
8,09%
Converteerbare
0,00%
Centraal-Europa
0,45%
Geïndexeerde
4,00%
Zuidoost-Azië
5,84%
Latijns-Amerika
0,00%
Overheid
2,00%
Andere
0,80%
Bedrijfs
3,00%
Converteerbare
0,00%
Ontluikende markten
0,00%
SECTORALLOCATIE AANDELENPORTEFEUILLE Allocatie Energie
7,88%
Basismaterialen
4,37%
Industriële sectoren
8,23%
Cyclische consumentengoederen Niet-cyclische consumentengoederen
17,49% 7,47%
Gezondheidszorg
11,10%
Financiële sectoren
23,81%
Informatietechnologie
13,72%
Telecomoperatoren
4,13%
Nutsbedrijven
1,80%
08 • MARKTVISIE STRATEGIE • NR. 11 • DECEMBER 2015
USD
JPY
0,00%
Eurosatellieten
3,50%
Dollarsatellieten
3,50%
Centraal-Europese munten
1,50%
Andere
8,50%