COLOFON
d~acobsstaf4z jaargang 11 -juni 1999 verschijnt viermaal per jaar ISSN 0923-11458 O Nederlands Genootschap van Sint Jacob BESTUUR mw.. K. van den Berg, voorzitter H. v,an Bemmel, bestuurs-secretaris mw.. H. Pouderoyen, secretaris binnenland J.van der Meulen, secretaris internationaal J. Hoffman, penningmeester/ledenadministratie G. vian Poppel, ledenservice mw.. M. Blokland LEDENSERVICE (uitsluitend schriftelijk) Inlichtingen over het genootschap, aanmelden als liid, insturen compostela's. Gerard van Poppel Botterwerf 2 2804 MK Gouda BESTUURS-SECRETARIAAT p/a Papelaan 67 2252 EE Voorschoten H (0171)561 29 17 SECRETARIAAT BINNENLAND p/a Fazantenkamp 576 3607 DG Maarssenbroek = (0346)569 133 SECRETARIAAT INTERNATIONAAL p/a Hagelweg 8 5801 HC Venray a (01478)584145
PENININGMEESTER-ADRESWIJZIGINGEN p/a Margriet 39 7772 NC Hardenberg a (01523)267325
Meningen en feiten, zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. REDACTIE Herman van den Brink Jeroen Gooskens Sjef van Hulten (voorzitter) Stephan van Meulebrouck ]OSMijland Herman Stokmans José Wienk REDACTIE-ADRES Margriet Blokland Baesjoustraat 19 2273 KG Voorburg a (070) 387 13 47 DRUK & GRAFISCHE VERZORGING Koopmans' drukkerij, Hoorn Ruud Conens (logo) AANWIIZINGEN VOOR INSTUREN KOPI] Bijdragen voor dejacobsstaf dienen bij voorkeur in Word op diskette (IBM-format 3,5" of 5,25") voorzien van een uitdraai gezonden te worden naar het redactieadres. Gelieve op A4 formaat met één brede marge te werken. Indien illustraties worden aangeleverd deze voorzien van onderschriften en voorkeurplaats in de marge aangeven met een met de foto corresponderend nummer. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren.
1
58 De nieuwe redactie stelt zich voor! 61 Wandelend langs de Via de la Plata jeroen Gooskens 69 lacobusboeken Hermans Stolmans/ Herman van den Brink 74 Bedevaartsoord voor fietsers Theo van der Linden 75 Van het net geplukt Stephan van Meulebrouck 77 Uit de buitenlandse bladen 79 Uit de Spaanse keuken 80 Genootschap van sint Jacob
Afbeelding omslag: Romeinse triomfboog in Capara (foto jeroen Cooskerts)
DE NIEUWE REDACTIE STELT ZICH VOOR! Deze nieuwe uitgave van delacobsstaf is samengesteld onder de verantwoordelijkheid van de nieuwe redactie. Margriet Blokland, bestuurslid van het Genootschap, heeft zich ingespannen om een nieuwe groep b i j elkaar te brengen. Onderstaand stelt de nieuwe redactie zich kort aan u voor. Herman van den Brink was - na een juridische opleiding - zeven jaar bestuursambtenaar, vier jaar universitair hoofddocent Romeins recht en vervolgens vijfentwintig jaar hoogleraar, eerst in de rechtsgeschiedenis en daarna in het staats- en bestuursrecht. Hij promoveerde in 1968 op een onderwerp uit de ontstaansgeschiedenis van Rome. In 1995 verscheen zijn vooralsnog laatste boek: Bijbels recht. Oefeningen in exegese (bij Kok in Kampen). Van den Brink studeert nu kunstgeschiedenis en theologie. Hij hoopt dit jaar een studie te voltooien over de bedevaart (een ook voor protestanten waardevol ritueel, vooral als rite de passage). Vandaar zijn lidmaatschap van het genootschap! Jeroen Gooskens is opgegroeid langs de oevers van de Dommel in een katholiek gezin. Was ruim tien jaar als augustijn in dienst van het Godsrijk, maar de huwelijksplannen van de jonge studentenpastor waren voor de hiërarchische kerk niet acceptabel en hij kwam op een zijspoor. Hij was twintig jaar als studentenpsycholoog en psychotherapeut werkzaam aan de universiteit van Nijmegen, maar zijn oren maakten ook daar vroegtijdig een einde aan. Sinds 1990 is hij huisman en schrijver; vele kilometers onderweg slepen hem van wandelaar tot pelgrim en enthousiast supporter van San lago. Sjef van Hulten is als onderwijskundige verbonden aan een lerarenopleiding in Tilburg. Nadat zijn zoon in 1993 in zijn eentje naar Santiago fietste, leende hij de fiets inclusief tassen etc. en fietste in 1995 met nog vier ander mannen naar de stad van de Heilige jacobus. Werd lid van het Genootschap en bood aan een actieve bijdrage te leveren aan het genootschap. Samen met zijn vrouw en nog drie andere echtparen fietsen zij de weg naar Santiago in drie étappes. Dit jaar gaat de tocht van Parijs naar de Pyreneeën en in het jaar 2000 hopen zij met achten Santiago te bereiken. Het pelgrimsvirus laat Stephan van Meulebrouck niet meer los sinds een bezoek aan Noord-Spanje in 1991. In 1995 resulteerde dat in een solotocht van Vézelay naar St.-jean-Pied-de-Port. Vorig jaar ging zijn grootste droom in vervulling: samen met zijn vriendin liep hij heen en terug naar Compostela. Van huis uit is hij historicus en dus ligt het een beetje voor de hand dat hij binnen de redactie het terrein Geschiedenis zal bestrijken. Daarnaast probeert hij in de gaten te houden wat er op Internet verschijnt over de pelgrimstocht naar Santiago. Zijn belangstelling gaat verder uit naar de minder vaak belopen routes (Via Turonensis, Camino del Norte etc.) en naar de gastronomie van en
langs de jacobswegen. Dat laatste komt er meestal op neer dat hij zichzelf regelmatig trakteert op een bord paella, voorafgegaan door een droge sherry, weggespoeld met Navarrese rosé en afgeblust met een glas armagnac. Als ]os Mijland iets over zichzelf moet vertellen in relatie tot de Jacobsstafroept dat herinneringen op aan de fietstocht naar Santiago, juist nu vijf jaar geleden. Hij werd 50 jaar en vond dat toen een mooi moment om naar Santiago te gaan. Daar bleef het niet bij. Steeds had hij een grote belangstelling voor pelgrimstochten in relatie met middeleeuwse geschiedenis en cultuur en vooral de bouwkunst. Vanuit deze inspiratie maakte hij ook fietstochten naar Ravenna, Rome en Assisi, met tien enthousiastelingen van Martinusparochies in Arnhem en Dommelen ging hij naar Tours (in verband met de viering van het 1600ste sterfjaar van Martinus) en naar Canterbury en al weer enkele jaren geleden naar de plaatsen in Thuringen waar Bach en Luther hebben gewoond en gewerkt. Op deze manier is het heel goed mogelijk sportief en cultureel bezig te zijn. Al enige jaren is hij actief als vrijwilliger op de Jacobushoeve in Vessem, waar hij vier keer per jaar samen met andere vrijwilligers een eigen boekje verzorgt. Als amateurorganist en beiaardier is hij ook met muziek bezig. Voldoende bagage om - naar hij hoopt - een zinnige bijdrage te geven aan de redactie van de Jacobsstaf. Op de voor- en najaarsvergaderingenvan het Genootschap kunt u Herrnan Stokrnans in levende lijve tegenkomen. Hij is dan altijd de zangleider van "El Orfeon jacobeo" (het Jacobskoor)en dat al zeven jaren achtereen. Dit jaar (in Putten) is daar een instrumentale groep bijgekomen. Al eerder is hij redactielid van 'de Staf' geweest en zorgde toen voor de verzending ervan. Ook heeft hij wat geschreven over pelgrimsliederen en deed hij verslag van enkele Duitse voettochten die hij als lid van het Duitse Genootschap van St. Iacob mocht meemaken. In de toekomst wil hij nog schrijven over muzikale onderwerpen met betrekking tot onze gemeenschappelijke voorloper en houdt hij contact met onze oosterburen. JoséWienk, 64 jaar oud, in het gelukkige bezit van man, 4 kinderen en 9 kleinkinderen, is onderwijzeres geweest en nu ruim 10 jaar lid van het Genootschap. Het "]acobusvirus" sloeg plotseling genadeloos toe, toen zij in contact kwam met iemand die ieder jaar in de vakantie lopend een deel van de route naar Santiago aflegde. Sindsdien is alles in een stroomversnelling gekomen. Zij ging samen met familie fietsen, vanaf Vézelay dwars door Frankrijk naar St. IeanPied-de-Port. Het jaar erop, 1991, met twee vrouwen van huis uit op de fiets met volle bepakking het grote avontuur tegemoet! Een reuze ervaring; Jacobus laat je niet meer los... Andere wegen, maar ook het nieuwe, trokken haar en haar vaste fietsmaatje aan, zodat zij de Via de la Plata vanaf Sevilla gefietst hebben in 1996, gevolgd door de oude Postweg vanaf Irún naar Álava door de Tunel de San Adrián in 1998. Dit jaar staat de Camino Alicantina, gecombineerd met de Camino Valenciana op haar lijstje. Wellicht te zijner tijd een verslag!
Margriet Blokland vervult de functie van redactiesecretaris en is de trait d'union met het bestuur van het genootschap. Ingrid Monnichmann is bureauredacteur en houdt zich bezig met de redactie (taalkundig) van de artikelen, het persklaar maken en contact onderhouden met de drukker. De nieuwe club moet nog wat aan elkaar wennen, maar de intentie is er om middels delacobsstaf de leden goed te informeren over pelgrimstochten naar Compostela vroeger en nu, om de betrokkenheid van de leden bij het genootschap te vergroten en de pluriformiteit van opvattingen en meningen binnen het Genootschap tot haar recht te laten komen. Veel dank is het genootschap verschuldigd aan de vertrekkende redactie die gedurende een reeks van jaren gezorgd heeft voor interessante en voortreffelijke uitgaven van de Iacobsstaf. WANDELMANTEL AMSTERDAM
Op 28 maart 1999 organiseerde het 'tijdschrift voor voettochten 'Op Lemen Voeten' een wandelmarkt in de Beurs van Berlage met als thema Pelgrimstochten. In nummer 2 van deze jaargang van dit tijdschrift wordt ook aandacht geschonken aan 'de weg naar Sint Jacobus'. De wandelmarkt (ook voor fietsers interessant) weerspiegelde wat ons genootschap bezig houdt en wat ook de redactie voor ogen staat (en wat Cees Hilberdink als verlanglijstje onder de titel De schelp en het azijn in het voorgaande nummer indiende). Er waren kramen met kaarten en boeken, met schoenen en andere uitrustingsstukken, met informatie over de natuur; er waren kramen waar wandelaars wandelaars informeerden, en verder veel, heel veel reis- en toeristenbureaus. Het zijn de trefwoorden voor de redactie: informatie op een breed terrein, de natuur daaronder begrepen, en egodocumenten voor zover die iets toevoegen aan wat anderen eerder schreven. Op de markt was er minder aandacht voor wat toch een belangrijk kenmerk was en is van pelgrimage: het religieuze element, in heden of verleden (al waren er informatiefolders met de titel 'Bedevaart - een gebed zonder end'). Ons blad zal aandacht blijven schenken aan historie en cultuur, zonder het religieuze aspect (spiritualiteit) te verwaarlozen. De redactie
WANDELEND LANGS DE VIA DE LA PLATA
Het vorige heilige jaar - 1993 - bracht de "ruta francesa" me vanuit het verre oosten naar San lago, ditmaal leidde de "ruta sanabria" me als afsluiting van de Via de la Plata uit meer zuidelijke richting naar het graf van de grote apostel. Tussen de onvermijdelijke Calicische buien door trok ik naar de rookwolken van het enorme wierookvat, onder welks vervaarlijke slingeringen een deinende massa pelgrims van allerlei snit en soort ongeremd zijn laatste "semana santa" viert van deze eeuw. De goede week is voor mij een waardige afsluiting van een hele goede maand. Want die tijd moet je als wandelaar wel uittrekken voor een ommetje van Sevilla naar Santiago: een kleine vijf weken over veelal verlaten en voor de meeste Nederlanders onbekend terrein, dat het volop waard is meer aandacht te krijgen. VIA DE LA PLATA, DE WEG VAN DE VIER 'C' S
Over de betekenis van "Via de la Plata" verschillen etymologen van inzicht, tussen vele vertalingen is "zilverroute" er maar één (en volgens onze deskundige Mireille Madou niet de beste, zie jacobsstaf 37). Een alternatieve Arabische versie houdt het op "Via de la Plaia", dat "weg der wegen" zou betekenen oftewel "de weg bij uitstek". Ook over de oorsprong van de weg blijft het twisten; oude veeroute, Romeinse weg of pelgrimsroute? Canada, calzada, camino, carretera: elke 'c' staat voor een andere periode en in elke tijd is de weg anders geplaveid, maar altijd en onbetwistbaar blijft de "Via de la Plata" in Spanje de oudste en belangrijkste verbindingsweg tussen noord en zuid. De oudste sporen zijn die van "cañadas reales", wegen die bij de jaarlijkse trek van de kuddes (de "transhumancia") van lagergelegen wintergebieden naar hogergelegen zomerhellingen (en andersom) een belangrijke rol speelden. Op die weg was de omgeving van Culebra (waar tegenwoordig de Portugese grens naar het westen buigt) een geduchte wolvenschuilplaats, die voedsel gaf aan menige mythe over de eeuwige strijd tussen mens en dier. In een project met de naam "2001" doen de Spaanse autoriteiten moeite om de ecologische waarde van deze oude cañadas - soms zo breed als een voetbalveld - te benadrukken en waar mogelijk in ere te herstellen.
De Romeinen legden hun calzada aan die bekend werd als "lter ab Emerita Asturicam", oftewel de weg van Mérida (Emerita Augusta, hoofdstad van Lusitania) naar Astorga (Asturica Augusta). Een andere benaming die wordt gebezigd is "El Itinerario de Antonino", Romeinse weg nummer 24 die vanuit Sevilla (Hispalis) en Santiponce (Italica) langs Mérida, Cáceres, Salamanca en Zamora naar Astorga leidde. Genoemde steden zijn nog maar een klein deel van de 16 oorspronkelijke halteplaatsen ("mansiones") langs deze Romeinse weg, waarvan een deel tot steden is uitgegroeid. Caparra (zie voorpagina) laat zien dat het soms ook anders liep: daar staat een Romeinse triomfboog verloren in de natuur en is van bebouwing in verre verten geen spoor te bekennen. In de loop der eeuwen speelde deze calzada een belangrijke rol: eerst bij de romanisering van Spanje vanuit het zuiden naar het noorden en andersom bij de transporten van zilver en goud vanuit de Maragatos naar Sevilla en over zee naar Rome. Later ook bij de muzelmanisering vanuit het zuiden naar het noorden (opmars van Almanzor) en de reconquista in tegenovergestelde richting. lager en prooi wisselen van rol en richting, maar de weg blijft dezelfde. Ook binnen de Santiagotraditie heeft de Via de la Plata als "camino mozárabe" (voor het adjectief zielacobsstaf 34,p.81) een lange geschiedenis. Een deel van het legioen trok op zijn weg uit het zuiden van Spanje naar Astorga, waar ze door de Puerta de la Muralla kathedraalwaarts gingen om zich daar te verenigen met het pelgrimsleger op de "ruta francesa". Anderen gingen ter hoogte van het oude klooster van Moreruela meer westwaarts en volgden de "ruta sanabria", die zich erop beroemt de alleroudste van alle pelgrimswegen naar Santiago te zijn. Er groeit een verhaal rond relikwieën van San lago die vanuit Merida naar Galicië zouden zijn overgebracht, er verrijzen heiligdommen en hospitalen, kerken en kloosters. Voor nadere details verwijs ik naar het stuk van Mireille Madou in Jacobsstaf1998, 37, pp 11-16. Overal langs de route wordt geschiedenis geschreven, of zoals de Spaanse schrijver José Blazquez het kernachtig uitdrukt: "Langs de Via de la Plata wordt Spanje geboren". Vorige eeuw tenslotte komt de "carretera" op de proppen, de verharde weg die in tijden van oorlog (Napoleon, burgeroorlog) en nu als N630, vitale verkeersader voor het moderne snel- en vrachtverkeer, een belangrijke rol speelde en speelt. Tijden mogen veranderen, oorlog mag verkeren in vrede, ten alle tijde doet de Via de la Plata volop mee. Hoe meer ik lees, hoe groter mijn verlangen om - met de woorden van Antonio Machado - "deze weg te mogen gaan in het spoor van vele voorgangers". Bovendien melden bronnen dat plaatselijke "Asociaciones del Camino de Santiago Via de la Plata" moeite zouden hebben gedaan om een route "weg van de snelweg" met gele pijlen aan te geven. Verder weinig informatie vooraf,
alleen een smaakmakend artikel in "Op lemen voeten" (1994-2); maar het Spaanse tijdschrift "Os caminos" waarheen voor nadere details verwezen wordt blijkt in Nederland nergens te vinden. Gelukkig krijg ik van Piet Louter cum suis A-viertjes met een routetekening in zwart-wit; ik ben hem er nog steeds dankbaar voor, het geeft voldoende houvast om de sprong te wagen.
PRINCIPALES WAS ROMANAS. 4
VIA DE LA PLATA: DE WANDELROUTE NADER BESCHOUWD
De afstand tussen Sevilla en Santiago is zo'n 1100 kilometer; je hebt er als wandelaar ruim een maand voor nodig. Als je iets wilt zien van de cultuur en voor onverwachte ontmoetingen tijd wilt inruimen, kun je beter zes weken reserveren en de precieze terugreisdatum open laten (dat is o.a. mogelijk bij busvervoer met Eurolines). In Sevilla krijg je net als in Roncesvalles in de kathedraal een credencial; in dat opzicht lijkt de ruta de la Plata op de ruta françesa, verder zijn het vooral de verschillen die opvallen. De zilverroute is bijna leeg en onbegaan, als wandelaar ben je nog een raar exemplaar dat soms bekijks trekt. Er is nog geen infrastructuur, refugio's zijn er bijna geen, wegaanduidingen zijn schaars, de afstanden tussen de dorpen vaak groot. Informatie is onbetrouwbaar omdat de Spanjaarden overvriendelijk zijn: als antwoord op je vragen vertellen ze wat ze denken dat je het liefste hoort. Dus is het volgende dorp nooit ver en kun je er altijd slapen, terwijl dat in werkelijkheid nogal eens blijkt tegen te vallen. Dat alles maakt de route tot een avontuur, maar het maakt haar ook zwaar; het is lange-afstand-wandelenin optima forma.
De klimaatverschillen zijn aanzienlijk: Andalusië is nog zuidelijk, het voorjaar met bloemen en uitbundig groen begint er al vroeg, schitterende valleien als El Berrocal en Arroyo Matteo lijken wel stukken Afrika. De gieren bij het leeggevreten kreng van een koe, schildpadden in koel helder water, hagedissen en slangen, een dode haan die in een boom hangt als voer voor de vossen, veel herten en nog meer vogels. Doorgang door deze gebieden moet je overigens wel tevoren regelen via politie of gemeentehuis, één telefoontje is daarvoor vaak voldoende. En zorg voor voldoende watervoorraad, zeker in de zomer; maar ook in april is het hier al zweten geblazen. Voorbij Zafra volgt Extremadura, met het Romeinse Merida, een overnachting in een zwakzinnigeninrichting bij "de slaven van Maria" (een religieuze congregatie) in Alcuescar, en de passage van studentenstad Cáceres als hoogtepunten. De tocht door Extremadura is, de naam ten spijt, niet extreem moeilijk; onafzienbare rijen keurig gesnoeide wijnranken wisselen af met ruige steppen ("estepas"), en eenmaal de Taag over gaat het omhoog naar de besneeuwde uitlopers van de Sierra de Gredos. Bij Bejar wordt het koud en nat, met nachtvorst en ochtenddauw. De dagmarsen zijn lang, meer dan veertig kilometer is meermalen een must en soms nog niet genoeg om een bed te vinden. De pastoor van Fuenterrobles is een unieke gastheer in een dorp aan het zuidelijke uiteinde van de Castiliaanse hoogvlakte. Een levendige veertiger die als een goede herder voor zijn schapen zorgt: de kleintjes leert hij lezen, hij gaat kamperen met de tieners en hij heeft zorg voor de oudjes. Dagelijks preekt hij in een kerk die hij samen met de mannen eigenhandig heeft verbouwd; in zijn pastorie houdt hij open huis voor iedereen die er met zorgen binnenvalt. Ook pelgrims zijn vanzelfsprekend welkom, want onze pastoor is een fan van Santiago en hij heeft anderen zichtbaar met dat virus aangestoken: het hele dorp hangt vol met roestige of houtgesneden voorstellingen van pelgrim Santiago. Persoonlijk timmert Don Blas voor mij een bed in elkaar, zijn ijskast mag ik plunderen en hij stookt de open haard op voor een gesprek over God en Spanje, pelgrims en vaganten, Santiago en Rome. Als besluit van de dag voert hij me mee in de ijskoude nacht voor een bezoek aan een middeleeuwse kerk aan de rand van het dorp, waar hij alvast een voorproefje van de paashymne ten gehore brengt: "Exsultet iam angelica chorus coelorum", "laat juichen heel het koor van Gods gemeente". Nee, Fuenterrobles mag geen pelgrim missen zonder zichzelf tekort te doen. Verder gaat de weg, die hier in april beter "Ruta de las Cigueñas" zou kunnen heten; elke hoge plek heeft z'n ooievaarsnest en elk paartje z'n jongen. Op de hoogvlakte zijn mensen spaarzaam, in de steden Salamanca en Zamora kruipen ze dicht tegen elkaar aan; daarbuiten is het een land van kluizenaars en verla-
tenheid, een land vol "ermitas y ruinas". Eindeloos als de zee, in het verre westen zie ik dagelijks de zon ondergaan. Pas een week later kom ik verwaaid bij het stuwmeer van de Esla; de Via de la Plata laat ik dan rechtdoor naar Astorga lopen, zelf sla ik linksaf om door de vallei van de Tera op zoek te gaan naar het Cantabrisch gebergte. De N525 is stil als een oude calzada, iets verderop is een verse autobaan aangelegd. Ik word wonderbaar genezen van mijn asfalthaat, op asfalt hoef ik als wandelaar niet op mijn voeten te letten en kan me vrijelijk wijden aan vergezichten en luchtspiegelingen. Ik geniet van de dame met de witte hoed, die elke vroege voorjaarspelgrim voorbij Zamora tegemoet loopt. Pas dagen later blijkt zij een naam te hebben die ik overigens binnen een uur weer vergeten ben; maar nooit zal ik haar schoonheid vergeten, de pracht van deze Cantabrische top die dagenlang mijn richtpunt was op mijn tocht naar het westen. Met Puebla laat ik de Castiliaanse hoogvlakte achter me en beland in het dal van Lubian in het land van twee meesters. Op de overgang van Castilië naar Galicië heeft de Grote Meester zich uitgeleefd in een schitterend berglandschap met kleurige hellingen vol gele brem en paarse heide; mensenhanden hebben het land met dynamiet en beton verminkt om er een autobaan doorheen te trekken. Ik geef toe, de auto's die er rijden gaan sneller vooruit dan voorheen, en op spitsuren rijden er soms zelfs twee auto's achter elkaar! Maar de prijs van de vooruitgang is hoog, zeker als je beseft hoe kort de afschrijvingstijd is: stukken N525 hebben nauwelijks dertig jaar dienst gedaan alvorens ze opgeblazen werden om plaats te maken voor opvolger A(utovia) 25.
S
Voorbij Padomelo is Galicië een waardig slotaccoord: het groene Spanje met water in overvloed. Pokken- en pestbuitjes wisselen af met striemende slagregens, maar ook met opklaringen en zon. Onderkoeld geraak ik in Ourense, waar heilzame warmwaterbronnen me op temperatuur brengen; een rustdag op Palmzondag in het schitterende Cisterciënzerkloostervan Oseira doet de rest. Hier heerst volmaakte stilte, elke dag opnieuw vrijwillig ingeklemd tussen metten en completen, het oude ritme van de vertrouwde getijden, vijftien mannen die als witte kaarsen opbranden ter ere Gods. Als pelgrim voel ik me nauw verwant met deze monniken: zij in de sonore stilte van hun klooster, ik in de bonte werveling van dagelijks andere landschappen en ontmoetingen, beiden zijn we op zoek naar hetzelfde geheim, op weg naar dezelfde God. Met moeite ga ik verder naar de kathedraal van Santiago, die me op die zoektocht met al zijn klatergoud en wierookgeur weer zoveel verder van huis zal brengen. Ik stort me in een Spaanse mierenhoop vol twee- en driedagspelgrims (honderd kilometer is de minimumeis voor een diploma "compostellana" en een volle aflaat), luidruchtige groepen met lange stokken die geen l a s t hebben van valse
bescheidenheid, sommigen van top tot teen middeleeuws uitgerust. Want het is heilig jaar en dat willen ze meemaken, de Spanjaarden. In het circus van processies en temidden van alle kermislawaai geniet ik als nuchtere Nederlander terzijde mee. WANDELAAR OF PELGRIM?
Dat slotaccoord brengt me bij een oud discussiepunt: is de Santiagoganger nu eigenlijk wandelaar of pelgrim? In mijn ogen een vals dilemma; het heilige is immers niet het andere daarboven, maar de verdieping van binnen. Niet om het eindpunt gaat het, maar om de weg. De God van gouden retabellen en gekazuifelde heren, Santiago als morendoder en de eeuwenoude santenkraam daaromheen, voor de pelgrim zijn het randverschijnselen, schitterende smuk die wel mag maar niet hoeft, toegift. Wat belangrijker is, is de ervaring onderweg: van dag tot dag afsterven aan de overdaad van haast en luxe, gestage terugkeer naar gepaste vertraging en een groeiende eerbied voor het geheim van onze wereld. Want het boek van de schepping kun je lezen zonder er ooit genoeg van te krijgen, omdat elke bladzijde opnieuw een wonder is van schoonheid. Als mens ga je je klein en dankbaar voelen, elke dag meer. Die ervaring hebben lange-afstand-wandelaars met elkaar gemeen, welke etiketten men er verder ook opplakt. Met mijn christelijke opvoeding noem ik het heilige God, ik loop onderweg naar Santiago vaak op het ritme van onze-vaders; een ander trekt naar Mekka en noemt hem Allah, of hij keert in tot Boeddha en op zijn tocht langs de Ganges bepaalt de mantra wellicht zijn pas. Voor weer een ander tenslotte blijft het bij wandelen en de ervaring van het naamloze geheim van een leven dat ons gegeven is. Maar immer en altijd is de wandelaar een mens die tot het besef komt dat hij slechts voorbijganger is in een wondere wereld, en op die tocht menigmaal met verwondering stilstaat. Om in te stemmen met de Spaanse dichter:
La fuerza que a m i me empuja la fuerza que a m i me atrae no se ni explicarla ni yo sole EI de arriba 10 sabe.
De kracht die me voortdrijft de kracht die me trekt, die ken ik zelf niet en kan ik niet uitleggen, alleen Hij daarboven weet het.
REISGIDSEN
Vooraf zocht ik weinig informatie: het onbeschreven blad is het meest ontvankelijk voor wat komen gaat. Wie toch enig houvast zoekt, verwijs ik naar de volgende drie gidsen: Camino de Santiago "Via de la Plata" por las distintas Asociaciones Amigos del Camino, 52 pp, autoedición "Paz y Bien", Santiponce. Dit Spaanse boekje beschrijft de Via de la Plata in 23 wandeletappes van Sevilla naar Astorga, met kilometerafstanden en globale kaartjes. Adressen om te overnachten enlof te eten staan vermeld, alsmede belangrijke telefoonnummers. De informatie is betrouwbaar, maar natuurlijk wel enigszins gedateerd (1997); helaas ontbreekt alle informatie over de "ruta sanabria". 1. Cerezo, La Ruta de la Plata, Camino Mozárabe de Santiago, 136 pp, ISBN 848216-031-1, SUA, Bilbao, 1996. Dit Spaanse boekje beschrijft Ruta de la Plata én de ruta sanabria van Sevilla naar Santiago in 15 etappes; een beschrijving voor automobilisten wordt steeds gevolgd door een versie voor fietsers en wandelaars. De schrijver is duidelijk merkbaar een fietser, vandaar ook de lengte van de etappes. Beschrijvingen, kaartjes en kilometerafstanden (inclusief hoogteverschillen) zijn oké, informatie over adressen is soms minder betrouwbaar en zeker voor wandelaars vaak onvoldoende. Via de la Plata, Gids voor de pelgrim, Nederlandstalige uitgave van het Vlaams Genootschap van Santiago, 154 pp, 1998.
Dit Nederlandstalige boekje beschrijft achtergronden van de Via de la Plata, en vervolgens de route naar Astorga etappegewijs; een tweede deel over de "ruta sanabria" is in voorbereiding. EEN PAAR TIPS VOOR WANDELAARS
Er heerst op een groot deel van de route een landklimaat; grote verschillen dus tussen zuid en noord, zomer en winter, dag en nacht. Eerste helft april uit Sevilla vertrekken lijkt ideaal, al wel volop bloemen en nog niet teveel hitte. Op de hoogvlakte kan het dan wel flink waaien en Galicië heeft altijd óók buien in petto; dus een warme trui en regenkleding zijn aan te bevelen, maar ook zonnebrandolie en een hoofddeksel. Uiteraard stevige wandelschoenen en de nodige wandelkleding; wandelkaarten zijn niet noodzakelijk, zeker niet als je een van bovengenoemde gidsjes hebt. Een Spaans woordenboekje is wel onrnisbaar, want Spaans i s wekenlang de enige voertaal; maar handen en voeten blijven ook altijd behulpzaam. Onderweg 21-11je meemaken wat de wandelaar vaak meemaakt: mensen die je ontmoet zijn aardig als je zelf aardig bent, een bescheiden gast in een land dat rijk is aan schoonheid maar vaak arm aan welvaart en comfort. Zoals gezegd: de dagafstanden zijn vaak groot omdat dorpen en onderkomens dun gezaaid zijn. De route is meestal goed aangegeven met gele pijlen, maar een kompas ter reserve is toch aan te bevelen (hoewel meestal de zon de richting wijst). Het landschap stelt de wandelaar zelden voor grote problemen, soms moeten riviertjes-zonder-brugen terreinen-met-hond (dehesa, cortijo, finca) worden overgestoken. Spanje is geen land om te kamperen (weinig gras, bijna geen campings), wel moet je slaapzak en matje meenemen. Als je geen onderdak kunt vinden, blijkt de gemeente (ayuntamiento) of de politie vaak je beste vriend; ook pastoors (curas) en burgemeesters (alcaldes) weten wel eens raad, ook wel eens niet. Als je nergens op rekent, valt het vaak mee. Winkeltjes zijn er in bijna alle dorpen, verhongeren zul je zeker niet; maar dorst is erger, zorg dus op lange etappes voor voldoende water. En dan maar lopen. Op weg, ultreia, steeds verder op weg.
4
Jan de jongh, Zomerstilte, Liturgie maken tussen Pinksteren en herfst. Een werk- en tekstboek. Uitgave Meinema, Zoetermeer, 1998, ISBN 90 211 3711 9, 200 blz., prijs f 34,SO. Zomerstilte is ontstaan uit de behoefte om tijdens de zomer op een andere manier de eredienst te kunnen laten doorgaan. Het boek bevat drie hoofddelen, ieder voor zes vieringen waarin zeer veel liturgisch en meditatief materiaal is verwerkt. Iedere viering start na een inleiding met een raamwerk voor een vast morgengebed, waarin bepaalde liederen en teksten zijn opgenomen. Een flink aantal bladzijden (23 -90) is gereserveerd voor het onderwerp pelgrimage, waar wij als rasechte Jacobusaanhangerswarm voor lopen (of fietsen). Dit boek is het laatste deel van vier werkboeken die alle de titel Liturgie maken ... hebben. Jande Jongh is van 1971 tot 1997 studentenpastor geweest aan de TU Twente en is zelf naar Santiago de Compostela gelopen. In hoofdstuk 4, Pelgrimage, is een gedicht van Jande Jongh over de Camino opgenomen (zie blz. 73 van dit nummer), waarin gezegd wordt dat 'Leven pelgrimeren is. De reis is een belangrijk beeld voor het zoeken naar en beleven van het heilige, zegt De jongh. In het Engelse woord 'holiday' en ons woord recreatie klinkt het religieuze nog mee (blz. 26). In de Bijbel is overal het motief van 'het onderweg zijn' aanwezig. Dit blijkt vooral uit de verhalen van het boek Exodus (= uittocht) en de Psalmen. Ook in het evangelie komen reisverhalen voor. jezus is steeds onderweg. In de Handelingen van de apostelen worden christenen niet aanhangers van een leer genoemd, maar 'die van de weg'. In het hoofdstuk dat handelt over 'pelgrimage als levensbeeld' wordt het klooster van Santo Domingo de Silos even buiten de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela genoemd. De Jongh spreekt daar over de ontroerende sculptuur van de reizigers naar Emmaus (elfde eeuw) met Jezus, die zich bij hen gevoegd heeft, te zien op de hoek van een kloostergang. Onder de kopjes 'Waarom gingen zij?' en 'Waarom gaan zij?' zegt de schrijver dat altijd een sterke behoefte aan ontmoeting met het heilige, met 'God', meespeelde of meespeelt. Daarnaast werd de pelgrimage soms als straf opgelegd aan misdadigers (nu ook nog wel). Tegenwoordig is de voet- enlof fietspelgrimage vaak een combinatie van sportiviteit en spiritualiteit; daarbij spelen kerken en kapellen een rol. Voor anderen is de ontmoeting met de mensen langs de weg het belangrijkste.
De Jongh onderscheidt in de pelgrimage drie fasen: 1. het afscheid, 2. de overgang naar een leven over de drempel met allerlei nieuwe sociale relaties en 3. het wedergeboren zijn, dat wil zeggen als een nieuw mens terugkomen in de samenleving. Dit noemt De Jongh 'scharniermomenten' die van grote betekenis kunnen zijn voor de verdere reis en het veranderingsproces. Naar aanleiding daarvan geeft hij diverse items aan, zoals: het vertrek, de weg, de lanschappen, de berg, kloosters, kapellen en hospitalen, het water en de aankomst. Vanuit die posities ontwikkelt De Jongh een zestal thema's voor vieringen enlof morgengebeden. Van hieruit komt dan eindelijk het onderwerp van dit werk- en tekstboek naar voren. Zomerstilte kan gebruikt worden als ondersteuning op pelgrimage en tijdens de vakantie voor een moment van bezinning en stilte.
VAN DEN BRINK HERMAN
Lee Hoinacki, El Camino. Waking to Santiago de Compostela (The Penn State Series in Lived Religious Experience l ) , Ze dr., Pennsylvania 1997, XII + 299 bladzijden (ISBN 0-271-01612-4), gebonden f 85,09. 'Meer van hetzelfde' is het gevaar dat de in druk verschenen verslagen van een voet- of fietstocht naar Santiago bedreigt. Voor de schrijver is het verslag belangrijk: de afsluiting van de tocht. Frans Frijns schreef in zijn Niet zomaar een weg. Overwegingen langs de Camino de Santiago (Brugge 1996): 'Te voet vroeg de tocht zes weken, op papier zes maanden. Hij zit er nu op. Hij zit er echt op. Ik weet ook dat ik hem geen tweede keer hoef te lopen. Hij is klaar.' Voor de lezer echter is het verslag (na het zoveelste boek) zelden interessant. Hilberdink noemde dit in de vorige aflevering 'non-informatie': er wordt aan de toegankelijke gegevens en impressies niets meer van wezenlijke waarde toegevoegd. Het vraagt dus rechtvaardiging om toch weer een verslag onder de aandacht van de lezers te brengen. De Amerikaan Lee Hoinacki, geboren in 1928, was hoogleraar in de politicologie, maar zijn opleiding was breder en omvatte ook onder meer filosofie en theologie. Een erudiet man deze oud-dominicaan. Laatstelijk doceerde hij in Duitsland en daar vatte hij het plan op naar Santiago te wandelen; hij startte op 4 mei 1993 te St. Jean Pied de Port om een maand later in Santiago de Compostela aan te komen: 32 dagreizen. Ook dit verslag bevat - bijna vanzelfsprekend - non-informatie. Ook hij schrijft over zijn behoefte aan een dagelijks kopje café con leche. Toch zijn de kleine dagelijkse zorgen ditmaal wel lezenswaard, vooral om het cultuurverschil dat uit het verslag spreekt: voor het eerst wordt kennisgemaakt met wijn in een kartonnen pak of met gepasteuriseerde
melk; het viel op: aparte winkels voor de bakker, de groenteboer, de slager, de kruidenier, al was er ook wel de vertrouwde supermarkt; ooievaars waren nog nooit gezien. Evenmin is het bijzonder als hij verhaalt dat de tocht niet zonder lichamelijke ongemakken verloopt. In het register (hij blijft academicus) kent het woord pain de meeste verwijzingen: Hoinacki ging nauwelijks ervaren op weg (zijn 'inlopen' duurde niet langer dan een week; hij liep op gekregen schoenen; zijn uitrusting was schamel) en ook de voorbereiding was te verwaarlozen: geen kennis van de route, een globale kaart (niet meer dan een lijstje van plaatsen die hij aan moest doen). Hoezeer pijn zijn voettocht begeleidde (maar niet overheerste) mag blijken uit een kort zinnetje als hij in Santiago is aangekomen: 'The pain is past, the thrills are over, the magic is finished'. Maar ik wijs op deze onbekommerde (en nauwelijks verantwoorde) wijze van op weg gaan omdat het mede de charme van het boek bepaalt: de dagelijkse dagboekaantekeningen zijn authentiek, dat wil zeggen: zij zijn niet beïnvloed door de lectuur van wat anderen ervoeren, zagen, dachten. Pas na terugkeer ging hij - als een geletterd man - zijn genoteerde ervaringen en gedachten (naar hij zegt niet of nauwelijks veranderd in het boek opgenomen) larderen met wat de boeken hem nadien leerden. Daardoor biedt het verslag enerzijds een boeiende vertelling van de voettocht over de camino francés, maar geeft het anderzijds veel historische en culturele informatie, in het verhaal verweven (en in vijftien bladzijden noten!). Ik stel het boek op één lijn met dat van Jeroen Gooskens, in het vorige nummer besproken, en met dat van Frans Frijns (hierboven genoemd en aangekondigd in de Jacobsstaf nr. 28). Het boek van Frijns is niet zozeer een reisverslag, maar 'eerder een meditatie over de Camino'. Ook Gooskens doet verslag van zijn monologue intérieur (Ted van Gaalen), maar biedt ook een gids voor toekomstige 'pelgrims'. Het aandeel van het beschouwende, historische en culturele commentaar is in het boek van Hoinacki omvangrijker en meer gevarieerd. De drie schrijvers hebben gemeen dat ze de tocht ondernemen als een rite de passage (Frijns zegt het met zoveel woorden: de tocht die twee levensfasen zowel scheidde als verbond; Gooskens is door zijn steeds slechtere gehoor afgekeurd; Hoinacki is net vijfenzestig geworden). Er is een gemeenschappelijke basis, ook gelegen in een religieuze achtergrond van de auteurs. Om de drie werken te karakteriseren koos ik een moment en monument op de Weg: de pleisterplaats Santo Domingo de la Calzada. Iedereen kent wel het verhaal van de knappe jongeman, met zijn ouders op pelgrimstocht naar Santiago, dat daar terplekke speelt. Zo niet, Annet van Wiechen schreef er over in de Jacobsstaf, nr. 26, onder de titel 'Vliegende kippeboutjes'. Wie het verhaal bij Frijns zoekt in het gedeelte tussen Nájera en Burgos, waar
de plaats toch geografisch gezocht moet worden, komt bedrogen uit: bladzijden over gestapelde stenen, maar niet over de kippen en de haan. Maar Santo Domingo wordt wel genoemd, steeds in een andere context: op p. 34 (als een groep toeristen zijn rust in de kerk verstoort), op p. 44 (als hij verhaalt van het ritueel van een biddende vrouw), op p. 49 (als hij aandacht schenkt aan bruggen), op p.108 (over het monument voor de heilige), op p. 137 (waar hij vermeldt de avondlijke trommeltocht, om pelgrims de weg te wijzen) en op p. 148 (als hij Villafranca al is gepasseerd) één zinnetje: "Zeker zo bekend is het verhaal van de haan en de kip, waarvan de nazaten levend en wel de kerk van Santo Domingo de la Calzada opsieren". Van een reis- of pelgrimsgids is dus geen sprake, maar wel van een spiritueel boek. Neen, dan Gooskens: het verhaal wordt - op de juiste plaats -verteld, met slechts dit commentaar: 'Hij, die de bloem van een ontluikende liefde in de knop heeft geknakt, gaat de geschiedenis in als toonbeeld van vroomheid. Recht of krom, daarover valt eeuwig te twisten'. Een goede gids voor pelgrims, die ook nog tot denken aanzet. Tenslotte Hoinacki. Hij is van de genoemde schrijvers het meest precies en het uitvoerigst: hij heeft ook de meeste bladzijden tot zijn beschikking. Ook hij vertelt het verhaal, maar dan komt de academicus weer om de hoek kijken: er zijn verschillende versies bekend. Zo verwijst hij naar Henri Ghéon, La Farce du pendu dépendu uit 1920. Zelf baseert hij zich op het verhaal zoals we dat bij Domenico Laffi vinden (over wiens 17e eeuws verslag geschreven is in de jacobsstaf nr 40). Maar waarom - zo vraagt Hoinacki zich af - is dit verhaal zo populair? Dan wordt de grote filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951) te hulp geroepen: er zijn verborgen lagen in het verhaal, die wij, geseculariseerde mensen uit de 2Oe eeuw, niet meer verstaan. Het boek van Hoinacki combineert een prettig geschreven reisverslag - zoals ook Gooskens dat biedt - met een uitgebreide historische en culturele annotatie, die toegankelijker is dan het (zeker niet terzijde te leggen) boek van Frijns. Kortom: drie aan te bevelen schrifturen voor wie op weg wil gaan naar Santiago de Compostela (of die de tocht in gedachten nog eens wil herhalen). Driemaal precies dezelfde wandeltocht, maar wat een verschil in beleving en in de verwoording daarvan! Conclusie?JudithVan Herik, de redacteur van de serie waarin het besproken boek verscheen, wijst er op dat sinds Edith en Victor Turner hun studie Image and Pilgrimage in Christian Culture (Columbia 1978; zie de Jacobsstaf nr. 32) publiceerden, er van uit de godsdienstwetenschap en de culturele antropologie heel wat geleerdheid is verschenen, maar dat het werk van Hoinacki daarin een bijzondere plaats inneemt. Dit wordt beaamd, al is het alleen al omdat het werk zo leesbaar is geschreven!
CAMINO
Leven is op weg zijn, bergen beklimmen, waden door rivieren, bloemen plukken bij maanlicht, dwalen door eenzaamheden en woestijnen, een kaars branden tegen de storm, oplopen met anderen of hen dragen, brood delen en vieren in de nacht. Leven is pelgrimeren, een tijdlang werken aan de weg, een brug bouwen over het water, rovers en duivels verjagen, waken en bidden met zieken, doden begraven bij de kapel. Maar nooit raken de pelgrims thuis: 'vreemdelingen vestigen niet. Wanneer zij eindelijk aankomen, weten ze wat ze vermoedden: De weg is het doel. JAN DEIONGH
BEDEVAARTSOORD VOOR FIETSERS, OFTEWEL DE REDDING VAN EEN OUD KERKE.
In het zuiden van Frankrijk, aan de rand van Les Lamdes, ligt de camping "Le Pin" bij het plaatsje St. Justin als een verademing. De Vlaamse campingbaas bakt echte friet voor je en geeft en passant een gouden tip. Op slechts 7 km ligt nl. een eigentijds Maria-heiligdom, dat te danken is aan de fiets fanaat Abbé Joseph Massie! Hij had dringend behoefte aan een onderdak voor al zijn verzamelde trofeeën van bekende Tour de France-rijders. Op 24 mei 40 jaar geleden geschiedde het "wonder"! Hij vond een verlaten preromaans kerkje uit de 11de eeuw, dat op zijn beurt weer gebouwd was op de fundamenten van een Romeins tempeltje. Het kon niet mooier, en maakte er een Maria-heiligdom van; tenslotte heette hij niet voor niets Joseph! Het is geworden tot hét Mekka voor fietsers: "Notre-Dame des Cyclistes" gestoffeerd met tal van spullen die aan de Groten der Tour de France toebehoorden! Bij het Mariabeeld leert de Abbé je bidden: "Notre-Dame protege ma route", hetgeen een fietser hard nodig heeft. Op een steenworp afstand ligt het "Musée de Vélo Luis Ocafia". De hele fietsgeschiedenis vanaf 1800 in een boerenschuur. Vanaf St. lustin D626 volgen naar Labastide-d'Armagnac - een bijzonder mooi stadje - na -t3 km komt u dan bij Notre Dame des Cyclistes.
VAN HET NET GEPLUKT STEPHANVAN MEULEBROUCK
.
In De Jacobsstaf34 (1997) publiceerde ik een artikel genaamd 'De digitale Jacobsweg'. Dit artikel behandelde de voor pelgrims relevante ontwikkelingen op Internet en één van de conclusies luidde dat er een Nederlandse Santiagowebsite (een 'pagina' op het Internet) moest komen met duidelijke verwijzingen ('hyperlinks') naar andere websites en in ieder geval het juiste contactadres van ons Genootschap. Inmiddels (en dat gold toen eigenlijk ook al) zijn er al verschillende Nederlandse sites gewijd aan de pelgrimage naar Compostela, maar het Genootschap bleef in dezen achter. Daarin komt nu dan eindelijk verandering. De 'Website-werkgroep', enkele maanden geleden opgericht, is druk doende een site voor het Genootschap te realiseren. Gestreefd wordt naar lancering deze zomer. De werkgroep bestaat uit Katrina van den Berg, Hanny Pouderoyen, Ed Boon, Ted van Gaalen en Stephan van Meulebrouck. DOEL(GR0EP) VAN DE WEBSITE
1
,
De site is in eerste instantie bedoeld om potentiële leden de weg te wijzen naar ons Genootschap. Soberheid in uitvoering en inhoud is het adagium. Besloten is om niet veel meer informatie te bieden dan die welke de nieuwe leden ook ontvangen. In een later stadium, als de reacties gepeild zijn, zal bekeken worden of de site uitgebreid moet worden. Tot die tijd geldt dus: geen toeters en bellen. Zo zal het de websurfer bijvoorbeeld niet mogelijk gemaakt worden om zich via e-mail, met één druk op de knop, aan te melden als lid. Technisch zou dit geen enkel probleem zijn, maar de praktische bezwaren zijn groot. Automatische incasso wordt er namelijk door belemmerd en impulsief reageren juist gestimuleerd. Belangstellendenzullen wél hun adresgegevens via de site aan de ledenadministratie kunnen doorgeven. De benodigde papieren krijgen ze vervolgens thuisgestuurd. Daarnaast zullen links gelegd worden naar andere interessante sites. Een kritische zoektocht moet een verzameling relevante hyperlinks opleveren. Die relevantie moet ruim opgevat worden: zo zal de gebruiker ook verwijzingen kunnen aantreffen naar informatie van de Spaanse en Franse spoorwegen. CONTINU PROCES
Met het lanceren van een website zijn we er echter nog niet. Een goede site moet onderhouden worden. Dat zulks lang niet altijd gebeurt, bewijst het nog steeds voorkomen van foutieve of verouderde contactadressen van ons Genootschap op enkele buitenlandse Santiago-sites. Via e-mail is de verantwoordelijken herhaaldelijk gewezen op deze lacune maar tot op heden zonder resultaat!
Het aanbieden van een goede website is dus een continu proces. Dat geldt ook voor het onderhouden van de verzameling hyperlinks. Internetadressen kunnen worden gewijzigd, sommige websites verdwijnen, nieuwe sites zien het licht en voor je het weet is je verzameling verouderd. Daarom zal de werkgroep regelmatig het Net verkennen op jacht naar nieuwe interessante sites en de bestaande links controleren. Hulp van buitenaf is daarbij van harte welkom, Iedere suggestie (via e-mail of anderszins aan de werkgroep doorgegeven) zal serieus worden bekeken, eventueel gevolgd door een vermelding in de website. VOOR U GESPOT
In mijn artikel eindigde ik met de opmerking dat het aantal Santiago-websites meeviel: het waren er "( ...) hooguit enkele tientallen". Dat was twee jaar geleden. Sindsdien is het aantal sites fors toegenomen. Om de lezer op de hoogte te houden van het aanbod zal Delacobsstaf voortaan een korte bespreking opnemen van enkele sites. Ook hier geldt: suggesties zijn welkom! Sinds kort hebben onze zuiderburen hun eigen website. Korte, heldere informatie over de activiteiten van het Vlaams genootschap en contactadressen zijn te vinden via http://users.skynet.be/Compostelagenootschap/linksl.htm. De site bevat ook links naar het Engelse en het Waalse genootschap. Van de Nederlandse sites is 'Herman's Way' (http://utopia. knoware.nl/users/ schippie/index.html) nog steeds één van mijn favorieten. Beschreven wordt een voettocht van Vézelay naar Santiago. Hier is iemand aan het werk geweest die weet hoe een goede website er uit moet zien. Het relaas is verlucht met aardige foto's en de opmaak is sober doch doeltreffend. Te lezen zijn ook enkele reacties van andere internet-gebruikers.Jammer alleen dat die reacties niet meer worden bijgehouden. Kunstminnenden komen aan hun trekken op http://members.aol.com/ detchmendy/ruepage.html, waar ze een kleine verzameling uitstekende foto's in zwartlwit aantreffen over architectuur langs de route. De meeste Santiago-sites beperken zich tot de Camino francés. Daarin begint langzaam verandering te komen, getuige bijvoorbeeld http://ourworld. compuserve.com/homepages/jmbrunwaar de nadruk ligt op de jacobswegen in Frankrijk. Behalve praktische informatie over afstanden, refugio's etc. bevat deze site ook een lange lijst met adressen van Franse (lokale en regionale) genootschappen en, heel handig, de mogelijkheid om on-line gidsen en boeken te bestellen. Een voorbeeld van hoe het niet moet is te vinden op http://www.geocities.com/Yosemite/Trai/s/1821/santiago.htm. De site beschrijft een fietstocht van enkele Spaanse vrienden van Ribadeo naar Santiago over de Camino del Norte. De tekst is veel te summier, ontstijgt het
*
'en toen ... en toen...'-gehalte nauwelijks en de foto's zijn nietszeggend: fietsers blikken de camera in bij vertrek, fietsers blikken de camera in ergens onderweg, fietsers blikken de camera in bij aankomst, en ga zo maar door. Ik noem deze site hier eigenlijk alleen maar omdat de Camino del Norte elders nauwelijks besproken wordt. Zeer de moeite waard is de site 'Via Europaea' die, naast een grote hoeveelheid links naar andere goede sites, ook de mogelijkheid biedt om te chatten (zeg maar babbelen via Internet) en vragen te stellen. Babbel dus mee via http://surf tolvia-europaea. Aangenaam verrast was ik tenslotte met de ontdekking van een Finse site, boordevol nuttige tips voor de beginnende pelgrim. Altijd al willen weten hoe het nu zit met de Spaanse openingstijden, of het kraanwater beneden de Pyreneeën drinkbaar is en of je als vrouw nu wel of niet veilig alleen kunt reizen? Surf naar http://www.helsinki. fi/-alahelma/santiago. html en het antwoord zal u snel duidelijk worden! Tips of suggesties? Stuur ze naar svmeulebroucl<@yahoo.comof naar het redactieadres.
UIT DE BUITENLANDSE BLADEN AANSLAG OP CRUZ DE FERRO
B
Het Cruz de Ferro, een van de bekendste en veelal ook het meest emotionele symbool van de Camino, is afgelopen zomer het doelwit van een serie vernielingen geworden. Dit vandalisme wordt door iedereen, maar vooral door de mensen uit de Bierzo en Maragateria, met ongeloof en verontwaardiging bekeken. De totale aanblik van deze eeuwenoude plaats was door de in stukken gezaagde houten paal geheel veranderd. Het Cruz de Ferro is van oorsprong de plek, die voor zowel de Camino als voor Galicië, een zeer diepgewortelde traditie kent. Op dit punt gooiden namelijk de seizoenwerkers uit Galicië die 's zomers naar Castilië trokken om daar te maaien, een steen uit hun geboortestreek. Door de eeuwen heen passeerden ook de pelgrims op weg naar Santiago deze plek en zij namen de traditie over en wierpen op hun beurt een, gewoonlijk uit eigen land meegebrachte, steen. Het Cruz de Ferro bestaat uit een lange houten staak, bekroond door een ijzeren kruis dat zich verheft hoog boven een enorme berg stenen en steentjes en zo van verre te zien is. Dit eeuwenlang stenen gooien heeft geleid tot deze
hoge berg kiezels en is zo geworden tot een van de bekendste monumenten van de Camino. In de nacht van 23 op 24 juli jl. ontdekte een groep pelgrims dat de staak neergehaald was. Zij deden aangifte van dit feit. De groep zette alles weer op zijn plaats, zodat het kruis weer over de heuvels uit keek, en zorgde er zo voor dat de gebruikelijke bedevaart op de dag van Santiago normaal kon doorgaan. Doch drie dagen later hadden onverlaten de staak in twee stukken gezaagd. Alles werd weer terug gezet. Echter in de nacht van 4 augustus ontwaakte Foncebadón voor de derde maal zonder Cruz de Ferro. Het gaat er op lijken dat er meer bewaking zou moeten komen, maar dat is onmogelijk. Je kunt achter ieder monument op de Camino geen agent zetten! Te meer daar de Camino in het teken staat van vrede en verbroedering. VERSTEENDE PELGRIMS IN MANSILLA DE LAS MULAS
Deze geheel omwalde stad, vlak na de Meseta, heeft bij een van zijn poorten een monument geplaatst. Niet zomaar een monument, maar één ter ere van de pelgrims! Het gemeentebestuur koos voor een uitbeelding die als een wezenlijke herkenning van de Camino moest dienen: pelgrims natuurlijk! "Wat zou de Camino zijn zonder deze stugge doorzetters? Zij zijn het immers die liepen en lopen door zijn poorten met duizenden en nog eens duizenden", zullen de ambtenaren gedacht hebben. Het monument is een modern kruis, aan wiens voet een drietal jongeren zit. Ze lijken net echt. De een rust wat, de ander peinst (hoe lang de weg mogelijk zal zijn) en de derde zit wat te rommelen in zijn rugzak. Deze historische stad aan de rio Esla met zijn zeven kerken, twee kloosters en zijn vier poorten heeft zodoende een nieuw element aan de Camino toegevoegd! Daar de foto uit de Peregrino niet af te drukken bleek, houden we ons aanbevolen voor een goede foto! Uit: Peregrino 60.
UIT DE SPAANSE I<EUI<EN
De bijzondere smaak van deze taart wordt verkregen dankzij een flinke scheut sherry en olijfolie! NODIG:
250 gram zelfrijzend bakmeel 100 gram suiker geraspte schil van 1 citroen sap van 1 citroen 400 gram appels, geschild, van klokhuizen ontdaan en in stukjes gesneden 1 flinke theelepel kaneel 2 losgeklopte eieren 1 dl olijfolie 4 eetlepels sherry taartvorm (ca. 20 cm doorsnee)
mengsel en schep alles in de taartvorm. Bak de taart in ca. 45 minuten.
VAN DE VOORZITTER! EEN NIEUWE REDACTIE, EEN NIEUWE STAF!
Velen van jullie waren vol lof over de Staf tot nu toe. De artikelen van Mireille Madou werden zorgvuldig gelezen en vaak bewaard, het hele blad zag er erg verzorgd uit. Toen ik bij het laatste lustrum van het Genootschap in Amersfoort, me baserend op een gehouden enquête over de inhoud van de Staf, zei dat de Staf op dezelfde manier door zou gaan, was er alleen maar applaus. Dat was dus de situatie in 1996. Sindsdien kwamen er wat kritische opmerkingen over het functioneren van de redactie. Als bestuur hebben we daar kennis van genomen en in de meeste gevallen gewezen op redactionele vrijheid. Het is nu eenmaal zo dat, als je moet selecteren wat er wel of niet in een blad verschijnt, er altijd mensen zijn, die niet blij zijn met de genomen beslissing. Nu is het dan zo ver. Hier ligt de eerste Jacobsstaf met de nieuwe redactie. Sinds het bericht van Peter Jas dat de redactie na het voorjaarsnummer er mee zou stoppen, heeft het bestuur bij name van Margriet Blokland zich gericht op het vinden van een nieuwe redactie en van het verzekeren van de voortgang van de kwaliteit van de Jacobsstaf. Het eerste is gelukt; er is een nieuwe club enthousiaste mensen (die zich zelf in dit blad aan u voor zal stellen) die de moeilijke taak heeft om ook het tweede waar te maken. Iedereen is overtuigd dat de kwaliteit van voorgaande nummers gehaald kan worden maar dat het mogelijk even duurt voordat iedereen goed op elkaar ingespeeld is, een continuïteit van degelijke schrijvers gevonden is en de advertentieregelingen helder zijn. Ik kan ze alleen maar het allerbeste toewensen en de steun van het bestuur garanderen. U als lezer zou ik willen vragen de nieuwe redactie te willen steunen en desnoods de kinderziektes voor lief te willen nemen. Als deze Staf verschijnt, heb ik mijn jaarlijkse Chemin de St. Jacques-vakantieer op zitten en staat de Feestdag in Galder ter gelegenheid van 25 juli, de naamdag van Jacobus, voor de deur. Na de route van Arles naar de Pyreneeën in twee etappes, nu lopen mijn vriend Peter en ik de route van Le Puy tot Cahors. Ik ga met de (auto) slaaptrein naar Nimes, pak een sneltrein en ga via Brioude naar Le Puy. Dezelfde slaaptrein brengt me dan weer terug vanaf Cahors. Allerlei mensen geven me tips over gites d'étapes en mooie of modderige stukken. Ik heb wat literatuurstudie gedaan bij Herman van Hilst en de Topoguide GR 65 (de Nederlandse vertaling van Topo Aktief ook maar even geraadpleegd) en genoten van alle informatie over deze route op Internet. Hopelijk zijn er op deze route meer verwijzingen
naar Jacobus dan op de route vanaf ~rles,-hoewel de Middeleeuwse pracht in St.-Guilhem-Ie-Désert en verschillende gites d'étape in de Gers me nog duidelijk voor de geest staan. U krijgt allemaal een uitnodiging voor de feestdag op 25 juli in Galder. De Werkgroep Spiritualiteit en het Bestuur hebben een gemeenschappelijke plan opgesteld met ontmoeting, wandeling, viering en maaltijd. Het belooft heel goed te worden. Eventueel kan er de avond tevoren gekampeerd worden op camping Bosweelde in Ulvenhout. Het leukste van Galder is zeker de kleine, oude]acobskapel. Het vervelendste is dat er slecht openbaar vervoer is op zondag en er tegelijkertijd een grote kermis in het kleine plaatsje is. Uw eigen creativiteit wordt dus danig op proef gesteld, maar een beetje pelgrim is niet voor een gat te vangen. Voor de maaltijd is het echter wel noodzakelijk dat u zich van tevoren opgeeft. Hopelijk zie ik velen van u op 25 juli in Galder en anders tot 6 november in Ossendrecht. Voor die tijd zal er evenwel een nieuwe Staf zijn. Ondertussen, een hele goede zomer toegewenst. Katrina van den Berg (033) 465 06 23
VAN DE WERIGROEP SPIRITUALITEIT 25 juli 1999 - feestelijke dag in Galder, ten zuiden van Breda. Er is daar een Sint Jacobkapel, waar we ook zullen samenkomen. Hierbij een tekening van de kapel. Het programma wordt apart aan de leden van het Genootschap toegezonden.
VERSLAG LEDENVERGADERING te Putten, 6 maart 1999 De plenaire ochtendbijeenkomst stond grotendeels in het teken van statutair verplichte ledenvergadering waarin de 'jaarstukken' (moeten) worden vastgesteld: de rekening over 1998, de begrotingen voor 1999 en 2000 en het jaarverslag van de secretaris. Twee aftredende bestuursleden, namelijk loop van der Meulen en Hanny Pouderoyen, werden herkozen. Terwijl zich 396 mensen tijdig en schriftelijk hadden aangemeld, waren er in feite 432 personen aanwezig. Voorzitter Katrina van den Berg wees er op dat de capaciteit van de zaal daartoe voldoende was. Zij kondigde aan dat het bestuur bij het toelaten van personen op de Najaarsvergadering van 6 november a.s. in Ossendrecht zich genoodzaakt ziet de limiet van 400 heel strikt te hanteren: de capaciteit laat een groter aantal mensen niet toe in verband met de eisen van brandveiligheid. Het is dus zaak zo snel mogelijk te reageren na ontvangst van de uitnodiging voor 6 november. De aanwezigen namen een minuut stilte in acht ter herdenking van de leden die vorig jaar zijn overleden. Een speciaal woord van welkom richtte de voorzitter tot het erelid Mireille Madou, alsmede aan de oud-voorzitter Koen Dircksens en het oud-bestuurslid Nico Zijp. Omdat de regiocontactpersonen een sleutel vervullen binnen het Genootschap, werden zij door de voorzitter aan de aanwezigen voorgesteld. Wie dus vragen heeft over (de activiteiten van) het Genootschap en zijn regio's kan bij hen terecht. Het bestuur heeft op zaterdag 30 januari 1999 een groep van circa vijftig Spanjaarden ontvangen in Maastricht. Dit als blijk van waardering voor het vele werk dat zij ten behoeve van pelgrims verrichten door het instandhouden van de camino en het beheren van refugio's. Op Hemelvaartsdag 13 mei 1999 zal in Friesland een interreligieuze pelgrimstocht worden gehouden naar Heerenveen. Men kan kiezen uit een kleine en een grotere route. Op zondag 25 juli 1999 (de feestdag van 'onze' Sint lacobus) zal een pelgrimstocht worden gehouden van en naar Galder, ten zuiden van Breda. Begonnen zal worden met een bijeenkomst waarin 'gedachten voor onderweg' zullen worden aangereikt. Daarna gaat men op pad om te eindigen in delacobskapel waar een oecumenische viering zal worden gehouden, met aansluitend een gezamenlijke maaltijd. Op diezelfde dag zal er in het 'Witte kerkje' in Roermond een hoogmis worden gehouden met aansluitend een bijzondere bijeenkomst. Naar aanleiding van het jaarverslag over 1998 verklaarde Jan Hoffman, penningmeester-ledenadministrateur, de teruggang van het aantal leden: door nietbetalende leden schrappen, heeft een opschoning van het ledenbestand plaats-
gevonden. Sinds 1999 hebben zich inmiddels 272 mensen als lid aangemeld en slecht 44 afgemeld. De jaarrekening over 1998 werd door de kascommissie (de leden Broers en Bruinsma) gecontroleerd en in orde bevonden. Het lid Jan Bloemert uit Zwolle meldt zich aan als kandidaat voor de kascommissie voor volgend jaar. De aftredende redactie van het tijdschrift de jacobsstafwordt door de voorzitter hartelijk bedankt voor het vele werk dat zij gedurende vele jaren heeft verzet ten behoeve van een uitstekend verzorgd tijdschrift met een rijke inhoud. Peter ]as heeft al die jaren op een voortreffelijke wijze het blad geredigeerd, Mireille Madou heeft op een bewonderenswaardige wijze talrijke beschouwingen gewijd aan de vele kunsthistorische en religieuze aspecten van de camino en van de vele gebouwen en kunstschatten langs de camino. Ted van Galen heeft op een geheel eigen wijze zijn gewaardeerde inbreng gehad. Om haar woorden van dank te onderstrepen, reikte de voorzitter aan de aftredende redactieleden cadeaus uit. Bestuurslid Margriet Blokland heeft een nieuwe redactie gevormd, die de oude redactie van de Jacobsstafzal vervangen. Kopij zenden aan het redactiesecretariaat, Baesjoustraat 19, 2273 KG Voorburg. Om uiting te geven aan de grote waardering voor de inzet van de dirigent van het pelgrimskoor El Orfeonjacobeo, Herman Stokmans, gaf de voorzitter ook hem een cadeau. De behandeling van de wijziging van de begroting voor 1999 en van de ontwerpbegroting voor 2000 leverde een stroom van reacties en waardevolle suggesties op. De ledenvergadering functioneert op deze manier zoals die ook is bedoeld, namelijk als gelegenheid voor leden om hun inbreng te leveren. Vele leden benadrukken het belang van een vast adres van het Genootschap, want nu is dat voor aspirant-leden moeilijk te vinden. Het bestuur heeft al besloten tot het verstrekken van informatie via Internet; onderzocht zal worden of een vast en zelfstandig postbusadres (dus niet gebonden aan een bepaald bestuurslid) werkbaar is. Cecile Meijer zal gegevens over een geborduurd embleem toezenden aan het bestuur; gebleken is dat zeer vele leden een stoffen en geborduurd embleem van het Genootschap op prijs stellen. Vaak is het moeilijk om in Nederland stempels te ontvangen, maar na een afspraak lukt dat wel. Een jacobsschelp kan men óf bij de visboer of bij een horecagelegenheid kopen. Het boekje Praktisch Pelgrimeren dat door het bestuur wordt voorbereid, zal voor leden tegen kostprijs beschikbaar zijn. Het bestuur beraadt zich nog over de verkoop aan niet-leden. Diverse leden zijn blij met dit initiatief, omdat een deel van de benodigde informatie niet in andere boeken is te vinden. Verder zal worden bezien hoe de ontvangen compostela's in de jacobsstaf zó worden vermeld dat een snelle raadpleging wordt vergemakkelijkt, bijvoor-
beeld per regio. Er zullen vaantjes zijn voor lopers en voor fietsers (het verschil: het logo is een kwartslag gedraaid). Als het goed is, hebben allen die hebben deelgenomen aan de enquête bericht van het bestuur ontvangen. Zo nodig zal op hen zeker een beroep worden gedaan. De voorzitter deelt mee dat de regio Groningen-Drenthe aan het bestuur heeft verzocht een financiële bijdrage te verstrekken voor een pelgrimspad. Het bestuur heeft besloten daar niet op in te gaan om de volgende redenen. 1 de Statuten van het Genootschap voorzien niet in een bepaling over het aanleggen enz. van pelgrimspaden; 2 iedere pelgrim kan zijn of haar eigen pelgrimspad kiezen. Er is niet één weg vanaf een bepaalde plaats in Nederland naar Santiago; het bestuur wil daarin geen keuze maken. Om deze twee redenen ligt het niet voor de hand dat het Genootschap een financiële ondersteuning geeft. (Langdurig applaus.) PELGRIMSPARADE
Het is altijd een genoegen (en na een 'zakelijke' vergadering een zeer welkome verademing) om totaal verschillende ervaringen van pelgrims te horen. Een bonte stoet trok aan ons voorbij: een vrouw die voorleest uit haar brief waarin zij beweert dat je jong blijft als je peentjes zweet; een man die na twintig jaar voorbereiding op pad gaat en zijn aversie tegen de samenleving steeds maar ziet toenemen (de voorzitter: het Genootschap is deel van de samenleving!); een vrouw die een prachtige tegel-met-schelp écht niet heeft gestolen maar 'eerlijk' heeft gevonden! En ten slotte Henny Willems uit Bussum die een hoofdstuk voorlas uit zijn boek in wording: zijn zeer smakelijk opgediste bizarre ervaringen als koster bij een uitvaardienst in een Zuidfrans, slonzig kerkje met een stokoude pastoor. Stap voor stap neemt de koster de priesterlijke taken helemaal over omdat de pastoor steeds meer fatigé wordt. Een dolkomisch verhaal met een tragische ondertoon: een oude vrouw, Christine, wordt ten grave gereden in de achterbak van een groene Deux Cheveaux, de benen schuin omhoog! Herman van Bemmel, bestuurssecretaris
VERSLAG WORI<SHOPS SPIRITUALITEIT voorjaarsbijeenkomst Nederlands Genootschap van Sint Jacob, 6 maart 1999 Om deel te nemen aan de eerste workshop die direct na de lunch werd gehouden, kwamen 37 mensen bijeen. Voor de invulling en gedachtenbepaling voor deze werkvergadering had de Werkgroep Spiritualiteit gekozen voor een serie van vijf foto's die alle een relatie hadden met de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Na een periode van ingetogen rust werd ieder de gelegenheid geboden deze foto's te bekijken en op zich in te laten werken. In vijf groepen, elk ontstaan naar aanleiding van de gekozen foto, werd onderling van gedachten gewisseld en kon men zich uitspreken over de gedachten en gevoelens die het beeld bij hem/haar had opgeroepen. Ook nu weer waren meerderen in staat hun gedachten en vaak bijzondere gevoelens met anderen te delen. Tot slot verwoordde één persoon uit de groep plenair, kort samengevat, de ervaringen van een ieder. Tijdens de tweede workshop hielden zeventien mensen zich bezig met het tekenen van mandala's. Ter verduidelijking: een mandala is een hulpmiddel bij de meditatie en men kan ze aantreffen als - vaak schitterende - cirkels of veelhoekige figuren die een meestal mythische betekenis hebben. Denken in beelden en tekenen vanuit je gevoel en dat alles naar aanleiding van het door Janna voorgelezen gedicht 'De weg gaat verder, eindeloos' uit Tolkiens boek 'In de ban van de ring'. leder van de deelnemers werd hierna de gelegenheid geboden zijn verhaal te vertellen over hoe en waarom deze tekening werd gemaakt. Ook hier weer een uiting van gevoelens, gedachten en ervaringen die voor iedereen als kostbaar werd ervaren. De Werkgroep Spiritualiteit heeft aan deze bijeenkomsten het gevoel overgehouden, dat ze op dezelfde voet door kan gaan. Werkgroep Spiritualiteit, Pius van Loon
REFUGIO'S IN NEDERLANDS BEHEER Zeer vele leden van ons genootschap hebben de tocht naar Santiago ondernomen en zeer velen zijn ook weer teruggekeerd. Maar Mariluz en Jan Melis, tot voor kort wonend in Den Bosch, zijn vertrokken met de bedoeling zich in Spanje te vestigen. Aan hun vele vrienden en aan het bestuur van het genootschap schreven zij een brief: geen afscheidsbrief maar een welkomstbrief! Zij gaan namelijk een refugio in Hospital de Orbigo (bij Léon) beheren. Verder bestaan er plannen om een prachtig pand in het plaatsje Santa Maria de las Tiendas te restaureren en als refugio in te richten. Bij beide panden is een grote tuin voor groenten en fruit; bovendien heeft men het vruchtgebruik van een boomgaard van 2 ha in Hospital de Órbigo. Over de manier waarop Mariluz en Jan zullen optreden als gastgevers, schrijven zij het volgende: 'Zij (pelgrims) kunnen er zich wassen, slapen en krijgen een warme maaltijd en ontbijt. Ook zullen we trachten ze wat geestelijk en spritueel te versterken waardoor ze de volgende dag met volle moed hun zware reis kunnen vervolgen.
Vanaf 18 juni 1999 kunnen pelgrims terecht in Hospital de Orbigo, het adres luidt: Albergue de Peregrinos Calle Alvarez Vega 32 24286 Hospital de Órbigo (León) Spanje Tel. (0034) 987 38 84 44. Herman van Bemmel, Bestuurssecretaris van het Genootschap
1982 t / m 1996 27-9-1982 H. Hoffs Arnhem 18-6-1989 G. de Koning Delft 18-6-1989 E. Leeuwen ? 5-9-1993 M.H.L. Hermans (Ze x) Maastricht 15-6-1994 H. Hoffs (Ze x) Arnhem 18-5-1996 J. Bats Vlagtwedde 22-5-1996 0. Roesink Boekelo 24-5-1996 A.Boekhorst Vught 1997 mei/juni/juli V.M. Bunnik Beneden-Leeuwen J. Paanen Diemen H. Meershoek Alphen a/d Rijn B. Rogge Middelburg H. Pullens Harmelen J. Buissink Heemskerk, P.C. Louter (Ze x) Schoorl J.Majoor Laren H.A.A. Lakerveld Wormerveer Th.C. Merkuur en S.A. MerkuurKoenen Schijndel J. Kloosterziel Geldrop . C. v.d. Brugge Amersfoort F. Lindhout Katwijk, M. LindhoutNieber Katwijk ].A. van Puijenbroek Tilburg augustus/september/oktober 12-8 J.B.B. Engelen Ooij, M.J. Seegers Ooij, H.Th.Verweij Ooij 23-8 H.]. Bohnen Arnhem 7-9 P.v.d. Zee en C.v.d. Zee-Spijkers Pijnacker 12-9 ].].M. v.d. Berg ? 27-9 E. Hurenkamp Lichtenvoorde 5-10 C.J. Marell Haelen 8-10 R.Pi y Curull Sittard 13-10 K. v.d. Akker Schiedam
1998 april/mei/juni 8-4 H. Hoffs (3e x) Arnhem 4-5 E.E.Th. Zurlohe (3e x) Eemnes 19-5 E. Kortekaas Rotterdam 20-5 E. Baxmeier en B.M. v.d. Moosdijk Eindhoven, H. Japink Spijkenisse, H. Mekenkamp Nieuwegein
26-5
27-5
29-5
30-5 31-5 1-6 4-6 5-6 6-6 7-6 8-6
9-6
10-6 11-6 12-6 13-6
15-6 16-6 18-6 22-6
M.J. Lambregt-Baten Oud-Gastel, M.E. v. Westerlaak Nijkerk B. Fest Broek in Waterland, J.Smeets Maastricht, G. Teunissen Maastricht A.]. Kaandorp en M.A.T. Kaandorp Heerhugowaard, P. Slaman-Wilbrink Zaandam, A.H. Wilbrink Bilthoven A. Alsema Enschede, ].C. Meeuwsen Lieshout, A.I.E. Verhagen Nijmegen, Arnhem, D.F.L. van Velzen Biervliet J. van Adrichem Leusden, A. Boornsma Woudsend, M. Luinstra ?, S. van Meulebrouck en J. Mulder Utrecht C.]. Streefkerk Rotterdam C.M. M. v.d. Knaap Naaldwijk B.W. Posthumus Volendam V.v.d. Aar Haarlem, B.A.]. Frehe Tilburg C.L. Albers Ewijk M.N. Liesker en R.Liesker-Overduin Heemsker G.I.R. ter Haar en G.M. ter HaarVriessen Heino A.D. van Mourik en P.I.M. van Mourik Gouda, G: v.d. Werf Amersfoort H.H.]. Cuylits Veldhoven, ].Th. Derks Mook, N.J.H.M. Dijsselbloem Apeldoorn, I.M.]. Kok Overloon E.A.]. Boon, J.M. Boon-Croïn en ].M. Croïn-JansenZoetermeer J. janssen Someren, G. Kessels en A.E.H. Keesel-v.d. Born Nuenen R.J.S. Schreurs Grevenbricht Th.]. Dijkstra Bergen, A.P.M. Lamers Nijmegen, H.C. v. Rossum en G.E. v. Rossum-Beaufort Emmen P.J.L. Kloeg Renkum Ch.Verbeek Vlissingen W.H.B. Frieling Edarn, H.J. Hoeks en M.J.J. Hoeks Waalre R. Franssen Swalrnen, J.Ch.H.M. Hendrikx Swalmen, B.W.A link Pijnacker, G. Langenberg Alphen a/d Rijn,
].A. Langenberg Montfoort 23-6 A.M.W. v.d. Ham 's-Hertogenosch 24-6 L.A.M .van Eeckhoud Huizen 25-6 ].H. Berton en C.H. Berton-Smit Losser, A.C. van Lieshout Haarlem, A.G.M. Singendonk Best 29-6 A.G.M. Pinxteren en ALPinxteren-de Hoop Wierden, C.A. van Hunenstijn Apeldoorn
].P. v. Riel Middelburg A.M.A. Rijserse en G.E.M. Rijerse Malden C.M. Koops en C.]. Koops Noordwijkerhout Th.C. Merkuur en S.A. Merkuur-Koenen (Ze x) Schijndel W.P.S toffelen Oosterhout 1.L.P lantinga Leeuwarden A.G.]. Gerritsen Lichtenvoorde, C.L. Peters Westervoort M. Baert Huist, H. Janssen? F. van Zijderveld Schoorl H.H.Mooren (4e x) Bergen op Zoom, L.J.M. Wijnhof Lisse C.J.J.A. Emmen Gilze, ].M Oldenburger-Kreeft Rotterdam M. van Opstal Breda M.]. Bagchus en M.C.E. Hellevoort Utrecht H.H.P. Brouwer Silvolde K.D.R. van Nieuwpoort Utrecht C.]. Boeschoten en M. Boeschoten Overlangbroek T.J.M. Ettema en M.A. Ettema-Schoorl NoordScharwoude, V. v.d. Vaart en M .v.d. VaartVerhoef I
SeptemberlOktober 5-9 N.v.Bewekom ~mstelveen 7-9 P.C.Louter (3e x) Schoorl 10-9 B.Keler Hilversum 12-9 P.C.vd.Linden Leidschendam, A.Maas Wervershoof, E.A.H.vd.Wijk 's-Gravenhage 13-9 N.Coris Roosendaal 16-9 G.A.M.Acker Gemert 19-9 P.Paijens Geldrop 20-9 A.M.J. Verboven Hengstdijk 21-9 G.Brekelrnans en M.Brekelmans-Bak Koog a/d Zaan 25-9 M.v.Doesburg Nijmegen, A.M.Heisen en I.M.F.W.v.Doi-t Huissen 26-9 ].L.M.v.Mierlo Hoorn, M.].M.v.Mierlo Rotterdam 27-9 M.Trapman Utrecht 29-9 H.de Swart Tilburg 1-10 H.Classen-Kindermans Eindhoven 2-10 ].Joosse Hellevoetsluis, D.A.Visser Ijmuiden 3-10 P.Anton en B.M.Anton-Wezel Bredevoort 4-10 L.H.M. Colaris Nieuwstad 5-10 F.Brons Soest 7-10 Th.Bodaar en Th.Bodaar-Volman Uitgeest 10-10 S.vd.Welle Den Helder 12-10 C.c.denOuden-Schieveen, A.wiggers en E.Wiggers-v.Schoot Oldenzaal 14-10 ].Lelijveld Engeland 19-10 M.c.L.colenbrander-Kok Beverwijk 20-10 P.M.C.Persoon Nijmegen, ].Wellenberg-Velderman Lemelerveld 23-10 J.v.Duivenbooden Utrecht 27-10 ].P.Janssen-vd.Meulen Oploo, A.M.oud Blerick Fisterra's 1997 t l m 1998 (let op Fisterra is geen tikfout maar de Galicische naam die op de stukken staat) Gehaald bij de burgemeester van Finisterra 17-9-1997 J.].M.vd.Berg ? 21-7-1998 ].L.plantinga Leeuwarden 21-8-1998 KL 's-Hertogenbosch
REGIO 'S
REGIO AMSTERDAM (postcode: 1000 t / m 1119 + 1160 t / m 1199 + 1300 t / m 1399 + 1420 t / m 1439) Contactpersonen: janna Matthijsen, Geerdinkhof 35, 1103 PP Amsterdam, = (020) 699 61 73 Paul Roosendaal, Borgerstraat 58, 1053 PV Amsterdam, = (020) 683 48 56 Op een mooie zaterdag liepen we met een enthousiaste groep van Amsterdam naar Uithoorn over het Pelgrimspad. Onderweg werden veel ervaringen uitgewisseld. We kijken terug op een geslaagde dag. De regio heeft ook het bestuur versterkt bij het kraampje op de wandelmarkt, die was gewijd aan pelgrimstochten. Onze stand trok veel bezoekers en waarschijnlijk ook nieuwe leden. In oktober houden we weer een bijeenkomst in buurthuis de Reiger. Die avond hebben we een verrassing. Leden uit de regio krijgen hierover nader bericht. Overigens zijn suggesties voor andere activiteiten of tijden voor bijeenkomsten altijd welkom bij de regiocontactpersonen.
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ Contactpersoon: Jan Louter, Dorpsstraat 65, 1689 ER Zwaag, .a (0229) 23 65 12 ALKMAAR - ZATERDAG 73 FEBRUARI 7999 (DEEL I1 VAN HET VERSLAG)
Met 89 leden waren wij bijeen in 't Trefpunt te Alkmaar. Er waren zoveel verhalen te vertellen over de pelgrimage naar Santiago, dat het in één verslag niet kon worden weergegeven. Daarom volgt nu deel II van het verslag met de ervaringen van pelgrims. Na tien jaar praten, zeiden Piet en Bep de Boer uit Heemskerk tegen elkaar: 'Nu of nooit!' En zij besloten per fiets naar Santiago te rijden. Zij waren op het idee gekomen door een Tv-programma over Hans Keller. Piet vertelt enkele belevenissen, o.a. hoe zij toch nog een onderkomen vonden. En dan stel je jezelf de vraag: is hier sprake van toeval of van een beschermengel ? George en Riet Brekelmans uit Koog a/d Zaan hadden hetzelfde Tv-programma gezien. Ze waren in 1992 met de auto naar Spanje gereden, zagen daar pelgrims die de camino liepen en besloten: 'wij doen het echt!' In vier jaar liepen zij naar Santiago en ieder jaar was anders. In het eerste jaar was er de euforie van het pionieren. In het tweede jaar (Auvergne, Aubrac) beleefden zij de prachtige natuur. Het derde jaar (Espalion Logroño) was een etappe met veel regen. Zij ontmoetten veel pelgrims. Het
vierde jaar was, vooral voor Grietje, een periode, waarin religieuze gevoelens een grotere rol speelden. Zij heeft tastbare herinneringen aan deze tocht overgehouden, liefde voor de Spaanse taal en een persoonlijke verandering: zij is stiller geworden, meer pelgrim. Zij zullen de tocht niet nog eens doen. Want bijzondere dingen hoef je niet voor een tweede maal te doen. Adri en Gerrit Dik uit Alkmaar hadden tussen 1987 en 1991 de route naar Santiago via de oostroute in etappes gelopen. Zij hadden gedurende die periode ook - zoals vele anderen - t e maken met het overlijden van ouders: 'ieder jaar steek je een kaarsje meer op!' Cerrit wilde echter de route ook een keer alleen lopen. In vier maanden is hij toen via de westroute naar Santiago gelopen. Inmiddels hebben zij samen een voettocht naar Rome gemaakt. Adri vertelt dat de verschillen tussen de wegen naar Rome en Santiago groot zijn. Tot aan Italië gaat het met de routes. De tocht over de Jura is mooi, maar zwaar. ]e ontmoet veel minder mensen. Italië is prachtig, maar wat ontbreekt is een traditie van pelgrimage en spiritualiteit, zoals je die wel hebt op de Camino Francés. Men kan de zogenaamde Via Francigena volgen. Maar het beschikbare kaartmateriaal was verouderd, soms van vóór de oorlog. Eenmaal in Rome aangekomen is er geen afsluitend ritueel. Dat moet je zelf maken. 's Middags vertellen een aantal leden over hun plannen om dit voorjaar hun tocht naar Santiago te ondernemen, o.a.: Piet Jonker die vanuit Warmenhuizen naar Ulm loopt, vandaar de Jacobusweg volgt naar I
REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND (postcode : 2000 t / m 2299 + 2300 t / m 2499) Contactpersoon: C.G. van Tongeren, Rijnsburgerweg 4/F4, 2215 RA Voorhout; -a (0252) 23 11 47 Regiobijeenkomsten worden gehouden op de tweede zaterdag van de maanden maart en oktober: de eerstvolgende dus 9 oktober. Plaats van samenkomst: het Broedershuis 'Nieuw Schoonoord', Rijnsburgerweg 4 te Voorhout. VERSLAG REGIOBljEENKOMST 73 MAART 7999
Om te beginnen werd de landelijke voorjaarsbijeenkomst in Putten gememoreerd: - het landelijk verminderde ledental (in onze regio is er groei) en de discussie daarover;
- de evenementen op 25 juli ter gelegenheid van het 'Heilig jaar'; -
de 'workshop' met een sportarts, met zeer duidelijke en handige tips.
Het verzenden van een uitnodiging voor de regiobijeenkomsten komt opnieuw ter sprake. Vanwege de kosten (onze regio telt 200 leden, terwijl er op de bijeenkomsten 30 a 40 aanwezig zijn) is dit een moeilijke zaak. Afgesproken is dat er eenmalig aan elk lid in de regio een rondschrijven wordt gestuurd met antwoordstrook. leder die meldt, geïnteresseerd te zijn in de regiobijeenkomsten, krijgt voortaan een uitnodiging met agenda. De wandeling op het 'Pelgrimspad' Amsterdam - 's-Hertogenbosch door een aantal regioleden onder leiding van Bert Roepert is succesvol. 20 maart wandelt men het traject Aarlanderveen-Reeuwijk. Nieuwe leden stellen zich voor: 'het pelgrimsgevoel' zal onderweg wel groeien; besluit om de tocht te lopen na nachtenlang praten; afstand nemen van een heleboel zaken; onderweg zijn; vrijheid en avontuur; dingen loslaten. Gewezen wordt op de mogelijkheid om lectuur inzake 'Santiago' en 'Camino' op te vragen via de eigen bibliotheek bij de bibliotheek van Maastricht: daar is de eigen verzameling van het Genootschap ondergebracht. Er is een boekenlijst op te vragen bij bestuurslid Gerard van Poppel te Gouda. Pelgrimsparade: een verslag van een loper die de Ruta de la Plata gewandeld heeft; enthousiast verhaal over Sevilla en de eenzame maar prachtige landelijke route met onderweg kleine primitieve hotelletjes. Het 'misbruik' van refugio's door (jeugd)toeristen komt ter sprake met de vraag, of het Genootschap hierop invloed kan uitoefenen. iemand meldt nog dat er - zeker in het Heilig jaar - in sommige plaatsen niet alleen refugio's zijn maar ook onderkomens in een 'tentenkamp'. Na de lunch vertelt Gerard Koops over de fietstocht die hij met zijn vrouw Corry
+
maakte; hun angst voor de Pyreneeën; de soms wel smalle autowegen die je bij gebrek aan een alternatief wel móét volgen. Hij laat prachtige dia's zien, vertelt zijn herinneringen en hun ontzag voor lopers; Corry leest tenslotte een ontroerend gedicht voor, onderweg gemaakt. 'Café Saint Jacques' besluit de bijeenkomst. Bedankt Jos en Cor.
REGIO DEN HAAG (postcode: 2200 t / m 229 + 2500 t / m 2799) Contactpersoon: Cees Rooijakkers, Vondelstraat 136, 2513 EX Den haag, = (070) 360 24 42
REGIO ROTTERDAM (postcode: 2800 t / m 3399) Contactpersoon: Hans Timmermans, Sauerdal42, 2904 DE Capelle a/d IJssel, (010) 450 18 51
REGIO MIDDEN NEDERLAND (postcode: 1200 t / m 1299 + 1400 t / m 1419 + 3600 t / m 3899) Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576,3607 DG Maarssenbroek, .a (0346) 56 91 33 VERSLAG VAN HET WANDELWEEKEND 20121 FEBRUARI 7999
Alweer voor de 3e keer besloot de regio een weekend te gaan wandelen. Deze keer hadden Rien en Hajo een route uitgezocht in Noord-Holland. We volgden het Duin- en Polderpad van Egmond aan Zee met als mogelijke eindbestemming Overveen of Haarlem. Ook deze keer hoefde niemand van de 40 deelnemers de routebeschrijving aan te schaffen, omdat de beide heren een apart boekje van onze route hadden gemaakt. Overigens waren dit weekend ook de regio's Limburg, Utrecht-Zuid, Nijmegen en Amsterdam vertegenwoordigd. Alles was goed geregeld. Alleen de NS speelde niet mee. Omdat er geen trein reed tussen Amersfoort en Amsterdam ontmoetten veel deelnemers elkaar al op Utrecht CS. In Alkmaar namen we de eerste de beste bus richting Egmond. Niet iedereen bleek er te zijn, daarom werd eerst maar koffie gedronken. Uiteindelijk werd vertrokken, aan het beginpunt stonden nog enkelen die met de auto gekomen waren, en later sloot Ben zich nog aan. Al lopend, mediteren, pratend in grotere of kleinere groepjes werden nieuwe indrukken opgedaan. Daarnaast waren verrassende uitspraken, indrukwekkende ontmoetingen, diepgaande gesprekken, persoonlijke contacten, weerzien met bekenden, nieuwe gezichten, jouw Jacobusverhaalgetoetst aan dat van een ander, parallelle emoties delen, humor, diepe ontroering onderdeel van dit weekend.
De eerste dag koffie drinken in een restaurant waar een apart zaaltje voor ons gereserveerd was. Verder weer, duin op, duin af, zaterdag met de zon in ons gezicht. Tegen 5 uur kwamen we aan in Het Natuurvriendenhuis in Wijk aan Zee. Wij waren de enige gasten en konden genieten van een prima maaltijd, bereid door fijne mensen en een in alcohol gedrenkt toetje. Zou daardoor de keuken tijdens het afwassen gegalmd hebben van de liederen? Ook daarna vloeide de wijn overvloedig tot de laatsten zich om half twaalf terugtrokken. Zondagochtend was om 9 uur nog geen sterveling in Wijk aan Zee te bekennen en liepen we vol goede moed richting Hoogovens. De sfeer van de vorige dag was ook nu weer aanwezig, ondanks de beginnende regen en een aantal mensen dat om medische reden moest afhaken. In de nu stromende regen bleek na 15 k m in Velsen-Zuid Beeckestein pas om 12.00 uur open te gaan. Crisisberaad, of toch nog rondje Kennemerduinen of naar het praktisch om de hoek gelegen station Driehuis. Op zeven na kozen de meeste voor deze laatste optie. Ondanks de regen hebben de zeven zich deze middag nog vergaapt aan het natuurschoon. Pas bij station Overveen hielden ook zij het voor gezien. Volgend voorjaar weer, is iedereen van mening.
REGIO UTRECHT-ZUIDIRIVIERENGEBIED (postcode: 3400 t / m 3599 + 3900 t / m 4299) Contactpersonen: Janneke Mulder en Stephan van Meulebrouck, E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, = (030) 244 55 07 VERSLAG REGIOBIJEENKOMST OP 22 MEI 1999
Het was een hele tijd geleden, sinds we als groep bij elkaar waren geweest. De reden hiervoor was de lange afwezigheid van de contactpersonen Janneke en Stephan, die vorig jaar hun pelgrimstocht naar Santiago hebben gemaakt. Ze zijn te voet gegaan en wat heel bijzonder is, ook wandelend terug! Het is voor hen een inspirerende tocht geweest en na een periode van acclimatiseren hebben zij voor dit jaar een aantal leuke regio-activiteiten gepland. Op zaterdag 22 mei jl. kwamen we voor de eerste ontmoeting bijeen in de pastorie Dominicus in de Utrechtse wijk 'Oog in Al'. Er kwamen 17 personen op af van wie een groot aantal nieuwelingen. Een uitgebreide kennismakingsronde was dus op zijn plaats. Er waren ervaren fietsers en wandelaars maar ook mensen die, al dan niet met concrete plannen, zich kwamen oriënteren. Er vond veel uitwisseling van informatie en ervaringen plaats en hier en daar werden driftig aantekeningen gemaakt. Verder werd Harry Wasser bedankt door Janneke, vanwege zijn bereidheid om afgelopen jaar als contactpersoon voor de regio op te treden. Harry ontving hiervoor een leuke attentie.
Na de lunch liet Gerard Luiten dia's zien van zijn voettocht van utrecht naar Santiago. Hij heeft vorig jaar de pelgrimage gemaakt samen met een kennis. Doordat de ruimte niet goed verduisterd kon worden, ontstonden er speciale lichteffecten op het scherm. Wanneer de zon achter een wolk verdween dan kwam de dia sterk naar voor. Kwam de zon weer terug dan leek het of er plotseling mist ontstond. De show had op die manier iets van een wandeling door de Pyreneeën. Gerard vertelde o.a. een paar aardige anekdotes over speurtochten naar overnachtingsadressen. Zijn verhaal werkte aanstekelijk op de aanwezigen, het riep bij sommigen eigen herinneringen op en voor ieder het verlangen (weer) op pad te gaan. Behalve de dia's waren er ook nog een paar fotoalbums te bekijken. De dag werd afgesloten met een drankje en heerlijke Spaanse hapjes. Zoals van tevoren gepland, werd er rond 16.30 uur geëindigd en ging ieder weer zijn eigen weg. We kijken terug op een informatieve en gezellige bijeenkomst. Voor komende periode staan twee wandeltochten op het programma. Zondag 4 juli is er een rondwandeling over de restanten van de Grebbelinie. En in het weekend van 4 en 5 september willen we een stuk van het Pelgrimspad gaan lopen. Iedereen is uiteraard weer van harte welkom!
REGIO ZUID-WEST NEDERLAND (postcode 4300 t / m 4799) Contactpersoon: Huub Willems, Thibautstraat 1,4363 BE Aagtekerke, (0118) 58 21 51
REGIO BREDAITILBURG (postcode: 4800 t/m 5199) Contactpersoon: Theo Poell, Teilingen 33,4901 DA Oosterhout, (0162) 41 14 46
REGIO 'S-HERTOGENBOSCH (postcode: 5200 t / m 5499) Contactpersonen: Pieter en Anne Bult, Sluishoeven 67, 5244 GR Rosmalen, (073) 521 92 26 VERSLAG REGIOBIJEENKOMST28 FEBRUARI 7999
De parochiezaal van de Bossche Sint-Jacobskerkwas eigenlijk te klein voor de ruim tachtig personen die de voorjaarsbijeenkomst bezochten. In het 'Aio Santo 1999' - het Heilig Jaar - stond het programma in het teken van voorlichting en voorbereiding voor de nieuwe loop- en fietspelgrims. Gezien de grote opkomst zijn we ervan overtuigd dat de leden veel behoefte hebben aan praktische en juiste informatie. Op het terrein van voorlichting hebben we bij ons zus-
tergenootschap in Vlaanderen al een grote ervaring opgedaan en gemerkt dat lopers en fietsers gebaat zijn bij heldere informatie. Op onze bijeenkomst hebben we de algemene informatie en handige praktijktips gebundeld en aan de leden uitgereikt. Ook de lijst met Jacobsliteratuur en Franse en Spaanse topogidsen, adressen van reisboekwinkels en buitensportzaken vond bij de aanwezigen gretig aftrek. Met een korte dialezing over een deeltraject van een alternatieve route naar Santiago hebben we de overvolle zaal stil gekregen! De start lag in Arles en via de Jacobshalteplaatsenvoerde de route ons naar Saint-Guilhem-Ie Désert, Béziers, Narbonne, Perpignan en vervolgens naar de Catalaanse Pyreneeën langs Besalu en Ripoll naar Zaragoza, een Jacobsstad bij uitstek. Pelgrims die willen vertrekken vanuit de Bossche Sint-jacobskerk kunnen hiervoor contact opnemen met de heer dr. F. lansen, telefoon (073) 613 63 14, of met de koster van delacobskerk, de heer K. Schwanz, telefoon (073) 613 65 51. Na de zondagsdienst van 10.00 uur luidt de parochiegemeenschap de pelgrims feestelijk uit met het zingen van het Jacobslieden de pastor spreekt een reisgebed uit bij de beeltenis van onze patroon. In de sacristie wordt het pelgrimspaspoort van een fraaie stempel voorzien en de pelgrim wordt ingeschreven in het 'logboek' van de parochie. Deze middeleeuwse traditie is weer volop in ere hersteld en natuurlijk is het ook mogelijk om op een andere dag dan zondag te vertrekken. De datum voor de herfstbijeenkomst is gepland op zondag 17 oktober 1999 om 12.00 uur op dezelfde locatie.
REGIO EINDHOVEN - HELMOND (postcode: 5500 t / m 5799) Contactpersonen: Theo van Pinxteren, Hutdijk 54, 5583 XK Waalre, (0402) 21 40 12
REGIO LIMBURG (postcode: 5800 t / m 6499) Contactpersoon: Herman Hecker, Hertenerweg 18,6049 AA Herten, (0475) 33 49 65 VERSLAG REGIOCONTACTDAG 6 MAART 7999 TE ROERMOND
Op deze zaterdag waren wij met een vijftig deelnemers samengekomen op de ons zo bekende vaste locatie 'Het katoenen dorp' in Roermond. Onder de deelnemers ook weer een aantal nieuwe gezichten. Herman Hecker die een geslaagde operatie aan zijn hart heeft doorstaan, was wel aanwezig en is weer aan de beterende hand. De organisatie had hij dan ook
geheel overgedragen aan Theo van der Linden, die dan ook de aanwezigen verwelkomde. Het bruist van de activiteiten in het Limburgse. Mart Huls gaat op 10 april wandelen van Visé naar Luik. In Heerlen wordt op de 'Pastorale School' op de donderdagavonden 8,15,22 en 29 april een cursus gegeven: 'De Pelgrimage naar Santiago de Compostela'. Op 30 juni kan er gewandeld worden van Narni naar Assisi over bergpaadjes in het prachtige Umbrië. Het Vlaams genootschap organiseert voor de zevende keer een reis langs Europese]acobspaden. Na Engeland in 1998 zijn nu Nederland en België aan de beurt. Na Friesland en Groningen wordt op 23 april Limburg bezocht met speciale aandacht voor Roermond - Thorn - Maaseik en Susteren. Op zondag 25 juli 1999 krijgt het feest van St. Jacob speciale aandacht. Na het opheffen van het 'Witte Kerkje' wordt op die dag de armreliek van St. Jacob herplaatst in Roermond. Deze kapel wordt geheel heringericht. Een drieluik van A. Windhausen -voorstellende de afname van het kruis met links en rechts op de zijpanelen St. Christoffel, stadspatroon van Roermond en St. Jacob - wordt in het koorgedeelte boven het altaar van deze kapel geplaatst. De armreliek wordt zodanig in de buitenmuur geplaatst dat deze niet alleen aan de binnenzijde zichtbaar is, maar tevens aan de buitenkant. Pelgrims die langskomen wanneer de kerk gesloten is, kunnen deze reliek ook aan de buitenkant zien. Op de 25e juli is er's morgens om 8 uur een Heilige Mis in de kathedraal. Na de mis is er gelegenheid om rond 9 uur de reliek te vereren. Direct daarna vertrekt de jongerenreis per bus naar Santiago. Mgr. Frans Wiertz, bisschop van Roermond, zal deze jongeren uitgeleide doen en de bisschoppelijke zege geven. Na al deze mededelingen verzorgde Mart Huls een lezing over de voettocht vanaf Assisi die hij vorig jaar met zijn vrouw maakte. Het was een wijze om een idee te krijgen van de tocht Narni - Assisi die op 30 juni a.s. vertrekt. Echt de moeite waard. Deze tocht is niet geschikt om alleen te lopen vanwege de eenzaamheid en de kans om te verdwalen. Om 12 uur genoten we van een goed verzorgde lunch met o.a. soep en warm vlees. Na de lunch hebben voetgangers en fietsers hun ideeën kunnen uitwisselen. Centraal bij de fietsers stond: hoe vervoer ik mijn fiets vanaf Santiago naar huis? Als sluitstuk voor deze dag hebben we met volle aandacht de lezing van Ds. P. Eijgenraam uit Arnhem gevolgd. Vorig jaar liep hij vanaf Arles via Jaca naar Santiago. Onderweg bezocht hij ook Lourdes. Zijn open visie op het pelgrimeren en het beleven van deze tocht wist hij, welbespraakt als hij is, op een boeiende wijze te brengen. Bij Puente la Reina besloot hij zijn verhaal. Hopelijk krijgen we ook het vervolg tot Santiago te horen.
De tijd gaat vlug en na deze lezing gingen de mensen voldaan naar huis. De volgende bijeenkomst is op 2 oktober a.s.
REGIO NIJMEGEN- ARNHEM (postcode 6500 t / m 7099) Contactpersoon: Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB Nijmegen, (024) 356 50 43
REGIO OOST NEDERLAND (postcode 7100 t / m 7799 + 8000 t / m 8299) Contactpersoon: G. Westgeest, Ganzenmarkt 22, 7631 EN Ootmarsum, a (0541) 29 33 51
REGIO GRONINGEN - DRENTHE (postcode 7800 t / m 7999 + 9300 t / m 9999) Contactpersoon: Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, a (050) 525 51 44 Enige correspondentie, telefoongesprekken, faxen en een eerste ontmoeting in het Sint Bernardushof kloostermuseum te Aduard op 12 februari jl. met de reisleidster van het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela, BertheMarie Reichardt-Bosch uit Brussel, waren de voorbereidingen voor de te houden excursiepelgrimsdag op 20 april jl. voor genoemd Genootschap in de provincie Groningen. Op deze dag ontmoette ik haar wederom doch nu vergezeld van 23 pelgrims. Om half tien arriveerde de bus en onder deskundige leiding werden wij rondgeleid in het museum en geïnformeerd over het grootste en rijkste Cisterciënzer klooster dat in de middeleeuwen op Nederlands grondgebied heeft gestaan. In het museum kregen wij aan de hand van de gevonden voorwerpen, oude tekeningen en een maquette ondersteuning voor onze fantasie aangeboden om enige indruk te krijgen hoe dit klooster er vroeger uit moet hebben gezien en het leven in en rondom. Van het gehele abdijcomplex is alleen de ziekenzaal (1297) overgebleven. Deze zaal, thans in gebruik door de N.H. kerk, is het oudste medisch gebouw van Nederland en heeft nog de originele Cisterciënzer tegelvloer. Op 12 oktober 1998 werd in deze N.H. kerk een vespers gehouden door de monniken van het klooster Onze Lieve Vrouwe van Sion uit Diepenveen. Een historisch moment, want sinds 1580 hebben deze liederen niet meer geklonken in deze abdijkerk. De cisterciënzer kloosterlingen waren naar Aduard gekomen om de relikwieën van de Zalig verklaarde Emmanuel van Cremona terug te brengen. Wij namen afscheid van de conservator en via de binnenwegen aan de rand van
het oudste cultuurlandschap van Nederland, het ~eitdiepdallandschap,bracht de bus ons naar Uithuizen. Pastor Pieper verzorgde voor ons een rondleiding in zijn parochiekerk van Sint Jacobus de Meerdere. Deze kerk kwam in 1860 gereed onder de architectuur van P. Cuypers, een naam die je wel vaker in Nederland tegenkomt als er over gebouwen en kerken wordt gesproken. Afscheid nemend van Pastor Pieper togen de pelgrims naar de N.H. Jacobikerk, enige honderden meters verderop. Behalve de muurschilderingen die tijdens een restauratie tevoorschijn zijn gekomen en de hoge geplaatste Herengestoelte, destijds behorende aan de adellijke familie Alberda van Menkema (de Familie Van de Borg keek hierdoor neer op de predikant, ook tijdens de preek), trokken óók de Rouw- en Wapenborden veel aandacht. Nabij de 14de eeuwse Menkemaborg bevindt zich het Schathoes, alwaar de koffietafel c.q. lunch werd genoten om vervolgens een bezoek te brengen aan de borg. Dankzij de vorige conservator is het interieur, afkomstig van andere borgen uit de provincie Groningen, in een prima staat. Zo kregen wij een representatief beeld van een volledig ingerichte Ommelander borg, de herenkamer, voorkamer, zaal bibliotheek/leerkamer, slaapkamer, eetkamer, keuken met afdeling voor de bedienden en een kelder. Deze zijn ingericht alsof de bewoners 'even weg zijn'. Er was nog gelegenheid om de tuinen te bewonderen (rozentuin, kruidentuin) om vervolgens als laatste bezienswaardigheid de onvolprezen statige Jacobuskerkin Zeerijp te bezoeken. Hier werden wij begroet door ons Genootschapslid en kunsthistoricus Willem Janvan Neck, die de rondleiding en informatie verzorgde en ons meesleepte door de eeuwen heen. Het kostte hem, zoals gewoonlijk, moeite om zijn enthousiaste betoog wat in te perken, want als apotheose werden wij door de koster verrast op een mini-orgelconcert op het uit 1651 daterende Faber-orgel. Een waardige afsluiting van deze pelgrimsdag in het Groningse. Tijdens de terugtocht naar Aduard was ik nog in de gelegenheid wat aanvullende wetenswaardigheden over kloosters en kerken in deze provincie te vertellen. Dat tijdens de reformatie, dankzij een tweetal Vlaamse Jezuïeten het R.K. geloof in de streek rondom Uithuizen bewaard is gebleven, mocht niet onvermeld blijven. Wat onze Apostel Jacobus niet allemaal heeft veroorzaakt (en nog) en mensen met elkaar in contact brengt! REGIOACTIVITEITEN
29 mei 1999 25 juli 1999 19 september 1999
zandcamino naar St. Jacobuskerkte Roderwolde nacht-kleicamino naar St. Jacobuskerkte Uithuizen openinglwijding Jacobus pelgrimspad van Uithuizen naar Groningen (stad)
REGIO FRIESLAND (postcode 8300 t / m 9299) Contactpersoon: Siep Zeinstra, Mr. P.]. Troelstraweg 42, 8917 CN Leeuwarden, (058) 212 91 98
Sluitingsdatum kopij voor de volgende Jacobsstaf is 15 augustus 1999
kaarten en gidsen voor actieve vakantie9 Si~zgeI393 1021 WN Amsterdam tel. (020) 627 44 55 fax (020) 620 89 96 E-mail [email protected]
De "Pelgrimsmarkt" bereikt u met een advertentie in
d~ucobsstuf Inlichtingen en tarieven:
Gelegen in het cerztrum, achter het Spui. Tramlijnen 1 , 2 , 5 of l l .
Open: ma - vr 11.00 - 18.00 uur za 10.00 - 17.00 uur koopavond: donderdags van april tlm augustus van 18.00 - 21.00 uur
Vraag onze catalogus aan! Postorderservice
O Beschikbare informatie omtrent overnachtingsmogelijl~hedenlangs de Chemin d 'Arles is veelal verouderd. Wie net als ik deze weg zonder tent gaat lopen, kan mij bellen: R. van Doesburg, (024) 355 52 40. O Man, 46 jaar, wil in aprillmei 2000 vanuit Nederland naar Santiago fietsen. Hij zoekt voor een periode van ongeveer 8 weken een fietsmaatje. Eventueel wil hij ook gaan lopen. Reacties: Paul van der Bruin, Rietgors 87,3755 GC Eemnes, (035) 548 90 72 O Wie maakt ons groepje voor Spaanse les speciaal voor Santiagogangers compleet? We zoeken nog twee deelnemers. Start in september in Utrecht. Reacties: (030) 294 49 92 O De Spaanse televie heeft op 3 7 december 7998 de opening van de Puerta Santa integraal uitgezonden. In Santiago is hiefvan geen video te koop. Wie van de leden heeft deze uitzending op de video opgenomen en wil ons in de gelegenheid stellen hier een kopie van te maken voor het archief van het Genootschap? Graag contact opnemen met Hanny Pouderoyen, v (0346) 56 9 7 33
J
eroen Gooskens heeft de
Ver onderweg kost normaal
camino afgelegd in drie etap-
f35,- maar voor leden van het Genootschap van SintJacob geldt de speciale prijs van f30,- incl. verzendkosten. U kunt het bestellen door f p -over te maken op gironummer 725333 van Ver Valkhof Pers O.V.V.
pes van zeven weken. Het was een afwisselende tocht, door sneeuw en hitte, over bergen en
meseta, via weinig asfalt en veel wandelpaden. In een eindeloze deining van landschappen en herinneringen zocht hij over-
onderweg.
dag zijn weg en elke avond een bed. Zijn boek is een aanstekelijk verslag van zijn ervaringen;
272 biz.
een aanrader voor zowel
Ook verkrijgbaar in de boekhandel
I S B N go
wandelaars als thuisblijvers.
UITGEVERIJ
&
VALKHOF P E R S
5625 046 g
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB