COLOFON
dyacobsstaf5i jaargang 13 - september 2001 verschijnt viermaal per jaar ISSN 0923-11458 O Nederlands Genootschap van Sint Jacob BESTUUR mw. K. van den Berg, voorzitter F. Brons, bestuurssecretaris J. Hoffman, penningmeester H. Schutte, 2' penningmeester mw. H. Pouderoyen, lid J. van der Meulen, lid mw. M. Blokland, lid mw. T. van der Maat. lid LE.DENSERVICE(uitsluitend schriftelijk) Bestellen van artikelen Postbus l3091 3507 LB Utrecht BESTUURSSECRETARIAAT p/a Heuvelweg 14 3761 XN Soest SECRETARIAAT BINNENLAND Insturen van compostela's p/a Fazantenkamp 576 3607 DG Maarssenbroek = (0346)56 91 33 SECRETARIAAT INTERNATIONAAL p/a Hagelweg 8 5801 HC Venray (0478)58 41 45 LEDENADMINISTRATIE p/,a Fluitekruid 1 7772 ND Hardenberg = (0523)26 59 93 IN'TERNETADRES w.santiago.nl
Meningen en feiten, zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. REDACTIE Herman van den Brink jeroen Gooskens Sjef van Hulten (voorzitter; eindredactie) Stephan van Meulebrouck (bureau- en eindredactie) ]os Mijland Herman Stokmans josé Wienk REDACTIEADRES judith Boon Safarigeel 120 2718 CN Zoetermeer = (079)361 20 12 e-mail:
[email protected] DRUK & GRAFISCHE VERZORGING Koopmans' drukkerij, Hoorn Ruud Conens (logo) AANWIJZINGENVOOR INSTUREN KOPI] Bijdragen voor dejacobsstaf dienen bij voorkeur in Word op diskette voorzien van een uitdraai gezonden te worden naar het redactieadres. Sluitingsdatum nr. 52: 24 september 2001. Gelieve op A4 formaat met één brede marge te werken. Indien illustraties worden aangeleverd deze voorzien van onderschriften en voorkeurplaats in de marge aangeven met een met de foto corresponderend nummer. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren.
De redactie was op zoek naar een fotoredacteur en inmiddels is deze gevonden in de persoon van Tieleke Huybers. In het verleden werkte ze al eens incidenteel mee aan dit blad. Welkom Tieleke! Positieve reacties heeft de redactie ook ontvangen op de beschrijving van jacobalia in Nederland in het vorige nummer. Een initiatief dat om voortzetting vraagt. De lezers van dit blad worden dan ook opgeroepen om Nederlandsejacobalia middels foto en tekst (max. 300 woorden) onder de aandacht van de lezers te brengen. In het hoofdartikel van dit nummer neemt redacteur Stephan van Meulebrouck oude kaarten onder de loep. Joost Kuitenbrouwer laat zich inspireren door telescoopstokken en in de rubriek 'Jacobusboeken' is er deze keer onder meer ruime aandacht voor legendes langs de pelgrimsweg. Als u de najaarsbijeenkomstin Baarn wilt bijwonen. moet u zich opgeven via de adresdrager (het losse blad in de plastic enveloppe waarin ook delacobsstaf zit). U krijgt dus geen aparte uitnodiging! Het bestuur heeft deze keer voor deze aanpak gekozen omdat de porti per bijeenkomst erg hoog zijn. Door het gebruik van de adresdrager zijn bovendien meteen de juiste naam, adres en lidmaatschapsnummer bekend. Sluitingsdatum voor nr. 52: 24 sep tember (verschijnt in week 48).
106 De Via Turonensis: een peigrimsweg in kaart gebracht Stephan van Meulebrouck 117 Jacobusboeken losé Wienk en jeroen Gooskens 124 De dansende pelgrim loost Kuitenbrouwer 129 Gedicht: Oude mannen op het plein 130 Een eerste Assemblée Générale te Vézelay Karel Musch 133 De jakobsstaf langs de meetlat gelegd Stephan van Meulebrouck 134 Heiligen onderweg: Maria Herman van den Brink 135 Jacobus in het land losé Wienk 136 De zin van toeval Stephan van Meulebrouck 137 De virtuele pelgrim Ed Boon 139 Genootschap van Sint Jacob
Afbeelding omslag: detail van de Carta Itineraria Europae (1511), op het Zuiden georiënteerd, met daarop de pelgrimsroute via Parijs en Tours
DE VIA TURONENSIS: EEN PELGRIMSWEG IN KAART GEBRACHT STEPHANVAN MEULEBROUCK
Tours aan de Loire (fotcos: Stephan van Meu,/ebrouck)
Oude kaarten van pelgrimswegen zijn zeldzaam. Er is een enkel exemplaar bekend voor Rome- en Jeruzalemgangers.De lezers van dit blad moeten met nog veel minder genoegen nemen. Uit de Middeleeuwen, de periode waarin de Compostelabedevaart ontstond én tot grote bloei kwam, is bijvoorbeeld geen enkele kaart van de jacobswegen bekend. Waarom dan dit artikel? Omdat er toch cartografische juweeltjes zijn waarop Jacobswegenvoorkomen. Alleen: de makers hadden meestal geen pelgrimspubliek voor ogen. Sterker nog, in sommige gevallen was er zelfs nog geen sprake van pelgrimages naar het graf van de heilige lacobus. Over deze 'toevallige' cartografie van de lacobswegen gaat het hier. Ik beperk me daarbij tot één route: de Via Turonensis, de pelgrimsweg over Tours, Poitiers en Bordeaux. Die beperking heeft twee redenen. Allereerst bestaat er juist van deze weg een aantal opmerkelijke afbeeldingen en beschrijvingen. Bovendien was de Via Turonensis van alle 'grote' Franse pelgrimswegen (naast de routes over Vézelay, Le Puy en Arles) de meest logische keus voor pelgrims uit de Lage Landen. Middeleeuwers liepen immers niet alleen voor hun plezier en kozen daarom de kortste weg. Voor onze voorgangers betekende dat dus voornoemde route. Een tweede beperking die ik mezelf opleg, is er een in de tijd: de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Ook deze beperking heeft twee redenen: de genoemde route wordt voor het eerst beschreven in Romeinse bronnen (maar dan niet als pelgrimsweg naar Santiago), en na de Middeleeuwen waren de hoogtijdagen van de Jacobusbedevaartvoorbij. Daarom behandel ik hier geen recentere kaarten van lacobswegen, zoals bijvoorbeeld Le voyage de Madrid et Ie chemin de St.-lacques en Cake. La route des postes de Paris a Bayonne door P. Du Val uit 1659, aanwezig in de Bibliotheque Nationale te Parijs. c
De Via Turonensis ('route via Tours') wordt als zodanig voor het eerst genoemd in de Gids voor de pelgrim, vervaardigd tussen 1138 en 1145 en toegeschreven aan Aimery Picaud, een priester uit de Poitou.' Voor de duidelijkheid zal ook ik deze term hierna steeds gebruiken, ook al hanteerden bijvoorbeeld de Romeinen hem nog niet. Nu stond (en staat) de Via Turonensis niet op zichzelf, maar was het de voortzetting van andere wegen uit het Noorden, waar Valenciennes en Parijs belangrijke knooppunten waren. Waarom is de route dan niet vernoemd naar een van deze plaatsen? Welnu: Tours, met het graf van St.-Maarten, is als bedevaartsoord ouder dan Santiago. St.-Maarten werd al veel langer vereerd dan St.-jacobus, zo ook in Spanje waar talrijke parochies zijn naam dragen en waarvandaan reeds in de vroege Middeleeuwen pelgrimages naar zijn graf werden ondernomen. Volgens René de La Coste-Messeliere2kan de Jacobsweg over Tours dan ook beschouwd worden als omgekeerde 'Maartensweg'!
DE ROMEINSE TUD
Vóór de komst van de Romeinen moeten er in Gallia, het latere Frankrijk, al belangrijke wegen zijn geweest. Anders kan immers niet verklaard worden waarom de Romeinen het gebied zo snel onder de voet liepen. Helaas echter hebben de Galliërs ons geen wegenkaarten nagelaten. Het Gallische wegennet werd door de nieuwe heersers overgenomen, verbeterd en uitgebreid. Nu nog is in veel landen het tracé van moderne wegen soms te herleiden tot de Romeinse infrastructuur. Na de val van het Romeinse Rijk bleven die wegen vaak in gebruik. Sommige zijn tegenwoordig niet meer dan een karrenspoor, andere hebben het geschopt tot drukke verkeersader~.~ Waar mensen reizen ontstaat de behoefte aan
Erfgenamen van de Romeinen: de weg van Châtellerault naar Poitiers...
... en de Rue St.jacques in Parijs
routebeschrijvingen. De Romeinen hanteerden twee vormen: de geschreven itineraria (opsommingen van plaatsen en afstanden) en de wegenkaarten. Van de itineraria zijn er enkele bewaard gebleven, waarvan het Itinerarium Antonini uit de late 3e eeuw n. Chr. de belangrijkste is. Uit het midden van de 4e eeuw dateert de enige overgeleverde wegenkaart van het Romeinse rijk: de Peutingerkaart, ook wel bekend als de Tabula Peutingeriana. Het blijkt dat de latere pelgrimsweg over Tours (evenals overigens die over Arles) reeds in grote lijnen voorkomt op deze routebeschrijvingen, reden om ze aan een nadere beschouwing te onderwerpen.
Het Itinerarium Antonini De Romeinen maakten vaker gebruik van itineraria dan van kaarten. Van de bewaard gebleven Romeinse itineraria is het Itinerarium Antonini de meest uitgebreide. Het bestaat uit twee delen met beschrijvingen van respectievelijk land- en zeeroutes: 'Itinerarium provinciarum Antonini Augusti' en 'Imperatoris Antonini Augusti itinerarium maritimum'. Deze titels duiden erop dat de wegbeschrijvingen opgesteld werden voor een keizer uit de Antonijnse (ook wel Severische) dynastie. Wellicht betrof het Caracalla (211-217 n. Chr.). Het Itinerarium Antonini noemt echter ook plaatsen die gesticht zijn na diens regeerperiode. De routebeschrijvingen zullen dus, met aanvullingen, Poitiers over een langere periode zijn gebruikt. D Waarschijnlijk dateert de uiteindelijke versie uit de jaren 280-290 n. Chr. Verschillende Bordeaux exemplaren zijn bewaard gebleven, al dan niet compleet, in bijvoorbeeld het Escorial bij Dax Madrid, de Parijse Bibliothèque Nationale en de Österreichische Nationalbibliothek te Wenen. Van meer dan 200 landreizen wordt eerst het begin- en Via Tuironensis eindpunt gegeven, vervolgens de totale afstand en tot slot de afzonderlijke volgenis het Itinerairium etappes met hun onderlinge afstanden. Die komen in de meeste gevallen redeAntoniini, ca. zsio-290 n. Chr. lijk overeen met de werkelijkheid. De voor ons relevante wegen volgens het Itinerarium Antonini zijn: van Mieulebrouck) -van Bagacum (Bavay; destijds een belangrijk knooppunt in Noord-Gallia) via Camaracum (Cambrai) en Augusta Veromandorum (St.-Quentin) naar Augusta Suessonum (Soissons) -van Luticia (Parijs) via Salioclita (Saclas, iets ten zuiden van Étampes) naar Canabum (Orléans)
sr
-van Lomounum (Poitiers) via Rauranum (Rom, ten oosten van Melle), Aunedonnacurn (Aulnay), Mediolanum Santonum (Saintes), Novioregum (?), Tannum (Talmont) en Blauto (Blaye) naar Burdigala (Bordeaux) - van Bordeaux via Salomaco (Salles), Telonnum (Saugnacq-et-Muret?) en Coequosa (bij Sinderes) naar Aquis Terebellicis (Dax) of met een variant langs de kust, via Boios (Lamothe, bij Biganos), Losa (Louse, bij Sanguinet), Segosa (St.Paul-en-Born) en Mosconnurn (Messanges of Mixe?) naar Dax -van Dax via Carasa (Carris) en Imo Pyreneo (St.]ean-Ie-Vieux) naar Summo Pyreneo (Roncesvalles). Niet vermeld zijn de trajecten tussen St.-Quentin resp. Soissons en Parijs evenals de route van Orléans naar Poitiers, wat niet wil zeggen dat er geen wegen lagen tussen deze plaatsen. Misschien achtte men het slechts niet nodig ze te vermelden. Hoe dan ook, met dit itinerarium komt een pelgrim al een heel eind!
De Peutinger-kaart of Tabula Peutingerianas Deze unieke wegenkaart van het Romeinse rijk, genoemd naar een van zijn latere eigenaren, is waarschijnlijk vervaardigd tussen 335 en 366 n. Chr. Het Romeinse origineel is verloren gegaan maar gelukkig bestaat er een kopie uit de 12e of het begin van de 13e eeuw. Ontdekt door Konrad Celtes van de
Detail van het eerste blad van de Peutinger-kaart ca. 335-366 n. C ~ K
Via Turonensis volgenis de ~eutinger-kaart
Universiteit van Wenen werd de kaart door hem in 1508 vermaakt aan de geleerde Konrad Peutinger. Via allerlei omzwervingen is de kaart uiteindelijk beland in de Österreichische Nationalbibliothek, alwaar hij nu bewaard wordt onder de naam Codex Vindobonensis 324. Verschillende malen werden reproducties van de kaart uitgegeven en het is aan één van die uitgaven6te danken dat de kaart bekend staat als de Tabula Peutingeriana. Het zou echter beter zijn te spreken van de Peutinger-kaart. Weliswaar is tabula één van de Latijnse woorden voor 'kaart', maar in dit verband wordt het vaak vertaald als 'tafel' of sterker nog, men denkt wel eens dat het om een Chartres tabel met plaatsnamen gaat.7 Daarmee Orléans wordt de kaart uiteraard geen recht gedaan! De kaart bestaat uit elf bladen van elk ca. 33 x 60 cm. groot. Tezamen vormen de bladen een smalle strook van ca. 6,75 m. lang. Helaas ontbreekt het grootste deel van de Britse eilanden en van het Iberisch schiereiland. De halteplaatsen zijn aangegeven met een knik in de weg. Soms komen er schrijffouten in de kaart voor, wat vermoedelijk veroorzaakt werd door het veelvuldig kopiëren. Vanwege de smalle uitvoering is de afbeelding uiteraard vervormd. Dat was voor de Romeinen echter geen bezwaar. Ze waren niet zozeer geïnteresseerd in geometrisch correcte kaarten, maar in praktische informatie: afstanden, de loop van de hoofdwegen (104.000 km!), plaatsnamen, thermen, grote rivieren en bossen. Bovendien kon de kaart in deze vorm gemakkelijk opgerold en vervoerd worden. De kaart was dus uiterst functioneel, hoewel een eerste kennismaking anders doet vermoeden. Er worden trouwens nog steeds kaarten gemaakt met een 'vertekend' beeld van de werkelijkheid: denk maar aan de spoorkaarten op de NS-stations of de metrokaarten van Londen en Parijs. En daarover maakt zich evenmin iemand druk. De Peutinger-kaart verschilt op twee belangrijke punten met het Itinerarium Antonini, voor zover het de Via Turonensis betreft. Allereerst zien we op de kaart de weg van Orléans via Casaroduno (Tours) naar Poitiers. Bovendien ontbreekt de kustroute tussen Bordeaux en Dax. Bavay
- / '"'"'
DE MIDDELEEUWEN
Na de Romeinse tijd was de kaartproductie in Europa zo goed als ingestort. Het geringe aantal Middeleeuwse landkaarten diende bovendien geen of nauwelijks
praktische doeleinden. Een Middeleeuwer beschouwde een kaart dan ook op een fundamenteel andere manier dan wij doen. Zo bestonden er weliswaar wereldkaarten, maar die hadden uitsluitend een filosofisch-religieus-didactische functie: ze toonden bijvoorbeeld Ieruzalem als navel van de wereld. Overige categorieën kaarten waren de zeekaarten, de hemelkaarten en de regionale kaarten, waartoe we ook de wegenkaarten rekenen. De oudste regionale kaarten van Frankrijk en de Lage Landen dateren alle van na de 14e eeuw.* Van de regionale kaarten bestaan er bovendien slechts enkele waarop hele landen staan afgebeeld. De meeste tonen slechts kleine gebieden, datgene wat een individu nog kon 'behappen': een akker, polder of provincie. Eigenlijk is het verkeerd om bij Middeleeuwse regionale afbeeldingen te spreken van een 'kaart'. Geen enkele Middeleeuwer zou ze hebben beschouwd als behorende tot één type objecten. Men kende zelfs geen woord voor ons begrip 'kaart' (uitgezonderd het Latijnse 'carta'). Enkele zeer geïsoleerde uitzonderingen daargelaten kwam er ook niemand op het idee om topografische relaties (afstanden, oppervlakte van percelen etc.) in de vorm van een kaart te gieten. Dit soort informatie werd gewoon opgeschreven. Hoe en waarom dat veranderde na ca. 1500 is niet bekend. Een zeldzaam voorbeeld van een Middeleeuwse routekaart is Erhard Etzlaub's Romweg-kaart, uitgegeven voor de grote aantallen bedevaartgangers naar Rome in het Heilige ]aar 1500. Deze kaart, zo genoemd naar de titel Dass ist der Romweg von meylen zu meylen mit puncten verzeychnet..., werd gedrukt in een grote oplage. Momenteel resteren er slechts twaalf exemplaren. Voor ons Compostelagangers is de situatie nog beroerder. Middeleeuwse kaarten van de Via Turonensis zullen zeer waarschijnlijk nooit hebben bestaan, om de redenen die hierboven zijn geschetst. De Santiagopelgrim had hooguit de beschikking over lijsten van etappeplaatsen, en daarmee zijn we weer beland bij de itineraria.
Middeleeuwse itineraria De oudste bekende routebeschrijving voor Christelijke pelgrims is het Itinerarium Burdigalense (333 n. Chr.) met daarin de route van Bordeaux naar het Heilige Land. Een route voor Compostelagangerswordt beschreven in de 12e-eeuwse Gids voor de pelgrim. Deze gids, onderdeel van het Boek van St.lacobus, kende echter geen wijde verspreiding over Europa, in tegenstelling tot de wonderverhalen uit hetzelfde Boek.g Na de Gids voor de pelgrim, toch eerder een literair dan een cartografisch werk, verscheen er op dit gebied twee eeuwen niets. Misschien waren de geschreven gidsen wel overbodig dankzij de constante bedevaartpraktijk en de mondelinge overlevering. Dan duiken er in de 14e eeuw ineens een Italiaans en een Engels itinerarium op.1° Het Italiaanse geschrift beschrijft een route vanuit Italië en was
Romweg-kaart, op het Zuiden georiënteerd, uit de jaren 90 van de 15e eeuw; houtsnede, 40 x 29 cm
dus voor pelgrims uit de Lage Landen niet bijster interessant; het Engelse itinerarium vangt aan met een zeereis en sluit pas in Bordeaux aan op de Via Turonensis. Veel belangrijker voor ons is een naamloos itinerarium uit ca. 1380. Net zoals de Peutinger-kaart is het aan ons overgeleverd middels een latere kopie, in dit geval uit ca. 1500. De pelgrim, het kwartaalblad van het Vlaams Genootschap van Santiago de Tours Compostela, publiceert nu al meer dan een jaar een serie zeer informatieve artikelen over dit itinerarium." In de volksmond is het bekend als het Itinerarium Brugense of itinerarium van Brugge, ofschoon het als zodanig in geen enkele bibliotheekcatalogus staat.12 Het itinerarium beschrijft 29 reizen door bijna geheel Europa, meestal met Brugge als vertrekpunt, en noemt ongeveer 2400 etappeplaatsen. De lijst werd samengesteld op het hoogtepunt van Brugge als handelscentrum en was bedoeld voor zowel de koopman als de pelgrim, niet alleen naar Santiago maar ook naar bedevaartsoorden als Ste.Catherine-de-Fierbois of Rocamadour13(eigenlijk is hier het etiket 'toevallige cartografie van de Jacobsweg'dan ook niet van toepassing). De route van Parijs naar Orléans wordt alleen vermeld als onderdeel van de pelgrimsweg naar Rocamadour. Santiagogangers daarentegen wordt aanbevolen na Parijs over Chartres te reizen. Opmerkelijk is ook dat Bavay, dat in de Romeinse tijd toch zo'n prominente plaats innam, in het Brugs itinerarium in het geheel niet voorkomt. Kennelijk had Bavay zijn plaats als verkeersknooppunt moeten afstaan aan Valenciennes. Verder is de beschreven route grotendeels gelijk aan die welke aanbevolen wordt in bovengenoemde Romeinse bronnen.
k
/
4
De Carta Itineraria Europae Ik besluit dit verhaal met de beschrijving van een kaart die strikt genomen niet uit de Middeleeuwen dateert, maar wel een duidelijke voorstelling geeft van het wegennet uit dat tijdvak. Deze Carta Itineraria Europae van Martin Waldseem~ller~~ geldt als de eerste gedrukte wandkaart van Europa. Van de eerste druk uit 1511 is geen exemplaar bekend. In 1520 verscheen een tweede druk, waarvan het enig bekende exemplaar bewaard wordt in het Tiroler Landesmuseum Ferdinandeum te Innsbruck. De kaart, zoals gebruikelijk in die tijd op het Zuiden georiënteerd, toont de steden en doorgaande wegen van Midden-, West- en Zuid-Europa, evenals rivieren
Via Turonensis volgens het itinerarium von Brugge uit ca. 1380
Europoe, OP het Zuiden georiënteerd, uit 1511; houtsnededruk, 141 x 141 cm
en gebergten. Als enige weg in West-Frankrijk is de Via Turonensis getekend, hetgeen nog eens het belang van deze verhindingsroute naar Spanje illustreert (zie ook de afbeelding op het omslag van dit nummer). Anders dan het Brugs itinerarium schrijft de Carta Itineraria Europae de variant over Orléans voor. De Gironde wordt overgestoken bij Blaye waarna de kustweg naar Bayonne volgt. Daarmee onderscheidt deze kaart zich van de overige hier besproken bronnen, die immers alle kiezen voor de route via Roncesvalles.
TOT SLOT
De historische cartografie van de Santiagobedevaarten is om verschillende redenen interessant. In de eerste plaats zijn oude kaarten voor velen als zodanig al fascinerend. Daarnaast leren ze ons dat er niets nieuws is onder de zon: veel pelgrimsroutes zijn de voortzettingen van nog oudere wegen, Bestudering van kaarten en itineraria kan ook bijdragen aan een reconstructie van Middeleeuwse pelgrimsroutes, al dan niet met behulp van de archeologie. In de]acobusliteratuur wordt er, zeker in dit blad, vanouds ruime aandacht geschonken aan de kunstgeschiedenis. De cartografie en de geografie van de pelgrimages komen helaas veel minder vaak aan bod. In dit artikel is gekeken naar het tracé van de Via Turonensis volgens Romeinse en Middeleeuwse bron-
nen. Een dergelijke vergelijking zou natuurlijk ook gemaakt kunnen worden voor bijvoorbeeld de route over Arles en Toulouse of de Camino francés in Spanje. Want dat er over de cartografie van delacobswegen wel degelijk interessante dingen te melden zijn, is uit het bovenstaande hopelijk duidelijk geworden.
Noten Voor een Nederlandse vertaling zie:]. van Herwaarden, Op weg naarlacobus. Het boek, de legende en de gids voor de pelgrim naar Santiago de Compostela (Hilversum 1992) 117-181. René de La Coste-Messeliere, 'Importance réelle des routes dites de Saint-Jacques dans les pays du sud de la France eten Espagne du nord', Bulletin philologique et historique (jusqu a 1610) du Comité des Travaux Historiques et Scientifiques, Année 1969 (volume 1) 451-470, aldaar 466-467. Over de Romeinse wegen zie verder: Raymond Chevallier. Roman roods (Berkeley en Los Angeles 1976). Gegevens deels ontleend aan: O.A.W. Dilke, 'ltineraries and geographical maps in the early and late Roman empires', in: 1.6. Harley en David Woodward (red.), The history of cartography (Chicago en Londen 1987-...) ...dl. I. Cartagraphy in prehistoric, ancient, and medieval Europe and the Mediterranean, 234-257, aldaar 234-237. Voor specificaties van de etappes en plaatsnamen, zowel de Romeinse varianten als de huidige, is gebruik gemaakt van Otto Cuntz (red.), Itineraria Romona. Volumen prius. Itineraria Antonini August; et Burdigalense (Leipzig 1929); Konrad Miller, Itineraria Ramana. Römische Reisewege an der Hand der Tabula Peutingeriana (Stuttgart 1916); een lijst samengesteld door de afdeling Geschiedenis van de University of South Carolina (internet: www.sc.edu). Voor een algemene beschrijving zie: Dilke, 'ltineraries and geographical maps', 238-242. Voor de reconstructie van de etappes is gebruik gemaakt van Miller, Itineraria Romana. Te weten: Petrus Bertius' Theatrum Geographiae Veteris (Amsterdam 1619). De belangrijkste reproducties worden genoemd in: C. Koeman, Geschiedenis van de kartografie van Nederland. Zes eeuwen land- en zeekaarten en stadsplattegronden (Ze druk; Alphen aan den Rijn 1985) 16-17. Dilke, 'ltineraries and geographical maps', 238 n. 25. Deze en de volgende gegevens over Middeleeuwse regionale kaarten zijn ontleend aan: P.D.A. Harvey, 'Medieval maps: an introduction', in: Harley en Woodward, The history of cartography, 283-285, aldaar 283; ibid., 'Local and regional cartography in rnedieval Europe', in: Harley en Woodward, The history of cartography, 464-501, aldaar 464-465,495. Van Herwaarden, 'De pelgrimage naar Santiago de Cornpostela (12de - 18de eeuw)', in: Santiago de Compostela. 1000jaar Europese bedevaart (Gent z.j. [1985]) 71-83, aldaar 76. 10 Paolo G. Caucci von Saucken, 'Reis- en pelgrimsverhalen over Cornpostela', in: Santiago de Compostela. 1000jaar Europese bedevaart, 173-181, aldaar 174. 11 Zie: M. Kellens, 'De pelgrimsweg naar Santiago de Compostela in de Middeleeuwen', De pelgrim 61 (2000) 17-29; ibid., 'De pelgrimsweg naar Santiago de Compostela in de Middeleeuwen (deel 2)', De pelgrim 62 (2000) 9-17; ibid., 'De pelgrimsweg naar Santiago de Compostela in de
Middeleeuwen', De pelgrim 63 (2000) 9-12; ibid., 'De omweg via Oviedo', De pelgrim 64 (2001) 7-13; ibid., 'Een alternatieve Via de la Plata', De pelgrim 65 (2001) 8-17. Het itinerarium werd in 1857 voor het eerst gepubliceerd, zie:]oachim Lelewel, p. 281-308 in de Épilogue van zijn Géographie du Moyen Age (Brussel 1852-1857) 4 vols. en epiloog. Er bestaat ook een herdruk (Amsterdam 1966). 12 Het itinerarium wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Cent als onderdeel van Handschrift (of Codex) nr. 13. Dit handschrift bestaat uit een bundel teksten die betrekking hebben op de filosofie, geografie en geschiedenis en wordt naar zijn vroegere eigenaar Raphael de Mercatellis ook wel 'Mercatellis-handschrift' genoemd. Het handschrift staat in een recente catalogus van de U.B. Gent vermeld als 'Auctoritates Hs. 13'. Het itinerarium, onderdeel van deze 'Auctoritates', wordt hier 'Tabula distantiarurn' genoemd. 13 Zie ook: Dirk Aerts, 'Aller à Compostelle en passant par les anciens Pays-Bas', in: Robert Plötz (red.), Europäische Wege der Santiago-Pilgerfohrt. lakobus-Studien; 2 (Tubingen 1990) 69-82, aldaar 77-80. 14 En niet 'Weismuller' zoals La Coste-Messeliere beweert; zie: La Coste-Messeliere, 'De bedevaartwegen naar Santiago en enkele Jacobeïsche itineraria', in: Santiago de Compostela. 1000jaar Europese bedevaart, 103-121, aldaar 106. Voor een facsimile-uitgave van de kaart zie: Karl-Heinz Meine, Erlauterungenzur ersten gedruckten (Strassen-)Wandkorte von Europa der Carta Itineraria Europae derlahre 7511 bzw. 1520 von Martin Waldseemöller (Bad Codesberg etc. 1971).
Pied a terre
kaarten en gidsen voor actieve vakanties
Singel 393 1021 WN Amsterdam tel. (020)627 44 55 fax (020) 620 89 96 E-mail
[email protected] Internet www.piedaterre.nl Gelegen in het centrum, achter het Spu Tramlijnen 1, 2, of 5.
Emilio Sáez Soro (red.), Guia de alojamientos de turismo rural (z. p.: Crupo Anaya, S.A./Ciriec-España, 2001) 716 blz., ISBN 84-8165-798-0, geïllustreerd met foto's, prijs PTAS 1000, verkrijgbaar: in de goede Spaanse boekhandel. Wie van reizen op de bonnefooi houdt en graag in bijzondere particuliere huizen wil overnachten, komt aan zijn trekken met de koop van deze gids voor logies in een landelijke omgeving. Een 'gewichtig' boekwerk, 560 gram, met maar liefst meer dan 6.000 overnachtingsplaatsen in het buitengebied. De gids is voorzien van wegenkaartjes op schaal 1:l SOO.000 van heel Spanje, inclusief de eilanden. Wat u hiervoor krijgt: alle aangesloten huizen mét foto, naam van het huis en de eigenaar, adres, telefoonnummer, de naam van de organisatie waar de eigenaar bij aangesloten is, aantal kamers, gebruik van keuken etc. Wat u in de omgeving zoal kunt verwachten, staat met duidelijke tekentjes weergegeven. De meeste verhuurders hebben de prijs per kamer aangegeven. Er zijn ook woningen die te huur zijn voor een weekend, een week of langer. Achterin is een opgave van de autonome deelstaten met hun provincies, b.v. Pais Vasco (Baskenland) met: Álava, Guipúzcoa en Vizcaya. Onder de provincienaam staan de desbetreffende plaatsen alfabetisch gerangschikt. Uit eigen ervaring weet ik dat het prettig is gebruik te kunnen maken van deze organisaties. Mocht u van plan zijn de route naar Álava via de TÚnel de San Adrián te willen wandelen of fietsen, dan is er ook de mogelijkheid om alleen van Baskenland een kleine brochure (90 gram) aan te vragen bij Kursaal, Avda. Zurriola l,20002 DonostialSan Sebastián, tel. 902 13 00 31, fax 943 32 67 00, internet: www.nekatur.net, e-mail:
[email protected], onder vermelding van Información y DisponibilidadAgroturismos - Casas Rurales en Pais Vasco. De tekst in deze mooie uitgave (met foto's in kleur) is in het Baskisch, Spaans en Engels. Zelfs of het betreffende huis aan de Camino staat wordt aangegeven. Waarschijnlijk zal iedere autonome deelstaat een eigen brochure hebben. Neem de pen ter hand en schrijf!
Javier Leralta, Las peregrinas cosas del camino. Historias, leyendas y curiosidades del Camino de Santiago (Madrid 1999) 256 blz., ISBN 84 89411 37 9 JuanAtienza, Leyendas del Camino de Santiago (Madrid 1998) 286 blz., ISBN 84 414 0465 8 JoséSendin Blázquez, Mitos y Leyendas del Camino de Santiago del Sur - Via de la plata (León 1996) 214 blz., ISBN 84 8177 022 1 José Fernández Arenas, Elementos simbólicos de la peregrinaciónlacobea. (León 1998) 157 blz., ISBN 84 8012 230 7 Nooit heb ik voor mijn lezers mijn liefdes verborgen. Liefde die uitgaat niet alleen naar het wandelen met de voeten, maar evenzeer naar het pelgrimeren met de geest. Kaarten en gidsen bieden het genot van het voorspel en vormen een spannende uitnodiging tot nieuwe tochten; maar een boekenkast zou armzalig gevuld zijn als het daarbij zou blijven. Vandaar mijn niet aflatende queeste naar proza en poëzie die stem geven aan de beleving van de wandelaar, naar verhalen die voelbaar maken hoe het ritme van de weg zijn stempel legt op de harten van wie haar begaan. 'Se hace camino al andar', de weg ontstaat al gaande; stap voor stap wordt de wandelaar geschoold in de universiteit van het leven. Niet om de eindstreep te bereiken gaat hij verder, maar om de steen der wijzen te zoeken. In gepaste vertraging staat hij stil bij wat voorbijgaat, de blik spiedend in verre verten om de horizon van het eigen bestaan te verwijden. Zo slijpt de weg hem, vaak tot zijn eigen verbazing, tot pelgrim en stap voor stap raakt hij (of zij natuurlijk) vervuld van een onuitsprekelijke vrede: de zekere wetenschap slechts een voorbijganger te zijn in een wondere wereld die zich ontvouwt in de eindeloze deining van landschappen en seizoenen. En binnen dat schitterend decor ontmoet hij een bonte mengeling van mensen met wonderlijke geschiedenissen en oude verhalen. Het kwartet Spaanse boeken, dat ik deze winter in Madrileense boekwinkels aantrof en waarvan ik de titels hierboven vermeld, is in zijn meervoudigheid het beste bewijs dat ook in Spanje de Camino leeft als een weg vol legenden. De apostelkroon van San lago wordt pas rond 800 gezet op een mysterie dat vele eeuwen ouder is, en onderweg stuit de wandelaar nog steeds op runen en sagen die daarnaar verwijzen. Op voorwaarde tenminste dat we ons niet op het christelijke vernis verkijken zonder oog te hebben voor de diepere lagen menselijke verwondering en verbeelding die uit de inscripties en legendes spreken. Van oudsher zijn wandelaars op de melkweg zoekers op een initiatieweg naar kennis en wijsheid die zo oud is als het leven zelf. De heilige graal evenwel ligt niet op een verborgen plaats bij het eindpunt, maar rijgt zich aaneen in een lange reeks ontmoetingen en ervaringen onderweg. Op de tocht zijn voeten
nodig om te gaan, ogen om te zien en oren om te horen; maar bovenal vraagt de Camino om wat de h Spanjaarden alma noemen en wat je het beste A met 'bezieling' kunt vertalen. Want wat is pelgrimeren anders dan wandelen met je ziel, kijken met je innerlijk oog, luisteren met je hart, en zo het leven op het spoor komen? Het eerste boek is een recent overzichtswerk; alleen al een boekenlijst met meer dan honderd titels maakt het de moeite waard. Het nadeel van het boek is dat de schrijver geen keuze maakt en daarom voor elk wat wils biedt: allerlei concrete informatie over afstanden, onderkomens en bezienswaardighedenenerzijds (waarbij vooral gegevens over onderkomens, eetgelegenheden en openingstijden dra erg gedateerd zullen zijn), anderzijds achtergrondinformatie in de vorm van legendes en geschiedenissen die met plaatsen onderweg verbonden zijn. Bekende en minder bekende overleveringen passeren de revue, de weergave ervan is vaak erg bondig en weinig poëtisch; diepgaand is het allemaal niet maar talrijk zijn de wetenswaardigheden en verhalen zeker wel. Een eerste kennismaking die smaakt naar meer. De filoloog Atienza neemt de lezer in het tweede boek een stukje verder bij de hand; de verhalen die hij in geografische volgorde presenteert (te beginnen bij Aragon, dan Navarra, La Rioja, Castilië, León en tenslotte Galicië) worden steeds aangevuld met zijn persoonlijke toelichting. Al in zijn inleiding roept hij de lezer op om de legenden niet naar hun vaak christelijke letter, maar naar hun diepere geest te beluisteren. Waar het in legenden uiteindelijk om gaat is geen waarheid waar een specifieke kerk patent op zou hebben, maar geestelijke wijsheid die universeel menselijk is. Het gaat om de diepste kern van het menselijk bestaan, het geheim van de transcendentie, dat niet in definities kan worden gevat maar slechts in metaforen benaderd. Engelen en duivels, reuzen en heksen, trollen en draken, beestachtige mensen en mensachtige dieren, veel bekende en nog meer onbekende heiligen spelen een rol in het eeuwige gevecht waarbij na veel strijd uiteindelijk het kwaad wordt bedwongen en de liefde overwint. Met de strekking is niets mis dus, als bij alle vrome spektakel van monniken en martelaren de kern van de boodschap maar niet teloor gaat onder een overdaad aan christelijke rekwisieten. In dit opzicht biedt het boek van Atienza hetzelfde menu als de Camino anno
2001 in Spanje: de oorspronkelijke weg naar de sterren is dermate bezaaid met christelijke heiligdommen dat de zoektocht naar universele wijsheid soms aanzienlijk wordt bemoeilijkt. Niet omdat er met die heiligdommen zelf iets mis is, maar wel omdat al te vaak de kerk mensen op een dwaalspoor van dogma's en devoties brengt en hen het zicht op echte religiositeit beneemt. Dit probleem heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat ons uit de vóórchristelijke culturen zo weinig sporen resten; het verzonken Atlantis is een mythe en weten doen wij weinig. De filoloog zou een paleontoloog, een prehistoricus en een godsdienstwetenschapper als co-auteurs moeten worden toegewezen om meer lichtpunten in de duisternis van de westerse mystiek te ontdekken. Het derde boek is qua opzet vergelijkbaar met het vorige; ook hier vormen legendes de hoofdmoot, ook nu worden ze gepresenteerd in geografische volgorde. Alleen maakt de Camino francés plaats voor de Via de la Plata, die door andere provincies van hetzelfde Spaanse land voert. Dat levert andere eendere verhalen op: andere namen, andere coulissen, maar vaak het verloop en steeds de strekking van het stuk zijn bekend. Waarmee ik overigens niets negatiefs wil zeggen, want van oude verhalen krijgt een mens ondanks alle herhaling nooit genoeg. Naast de legenden wordt in dit boek ook aandacht besteed aan een groot aantal historische en andere wetenswaardigheden betreffende deze route vanuit het zuiden (Sevilla, Mérida) naar Santiago. Sterk punt van dit boek is het gebruik maken van oude poëzie. Bij de afgedrukte verzen staat helaas vaak geen auteur vermeld; onduidelijk blijft of de oude verzen dermate tot eigendom van het volk zijn gepromoveerd dat ze geen aanwijsbare auteurs meer hebben, of dat ze toch op naam komen van auteurs als Alfonsus de Wijze, de hertog van Rivas of van Berceo, Zorrilla of Rosalia de Castro (die op bladzijde 10 worden genoemd)? Hoe het ook zij, de verzen zijn smaakmakers in een boekje dat in zijn geheel uitmunt door zijn prettige leesbaarheid; voor zover iemand
dat zeggen kan voor wie Spaans een doolhof blijft waarin een woordenboek vaak de weg moet wijzen. Aan de schoonheid van de Spaanse klanken doet dat overigens niets af: S i lo que sueño de noche de dia lo meditara yo me volveria loco y a Mérida me marchara. In het vierde boek tenslotte is een kunsthistoricus aan het woord, die aan allerlei symbolische aspecten van de pelgrimage aandacht besteedt. Eerst aan de legendes die Santiago als heilige plaats legitimeren, vervolgens aan de symbolische elementen die eigen zijn aan de Camino of vast zitten aan de pelgrim. Een opsomming zou te ver voeren; beter is het zelf het boek ter hand te nemen om meer te weten te komen over zo diverse zaken als de uitstippeling van de route (en de symbolische betekenis van het landschap, waarbij met name bruggen en bergovergangen een bijzondere rol spelen), over de stoffering van de Camino met stenen en monumenten, wegkruisen en heiligdommen, over de uitdossing van de pelgrim met stok, schelp, hoed en drinknap, over de motieven om op weg te gaan en over de rituelen van vertrek en aankomst. Nogmaals, bij al deze zaken gaat het in dit boek niet om ze compleet en gedocumenteerd weer te geven, maar wel om de symboolwaarde ervan te onderzoeken en te beschrijven. Dat levert, opgeteld bij een aantal mooie afbeeldingen die hetzelfde doel dienen, een smaakvol boek op, ook al is ook hier de beperking van een al te christelijke zoomlens merkbaar. 'The proof of the pudding is in the eating' zegt het spreekwoord; geen mooier eind kan ik breien aan deze bespreking dan door twee legenden kort te vertellen. In de eerste is Pedro de Tolosa de hoofdpersoon, een Franse edelman uit Toulouse; zijn lichaam is overdekt met afzichtelijke zweren; vol vragen om genezing gaat hij op pelgrimstocht naar Santiago. Van dag tot dag bidt hij vurig om verhoring, van dag tot dag ook dompelt hij zich dieper onder in de geeste-
lijke wijsheid waarin de weg hem onderwijst. Aangekomen bij het graf van de apostel knielt Pierre neer met een hart vol dankbaarheid; de zweren, die even talrijk als bij zijn vertrek zijn lichaam nog steeds overdekken, zitten hem niet meer in de weg; hij is ze gaan accepteren als een kleine beproeving die hem zuivert op weg naar de hemel. Dan aanvaardt hij de terugweg. Vragen hebben plaats gemaakt voor antwoorden, niet langer gehinderd door wensen en verwachtingen verwondert Pierre zich dag na dag meer over de schoonheid van Gods schepping en de rijkdom van diens wijsheid. Zozeer is hij verzonken in de vrede van dit mysterie, dat het hem niet eens opvalt dat bij elke etappe en elke halteplaats een zweer van hem afvalt, totdat hij bij Sanguësa geheel vrij van zweren en blank van huid de kerk van Santa Maria la Real betreedt. In dezelfde buurt, bij de moerassen van Yesa en het klooster van Leyre, speelt de andere legende zich af. 'In illo tempore', heel lang geleden dus, eens, leefde op de grens van Aragon en Navarra een abt van een kloostertje, die befaamd was om zijn menslievendheid en zijn godsvrucht; zó vroom was de goede man, dat hij dagelijks na het nachtofficie buiten in het Valle de Echo de eenzaamheid zocht om op een stille plek in gebed te verzinken, vol verlangen naar vereniging met zijn schepper. Op een goede dag trof hem in de stilte van zijn gebed het gezang van een vogel - zó mooi dat de abt geheel in vervoering raakte en zijn ogen sloot om op te gaan in de muziek van de eeuwigheid. Voor zijn gevoel duurde het maar een enkele tel, maar toen hij zijn ogen opende leek de wereld hem veranderd, ouder, goddelijker. Langs eeuwenoude bomen keerde hij terug en in de verte herkende hij zijn klooster bijna niet meer, zoveel groter leek het hem geworden. Zijn sleutel paste niet op de poort, hij moest aanbellen en werd opengedaan door een jonge medebroeder die hem naar zijn naam vroeg. 'Ik ben je abt, Virila, en jij hebt een slecht geheugen - maar dat zal ik je vergeven want ik ken jou ook niet terug'. 'Maar onze abt heet anders' antwoordt de monnik verwonderd, 'en de naam Virila ken ik alleen uit de boeken, hij was hier abt maar is
al meer dan driehonderd jaar geleden in een geur van heiligheid verdwenen'. Uiteraard kreeg Virila toen de kans aan de verenigde communiteit zijn verhaal te vertellen; hij kon van Gods goedheid getuigenis afleggen en daarna in vrede zijn laatste adem uitblazen, een gelouterde en in haar geloof gesterkte gemeenschap achterlatend. Dit schitterend verhaal benadrukt ver vóór het ontstaan van de relativiteitstheorie, de betrekkelijkheid van de tijden, een van de pijlers van de benedictijnse mystiek. En van het christelijk gedachtegoed zoals ook in de verzen van psalm 90 valt te beluisteren: 'nog voordat de bergen waren geboren en heel deze wereld werd voortgebracht, sinds mensenheugenis zijt Gij God en in alle komende eeuwen. Gij doet de mensen tot stof vergaan Gij zegt, voorbij, ach kinderen van Adam In uw ogen zijn duizend jaren als de dag van gisteren, weg, als een uur van waken 's nachts. Gij vaagt ons uit als een droom in de morgen, Wij zijn als het welig tierende gras; 's morgens komt het omhoog en bloeit, 's avonds is het gemaaid en dood.' Zo zijn het de poëzie van de psalmen en de wijsheid van de legenden die tezamen het ritme der voetstappen op de Camino naar Santiago moduleren tot een schitterende melodie.
DE DANSENDE PELGRIM
Drie jaar geleden ontmoette ik voor het eerst enkele wandelaars die met telescopische stokken liepen. Mijn eerste reactie was: een nieuwe modegril op de oude pelgrimsweg, moet dat nou? Volgens de ideaalbeelden, opgeslagen in ons onderbewuste, behoort een pelgrim immers met een flinke houten stok te lopen; zo zie je ze van oudsher ook afgebeeld. Toch nam mijn nieuwsgierigheid toe toen ik merkte dat deze nieuwlichters moeiteloos en met veel gratie leken te lopen; ook hun snelheid frappeerde mij. Daarom besloten wij, mijn gezellin op het pelgrimspad en ik, alvorens onze pelgrimstocht aan te vangen de stokken uit te proberen. Onze ervaringen waren boven verwachting, wij konden ons nauwelijks nog voorstellen zonder telescopische stokken op pad te gaan! VIERVOETERS
Door het lopen met twee stokken word je van tweevoeter in zekere zin viervoeter. Je gebruikt niet alleen je benen maar ook je schouders en armen, je hele lichaam doet mee aan de beweging. Gewicht en energie worden gelijkmatiger verdeeld, je beweegt je met minder moeite voort en kunt meer van het lopen genieten. Door niet 'op twee' maar weer een beetje 'op vier' te lopen raak je meer met de aarde verbonden, dus ook met de hemel. Want de ervaring van de hemel gaat via de aarde, als je tenminste de christelijke orthodoxie even loslaat! Maar laat ik niet te grote sprongen maken. Toen ik veel pelgrims over de camino zag zwoegen was mijn associatie: vasthouden aan een traditie kan ook een last worden. Nieuwlichterij is dan wel geen goed op zich, maar zonder vernieuwing zou het nooit tot een 'homo erectus' gekomen zijn. Misschien is het achter je laten van voorouderlijke beelden over hoe het moet in het leven, wel een van de moeilijkste menselijke opgaven. Met onze stokken voelt onze gang ritmischer aan. Als je gewoon loopt, genereer je voortdurend evenwicht doordat je ene arm meegaat met je andere been. Door met stokken te lopen wordt de cadans, waarin je bij iedere pas valt, versterkt; wij voelden ons zwieriger lopen. Het natuurlijke wiegen van de heupen, dat door een eeuwenlange ontkenning van de eenheid van lijf en geest zo geleden heeft, leek, o wonder, zomaar terug te komen! Alsof wij terugkeerden tot onze oorspronkelijke staat! Zo moeten Adam en Eva ook gelopen hebben voordat zij het paradijs uit werden gejaagd. Lopen met twee stokken geeft een vrij gevoel, de doorstroming is vollediger. Het lymfesysteem wordt geactiveerd, niet alleen in je onderlijf, je liezen, maar ook in het bovenlichaam, in het bijzonder in de streek van schouders en oksels. Ook het middenrif gaat zich vrijer bewegen. Dat heeft een gunstige invloed op
het ademen; bij het inademen daalt het middenrif gemakkelijker en krijgen de lagere organen zoals lever, nieren, maag, pancreas en milt een vriendelijke massage die de doorbloeding verhoogt. Tegelijkertijd kan de lucht beter in de lage- Via Onze Voeten zijn
wij met Moeder
re delen van de longen stromen waardoor de balans tussen basen en zuren ver- Aarde verbonden en betert en de immuniteit toeneemt; bacteriën houden immers niet van zuurstof ontvangen wij hoar
levengevende helen-
en licht!]e bloed en dus ook jezelf en je bewustzijn worden minder zuur! de energie. Door bewust en liefdevol Wanneer het middenrif bij ontspannen uitademen weer stijgt, krijgen longen te lopen nemen wij en hart op hun beurt een massage. Ze voelen zich dankbaar en doen hun werk haar harmonie en vrede in ons op en met meer plezier. Doordat je ritmischer loopt en dieper gaat ademhalen, kun je je ook gemakkeact~'?"!'&O~ lijker ontspannen. Ontspanning is een wezenlijke voorwaarde om je in balans te Vader Hemel. voelen. Het lijkt erop dat door met stokken te lopen het hart ontlast wordt. Wanneer de bewegingen ritmischer worden, wordt je natuurlijke verbinding met het heelal ook intiemer en vanzelfsprekender. Ritme van lopen en ritme van ademhalen stemmen zich af op elkaar; zo (her)verbind je je met het oerritme van je bestaan. ]e voetzolen raken meer de grond, waardoor je de helende energie van de aarde beter ontvangt. Indien er een sterkere opstijgende aardeenergie (yin) in je lichaam wordt opgenomen, wordt ook de neerdalende hemelenergie (yang) met meer kracht opgewekt. In de Taoïstische traditie (een zeer oude traditie die een beroep doet op het zelfhelende vermogen van mensen, en daarmee aan de basis staat van de Chinese geneeskunde) zou je zeggen: hemel en aarde spelen op elkaar in en versterken elkaars werking! YIN EN YANG
Doordat de natuurlijke swing met de heupen groter wordt, neemt ook de spiraalbeweging van het heiligbeen toe. Dit 'sacrum' bestaat uit vijf botten die oorspronkelijk losjes met elkaar verbonden zijn; bij baby's is het nog heel soepel en open. Wanneer het sacrum gesloten is en minder beweeglijk, wordt de tred houterig en de doorstroming van de vitale energiestroom naar boven neemt af. De christelijke opvoeding heeft met haar leer over de erfzonde een diepe splitsing teweeggebracht tussen het mentale en het intuïtieve, tussen geest en lichaam. Door de spanningen binnen onze cultuur (en wie van ons heeft deze niet geïnternaliseerd?) neigen de vijf botten van het sacrum ertoe op elkaar te klonteren en worden de acht openingen ten dele geblokkeerd, met
als gevolg dat de doorstroming naar boven toe wordt belemmerd. Taoïsten noemen deze acht de 'onsterfelijke openingen' omdat zij de toegangspoorten zijn van de aarde-energie die omhoog stijgend zich met de hemelse energie kan vermengen. Als gevolg van onze 'westerse' wijze van rum lopen zijn wij minder geïntegreerd; de balans tussen yin (aarde) en yang (hemelenergie) wordt aangetast en de temperatuur neigt ertoe omhoog te gaan, in het bijzonder in hoger gelegen organen zoals hart en hersenen. Daarom luidt een oude Taoïstische zegswijze: 'je moet je hersenen niet koken en je hart niet verhitten'! Door met meer natuurlijke zwier te lopen, openen zowel de liezen als het sacrum zich en neemt de doorstroming van vitale energie toe. Waar komt het zalige gevoel van de wandelaar toch vandaan? De aarde-energie die de bron is van vitaliteit stroomt met meer kracht omhoog en gaat met meer gemak door de wervelkolom omhoog om zich in de kristalkamer (waarin de hersenklieren liggen) te vermengen met de hemelse energie, die binnenstroomt via de kroon en het derde oog. Als deze twee energieën zich goed vermengen voel je je meer in evenwicht en dus vrediger en gelukkiger! Geen wonder dat mensen zich goed voelen na een wandeling. Het bewuste lopen waarbij je de hele kosmos omarmt en met iedere voetstap de aarde, je moeder en geliefde, kust heeft een diep helend effect. Pelgrimeren is een helende bezigheid, niet alleen omdat je naar heilige plaatsen gaat maar omdat je stap een helend effect heeft op je hele wezen. Voetstappen heiligen niet alleen de pelgrim maar ook de grond waarop hij loopt. Datzelfde gebeurt overigens in de dans, die niet voor niets oorspronkelijk als een goddelijke kunst werd gezien; in de dans verenigt zich de energie van de aardegodinnen en die van de hemelse goden met elkaar. Door links (yin) en rechts (yang) af te wisselen komen de twee polen in evenwicht en ontstaat er harmonie! Dat is ook de basis van Tai Chi Chi Kung, de nu meer en meer ook in het Westen gepraktiseerde Taoïstische vorm van meditatie in beweging, waarin je je bewust met de energieën van hemel en aarde verbindt en continu van yin naar yang gaat en andersom. In oude tijden werd de dans in het bijzonder beoefend op heilige plaatsen, om die plaats te eren maar ook om de helende energie op te wekken. Goddelijk is het om te dansen, heerlijk is het om te wandelen; en nog veel heerlijker is het als de weg lang is, zoals die van een pelgrim. Arme goden die het onderweg zonder godinnen moeten doen; dan wordt het gauw erg heet daarboven. De verfrissende energie van de aarde is onontbeerlijk om de warmte in de bovenorganen te temperen. Warmte en koelte zijn beiden wezenlijk voor een gelukkig leven.
-
In het sacrum bevinden zich de 'acht onsterfelijke
door. volgens de Taoïstische traditie, de helende aardenergie omhoog stracamt.
u
SCHOKDEMPERS EN WASLIJNEN
Doordat je bij het vasthouden van de stokken je handen meer horizontaal houdt, hangen zij minder naar beneden; het bloed stroomt minder omlaag en je hebt minder last van dikke vingers. In het bijzonder bij het lopen in heuvels en bergen tonen zich de voordelen van het lopen met de telescopische stokken. Als je omhoog gaat, maak je de stokken korter. Je gewicht wordt veel beter verdeeld en je schouders en armenlhanden nemen een deel van het werk over; zo loop je lichter en worden je knieën minder belast. Dit geldt nog meer bij het dalen, waarbij de knieën het meest te verduren krijgen, vooral als je ouder wordt. De stokken fungeren als schokdempers en je krijgt iets van een steenbok! Klimmen is heerlijk maar het plezier ervan neemt met stokken aanzienlijk toe; het gaat gemakkelijker. Bij het stijgen zet je je voeten lichtelijk naar binnen, waardoor je effectiever kracht kunt zetten. Als je daalt, draai je je voeten juist wat naar buiten om recht overeind te blijven; of je leunt heel licht achterover zoals bij het skiën, waardoor je in balans blijft. Je stokken maak je langer naargelang de afdaling steiler is; zo wordt het afdalen een genot met alle oog voor schitterende vergezichten en de schoonheid van het landschap. De stokken waren ook nuttig in moeilijke omstandigheden: ze verhogen je tastvermogen en ze helpen je in balans te blijven. De voordelen ervan ervaar je speciaal bij glibberige passages en bij invallende duisternis; en natuurlijk bij het oversteken van beekjes en rivieren. Je houdt jezelf gemakkelijker in evenwicht, door met een stok steun te zoeken op de bodem of op een tak langszij in het water. Met behulp van de stokken hebben we elkaar ook wel eens op steile hellingen omhoog getrokken. De stokken zijn ook een uitkomst als je over prikkeldraad heen moet en daarbij verwondingen of kleerscheuren wilt vermijden. Ook bij het doorsteken van dicht struikgewas en in netelig terrein vol doornen zijn de stokken een hulp die je gebruikt om je een weg te banen en soms, in geval van nood, als een substituut voor een machete. Wij hebben helaas geen rovers of bandieten ontmoet op onze weg; ik schrijf 'helaas', want beproevingen horen toch bij een echte pelgrimstocht en het accumuleren van veel verdiensten. Voor zelfverdediging bij zo'n ontmoeting zijn er meer vreedzame en effectieve methoden, maar toch geven je stokken je dan een gevoel van bescherming, ook als je ze niet gebruikt. Wel hebben wij de stokken van tijd tot tijd gebruikt om honden op een afstand te houden. Ook hebben ze meermaals een vreedzame passage vergemakkelijkt, wanneer er kudden koeien of schapen waren die niet bij voorbaat overtuigd waren van onze goede bedoelingen of die niet gevoelig waren voor onze hoge energiefrequentie. Overigens waren de koeien en schapen als regel zeer vriendelijk; misschien omdat wij ook een beetje viervoeters geworden waren? Meermalen hebben wij onze stokken 's nachts aangewend als waslijn, terwijl we ze overdag gebruikten als een vizier om de richting te bepalen.
ENTHOUSIASME ONDERWEG
Dikwijls kregen wij grappige commentaren van mensen in dorpen waar wij doorheen trokken: 'Waar is de sneeuw', 'De Pyreneeën zijn nog ver' of 'Hebben jullie je ski's vergeten'. Altijd reageerden mensen goedgemutst, hoewel soms met grote verbazing. Ook kwamen wij vakantie vierende echtparen tegen die ons nieuwsgierig vroegen welke baat wij van de stokken hadden. Soms waren zij na onze verhalen zó enthousiast dat zij direct in een winkel in de buurt stokken wilden gaan zoeken. Wij voelden ons geroerd, als mensen zich getroost voelden door het idee dat ze zich met stokken weer gemakkelijker zouden kunnen bewegen. Na onze terugkeer hebben wij nog dikwijls met genoegen over de fijne ervaringen met onze stokken gesproken. Op één idee had mijn gezellin octrooi kunnen aanvragen: stokken met reflectoren. Als je 's avonds in het donker loopt is het verstandig om niet alleen op je kleding of rugzak maar ook op de stokken een reflector te hebben. je kunt ze wel los krijgen, maar dat blijft toch behelpen. Een negatief puntje van de stokken: op verharde wegen kan het ritmische tikken storend werken: weg stilte waarin het zo fijn lopen is. Met rubberdoppen die je bij aankoop erbij krijgt, is de lawaaioverlast snel verholpen. Daarom is onze eindconclusie kort en bondig. Wij kunnen ons niet voorstellen dat wij zonder stokken zouden lopen, indien wij de volgende keer het pelgrimspad weer betreden. DRONKENSCHAP
In dit verhaal ligt de nadruk op de praktische voordelen van stokken, maar het is goed om tot slot terug te gaan naar het wonder van het leven zelf en het eenvoudige lopen als pelgrim dat dit gevoel van wonder versterkt. Het lopen met stokken is niets anders dan het versterken van de natuurlijke magie die zich opdringt bij het lopen en die zich verdiept als je je op het pelgrimspad begeeft. Terugkijkend op het geschrevene, kan ik een glimlach niet onderdrukken; alles lijkt wel geschreven in een lichte staat van dronkenschap. Dat kan niet van de stokken komen! Het komt voort uit de herinnering aan de tocht en haar helende werking die nog steeds door mijn wezen heentrekt! Bij het opschrijven van deze reflecties komt er bovenal een sterk gevoel van dankbaarheid naar boven voor alles wat wij mochten beleven op ons pelgrimsavontuur. Die dankbaarheid is de grondhouding in het leven, die door het pelgrimeren gevoed en versterkt wordt. *Op aanvraag geeft de auteur workshops over pelgrimeren als spirituele praktijk: workshops als een gezamenlijk leerproces vanuit ervaringen en via beelden en verhalen, lichaamsoefeningen, meditaties en lichaarnsgebeden, gedichten, liederen/muziek en dans. Tel. 070-3451073, e-mail:
[email protected]
h
1
1
OUDE MANNEN OP HET PLEIN ze staan er vandaag gisteren en morgen delen in stilte verdriet en zorgen zelden neemt iemand het woord alles is al gezegd alles gehoord ze staan er vandaag gisteren en morgen zwijgend bij elkaar geborgen
St. Gervais-sur-Mare, 1998 Ria - Nijmegen
EEN EERSTE ASSEMBLEE GENERALETE VEZELAY
Vézelay (fato 's: Stephan van Meulebrouck)
In december 1999 werd de Association des Amis de Saint-jacques et d'Etudes compostellanes de la Voie de Vézelay opgericht. De Association stelt zich ten doel pelgrimages uit Vézelay naar Santiago de Compostela te bevorderen, paden te bewegwijzeren, te zorgen dat er voldoende overnachtingsmogelijkheden komen en bij te dragen in de studie van deze route in het bijzonder en van pelgrimages in het algemeen. De Association geeft inmiddels een uitstekend verzorgde routebeschrijving uit (zie de recensie op pagina 54 van het vorige nummer van de lacobsstaf). Op zaterdag 7 april 2001 vond de jaarvergadering van de Association plaats in een bijgebouw van het gemeentehuis te Vézelay. Mijn eigen belangstelling voor de Association is gestoeld op mijn voornemen om in 2002 de Via Lemovicensis (van Vézelay naar Santiago de Compostela) daadwerkelijk te gaan lopen. Hier volgt een verslag van die jaarvergadering. Volgens de Association is het belangrijkste probleem dat van het gebrek aan overnachtingsmogelijkheden. In de routebeschrijving is zelfs sprake van désertification, 'woestijnvorming' op dat gebied. De Association is dan ook vast van plan om met de gemeenten en departementen langs de route te overleggen over het aanleggen van gites en andere overnachtingsmogelijkheden. Optimisme en ambitie kan de Association niet worden ontzegd. Het budget voor het eerste jaar lag rond de FF 30.000. Het bestuur stelt nu voor het volgende jaar het tienvoudige voor! Dat heeft vooral te maken met een geplande nieuwe editie van de routebeschrijving, aangevuld met informatie over kunst en cultuur onderweg. Eén van de aanwezige leden stelt kritische vragen en zo te zien had het bestuur zich daar niet echt op voorbereid. Het helpt ook niet, dat de financiële stukken ter vergadering worden rondgedeeld en dat de penningmeester daarbij vergeet om het budget voor het volgende jaar ook direct uit te delen. Het valt bij eerste waarneming al op dat de aanzienlijke meerkosten gedekt zouden moeten worden uit donaties tot een bedrag van FF 200.000
terwijl er over die donaties nog geen enkele zekerheid geboden kan worden. Een wat bijzondere vorm van financiële planning, zou je kunnen denken. Uit het budget voor het eerste jaar is de vergaderruimte ingericht. Onderdeel van de faciliteiten is een telefoon, die overigens regelmatig rinkelt tijdens de vergadering. Onbekommerd communiceren de bestuursleden dan met hulpzoekende pelgrims. Vézelay is zo geworden tot het vluchtleidingscentrum, het Houston, van de Via Lemovicensis. In Nederland zou zo'n telefoonverbinding trouwens direct een naam krijgen. De pelgrifoon? Pelgrimeren is emotie, zo blijkt maar weer tijdens de Questions Diverses, de rondvraag, die trouwens halverwege de agenda is geplaatst. Voor enkele leden is aan de orde hoe je het pelgrimschap zuiver kunt houden. Men verzet zich tegen de 'vier-sterren-pelgrims'. Er is bij dit onderwerp ook een andere emotie herkenbaar, namelijk die van trots. Eén van de sprekers legitimeert zijn recht van spreken, omdat hij etappes liep van 65 km per dag. De definitie van de 'pure pelgrim' krijgt op deze manier iets van soberheid gekoppeld aan het vermogen lange afstanden te lopen. Het middagprogramma voorziet in een conferentie. Mevrouw Nicole Beriou, hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Lyon, spreekt over pelgrimages in de 13e eeuw. Ze maakt duidelijk dat pelgrimeren ook gezien kan worden als een oefe- w ning in solidariteit en naastenliefde. Eén van de doeler van de pelgrimage is volgens haar namelijk het scheppen van ontmoetingen. De pelgrimage is vooral een metafoor voor het leven, waarin je met ups en downs voortgaat. Uit de zaal wordt dit bevestigd: 'Le chemin c'est la vie'. Buiten bloeien op dat moment de appelbomen. Ik denk aan de kloosterregel van Benedictus die zegt dat je moet groeien waar je geplant bent: de 'stabilitas'. Trouw zijn aan een plek. Intrigerend, hoezeer zich binnen één kerk twee zo totaal verschillende visies konden ontwikkelen, zowel op het belang van pelgrimeren, als op blijven waar je bent. Mogelijk dat je wel moet pelgrimeren, om daarna pas goed te kunnen worden geplant. De tweede lezing is van de heer Cauches, hoogleraar te Leuven, die in 1997 zelf de Camino francés heeft gelopen. Hij wijst op een intrigerend aspect van pelgrimages, namelijk de deceptie van het aankomen. Als je aankomt is de reis over. De ratio van de pelgrimage eindigt daarmee. Hij is ook duidelijk over de vraag of je moet geloven, om te mogen pelgrimeren. Nodig is dat zeker niet, maar
Het naburige dorp
st.-père.
het helpt wel. Het gaat om de extra dimensies die je door je geloof kunt vinden in de pelgrimage. Maar, geen misverstand: 'A chacun son chemin!' Luisterend naar Cauches realiseer ik me, dat op de Camino het nieuws kennelijk vooral van oost naar west reist. Weinigen immers maken de tocht terug. Eén van de deelnemers op de jaarvergadering vertelt dat, toen hij dat wel deed, hij minstens twee maal per dag de raad kreeg de andere kant op te gaan. Wat zou dat éénrichtingsverkeer betekenen voor de etappeplaatsen onderweg en zeker voor het einddoel? Nieuws dat je eigenlijk alleen maar uit het oosten hoort en maar zelden uit het westen. Op die etappeplaatsen horen ze dus maar sporadisch hoe het is om ergens aan te komen. Ze horen voornamelijk iets over hoe het is om onderweg te zijn. Zou het nou nog culturele betekenis hebben, dat je vooral iets hebt met het vertrekken van pelgrims en niets met hun aankomen bij het uiteindelijke doel? Een hoogtepunt van de conferentiemiddag is het vertonen van een film gedraaid door Monseigneur Branthomme in 1950. Als priester had hij de Tweede Wereldoorlog meegemaakt in Duitse kampen. Na zijn terugkeer kreeg hij van zijn bisschop medewerking om de film te maken, vooral om op die manier het pelgrimeren nieuw leven in te blazen. De film wordt voorafgegaan door een interview met de Monseigneur, die inmiddels 90 jaar is, maar nog zo scherp als een naald. Het tijdsbeeld van de Frans-Spaanse grens en de beelden van de Camino zijn voor de ouderen een reis in de tijd. Je ziet slechts een enkele auto, transport gaat nog met paard en wagen; je ziet veel armoe op het Spaanse platteland. De wegen zijn niet geasfalteerd: stoffig en droog is het beeld dat overheerst. Al met al was het een mooie kennismaking met het fenomeen pelgrimage. Mij bekroop het gevoel dat het wel heel erg in de Europese gedachte past, dat ik nog nooit een vergadering van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob in Nederland bezocht en mijn eerste activiteit op dat gebied dus plaats vond in een ander land. Een curieuze metafoor: je gaat naar elders om te kunnen thuiskomen! *De auteur is bestuursadviseur. In 2002 openen hij en zijn vrouw een gite in Le Chernin, gelegen aan de Via Lemovicensis tussen Vézelay en Nevers.
DE IAKOBSSTAF LANGS DE MEETLAT GELEGD STEPHANVAN MEULEBROUCK
Delacobsstaf is niet alleen uw lijfblad, gespeld met een 'k' is het ook een eeuwenoud landmeetkundig instrument, voor het eerst beschreven door de Provençaals-joodse arts/astronoom Levi ben Gerson (1288-1344). Met dit instrument kon men hoeken meten tot op 4" nauwkeurig. Uit die hoeken werden ook afstanden en hoogten afgeleid. De werking is als volgt: een ca. 70 cm. lange houten vierkante liniaal is op elke zijde voorzien van een schaalverdeling. Haaks op die liniaal staan een of meerdere schuiflatten. De schuiflat wordt zodanig gehouden dat bijvoorbeeld langs de onderkant de horizon en langs de bovenkant een hemellichaam gezien kan worden. Vervolgens leest men op de liniaal de stand van de schuiflat af. Uit die stand is de hoogte van het hemellichaam af te leiden. Voor de etymologie dienen we de Bijbel open te slaan, want in Genesis 30:37 staat geschreven: 'Toen haalde Jakob verse takken van populieren, amandelbomen en platanen, en bracht er witte strepen op aan, door het wit van de takken bloot te leggen'. Die strepen zien we terug in de schaalverdeling op de centrale lat van het instrument. Tegenwoordig gebruiken landmeters en zeevaarders het veel nauwkeuriger sextant. De naam jakobsstaf is echter blijven voortleven in die van een soort statief, eveneens in gebruik bij landmeters.
Hoekmeting met de jokobsstof
HEILIGEN ONDERWEG: MARIA HERMAN VAN
DEN
BRINK
Maria wordt vereerd op vele plaatsen, in vele kerken. Het is geen nieuws; men behoeft maar de bekende publieksboeken over bedevaartplaatsen open te slaan om dit bevestigd te zien. Van de door Margry en Caspers in hun vaker genoemde driedelig werk' vermelde bedevaartplaatsen in Nederland heeft iets meer dan één kwart Onze Lieve Vrouw als cultusobject. En Europa biedt hetzelfde beeld. 'Alleen al Frankrijk heeft zo'n vijftienhonderd plaatsen die op de een of andere manier zijn gewijd aan de heilige Maagd'.* Een opvallend verschijnsel is de toenemende belangstelling voor Maria als een bijzondere vrouw (om het woord 'heilig' te vermijden) onder de protestanten, en niet alleen in feministische kring. Zo schreef de predikante van de Hervormde Kerk Fokkelien Oosterwijk een sympathiek boekje over Maria3,en zo schrijft in het protestantse liturgisch handboek de Kamper hoogleraar Niek Schuman: 'Des te meer reden is er naar mijn overtuiging voor de Reformatie om zich te bezinnen op de vraag of zij, om zo te zeggen, zich niet te veel heeft laten ontnemen. Dat geldt voor de gedachtenis van getuigen of heiligen als zodanig, het geldt zeker voor vormen van Maria-herdenking'.4 Maar wat is nu haar relatie tot de pelgrimage naar heilige oorden aan andere heiligen gewijd, zoals Santiago de Compostela aan Sint-Jacobus?Een ingang kan gevonden worden in de voorbede. Meer dan andere heiligen wordt zij aangeroepen; zij staat immers het dichtst bij de Vader en de Zoon. Zij is de Moeder Gods. Het is dan ook deze kwaliteit die haar doen zijn de beschermster van de pelgrimsweg. Eerder mocht ik in dit blad lovende woorden wijden aan het boek van Ulrich Wegner.5 Daarin staan twee illustraties ontleend aan manuscripten uit de 16e eeuw, nu in de Nationale Bibliotheek te Parijs, waarop ik hier de aandacht wil vestigen. We zien op de eerste (p. 87) Maria met het kind Jezus staand op een verhoging; van alle zijden komen mensen van allerlei slag naar haar toe ter aanbidding. Wegner schrijft in zijn toelichting: 'Door haar voorspraak wordt Maria, de moeder van de Verlosser, steeds weer beschouwd als de beschermster tegen alle gevaren onderweg. Ze wordt vereerd door mensen van alle standen - ook door pelgrims.' Op bladzijde 181 is paginagroot een zittende Maria met kind afgebeeld; ook hier verschillende stoeten van aanbidders: op de voorgrond een pelgrim. 'Voor Hermann Kunig von Vach, een servietenmonnik van de Mariaorde, staat ook tijdens zijn bedevaart naar Santiago de Moeder Gods centraal. Maria is de beschermster van de wegen geworden - ook van de Jacobsweg'. In de bespreking van het boek van Wegner noemde ik onder de aan de orde komende zaken ook de muziek. Zo schrijft de auteur uitvoerig over de liederen-
cyclus 'Cantigas de Santa Maria' van vorst Alfons X die in 1252 de troon van León en Castilië besteeg. 'Enkele cantigas hebben de beroemde genadebeelden van de Moeder Gods op de pelgrimsroute naar Santiago tot onderwerp. Zo vertelt een cantiga hoe de heilige Maria verdwaalde pelgrims, die in het donker bang waren voor rovers en wilde dieren en haar hulp inriepen, door een lichtschijnsel behouden naar het veilige Sahagun had geleid' (p. 140). De verleiding is groot uit het boek van Wegner te blijven citeren. Het bovenstaande is voldoende om te rechtvaardigen dat Maria is opgenomen onder 'de heiligen onderweg'. Noten P.]. Margry en C.M.A. Caspers (red.), 8edevaartplaatsen in Nederland. 3 dl. I. Noord- en MiddenNederland (Amsterdam en Hilversum 1997); 11. Noord-Brabant (Amsterdam en Hilversum 1998). 111. Limburg (Amsterdam en Hilversum 2000).
Ben Wasser, Pelgrimages. Bedevaartplaatsen van de Westerse christenheid (Nijmegen 1993) 9. Een dienstmaagd in verhoogde staat. Kanttekeningen bij het beeld van Maria (Zoetermeer 1993). Paul Oskamp en Niek Schuman (red.), De weg van de liturgie. Tradities, achtergronden. praktijk (Zoetermeer 1998) 148. Zie de recensie op p. 159-161 van nummer 48.
IACOBUS IN HET LAND JosÉW I E N K Bent u ook zo verbaasd geweest over de verscheidenheid van de diverse Jacobus-afbeeldingenin de laatstelacobsstaf? Dit was nog maar de oogst van een klein aantal leden dat op pad ging. Wat kan er niet allemaal aan de vergetelheid ontfutseld worden, als u met z'n allen op zoek gaat? Op onverwachte plaatsen komt u zijn afbeelding misschien wel tegen, wie weet! Een SintJacobsstraatin uw woonplaats b.v. kan al een aanwijzing zijn dat er vroeger toch minstens iets met onze Jacobus in verband heeft gestaan. Bent u zo gelukkig hem op het spoor te komen, stuur dan een foto naar de redactie. Deze houdt zich aanbevolen voor een 'pennenvrucht' (max. 300 woorden) over uw vondst; waar en hoe u het ontdekt hebt en van welk materiaal het is gemaakt etc. U hoeft er geen wetenschappelijke verhandeling van te maken! Dejacobsstaf en al zijn lezers zullen u er dankbaar voor zijn. Geef uw ogen de kost en laat uw fototoestel klikken! Stuur uw vondst op naar het redactieadres voor een nieuwe rubriek. Jacobusfans in heel Nederland: veel plezier en succes gewenst op uw zoektocht!
DE ZIN VAN TOEVAL STEPHAN VAN MEULEBROUCK Tijdens een autorit door Zuid-Frankrijk passeert Tieleke Huybers de Chapelle St.-Roche tussen Chanalleiles en St.-Alban, echter zonder er te stoppen. Later besluit ze rechtsomkeert te maken en zo komt ze toch nog in het kapelletje. Als ze in het gastenboek bladert valt haar oog op een tekening van twee Nederlandse pelgrims met een ezeltje. Tieleke besluit de tekening te fotograferen, want, zo zegt ze: 'Ik had 'm naar de redactie van delacobsstafwillen sturen met het idee dat, als jullie hem zouden plaatsen, het wellicht aardig zou kunnen zijn voor de maaksters. Vervolgens ben ik dat vergeten'. De pelgrims op de tekening zijn Larissa Olkhowsky en haar dochter Michèle. In nr. 49 van dit blad heeft u een verslag over dit duo kunnen lezen. Ze vertrekken in de zomer van 1999 vanuit Le Puy met als einddoel Santiago. De reis verloopt aanvankelijk voorspoedig, totdat Michèle, die al geruime tijd zwaar ziek is, echt niet meer verder kan. Enkele weken later overlijdt ze. Haar reis heeft ze in tekeningen vastgelegd. Eén daarvan staat bij het verslag afgedrukt. Wie schetst Tieleke's verbazing wanneer ze het verslag leest. Meteen wordt ze herinnerd aan haar foto van twee jaar eerder. 'Larissa's adres stond bij het verslag en ik heb haar inmiddels een afdruk gestuurd.' En wat blijkt: het i s de laatste tekening die Michèle ooit gemaakt heeft. 'Zo zie je maar', besluit Tieleke, 'toeval heeft langs de Camino vaak zin!'.
DE VIRTUELE PELGRIM
De belangstelling voor onze website groeit met de dag. Sinds de start op 6 december 1999 komen veelvuldig vragen binnen over praktische informatie. De laatste maanden is er bijvoorbeeld steeds meer belangstelling voor alternatieve pelgrimsroutes: vanaf Portugal, Italië, de Camino del Norte en routes via de Col de Somport (de GR 11). Uw webmaster heeft het een en ander uitgezocht. In deze aflevering van de Virtuele Pelgrim vinden u veel verwijzingen naar praktische informatie op het internet. Informatie over de route vanaf de Col de Somport: http://hejoly.demon.nl/pyr99lindex.html Een lange pagina boordevol informatie over de route vanaf de Col de Somport over de GR 11. Zeer volledige website met Duitse treinreisplanner. Ook zijn refugio's aangegeven. De site is in het Engels, maar dat moet weinig problemen opleveren. De homepage van Oege Koopmans over wandelen in Nederland en Europa: www.ics.ele.tue.nI~~okoopman~wandelen Deze homepage staat vol informatie over winkels, instanties en alles wat verder maar met wandelen te maken heeft. Goed voor de trainingstochten. Wandelliefhebbers komen ook aan hun trekken op wande1.pagina.d en www.prikpagina.nl. Deze pagina's behoeven geen nadere uitleg. In één woord goed. Een overzicht van wandeltijdschriften en archieven van diverse tijdschriften over wandelen vindt u op www.ics.ele.tue.nl/aokoopman/wandelen/
tijdschriften/tijdschriften.htmI Wandelen met de hond: h~izen.dds.nl/~peIgrims/ Homepage van Kathelijne, Arjen en hun Mechelse herder Jonas over hun tocht naar Santiago de Compostela. Is eigenlijk een digitale versie van hun boek Landlopers en bevat dus nogal wat tekst, wat het gebruikersgemak bepaald niet ten goede komt. Nog een minpuntje: de knop 'nieuwe reis' (het drietal is enkele maanden geleden vertrokken voor een reis, via Santiago en Rome, naar Jeruzalem!) zou moeten verbinden met de website www.globeloper.com, maar in plaats daarvan kwam ik aanvankelijk enkele malen uit bij de provider Vevida!? Dit euvel is inmiddels verholpen.
Internetcafé's in Spanje: www.cybercafe.com Op veler verzoek een link naar adressen van internetcafé's in Spanje. Op deze pagina kunt u per provincie bekijken waar ze zich bevinden. Selecteer eerst het werelddeel, dan het land en vervolgens de provincie en u vindt 175 internetcafé's. Handig voor als u onderweg uw e-mail wilt lezen. Vragen of reacties? Stuur ze naar
[email protected]
Uw reisverslag gebundeld in druk, print of op het web
G e s t r u c t u r e e r d in v o r m Vraag vrijblijvend informatie aan. Tel. (079)362 51 70 Fax (079)362 51 71 Mobiel (06)22 04 26 39 o f per e-mail:
[email protected] O f kijk o p www.visioned.nl
Visio d e n k e n in v o r m e q s t r u c t c i u i
VAN DE VOORZI-TTER Het zit er weer op. De jaarlijkse trek naar de Camino of Chemin de St.-jacques oflakobsweg. Een jaar zonder lopen is voor mij ondenkbaar geworden. Heeft u dat ook? De overweldigende behoefte om het leven een paar weken of maanden te vereenvoudigen door te lopen, te denken. De Engelsen noemen dat 'back to basics'. Alleen je basisbehoeften blijven overeind, bewegen, eten en slapen, waardoor je veel tijd hebt om na te denken, vrij te associëren, van de natuur te genieten en het weer te ondergaan. Natuurlijk blijft de behoefte aan kontakten met andere mensen en banale zaken zoals het verkrijgen van geld voor eten, drinken en slapen. Het grote loslaten van het 'normale' leven, vind ik heel bevrijdend. Net als vorig jaar werd ik dit jaar met touwtjes vastgebonden aan Nederland omdat mijn vader van 83 niet erg gezond is en af en toe het ziekenhuis in moet. De vraag om terug te keren ligt dan altijd voor de hand. Peter, mijn partner in lief en leed, merkt wel eens op als het erg hard regent onderweg: 'Als je nu terug moet naar Nederland voor je vader, zou ik dat niet erg vinden'. Gelukkig is het nog niet voorgekomen. Ik hoor regelmatig van pelgrims die wel hun tocht hebben moeten onderbreken in verband met ernstige ziekte of erger thuis. Het blijft een reële optie er vanuit gaande dat je je niet helemaal af wilt snijden van je familie en geliefden in Nederland. Van de mogelijkheid om een mobieltje mee te nemen heb ik nog geen gebruik gemaakt. Door zelf regelmatig te bellen heb ik het gevoel vrijer te zijn dan dat ik continu of op bepaalde vaste tijden bereikbaar zou moeten zijn. Zolang er nog genoeg telefooncellen onderweg zijn, werkt mijn systeem. Om een overnachtingplaats van te voren te boeken kan ik ook bellen. Mijn VISA-kaart was hiervoor wel erg handig. In jeugdherbergen kunnen ze ook vooruit bellen naar een volgende jeugdherberg of er plek is. Dit jaar was het dus Zwitserland, de]akobsweg/Chemin de St.-Jacques van Rorschach aan de Bodensee naar Lausanne aan het meer van Genève. Weer een heel andere sfeer dan in Frankrijk. Schoon, goed geregeld, gastvrije onderdakadressen, maar duur! Ik heb een reisverslag gemaakt, dat ik met plezier toestuur (eventueel per e-mail) aan mensen die belangstelling hebben. Katrina van den Berg Voorzitter Nederlands Genootschap van Sint Jacob
NAJAARSBIJEENKOMST Als u de najaarsbijeenkomst in Baarn t.g.v. het 3de lustrum wilt bijwonen, moet u zich opgeven via de adresdrager (het losse blad in de plastic enveloppe waarin ook delacobsstaf zit). U krijgt dus geen aparte uitnodiging! Het bestuur heeft deze keer voor deze aanpak gekozen omdat de porti per bijeenkomst erg hoog zijn. Door het gebruik van de adresdrager zijn bovendien meteen de juiste naam, adres en lidmaatschapsnummer bekend.
REGIO'S
REGIO AMSTERDAM Regio-ontmoetingsavond op vrijdag 12 oktober bij Madeleine Sweet, Sumatrakade 145 (op het lava-eiland). Jullie krijgen geen verdere uitnodiging. Leden uit Amsterdam en omgeving zijn van harte welkom. In verband met de koffie is het fijn als je je van tevoren opgeeft bij Madeleine (020 - 419 05 22), janna (020 - 699 61 73) of Paul (020 - 683 48 56). We hopen op een gezellige avond met vele (oude) bekenden!
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ ALKMAAR -ZATERDAG 37 MAART 2007 (DEEL 2): WEL EN WEE VAN PELGRIMS
De man van Marijke Spanjersberg uit Huisduinen vaart. Op een van zijn reizen had hij pelgrims gezien, op weg naar Santiago. Hij zei tot zijn vrouw: dat gaan we ook doen. En in 52 dagen fietsten ze van Huisduinen naar Santiago. Henk Vermunt, pastor in Amsterdam-Noord, had een sabbatsperiode van 3 maanden. Voor hem waren twee dingen duidelijk: ik loop alleen en ik loop van huis uit. Heel bijzonder was, dat hij een steentje van het graf van zijn ouders meenam om bij het Cruz de Ferro neer te leggen. Al voor hij vertrok boeide hem het gevoel van verbondenheid. Als je iets wilt, gaan mensen met je meeleven. Op zondag 27 februari 2000 is Henk vanuit zijn woonplaats Zaandam vertrokken naar Amsterdam, waar een prachtige afscheidsdienst plaats vond in de Stephanuskerk, waarna hij zijn tocht vervolgde via Echternach en Le Puy. In
Moissac is hij samen met de pastoor en een pater voorgegaan in de paaswake. Toen de kerkgangers hoorden dat hij vanuit Nederland te voet naar Santiago liep, applaudisseerden ze. Enigszins teleurgesteld zei de pater dat men dat voor hem nog nooit gedaan had. Dat de camino niet alleen maar mooie ervaringen oplevert, bleek uit het verhaal van Marijke Bestenbreur uit Tuitjenhorn. Haar eerste tocht had ze zeer positief ervaren. Haar tweede tocht verliep problematisch. Ze sprak van de hel van het zuiden. Eenmaal werd ze aangerand en een andere keer bedreigd door een Italiaanse 'pelgrim', die haar geld wilde hebben. De rechter stelde zich formeel op en de medepelgrims toonden zich niet solidair. Er is sinds de Middeleeuwen nog niet veel veranderd. Naarmate de 'pelgrimage' massaler wordt, neemt de criminaliteit toe. Boeven gebruiken vroomheid om te dealen en te roven. Bij de Somportpas heeft ze meegedaan aan een demonstratie tegen de vernietiging van de natuur. Maar dat niet alleen vrouwen aan seksuele intimidatie worden blootgesteld hoorden wij van jan Pijbes, die dat ondervond, op weg van Santiago naar Finisterre. Daarna vertelden enkele leden over hun plannen dit jaar de tocht naar Santiago te beginnen. De lunchpauze werd gebruikt om ervaringen en informatie uit te wisselen over de reis naar Santiago. 's Middags vertoonde Guus Terwijn dia's over de Ruta de la Plata, die hij met zijn vrouw Marianne heeft gelopen. Opvallend waren de dia's van de mooie tekeningen die hij onderweg gemaakt heeft.
PELGRIMSPAD VAN AMSTERDAM NAAR VISE VOLTOOID
In september 1998 begon een kleine groep enthousiaste leden uit onze regio aan de wandeling langs het Pelgrimspad van Amsterdam naar 's-Hertogenbosch. Eerst in eendaagse etappes op zaterdagen en later, toen de afstand terug naar de Bollenstreek te groot werd, in weekenden met 2- en 3daagse etappes. Op 15 april 2000 werd 's-Hertogenbosch bereikt waar we door leden van die regio hartelijk werden verwelkomd. Iedereen was het er over eens dat dit niet het einde mocht zijn maar dat we ook de rest van de route naar Visé in België wilden lopen. In september 2000 werd gestart met het tweede deel van het Pelgrimspad. Op dat moment bestond de groep uit een tiental vaste deelnemers, gecompleteerd in wisselende samenstelling tot ca. twintig personen. Het vinden van vol-
doende slaapgelegenheid voor zo'n grote groep was niet altijd eenvoudig. Gaandeweg de route had Nelia Musters zich echter ontpopt als een uitstekende organisator die steeds weer voor oplossingen zorgde. Van slaapplaatsen regelen in pensions en NIVON-huizen tot het samen met Carine van Soest verzorgen van een warme kop koffie ergens langs de route. In Vessem werden we hartelijk ontvangen in de]acobushoeve van broeder Fons. In maart moest door de MKZ-epidemie de route enigszins worden aangepast. Op zaterdag 19 mei 2001 begonnen we met z'n zestienen met schitterend weer aan de voorlaatste etappe door het prachtige Limburgse landschap van Schin op Geul naar Gronsveld en bereikten we op zondag 20 mei ons einddoel Visé in België. Daar werden we verwelkomd door onze voorzitter Cor van Tongeren en zijn echtgenote die alle deelnemers aan de tocht een blijvende herinnering aanboden in de vorm van een zelfgemaakte Jacobsschelp. 's Avonds onder het genot van een heerlijke aspergemaaltijd in Maastricht bedankte Truus namens de groep Gerard en Nelia voor hun goede zorgen en overhandigde hen een boekenbon. Aan een indrukwekkende tocht was hiermee een einde gekomen. Een tocht die ons veel gegeven heeft in de vorm van fijne kontakten en goede gesprekken. In deze periode overleden twee van onze medewandelaars wat ons diep geraakt heeft. We trotseerden kou en plensbuien, ploeterden door de modder met verwaaide paraplus, we liepen ons de blaren en soms ook fout. Maar er waren ook mooie wandeldagen door prachtige natuur, zon, erwtensoep bij Corrie, samen zingen, een kaartje leggen, en de smakelijke happen van de kookploegen. En of dit een definitief einde is? Er zijn al weer nieuwe plannen...!
REGIO ROTTERDAM De regiobijeenkomst gehouden op zaterdagmiddag 27 januari 2001 in het Humanitas Bergweg-gebouw is, mede gezien de reacties van de aanwezigen, prettig verlopen. Na binnenkomst koffielthee mét, vervolgens heette Aart de 52 aanwezigen hartelijk welkom (5 afmeldingen). Onze vorige regiocontactpersoon, Hans Timmermans (niet aanwezig) had een brief gestuurd die door Aart werd voorgelezen, waarna er een welgemeend applaus volgde voor zijn inzet. Hij is gebeld om aller dank over te brengen. Ed Boon hield een uiteenzetting over de landelijke website, het vele werk daaromheen en een oproep voor enthousiaste en capabele vrijwillige~medewerkers. GeÏnteresseerden kunnen e-mailen naar :
[email protected] De gehouden enquête was een goede aanzet voor de roep om leden die de te vormen wandel-, fiets- en jacobalia-groepjes willen vormenltrekken. Dat belooft
veel, ook wat betreft het vormen en leiden van een groepje verdiepinglspiritualiteit m.b.t. de Camino. Tijdens de pauze werd onder het genot van hapjes en drankjes druk met elkaar gesproken en ontvingen wij meer goede tips voor de diverse activiteiten. Voor de regiobijeenkomsten bleek de meeste belangstelling uit te gaan naar een lezing (een uur) en het praktisch pelgrimeren (idem). Bij een geanimeerde sfeer deden 3 fietspelgrims verslag van hun ervaringen en gaven meteen vele goede tips voor de (nieuwe) fietspelgrims (80%van de aanwezigen), variërend van zeer technisch tot het gebruik van uierzalf en... ALLES WAT JE THUIS LAAT IS M001 MEEGENOMEN!! Hierna werden er loop- en fietsgroepjes gevormd voor het uitwisselenIverstrekken van ervaringenlinformatie; praktisch pelgrimeren dus. De accommodatie en de samenwerking met het personeel aldaar is iedereen goed bevallen zodat we meteen gereserveerd hebben voor de volgende bijeenkomst, die gehouden zal worden op 29 september 2001. Tot slot werd er gezellig nagepraat in Bar lacobeo.
REGIO 'S-HERTOGENBOSCH De eerstvolgende bijeenkomst voor onze leden staat gepland op zondag 21 oktober 2001. Zet deze datum alvast in uw agenda! Traditiegetrouw viert de parochie op deze dag het Sint-Jacobsfeestdat vanwege de zomervakantie naar deze datum is verschoven. Het verdere programma van deze dag wordt vermeld in de persoonlijke uitnodiging.
REGIO LIMBURG Onze regio is geen eiland. Zoals u weet hebben we door Roermond en omgeving een deel van de historische pelgrimsweg naar Santiago de Compostela lopen. Deze weg heeft ook een beginpunt. Beter gezegd een tweetal beginpunten, n.l. in Groningen bij de Menkemaborg in Uithuizen en aan de Waddenzee bij de 'Zwarte Haan', het Friese Finisterra; het einde van de wereld. St.-Jacobiparochieoftewel St.-Jabik is ook een belangrijk vertrekpunt, niet ver van de 'Zwarte Haan'. Van beide punten uit loopt de bekende 'Sterrenweg' over Roermond verder naar het eindpunt Santiago de Compostela. Door deze verbindingsweg of liever wegen blijkt dat Limburg geen eiland is maar een doortrekgebied. Sinds de bewegwijzering in 1994 in onze regio tot stand kwam hebben
we contact met Friesland gekregen. Dit is de geschiedenis ingegaan als de 'Friese Connectie'. Op papier is dit leuk, maar wil het zin hebben dan moet er gepelgrimeerd worden. In augustus 2000 is dit dan ook daadwerkelijk gebeurd door een viertal dat vanuit Limburg naar Groningen en Friesland op de fiets is gaan trekken. Persoonlijke contacten zijn gelegd en er is geluisterd naar datgene wat daar te beleven is. Zwervend door pittoreske dorpjes, over kronkelende rivierdijken met mooie vergezichten uitkijkend naar verre horizonten is dit een geheel aparte belevenis geweest in eigen land. Om juist in ons eigen land een levendige pelgrimage over en weer te verkrijgen zijn dit soort tochten aan te raden. Landschappelijk onderling grote verschillen maar historisch en cultureel ook overeenkomsten. Denk maar aan het Gelderse gebied waar Roermond eens een belangrijk deel van uitmaakte. Onze regio wil ook fiets- en voettochten organiseren waarbij uw inbreng van belang is. Wel graag even vooraf melden. In juli 2000 is in Roermond de 'Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere' opgericht. Een kleine groep van geïnteresseerden rondom St.-Jacob die niet alleen de verering van deze heilige propageren maar ook zijn wonderlijke pelgrimsweg. Belangstellenden kunnen contact opnemen met de Proost Thom Kentgens (zie adres achterin dit blad). Gaat U naar Compostela? Voor een geloofsbrief en pelgrimspas kunt U contact opnemen met de regiocontactpersoon.
REGIO NIJMEGENIARNHEM ST-JACOBSDAGIN DE JACOBSKAPEL, 24 JUNI
Op 24 juni werd in de St.-Jacobskapelte Nijmegen de jaarlijkse St.-Jacobsdag gevierd. Zoals u weet is het de bedoeling deze jaarlijkse feestdag in juni (een maand te vroeg i.v.m. bemensing en vakanties) te combineren met een regiobijeenkomst. Bij de viering in de kapel waren ongeveer 35 mensen aanwezig, precies een volle kapel, geen slechte opkomst voor een dag met zulk mooi weer. Bij verhindering van de aangekondigde spreker hield Jeroen Gooskens een lezing over legenden en sagen rond de Jacobusverering.Omdat de Middeleeuwse vertelzolder op Papengas 4 een grondige renovatie ondergaat, werd uitgeweken naar het Oude Weeshuis, naast de kapel. Jeroen's lezing viel zeer in de smaak. Na de lezing was er een wandeling door de benedenstad van Nijmegen. Deze voerde langs diverse Jacobalia, o.a. de Jacobstoren in het Kronenburgerpark en het (vermoedelijke) St.-Jacobspoortje in de buurt van de Waalkade. Lof voor de organisatie van de praktische zaken, die voornamelijk werd verzorgd door de 'Vrienden van de St.-Jacobskapel.'
ACTIVITEITEN ST.-JACOBSKAPEL
De diensten elke Ze zondag in de maand, om 11.30 uur, gaan dit jaar voor het eerst ook in de zomermaanden door. Expositie van Jetty Antvelink: schilderes/fotografe. Schilderijen en fotografie. Wat zij precies gaat doen is nog niet bekend; voeten zijn dikwijls een onderwerp. Data: 6,7 / 13,14 / 20,21 oktober 2001. Expositie van Annet Teunissen: kunstenares/schilderes/pelgrim. Schilderijen. Zij wil zich laten inspireren door de kapel en de omgeving en werkt deze zomer daarom ook op locatie. Data: 10,11 / 17,18 1 24,25 1 november I 1,2 december 2001. Aansluitend op de diensten elke Ze zondag in de maand: bijeenkomst in de St.-Jacobskapelvoor pelgrims (bij voldoende belangstelling en vrijwilligers). WANDELING ARNHEM-SCHAARSBERGEN
Op zaterdag 10 november a.s. zal er een regiobijeenkomst/wandeling gehouden worden vanaf Arnhem. Voorlopig programma: 10:30 verzamelen bij de uitgang Sonsbeekzijde, aan de achterkant van het station. Koffie in het Sonsbeekpark. Rondwandeling door Warnsborn en Schaarsbergen, halverwege onderbroken bij het Pannekoekenhuiste Schaarsbergen. Koffie en pannenkoeken op eigen kosten. Leden van de regio ontvangen een uitnodiging voor deze bijeenkomst; leden van andere regio's zijn van harte welkom. Wilt u zich wel van tevoren opgeven bij de regiocontactpersoon? Zijn adres staat achterin dit nummer. Het adres van de Stichting 'Vrienden van de St.-Jacobskapel': Glashuis 6, 6511CR Nijmegen, 024-3600425.
REGIO GRONINGENIDRENTHE
l
Vanwege de beperkte ruimte die beschikbaar is gesteld, moesten de ingezonden verslagen van onze regioactiviteiten worden ingekort. Ademloos waren wij toen onze gastspreker bij de afsluiting van zijn lezing solo een gregoriaans Antiphonarium (keervers) zong uit het lectionarium Selwerd (1459-1488). Een warm applaus viel Evert Westra (79 jaar, oud-cantor-organist van de Nieuwe Kerk te Groningen en oud-docent aan de Chr. Pabo) ten deel. Vanaf 19.30 uur stond in onze refugio 'El Sotano Amisioso' de koffie, thee en versnaperingen klaar om 22 leden, die zich hadden opgegeven, te ontvangen op deze huiskamerbijeenkomst op vrijdag 27 april. Een bijzonder welkom voor de gastspreker die een lezing ging houden over een
reeds in 1594 afgebroken klooster onder de rook van de Stad, 'één uur gaans' zou men vroeger zeggen. Ten noorden van de Stad, in één der oudste cultuurlandschappen van Noordwest-Europa, in het Reitdieplandschap, hebben de monniken van Aduard in het begin van de 13e eeuw o.a. het SintCatharinaklooster gebouwd in wat nu de stadswijk Selwerd heet. Gelijktijdig moet het kasteel Selwerd (Siloë) zijn gebouwd. Zowel het klooster als het kasteel domineerden eeuwenlang de horizon aan de noordkant van de Stad. De meeste kloosters kozen hun nederzetting in de nabijheid van stromend water. Bronnen van inkomsten waren o.a. kalligrafie, vervaardigen van missalen e.d. De abten hadden vaak bemoeienissen met de zijlvesten (waterschappen). De bestaande boerderijen met de benamingen 'Groot klooster' en 'Klein klooster' alsmede de 'Kloosterdijk', herinneren ons nog aan het bestaan van het SintCatharinaklooster. De herinnering uit deze vervlogen tijd met zijn klooster, het religieuze leven, de middelen van bestaan e.d. is goed. Het Calvinisme heeft in onze kleine wereld (het Noorden) uiteindelijk het pleit gewonnen, ofschoon daarin ook een kentering gaande is. Het psalmengezang mag dan het gregoriaans wat hebben overstemd, het is echter wel te wensen dat onze huidige cultuur haar geheugen niet kwijtraakt, aldus eindigde Evert Westra zijn lezing. Na de pauze was er gelegenheid voor de pelgrimsparade om daarna traditiegetrouw in de huiskamer de avond voort te zetten met een hapje en een drankje, daartoe uitgenodigd door Marga en Fred. Het huis van de familie Bader is telkenmale een bijzonder gastvrij trefpunt van onschatbare waarde, wat ten zeerste op prijs wordt gesteld. Het was goed om elkaar aldaar weer te ontmoeten. Avé.
REGIO FRIESLAND MOND- EN KLAUWZEER EN HET BAR EN BERUCHTE STUK ELFSTEDENROUTE
Met deze karakteristieken is onze voorjaarswandeling op 5 mei j.1. te duiden. Zo moest de oorspronkelijk geplande route van het labikspaad tussen Oudebildtzijl en St.-Jacobiparochieworden aangepast omdat het lopen over de zeedijk de rampzalige veeziekte zou kunnen verspreiden. Zelfs op het Friese Finisterra, Zwarte Haan, mocht de dijk niet worden bestegen voor een blik over de zee. Maar de ware pelgrim is flexibel en heeft oog voor het schone dat valt waar te nemen vanaf de hoge Nieuwe Bildtdijk: rechts als een onderbroken lint de dijkhuisjes en links de uitgestrekte akkers waarover de wolkenschaduwen jagen van oost naar west. Met de wind in de rug en de zon in het gezicht was het gezellig wandelen voor de 17 deelnemers. Voor de ervaren elfstedenrijders op weg naar Bartlehiem is de blikvaart berucht
vanwege harde en koude tegenwind. Maar ook nu, tijdens de terugvaart naar Oudebildtzijl in een open boot, toonde de blikvaart zijn ware aard. De lucht betrok en een snerpende koude tegenwind geselde onze pelgrims. Dankzij de hete koffie en ander geestrijk vocht aan boord werd de kou bestreden met als bijwerking het zingen van een heel repertoire aan oud-Hollandse liedjes. De al met al enerverende dag werd besloten met een genoeglijke maaltijd in het Grauwe Paard. De externe invloeden van veeziekte en weer hebben de door Olga voorbereide wandeling en terugvaart niet kapot kunnen krijgen. Integendeel, de avonturen hebben een hechte band gesmeed. AANKONDIGING
Zoals u onder de AGENDA kunt lezen, is dit jaar onze najaarsbijeenkomst op zondagavond 28 oktober in Wolvega. Noteer het nu direct in uw agenda. Leden, die dit jaar Santiago de Compostela al of niet hebben bereikt, vinden deze avond in een 'noflike' sfeer één en al oor voor hun verhalen. Vooral voor onze aspirant-pelgrims is de bijeenkomst dé gelegenheid voor het opdoen van informatie en het al een beetje proeven aan de grote tocht.
AGENDA 22 september Regio Den Haag organiseert weer een wandeltocht van ca. 25 km. Ditmaal een regio-overschrijdende tocht. Een ieder is van harte welkom. Informatie en aanmelden bij: Coby Croïn 070 - 386 87 26, Cees Rooijackers 070 - 360 24 42 /
[email protected] of Judith & Ed Boon 079 - 361 20 12
[email protected] 29 september Regio GroningenlDrenthe organiseert een Zand-Camino.
12 oktober Regiobijeenkomst Amsterdam om 20.00 uur, Sumatrakade 145, Amsterdam.
13 oktober De regio Bollenstreek zal een bijeenkomst houden, evenals de regio Utrecht-ZuidIRivierengebied. 28 oktober De jaarlijkse najaarsbijeenkomst voor de regio Friesland om 19.00 uur in het Parochiehuis Lycklamaweg 12 te Wolvega (nabij het NS-Station).
3 november Najaarsvergadering te Baarn. 10 november Organiseert de regio Limburg een bijeenkomst in het katoenen dorp te Roermond. Informatie bij Thom Kentgens (0475) 35 00 22. 30 november Regio GroningenlDrenthe organiseert een huiskamerbijeenkomst in refugio El Sotano Amisioso.
De regio ArnhemlNijmegen organiseert diverse activiteiten, zie verslag betreffende regio.
VAN DE LEDENADMINISTRATIE We zijn bijna aangekomen in het vierde kwartaal van 2001. De penningmeester zet alle financiën om van gulden in euro. Begin december zal hij starten met het printen van de euro-acceptgiro voor de contributie 2002 en het aanmaken van de automatische incasso inzake de contributie 2002. In de jaarvergadering van 17 maart 2001 is de contributie per 1 januari 2002 vastgesteld op €17,50 voor een lid met delacobsstaf en €12.50 voor een inwonend lid zonder delacobsstaf. Zij die vrijwillig gekozen hebben voor incasso ontvangen een reductie van £1,00. Leden die hun lidmaatschap willen beëindigen, wordt verzocht om dit bijtijds (dus vóór 1 december a.s.) aan de ledenadministratie door te geven. Het bespaart tijd en geld, en het is volgens de afspraak met u.
BESTUURSVACATURE De penningmeester, Jan Hoffman, heeft te kennen gegeven zijn functie per 1 september te willen neerleggen. Globaal kunnen zijn werkzaamheden in de volgende trefwoorden worden samengevat: afhandelen van declaraties en betalingen in de financiële administratie, het maken van financiële overzichten, het maken van begrotingen en jaarrekeningen, en overleg met de kascontrolecommissie. Als u bereid bent enige jaren bestuurstaken in het algemeen, en deze taak in het bijzonder, te willen verrichten, wordt u vriendelijk verzocht dit kenbaar te maken aan Katrina van den Berg, voorzitter, telefoon 033 465 06 23, e-mail
[email protected], Frans Brons, bestuurssecretaris, telefoon 035 601 35 46. e-mail
[email protected], of Jan Hoffman, penningmeester, telefoon 0523 267 325, e-mail
[email protected] NB. De twee bestuursvacatures genoemd in de vorige jacobsstaf (nr. 50) zijn ook nog niet vervuld.
VACATURE REGIOCONTACTPERSOON De regiocontactpersoon van de regio ArnhemINijmegen heeft besloten zijn functie met ingang van het komend jaar neer te leggen. Zijn huidige werkzaamheden laten zich niet verenigen met wat hij voor een goede behartiging van deze functie nodig acht. Bij dezen worden leden van de regio verzocht te overwegen of zij deze functie op zich willen nemen, dan wel ondersteunen. Er staat een scala aan mogelijke activiteiten open in de regio. Dat zijn bijvoorbeeld het uitzetten van een regionale jacobusroute (Doetinchem-Venlo), het uitzetten van een Jacobuswandelroute door de stad Nijmegen, het op een regelmatiger basis dan nu organiseren van regiobijeenkomsten, het organiseren van themabijeenkomsten en andere regioactiviteiten, het uitbrengen van een nieuwsbrief voor de bijna 200 leden, contacten met het Genootschap, en het voortzetten en intensiveren van de samenwerking met de 'Vrienden van de St.-lacobskapel'. Het meest wenselijk lijkt een meerkoppige bemensing van de functie. Bij alle genoemde activiteiten is het nuttig dat men met meerderen kan overleggen over te nemen beslissingen en de verdeling van taken. Te denken valt ook aan het oprichten van meerdere initiatiefgroepen.
VACATURE BESTUUR Het bestuur is nog steeds op zoek naar leden voor enige bestuurlijke of uitvoerende taken. Als u wat tijd over hebt en uw enthousiasme voor het Genootschap aan anderen wilt overbrengen of omzetten in daadwerkelijke ondersteuning, dan bent u van harte welkom. Bel gerust met Frans Brons (035-6013546) of Katrina van den Berg (033-4650623) voor meer informatie.
ZOEKERTJES U Ik ben op zoek naar iemand die met chronische rugklachten toch de tocht heeft volbracht. Met name ben ik op zoek naar mensen met herniaklachten die geopereerd zijn geweest. Ik zou wel eens willen weten hoe zij het hebben aangepakt om het voor elkaar te krijgen om zowel de omgeving als de artsen/fysiotherapeuten te scharen achter hun besluit om naar Santiago te lopen. Ook weet ik nog niet precies hoe ik mij fysiek moet voorbereiden op de tocht (rekening houdend met de rug). Frank Vorstenbosch (43 jaar), Roald Dahllaan 38, 5629 MC Eindhoven, a 040-247 76 88, email:
[email protected] O Graag zou ik in contact komen met iemand die ook vanaf Visé een aantal weken wil lopen. Voorjaar enlof zomer 2002. Wie heeft er routes enlof kaarten ter overname? Riet Boerstra (58 jaar), De Leeuwstraat 78,2064 WH Spaarndam, a 023-537 97 96
O Wij wilden in 2002 naar Santiago lopen. Door voetproblemen heeft mijn wandelmaatje helaas moeten besluiten niet aan de tocht te beginnen. Ik (man 67 jaar) wil nu graag in contact komen met iemand of een groep die van plan is om in het voorjaar 2002 op weg te gaan naar Santiago. Rien van Harmelen, Kortenhoefsedijk 179, 7247 LV Kortenhoef, 035-656 70 70, e-mail: harmele 7 @freeler.nl O Ik, dhr. C. Aertsen, woonachtig in Tilburg, wil in aprillmei 2002 te voet naar Santiago de Compostela gaan. Wie heeft er gelegenheid om samen met mij te gaan. Ik ben 62jaar, heb ervaring met lopen. Ik wil minimaal vier maanden onderweg zijn. Route, overnachting enz. in overleg. Lijkt het u wat, bel of schrijf me: Kwendelhof 788 5044 EH Tilburg. a 073 - 468 57 65, e-mail:
[email protected] O Fietsmaatje(s) gezocht m/v voor een pelgrimstocht vanuit Nederland naar Santiago de Compostela. Ik wil starten omstreeks medio mei 2002. Als je ook plannen hebt en een tochtgenoot zoekt, of één erbij kunt hebben, kom ik graag metje in contact om te bezien of we gezamenlijk kunnen optrekken. Ik ben 62jaar, man, vutter en geoefend fietser/kampeerder. je kunt me bellen: a 072-509 78 7 7 of e-mail:
[email protected]
U Pelgrimsweekends in een prachtig geleden boerderij in Uffelte (Drenthe) op 20 + 27 oktober 2007 en 77 + 78 maart 2002 (aankomst b.v.k. vrijdagavond). Voor pelgrims en zij die op weg willen gaan: praktische informatie en alle gelegenheid om over je eigen gevoelens en de spirituele aspecten te praten. We wandelen een dag langs het ]labikspaad' en desgewenst op zondag in het prachtige natuurgebied rond de boerderij. Uitgebreide informatie: Y. Hontelé, p/a Dorpsstraat 76, 7975 AR Uffelte, 06-27 00 56 00, e-mail:
[email protected]
O Te koop: 3x gedragen (75 km) dames ~ e i n dbergschoenen. l Kleur bruin, maat 6 AB met Gore-Tex. Wegens plotseling opgekomen probkmen met de enkels is deze hoge bergschoen voor mij niet meer dejuiste keus. Als u interesse heeft maar niet om de hoek woont, kan ik ze meebrengen naar de najaarsvergadering in Baarn. Nieuwprijs f 269,; nu voor f 7 95,- + Gore-Tex spuitbus.judith Boon, Safarigeel 120, 2718 CN Zoetermeer, 079 - 361 20 12, e-mail:
[email protected] O Hallo, ik benloop van der Schoor (woonachtig in Wijchen, 52 jr, hbo-nivo) en ik heb het voornemen om op 13 mei 2002 vanuit St.-jean-Pied-defort te vertrekken naar Santiago de Compostela. Aankomstdatum 16 of 23 juni. Wie heeft zin om een deel of delen van de camino met mij op te lopen. /e mag mij bellen (.a 024-64238301, schrijven (Heilige Stoel 5701, 6601 TV Wijchen) of e-mailen (
[email protected]) O Herhaling noodkreet!!
Op onverklaarbare wijze is de lijst, waarop de nieuwe zangers van ons koor 'El Orfeón jacobeo' ingetekend hebben voor de muziekmap, verdwenen! Ik heb dagenlang lopen zoeken, of heeft iemand die lijst per ongeluk in zijn/ haar map gevonden en weet mijn adres niet? Dat is: Herman Stokmans,jachtlaan 259 F; 7372 GP Apeldoorn, .a 0553559209. Het erge is nl. ook dat die mappen van tevoren aan mij betaald zijn ad f 6.Graag een levensteken richting mijn persoon, dan kan het nog goed komen. De bladen heb ik al wel in veelvoud gekopieerd!
Adressen regiocontactpersonen Amsterdam (postc. 1100 t / m 1119 + 1160 t / m 1199 + i300 t / m 1399 + 1420 t / m 1439): janna Matthijsen, Geerdinkhof 35,1103 PP Amsterdam, a (020) 699 61 73 Paul Roosendaal, Borgerstraat 58,1053 PV Amsterdam, a (020) 683 48 56 Noord-Holland boven het Ij (postcode 1120 t / m 1159 + 1440 t / m 1999): Jan Louter, Dorpsstraat 65,1689 ER Zwaag, a (0229) 23 65 12 Bollenstreek/Rijnland (postcode 2000 t / m 2299 + 2300 t / m 2499): Cor van Tongeren, Rijnsburgerweg4/F4,2215 RA Voorhout, a (0252) 23 1147 Den Haag (postcode 2200 t / m 2299 + 2500 t / m 2799): Cees Rooijackers, Vondelstraat 136,2513 EX Den Haag, a (070) 360 24 42 Rotterdam (postcode 2800 t / m 3399): Susan van Gink, Gordelweg 26c, 3036 AB Rotterdam, a (OIO) 465 16 10 Aart Ligthart, Bermweg 264,2906 LH Capelle a/d IJssel,a (oio) 458 23 65 Midden-Nederland (postcode 1200 t / m 1299 + i400 t / m 1419 + 3600 t / m 3899): Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576,3607 DG Maarssenbroek, (0346) 56 9-133, e-mail:
[email protected]
Utrecht-ZuidjRivierengebied(postcode 3400 t / m 3599 + 3900 t / m 4299): Ianneke Mulder en Stephan van Meulebrouck, E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, a (030) 244 55 07, e-mail:
[email protected] Zuidwest-Nederland (postcode 4300 t / m 4799): Huub Willems, Thibautstraat i, 4364 BE Aagtekerke, a (0118) 58 21 51, e-mail:
[email protected] BredalTilburg (postcode 4800 t / m 5199): Theo Poell, Teilingen 33,4901 DA Oosterhout, a (0162) 43 14 46 's-Hertogenbosch (postcode 5200 t / m 5499): Anne en Pieter Bult, Sluiskeshoeven 67,5244 GR Rosmalen, a (073) 521 92 26 EindhovenlHelmond (postcode 5500 t / m 5799): Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57,5644 JB Eindhoven, a (040) 211 94 12 Theo van Pinxteren, Hutdijk 54,5583 XK Waalre, (040) 221 40 12 Limburg (postcode 5800 t / m 6499): Thom Kentgens, Ireneweg 7,6065 EC Montfort, (0475) 35 oo 22 Theo van der Linden, Graafschaploonstraat 12,6085 CA Horn, a (0475) 58 16 85 NijmegenlArnhem (postcode 6500 t / m 7099): Ted van Gaalen, Krekelstraat 19,6533 RB Nijmegen, a (024) 356 50 43 Oost-Nederland (postcode 7100 t / m 7799 + 8000 t / m 8299): Gé Westgeest, Ganzenmarkt 22,7631 EN Ootmarsum, (0541) 29 33 51 GroningenlDrenthe (postcode 7800 t / m 7999 + g300 t / m 9999): Thom Oosterhof, Mozartstraat 31,9722 EB Groningen, (050) 525 51 44 Friesland (postcode 8300 t / m 9299): Siep Zeinstra, Mr. P.J. Troelstraweg 42,8917 CN Leeuwarden, a (058) 212 g1 g8 e-mail:
[email protected]
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT IACOB