San Miguel
de JACOBSSTAF 36 ISSN 0923-1 1458
jaargang 9 - december 1997 verschijnt viermaal per jaar KERN-REDACTIE Cees Hilberdink Peter Jas (eindredacteur) Mireille Madou REDACTIE-ADRES Astronautenweg 5 1622 DA Hoorn = (0229)215 210 BIJDRAGEN Mieneke Jas, Mireille Madou, Rita Sibie, Cor van Vliet, José Wienk
GRAFISCHE VERZORGING Ruud Conens (logo), Diedenk Jas DRUK Koopmans' drukkerij, Hoorn Kopij, voor de Jacobsstaf bij voorkeur op schijf (IBM-format 3,5'j of 5,25") in WP 5.1 insturen naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten, zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. O Nederlands Genootschap van Sint Jacob
BESTUUR mw. K. van den Berg, voorzitter mw. M. Madou, vice-voorzitter mw. H. Pouderoyen, bestuurs-secretaris H. van Bemmel, tweede secretaris J. van der Meulen, secretaris internationaal J. Hoffman, penningmeesterliedenadministratie
N. Zijp,
ledenservice
PENNINGMEESTER-ADRESWIJZIGINGEN p/a Margriet 39 7772 NC Hardenberg a (0523)267 325
Postbank: 515.11.46 t.n.v penningmeester Nederlands Genootschap van Sint Jacob
ADRESSEN BESTUURS-SECRETARIAAT pla Fazantenkamp 576 3607 DG Maarssenbroek = (0346)569 133 SECRETARIAAT INTERNATIONAAL pla Hagelweg 8 5801 HC Venray = (0478)584 145
LEDENSERVICE Inlichtingen over het genootschap, aanmelden als lid, insturen compostela's pla Dijkschouwerslaan 123 1785 HP Den Helder =(0223)632 572
138 Paray-Le-Monial 139 Arles - Romaanse renaissance Cor van Vliet
148 Credo van de apostelen 150 San Miguel in Excelsis Mireille Madou
163 Via de la Plata 164 De heilige Rochus in Negombo Rita Sibie
165 Jacobusboek Mieneke Jas
167 Camino door Burgos José Wienk
173 GENOOTSCHAP
VAN SINT JACOB
- Verslag najaarsvergadering - Sefior Santiago - Regio's Via de la Plata, Cáparra, Romeinse tnomfboog met twee doorgangen
Dit type
Spanle (foto José Wrenk)
IS
uniek voor
Afbeelding omslag 22 Februar 1994, 12 00 uhr 'Zwischen Xanten und Birten' Uit Fernwechsel (foto Hans Michael Schulz)
PARAY-LE-MONIAL
Paray-Le-Monial, gezicht op het koor van de Sacré-Coeur. (foto Mieneke Jas)
In Paray-Le-Monial waren in de basiliek op verschillende plaatsen teksten aangebracht, in de kooromgang vonden we de volgende tekst: Wandelen, langzaam lopen, de weg volgen, zoals pelgrims komend om naar de monniken te luisteren die Gods lof zingen. Het schip van de kerk ontdekken en beschouwen in al zijn onderdelen van zuilen, gewelven en bogen.
ARLES ROMAANSE RENAISSA NCE CORVAN VLIET
Er bestaat een gezegde dat luidt: 'Alle wegen leiden naar Rome'.Dat dit gezegde eveneens opgaat voor Santiago de Compostela zijn we ons terdege bewust. De meeste pelgrims uit onze contreien kiezen voor de 'jacquaire' over Parijs of Vézelay. Voor kunstminnenden is de zuidelijke route vanaf de startplaats Arles om meer dan één reden aanbevelenswaardig. Het beeldhouwwerk aan het portaal van de Saint-Trophime is zo goed als ongeschonden bewaard. Na de in 1995 uitgevoerde reiniging is het tyrnpaan van de kerk meer dan ooit een schitterende parel aan de kroon van de Provençaalse middeleeuwse kunst. Het kloosterpand van Saint-Trophime is een der fraaiste in zijn soort. Als we ergens in Frankrijk de romaanse kunst in haar volle rijpheid kunnen bewonderen dan is dit in Arles. De teleurstellende ervaring van Katrina van den Berg ten spijt willen we hier een lans breken voor een bezoek aan de Saint-Trophime om er in de eerste plaats het portaal van deze kerk te bekijken.
De monumentale beeldhouwkunst aan het portaal van de Saint-Trophime te Arles sloot zich betrekkelijk laat (in 1190) aan bij de romaanse decoratiedrift. Aan het eind van de twaalfde eeuw waren de campagnes van de grote romaanse bouwplaatsen immers al geruime tijd voltooid. In 1145 sloot Autun de imposante rij af, die zo triomfantelijk in 1120 begonnen was te Moissac. De kerk van Arles nam al in de eerste jaren van het vroege christendom een prominente plaats in. Constantijn riep in 314 de eerste synode van Arles bijeen. In 450 wendden Provençaalse bisschoppen zich tot paus Leo I met het verzoek aan Arles de aartsbisschoppelijke zetel toe te wijzen. Geheel in de lijn der traditie zag de stad het politieke overwicht gecontinueerd in een religieus. Vanaf 683 zou de aartsbisschoppelijke zetel evenwel meer dan een eeuw onbezet blijven. Invallen van Saracenen, Hongaren en Noormannen verlamden de Provence. Ruim twintig Provençaalse cathedra bleven onbezet. De stad Nice zou zelfs tot 999 (dus gedurende ruim drie eeuwen) verstoken blijven van episcopale leiding. De leemte laat zich ongetwijfeld vertalen in een verontrustende terugval, in eerste instantie van zielzorg maar ook van kerkenbouw. Een dokument uit 972 spreekt weer voor het eerst van Arles. Met de ontwapenende onbeschaamdheid, sloot de kerk van Arles bij voorbaat iedere discussie over het primaatschap uit, zich beroepend op de apostolische herkomst van de schutspatroon, de heilige Trophimus (die we verder bij zijn Franse naam Trophime zullen noemen). Hij was door de paus uitgezonden om Gallië te evangeliseren. Een geschrift vermeldt dat de taak werd verdeeld over zeven missionarissen. Onder de zeven: saint Austremoine, saint Paul, saint Denis en saint Trophime, heiligen wier kerken we heden ten dage nog kunnen bezoeken. Een dokument uit 417, waarin de bisschop van Arles het zieleheil van Gallië wordt toevertrouwd, spreekt voor het eerst over Trophime. Trophime zou degene zijn die in de bijbel voorkomt als volgeling van de apostel Paulus en metgezel van Petrus. De kerk in Arles speelde nog een ander belangrijk gegeven uit. Trophime was via zijn moeder verwant aan Stefanus, de eerste martelaar van de kerk wiens relieken reeds vroeg in Arles werden vereerd. In het jaar 46 te Arles aangekomen zou Trophime op de begraafplaats Alyscamps volgelingen om zich heen hebben verzameld, waarmee een directe brug werd geslagen naar Rome waar de eerste christenen zich in de catacomben verenigden. Een ander tastbaar argument ten voordele van Trophime leverde de abdij te Montmajour waar de in rots uitgehouwen zetel van Trophime werd getoond. Daarop zou de heilige hebben plaatsgenomen na zijn vlucht voor opstandige heidense geestelijken. Tegen het eind van zijn leven besloot saint Trophime Alyscamps te wijden. Tijdens de ceremonie, in tegenwoordigheid van de regionale hoge geestelijkheid, verscheen Christus. Rond de afdruk van zijn knie verrees een kapel. Na een leven van onver-
moeibaar bekeren stierf bisschop Trophime in Arles en vond een laatste rustplaats in Alyscamps. In de middeleeuwen trok de dodenstad veel bedevaartgangers die voor hun devotie uit niet minder dan zeventien kapellen konden kiezen.
Arles, Saint-Trophime, Westpoltaal ca. 1180 (foto Cor van Vliet)
De adembenemende climax van het Laatste Oordeel vangt aan in het tympaan. Engelen kondigen de ceremonie aan met trompetgeschal. Het hooggerechtshof, onder voorzitterschap van Christus zelf, is bijeengekomen. Na zovele eeuwen staat de mens oog in oog met de gekroonde Schepper. Binnen enkele ogenblikken zal uit het boek op Christus' knie duidelijk zijn wie is uitverkoren en wie verdoemd. Het oordelende college bestaat, naast Christus, uit de vier evangelisten, uitgebeeld in symbolische gestalten: Mattheus als mens. Johannes als adelaar, Lucas als stier en Marcus als leeuw. Apostelen aan Christus' voeten zijn als getuigen aanwezig. De apostelen verbinden de twee uitgebeelde thema's: die van het Laatste Oordeel van Mattheus en het visioen uit Openbaring. Engelen overzien de zitting vanuit de hemelboog. De voorstelling is een vafiatie op het timpaan van het koningsportaal te Chartres. De verhouding tussen de bovenste en de onderste dieren is karakteristiek. Vanwege de beperkte ruimte boven in de cirkel zijn de figuren ter weerszijden van Christus' schouders beduidend kleiner dan de onderste. De koppen van de onderste
dieren zijn naar Christus toegewend, de lichamen niet. Het in Arles bereikte evenwicht met de ook op Christus gerichte lichamen geeft het tafereel meer zeggingskracht. De beheersing van het dwingende ruimtevlak blijkt uit de afmetingen der vier dieren. Het Christushoofd breekt door de ornamentatie en tekent zich er plastisch tegen af. Bij het geluid van de aankondigende trompetten staan .doden op uit de graven. Het oordeel is geveld en een engel presenteert de zielen der uitverkorenen aan de in het paradijs verpozende aartsvader Abraham met naast hem Izaäk. De vaders houden enkele uitverkorenen in de schoot. In de voorstelling opgenomen bomen vetwijzen naar het paradijs. Alvorens zich bij Abraham te voegen heeft een rij uitverkorenen zich in de wachtkamer van het paradijs opgesteld. De keerzijde van een eeuwig leven voltrekt zich aan de tegenoverliggende zijde van het portaal.
Arles, Saint-Trophime, detail Westportaal, engel bij hemelpoort (foto Cor van Vliet)
Een engel met een zwaard en een stok houdt de wacht voor de ingang van het paradijs. Twee wachtende geestelijken slaan de hand voor de ogen, zij beseffen dat hun de toegang is ontzegd. Langzaam dringt de verschrikkelijke waarheid door. De veroordeelden grijpen elkaar vast in een vertwijfelde poging tot steun. Uiteindelijk is men bij de hel aanbeland. In twee rijen boven elkaar ondergaan de verdoemden hun straf. Uiterst rechts braakt een op een drietandige stok leunende duivel een slang. De slang belaagt een vrouw. Even verderop kruipen padden over het gezicht van een andere vrouw. Een tweede duivel houdt twee veroordeelden, met het hoofd omlaag, met de armen omklemd. De verpersoonlijking van het kwaad staat, op een door een
wulpse naakte vrouw bereden, monster. Het hoofd van de vrouw bevindt zich tussen de gespreide benen van de duivel. Een niet mis te verstane voorstelling van wellust. Het kan geen kwaad ons eerst opnieuw te oriënteren. We bevinden ons aan de rechter zijde van het portaal (om de hoek dus) en zijn via de fries met veroordeelden afgedaald ter hoogte van de rechter sokkel. We gaan nu naar de twee grote staande beelden haaks op de ingang, links. Boven de hoofden zien we een smalle rand sculptuur. Welnu ter rechter zijde, boven de gecanneleerde pilaster, is het kapiteel waar we onze weg vervolgen. Het kapiteel introduceert thema's uit de jeugd van Jezus. In het midden kondigt aartsengel Gabriël Maria de geboorte aan. De beeldhouwer heeft zich bij de houding van de engel met de herautstaf laten leiden door de sarcofaagkunst. Jozef droomt dat een engel hem het goddelijke moederschap van Maria onthult. Het verhaal gaat verder op het kapiteel er recht tegenover, aan de andere kant van de portaaldeur. Een intiem familietafereel: de geboorte van Jezus. Een uitgeputte Maria heeft nog geen oog voor haar zoon. Jozef is niet bij de les, het lijkt of hij de boodschap van de engel nog niet kan bevatten. Het kind kijkt monter, een slechts uit een os en een ezel bestaande, wereld in. Het eerste bad wordt iconografisch verbonden met de doop, getuige de duif boven het hoofd van het kind. Het tafereel ademt de sfeer van onbevangenheid na een geslaagde geboorte. Met de mouwen opgestroopt poedelen kraamvrouwen de pasgeborene. Jezus is al voorzichtig het zegenende gebaar aan het oefenen. Als we de chronologische volgorde willen vasthouden moeten we weer terug naar de rechter hoek van het portaal. We ontmoeten daar een op een staf leunende herder met een hond en schapen: aankondiging aan de herders. Er is opvallend veel plaats ingeruimd voor de drie koningen, nu weer aan de andere zijde van het portaal. Herodes met een redelijk groot zwaard op zijn schoot ontvangt hen aan zijn hof. Na het bezoek vertrekken de drie koningen te paard naar Bethlehem, een bediende torst een kist met geschenken. Aan de tegen overliggende portaalnis, het tafereel van de aanbidding der drie koningen. De scenes zijn, als op een antieke sarcofaag in een decor met arcades en pilaren, naast elkaar uitgebeeld. Links Maria en haar kind; de baby is wonderbaarlijk snel opgegroeid tot een kleine jongen. De eerste koning, kroon op het hoofd, vereert Jezus in geknielde houding. De volgende twee, wijzen naar het kind. De linker koning spoort de andere aan haast te maken. Uit eerbied dragen ze de geschenken met bedekte handen. Hier zien we de paarden die, keurig boven elkaar geplaatst, de komst van hun berijders afwachten. De heren zijn in een vorstelijke slaap gevallen. Drie gekroonde hoofden steken boven het dekbed uit. De engel ernaast waarschuwt hen niet naar Herodes terug te keren. Jozef en Maria vluchten met het kind naar Egypte (we zijn weer terug aan de andere portaalzijde). Buiten zinnen van woede heeft Herodes opdracht tot de kindermoord gegeven. De soldaten zijn gekleed in twaalfde-eeuwse wapenrokken. Deze scene sluit de reeks over de Jezus' jeugd af. Episodes uit het verdere leven van Christus zoals de passiegeschiedenis ontbreken.
We dalen nu de gevel af naar het register met de standbeelden. Achter zes met kapitelen bekroonde zwarte zuilen, die de friezen met de uitverkorenen en verdoemden ondersteunen, heeft de bouwmeester tien rechthoekige nissen gevormd tussen gedecoreerde vierkante pilasters. Het geheel vetwijst naar een antieke tempel. De kanunniken van Arles presenteren de huns inziens tien belangrijkste menselijke vertegenwoordigers van de kerk. De beelden zijn in volgorde van hiërarchie naar Christus gerangschikt' de voornaamste onder het timpaan met Christus. De apostel Petrus voert het gezelschap aan. In de rechter hand twee sleutels en in de linker een boek met de volgende tekst: 'Criminibus demptis reserat petrus astra redemptis," ofwel: "Petrus leidt diegenen naar de hemel wier zonden zijn kwijtgescholden." Naast Petrus staat Johannes de Evangelist, zijn vinger wijst naar de tekst: "Hier is Johannes, de geliefde discipel van Christus, gebeeldhouwd." Het gladgeschoren gezicht geeft zijn jeugdige staat aan. Paulus, herkenbaar aan zijn kale hoofd, staat tegenover Petrus. Hij houdt een spreukband op met de volgende tekst: 'Lex Moisi celat quod Pauli enz." ofwel: "de wet van Mozes verbergt wat het woord van Paulus onthult. Het door hem in Sinaï verstrekte graan is meel geworden." Deze toespeling op een verband tussen het Oude en Nieuwe Testament komt ook tot uiting in het vermaarde "mystieke molen-kapiteel" in Vézelay. Naast Paulus, staat apostel Andreas Hij houdt de rechter hand omhoog. De begeleidende tekst is onleesbaar. De ereplaats van Andreas vloeit waarschijnlijk voort uit diens populariteit bij de bedevaartgangers. Het voert te ver om ieder beeld te beschrijven. Ze trekken in alle rust aan Uw ogen voorbij te beginnen met Sint-Jacob de Meerdere, Bartholomeus, Sint-Jacob de Mindere en Filippus. Na de ingetogen meditatie van de beeldengalerij (het voorportaal van de hemel) staan we oog in oog met onze eigen wereld. Aan het onderste deel van de gevel, de basementen (het Romeinse theater heeft als groeve geArles, Samt-Trophrme, detail Westportaal, srnt Jacob diend voor de blokken marmer) is de (foto Cor van ~ l r e t ) mens op zinnebeeldige wijze gewikkeld in zijn strijd tegen de zonde. Voortdurend gewezen op de verleiding waaraan hij bloot staat, ziet de sterveling zich geconfronteerd met een uit steen gehouwen reeks waarschuwingen. Afzichtelijke leeuwen verslinden hardnekkige zondaars, "Waakt, de duivel tracht U te verscheuren als een brullende leeuw." Simson weerstaat de zonde. Hij gaat de strijd met de leeuw aan en bedwingt het beest met zijn fysieke kracht.
Ook deze christelijke kampvechter zal evenwel in zonde vallen. Hij legt letterlijk het hoofd in de schoot, maar wel in de schoot van Delila. Simson's lange haar, symbool van kracht, hangt naast Delila's heupen. Een kamermeisje knipt geniepig zijn haar af.
De gevel hult zich plots in de verrukking van tastend strijklicht. Voor middeleeuwse ogen niet minder dan een manifestatie van Gods tegenwoordigheid. Na de vergeefse poging van Simson zal Daniël er in slagen de zonde te overwinnen. De leeuwen hebben zich aan Rem onderworpen, ze geven hem zelfs een poot. Het strijklicht betovert.
Arles, Saint-Trophlme, detail Westportaal, uitverkorenen (foto Cor van Vliet)
De ogenschijnlijk ongeïnspireerde gelukzaligen komen los van het gebouw. Eensgezind, met de handen op de rechter schouder van de voorganger zet de processie uitverkorenen zich in beweging. Vier vrouwen, in blijde verwachting (?) sluiten zich aan. Veroordeelden hebben zich definitief van het paradijs afgewend en men begeeft zich op weg naar de hel. Niets blijft hen bespaard. Na de vernedering van de ontkleding hebben duivels hen aan de ketting gelegd, vlammen likken aan de benen. Aan de binnenhoek van de noordzijde van het westportaal staat saint Trophime patroonheilige van de kerk. Zijn plaatsing rechts ten opzichte van Christus benadrukt zijn belangrijke positie.
Arles, Saint-Trophime, detail Westportaal, verdoemden (foto Cor van Vliet)
Nauwkeurige studie van lichtval bepaalde de vormgeving van gewaadplooien en de toegepaste perspectivische verhoudingen. Als uitdrukking van zijn bisschoppelijke status is hij afgebeeld in vol ornaat, de staf in de linker hand. Engelen plaatsen de mijter op zijn hoofd. Achter zijn schouders kijken geestelijken toe. Hij draagt het aartsbisschopppelijke hoogwaardigheidsteken, het pallium. In het pallium is de volgende tekst gegraveerd: "Men bemerkt hier een uitzonderlijk mens, Trophime een der 72 discipelen van Christus.". De zondeval van Adam en Eva speelt zich af aan de schaduwrijke noordzijde waar de zon zich uitsluitend bij het begin van de zomer manifesteert. Eva plukt de verboden vrucht en Adam raakt zich bewust van zijn naaktheid. De slang van het kwaad kronkelt zich om de boom der kennis van goed en kwaad. Aartsengel Michael weegt de zielen. Nu zal blijken wie wel en wie niet de hemel verdient. Een op de rug geziene naakte man met gespreide benen en het hoofd in de nek draait zijn hoofd "en profil". Hij draagt een Phrygische muts, attribuut van heidense goden in de middeleeuwse kunst. De figuur draagt kleine mannetjes op zijn schouder met het hoofd omlaag, als afgeschoten wild. De hoofden der mannetjes zijn omgedraaid en kijken de toeschouwer aan. Dit unieke tafereel waarin de assistent van Michael wordt opgevoerd is een christelijke bewerking van de antieke Hercules.
Arles, Saint-Trophime, detail WestporTaal, wegen der zielen (foto Cor van Vliet)
De gevel in z'n geheel overziend kan worden geconcludeerd dat de Saint-Trophime een, praktisch ongerept, erfgoed vertegenwoordigt. Het gebeeldhouwde programma is op academische wijze rond de centrale Christus opgebouwd. In boven elkaar geplaatste horizontale geledingen ziet de toeschouwer van onder naar boven respectievelijk zijn eigen zondige leven, voorts de jeugd van Christus en tenslotte de toekomst, in hemel of hel, van de mensheid. De horizontaliteit is verbonden met de halve cirkel van het timpaan via de verticaliteit van bemiddelende heiligen. Ofschoon de kwaliteit van de sculptuur wellicht, door een zekere clichématigheid, achterblijft bij andere monumentale werken, blijft het totaalconcept. onverminderd boeien. Saint-Trophime blijft trekpleister voor kunstliefhebbers en toeristen. Tot op de dag van vandaag mengen zich pelgrims, Jacobsgangers op hun lange weg naar Santiago de Compostela, onder de talloze bezoekers.
-Matthias: Het eeuwig leven
Credo van de apostelen Voorspellingen door de profeten:
- Dan zullen velen, die in het stof der aarde slapen, ontwaken: dezen ten eeuwigen leven, anderen tot smaad en eeuwige schande. Daniël 12, 2. - Ik zal uw spieren opleggen, vlees over u laten groeien, een huid over u heen trekken en een geest in u storten, opdat gij levend wordt. Ezechiël 37, 6.
Van de hier gepubliceerde (en te publiceren) prenten zijn enkele ontworpen door Maarten de Vos en gegraveerd door Jacobus de Weert. De meeste zijn vermoedelijk het werk van de Antwerpse meester Hiëronymus Wierix (15531619) die ze ook drukte en uitgaf.Een reeks oorspronkelijke prenten wordt bewaard in het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit te Leiden.
SAN MIGUEL IN EXCELSIS
Sint Michiel in de Hoogte is het heiligdom van de aartsengel. Het is gelegen op bijna 1300 meter in de bergketen van Aralar in Navarra. Als men vanuit Gaceo de weg volgt, richting Pamplona, komt men na ruim dertig kilometer in het dorp Huarte Araquil (Uharte Arakil in het Baskisch). Daar begint de bergweg die na ongeveer vijf kilometer uitmondt bij het kerkje van San Miguel. Het panorama dat zich op deze plaats voor het oog ontvouwt is overweldigend, Navarra ligt daar beneden in al zijn groene pracht. Alleen al deze aanblik is de klim naar San Miguel in Excelsis waard. Maar, zoals men wel kan vermoeden, is er op de hoogte van Aralar nog meer te zien en te beleven dan het adembenemende vergezicht. Er is de legende van de aartsengel en er is zijn beeltenis. Zijn heiligdom herbergt tevens een van de beroemdste kunstschatten van Europa.
O Sint Michiel De aartsengel Michaël of Michiel is de bewaarengel van Navarra en van de hele Baskische bevolking door wie hij Mikel genoemd wordt. In de bijbel wordt Michaël voor het eerst vermeld door de profeet Daniël: "Doch zie, Michaël, een van de aartsengelen kwam mij ter hulp" (Dan. 10, 13). "En niemand helpt mij tegen hen dan Michaël, uw schutsengel" (Dan. 10, 21). In het boek der Openbaringen staat geschreven: "Toen barstte een strijd in de hemel los: Michaël met zijn engelen streed tegen de Draak" (Openb. 12, 7). In de minder bekende brief van de apostel Judas Thaddeus uit het Nieuwe testament treedt de aartsengel eveneens op als een autoriteit (Judas, 9). Alle genoemde teksten tonen sint Michiel als iemand die steun biedt, die krijgshaftig en moedig is en ook machtig. Zijn naam betekent: "wie is als God". Sinds onheuglijke tijden werd zijn bescherming ingeroepen tegen alle vormen van kwaad en speciaal tegen de aanvallen van de duivel. Bij het laatste Oordeel .is hij degene die de satan bedwingt en de zielen redt van de vlammen van de hel, nadat hij ze eerst op hun verdiensten heeft gewogen. Kortom, hij is de veldheer, de waker bij het paradijs, de zielenweger en de bemiddelaar tussen de aarde en de hemel. De verering van sint Michiel begon in Egypte in de loop van de 4de eeuw. In het Westen is de cultus ontstaan na drie beroemde verschijningen. Volgens de traditie verscheen de aartsengel in 492 op de Monte Gargano in Apulië (Italië) en omstreeks 573 op de Mons tumba, thans de Mont Saint-Michel, in Normandië (Frankrijk). Ten tijde van de heilige paus Gregorius de Grote (+ 604) verscheen hij circa 590 te Rome op het grafmonument van keizer Hadrianus dat sindsdien de Engelenburcht heet. Het was vooral Karel de Grote die de verering van Michaël propageerde in zijn hele rijk. Daar de aartsengel steeds verschenen is op een hoogte werden zijn heiligdommen vrijwel altijd gebouwd op een bergtop, een hoog gelegen stadsgedeelte of werd in de kerktoren (of op de tribune van het westwerk) een Michielskapel ingericht. Op de weg naar Santiago zijn het meest bekend en beroemd: Saint Michel dlAiguilhe in Le Puy en de kerk van San Miguel in Estella. Niet al te ver verwijderd van León, ligt het wondermooie San Miguel de Escalada, verborgen in de heuvels. De ligging van San Miguel in Excelsis vormt dus geen uitzondering op de gevestigde traditie. O De legende Er was eens een ridder, een telg uit een voornaam geslacht. Zijn naam was Teodosio de Goñi en hij was getrouwd met Constanza. Door de visigotische koning werd de ridder naar Afrika gestuurd om er tegen de Moren te vechten. Zijn ouders waren, tijdens zijn afwezigheid, bij Constanza komen wonen. Na zijn dienst in Afrika vervuld te hebben keerde Teodosio terug naar huis, naar Goñi in Navarra. In de buurt van zijn kasteel ontmoette hij een man die er als een eremiet uitzag. Deze vertelde de heer van Goñi dat Constanza hem ontrouw was geweest. Blind van woede stormde de ridder zijn kasteel binnen, recht naar het
slaapvertrek. Daar zag hij twee mensen in bed liggen en doodde hen terstond met zijn zwaard. Terug op straat kwam zijn vrouw hem tegemoet. Zij was in de kerk gaan bidden voor de behouden thuiskomst van haar echtgenoot. Teodosio vernam tot zijn afgrijzen dat hij zijn eigen ouders had gedood. Het was de duivel die hem had misleid. De edelman ging onmiddellijk zijn vreselijke zonde biechten bij de parochiepriester. Deze stuurde hem naar Rome opdat de paus voor die gruwelijke misdaad een boete zou opleggen. Teodosio kreeg een zeer zware penitentie: geboeid met ijzeren ketens en beladen met een groot kruis moest hij ronddolen totdat God hem vergiffenis zou schenken. De ridder begaf zich naar zijn geboortestreek en bleef geketend dwalen in de bergen van Aralar, wachtend op een teken uit de hemel. Op zekere dag stond hij plots oog in oog met een afschuwelijke draak die in een van de grotten huisde. In doodsangst riep Teodosio uit: "Sint Michiel, bescherm mij!" En zie, vanuit de hemel daalde de aartsengel neer. Hij droeg met beide handen een kruis boven het hoofd en bij de aanblik daarvan stortte de draak dood neer. Op hetzelfde ogenblik vielen de ketenen van de ridder af. Dit mirakel gebeurde in het jaar 714. Het vervolg van het verhaal is niet moeilijk te raden. Teodosio de Goñi bouwde ter plaatse een kerk ter ere van sint Michiel, leefde nog enkele jaren in gebed en boete en werd na zijn dood in zijn kerk begraven. O Ontstaan van de legende In de ruwe bergstreek van Aralar waren veel grotten en rotskloven. Het viel de volkse verbeelding niet moeilijk zich een daarin levende draak voor te stellen. Verder was er een lokale traditie over een eremiet die daar in de eenzaamheid had geleefd.
De misdaad, door de edelman gepleegd, is ontleend aan de legende van de heilige Julianus de Herbergzame. Deze had in een gelijkaardige situatie zijn ouders vermoord. Als boetedoening had hij zijn verdere leven gewijd aan het overbrengen van reizigers en pelgrims over een stroom door middel van een roeibootje. Julianus werd aldus patroon van pelgrimshospitalen en zijn verering genoot ook bekendheid in de streek rond Pamplona. De kerk van het nabijgelegen Ororbia kreeg in de eerste helft van de 16de eeuw een nieuw retabel met daarop de hele legende van sint Julianus geschilderd. Een eerste versie van de legende met de verschijning van de aartsengel Michaël werd te boek gesteld in 1534. De tekst werd enkele malen gekopieerd maar het verhaal kende vooralsnog weinig bijval. Eerst in de 18de eeuw groeide de belangstelling ervoor en na de publicatie in 1774 twijfelde niemand meer aan de echtheid van de gebeurtenissen. Vermoedelijk uit de 18de eeuw stamt de identificatie van de ridder uit het verhaal met Teodosio de Goñi. Het Navarrese geslacht de Goñi heeft werkelijk bestaan. Vanaf 1396 tot ver in de 16de eeuw zijn geregeld berichten over deze familie te vinden in documenten van diverse aard. Het wapenschild van de familie toont een draak en een gebroken ijzeren ring. Dit wapenschild biedt de sleutel tot de identificatie van deze familie met hun legendarische voorvader Teodosio. De populariteit van de legende en het feit dat de naam van de held bekend was hebben bijgedragen tot een nieuwe bloei van de devotie tot de aartsengel Michaël in het heiligdom van Aralar.
-O De kerk op de bergtop van Aralar Over de stichting van de kerk van San Miguel in Excelsis bestaan geen geschreven bronnen. Archeologische opgravingen hebben echter de bewijzen geleverd dat op deze plaats reeds in de 9de eeuw een heiligdom van Karolingische origine bestond. Het gebouw werd in de loop van de 10de eeuw grotendeels vernield en tijdens de I l d e eeuw heropgebouwd. Het koor werd gewijd in 1074 Verschillende koninklijke geschriften uit de I l d e eeuw tonen aan dat de vorsten van Navarra de verering van sint Michiel zeer bevorderden Geregeld deden zij belangrijke schenkingen aan de kerk van San Miguel in Excelsis waaraan intussen een klooster verbonden was. De monniken volgden de regel van de heilige Augustinus. Een grote bouwcampagne greep plaats in de 12de eeuw. Ze werd mogelijk gemaakt door milde koninklijke giften. In 1141 wijdde men de nieuwe kerk. Het gebouw bestaat uit een porche of narthex met de ingang aan de zuidelijke zijde. De kerk is driebeukig en eindigt aan de oostkant in drie halfronde absiden. Een koepel op trompen bekroont de viering. In het midden van de hoofdbeuk is een kleine kapel gebouwd om de monniken toe te laten ongestoord het koorgebed te bidden. Immers, de vele pelgrims die de aartsengel kwamen vereren, maakten hun rondgang door het kerkgebouw. Reeds in de 12de eeuw was San Miguel in Excelsis of San Miguel de Aralar het meest bezochte bedevaartsoord in Navarra. De architectuur van de kerk is zeer sober gehouden en een gebeeldhouwde versiering ontbreekt geheel. Vanaf de late middeleeuwen werd het bouwwerk om redenen van allerlei aard slecht onderhouden en kwam te vervallen. Eerst tussen 1969 en 1973 werd het grondig gerestaureerd en tot op heden onderneemt men gereBinnenkapel met altaar van Sint Michiel (foto geld onderhoudswerkzaamheden. Mireille Madou Op de plaats van het vroegere klooster-
complex staan thans de pastorie, een gastenverblijf en een ruime ontvangstzaal (met bar!) ten behoeve van de pelgrims en andere bezoekers van het heiligdom. O De verering van sint Michiel in Aralar Zoals reeds gezegd, trok het heiligdom van San Miguel in Excelsis vanaf het begin een menigte pelgrims aan. Om de devotie tot de aartsengel te propageren richtte men in de 12de eeuw een broederschap op. De statuten ervan werden geregeld
herzien en aangevuld met veel geestelijke voordelen in de vorm van aflaten. Naar men zegt telde de broederschap duizenden leden. Vanaf de 14de eeuw begon het pelgrimsaantal af te nemen. In de 18de eeuw echter kreeg de devotie nieuwe impulsen. Dit hing samen met de verspreiding van de legende van Teodosio de Goñi, zoals hierboven is uiteengezet. In de kerk bewaarde men een beeld van sint Michiel dat het concrete voorwerp van de verering uitmaakte. Een bericht uit 1620 meldt dat een poging tot het stelen van het beeld verijdeld werd. In 1687 maakten twee dieven er zich alsnog meester van. Na een dag werden ze gesnapt doch men kon enkel het hoofd van het beeld terugvinden. Men mag aannemen dat daarna een nieuwe beeltenis werd vervaardigd. Het huidige beeld is in Pamplona gemaakt en dateert uit de 18de eeuw (1756 of 1776). Het werd, samen met alle liturgische voorwerpen uit de sacristie, in 1797 gestolen door zeven rovers. De buit werd evenwel snel teruggevonden. In alle gevallen hadden de dieven zich laten misleiden door het kostbare Cultusbeeld uitzicht van de engelenfiguur. Het devotiebeeld is in totaal 68 cm hoog.Het steldt de aartsengel voor met gespreide vleugels, gehuld in een zwierig barok gewaad en staande op een rond voetstukje. Boven zijn hoofd houdt hij met beide handen een kruis dat op een voet is geplaatst. Het beeld bestaat uit een houten kern die volledig beslagen is met verguld zilver. Op de plaats van het hoofd is er een ovale cabochon of halfrond geslepen bergkristal aangebracht. Op de borst is een kleinere ovale cabochon ingezet. Het is niet duidelijk of er achter die bergkristallen "venstertjes" iets te zien is. Het kruis boven het hoofd van Michaël bevat, goed zichtbaar, een relatief grote reliek van het Heilig Kruis. Dit beeld wordt in de streek rond het heiligdom, het hele jaar lang, van dorp naar dorp gedragen. Eenmaal per jaar is het ook in Pamplona. In de kerk boven staat een kopie. Op het feest van de aartsengel, 29 september, wordt het echte beeld vanuit Huarte Araquil naar boven gedragen. Uiteraard wordt bij die gelegenheid een plechtige liturgie gevierd.
In de kerk van San Miguel in Excelsis bestaan nog een tweetal volkse bedevaartsgebruiken. Het eerste ritueel speelt zich af in de narthex. Links van de toegangsdeur tot de kerk hangen twee zware ketens aan de muur vast. Het zijn, volgens de legende, de ketens waarmee Teodosio de Goñi jarenlang ronddoolde tot ze op mirakuleuze wijze gebroken werden en van hem af vielen toen sint Michiel hem verscheen. Driemaal onder de ketens doorgaan is gebruikelijk. Op die manier kan men zich verzekeren van een hemelse bescherming. Het ander ritueel grijpt plaats in de kleine binnenkapel. Rechts, naast het altaar, bevindt zich een gat in de mud. Dat zou de opening zijn van de grot waarin ooit de vreselijke draak huisde. De pelgrims steken hun hoofd in deze opening terwijl ze een credo bidden. Hiermee smeken ze de bescherming af van de aartsengel. Sommige lieden menen vreemde geluiden te horen die uit de rotsspleet naar boven komen.
Deze folkloristische gebruiken getuigen van een traditie die eigen is aan het NavarreSe heiligdom maar die (helaas?) stilaan uitsterft. O Een iconografische bijzonderheid Het is van belang op te merken dat de beeltenis van sint Michiel in Aralar geheel afwijkt van de gebruikelijke en bekende voorstellingswijzen van de aartsengel. Omwille van de functies die in de bijbelse - en ook in de apokriefe - teksten aan hem worden toebedeeld is Michaël meestal afgebeeld als een krijger, geharnast en gewapend, vaak met de helse draak aan zijn voeten. Hij is immers de veldheer van het leger der engelen en de hemelse wachter bij het paradijs. Bij zijn taak als zielenweger gaat hij gekleed in een lang gewaad of draagt hij de liturgische witte albe en daarboven een koorkap. Nergens draagt hij een kruis boven het hoofd. De voorstelling in Aralar komt geheel overeen met de beschrijving van Michaëls verschijning bij de redding van de legendarische Teodosio de Goñi. Men zou denken: dat is logica zelve. Eerst komt het verhaal, daarna komt de illustratie ervan. Het is evenwel niet zo eenvoudig als het lijkt. De uitzonderlijke voorstelling van Michaël met het kruis bestond reeds in de 12de eeuw. Aan het portaal van de romaanse Sint-Michielskerk van Berrioplano, een zestal kilometer ten noordwesten van Pamplona, bevindt zich een kapiteel met daarop de aartsengel. Hij staat met gespreide vleugels en houdt met beide handen boven het hoofd een wereldbol voorzien van een kruis. Een ovale holte, als van een cabochon, neemt de plaats in van het gelaat. De auteur die in 1534 het mirakelverhaal te boek stelde moet deze sculptuur hebben gekend. Men mag ook veronderstellen dat hij het hierboven reeds genoemde Julianusretabel in Ororbia gezien heeft. Dit dorp ligt niet ver van Berrioplano. Bij de samenstelling van zijn tekst heeft hij gebruik gemaakt van de Berrioplano, Romaans kapiteel plaatselijke tradities en van wat in zijn omgeving te zien was. De 12de-eeuwse voorstelling wijst er ook op dat de verering van de aartsenge11 Michaël in de bergen van Aralar, en in heel Navarra, zeer ver teruggaat. Hoogst waarschijnlijk bezat de kerk van San Miguel in Excelsis reeds in de middeieeuwen een beeld van de patroonheilige, waarop de 18de-eeuwse kunstenaar zich wellicht heeft geinspireerd.
Behalve het beeld van sint Michiel bezit de kerk nog een kostbaar stuk edelsmeedwerk dat thans als retabel achter het hoogaltaar is opgesteld.
U Het retabel In al zijn glorie prijkt daar het meesterwerk van de 12de-eeuwse emailkunst, het beroemde retabel van Aralar. Het is rechthoekig van vorm maar aan de bovenkant vertoont het in het midden een verhoging. Het geheel is 1, l 4 m hoog en 1,85 m breed en is samengesteld uit 39 verschillende platen van verguld koper, vastgenageld op een achtergrond van houten planken.
De platen dragen alle een figuur uitgevoerd in email champlevé. De kleuren zijn overwegend blauw en groen. Er is een weinig wit gebruikt en een heel kleine hoeveelheid rood. De hoofden van alle figuren zijn in reliëf, afzonderlijk vervaardigd en op de hun bestemde plaats gesoldeerd. De achtergrond van de platen is versierd met gegraveerde, door elkaar gestrengelde ranken en bladmotieven. Het hele retabel is daarbij overvloedig bezet met bergkristallen en halfedelstenen. Vermoedelijk werd het kunstwerk in Pamplona vervaardigd en wel tussen 1175 en 1185. De edelsmeden kwamen hoogstwaarschijnlijk uit Limoges. Deze stad was in de 12de eeuw het centrum van de emailkunst in Frankrijk.
Onder het retabel is een drieregelige Spaanse tekst geschilderd. Daaruit leert men onder meer dat het retabel een Mariabeeld voorstelt dat vereerd werd in de kathedraal van Pamplona, waarvan het heiligdom van San Miguel in Excelsis afhankelijk was. Vanuit de duisternis van zijn kapel werd het retabel naar Pamplona gebracht om het te reinigen. Opdat het de devotie zou opwekken werd het teruggeplaatst in de kapel in 1765 De reiniging, waarvan sprake in de tekst, omvatte ook een verandering van het kunstwerk dat oorspronkelijk groter was. Het opgezette stuk met de ronde ornamenten en de koperen lijst die rondom het hele retabel loopt zijn vruchten van de 18de-eeuwse smaak. De reden van de verandering was een aanpassing aan de nieuwe functie van het kunstwerk. Het was oorspronkelijk een antependium of altaarvoorhangsel dat de altaartafel van de binnenkapel versierde. Vanaf 1765 werd het achter de altaartafel (retro tabula) in de hoofdabsis van de kerk geplaatst. Iconografisch en compositorisch zijn echter geen fundamentele ingrepen gebeurd. O Opbouw en iconografie Het retabel is ingedeeld in compartimenten. Het middendeel bestaat uit een rechthoekig veld. Daarin is een mandorla of amandelvormige nimbus geplaatst met de voorstelling van de tronende Maria met kind. De mandorla is langs de binnenzijde omzoomd met een blauw-witte sierband en langs buiten met een dubbele achtlobbige brede boord. In de zwikken tussen de mandorla en de hoeken van de rechthoek bevinden zich de vier evangelistensymbolen. Links en rechts van de centrale afbeelding staan, in twee rijen van drie, in totaal twaalf personages. Ze zijn geplaatst onder boogjes;, gedragen door zuiltjes met opengewerkte schachten. De boogjes van de bovenste rij
zijn bekroond door architecturale motieven. Dezelfde motieven waren aanwezig boven de onderste bogenrij maar zijn bijna geheel verdwenen in 1765. De alsdan toegevoegde strook bovenaan bevat in het midden vijf ovale bergkristallen in kruisvorm geplaatst. Aan beide zijden daarvan staan telkens twee figuren. De overige ruimte is ingenomen door telkens negen ronde, licht bolvormige medaillons, versierd met ranken en bladwerk. Het iconografische programma is opgevat als een Epifanie of verschijning van de Heer. Maria zit op een langwerpig kussen dat neerligt op een boog. Haar voeten rusten op een voetbankje. Het Jezuskind zit op haar schoot, in de vertikale as van haar lichaam Haar linkerhand rust op de schouder van haar kind en haar rechterhand op zijn knie. Het kind houdt de rechterhand zegenend omhoog en omvat met de linkerhand een boek. Beiden dragen ze ruim geplooide en gedrapeerde gewaden en een kroon op het hoofd. Het Mariatype dat hier is afgebeeld is de "Zetel der Wijsheid" of Sedes sapientiae. Maria is de troon waarop Christus, de goddelijke W~jsheid,zetelt. Hij is niet als een kind maar als een (kleine) volwassene weergegeven. Zowel Maria als haar kind glimlachen wat de majestueuze strakheid van het beeldtype meer menselijk maakt. Maria toont haar zoon aan de mensen, zij laat hem verschijnen in zijn glorie. Daarom mag zij tronen in de mandorla, die enkel voorbehouden is aan de godheid. De Griekse letters alfa en omega aan weerszijden van Maria's hoofd verwijzen eenduidig naar Christus de Heer die zegde: "Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde" (Openbaringen 22, 13). De vier evangelistensymbolen benadrukken door hun aanwezigheid deze Epifanie zoals dit ook gebeurt in de tympanen van de romaanse portalen. De ster naast Maria's schouder verwijst naar een andere Epifanie: de verschijning des Heren aan de wijzen uit het Oosten. Onderaan links ziet men de drie wijzen of koningen die hun geschenken komen aanbieden. Rechtsonder bevinden zich de figuren van een engel, een vrouw en een man. De man wordt algemeen geïdentificeerd als de heilige Jozef. Hij is voorgesteld als een jonge man, rijk gekleed in een met bont gevoerde mantel. In zijn linkerhand draagt hij een bloeiende tak en hij houdt zijn rechter, met de palm naar voor, op borsthoogte. Wilde de kunstenaar hier een toespeling maken op de vorstelijke afkomst van Jozef? De bloeiende tak in zijn hand is het kenmerk van zijn uitverkiezing tot bruidegom van Maria. Enkel de staf van Jozef bloeide tijdens de nachtwake in de tempel die met alle andere huwelijkskandidaten werd gehouden. Het is best mogelijk dat de emailplaat met Jozef (?) zich oorspronkelijk het dichtst bij de mandorla bevond. Jozef is immers steeds aanwezig bij de aanbidding van de koningen. De twee overige figuren onderaan stellen de boodschap van de engel aan Maria voor. De emailplaten zijn in 1765 van plaats verwisseld. Beide personages kijken nu
van elkaar weg, wat niet logisch is bij het brengen en ontvangen van een boodschap.
De Annunciatie past in het iconografisch programma van het retabel omdat hiermee het mysterie van de menswording - dit is de verschijning van Christus in de wereld ,een aanvang neemt. De zes figuren op de bovenste rijen stellen apostelen voor. Alleen Petrus is te herkennen aan zijn sleutel. Met de vier kleine figuren bovenaan zijn eveneens apostelen bedoeld.
Het retabel vertoont geen afbeelding van de heilige Michaël. De oorspronkelijke bestemming van dit grote emailwerk was immers niet de kerk van San Miguel in Excelsis maar wel de kathedraal van Pamplona. Het kunstwerk is naar de kerk van Aralar gebracht, vermoedelijk reeds in de 13de eeuw, toen de kathedraal in de gotische stijl herbouwd werd De plechtige, hieratische stijl van het retabel beantwoordde niet meer aan de toenmalige nieuwe smaak. Met de tijdelijke verhuizing naar Pamplona in de 18de eeuw waren de wederwaardigheden van het kunstwerk niet ten einde. In de nacht van 25 op 26 oktober 1979 werd het retabel vakkundig ontmanteld en alle emailplaten geroofd.
Na intensieve speuracties van internationale politiekorpsen werd het in 1981 in de buurt van Rome (op een drietal stukken na) teruggevonden. Het werd gerestaureerd en een jaar later tentoongesteld in Pamplona. De bevolking van de bergstreek van Aralar heeft, na veel moeite, uiteindelijk bekomen dat hun retabel, het grootste Limoges-emailwerk ter wereld, terug kon komen naar Sint Michiel in de Hoogte. Daar kan men het vanop een eerbiedige afstand bewonderen.
Sint Michaël, de aartsengel die op de hoogten vereerd wordt, heeft in Navarra een waardig heiligdom gekregen. De historie ervan is verdoezeld door de legenden maar de artistieke realiteit is tastbaar aanwezig in de architectuur en de edelsmeedkunst. Even reëel is nog de devotie tot de machtige hemelse beschermer van Navarra. De voorraad in het winkeltje bij de bar bewijst afdoende dat er in het hele Baskenland nog veel gepelgrimeerd wordt naar San Miguel in Excelsis in de bergen van Aralar.
VIA DE LA PLATA Tijdens de najaarsvergadering vestigde Jeroen Gooskens de aandacht op de Ruta de la Plata, een route die voert uit de kathedraal van Sevilla naar het noorden. Langs Monesterio, Merida, Cáceres, Salamanca en Zamora naar Astorga en dan over de camino frances naar Santiago; of voorbij Zamora afbuigend naar het westen langs Ourense naar het graf van de apostel. Er zijn een tweetal routeboekjes met vele gegevens beschikbaar Het eerste is niet in de boekhandel verkrijgbaar, dus neem rechtstreeks contact olp met de makers: Amigos del Camino de Santiago de Sevilla, Via de la plata, Paraiso de Sta. Eufremia 27, 41940 Tomares (Sevilla), e(95) 415 44 85. De alternatieve route die vanuit Zamora afbuigt naar Ourense staat beschreven in een boekje van 4. Cerezo, Ca Ruta de la Plata, Camino Mozárabe de Santiago, ISBN 84-8216-031-1, prijs f 39,75. Wie op korte termijn nadere informatie wil hebben kan contact opnemen met: voor lopers: Jeroen Gooskens, (024)358 40 29 Piet Louter, n (072)509 42 10 Aat Paauw-Wilms Floet, (0251)230 266 voor fietsers: Netteke Mertens, (030)229 34 70 José Wienk, e (0316)523 054 In de volgende Staf(maart 1998) zal een artikel worden opgenomen over de: Via de la Plata.
DE HEILIGE ROCHUS IN NEGOMBO
In september van dit jaar was ik met vacantie in Sri Lanka. Mijn eerste vacantiedag bracht ik door In Negombo, een havenstadje, gelegen aan de westkust, aan de noordelijke monding van de 15 km lange Negombo Lagune (Lagoon). Hier bouwden Portugezen en Hollanders (1678, in de tijd van de VOC) een klein fort, waarvan de poort nog te bezichtigen is. Op de nog tot vorig jaar te bezoeken, in de nabijheid van het fort gelegen, Hollandse begraafplaats plaatste men dit jaar een modern gebouw. Negombo was voor Portugese- en Hollandse kolonialen een ideale exporthaven voor kaneel. Het was vroeger (en ook nu nog steeds) een prachtig oord met een weelderige tropische plantengroei; kokospalmbosjes, bananenbomen, etc. In het bijzonder valt in Negombo het grote aantal christelijke kerken op, waarvan de meeste katholiek zijn. In dit deel van Sri Lanka is 70 % van de bevolking katholiek. De St Mary's Church bezocht ik. In de kerk waren veel beelden te zien. Natuurlijk ging ik direct op zoek naar onze Jacobus. Helaas vond ik hem niet. Wel was er tot mijn verrassing een groot beeld van St Rochus met pelgrimsmantel en -staf. Hij slaat zijn mantel open om aldus de pestbuil op zijn knie te laten zien. Een hond met een stuk brood in zijn bek zit aan zijn voeten. Op zijn mantel prijkt een schelp. Rochus zou de zoon geweest zijn van een rijke koopman in Montpellier. Tijdens een pelgrimstocht naar Rome werd hij getroffen door het leed van de lijders aan de pest, een ziekte, die in die tijd heel veel slachtoffers maakte.
Hij deed afstand van zijn bezit om als bedelaar en pelgrim te gaan zwerven. Door zijn gebed en -volgens de legende- alleen door het maken van een kruisteken, genas hij vele zieken, maar werd in Piacenza zelf besmet. Hij trok zich in eenzaamheid terug in een bos. De hond van een vriend voorzag hem van voedsel en likte zijn wonden en een engel bewerkstelligde zijn genezing. Na zijn terugkeer in Montpellier werd hij ervan verdacht een spion te zijn. Hij werd opgesloten in een gevangenis, waarin hij vijf jaar later in 1327 zou zijn overleden. Rochus is de beschermheilige van de pestlijders en wordt afgebeeld als een pelgrim met op zijn hoed of mantel een Jacobsschelp en een hond (soms ook een engel) aan zijn voeten. Hij tilt zijn mantel op om zijn wonden te tonen. Ik probeerde onze gids nog iets te vertellen over de pelgrims, die de tocht naar Santiago de Compostela ondernemen, maar dit verhaal zei hem niets en interesseerde hem ook niet erg, terwijl hij toch katholiek was en elke dag zijn gebeden deed (zoals hij mij vertelde). Volgens mij stelde hij meer belang in de fooi, die hij van mlij hoopte te krijgen.
HANSMICHAEL SCHULZ,Fernwechsel, Gehen - Sehen - Denken - Beten, gebonden 352 pag. 113 kleurenfoto's. 1997 Verlag Manfred Zentgraf. ISBN 3-9285542-12-5 DM 49,80. Een verslag van een pelgrimage. Schrijf je het voor jezelf of schrijf je om het te publiceren? Vaak komt van het een het ander, met alle gevolgen van dien. Hoe dan ook, een dagboek draagt alle gevaren van een ego-document in zich; veel schrijvers van pelgrimsdagboeken ontkomen er niet aan. In tegenstelling tot 'echte' schrijvers kunnen zij zich geen beperkingen opleggen. De lezer krijgt een eindeloze hoeveelheid belevenissen opgedist, overgoten met het gevoelsleven, niet zonder zelfbeklag, van de schrijver. Zo komt het dat dergelijke dagboeken mij vaak vervelen of dat ik ze ge'irriteerd door de omstandige beschrijving van al die gevoelens die ik niet deel, terzijde leg. Een van de beste 'dagboeken' die ik ken ,is Het Graanvogeltje van Kees van Luyn; een schrijver die in zijn reisverslag zelf niet op de voorgrond treedt en zich weet te beperken. Fernwechsel is geen bescheiden boekje. Toch heb ik met plezier in gedachten met de schrijver meegelopen; vanaf Nordhorn, net oostelijk van Twente naar Santiago, via Aken, Dijon, Arles, Jaca, Burgos en León.
Schulz is een internist die een paar jaar vacanties opspaart om uiteindelijk in vier maanden naar Santiago te lopen. Hij schrijft een reisverslag voor zijn achterban. Hij meent dat zijn tocht niet ingegeven is door religieuze motieven; maar zijn spiritualiteit doordesemt het hele boek. Schulz heeft zich terdege voorbereid; een voorbereiding die gesteund wordt door een grote cultuur-historische en literaire belangstelling.
Gehen,sehen,denken,beten geeft de schrijver zijn boek als ondertiteling mee. Hoe denkt en bidt een mens? Niet in keurig opgebouwde hoofd- en bijzinnen. Terecht hanteert Schulz een bijna fragmentarische, kernachtige zinsbouw; zijn aanduidingen met een enkel woord spreken boekdelen. Zakelijk en direct staat nagenoeg het hele boek in de tegenwoordige tijd. De auteur ontkomt niet aan de ik-vorm, maar ziet zichzelf van tijd tot tijd in de derde persoon lopen; daardoor krijgt zijn relaas de juiste relativiteit. Nergens vals sentiment. Het bijzondere van eenvoudige dingen weet de schrijver treffend onder woorden te brengen. De foto's vormen een pelgrimstocht apart. Bijna steeds laten ze de weg, het pad of de straat zien die voor de loper ligt. Je ziet hoe de schrijver in februari in Duitsland door een winterlandschap gaat. Maar in de loop van zijn tocht wordt het voorjaar; hij komt zuidelijker en in Galicie is het zomer. Schulz moet snel lopen; zijn sabbatsperiode is beperkt. Hij weet echter tevoren wel waar hij uitgebreider aandacht aan wil besteden. Verschillende kloosters, plaatsen waar hijzelf of zijn familie banden mee heeft en een aantal steden. Soms neemt hij de moeite daarvoor een omweg te maken, zoals de pelgrims vroeger dat ook deden. De auteur neemt waar met een geoefend oog en geeft een heldere beschrijving van zijn waarnemingen. Een voorbeeld: 'Arles. Mistral. Licht von unerträglicher Klarheit. Ruckzug in den Kreuzgang von St. Trophime. Aber auch hier kein Schutz vor den Bosheiten des Windes. Aus der Fulle der Szenen und Skulpturengruppen beschafligen mich zwei besonders stark. Zunachst Christus und die Emmaus-Junger: Alle drei in der Tracht von Reisenden mit Mutzen, Schultertaschen und Staben. Einer der Junger trägt an seinem Hut die Jacobsmuschel. Eine wunderbare Ruhe, Zufriedenheit und Gemeinsamkeit erfüllf die Gruppe, und ich kann mich, wie schon Tausende vor mir auf dem Jacobsweg, mit dem gekennzeichneten Junger identitïzieren...' Conclusie: een sociaal bewogen mens loopt naar Santiago. Hij vertelt een lezenswaardig verhaal over zijn reis.
Voor de vierde maal is door Verlag Manfred Zentgraf de bekende kalender uitgegeven: Auf Jakobuswegen 1998, Postkartenkalender. ISBN 3-928542-15-X, DM 16,OO.
CAMINO DOOR BURGOS
Als je als pelgrim doodvermoeid in Burgos aankomt, wil je alleen nog maar uitrusten.. . Dat begrijpt iedereen; maar in Burgos, gesticht door Diego Rodriguez Porcelas in 884 in het kader van de herbevolking van het noordoostelijke stroomgebied van de Duero, valt zoveel te zien, dat het jammer van de lange tocht zou zijn, hier niet een dag langer te blijven. Sight-seeing dus.
In Peregrino no. 48 stond een beknopte "kunst-wandeling", een Camino door Burgos, die ik iedereen graag doorgeef. Vanuit de richting Logroño kom je door de wijk Gamonal, vroeger een zelfstandige plaats, waar je als eerste de kerk van Santa Maria la Real y Antigua tegenkomt. Een kerk die reeds in 1074 ter sprake komt in documenten. Het loont zeker de moeite om hier een stop in te lassen. Het gebouw is opgetrokken uit natuursteen en een zware toren stijgt uit boven het schip. Een ruime portiek beschermt de deur, waarboven zich een gebeeldhouwd tympaan bevindt met de voorstelling van de Kroning van Maria. In deze portiek is het ook heerlijk uitrusten waarbij je de rugzak even af kunt doen! Het interieur in de vorm van een Latijns kruis is sober. Vlakbij de kerk staat een kruis met een kleine afbeelding van Jacobus als pelgrim. Volg je de Camino verder naar het centrum van de stad, dan beland je via de calle de Las Calzadas op de Plaza de San Juan. Een kleine oase zonder auto's midden in het centrum. Hier staat bij de ruïnes van het oude Benedictijnerklooster de kerk van San Lesmes, de grote weldoener van de Camino en patroon van Burgos. San Lesmes was een Franse monnik die zijn leven wijdde aan de verzorging van zieken
Kerk van Gamonal met stenen kruis. De ruime protiek nodigt uit tot rusten en de rugzak afdoen.
Kerk van St. Lesmes. Met beeld van Sint Jacob in het Antwerpse retabel.
en de opvang van pelgrims in het, thans gesloopte, Hospital de San Juan Evangelista. Hij stierf in 1097, en werd begraven in de Annakapel van dit Hospital. Later bouwde men een eigen kerk voor hem. Het is een van de mooiste en rwimste kerken van Burgos, gebouwd eind XVde eeuw. Later heeft men er kapellen en diverse veranderingen in aangebracht. De westgevel heeft een opvallende open klokkentoren uit 1665. Aan weerszijde van het laatgotische zuidportaal staat de Aankondiging door de engel Gabriël aan Maria uitgebeeld. Het interieur, bestaande uit drie schepen, bevat bijzondere retabels en beelden, ook het beeld van Santiago ontbreekt niet! In het middenschip bevindt zich de graftombe van San Lesmes*, een rood marmeren sarkofaag met zijn beeltenis. Via de stenen brug over de Vena, zijrivier van de Arlanzón, en door de Puerta de San Juan verder gaan. De Camino volgt nu oude straten, calles, zoals: San Juan, Avellanos en Fernán González. Dichtbij een kruispunt tussen deze twee laatste straten bevindt zich de kerk van San Gil: een gebouw met een sober uiterlijk uit de XIVde eeuw met toevoegingen uit de Renaissance. Het interieur is echter magnifiek met laat-gotische retabels in de vele kapellen. Bijzonder mooi zijn enkele hiervan, zoals: Capilla de la Natividad, Nuestra SeAora de la Buena Mañana, los Reyes en la Cruz. Tevens bevinden zich hier diverse mooie graftombes van kooplieden die hun stad grote rijkdom brachten. Loop nu terug naar het kruispunt. Je komt dan in de "straat der straten" van Burgos, calle Fernán González,
met huizen, zeg maar paleizen, van de vroegere rijken, zoals het Casa de Maluenda of Castilfalé, waar nu, het Archivo Municipal de Burgos in is gevestigd. Dit ligt tegenover de Puerta de la Coroneria, de noordelijke ingang van de kathedraal waar vroeger de pelgrims naar binnen gingen. Zonder twijfel is de Catedral de Santa Maria de letterlijke oogappel van de stad! Overal te zien, het middelpunt van historisch Burgos! De oudste geschiedenis gaat terug tot de visigotische tijd. De voormalige oude Catedral Santa Maria moet een mooi romaans gebouw geweest zijn, waaraan het epos van il Cid refereert, in onze tijd is daar nauwelijks meer iets van te zien. Op 20 juli 1221 werd de eerste steen gelegd voor de huidige kathedraal, waarvan Maestro Enrique een van de bouwmeesters was. De zuidelijke deur, Puerta del Sarmental, is momenteel de enige ingang voor het publiek. Op het tympaan is Christus in Majesteit afgebeeld omringd door de symbolen van de evangelisten. Ook het tympaan van de Puerta de la Coroneria is schitterend! Christus als rechter te midden van Maria en Johannes bij het Laatste Oordeel. Alle apostelen zitten keurig op een rij naast elkaar onder deze scene. Heel wat beroemde kunstenaars hebben in de loop van de bouwtijd aan het verfraaien van deze Santa Maria meegewerkt. Van Diego de Siloé is de Escalera Dorada (de gouden trap) en Juan de Vallejo is de schepper van el Cimborrio, de schitterende koepel. Er zijn van andere grote kunstenaars zoals:
Front van de kathedraal. De 'herberg' is nu niet ver meer; het is goed de rugzak weg te brengen. Het heiligdom verdient een rustig bezoek bij voorkeur in de namiddag.
Felipe Mgarny, Juan, Simon en Francisco de Colonia werken te bewonderen. Na hun recente restauratie komen de retabels van Gil en Diego de Siloé en Felipe Vigarny schitterend tot hun recht. In de Capilla del Santo Cristo de Burgos hangt een zeer realistisch afgebeelde gekruisigde Christus met echt haar. Tegenover deze kapel staat een groot uurwerk, Papamoscas. Ook Santiago heeft natuurlijk zijn eigen kapel. Het loont echt de moeite zonder haast het interieur, waar zoveel kunstenaars met hart en ziel aan gewerkt hebben, te bekijken. Op de Plaza de Santa Maria kun je op je gemak de verschillende stijlen bekijken. Op de westgevel, kun je o.a. beeldhouwwerk in Spaanse gotiek ontdekken. Als er tijd genoeg is loop dan via el Espolón, om daarna weer naar de Camino terug te keren langs de, ter ere van keizer Karel V in de XVlde eeuw veranderde, toegang tot de stad: de Puerta de Santa Maria. Terug op de Fernán González via de trappen bij de Plaza de Santa Maria, ligt de kerk San Nicolás vóór je. Deze kerk heeft een schitterend wit stenen retabel uit de XVlde eeuw van de hand van Simón de Colonia. Er is een lichtautomaat. Ook op de houten deuren staat San Nicolás afgebeeld. Vervolgens langs de Arco de Fernán González en dan kom je buiten de muren van de binnenstad door de Puerta de San Martin. Je loopt nu door de wijk San Pedro de Fuente en na de puente de Malatos, die de rivier Arlanzón overbrugt, kom je bij het Parque del Parral.
Hier bevindt zich de albergue voor de pelgrims. Vlakbij staan het Hospital del Rey*, gesticht in 1195 door Alfonso VIII, en het Monasterio de las Huelgas*, een klooster uit begin Xlllde eeuw en nu ingericht als museum. Het Hospital is tegenwoordig een onderdeel van de Universiteit van Burgos. De oude kerk van dit hospitaalcomplex doet nog steeds dienst als parochiekerk. In de westgevel bevindt zich een houten deur met een relief dat de weinig voorkomende voorstelling van een pelgrimerend gezin draagt, de Puerta de Romeros. Het relief wordt toegeschreven aan Francisco de Colonia en Juan de Valmaseda. In bijna alle beschrijvingen en boeken over de Camino de Santiago staat deze deur afgebeeld (zelf heb ik hem ook niet gezien, omdat ik niet wist waar te zoeken). Op weg naar het Hospital kom je langs de ommuurde tuin van een oud kerkhof, waarin een klein poortje je leidt naar de kapel van San Amaro*. Bij zijn beeltenis vind je altijd wel een brandend lichtje! Hij stelde zijn leven in dienst van de verzorging en opvang van pelgrims. Monasterio de las Huelgas: Dit klooster is veranderd in een interessant museum. Je moet er wel met een (Spaans gesproken) rondleiding mee. Als je geluk hebt is er een Engelse of Duitse groep met eigen begeleider waarbij je mag aansluiten. In dit klooster stonden de sarcofagen van de Spaanse vorsten. Tijdens de Franse overheersing (Napoleon) zijn deze sarcofagen leeggeroofd, op één na. Voor de inhoud van deze éne sarcofaag is een speciale zaal ingericht.
Het klooster van las Huelgas. Gelegen in de nabijheid van de 'pelgrims herberg' Na zich opgefrist te hebben kan men er eventueel heen gaan en tijdens de getijden meebidden.
Ook is er het beeld te zien waarbij Santiago, via een kunstige constructie, met zijn zwaard in de hand je tot ridder sloeg. In Burgos zijn nog meer monumenten zeker de moeite van een bezoek waard, onder andere. Cartuja de Miraflores, ongeveer 8 km buiten de stad, een werk van Simón de Colonia. Gil de Siloé heeft er een overweldigend mooi gebeeldhouwd houten retabel, waarin zelfs drie maal Santiago verwerkt is Te bereiken per bus. Kerk van San Esteban, tegenwoordig Museo del Retablo. Arco de San Esteban en het Castillo. Kerk van Santiago y Santa Agueda. Het Palacio de los Condestables ofwel Casa del Cordón: allemaal interessante monumenten die een bezoek waard zijn.
* Zie voor uitvoerige beschrijvingen: Mireille Madou: Camino de Santiago, Schoorl 1989, pag. 76 tlm blz. 107.
Santiago, deze apostel staat in het &abel van Gil de Siloe in de kerk van het Kartuizerklooster van Miraflores. Acht kilometer buiten de stad.
Openingstijden: De kerken voor en na de diensten, de kathedraal dagelijks van 9.30 -13.00 en van 16.00-19.00 uur. Musea en kloosters zijn doorgaans op maandag gesloten, verder enkele uren 's morgens en een uur in de namiddag. In de zomermaanden zijn er vaak iets ruimere openingstijden. Als men buiten het stadscentrum iets wil bezoeken kan men het beste te voren, over openingstijden, inlichtingen vragen bij het Oficina de Turismo, PI. Alonso Martinez 7.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
O Van de redactie Bij de redactie zijn naar aanleiding van de bijdrage 'Van de voorzitter' in de vorige Jacobsstaf drie ingezonden brieven binnengekomen. Aangezien het redactie-statuut bepaalt dat de redactie zich niet onafhankelijk mag opstellen ten aanzien van bijdragen van bestuursleden in hef 'verenigings' gedeelte van de Staf zijn deze brieven doorgezonden aan het bestuur. Door de redactie is daarbij de wens uitgesproken dat hierop ook in de Jacobsstaf wordt gereageerd. Aangezien de vergadering van het bestuur ruim na de sluitingsdatum voor deze Staf plaats vindt zal een reactie eerst in een van de komende nummers mogelijk zijn.
U Van de voorzitter Bestaat er zoiets als een teleurgestelde pelgrim? Tijdens de pelgrimsparade op de ledenvergadering hebben de winners de overhand. Vaak ondanks alle ellende hebben ze Santiago bereikt. Het verschijnsel 'af moeten haken' wordt zelden belicht. En toch zijn ze er wel. Mensen, die door kapotte voeten, geknakte geesten, bijzondere omstandigheden thuis of noem maar op, de tocht niet af hebben kunnen maken. Op de ledenvergadering is er een workshop: 'Zingen'; 'Lopen'; 'Fiefsen'; 'Spiritualifeit' en de hoek 'Maatjes gezocht' maar geen gespreksgroep over de dropout. Ik ga er vanuit dat pelgrims die het niet halen de stukken die ze wel meegemaakt hebben met evenveel intensiteit hebben ervaren als degene die Compostela wel bereikt hebben. Alle pelgrims delen immers een soort 'ervarings deskundigheid', die je niet uit boekjes kunt halen.
Als bestuur weten we natuurlijk wel hoeveel mensen een pas aanvragen en hoeveel mensen een kopie van hun Compostela naar ons hebben gestuurd. Wat daar tussen gebeurt, is ons meestal onbekend. Mensen die een pas aanvragen en mensen die geen Compostela opsturen zijn niet altijd teleurgestelde pelgrims. Versta me goed, ik ben niet op zoek naar de cynische, terneergeslagen pelgrim, die voorgoed er op afgeknapt is. Ik vraag me alleen af of er behoefte is aan een ontmoetingspunt binnen het genootschap waar dit gebeuren herkend en erkend wordt. Het
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
getuigt toch van moed en realiteitszin om een voorgenomen en geplande pelgrimstocht te staken. Twee belangrijke bestuursleden, Nico Zijp en Mireille Madou, hebben aangekondigd hun bestuursfuncties voor het genootschap te willen staken. Ze verrichten veel werk, maar menen zelf dat nu de tijd gekomen is om het wat rustiger aan te gaan doen. Nico zal iemand anders goed moeten inwerken om zijn taak voor de service aan de leden te kunnen overnemen. Mireille blijft contactpersoon tussen bestuur en redactie van de Jacobsstaf en is altijd bereid een lezing voor ons te houden. We zoeken echter toch een nieuw bestuurslid voor algemeen bestuurlijke taken opdat de werkzaamheden zo goed mogelijk over alle bestuursleden verdeeld kunnen worden. Dit is de laatste Staf van dit jaar. Namens het bestuur wens ik u allen hele goede feestdagen toe. Ik hoop velen van u in het komende jaar weer te ontmoeten. Katrina van den Berg w (033)465 06 23
U Verslag van de najaarsvergadeing te Zwolle Ton van Gessel had ons al een voorproefje gegeven van Zwolle (zie de Jacobsstaf 1997135 en in het bijzonder de plaats van samenkomst: de neogotische Dominicanenkerk en klooster met imposante kloostergang (1899-1901) van architect Kayser. Het steeds grotere aantal leden (2300) maakt het steeds moeilijker een locatie te vinden die voldoende capaciteit en 'enige spirituele uitstraling heeft' aldus Ton van Gessel. In haar welkomstwoord haakte de voorzitter hierop in: kerk en klooster hebben een ambiance die goed past bij het karakter van het genootschap. De voorzitter accentueerde de grote verscheidenheid binnen het genootschap: schijnbaar tegengestelde motieven worden verenigd in de ontmoeting tussen mensen met respect voor elkaars mening.
De regio-bijeenkomsten zijn, zeker bij het sterk gestegen aantal leden en de grote opkomst van leden op de landelijke bijeenkomsten (in Zwolle ongeveer 450), een geschikt middel voor informatie-uitwisseling. Voor nieuwe leden werden de aanwezige regio-contactpersonen voorgesteld. De regio's "hart van Brabant' en 'Zuid-West Nederland zoeken een regio-contactpersoon. Wie meldt zich aan? De vergadering stemde bij acclamatie in met het voorstel van het bestuur om Jan Hoffman en Herman van Bemmel te benoemen tot leden van het bestuur. Jan Hoffman beheert de financiën en voert de ledenadministratie. Herman van Bemmel wordt tweede secretaris.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Volgend jaar zullen de bestuursleden Mireille Madou en Nico Zijp aftreden als bestuurslid. Het bestuur heeft al contact met twee mensen met het oog op hun opvolging. Mireille Madou blijft na haar aftreden beschikbaar voor het onderhouden van de contacten tussen het bestuur en de redactie van de Jacobsstaf. De rondvraag leverde zoals altijd een kleurrijk palet van meningen op: * Mireille Madou vestigde de aandacht op een bijzondere uitgave, namelijk een
recente Engelse vertaling (met commentaar van James Hall) van een zeventiende eeuws dagboek van de reis Bologna - Santiago: A Jouney to the West van Domenico Laffi, ISBN 90-74310-26-1, f 49,50 (leden van het genootschap hoeven geen verzendkosten te betalen). * Nico Zijp maakte reclame voor de dubbele brief(wens)kaarten van het genootschap, zes stuks voor slechts f 10,- (vandaag in Zwolle f 7,50). * Vergaderdata: voorjaarsvergadering op 21 maart 1998 te Berkel-Enschot. Vergadering van bestuur met de regiocontactpersonen op 17 januari 1998 te Baarn. * Leden die (weer) in contact willen komen met bepaalde andere leden kunnen elkaar treffen bij het meeting point of in de workshop Maatjes gezocht. Ook het dragen van1 badges kan helpen bij het (her)vinden van mensen. * Om een goed inzicht te krijgen in de samenstelling van het ledenbestand, waaron-. der de leeftijdsopbouw en de man/vrouw verhouding "; zijn aanvullende gegevens; nodig. In verband met de wettelijke bescherming van persoonsgegevens zou gevraagd kunnen worden naar leeftijdscategorieën. * Het bestuur is bereid te overwegen een lager lidmaatschaptarief voor jongeren in te stellen, een lager tarief voor de pelgrimspas wordt niet overwogen. Een collectief pelgrimspas is niet mogelijk. De opmerking uit de zaal dat, gezien het bestedingspatroon van vele jongeren een totaalbedrag van f 37,50 reëel is werd met applaus onderstreept. Het Baskisch is (helaas) uit de pelgrimspas verdwenen door het uitgeven van een uniforme pas door de Europese genootschappen. * Jeroen Gooskens vroeg aandacht voor een nieuw boekje met de laatste informatie over de route Sevilla - Astorga (Via de la Plata). Zie pag. 163. De ochtendzitting werd besloten met een schitterende uitvoering van Spaanse liederen, met een muzikaal intermezzo, uit de tijd van de 'katholieke koningen' Ferdinand en Isabella omstreeks 1500. De uitvoerenden zijn lid van 'Sint Joseph in 't Bosch' een ensemble van de Apeldoornse Muziekschool. 's Middags waren er drie lezingen over pelgrimspaden in Nederland: Geert Bakker (ANWB) behandelde het pelgrimspad van 's-Hertogenbosch naar Visé; Theo van der Linden beschreef uitvoerig het pad dat Zwolle met Roermond gaat verbinden en Jan van der Wal vertelde enthousiast over het Friese Jacobspad.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
De middag bleek te kort voor zoveel aandacht voor de pelgrimspaden, waardoor er te weinig tijd was voor de pelgrimsparade. Slechts twee pelgrims vertelden hun verhaal, de een aangrijpend en afwisselend, de ander spelend met het woord 'weg' - uitmondend in het voornemen de weg die de leerling van Jezus volgde na te volgen. De voorzitter dankte een ieder voor haar of zijn bijdrage aan deze dag, in het bijzonder de leden van de regio Oost-Nederland, die er - ondanks enige logistieke problemen - in waren geslaagd om het grote aantal mensen uitstekend op te vangen. De zeer enthousiasten onder ons maakten daarna nog een stadswandeling, terwijl anderen zich te goed deden aan drank en tapas in het inmiddels vermaarde 'Café St Jacques'. Herman van Bemmel
'' Per 5 november 1997
726 vrouwen en 1575 mannen
O Bedevaarfen in Nederland "Door de eeuwen heen zijn mensen op bedevaart gegaan.Hoewel de belangstelling voor het pelgrimeren per tijdvak kan verschillen, zijn mensen altijd hun troost of geluk gaan zoeken op heilige plaatsen. De afgelopen tien jaar is deze belangstelling duidelijk toegenomen, mogelijk omdat spirituele en sportieve elementen steeds vaker naast of in de plaats komen van puur religieuze motieven." Aldus het persbericht over de tentoonstelling die tot 11 januari 1998 in museum 'Het Catharijneconvent' in Utrecht wordt gehouden.
Bedevaaften in Nederland toont dat niet alleen Santiago of Jeruzalem doel van een tocht was. Ook in eigen land zijn vele kilometers door pelgrims afgelegd. Uit honderden plaatsen zijn geselecteerd Den Bosch en Rhenen, die reeds in de Middeleeuwen belangrijk waren, de zeventiende eeuwse oorden Heiloo en Kevelaer en het na 1853 opgekomen Brielle. Pelgrimstekens en medailles, bedevaartvaantjes en devotieprentjes, reliekhouders en monstransen, processiestaven en vaandels, oprichtingaktes van broederschappen, maar ook het processiebeeld van de Tilburgse fietsprocessie. Dit zijn kleurrijke getuigen van de vele manieren waarop mensen altijd met het heilige communiceerden. Daarnaast geven foto's en videobeelden een goed beeld van de moderne pelgrim en zijn beweegredenen. Tevens is een interessante geïllustreerde catalogus uitgegeven. Hanny Pouderoyen
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
O Ik wil zo graag den apostel een keer toespreken Ik wist dat ze zou gaan, ze had hef me trouwens ook zelf verfeld, zo terloops ... Onlangs werd de reden van de reis van Mireille Madou naar Santiago de Compostelia me pas écht duidelijk. In juni van dit jaair reisde zij met leden van 'de vrienden van d e Brugse Musea' naar genoemde stad; zij leidlde en begeleidde hen op deze bedevaart! tevens kunst- en cultuurreis. De voorzitste,r zou in de kathedraal tijdens de door Don Jaime gecelebreerde mis een 'ofrenda' aanbieden aan de apostel, een replica in goud van een juweel, door Hans Memling geschil'derd op een van de vrouwenportretten, in Brugge bewaard. Ter gelegenheid van di? feestelijk gebeuren werd Mireille tijdens d e mis in staat gesteld 'den apostel' toe te spreken. Joop van der Meulen SENOR SANTIAGO, HEILIGE APOSTEL JACOBUS Vanuit Brugge in Vlaanderen zijn wij naar u gekomen om bij u te zijn en u te vererern in uw heiligdom. Wij weten dat onze tocht naar u slechts een schakel is in de eindeloze keten van pelgrims doorheen vele eeuwen. Langs de camino hebben we dieper ervaren hoe ons leven zelf een pelgrimstocht is naar het eeuwige licht. Dag aan dag hebben wij de zon naar het westen gevolgd, tot bij uw glorieus portaal waar gij ons vriendelijk hebt opgewacht. Santiago, in de eerste plaats zijt gij een heilige, een vriend van de Heer. Wij vragen u, bid voor ons opdat wij, zoals gij, trouw zouden blijven aan Hem die de Weg is en de Waarheid en het Leven. Santiago, gij zijt bij uitstek de apostel van het Westen, uw camino is een Europese weg. Wij bidden u, help ons te zorgen voor ons oude Europa en zijn christelijke eigenheid, vooral nu, bij de moeizame eenwording van ons continent. Heilige apostel, wij die het voorrecht hebben nu bij u te zijn, wij willen bij u gedenken1 alle mensen die ons dierbaar zijn, onze stad Brugge, ons beproefde vaderland, het gastvrije Galicië, Europa en de wereld die op zoek is naar geloof en zekerheid. Met onze offerande leggen wij onze vreugden en onze zorgen in uw handen, heilige! apostel. Wij vertrouwen dat uw zegen en uw bemoedigende glimlach ons verder zullen begeleiden, elk op onze eigen weg. Deze ontmoeting hier met u is aangrijpend en onvergetelijk. Señor Santiago, gracias. Santiago de Compostela, 13 juni 1997
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
REGIO'S @ REGIO AMSTERDAM
Contactpersoon:
Janna Matthijsen, Geerdinkhof 35, 1103 PP Amsterdam, (020)699 61 73 Paul Roosendaal, Borgerstraat 58, 1053 PV Amsterdam, a (020)683 48 56
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET W Contactpersoon: Jan Louter, Dorpsstraat 65, 1689 ER Zwaag, a (0229)236 512 Wieringen, zaterdag 27 september 1997. Met 45 leden uit de regio kwamen we bijeen in de Michaëlskerk te Oosterland. Kees Klein vertelde op boeiende wijze over de geschiedenis en restauratie van de Michaëlskerk, een vestingkerk op het voormalige eiland Wieringen, op een steenworp afstand van de Waddenzee, in het uiterste noorden van Noord-Holland, een indrukwekkend monument uit de 12de eeuw. De crypte is opgetrokken uit zwerfkeien, die na de voorlaatste ijstijd op Wieringen zijn achtergebleven. De kerk is gebouwd van tufsteen uit Midden-Duitsland. De Stichting Oecumenisch Centrum gebruikt de kerk voor diverse soorten vieringen, die worden verzorgd door een liturgische werkgroep, een koor en een kindercantorij, tezamen meer dan 100 mensen, die er onder de bezielende leiding van Kees Klein iets moois van maken. Daarnaast verzorgt de Culturele Kring Wieringen culturele evenementen en exposities in de Michaëlskerk. Tot slot bespeelde Kees Klein het kabinetorgel, een van de prachtigste huisorgels van ons land. Het orgel werd in 1762 gebouwd door Jacob Teschemacher. De Fleut traverso 4' is een onovertroffen imitatie van een dwarsfluit. Na de boeiende uiteenzetting van Kees Klein, doorspekt met leuke anekdotes over Wieringen, de Wieringers en hun mentaliteit, luisterden we naar de ervaringen, belevenissen en plannen van lopers en fietsers op hun weg naar Santiago. Na de lunch maakten we een wandeling over een gedeelte van Wieringen. De volgende bijeenkomst zal plaats vinden op zaterdag 28 februari 1998. Inlichtingen bij de contactpersoon. Leden in de regio ontvangen een uitnodiging en programma. Gevonden: na de regiodag van 12 april in Hoorn: een plastic zak van de DekaMarkt met een paar hoge en een paar lage schoenen. Te verkrijgen bij de regiocontactpersoon.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
- RIJNLAND C.G. van Tongeren, Rijnsburgerweg 4lF4, 2215 RA Voorhout, = (0252)231 147
O REGIO BOLLENSTREEK
Contactpersoon:
O REGIO DEN HAAG
Contactpersoon:
Cees Rooijackers, Wagenstraat 85 H, 2512 AS Den Haag w (070)360 24 42
O REGIO ROTTERDAM
Contactpersoon:
Emiliano Ruiz, Rondolaan 119 A, 3089 PR Rotterdam
= (010)429 74 43 0 REGIO UTRECHTZUID/RIVIERENGEBIED
Contactpersoon:
Janneke Mulder en Stephan van Meulebrouck E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, a(030)244 55 07
O REGIO MIDDEN NEDERLAND
Contactpersoon:
Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssenbroek, e (0346)569 133
O REGIO BREDA
Contactpersoon:
vacature
REGIO HART VAN BRABANT Contactpersoon: vacature O REGIO 'S-HERTOGENBOSCH
Contactpersoon:
Anneke & Wim Bettonvil, Antoon der Kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch, a (O73)6l3 52 15
Zondag 19 oktober 1997 woonden enige tientallen regioleden en enkele gasten de jaarlijkse Jacobusviering in de Bossche Sint Jacob bij. Vier pelgrims van 1997 participeerden in de plechtigheid, ze zijn hun tocht vanuit de Sint Jacob begonnen. Het koor bracht een Jacobuslied 'Sint Jacobs, trouwe visser' ten gehore en er werd een reisgebed uitgesproken. Omdat 25 juli, de feestdag van Jacobus de Meerdere, in de vacantieperiode valt, wordt de viering medio oktober gehouden, rond de datum waarop de gerestaureerde kerk in 1993 weer in gebruik is genomen (zie: de Jacobsstaf 20, pag. 128).
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Na afloop verzamelden zich parochianen, koorleden en genootschapsleden rond de koffie en bewonderde men enige vitrines, ingericht met Jacobalia. Daarna kwamen de regioleden in de zijzaal van de kerk samen voor een eigen bijeenkomst. Verscheidene pelgrims van dit jaar gaven in kort b.estek een impressie van hun tocht, ieder op hun eigen wijze. In de pauze en na afloop was er 'Bar Santiago' met vino y tapas en geanimeerde gesprekken. Voor de voorjaarsbijeenkomst wordt gedacht aan een diapresentatie en een forum voor nieuwe pelgrims. Wim. Bettonvil REGIO EINDHOVEN - HELMOND Contactpersoon: Jac. A. van Hooren, Dardanuspad 17, 5631 KE Eindhoven, = (040)243 07 76 Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57, 5644 JB Eindhoven, n (040)211 94 12
e
REGIO LIMBURG Contactpersoon: Herman Hecker, Hertenerweg 18, 6049 AA Herten, =(0475)334 965 Onze regiobijeenkomst op zaterdag 4 oktober stond in het teken van de thuiskomers van Santiago de Compostela. We mochten 62 deelnemers welkom heten, van wie er 40 dit jaar als pelgrim op weg waren geweest naar het graf van de H Jacobus. Piet Huikeshoven, die als begeleider van een Middenlimburgse fietsgroep naar Santiago een videoverslag had gemaakt, toonde 'n vol uur durend schitterend en volmaakt beeldverslag van deze tocht. Ricky Rieter presenteerde haar pas verschenen boek Pelgrimeren is lopend stilstaan en gaf in een lang gedicht op treffende wijze een samenvatting van haar pelgrimstocht. Tijdens de lunchpauze kon men dit boek inzien en verwerven, tevens werden er mooie handgemaakte route-tegels van Jan Kluytmans te koop aangeboden. Na de lunch was er in aparte ruimtes een uurtje samenkomst van lopers en fietsers. Het laatste gedeelte van de middag was weer voor de thuiskomers. De echtparen Brassé en Tomessen gaven op humoristische wijze een kort diaverslag van hun fietstocht naar Santiago. Gerard Kessels vertelde over zijn fietspelgrimage, die hij samen met zijn vrouw ondernomen had, waarbij hij duidelijk liet uitkomen dat vrouwen niet hoeven onder te doen voor mannen. Louis Schepers gaf een kort verslag van de groepstocht per fiets vanuit Midden-Limburg. Mevrouw Hermans uit Eygelshoven verhaalde op zeer persoonlijke wijze over haar voetpelgrimage naar Lourdes, die vandaar een vervolg zal krijgen naar Santiago. Herman Hecker sloot de rij met een kort diaverslag van een zeer
GENOOTSCHAP VAN SINT JAC06
persoonlijke en ontroerende ontmoeting bij het Cruz de Ferro met een oud-strijder van Stalingrad. Het was volgens de deelnemers weer een geslaagde bijeenkomst. Volgende regiobijeenkomst op zaterdag 7 maart 1998. Herman Hecker REGIO NIJMEGEN - ARNHEM Contactpersoon: Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB Nijmegen, w (024)356 50 43 @ REGIO OOST NEDERLAND
Contactpersoon:
G. Westgeest, Ganzenmarkt 22, 7631 EN Ootmarsum, (0541)293 351
REGIO FRIESLAND Contactpersoon: Siep Zeinstra, Mr. PJ. Troelstraweg 42, 8917 CN Leeuwarden, = (058)212 91 98 Zondagavond 12 oktober ontmoetten twaalf leden van de regio elkaar in het Titus Brandsmahuis in Leeuwarden. Sjouke Bosma, journalist van de Leeuwarder Courant, lopend op weg naar Santiago de Compostela, wenst ons middels een kaart uit El Burgo Ranero, een goede vergadering. Eerst een rondje uitwisselen van ervaringen. Boeiend - altijd weer - om persoonlijke ervaringen op pelgrimswegen te horen. Jan Aanstoot wil met een loopkar gaan, samen met zijn vrouw Olga: inlossen van een belofte, vele jaren geleden aan zijn vrouw gedaan tijdens de vierdaagse in Nijmegen! Jan Amesz vertrok dit jaar op de fiets uit St.Jacobiparochie, was na twee weken bij de Pyreneeën en ontmoette in Astorga onze contactpersoon met zijn vrouw Atsje. Hij vertelde dat hij met zijn compostela korting kreeg op zijn vliegreis binnen Spanje. Bestaat die korting ook voor de terugreis naar Nederland? Het zal worden nagevraagd. Schitterend verhaal van Dick over - door noodzaak gedwongen - gebruik van taxi en de priemende blik van andere trekkers: "pelgrims in een taxi?!" Clemens de Jong voltooide dit jaar op de fiets de tocht. Hij vatte het samen: "er is niets voorspelbaar" en zijn vrouw Joke, die hem begeleidde: "het is een heidens karwei". Siep en Atsje liepen dit jaar het laatste! stuk vanaf de Col du Somport. Hem werd gevraagd om in de kathedraal tijdens, de pelgrimsmis een gebed in het Nederlands voor te lezen, maar dan wel met overlegging van een Franse vertaling. Dankzij een 'talenwonder' van St.Jacob kon de tekst in perfect Frans en in het Spaans worden aangeboden. Sjaak en Toos
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Blok lopen - als alles meezit - volgend jaar de camino nog eens vanaf de Col du Somport. Wat betreft het nader fixeren van de Friese pelgrimswegen, vanaf St.Jacobiparochie zuidwaarts, valt het volgende te melden: Op 22 juli 1998 zal de officiele opening van een stuk wandel- en fietspad van Zwarte Haan naar St.Jacobiparochie plaats vinden opluisterd door een aantal culturele manifestaties, o.a. de onthulling van een 'pylgermonumint' Een breed samengestelde werkgroep 'Jabikspâd', waarin ook onze regio van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is vertegenwoordigd, bereidt een en ander voor. In 2000 zullen een wandelroute en een route voor ander verkeer door Friesland worden gepresenteerd. Dick en Siep zullen verkennend werk doen voor de wandelroutes. Het concept Theo van der Linden, dat op de a.s. najaarsvergadering in Zwolle aan de orde komt, wordt besproken. Resultaat. enkele wijzigingen. De jaarlijkse looptocht zal volgend voorjaar zijn van Akkrum naar Leeuwarden en wel op zaterdag 18 april 1998. Verzamelen 10 uur hotel Goerres, niet ver van het NS-station Akkrum. Na sluiting van de bijeenkomst is het moeilijk scheiden Er wordt nog lang en veel nagepraat. Siep Zeinstra REGIO GRONINGEN - DRENTE Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, Contactpersoon: B (050)525 51 44
Met de 'Wadloper' vanuit Uithuizen terug naar de vertrouwde stad, na afscheid genomen te hebben van Pastor Pieper van de toch meest noordelijke Sint Jacobuskerk waar vandaag, zaterdag 27 september de klei-camino naar toe voerde. Gestart om 9 uur onder goede weersomstandigheden ten noorden van de stad richting Noorddijk in welk dorp de sinds kort geheel gerestaureerde 13de eeuwse Stefanuskerk wordt aanschouwd. We lopen door het nog steeds in wording zijnde bevrijdingsbos, en komen langs Garmerwolde alwaar ook een eeuwse romano-gotische baksteenkerk. Door te luisteren en te praten wordt er een afslag gemist. We besluiten terug te gaan om zo weer op de uitgestippelde camino te komen die door weilanden gaat en langs een der Groninger maren. Via Theinge, alwaar een restant van een kloosterkerk, het dorp St. Annen dat zijn naam ontleent aan de voormalige abdij Sint Anna, passeren wij Westerwijverd. In Middelstum wachten nog een tweetal 'pelgrims' op ons. Wij arriveren later dan gepland maar daarvoor is het een pelgrimage, je weet niet wat je onderweg tegenkomt.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOIB
Pratend en luisterend gaat het naar Kantens, Doodstil (til=brug) langs Barmerheerd (heerd=strookland) waar de penen, voeder- en suikerbieten nog gerooid moeten worden. Wij bereiken Uithuizen tegen half vijf in welk dorp wij een tweetal kerken gaan bezoeken. De sleutel van de N.H. Jacobikerk krijgen wij in goecd vertrouwen mee. De kerk stamt uit de 13deeeuw en wordt na de restauratie in dce jaren 1970 de Jacobikerk genoemd. Voorheen heette deze kerk in de volksmoncd 'het witte kerkje'. Het interieur is aangepast aan de protestantse eredienst. In deze kerk zijn ook een aantal rouwborden aanwezig en bevindt zich ook eein 'herenbankr,een rijk geornameerd meubelstuk uit begin 1700 (voor een uitvoerigce beschrijving van deze kerk zie de Jacobsstaf 1911993). We brengen de sleutel terug naar de koster, overhandigen hem een kaars vain ons genootschap en gaan nu naar de St. Jacobus de Meerdere kerk alwaar wij biij het binnentreden van de pastorie worden begroet met: 'dominus vobiscum'. Wat kunnen wij anders antwoorden dan: 'et cum spiritu tuo' bij zulk een ontvangst diie nog maar de 'introitus' is van hetgeen zal gaan volgen. Namelijk een copieuzie soepmaaltijd ondersteund met brood, koffie en een notaris-appel, een uitstervencd soort. De pastor heeft voor ons deze heerlijke pelgrimssoep gemaakt maar hiij noch zijn vrouw, ook pastor, kunnen mee aanzitten in verband met voorbereidin!g van vieringen. Morgen komt de KRO-TV opnamen maken van dit RK pastoresechtpaar (uniek in RK Nederland). Na het bijwonen van de zaterdagavond-viering drinken we nog koffie en gaan n,a een allerhartelijks afscheid richting station. Zonder het te weten ging onze caminio vandaag naar deze St. Jacobuskerk waarvan morgen de kerkwijding wordt gevierd! Een onzichtbare hand van Jacobus die ons inspireerde om aan d ~ e vooravond van deze viering naar zijn kerk te pelgrimeren? Thom Oosterhof Agenda 1998 regio Groningen-Drente: Vrijdag 23 januari - huiskamer bijeenkomst met lezing door dr. F. Garcia-Martine.~ over Dode-Zeerollen. Zaterdag 9 mei - Zand-camino naar de Jacobuskerk te Rolde. Zaterdag 26 september - Klei-camino naar Uithuizen. Vrijdag 20 november - huiskamer bijeenkomst.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
AGENDA 10-11 januari en 7-8 februari
Pelgrimsweekenden op Kafarnaurn. Inlichtingen en aanmeldingen: br. Fons van der Laan, Sewatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem a (0497)591 207 Vergadering van het bestuur met de regio-contactpersonen te 17 januari Baarn. 28 februari Regiobijeenkomst regio Noord-Holland boven het IJ. 28 februari en 1 maart Expositie 'Bomen over het Pieterpad uitbeelding in de vorm van schilden~envan wat ik tijdens mijn tocht over het Pieterpad beleefd heb. Plaats: 'Atelier Annet Teunissen', Zuidergebouw, Oude Molenstraat 17, Oss. Geopend van 11.00-17.00 uur 7 maart Regiobijeenkomst, regio Limburg. 21 maart Voorjaarsvergadering van het genootschap welke wordt gehouden te Berkel-Enschot.
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JAC09
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
ZOEKERTJES Man, 56 jaar zoekt reisgenoot (man) voor een voettocht naar Santiago de Compostela in ongeveer vier maandern. Vertrek voorjaar 1998. Reacties naar Wil1 Peters, Westervoort =(026)311 43 54 O Gevraagd: Informatie over ervaringen van vrouwen die d e camino alleen hebben gelopen. Reacties naar Ans Spanjen; Castonveg 127, 7557 KH Hengelo. = (074)242 76 75 O Ik zoek een reisgenoot of reisgenoten, die rond augustusseptember 1998 met mij (man, 60 jaar) naar Santiago wil!(len) fietsen. Tijd en tijdsduur en andere zaken kunnen natuurlijk in onderling overleg worden geregeld, Reacties naar:: Piet van der Linden, Graaf Lodewijklaan 24, 2263 TD Leidschendam. a (070)327 74 84
Vrouw, 60 jaac zoekt maatje voor het lopen nà Santiago, in 1998. Alternatieve pelgrimswegen (Frans, Duits, Zwitsers of Ruta de la Plata?). Eenvoudige accomodatie of tentje.. Reacties naar: Mieneke Jas = (0229)215 210 O Vrouw, 49 jaar; zoekt een vrouw om in de zomer van 1998 gezamenlijk naar Santiago te lopen. Reacties naar: J. Wellenberg, Nieuwstraat 21, 8151 BB! Lemelerveld. = (0572)371 518
U Ik, man 61 jaar en gehuwd, zou graag in de periode meijuni 1998 vanuit Nederland naar Santiago willen fietsen. Ik ben op zoek naar een groepoe) waar ik mij bij kan aansluiten. Overnachting op campings/refugioJs. Rijstijd ca 6 weken. Reacties naar: E. van der Wijk, Nieuwersluisstraat 24, 2546 RX Den Haag. = (070)366 05 43