Zwijndrecht De Geer
bestemmingsplan
rboi 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening
Zwijndrecht De Geer
bestemmingsplan
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0642.bp08degeer-3001
13 15 30 13
concept conceptontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
06420.15083.00 opdrachtleider:
ir. R.J.M.M. Schram
juli 2010 maart 2011 augustus 2011 december 2011
c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
Inhoudsopgave
Toelichting Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1
Aanleiding
11
1.2
Ligging plangebied
11
1.3
Vigerende bestemmingsplannen
11
1.4
Planvorm
11
1.5
Planproces
12
1.6
Leeswijzer
12
Hoofdstuk 2
Gebiedsvisie
13
2.1
Inleiding
13
2.2
Bestaande Situatie
13
2.3
Verkeer
16
2.4
Ontwikkelingen
18
Hoofdstuk 3
Beleid
21
3.1
Inleiding
21
3.2
Rijksbeleid
21
3.3
Provinciaal en regionaal beleid
21
3.4
Gemeentelijk beleid
24
3.5
Conclusie
27
Hoofdstuk 4
Milieuonderzoek
4.1
Wegverkeerslawaai
29
4.2
Industrielawaai
29
4.3
Railverkeerslawaai
30
4.4
Luchtkwaliteit
30
4.5
Externe veiligheid
31
4.6
Bedrijven en milieuhinder
34
4.7
Bodemkwaliteit
36
4.8
Kabels en leidingen
36
4.9
Water
37
4.10
Ecologie
39
4.11
Cultuurhistorie en archeologie
44
Hoofdstuk 5
Juridische planbeschrijving
5.1
Inleiding
45
5.2
Algemeen
45
5.3
Inleidende regels
46
5.4
Bestemmingsregeling
46
5.5
Algemene regels
51
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
11
29
45
139.15083.00
4
5.6
Overgangsrecht en slotregels
52
5.7
Handhaving
52
Hoofdstuk 6 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
55
6.1
Economische uitvoerbaarheid
55
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
55
Hoofdstuk 7
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
57
Bijlagen bij toelichting Bijlage 1
Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'Staten van Bedrijfsactiviteiten'
Bijlage 2
Bedrijfsinventarisatie
Bijlage 3
(Water)Bodemonderzoek
Bijlage 4
Externe Veiligheidsadvies Aardgastransportleiding
Bijlage 5
Carola-Rapport Gasleiding
Bijlage 6
QRA Watertransport
Bijlage 7
Verantwoording Groepsrisico
Bijlage 8
Inventarisatie Flora & Fauna
Bijlage 9
Notitie Vooroverleg
Bijlage 10
Notitie zienswijzen
Regels Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
83
Artikel 2
Wijze van meten
88
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
Artikel 3
Agrarisch
89
Artikel 4
Bedrijf
91
Artikel 5
Groen
95
Artikel 6
Horeca
96
Artikel 7
Maatschappelijk - Dierenpension
97
Artikel 8
Tuin
98
Artikel 9
Verkeer
99
Artikel 10
Water
100
Artikel 11
Wonen
101
Artikel 12
Leiding - Gas
102
Artikel 13
Leiding - Riool
104
Artikel 14
Waarde - Archeologie
105
Artikel 15
Waterstaat - Waterkering
107
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 16
Antidubbeltelregel
109
Artikel 17
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
109
Artikel 18
Algemene afwijkingsregels
109
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
83
89
109
139.15083.00
5
Artikel 19
Algemene bouwregels
109
Artikel 20
Algemene gebruiksregels
110
Artikel 21
Algemene wijzigingsregels
110
Artikel 22
Overige regels
110
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 23
Overgangsrecht
111
Artikel 24
Slotregel
111
111
Bijlage bij Regels Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
toelichting
8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
9
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
11
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
De gemeente Zwijndrecht is voornemens het bedrijventerrein De Geer te herstructureren. Deze herstructurering richt zich met name op een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Bovendien zal het terrein Achterlindt ontwikkeld worden tot een bedrijventerrein. Om een actueel juridisch kader te bieden voor eventuele bouwaanvragen die voortkomen uit de voorgenomen herstructurering, alsmede de ontwikkeling van het gebied Achterlindt planologisch mogelijk te maken, is dit bestemmingsplan opgesteld. Hiermee wordt tevens aangesloten bij de actualiseringsplicht uit de Wro, die gemeenten oplegt om voor 1 juli 2013 te beschikken over actuele bestemmingsplannen. De gemeente Zwijndrecht heeft er bij het actualiseringstraject voor gekozen om de regelingen van de diverse bestemmingsplannen op elkaar af te stemmen, zodat voor de hele gemeente tot een eenduidinge planologische regeling wordt gekomen.
1.2
Ligging plangebied
Dit bestemmingsplan omvat het bedrijventerrein De Geer en de lintbebouwing aan de Lindtsedijk, dat is gelegen aan de zuidkant van Zwijndrecht. Het plangebied omvat het gebied dat is ingesloten door de Lindtsedijk en de Geerweg. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.
1.3
Vigerende bestemmingsplannen
Ter plaatse van het bestemmingsplan vigeert momenteel het bestemmingsplan De Geer. Dit bestemmingsplan is op 28 september 1995 door de gemeenteraad van Zwijndrecht vastgesteld en op 9 januari 1996 door de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland goedgekeurd. Dit voorliggend bestemmingsplan treedt in werking in plaats van het vigerend bestemmingsplan.
1.4
Planvorm
Dit bestemmingsplan biedt in de eerste plaats het juridisch toetsingskader voor de herstructurering van het bestaande bedrijventerrein en de ontwikkeling van Achterlindt. Voor het bestaande deel vormt het in de eerste plaats een belangrijke beheers- en gebruiksfunctie.De juridische planvorm is om deze reden afgestemd op het beleid dat erop is gericht de aanwezige functies en kwaliteiten te behouden en de beoogde ontwikkelingen mogelijk te maken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
12
Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur van het bestaande deel, is gekozen voor een bestemmingsregeling waarin iedere functie van een eigen toegesneden bestemming en bouwregels is voorzien. Deze bestemming biedt daarbij voldoende flexibiliteit om de herstructurering van De Geer mogelijk te maken. Verder is een beperkte functieverandering mogelijk op basis van nieuwe beleidsontwikkelingen waarbij voldoende rechtszekerheid voor de belanghebbenden in en om het gebied wordt geboden. Voor het gebied Achterlindt biedt dit bestemmingsplan een redelijk gedetailleerde regeling met een direct bouwrecht. Hierbij is iedere functie voorzien van een toegesneden bestemming, zodat voldoende rechtszekerheid wordt geboden aan belanghebbenden. De bestemming biedt daarbij de nodige flexibiliteit om in te spelen op ontwikkelingen die zich tijdens het proces van planvorming voor kunnen doen. Een nadere toelichting op de gekozen planvorm is te vinden in Hoofdstuk 5.
1.5
Planproces
Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan is de procedure zoals voorgeschreven door de Wro doorlopen. Daarnaast zijn burgers en andere belanghebbenden tijdens de voorbereiding van de ontwikkelingen geïnformeerd middels informatieavonden en is er een website waar men informatie over de ontwikkelingen kan vinden. Het conceptontwerpbestemmingsplan is in het kader van art. 3.1.1 Bro verzonden naar de overlegpartners. Een volledige beschrijving van de uitkomsten van dit overleg zal worden opgenomen in hoofdstuk 6 en 7.
1.6
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bevat de gebiedsvisie, waarin een korte beschrijving van de ruimtelijke en functionele situatie van het plangebied is opgenomen. In hoofdstuk 3 is een samenvatting opgenomen van het actuele beleidskader dat relevant is voor het plangebied. Hierbij wordt ingegaan op het beleid van het Rijk, de provincie, de regio en de gemeente. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 inzicht gegeven in de relevante milieuaspecten. In hoofdstuk 5 wordt een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling, zoals deze op de verbeelding en in de regels is opgenomen. Hoofdstuk 6 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een uiteenzetting gegeven van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
13
Hoofdstuk 2
2.1
Gebiedsvisie
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een analyse van de bestaande situatie in het plangebied en de directe omgeving. Aan de hand van een ruimtelijke en functionele beschrijving wordt een visie voor het plangebied gegeven.
2.2
Bestaande Situatie
2.2.1
Omgeving plangebied
Het plangebied ligt aan de zuidzijde van de Kern Zwijndrecht in een lint van bedrijventerreinen dat zich uitstrekt langs het water van de Oude Maas. Tot dit lint behoort ook het bedrijventerrein Groote Lindt. De aanwezigheid van het water is kenmerkend voor de omgeving van het plangebied. Het duidt ook meteen het grote verschil tussen het bedrijventerrein de Geer, dat binnendijks ligt en geen directe relatie heeft met het water, en het bedrijventerrein Groote Lindt, dat buitendijks ligt en een duidelijke relatie heeft met het water in de vorm van watergerelateerde bedrijven en transport over water. De Lindtsedijk scheidt beide bedrijventerreinen van elkaar. Ten noorden van het plangebied ligt de Geerweg, een brede, in het groen gelegen weg die tot de ontsluitingsstructuur van Zwijndrecht behoort. Aan de overzijde van de Geerweg, ten oosten van de Munnikensteeg, ligt de woonwijk Nederhoven. De Geerweg vormt met zijn brede profiel en groene inrichting een buffer tussen de woonwijk en het bedrijventerrein. Ten westen van de Munnikensteeg, aan de westzijde van het plangebied, grenst het buitengebied van Zwijndrecht. Het karakter van dit extensief bebouwde gebied wordt nabij het plangebied met name bepaald door de toegang van de HSL-tunnel onder de Oude Maas.
2.2.2
Ruimtelijke structuur
Het plangebied wordt omsloten door de Lindtsedijk aan de oost-, zuid- en westzijde, terwijl de Geerweg aan de noordzijde de begrenzing vormt (zie figuur 2.1). De Oude Maas is de grens aan de zuidzijde. Zowel de Lindtsedijk als de Geerweg zijn onderdeel van de hoofdgroenstructuur. Ook hebben beide wegen een verkeersfunctie. Deze beide functies en het hoogteverschil van de dijk, zorgen ervoor dat het plangebied een duidelijk begrensd en autonoom gebied is binnen het grondgebied van Zwijndrecht. Binnen het plangebied zijn een drietal elementen aanwezig: het bedrijventerrein de Geer, het lint aan de Lindtsedijk en Achterlindt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
14
Bedrijventerrein Het bedrijventerrein betreft het grootste deel van het plangebied. Het ligt in een groene setting, die wordt gevormd door de Lindtsedijk en de Geerweg. Aan de Geerweg ligt bovendien een groenstrook, die het bedrijventerrein voor passanten een groen aanzicht geeft. Centraal door het bedrijventerrein ligt de Gildenweg. Deze straat heeft een brede middenberm, die groen ingericht is. Deze groene lijn verbindt de groenstructuren aan de Lindtsedijk en de Geerweg. De groene band aan de Gildenweg is ook onderdeel van de hoofdgroenstructuur. Bedrijventerrein De Geer wordt verder ruimtelijk gekenmerkt door een samenstel van eenvoudige rechte straten begeleid door beplanting, afgewisseld met parkeerruimte. Uitzondering hierop vormt de Houtkopersstraat, die meebuigt met de Lindtsedijk.
figuur 2.1 Ruimtelijke Structuur
De bebouwing op De Geer bestaat voor het grootste gedeelte uit bedrijfshallen. Deze bedrijfshallen verschillen van grootte. Aan de Fruiteniersstraat en de Houtkopersstraat staan wat kleinere hallen. Het westen van het plangebied bestaat over het algemeen uit wat grootschaligere bebouwing, aan de Hoedemakersstraat in het oostelijk deel staat ook een grote hal. Met een bouwhoogte van circa 10 meter is de bebouwing op het bedrijventerrein qua hoogte met elkaar vergelijkbaar. Lint Lindtsedijk Aan de Lindtsedijk, in de westzijde van het plangebied, bevindt zich een bebouwingslint. Dit lint kenmerkt zich door zowel bebouwing op de kop van de dijk als aan de voet. De bebouwing aan de dijk zijn woningen, terwijl de bebouwing aan de voet van de dijk voornamelijk bijgebouwen betreffen. De kavels zijn ruim, maar relatief ondiep en groen ingericht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
15
Achterlindt Het derde plandeel is Achterlindt. Dit plangebied is thans nagenoeg onbebouwd en heeft daardoor een groen karakter.
2.2.3
Functionele structuur
Bedrijventerrein Op het bedrijventerrein De Geer liggen voornamelijk ondernemingen in de sectoren handel en transport. Daarnaast bevinden zich enkele zelfstandige kantoren op het bedrijventerrein. De bedrijven zijn overwegend licht-industrieel van aard. Op het bedrijventerrein bevinden zich ook 11 bedrijfswoningen. Deze woningen bevinden zich aan de Fruiteniersstraat (6), de Houtkopersstraat (4) en de Zoutverkopersstraat (1). De bedrijfswoning aan de Zoutverkopersstraat en de twee bedrijfswoningen aan de Fruiteniersstraat zijn woningen die geïntegreerd zijn in de bedrijfsbebouwing. Deze bedrijfswoningen zijn gelegen op de eerste verdieping. De overige bedrijfswoningen zijn als zelfstandige woning herkenbaar. Deze woningen staan dan ook vaak los van de bijbehorende bedrijfsbebouwing. Naast bedrijven en kantoren bevinden zich op het bedrijventerrein nog een aantal andere functies. Op het terrein zijn drie detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen gevestigd. Dit betreft een sanitairzaak (hoek van de Fruiteniersstraat en de Geerweg), een winkel in caravans en kampeerartikelen (Zoutverkopersstraat 15) en een groothandel in gereedschappen en bouwmaterialen (Zoutverkopersstraat 13). Daarnaast is aan de Fruiteniersstraat is een tankstation (zonder LPG-verkoop) gelegen. Bij dit tankstation is ook een autowasstraat aanwezig. Tevens zijn op het bedrijventerrein twee uitzendbureau's gevestigd, deze zijn gelegen aan de Fruiteniersstraat 12 en 35. Daarnaast is op het bedrijventerrein een postdistributiecentrum gevestigd, hier is ook een kleinschalig en ondergeschikt postkantoor gevestigd, waarin ook ondergeschikte detailhandel in kantoorartikelen plaats vindt. Gezien de aard en karakteristiek passen deze functies goed in de functionele structuur van het bedrijventerrein. Daarnaast bevindt zich aan de Houtkoperstraat nog een medisch zuurstofcentrum. Dit is zeer specifieke vorm van zorg. Patiënten komen hier voor zuurstofbehandelingen. behandelingen zijn kortdurend, patiënten blijven niet overnachten. Omdat er bij zuurstofcentrum ook opslag van zuurstof plaatsvindt, past een dergelijke functie niet in woonwijk en past deze functie beter op een bedrijventerrein zoals de Geer.
een De het een
Op het bedrijventerrein liggen ook twee horecabedrijven. Aan de Fruiteniersstraat bevindt zich een restaurant. Met de ligging aan de Fruiteniersstraat, op de hoek met de Houtkopersstraat, ligt dit op een prominente plek op het bedrijventerrein. In de middenberm van de Gildenweg bevindt zich in een paviljoen een cafetaria. Beide horecagelegenheden passen goed op het bedrijventerrein en vormen een goede aanvulling op de voorzieningen van het bedrijventerrein. Op het bedrijventerrein zijn in beginsel geen zelfstandige kantoren toegestaan. Op het bedrijventerrein zijn momenteel nog op drie locaties zelfstandige kantoren gevestigd. Het gaat hierbij om een zelfstandig kantoor aan de Gildenweg 16 en aan de Fruiteniersstraat 44/45. Aan de Mandemakersstraat 1 is een bedrijfsverzamelgebouw gevestigd. Lint Lindtsedijk Aan de Lindtsedijk zijn voornamelijk woningen gelegen. In het noordelijk deel is bovendien een woonwagenstandplaats voor één woonwagen gelegen. Daarnaast bevindt zich een dierenpension met bedrijfswoning aan de dijk. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
16
De gronden tussen de dijk en het bedrijventerrein worden gebruikt als landbouwgrond voor aardappelen, groente en fruit. De bedrijfsbebouwing van het bijbehorend bedrijf staat aan de voet van de dijk. Achterlindt Achterlindt is momenteel niet in gebruik en heeft op dit moment een groenfunctie.
2.3
Verkeer
Inleiding In deze paragraaf wordt de verkeerstructuur beschreven voor zowel het gemotoriseerd verkeer, het langzaam verkeer als het openbaar vervoer in en rondom het plangebied. Eveneens zijn de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie beschreven. Verkeersstructuur Ontsluiting gemotoriseerd verkeer Het bedrijventerrein De Geer wordt vanaf de A16 ontsloten via de Munnikensteeg. Deze route is in het GVVP aangewezen als hoofdroute voor goederenverkeer van en naar de bedrijventerreinen in Zwijndrecht. Beleid is om zo min mogelijk vrachtverkeer naar de bedrijventerreinen via de route vanaf de A16 en de aansluiting Zwijndrecht te faciliteren. De verkeersgeleiding vindt plaats door middel van bewegwijzerde routes vanaf de A16. De Munnikensteeg sluit ter hoogte van bedrijventerrein De Geer aan op de Geerweg. Het bedrijventerrein zelf wordt vervolgens via de Fruiteniersstraat aangesloten op de Geerweg. De Fruiteniersstraat vormt de belangrijkste verdeelweg binnen het bedrijventerrein. De Gildenweg en de Zoutverkopersstraat vormen de belangrijkste ontsluitingsroutes naar de Fruiteniersstraat. De Gildenweg zal worden ingericht voor éénrichtingsverkeer. De overige wegen in het plangebied blijven tweerichtingsverkeer. De Munnikensteeg is een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom en kent een maximumsnelheid van 80 km/h. De overige wegen zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 50 km/h. Terrein Achterlindt Op het terrein Achterlindt zal een bedrijvenlocatie ontwikkeld worden. Het heeft de voorkeur om het terrein vanaf de Geerweg te ontsluiten. Door het Ingenieursbureau Drechtsteden is een memo1 opgesteld waarin de ontsluiting vanuit verkeerskundig oogpunt wordt onderbouwd. Ontsluiting langzaam verkeer Het fietsverkeer wordt primair afgewikkeld via de Geerweg, Lindtsedijk en de Munnikensteeg. Deze wegen zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg deels binnen en deels buiten de bebouwde kom en kennen conform deze inrichting vrijliggende fietspaden. Overige fietsverbindingen voeren naar de nabijgelegen woongebieden. Vanaf bedrijventerrein De Geer is er een fietsoversteek over de Geerweg. Verder loopt er over de Lindtsedijk een recreatieve fietsroute tussen Zwijndrecht en Heerjansdam. Het fietsverkeer op de bedrijventerreinen wordt veelal gemengd met autoverkeer afgewikkeld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
17
In het GVVP is opgenomen dat de Waterbusverbinding tussen de diverse steden in het gebied Drechtsteden richting het westen wordt uitgebreid en haltes zal krijgen ter hoogte van Groote Lindt, De Geer en Heerjansdam. De Waterbus fungeert als een veerpont voor fiets- en voetgangersverkeer en vormt een belangrijke schakel in het fietsnetwerk in Drechtsteden. Nieuwe haltes ter hoogte van de bedrijventerreinen en Heerjansdam kunnen het fietsgebruik stimuleren. Ontsluiting openbaar vervoer Buiten het plangebied zijn bushaltes gelegen langs de Moermond. Hier halteren openbaarvervoersdiensten tussen Dordrecht en Ridderkerk via Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht. Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling In het verkeers- en vervoersplan2 voor Zwijndrecht wordt de verkeersveiligheid rondom het kruispunt Munnikensteeg / Geerweg als een aandachtspunt gezien. Tevens vormt de verkeersveiligheid van de fietsoversteek over de Geerweg een aandachtspunt. Terrein Achterlindt De nieuwe ontwikkelingen op dit terrein zullen extra verkeer tot gevolg hebben. In de eerder genoemde memo is de verkeersgeneratie beschreven en is onderzocht of dit verkeer in voldoende mate afgewikkeld kan worden. De verkeersgeneratie van het bedrijventerrein bedraagt ca 560 mvt/werkdagetmaal (420 mvt/etmaal). Het is niet te verwachten dat de ontsluiting vanaf de Geerweg zal leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling. Gezien de lage verkeersintensiteiten zijn geen speciale in- of uitvoegstroken nodig. Een aandachtspunt bij het ontwerp is de draaicirkel van het vrachtverkeer dat van en naar het Achterlindt rijdt. Via een afwijkingsbevoegdheid is het mogelijk grootschalige detailhandel (bouwmarkt) naar dit terrein te verplaatsen. Dit zal meer verkeer aantrekken, de verkeersgeneratie bedraagt ca 3.670 mvt/werkdagetmaal (3.110 mvt/etmaal). De intensiteiten zullen dan te vergelijken zijn met de aansluiting van de Fruiteniersstraat. Hiervoor zijn geen speciale in- of uitvoegstroken nodig. Er dient bij de uitvoering nader naar de aansluiting gekeken te worden. Parkeren Het parkeren op de bedrijventerreinen dient conform het parkeerbeleidsplan van de gemeente Zwijndrecht in principe op eigen terrein te geschieden. Parkeren van grote voertuigen vindt eveneens op eigen terrein plaats. Binnen Zwijndrecht is het verboden grote voertuigen in de openbare ruimte te parkeren. Wel zijn er op de bedrijventerreinen aangewezen plaatsen voor het parkeren van dergelijke voertuigen in de openbare ruimte. Op bedrijventerrein De Geer wordt veel in de openbare ruimte geparkeerd, waardoor er een rommelig straatbeeld ontstaat. In het kader van het beeldkwaliteitsplan wordt op bedrijventerrein De Geer ruimte gefaciliteerd voor parkeren door het instellen van éénrichtingsverkeer. Bij nieuwbouw dient aan de hand van parkeernormen het benodigde aantal parkeerplaatsen te worden bepaald. De gemeente Zwijndrecht heeft de parkeerkencijfers van het CROW vastgesteld als gemeentelijke parkeernormen. Conclusie De bereikbaarheid voor het gemotoriseerd verkeer is goed te noemen. Aandachtpunten voor het fietsverkeer zijn de interne fietsstructuur op het bedrijventerrein en de oversteekplaatsen ter hoogte van de Geerdijk en Lindtsedijk. Gezien de loopafstanden tot de bushaltes is de ontsluiting per openbaar vervoer matig. De nieuwe ontwikkelingen op het terrein Achterlindt leiden tot extra verkeer. Dit zal niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
18
2.4
Ontwikkelingen
In het plangebied vinden twee ontwikkelingen plaats. Recentelijk is voor het bedrijventerrein een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Op basis hiervan wordt de openbare ruimte van het bedrijventerrein geherstructureerd. Daarnaast wordt op het Achterlindt een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld.
2.4.1
Herstructurering bedrijventerrein
De herstructurering van het bedrijventerrein is tweeledig. Voor het gehele bedrijventerrein is een beeldkwaliteitplan opgesteld. In dit beeldkwaliteitplan wordt het gewenste toekomstbeeld geschetst. Het gaat hierbij om de buitenruimte en de bebouwing op het bedrijventerrein. Daarnaast onderneemt de gemeente het initiatief in de herontwikkeling van de buitenruimte. Hierbij wordt de riolering op het bedrijventerrein aangepakt en wordt de openbare ruimte heringericht. Hierbij worden aan de Gildeweg extra parkeerplaatsen aangelegd. Beeldkwaliteitsplan In het beeldkwaliteitsplan wordt een streefbeeld weggezet. Het beeldkwaliteitsplan is een toetsingskader bij nieuwe ontwikkelingen. In het beeldkwaliteitsplan worden voornamelijk eisen gesteld ten aanzien van de positionering en het uiterlijk van nieuwe bedrijfsgebouwen. Het beeldkwaliteitsplan wordt uitgebreid besproken in paragraaf 3.4.6. Er zijn wel een aantal wijzigingen ten opzichte van de maatregelen die worden genoemd in het beeldkwaliteitsplan. De geplande nieuwe ontsluiting van het bedrijventerrein op de Geerweg komt er niet, de oude ontsluiting zal hier gehandhaafd blijven. Dit betekent ook dat de, in het beeldkwaliteitplan opgenomen, ontwikkeling van de hoek Geerweg - Fruiteniersstraat Lintsedijk niet doorgaat. Er zullen aan de Gildeweg meer parkeerplaatsen worden aangelegd dan in het beeldkwaliteitsplan was beoogd. De vrachtwagenparkeerplaats in het zuiden van het bedrijventerrein zal niet worden vergroot. De aanleg van het extra oppervlakte water aan de Gildeweg is komen te vervallen. Dit is in overleg met het waterschap besloten. Wel wordt de aanleg van extra oppervlaktewater in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. In het beeldkwaliteitsplan is een voorstel gedaan voor een eenrichtingsstructuur op het bedrijventerrein. Uit nadere analyse bleek dat voor de vrachtwageninritten bredere wegen nodig zijn.
2.4.2
Ontwikkelingen op Achterlindt
Tussen de Lindtsedijk en het bedrijventerrein is een onbebouwd gebied gelegen. Dit gebied is momenteel een onbestemd gebied, waar bomen en bossages aanwezig zijn. In de structuurvisie van Zwijndrecht is dit gebied aangewezen als compensatielocatie voor het huidige bedrijfsareaal. Het gebied hoort ruimtelijk gezien bij het binnendijks gelegen bedrijventerrein. Binnen de gemeente is vraag naar nieuwe bedrijfsruimte, ondermeer ter compensatie van bedrijfsruimte die elders (ter plaatse van bedrijventerrein De Gors) vervalt. Met de ontwikkeling van Achterlindt kan worden voldaan aan deze behoefte. In totaal wordt ca. 2,5 ha bedrijventerrein gerealiseerd. De doelgroep voor het bedrijventerrein zijn bedrijven in dezelfde categorie als die aanwezig zijn op het bestaande bedrijventerrein De Geer.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
19
Het nieuwe bedrijventerrein zal via een cul-de-sac worden ontsloten. Hiervoor wordt een nieuwe ontsluiting gerealiseerd op de Geerweg. Daarnaast zal een tweede ontsluiting worden gerealiseerd via de woonwagenlocatie naar de Achterlindtsestraat. Deze ontsluiting is in principe alleen bedoeld voor langzaamverkeer, maar zal wel een dusdanig profiel krijgen, dat de weg bij calamiteiten ook gebruikt kan worden door hulpdiensten. Rondom het nieuwe bedrijventerrein worden de bestaande watergangen verbreed, zodat wordt voorzien in voldoende watercompensatie. Doordat de oevers groen ingericht worden, zal ook dit bedrijventerrein in een groene setting gerealiseerd worden.
Het bedrijventerrein zal gaan bestaan uit een aantal bedrijvenclusters. De maximale bouwhoogte zal in de strook langs de Geerweg 12 meter bedragen. Op de rest van het Achterlindt is maximaal 10 meter toegestaan. In het gehele gebied is een bebouwingspercentage van ten hoogste 80% toegestaan. Hierbij wordt aangesloten op de hoogte en de dichtheid van de bedrijfsbebouwing op het bestaande terrein De Geer. Daarnaast is de huidige woonwagenlocatie in beeld om op termijn te worden herontwikkeld en onderdeel uit te maken van het bedrijventerrein. Omdat op deze locatie op dit moment nog bewoning plaatsvindt is hier een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Een andere ontwikkeling op Achterlindt is de realisatie van een recreatievoorziening. Hiervoor is een haalbaarheidsstudie3 uitgevoerd, hieruit blijkt dat een hotel op deze locatie niet levensvatbaar is, de locatie zal wel gebruikt kunnen worden voor de realisatie van een luxe wellnesscentrum, al dan niet in combinatie met een beperkt aantal gastenverblijven. Aangezien de plannen hiervoor nog in een zeer prematuur stadium zijn, wordt deze ontwikkeling niet mogelijk gemaakt middels dit bestemmingsplan. Voor een dergelijke ontwikkeling zal een aparte planologische procedure worden gevoerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
20
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
21
Hoofdstuk 3
3.1
Beleid
Inleiding
De beleidscontext voor de visie op de ontwikkeling van het plangebied wordt gevormd door een aantal landelijke, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante rijks-, provinciaal- en regionaal en gemeentelijk beleid beknopt samengevat.
3.2
Rijksbeleid
3.2.1
Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid/AMvB Ruimte (2008)
Het plangebied is gelegen in het stedelijk netwerk Randstad en het economisch kerngebied Zuidvleugel. In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in de nationale belangen welke het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder wordt aangegeven welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten wordt gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten in steden en dorpen maakt het mogelijk functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen en arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten vereist een in onderlinge samenhang optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daar buiten. Volgens de Realisatieparagraaf dient in bestaand stedelijk gebied optimale benutting van bestaand bebouwd gebied plaats te vinden om verrommeling een halt toe te roepen. Hierdoor neemt de noodzaak af om open ruimte te gebruiken voor bebouwing. Het wordt moeilijker gemaakt om nieuwbouw in het buitengebied te realiseren. De bundelingsdoelstellingen uit de Nota Ruimte blijven actueel. Het Rijk toetstof provincies het bundelingsbeleid voor verstedelijking en economische activiteiten in het provinciale en regionale ruimtelijke beleid opnemen.
3.3
Provinciaal en regionaal beleid
3.3.1
Provinciale Structuurvisie Visie op Zuid-Holland (2010)
De provincie Zuid-Holland heeft een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland ontwikkeld. De kern van de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
22
goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Het plangebied is in het ontwerp aangeduid als Bedrijventerrein, de nieuwe ontwikkelingen vallen binnen het bestaand bebouwd gebied. Om doorwerking van een aantal provinciale belangen te borgen, zijn een aantal beleidsuitgangspunten opgenomen in de verordening Ruimte. Deze verordening werkt door naar lagere overheden (gemeenten). 3.3.2
Provinciale Verordening
In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende artikel is relevant voor het bestemmingsplan: Bedrijventerreinen In de provinciale verordening is opgenomen dat uitbreiding van kantoren en detailhandel niet mag plaatsvinden op bedrijventerreinen zoals de Geer. Bestaande kantoren en detailhandels vestigingen mogen worden gehandhaafd. Voor perifere detailhandel is in de verordening een specifieke regeling opgenomen. Er is een limitatieve lijst opgenomen wat wordt verstaan onder perifere detailhandel. Daarnaast is opgenomen waar en onder welke voorwaarden perifere detailhandel is toegestaan op bedrijventerreinen. Dit bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid, in het bestemmingsplan worden geen nieuwe kantoren- of detailhandelslocaties mogelijk gemaakt. Daarnaast zijn de bestaande locaties voorzien van een maatbestemming, zodat uitbreiding niet aan de orde is. Tevens is in het bestemmingsplan is het begrip volumineuze detailhandel in overeenstemming met het provinciale begrip. 3.3.3
Kantorenstrategie Drechtsteden 2007
De Kantorenstrategie Drechtsteden 2007 (juni 2007) Drechtsteden is een lange termijn strategie voor de regionale kantoorvoorraad, om: adequaat te kunnen reageren op vragen uit de markt, gezamenlijk te acquireren op de grotere regionale spelers, de bestaande voorraad in de regio te kunnen beheren, een goed, volledig en divers aanbod te kunnen creëren. In de strategie is een High Five opgenomen die de vijf handgrepen vormt voor markt en overheid. Om doelstellingen te realiseren wordt een actiepuntenlijst opgesteld met concrete taken en afspraken. Deze wordt jaarlijks geactualiseerd en geëvalueerd. Zo zullen de Drechtsteden zich als een eenheid moeten profileren waarbij de drie ambitieniveaus; bovenregionale toplocatie (Maasterras), bestaande themaparken en overige kantoorlocaties
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
23
gefaciliteerd dienen te worden. 3.3.4
Uitvoeringsstrategie bedrijventerreinen voor de Drechtsteden 2009
De Uitvoeringsstrategie bedrijventerreinen voor de Drechtsteden (mei 2009) definieert de regionale opgave en ambitie voor beleid en stelt de doelstellingen van de Drechtsteden tot 2020 vast. De opgave bestaat uit het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen, het herstructureren en onttrekken van bedrijventerreinen om de vraag te honoreren. De strategie heeft de 58 aanwezige individuele bedrijventerreinen gebundeld tot zes regionale terreinclusters die relevant zijn voor de regio als geheel. Het bedrijventerrein De Geer behoort tot het cluster Oude Maas. Het doel is om binnen dit cluster ruimte te maken voor grote natte bedrijvigheid, langs de kades en binnen de milieucontour. Tevens is behoud van de marktpositie door verbeteren ruimtelijke kwaliteit van belang. Binnen dit cluster is ruimte voor maritieme logistiek, industrie en regionale gemengde bedrijven. De westhoek van het plangebied, Achterlindt, biedt ruimtewinst voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein. 3.3.5
Drechtsteden economische visie 2008
De Drechtsteden economische visie (maart 2008) vormt een kop op het sectorale beleid en stemt de ontwikkelingsrichtingen die daar uit voortvloeien af. Het hart van de visie is een geactualiseerd economisch profiel van de regio tot 2020. In de visie ligt de economische focus op de rivieroevers en de gunstige ligging aan meerdere modaliteiten die de grootste kansen vormen voor economische onderscheiding. Om die kansen te benutten zal de regio haar oevers herontdekken en zich profileren als een complete, leefbare regio. Ondermeer een goede bereikbaarheid van de regio, in en buiten de spits in combinatie met de ligging op een bundeling van water- en spoorwegen vormt een vestigingsfactor van formaat. 3.3.6
Bedrijventerreinenstrategie voor de Drechtsteden 2007
De Bedrijventerreinenstrategie voor de Drechtsteden (januari 2007) beslaat de periode tot 2020, met een doorkijk naar 2030 waarbinnen korte en lange termijnopgaven zijn gesteld voor vernieuwing en ontwikkeling van bedrijventerreinen. De strategie creëert kansen om de strategische positie van de Drechtsteden verder uit te bouwen door, voor 2020: De milieuproblematiek op te pakken met een clusterzonering als basis. De kwaliteit van terreinen op peil te houden door minimaal 250 ha. terrein te herstructureren. Aan de rand van de regio ruimte te bieden door minimaal 100 ha. nieuw terrein aan te leggen voor groei in nieuwe en bestaande sectoren, veelal licht van aard. De grootschalige bestaande industrieën in het hart van de regio te beschermen. De omvang van onttrekkingen te beperken tot maximaal 45 ha. Bedrijventerreinen beter aan te laten sluiten op hun stedelijke omgeving. De bereikbaarheid van terreinen te optimaliseren. De ligging van Zwijndrecht aan de A16-Betuweroute corridor wordt in de strategie gezien als een gunstige positie om een nieuw terrein aan de A16 aan te leggen, het Maasterras te intensiveren en milieuruimte voor De Geer en Groote Lindt door middel van clusterzonering te garanderen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
24
3.4
Gemeentelijk beleid
3.4.1
Structuurvisie Zwijndrecht 2020 'De ondernemende tuinstad'
In de Structuurvisie Zwijndrecht 2020 'De ondernemende tuinstad', vastgesteld door de gemeenteraad op 16 februari 2010, heeft de gemeente haar ruimtelijk beleid voor de komende tien jaar vastgelegd. Speerpunten hierin zijn de versterking van het aanbod van woningen voor iedereen, aantrekkelijke vestigingslocaties voor bestaande en nieuwe bedrijven en een blijvend goede bereikbaarheid vanuit de Randstad en vanuit het zuiden van het land. In de visie worden diverse opgaven omschreven waaronder het streven naar meer specialistische kennisintensieve en dienstverlenende bedrijvigheid. Daarbij is van belang dat de economische basis van Zwijndrecht versterkt wordt door zowel bestaande bedrijvigheid te koesteren, als de vestiging van nieuwe bedrijvigheid te stimuleren. In de visie worden een twintigtal structuurvisieprojecten beschreven die moeten bijdragen aan de versterking van een goede bereikbare ondernemende tuinstad.
De westhoek van het plangebied De Geer, Achterlindt (1), is aangewezen als compensatielocatie om het verlies van het huidige bedrijfsareaal op te vangen en te ontwikkelen als bedrijventerrein. Met het project 'Reconstructie bedrijventerrein De Geer' (20) wordt het bedrijventerrein opgewaardeerd naar een eigentijds en duurzaam terrein. Hierbij zullen de wegen worden opgehoogd en de riolering vernieuwd. Ook zal het openbaar groen worden aangepakt en komt er meer ruimte voor parkeren. Het bestemmingsplan biedt de planologische kaders om zowel Achterlindt te ontwikkelen en het bedrijventerrein te herstructureren. 3.4.2
Welstandsnota Zwijndrecht 2004
De Welstandsnota Zwijndrecht (juni 2004) is een beleidsdocument dat de gemeente de mogelijkheid geeft om cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden te benoemen en een rol te geven bij de ontwikkeling en beoordeling van bouwplannen, maar ook om gebieden aan te wijzen waar een bijzondere kwaliteit gewenst is. Met de gebiedsgerichte benadering wil de gemeente de waardevolle eigenschappen van bijvoorbeeld de kernen en
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
25
ieder afzonderlijk gebied behouden. De relatie met het bestemmingsplan is van belang omdat datgene wat buiten de reikwijdte van een bestemmingsplan geldt door de welstandsnota wordt geregeld. De in de nota genoemde welstandscriteria kunnen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit waar nodig invulling geven aan de ruimte die het bestemmingsplan biedt. Als een bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan maar alternatieve invulling mogelijk is, kan een negatief welstandsadvies worden gegeven als de gekozen oplossing te sterk afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. In Zwijndrecht zijn drie welstandsregimes mogelijk: het bijzondere welstandsgebied waar extra inspanning ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit gewenst is, het reguliere welstandsgebied waar de basiskwaliteit moet worden gehandhaafd, het welstandsvrije gebied. Het plangebied De Geer valt onder het reguliere welstandsregime 'traditioneel bedrijventerrein'. Bij de welstandsbeoordeling van dit gebied wordt er ondermeer getoetst op: de ligging; oriëntatie op de weg en opslag bij voorkeur uit het zicht; de massa: gebouwen zijn in principe individueel, afwisselend en eenvoudig van opbouw; architectonische uitwerking: sober en zorgvuldige architectonische uitwerking; materiaal- en kleurgebruik: baksteen, pleisterwerk en/of plaatmateriaal in een terughoudende kleur met onderlinge samenhang.
3.4.3
Groenstructuurplan 2009
Het ontwerp Groenstructuurplan 2005-2015 (25 augustus 2009) geeft een meerjaren visie op beheer en inrichting van de openbare ruimte, met speciale aandacht voor het groene materiaal. Voor de visie is een inventarisatie en analyse uitgevoerd naar het groen en aanverwante zaken De hieruit voortgekomen knelpunten en potenties vormden aanknopingspunten voor het opstellen van de groenvisie, een essentieel onderdeel van het Groenstructuurplan. Uit de visie blijkt dat de hoofdgroenstructuur een basis biedt voor de ontwikkelings- en beheermaatregelen om het groen in de gemeente aantrekkelijk te maken en een duurzaam karakter te geven. Met betrekking hierop zijn diverse uitgangspunten geformuleerd om zowel de hoofdgroenstructuur als de wijkgroenstructuur en het overig groen te handhaven en te versterken. De hoofdgroenstructuur van het stedelijk gebied loopt gelijk met de plangrens van het bestemmingsplan De Geer. De dijk langs de noordzijde van het plangebied, de Geerweg, vormt een hoofdstructuur van bomen. De kruising met de Munnikensteeg vormt tevens één van de stadsentree's van Zwijndrecht. In het plangebied zelf bevindt zich een nevenstructuur van bomen langs de Gildenweg.
3.4.4
Waterstructuurplan 2007
Het Waterstructuurplan Zwijndrecht (mei 2007) is een beleidsdocument dat een aanvulling vormt op het stedelijk waterplan van H tot Z. Het betreft een actualisatie aan de hand van de normen vanuit het beleidskader Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) en vormt tevens een doorvertaling van het waterstructuurplan IJsselmonde naar gemeentelijke ruimtelijke plannen. Op het bedrijventerrein De Geer is een verbeterd gescheiden rioolstelsel aanwezig. Uit onderzoek blijkt dat in het plangebied De Geer een bergingstekort is van 0.6 ha (4.300 m³). In het Waterplan van H tot Z zijn de doelstellingen geformuleerd, waaraan de watergangen moeten voldoen Naast technische ingrepen ten aanzien van het aanpakken van bronnen (o.a. riolering) ligt een belangrijke kans voor het verbeteren van de waterkwaliteit in het creëren van ruimte voor water (natuurlijker inrichting, robuustere systemen) en in het creëren van verbindingen en doorspoelmogelijkheden. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
26
3.4.5
Duurzame herstructurering Groote Lindt en De Geer (2007)
Het herstructureringsplan is het resultaat van het onderzoek naar de herstructurering van de bedrijventerreinen Groote Lindt en De Geer in Zwijndrecht. In dit onderzoek hebben de gemeente Zwijndrecht, ondernemers van deze bedrijventerreinen en diverse andere publieke en private partijen gezamenlijk, met elk hun eigen verantwoordelijkheden, een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van herstructureringsmaatregelen. Bovendien is aandacht besteed aan het draagvlak dat voor deze maatregelen bestaat. De invulling van deze maatregelen stond hierbij niet op zichzelf maar is gebaseerd op de vraag of de maatregelen bijdragen aan de gewenste ontwikkeling van de bedrijventerreinen. In de visie van de gemeente Zwijndrecht staat centraal dat de bedrijfsactiviteiten op Groote Lindt en De Geer blijven gehandhaafd. Dit betekent dat beide terreinen elk hun eigen identiteit behouden. In de visie staat centraal dat de bedrijventerreinen een goed werk- en vestigingsklimaat moeten bieden. Dit abstracte beeld uit zich in de verbetering van beide bedrijventerreinen op diverse thema's. Voor De Geer geldt hier onder andere: werkgelegenheid: doelstelling is dat de werkgelegenheid ten minste in stand gehouden wordt en bij voorkeur een verdere uitbreiding; veiligheid: het verhogen van de veiligheid op diverse aspecten, door met name door (enkele) aanpassingen in de infrastructuur en het verminderen van geparkeerde vrachtwagens en opleggers op ongewenste plaatsen op de openbare weg; kwaliteit: de kwaliteit van beide bedrijventerreinen uit zich in een goede uitstraling. De herstructurering biedt de kans het kwaliteitsniveau ook op langere termijn te waarborgen; duurzaamheid: Hierbij gaat de aandacht uit naar het verbeteren van de vestigingsmogelijkheden van bedrijven als gevolg van een betere benutting van de geluidruimte en een optimalisatie van de ruimte op de kavel en het openbaar gebied (o.a. parkeren, oppervlaktewaterkwaliteit). In het herstructureringsplan zijn in het totaal ca. 30 maatregelen opgenomen. Een deel van de maatregelen zijn ruimtelijk fysieke ingrepen die verder kunnen worden uitgewerkt en waar in een beeldkwaliteitplan richtlijnen voor kunnen worden opgenomen. Naast de kansen die herstructurering voor de locale omgeving biedt, is er ook sprake van een regionale uitstraling. Zodra de organisatorische/procesmatige kant van de herstructurering is ingevuld, kunnen de eerste herstructureringsmaatregelen worden uitgevoerd. Een aantal van de maatregelen kan in het beeldkwaliteitplan verder worden uitgewerkt binnen de totaalvisie voor het plangebied. Verwijderen van openbaar groen dat een belemmerend effect heeft op openbare verlichting; Verbetering van de waterbergingscapaciteit en de verbetering van de waterkwaliteit op De Geer (en andere delen van Zwijndrecht); Onderzoek naar energiebesparende mogelijkheden; Verbeteren van de verkeersveiligheid door aanpak parkeerproblematiek.
3.4.6
Beeldkwaliteitsplan
Voor het bedrijventerrein is recentelijk het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerreinen Groote Lindt en De Geer 2008' opgesteld. Het beeldkwaliteitsplan is erop gericht de ruimtelijke kwaliteit van de bedrijventerreinen te waarborgen en te versterken. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
27
In het beeldkwaliteitplan zijn een aantal uitgangspunten opgenomen om te komen tot een streefbeeld voor het bedrijventerrein. 1.
Bouwhoogte De bouwhoogte bedraagt maximaal 10 meter. Bebouwing die in het vigerende bestemmingsplan of in werkelijkheid hoger is, is positief bestemd. Deze uitzonderingen op de regel zijn op de verbeelding aangegeven. Voor De Geer geldt voor specifieke punten een maximale bouwhoogte van 16 meter. Het betreft de entrees van De Geer, de koppen van de Gildenweg en de hoek van de Geerweg met de Lindtsedijk. In het noordelijke deel van De Geer loopt parallel aan de Geerweg een strook van dertig meter waar een ander bouwhoogteregime geldt. Hier mag de bouwhoogte maximaal 12 meter bedragen.
2.
Gevellijn minimaal 70% bebouwd Ten minste 70% van de bebouwing dient in of evenwijdig aan de gevellijn gebouwd te worden. Bij terugliggende begane grondvloer geldt dit voor de volgende verdiepingen. De gevellijn is de naar de openbare weg gekeerde voorste bebouwingslijn. Op de verbeelding is een gevellijn aangeduid.
3.
Oriëntatie hoekbebouwing In het geval van hoekbebouwing dient de bebouwing zich naar meerdere kanten te oriënteren. Alle naar de openbare ruimte gekeerde gevels dienen een hoogwaardige uitstraling te hebben. Op de hoeken zijn aan beide zijden gevellijnen opgenomen op de verbeelding.
4.
Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan In het bestemmingsplan worden nieuwe bedrijfswoningen niet toegestaan. Bestaande bedrijfswoningen worden geconsolideerd bestemd.
5.
Parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein In algemeenheid moet het parkeren op de openbare weg zoveel mogelijk worden voorkomen. Parkeren van vrachtauto's dient op het eigen erf plaats te vinden en onttrokken te zijn aan het zicht vanaf de openbare ruimte. Eventueel kan hiervoor ook gebruik worden gemaakt van de daarvoor bestemde vrachtwagenparkeerplaatsen.
6.
Erfafscheidingen Erfafscheidingen mogen maximaal 2,5 meter hoog zijn. Met dien verstande dat dichte erfafscheidingen minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn dienen te worden gerealiseerd.
3.5
Conclusie
De in dit bestemmingsplan opgenomen planologische regeling past binnen de kaders zoals gesteld in bovenstaand beleid.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
28
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
29
Hoofdstuk 4
4.1
Milieuonderzoek
Wegverkeerslawaai
In het kader van de akoestische toetsing maakt de Wet geluidhinder onderscheid tussen verschillende situaties. In dit ruimtelijk plan zijn de volgende akoestisch relevante situaties aan de orde:
Nieuwe situatie Er zal een nieuwe weg aangelegd worden. Het effect van de nieuwe weg op de geluidshindersituatie aan de gevels van de bestaande geluidsgevoelige functies dient inzichtelijk te worden gemaakt. Reconstructie situatie Ten behoeve van de nieuwe weg wordt een aansluiting gerealiseerd vanaf de Geerweg. In het kader van reconstructie onderzoek dient het effect van de aanleg van deze nieuwe aansluiting op de geluidshindersituatie aan de gevels van bestaande geluidsgevoelige functies inzichtelijk te worden gemaakt.
In de nabijheid van de nieuwe weg en aansluiting zijn echter geen bestaande geluidsgevoelige functies gelegen, zodat akoestisch onderzoek achterwege kan blijven.
4.2
Industrielawaai
Normstelling en beleid Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) moeten alle terreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd zijn. Bedoelde inrichtingen - vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd - worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen geldt een geluidszone die wordt vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Onderzoek en conclusie Het bedrijventerrein de Geer zelf is géén gezoneerd industrieterrein. Wel ligt in de directe omgeving van het bedrijventerrein de Geer het gezoneerde industrieterrein Dordt-West Groote Lindt. Een deel van het plangebied ligt binnen de geluidszone van dit gezoneerde industrieterrein. Ook ligt een klein deel van het zuidwesten van het plangebied binnen de geluidszone van het industrieterrein Puttershoek. Dit laatste industrieterrein ligt ongeveer 1,5 km ten westen van het plangebied. De geluidszones zijn opgenomen op de verbeelding. Aangezien binnen deze geluidszones geen geluidsgevoelige bestemmingen aanwezig zijn en ook niet mogelijk worden gemaakt, vormt het aspect industrielawaai geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
30
4.3
Railverkeerslawaai
Direct ten westen van het plangebied is de spoorweg HSL-Zuid gelegen. Deze spoorlijn gaat ter hoogte van het plangebied een tunnel in. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk maakt, vormt het aspect railverkeerslawaai geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
4.4
Luchtkwaliteit
Beleid en normstelling Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden, die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan), onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a) of de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1). In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Besluit niet in betekenende mate (nibm) In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Plan van Aanpak Luchtkwaliteit In 2006 heeft de gemeente Zwijndrecht een Plan van Aanpak Luchtkwaliteit vastgesteld. In dit Plan van Aanpak is beschreven hoe de gemeente de luchtkwaliteit in situaties waar de grenswaarden worden overschreden, gaat verbeteren. Onderzoek Het bestemmingsplan maakt een (beperkte) uitbreiding van de bedrijfsbestemming op gronden die op Achterlindt mogelijk. Deze ontwikkeling heeft een verkeersaantrekkende werking van 420 mvt/etmaal (zie paragraaf 2.3). Uit de NIBM-tool (www.infomil.nl) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu blijkt dat deze verkeersgeneratie niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Toetsing aan de grenswaarden kan daarom achterwege blijven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
31
Behalve de bedrijven maakt het bestemmingsplan via een afwijkingsbevoegdheid ook de realisatie van een bouwmarkt nodig. Deze ontwikkeling heeft een verkeersaantrekkende werking van 3.110 mvt/etmaal. Uit de NIMB-tool blijkt dat deze verkeersgeneratie zeker in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van deze afwijkingsbevoegdheid moet daarom door middel van een luchtkwaliteitsonderzoek worden aangetoond dat de grenswaarden uit de Wlk niet worden overschreden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat ter plaatse van het plangebied de jaargemiddelde achtergrondconcentratie stikstofdioxide in 2011 tussen de 20 en 22,5 µg/m³ ligt. In datzelfde jaar ligt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie fijn stof hier tussen de 22 en 24,5 µg/m³. De concentraties liggen ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wlk. De uitstoot van de reeds aanwezige bedrijven binnen het plangebied maakt onderdeel uit van de achtergrondconcentraties. Ter plaatse van het plangebied is dan ook sprake van een aanvaardbaar verblijfsklimaat. Conclusie Er wordt geconcludeerd dat de Wlk de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een aanvaardbaar verblijfsklimaat ter plaatse.
4.5
Externe veiligheid
Beleid en normstelling Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor, water en/of door buisleidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Risicovolle inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en met de richtwaarde rekening worden gehouden, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Op basis van het Bevi geldt een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. Als oriëntatiewaarde voor het GR geldt: 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers; 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
32
10-9 voor een ongeval met meer dan 1.000 dodelijke slachtoffers; enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm). De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR geldt de hierboven genoemde norm. Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten Voorbeelden van kwetsbare objecten zijn woningen, ziekenhuizen en gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn (zoals kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object). Voorbeelden van beperkt kwetsbare objecten zijn kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van maximaal 1.500 m² per object. Ook een bedrijf is in principe een beperkt kwetsbaar object. Bedrijven vallen echter onder het begrip kwetsbaar object indien in het gebouw doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn. Het Bevi zelf specificeert niet wat onder 'grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag' moet worden verstaan. Uit de Nota van Toelichting bij het Bevi en informatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (www.infomil.nl) blijkt dat het gaat om een bedrijf met meer dan 50 medewerkers. Vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoor In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Momenteel (begin 2011) is een nieuwe AMvB voor het transpoort van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoorlijnen in voorbereiding. In deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi. Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De toetsings- en bebouwingsafstand zijn vervangen door een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico (PR) en een oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het groepsrisico in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord. Dit geldt zowel voor bestaande situaties als voor ontwikkelingen die zorgen voor een toename van het groepsrisico. In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situatie: het plangebied ligt buiten het gebied behorende bij de afstand waar nog 100% van de Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
33
aanwezigen kan komen te overlijden of, bij toxische stoffen, het plangebied buiten de grens ligt waarbij het PR 10-8 per jaar is, of; het GR is kleiner dan 0,1 maal de oriënterende waarde, of; het GR neemt met minder dan 10% toe terwijl de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Bij een beperkte verantwoording kan worden volstaan met het vermelden van: de personendichtheid in het invloedsgebied van de buisleiding en een uitspraak over de verwachte toekomstige personendichtheid in het geval er concrete ontwikkelingen in het invloedsgebied zijn; het GR per kilometer buisleiding en de bijdrage van de ontwikkeling (toegelaten beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten) aan de hoogte van het GR; de mogelijkheden tot bestrijding en beperking van rampen; de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen in het plangebied. Ten aanzien van de laatste twee aspecten dient het bevoegd gezag de regionale brandweer in staat te stellen om een advies uit te brengen. In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt tevens een belemmeringenstrook bestemd. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan. Onderzoek Risicovolle inrichtingen Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) en de Regionale analyse externe veiligheid Regio Zuid-Holland Zuid (Milieudienst Zuid-Holland Zuid, 2009) blijkt dat er binnen het plangebied één risicovolle inrichting ligt. Het gaat hier om een gasdrukregel- en meetstation. Deze inrichting valt niet onder het Bevi. De PR 10-6-risicocontour bedraagt 15 m. Binnen deze contour liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Ook maakt het bestemmingsplan dergelijke objecten hier niet mogelijk. Ten oosten van het plangebied ligt het bedrijventerrein Groote Lindt. Op dit terrein ligt een aantal risicovolle inrichtingen, drie van deze inrichtingen vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO), namelijk Quaron N.V., Brenntag Nederland B.V. en Hercules B.V. Uit de provinciale risicokaart en bovengenoemde analyse externe veiligheid blijkt dat het plangebied buiten de PR 10-6-risicocontouren van deze inrichtingen ligt. Uit de analyse externe veiligheid blijkt dat het plangebied ook buiten de invloedsgebieden van het GR ligt. Daarom vormen deze bedrijven geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Ook de (Bevi) inrichtingen die niet onder het BRZO vallen, vormen geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan. Uit de provinciale risicokaart en analyse externe veiligheid blijkt namelijk dat ook de PR 10-6-risicocontouren en invloedsgebieden van het GR van deze inrichtingen niet over het plangebied liggen. Daarnaast wordt in dit bestemmingsplan geen (nieuwe) Bevi-inrichtingen mogelijk gemaakt. Vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoor In het zuiden grenst het plangebied aan de Oude Maas. Uit bovengenoemde Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen blijkt dat over deze vaarweg gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Om het risico van de vaarweg te bepalen is een Kwantitatieve Risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse is opgenomen in Bijlage 6. Uit deze analyse blijkt dat de PR 10-6-risicocontour niet buiten de oever ligt. Uit bovengenoemde analyse externe veiligheid blijkt dat voor deze vaarweg de PR 10-8-contour – indicatief voor het invloedsgebied voor het GR – 195 m vanuit het hart van de vaarweg ligt. De oriëntatiewaarde wordt volgens deze veiligheidsanalyse niet overschreden. Dit blijkt ook uit de Kwantitatieve Risicoanalyse (zie Bijlage 6). Omdat de beoogde ontwikkeling van Achterlindt op meer dan 400 m van deze vaarweg ligt, heeft de vaststelling van het plan geen effect op het GR. Een uitgebreide onderbouwing van het GR is daarom niet noodzakelijk. Het Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
34
plasbrandaandachtsgebied ligt 40 m landinwaarts vanaf de waterlijn. In een dergelijk aandachtsgebied geldt dat aan de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten een zorgvuldige belangenafweging ten grondslag moet liggen. In het plangebied zijn binnen het plasbrandaandachtsgebied geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. Deze worden hier ook niet mogelijk gemaakt. Daarom vormt het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. In de directe omgeving van het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen over de weg of over het spoor vervoerd. Vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen Binnen het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied liggen twee hogedruk aardgastransportleidingen. Om de risico's als gevolg van deze leidingen te bepalen is door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid een Kwantitatieve Risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse is te vinden in Bijlage 4 en Bijlage 5. Ongeveer 115 m ten westen van het plangebied loopt de hogedruk aardgastransportleiding W-507-01. Deze leiding heeft een maximale werkdruk van 40 bar en een uitwendige diameter van 12 inch. Hieruit blijkt dat het invloedsgebied van de leiding W-507-01 de westelijke zijde van het plangebied net raakt. Omdat slechts een zeer klein deel van het plangebied binnen het invloedsgebied van deze leiding ligt, concludeert het onderzoek dat de externe veiligheidsrisico's in het plangebied niet noemenswaardig worden beïnvloed door de buisleiding W-507-01. Daarnaast is één leiding gelegen binnen het plangebied. Het betreft de leiding W-507-14. Deze leiding heeft een maximale werkdruk van 40 bar en een uitwendige diameter van 8 inch. Voor deze leiding geldt een belemmeringenstrook van 5 m. Deze strook is opgenomen op de verbeelding. Uit de berekeningen voor de leiding W-507-14 blijkt dat de PR 10-6-risicocontour van deze leiding niet buiten de leiding ligt. Het plaatsgebonden risico van deze leiding vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het bestemmingsplan. Het GR neemt als gevolg van dit bestemmingsplan toe. Ook na de realisatie van de nieuwe bedrijfsbestemming is het GR vele malen kleiner dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Daarom kan in dit geval met een beperkte verantwoording van het GR worden volstaan. Deze beperkte verantwoording is te vinden in Bijlage 7. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voldaan wordt aan de eisen omtrent externe veiligheid. Dit aspect staat de vaststelling van het bestemmingsplan daarom niet in de weg.
4.6
Bedrijven en milieuhinder
Beleid en normstelling Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). Omdat het plangebied bestaat uit een bedrijventerreinen dat niet gezoneerd is op grond van de Wet geluidhinder wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten (Standaard SvB): deze wordt toegepast voor bedrijventerreinen. Deze Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
35
milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd. Bij het bepalen welke bedrijven op een bedrijventerrein toelaatbaar zijn, moet dus ook rekening worden gehouden met milieugevoelige functies buiten het bedrijventerrein. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 3. Onderzoek milieuzonering bedrijventerrein Uitgangspunten milieuzonering bedrijventerrein Bij de milieuzonering van het bedrijventerrein wordt gebruikgemaakt van de Standaard SvB. Vanwege de nabijheid van bestaande woningen in de directe omgeving is de vestiging van zware bedrijven op een deel het bedrijventerrein niet toegestaan. Er wordt in de milieuzonering rekening gehouden met verschillende (in meer of mindere mate) milieugevoelige gebiedstypen/functies in het plangebied en de directe omgeving van het plangebied. Rustige woonwijk: de woonwijken ten noorden van de Geerweg worden beschouwd als rustige woonwijken. Hier is sprake van gebieden die vrijwel utsluitend voor wonen in gebruik zijn. Tevens zijn deze woonwijken door groenstroken ruimtelijk duidelijk gescheiden van het bedrijventerrein. Gemengd gebied: Direct aangrenzend aan het bedrijventerrein ligt aan de Lindtsedijk nog een aantal burgerwoning. Deze woningen zijn niet door wegen, groenstroken of waterpartijen van het bedrijventerrein gescheiden. Vanwege de ligging in de directe omgeving van bedrijventerrein worden deze woningen als gemengd gebied beschouwd. Ten opzichte van deze woningen worden dan ook de richtafstanden conform het omgevingstype 'gemengd gebied' gehanteerd. Bedrijfswoningen: op het bedrijventerrein ligt een aantal bedrijfswoningen. Een bedrijfswoning betreft een specifiek type woningen waar andere eisen aan het woon- en leefklimaat mogen worden gesteld dan bij reguliere woningen. Bedrijfswoningen zijn immers per definitie aan bedrijvigheid gelieerd en liggen daarmee in het algemeen op bedrijventerreinen. Bovendien betreft het een historisch gegroeide situatie waarmee eventuele omliggende bedrijven in de huidige situatie reeds rekening moeten houden. Daarom zijn in de directe omgeving van de bedrijfswoning bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toegestaan. Uitwerking milieuzonering Op grond van de eerdergenoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de verbeelding opgenomen. Afhankelijk van de locatie op de bedrijventerreinen zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 tot en met 4.2 toegestaan. Voor deze bedrijven geldt, afhankelijk van de categorie, een richtafstand van 30 tot 200 m ten opzichte van een rustige woonwijk en een richtafstand van 10 tot 100 m ten opzichte van een gemengd gebied. Ter plaatse van de ontwikkelingslocatie zijn bedrijven uit maximaal categorie 4.1 toelaatbaar. Inventarisatie toegelaten bedrijven De op de bedrijventerreinen aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de Standaard SvB. Enkele bedrijven vallen in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar wordt geacht. Deze bedrijven krijgen een specifieke aanduiding (zie Bijlage 2). Conclusie In dit bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
36
4.7
Bodemkwaliteit
Normstelling en beleid Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Onderzoek In 2010 is ter plaatse van de ontwikkelingslocatie een verkennend (water)bodemonderzoek uitgevoerd (Geofox-Lexmond, december 2010). Bij de veldwerkzaamheden van dit onderzoek zijn in de bodem zintuiglijk geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Wel zijn er plaatselijk op het maaiveld en als beschoeiing van de watergangen platen asbestverdacht materiaal aangetroffen. In de waterbodem zijn zintuiglijk geen afwijkingen of bodemvreemde bijmengingen waargenomen. In de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten cadmium, kobalt, kwik, lood, nikkel, zink, PAK en PCB's aangetoond. De ondergrond is lokaal licht verontreinigd met kobalt, molybdeen en/of nikkel. In het grondwater is barium aangetoond boven de streefwaarde. Ook is het mogelijk dat de concentratie naftaleen in het grondwater iets hoger is dan normaal. Aangezien er maximaal licht verhoogde gehalten zijn aangetoond is er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren. Met betrekking tot de vrijkomende grond ter plaatse van de te ontgraven watergangen kan worden geconcludeerd dat deze grond licht verontreinigd is. De verontreinigingen zijn echter dusdanig gering dat de vrijkomende grond vrij toepasbaar is. De kwaliteit van de vrijkomende waterbodem varieert van 'Achtergrondwaarde' tot klasse 'A' en 'B'. De ontvangende bodem onder de waterbodem is indicatief beoordeeld als klasse 'Wonen' en plaatselijk als 'Achtergrondwaarde'. Met betrekking tot de asbestverdachte materialen op maaiveld en als beschoeiing van de watergangen wordt aanbevolen deze voorafgaand aan de ontwikkeling te verwijderen. Conclusie Geconcludeerd wordt dat het aspect bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van het bestemmingsplan, wel wordt aanbevolen de asbestverdachte materialen te verwijderen.
4.8
Kabels en leidingen
In het plangebied ligt een hogedrukaardgastransportleiding. De relatie tussen deze leidingen en het bestemmingsplan is in paragraaf 4.5 besproken. In het plangebied is een rioolpersleiding gelegen. Deze leiding is beschermd middels een dubbelbestemming. In het plangebied zijn geen andere planologisch relevante leidingen aanwezig. In de omgeving van het plangebied liggen geen hoogspanningsleidingen, straalpaden of telecomverbindingen. Er wordt daarom geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen geen belemmering oplevert voor de uitvoering van het plan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
37
4.9
Water
Waterbeheer en watertoets De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteitsen waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf. Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld. Europa: Kaderrichtlijn Water (KRW) Nationaal: Nationaal Waterplan (NW) Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21) Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Waterwet Provinciaal: Provinciaal Waterplan Provinciale Structuurvisie Verordening Ruimte Waterschapsbeleid In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan. Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt. Gemeentelijk beleid Het Waterstructuurplan Zwijndrecht geeft de gezamenlijke intentie van gemeente en waterschap weer om het stedelijke watersysteem op orde te krijgen. Tevens biedt het een (procedureel) kader voor de inpassing van de wateropgave in nieuwe ruimtelijke projecten. Het beleidsdocument vormt een aanvulling op het stedelijk waterplan van H tot Z (2003), waarmee dit geactualiseerd wordt aan de normen vanuit het beleidskader Waterbeheer 21ste eeuw (WB21). Het Waterstructuurplan draagt ook zorg voor het komen tot een optimale invulling van
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
38
de wateropgave vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kader Richtlijn Water (KRW). Daarbij vormt het een doorvertaling van het Waterstructuurplan IJsselmonde naar gemeentelijke ruimtelijke plannen.
Huidige situatie Algemeen Het plangebied is gelegen aan de zuidwestkant van de kern Zwijndrecht en bestaat in de huidige situatie uit een bedrijventerrein met bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Bodem en grondwater Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit (rivier)klei. Er is sprake van grondwatertrap III en V. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand van nature minder is dan 0,40m beneden maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand respectievelijk tussen de 0,8m en 1,20m en meer dan 1,20m beneden maaiveld ligt. De maaiveldhoogte in het gebied ligt circa tussen de NAP -0,5 m en de NAP -1,60 m. Waterkwantiteit Het plangebied ligt in de Zwijndrechtse Waard en ligt in peilvak 39-12. In dit peilvak wordt een peil gehanteerd van NAP -2,10 m. In het plangebied liggen geen hoofdwatergangen. Wel zijn in het plangebied overige watergangen en een dijk- en wegsloot gelegen. Waterkwaliteit In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. Het plangebied maakt geen onderdeel van een grondwaterbeschermingsgebied. Veiligheid en waterkeringen De Lindtsedijk is een primaire waterkering. Het plangebied ligt binnen de kern- en beschermingszone van deze waterkering. Afvalwaterketen en riolering Binnen het plangebied is een gemengd rioleringssysteem aanwezig. Toekomstige situatie Algemeen In de noordwesthoek van het plangebied wordt het bedrijventerrein uitgebreid. Waterkwantiteit Naast uitbreiding met verharding en bebouwing, worden ook watergangen (gedeeltelijk) gedempt. Het oppervlak te dempen watergangen bedraagt 1.687 m2. In het plan is reeds rekening gehouden met nieuw te graven water, dit oppervlak bedraagt 3.025 m2. Over de compensatie heeft reeds overleg plaatsgevonden met het waterschap. Afvalwaterketen en riolering Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: hemelwater vasthouden voor benutting, (in-) filtratie van afstromend hemelwater, afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater, Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
39
afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI.
Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen. Veiligheid en waterkeringen De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving. Waterbeheer Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. Water en Waterstaat in het bestemmingsplan In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen. Conclusie De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
4.10 Ecologie In deze paragraaf is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen - wat ecologie betreft - moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van Rijk, provincie en gemeente. Huidige situatie Het plangebied bestaat uit een bedrijventerrein met bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Beoogde ontwikkelingen In het grootste deel van het plangebied worden geen ontwikkelingen voorzien. Alleen in de noordwesthoek van het plangebied wordt het bedrijventerrein uitgebreid. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: verwijderen beplanting en bomen; dempen sloot; bouwrijp maken; bouwwerkzaamheden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
40
Toetsingskader Beleid De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Normstelling Flora- en faunawet Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, bestendig gebruik en dwingende reden van groot openbaar belang); er geen alternatief is; geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend. Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de volgende interpretatie van artikel 11: De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten: Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen. 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
41
staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen soms wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Natuurbeschermingswet 1998 Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten: a. door de minister van EL&I (voormalig Ministerie van LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn; b. door de minister van EL&I (voormalig Ministerie van LNV) aangewezen beschermde natuurmonumenten; c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten. De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EL&I). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen.
Figuur 4.1: Ligging plangebied (rood omlijnd) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: geo-loket provincie Zuid-Holland) (De Oude Maas is sinds december 2010 geen Natura-2000-gebied meer)
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
42
Onderzoek Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Deze natuurgebieden liggen op aanzienlijke afstand van het plangebied en worden niet beïnvloed door de ingreep die in het noordwesten van het plangebied plaatsvindt. Gebiedsbescherming komt derhalve in deze paragraaf niet meer aan de orde. Soortenbescherming De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van foto's van het plangebied, algemene ecologische kennis en verspreidingsatlassen/gegevens (onder andere www.ravon.nl en www.waarneming.nl) waarin de waarnemingen zijn aangegeven. In 2010 is ook een inventarisatie flora en fauna uitgevoerd (zie Bijlage 8), de resultaten van deze inventarisatie zijn hieronder verwerkt. Planten In het plangebied komen mogelijk de algemeen voorkomende soorten zwanenbloem en brede wespenorchis voor. Gezien de kenmerken en het gebruik van het gebied komen naar verwachting geen bijzondere of zwaar beschermde soorten voor. Vogels In het opgaand groen binnen het plangebied kunnen algemeen voorkomende vogelsoorten als pimpelmees, koolmees, staartmees, roodborst, spreeuw en ekster hun leefgebied hebben. De bebouwing biedt mogelijk ook nestgelegenheid aan vogelsoorten als huismus, kauw en spreeuw. De bomen bieden mogelijk nestgelegenheid aan de kraai. De watergangen kunnen leefgebied bieden aan watervogels als meerkoet, wilde eend en waterhoen. Uit de inventarisatie van 2010 blijkt dat op de te ontwikkelen locatie een nest van grote bonte specht aanwezig is. Zoogdieren De Atlas van de Nederlandse zoogdieren (Broekhuizen, 1992) laat zien dat in het plangebied soorten als mol, egel, veldmuis, bosmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis, konijn, wezel en hermelijn voorkomen. De in het plangebied aanwezige gebouwen en bomen zijn mogelijk geschikt als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. De opgaande beplanting is mogelijk onderdeel van het foerageergebied van vleermuizen. De lijnvormige elementen, zoals watergangen en bomenrijen, vormen mogelijk vaste vliegroutes voor vleermuizen. De te ontwikkelen locatie heeft volgens de inventarisatie uit 2010 geen bijzondere functie voor vleermuizen. Amfibieën Gezien de voorkomende biotopen zijn algemene soorten als bruine kikker, middelste groene kikker en gewone pad te verwachten in het plangebied. Zwaar beschermde amfibieën zijn gezien de voorkomende biotopen en verspreidingsgegevens niet te verwachten in of nabij het plangebied. Vissen In het plangebied komt naar verwachting de kleine modderkruiper voor. Deze soort is in 2010 niet op de te ontwikkelen locatie aangetroffen. Overige soorten Het plangebied is ongeschikt als biotoop voor beschermde reptielen en insecten (vlinders, Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
43
sprinkhanen en libellen). De genoemde beschermde soortengroepen stellen hoge eisen aan hun leefgebied; het plangebied voldoet hier niet aan. In tabel 4.9.1 staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het plangebied (naar verwachting) voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen. Tabel 4.9.1: Beschermde soorten binnen het plangebied en het beschermingsregime vrijstellingsregeling Ffw tabel 1
zwanenbloem en brede wespenorchis mol, egel, veldmuis, bosmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis, konijn, wezel en hermelijn bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker
ontheffingsregeling Ffw tabel 2 tabel 3
Kleine modderkruiper bijlage AMvB
1 geen
bijlage IV HR alle vleermuizen vogels
cat. 1 t/m 4
huismus
Toetsing en conclusie Soortenbescherming Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden. Het bestemmingsplan voorziet in de noordwesthoek van het plangebied in een uitbreiding van het bedrijventerrein. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1-soorten van de Ffw waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Ffw geldt. Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Flora- en faunawet wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl). Op de te ontwikkelen locatie zijn geen vaste verblijfplaatsen van broedvogels en vleermuizen aangetroffen in de onderzochte te rooien bomen. Geadviseerd wordt om ter compensatie van de te kappen bomen wel nestkasten voor spechten en vleermuizen op te hangen. Het groen dat gehandhaafd blijft, is voldoende om als foerageergebied en eventuele vliegroute dienst te blijven doen. In de te dempen sloten zijn geen zwaarder beschermde soorten aangetroffen. Vanuit de zorgplicht wordt wel geadviseerd om de aanwezige soorten voorafgaande aan de werkzaamheden te verplaatsen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
44
4.11 Cultuurhistorie en archeologie Regelgeving en beleid Wet op de archeologische monumentenzorg/Verdrag van Malta Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis in Nederland. Het Verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Het Verdrag is geïmplementeerd via de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. Op grond van de aangescherpte regelgeving stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort. Het Rijk heeft de beleidsuitgangspunten ten aanzien van archeologie neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedere, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie ven OC&W. Analyse Het plangebied is gelegen binnen terrein met een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische sporen. Daarnaast maakt de Lindtsedijk uit van de historische structuur van Zwijndrecht. In het plangebied zijn geen monumenten gelegen.
Figuur 4.2 Ligging plangebied en archeologische waarden
Conclusie In het plangebied geldt een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische sporen. Ter beschermingen van deze archeologische waarden is een dubbelbestemming 'Waarde Archeologie' opgenomen in het bestemmingsplan. Voor de Lindtsedijk is een gedetailleerde bestemming opgenomen en worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Hiermee is de huidige structuur van de dijk beschermd. In het plangebied zijn geen monumenten gelegen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
45
Hoofdstuk 5
5.1
Juridische planbeschrijving
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planvorm voor het bestemmingsplan. Tevens wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en welke regeling wordt voorgesteld.
5.2
Algemeen
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi. Planvorm Het bestemmingsplan biedt voor de bestaande bedrijfsbebouwing en de voorzieningen in het plangebied een consolidatie- en beheersfunctie en biedt voor de ontwikkeling van Achterlindt een juridisch kader. De juridische planvorm is afgestemd op de hoofdlijnen van het beleid dat erop gericht is de aanwezige functies te behouden. Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur van de bedrijventerreinen, is gekozen voor een gedetailleerde planvorm. Deze planvorm maakt het mogelijk alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een gedetailleerde bestemmingsregeling waardoor de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als zodanig kan worden beheerd en behouden. Voor de bedrijfsfuncties wordt voor het grootste gedeelte aangesloten op de regeling uit het voorgaande bestemmingsplan. Evenals voor maatschappelijke functie. Binnen de woonfuncties is ruimte om de woning aan te passen aan de huidige wensen middels de erfbebouwingsregeling en de afwijkingsbevoegdheden. Verbeelding en regels Dit bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en verbeelding. Regels en verbeelding vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen rechtskracht maar geeft uitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van belang als het gaat om een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van de legenda direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
46
over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn verder ontheffing- en wijzigingsregels opgenomen. Bestemmingsvlak en bouwvlak De in het plangebied aanwezige bestemmingen bestaan in de meeste gevallen uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied dat op de verbeelding is aangeven waarbinnen gebouwen mogen worden gebouwd met in achtneming van de in de regels gestelde regels. Het bouwvlak is op de verbeelding voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering. De bedrijfsgebouwen zijn voorzien van een bouwhoogte, evenals de maatschappelijke en recreatieve functies. De woning in het plangebied is voorzien van een goot- en bouwhoogte om het karakteristieke beeld van de woning te behouden. Aanduidingen Op de verbeelding is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringaanduidingen, waaronder de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage. De aanduidingen die betrekking hebben op het gebruik zijn functieaanduidingen. Middels deze functie aanduidingen is een specifiek gebruik ter plaatse bestemd. Opbouw planregels De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen: 1. inleidende regels; 2. bestemmingsregels; 3. algemene regels; 4. overgangs- en slotregel.
5.3
Inleidende regels
Begrippen Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen. Hierin is ook de Geluidszone - industrie opgenomen met de verwijzing naar de Wet geluidhinder Wijze van meten Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen, worden in dit artikel verklaard.
5.4
Bestemmingsregeling
In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de onderstaande bestemmingen voor. Agrarisch Het agrarisch bedrijf aan de Lindtsedijk is bestemd als Agrarisch. Binnen deze bestemming zijn grondgebonden agrarische activiteiten toegestaan, zoals akker- en vollegrondstuinbouw, grondgebonden veehouderij en fruitteelt op open grond. Tevens is op kleine schaal detailhandel in ter plaatse geproduceerde of verwerkte goederen toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
47
In het bestemmingsvlak is één agrarisch bedrijf toegestaan met een bedrijfswoning. Gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak. Binnen het bouwvlak is één gebouw ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering toegestaan, met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2. De bouw- en goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m en 6 m. De bedrijfswoning mag niet hoger zijn dan op de verbeelding is weergegeven en de inhoud mag niet meer bedragen dan 500 m3. Daarnaast mogen bij de bedrijfswoning nog aan-, uit-, en bijgebouwen worden gebouwd tot ten hoogste 30 m2 en met een bouw- en goothoogte van niet meer dan 3 m en 5 m. Bij de bedrijfswoning is het toegestaan om een beroep- of bedrijf-aan-huis op te richten. Dit mag niet meer bedragen dan 30% van het woonvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bijgebouwen met een maximum van 50 m2. Daarbij dient te worden verzorgd in voldoende parkeergelegenheid en mag niet gepaard gaan met een horeca- of detailhandelsfunctie. Bedrijf De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven. Op de verbeelding is weergegeven welke categorie bedrijven zijn toegestaan. Op het bedrijventerrein zijn bedrijven toegestaan tot categorie 4.2. Op de verbeelding is hiervoor een milieuzonering opgenomen. Deze milieuzonering wordt nader toegelicht in paragraaf 4.6en Bijlage 1. Bedrijven die niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid zijn mogelijk gemaakt middels de aanduiding specifieke vorm van bedrijf 1 tot 13. Deze bedrijven zijn genoemd in een tabel met daarin de bijbehorende SBI-codes waarmee deze terug te vinden zijn in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, behorende bij dit bestemmingsplan. Op deze plekken mogen alleen bedrijven worden gevestigd, die passen binnen de in de tabel aangegeven categorie en die vallen onder de genoemde SBI-code. Hiermee worden de hier thans aanwezige bedrijven die in principe afwijken van de algemene toelaatbaarheid, van een maatwerkbestemming voorzien die de bestaande situatie 'op slot zet'. Daarnaast is er op de hoek van de Fruiteniersstraat en de Schrijnwerkersstraat een gasontvangstation gevestigd. Deze is mogelijk gemaakt middels een specifieke aanduiding. Binnen de bestemming Bedrijf is verder detailhandel toegestaan voorzover het ondergeschikte detailhandel van ter plaatse geproduceerde of vervaardigde goederen betreft of in bij de bedrijfsvoering passende goederen. Daarnaast zijn bij de bedrijfsvoering behorende kantoren toegestaan tot 50% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 1.500 m2. Zelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegestaan binnen de aanduidingen 'specifieke vorm van kantoor - 1 t/m 3'. Bij elke aanduiding is specifiek aangeduid hoeveel oppervlakte aan zelfstandige kantoren mag worden gerealiseerd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, de bestaande bedrijfswoningen worden aangeduid op de verbeelding. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoningen' zijn bedrijfswoningen toegestaan met een maximum inhoud van 500 m3. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' zijn bedrijfswoningen uitsluitend op de eerste verdieping toegestaan. Deze zijn niet verder begrensd, omdat het oppervlakte wordt begrensd middels de aanduiding op de verbeelding. Daarnaast zijn op het bedrijventerrein nog een aantal andere functies aanwezig. Deze functies zijn middels specifieke functieaanduidingen mogelijk gemaakt. Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' is detailhandel in sanitair toegestaan. Daarnaast zijn er nog twee andere detailhandelsbedrijven, deze zijn ook specifiek bestemd. Detailhandel in gereedschappen is toegestaan binnen de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1'. De detailhandel in kampeerbenodigdheden heeft de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2'. Aan de Fruiteniersstraat bevindt zich ook nog een tankstation zonder LPG. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
48
Deze is mogelijk gemaakt middels de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'. Hier is verkoop van LPG niet toegestaan, wel is een autowasstraat en bijbehorende detailhandel toegestaan. Het gaat hierbij in alle gevallen om bestaande detailhandel. Middels een aanduiding is het huidige ruimtegebruik bestemd, uitbreiding van detailhandel wordt niet direct mogelijk gemaakt. Het medisch zuurstofcentrum is specifiek geregeld met de aanduiding 'maatschappelijk'. Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is horeca uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, dit zijn middelzware horecabedrijven. In het plangebied bevinden zich aan de Fruiteniersstraat ook twee uitzendbureau's deze zijn mogelijk gemaakt middels de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 1'. Aan de Zoutverkopersstraat zit een postkantoor voor bedrijven, deze is mogelijk gemaakt middels de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 2'. Bouwregels Binnen de bestemming zijn uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwen toegestaan met in achtneming van de aanduidingen op de verbeelding. Buiten het bouwvlak zijn bouwwerken geen gebouwen toegestaan. Terrein- en erfafscheidingen mogen voor de voorgevelrooilijn worden gebouwd tot een hoogte van 2 meter. Achter de voorgevelrooilijn mogen deze worden gebouwd tot een hoogte van 3 meter. Specifieke gebruiksregels In de specifieke gebruiksregels worden regels gesteld aan het gebruik van de gronden. Hierin is geregeld dat Bevi-inrichtingen, bedrijven met een externe veiligheidscontour, niet zijn toegestaan, evenals de opslag van meer dan 10.000kg vuurwerk of geluidhinderlijke inrichtingen (Wgh-inrichtingen). Ook zijn activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2. Hiermee wordt voorkomen dat het bestemmingsplan MER-plichtige activiteiten toestaat en daarmee plan-MER-plichting wordt. Binnen de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die dergelijke bedrijven wel mogelijk maakt. Aan deze bevoegdheid is ondermeer als voorwaarden opgenomen dat een milieueffectrapportage wordt opgesteld op basis van de eisen uit de Wet milieubeheer. Detailhandel is uitsluitend toegestaan in ter plaatse geproduceerde of vervaardigde producten of ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel volumineus', 'specifieke vorm van detailhandel -1 en 2' en bij de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen waarin de plaats en de hoogte van opslag wordt geregeld. Daarbij is geregeld dat opslag niet is toegestaan voor de voorgevelrooilijn. Bovendien is opslag op onbebouwde gronden hoger dan 4 meter niet toegestaan. Afwijkingsbevoegdheden Om binnen kaders toch flexibiliteit te kunnen bieden, zijn in dit bestemmingsplan een aantal bevoegdheden opgenomen, die het bevoegd gezag de mogelijkheid geeft voor delen van het bestemmingsplan bij omgevingsvergunning af te wijken. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken voor de aangewezen categorie voor ten hoogste twee categorieën hoger dan is toegestaan, mits het bedrijf naar aard en omvang past binnen de maximaal toegelaten bedrijfscategorie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
49
Daarnaast kan het bevoegd gezag afwijken voor het maximaal toegestaan oppervlak aan kantoren en kunnen zij toestaan dat het kantoorvloeroppervlak ten hoogste 2.000 m2 bedraagt, mits het bedrijfsvloeroppervlak voor niet meer dan 50% uit kantoorruimte bestaat. Vestiging van een dergelijke kantoorruimte kan alleen mits het bedrijf zich niet kan vestigen bij een belangrijke openbaar-vervoerslocatie, vanwege een tekort aan ruimte, of een te groot en extensief ruimtebeslag heeft of de milieuhygiënische situatie. Daarnaast mag op deze locatie de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast en moet er worden voorzien in voldoende parkeerruimte. Ook mogen er geen milieutechnische belemmeringen zijn op deze locatie. Ten slotte kan het bevoegd gezag afwijken van het bestemmingsplan en detailhandel toestaan, mits dit detailhandel is in goederen die niet past in winkelcentra, detailhandel in bouwmaterialen of landbouwwerktuigen of detailhandel in andere volumineuze goederen, waaronder keukens, badkamers en sanitair. De omgevinsgvergunning kan alleen worden afgegeven mits er hierdoor geen onevenredige verstoring ontstaat in de structuur van het distributieapparaat en geen onevenredige verkeers- of parkeeroverlast zal optreden. Voor Achterlindt is een specifieke afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' kan het bevoegd gezag afwijken van het bestemmingsplan en de vestiging van een bouwmarkt toestaan, mits uit onderzoek blijkt dat er geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur, advies wordt ingewonnen bij het Regionaal Economisch Overleg en er geen milieutechnische belemmeringen zijn. Groen De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen en speelvoorzieningen, maar ook voor voet- en fietspaden die door het beeldbepalend groen lopen en parkeervoorzieningen die in het groen liggen. In de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde gebouwd worden tot 3 m. Horeca Ter plaatse van de cafetariakiosk in de groenzone van de Gildeweg is de bestemming Horeca opgenomen. Hier is uitsluitend horeca uit de categorie 4 toegestaan. Dat wil zeggen hier cafetaria's/snackbars, fastfoodrestaurants, creperies, grillrooms, shoarma/pizzabedrijven zijn toegestaan. Binnen de bestemming mogen gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van de aanduidingen op de verbeelding. Maatschappelijk - Dierenpension De bestemming Maatschappelijk - Dierenpension is opgenomen voor het in het plangebied aanwezige dierenpension. Binnen deze bestemming is een dierenpension met een bedrijfswoning toegestaan. Op deze gronden mag binnen het bouwvlak worden gebouwd tot een hoogte van ten hoogste 6 meter. De inhoud van de bedrijfswoning mag ten hoogste 500m3 bedragen. Bij de bedrijfswoning is het toegestaan om een beroep- of bedrijf-aan-huis op te richten. Dit mag niet meer bedragen dan 30% van het woonvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bijgebouwen met een maximum van 50 m2. Daarbij dient te worden verzorgd in voldoende parkeergelegenheid en mag niet gepaard gaan met een horeca- of detailhandelsfunctie. Tuin De gronden voor de woning zijn bestemd als Tuin. Deze gronden mogen worden ingericht als tuin behorende bij de hoofdgebouwen op de aangrenzend gelegen gronden, als ook voor paden. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
50
Verkeer De wegen in het plangebied zijn bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming zijn, naast wegen, daarbij passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Water Waterpartijen en structuurbepalende watergangen zijn bestemd voor Water. Bruggen, kunstwerken en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen de bestemming mogelijk. Wonen De in het plangebied aanwezige woningen hebben de bestemming Wonen. Deze woningen hebben op de verbeelding een bouwvlak waarbinnen het hoofdgebouw is gelegen. Op de verbeelding is de maximale goot- en bouwhoogte aangegeven. Daarnaast zijn regels opgenomen ten aanzien van aan-, uit- en bijgebouwen. Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' is één woonwagen toegestaan. Binnen de bestemming Wonen is het tevens toegestaan om een beroep- of bedrijf-aan-huis uit te oefenen, met dien verstande dat niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning wordt gebruikt als zodanig. Leiding - Gas De in het plangebied aanwezige gasleiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Gas. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige gasleiding. Bouwen en het uitvoeren van werken is uitsluitend toegestaan na toestemming van de leidingbeheerder die toetst of door de werken het belang van de leiding niet onevenredig worden geschaad. Leiding - Riool De in het plangebied aanwezige rioolleiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Riool. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige rioolleiding. Bouwen en het uitvoeren van werken is uitsluitend toegestaan na toestemming van de leidingbeheerder die toetst of door de werken het belang van de leiding niet onevenredig worden geschaad. Waarde - Archeologie Op basis van de archeologische verwachtingskaart is op de verbeelding een gebied aangeduid met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden. Binnen de dubbelbestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de dubbelbestemming met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter of gebouwen die niet groter zijn dan 100 m2, of niet dieper dan 30 cm de grond ingaan, of waarbij geen heiwerkzaamheden nodig zijn. Daarnaast is het vervangen, vernieuwen en veranderen van bestaande bebouwing mogelijk voorzover het oppervlakte niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. Andere bouwwerken mogen alleen gebouwd worden indien de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de locatie voldoende is vastgelegd en de eventuele aanwezige archeologische waarde niet worden geschaad, of dat schade kan worden voorkomen door regels te verbinden aan de bouwvergunning, het doen van opgravingen of begeleiding door een archeoloog.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
51
Waterstaat - Waterkering De Lintsedijk heeft een waterkerende functie en heeft om die reden de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Op deze gronden worden extra regels gesteld ten aanzien van bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de waterkering. Bouwen en het uitvoeren van werken is uitsluitend toegestaan na toestemming van de waterbeheerder die toetst of door de werken het waterkeringsbelang niet onevenredig wordt geschaad.
5.5
Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen. Antidubbeltelbepaling Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro). Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening. Algemene afwijkingsregels In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan bij omgevingsvergunning afgeweken kan worden. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Algemene wijzigingsregels Waarde - Archeologie Met dit artikel kunnen burgemeester en wethouders de dubbelbestemming Waarde Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn, of dat het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden voorziet. Wro-zone - Wijzigingsgebied Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' kunnen Burgemeester en wethouders de bestemming van de gronden wijzigingen ten behoeve van bedrijven. Hierbij dient de bewoning ter plaatse van de bestemming Wonen te zijn beëindigd, dient de bijbehorende bedrijfszonering te worden aangepast, moet er ten minste hetzelfde oppervlak aan water te worden gerealiseerd en dienen er geen milieutechnische belemmeringen te zijn.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
52
Werking wettelijke regelingen In de regels van een bestemmingsplan wordt in een aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
5.6
Overgangsrecht en slotregels
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde. Overgangsrecht De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). Slotregel Deze regel bevat de titel van het plan.
5.7
Handhaving
Door handhaving en toezicht controleert de overheid of burgers, bedrijven en bijvoorbeeld overheidsorganen zich aan de wet- en regelgeving houden. De gemeente heeft een beginselplicht tot handhaving. Onder handhaving wordt verstaan het door controle (toezicht en opsporing) en het zo nodig toepassen van (bestuurs)rechtelijke sancties, bereiken dat het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift wordt nageleefd. De handhaving van de van toepassing zijnde regeling binnen de gemeente Zwijndrecht, wordt uitgevoerd door diverse diensten en afdelingen. Zo handhaaft het college onder andere de regels van voorliggend bestemmingsplan. Dit betekent dat de regels, voor wat betreft het gebruik en de bebouwingsregels, door het bouwtoezicht worden gehandhaafd. Dit gebeurt veelal door toetsing tijdens het behandelen van de aanvragen om omgevingsvergunning (voor bijvoorbeeld bouwen of aanleggen), maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uitvoering van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Hoe wordt gehandhaafd Op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten voor bestuursrechtelijke handhaving tot haar beschikking: last onder bestuursdwang en last onder dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk c.q. gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de overtreder, nadat deze eerst in de gelegenheid is gesteld dit zelf te doen. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente wordt afgebroken en de kosten van bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald. Het is tevens mogelijk om, indien er zonder omgevingsvergunning wordt gebouwd en de bouw wordt stilgelegd door middel van een bouwstop, de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
53
Het opleggen van een last onder dwangsom betekent bijvoorbeeld dat het illegale gebruik moet worden gestaakt binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn, dan zal de dwangsom in rekening worden gebracht bij de overtreder. Doel van de dwangsom is het onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overtreding. De dwangsom zal dan ook in relatie moeten staan tot (en zal derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat de overtreder heeft bij het voortzetten van de illegaliteit. In het plangebied zal gehandhaafd worden op het illegale gebruik van bouwwerken en percelen en op de illegale bouw van bouwwerken. Verder zal er bij bouwen gecontroleerd worden op de uitvoering van verleende omgevingsvergunningen. Naast bestruursrechtelijke handhaving, is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet op de economische delicten ook strafrechtelijke handhaving mogelijk bij het overtreden van het vergunningenstelsel op grond van de Wabo of het handelen in strijd met het bestemmingsplan. In dit kader kunnen ook strafrechtelijke dwangmiddelen worden ingezet. In de praktijk zal eerst bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, alvorens het strafrecht wordt ingezet. Privaatrechtelijke handhaving is aan de orde voor gronden waarvan de gemeente zelf eigenaar is. Tegen gebruik van deze gronden in strijd met gemeentelijke belangen zal de gemeente op grond van haar rechten als eigenaar optreden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
54
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
55
Hoofdstuk 6
6.1
Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard en voorziet niet in uit te voeren werken of werkzaamheden. Een uiteenzetting van inzichten over de uitvoerbaarheid op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is voor het overige niet nodig gebleken. Het bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Burgers en andere belanghebbenden tijdens de voorbereiding van de ontwikkelingen geïnformeerd middels informatieavonden en is er een website waar men informatie over de ontwikkelingen kan vinden. Daarnaast heeft het ontwerpbestemmingsplan de procedure zoals voorgeschreven in de Wro gevolgt. Hiervoor heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Gedurende deze termijn is eenieder in de gelegenheid gesteld tot het indienen van zienswijzen. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 8 september 2011 tot 19 oktober 2011 ter inzage gelegen. Gedurende de inzage termijn zijn 4 zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in Bijlage 10
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
56
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
57
Hoofdstuk 7
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
In het kader van het bestuurlijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het conceptontwerpbestemmingsplan De Geer toegezonden aan de volgende overlegpartners: 1. Provincie Zuid-Holland 2. VROM-inspectie 3. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 4. N.V. Nederlandse Gasunie 5. Waterschap Hollandse Delta 6. Rijkswaterstaat 7. Air Products Nederland B.V. 8. Kamer van Koophandel 9. Tennet 10. Oasen Van zes van deze overlegpartners is een reactie ontvangen. Voor twee van deze overlegpartners gaf het bestemmingsplan geen aanleiding tot het geven van een reactie. Van de provincie, de VROM-inspectie, de veiligheidsregio en van het waterschap is een inhoudelijke reactie ontvangen. Deze reactie is samengevat en beantwoord in Bijlage 9.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
58
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
bijlagen bij de toelichting
60
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Bijlage 1 Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'Staten van Bedrijfsactiviteiten'
1. Algemeen Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: geluid; geur; stof; gevaar (met name brand- en explosiegevaar). In specifieke situaties kan daarnaast de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn. Milieuzonering en Staten van Bedrijfsactiviteiten De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte Staten van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). In dit bestemmingsplan is gebruikgemaakt van twee verschillende Staten van Bedrijfsactiviteiten: De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (SvB 'bedrijventerrein') wordt gehanteerd om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op een samenhangend bedrijventerrein te regelen. De SvB 'bedrijventerrein' wordt tevens toegepast in het buitengebied en op los liggende, relatief grootschalige bedrijfspercelen die op enige afstand van burgerwoningen zijn gelegen. In dit soort situaties zorgt de milieuzonering ervoor dat hinderlijke bedrijfsactiviteiten op voldoende afstand van woningen of andere gevoelige functies worden gesitueerd. Dit gebeurt door het aanhouden van richtafstanden tussen deze milieugevoelige en milieubelastende activiteiten. De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (SvB 'functiemenging') wordt gehanteerd in gebieden waar bedrijven of andere milieubelastende functies verspreid zijn gesitueerd tussen woningen en/of andere gevoelige functies. Het gaat daarbij in het algemeen om relatief kleinschalige bedrijvigheid die op korte afstand van woningen kan worden toegestaan. De SvB 'functiemenging' kan indien gewenst ook worden toegepast in woonwijken waar een enkel bedrijf aanwezig is. De toelaatbaarheid van activiteiten wordt voor dergelijke situaties in de VNG-publicatie niet meer met richtafstanden bepaald, maar met behulp van op deze situaties toegesneden toelatingscriteria in de 'VoorbeeldStaat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'.
2. Toepassing Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' Richtafstanden bepalend voor de categorie-indeling In de SvB 'bedrijventerrein' is voor elke bedrijfsactiviteit voor ieder van de ruimtelijke relevante milieuaspecten (zie hiervoor) een richtafstand ten opzichte van een 'rustige woonwijk' vermeld. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarnaast vermeldt de SvB 'bedrijventerrein' indicaties voor verkeersaantrekkende werking. Omgevingstype bepalend voor de daadwerkelijk te hanteren afstanden De gewenste afstand tussen een bedrijfsactiviteit en woningen (of andere gevoelige functies zoals scholen) wordt mede bepaald door het type gebied waarin de gevoelige functie zich bevindt. Conform de VNG-publicatie worden daarbij twee omgevingstypen onderscheiden: rustige woonwijk en gemengd gebied. De richtafstanden die zijn vermeld in SvB 'bedrijventerrein' gelden ten opzichte van een rustige woonwijk (of een vergelijkbaar omgevingstype). Voor een gemengd gebied (en daarmee te vergelijken gebieden) gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Omgevingstype rustige woonwijk In een rustige woonwijk komen enkel wijkgebonden voorzieningen voor en vrijwel geen andere functies zoals kantoren of bedrijven. Langs de randen (in de overgang naar eventuele bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Als daarmee vergelijkbare omgevingstypen noemt de VNG-publicatie onder meer een rustig buitengebied (eventueel met verblijfsrecreatie) en een stilte- of natuurgebied. Omgevingstype gemengd gebied In een gemengd gebied komen naast wonen ook andere functies voor, zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Daarmee vergelijkbare gebieden zijn lintbebouwingen in het buitengebied waarin functiemenging voorkomt en gebieden gelegen direct langs een hoofdinfrastructuur. Kenmerkend voor het omgevingstype gemengd gebied is dat sprake is van een zekere verstoring en dus van een relevant andere omgevingskwaliteit dan in een rustig woongebied. Bedrijfswoningen Een bedrijfswoning op een bedrijventerrein is een specifiek woningtype waar minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat kunnen worden gesteld. Bedrijfswoningen zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied. Te hanteren richtafstanden De SvB 'bedrijventerrein' onderscheidt een tiental milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor beide omgevingstypen (rustige woonwijk en gemengd gebied) per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden. De richtafstand geldt tussen de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan (of via vergunningvrij bouwen) mogelijk is. Daarbij gaat het nadrukkelijk om een richtafstand. Kleinere afwijkingen ten opzichte van deze afstand zijn mogelijk zonder dat hierdoor knelpunten behoeven te ontstaan.
milieucategorie
richtafstand (in meters) rustige woonwijk
gemengd gebied
1
10
0
2
30
10
3.1
50
30
3.2
100
50
4.1
200
100
4.2
300
200
5.1
500
300
5.2
700
500
5.3 6
1.000 1.500
700 1.000
Toelaatbaarheid van bedrijven die onder een specifieke regelgeving vallen In de SvB 'bedrijventerrein' zijn ook aanduidingen opgenomen die aangeven dat bepaalde bedrijven onder een specifieke wettelijke regeling kunnen vallen. Het betreft: bedrijven die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken' zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (zogenoemde grote lawaaimakers); deze bedrijven zijn alleen toegestaan op industrieterreinen die in het kader van deze wet gezoneerd zijn; bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) kunnen vallen (nu of in de toekomst); het betreft risicovolle bedrijven waar gebruik, opslag en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; voor dergelijke bedrijven gelden (wettelijke) normen ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico; bedrijven die onder het Vuurwerkbesluit vallen; voor dergelijke bedrijven gelden (wettelijke) afstandsnormen. In de regels van dit bestemmingsplan is aangegeven of en zo ja, onder welke voorwaarden dergelijke bedrijven in het plangebied zijn toegestaan. De toegepaste Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' De in dit bestemmingsplan opgenomen SvB 'bedrijventerrein' komt in verregaande mate overeen met de betreffende VoorbeeldStaat uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. In de toegepaste SvB 'bedrijventerrein' zijn alle activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen (toevoegingen en weglatingen) ten opzichte van de activiteiten die in de VoorbeeldStaat zijn opgesomd. Onder de volgende SBI-codes 0112, 014, 05011, 05012, 0502, 2612, 63.1 en 63.21 zijn activiteiten toegevoegd die vallen onder de definitie 'bedrijf'. In de VNG-publicatie is een aparte lijst van opslagen en installaties opgenomen. Deze lijst is verwerkt in de SvB 'bedrijventerrein' voor zover sprake is van activiteiten die vallen onder het begrip 'bedrijf'. Hierdoor hebben toevoegingen plaatsgevonden bij de SBI-code 51.512. Groothandels voor professioneel vuurwerk en vuurwerkfabrieken zijn vanwege strenge eisen uit het Vuurwerkbesluit nooit toegestaan op een bedrijventerrein en dus niet in de SvB 'bedrijventerrein' opgenomen. Dit geldt ook voor bedrijven die kernenergie produceren. Bij enkele activiteiten heeft een nadere specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op de verwachte milieueffecten1) van deze activiteiten. Voor de volgende SBI-codes heeft een specificatie van de categorie-indeling plaatsgevonden naar gelang het oppervlak van het bedrijf: 15.2 en 51.8. Voor de volgende SBI-codes heeft een specificatie naar categorie-indeling plaatsgevonden naar gelang sprake 1) Inschatting van milieueffecten heeft plaatsgevonden op basis van dezelfde expertise die bij het opstellen van de nieuwe VNG-uitgave is gebruikt.
is van reparatie of incidenteel bouwen dan wel reguliere productie: 29 en 35.1. Voor aannemers, SBI-code 45, is een nadere indeling van diverse aannemersactiviteiten gemaakt met bijbehorende categorie-indeling.
3. Toepassing Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Functiemengingsgebieden In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), wordt de SvB 'functiemenging' toegepast. Zoals in de VNG-publicatie reeds is aangegeven kan bij functiemengingsgebieden gedacht worden aan: stadscentra, dorpskernen en winkelcentra; horecaconcentratiegebieden; zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen; (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid. Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de SvB 'functiemenging' worden toegepast. Kenmerken van de activiteiten De activiteiten in dergelijke gebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om: kleinschalige, meestal ambachtelijke bedrijvigheid; bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden noodzakelijkerwijs alleen in de dagperiode plaatsvindt; activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden. De toegepaste Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' De bovengenoemde criteria liggen mede ten grondslag aan de selectie van activiteiten die zijn opgenomen in de SvB 'functiemenging'. In de SvB 'functiemenging' zijn de aspecten geluid, geur, stof en gevaar en de index voor verkeersaantrekkende werking (zoals aangegeven onder het kopje 'Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering') in de categorisering opgenomen. Deze Staat is samengesteld volgens dezelfde methodiek als de betreffende VoorbeeldStaat uit de VNG-publicatie. Op twee punten is een andere werkwijze toegepast: In dit plan wordt alleen de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Staat. In de SvB 'functiemenging' zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan1). De toelaatbaarheid van andere functies wordt in dit plan indien nodig op een andere wijze in de regels en op de plankaart van dit bestemmingsplan geregeld (bijvoorbeeld horecabedrijven via een afzonderlijke Staat van Horeca-activiteiten). Toegevoegd zijn enkele regelmatig voorkomende bedrijfsactiviteiten die in de lijst van de VNG-publicatie niet specifiek zijn opgenomen, maar wel aan de genoemde criteria voldoen zoals een ambachtelijke glas-in-loodzetterij en caravanstalling. Voor aannemers, SBI-code 45, heeft een nadere specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op de verwachte milieueffecten2) van deze activiteiten. 1) De VoorbeeldStaat 'functiemenging' van de VNG-publicatie omvat alle denkbare hinderlijke functies waaronder, naast bedrijven, ook horeca, kantoren en dienstverlening. 2) Inschatting van milieueffecten heeft plaatsgevonden op basis van dezelfde expertise die bij het opstellen van de nieuwe VNG-uitgave is gebruikt.
-
In de SvB 'functiemenging' is in de categorie-indeling een nader onderscheid gemaakt tussen categorie B1 en B2. Voor de toepassing in dit bestemmingsplan blijkt het onderscheid tussen categorie A en categorie B zoals beschreven in de VNG-publicatie te groot om de toelaatbaarheid van activiteiten voldoende af te kunnen stemmen op de kenmerken van de functiemengingsgebieden en het daarin te volgen beleid.
Categorie-indeling Zoals in de VNG-publicatie is aangegeven kan, vanwege de bijzondere kenmerken van gebieden met enige vorm van functiemenging, niet worden gewerkt met een systematiek van richtafstanden en afstandsstappen: vanwege de zeer korte afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies is een dergelijke systematiek niet geschikt voor functiemengingsgebieden. De SvB 'functiemenging' hanteert vier categorieën A, B1, B2 en C met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid die onderstaand uiteen zijn gezet. Categorie A Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies zijn toegestaan, desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn. Categorie B1 Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan.1) De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn. Categorie B2 Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter bouwkundig afgescheiden van woningen/andere gevoelige functies. Bouwkundig afgescheiden betekent dat de panden los van elkaar dienen te staan. Uitzondering hierop vormen binnenterreinen omringd door voornamelijk woningen: ook al zijn bedrijven bouwkundig afgescheiden van woningen, op deze locaties zijn hooguit categorie B1 bedrijven toegestaan. Categorie C Activiteiten genoemd onder categorie B2, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst is.
4. Flexibiliteit Beide Staten blijken in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De richtafstanden en inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in beide Staten is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken van de Staten en een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de SvB 'bedrijventerrein' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal twee categorieën (dus bijvoorbeeld categorie 3.2 in plaats van 2 of categorie 4.2 in plaats van 3.2). Bij de SvB 'functiemenging' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal één categorie (dus bijvoorbeeld categorie B1 in plaats van A of 1) Dit betreffen bedrijven die in de 'VoorbeeldStaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' uit de VNGuitgave voor alle milieuaspecten een richtafstand van maximaal 30 m hebben ten opzichte van een rustige woonwijk en voor het aspect gevaar zelfs een richtafstand van 10 m. Dergelijke bedrijven worden in de bestemmingsplanpraktijk, ook onder de oude VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2001), direct naast woningen in een gemengd gebied toegestaan.
categorie B2 in plaats van B1). Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de SvB 'bedrijventerrein' of 'functiemenging' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het bevoegd gezag vestiging van een dergelijk bedrijf via een omgevingsvergunning kan toestaan. Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen moet op basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven. In de SvB 'bedrijventerrein' is bij de indeling van sommige bedrijfsactiviteiten uitgegaan van een continue bedrijfsvoering, waarbij de hinderlijke activiteiten ook 's nachts plaatsvinden. Dit is in de SvB 'bedrijventerrein' aangegeven met een 'C' in de laatste kolom. Het kan echter voorkomen dat een specifiek bedrijf niet continu werkt. Dit gegeven kan eveneens aanleiding zijn om het bedrijf via de bovengenoemde afwijkingsbevoegdheid een categorie lager in te delen. Voor de concrete toetsing van een verzoek om afwijking middels een omgevingsvergunning wordt verwezen naar bijlage 5 van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering.
SBI 93/SvB b+f oktober 2010
Bijlage
2. Bedrijfsinventarisatie
straat
nr.
naam en aard van het bedrijf
Houtkopersstraat
2
Nedakon Kunststoffen b.v. (bouwnijverheid alg)
45.1.2
Houtkopersstraat
3
Pak-Inn (overige dienstverlening algemeen)
9305.2
4
Kopiviet b.v. (drukkerijen, dagblad-, reclame en weekbladdrukkerijen)
5
Pijl schilders (bouwnijverheid alg)
45.1.1
3.1
6
Kuipers Electronic Engineering b.v. (vervaardiging overige elektronische benodigdheden, huishoudelijke benodigdheden)
316.1
2
Houtkopersstraat
8
Pro Patria b.v. (Drukkerij, hoogdrukkerijen, excl rotatiepersen)
222.2
2
Houtkopersstraat
12
Inderdaad b.v. (bouwinstallatie)
453
2
14
RFA b.v./Takbos b.v. (groothandel in machines, apparaten en toebehoren)
516.1
19
Handelsonderneming P. Maaskant (groothandel en handelsbemiddeling (excl auto’s))
51
19
Dematec b.v (Bouwnijverheid alg)
Bedrijventerrein De Geer
Houtkopersstraat Houtkopersstraat
Houtkopersstraat
Houtkopersstraat
Houtkopersstraat Houtkopersstraat
S.B.I. code
Categorie
algemene toelaatbaarheid
specifieke aanduiding
opmerkingen/bijzonderheden/ eventuele klachten
b.o.>2500 m2
222.1
3.2
3.2 b.o>1500 m2
(sb-1) -
b.o. 1500m3 45.1
3.1
Houtkopersstraat
Houtkopersstraat Houtkopersstraat
Houtkopersstraat Houtkopersstraat Houtkopersstraat
Mandenmakersstraat
Mandenmakersstraat
Mandenmakersstraat
Mandenmakersstraat
Mandenmakersstraat
Mandenmakersstraat
20
Robalco (bouwnijverheid alg)
45.1.2
3.1
22
Bokor Beheer b.v (overige metaalbewerking, smedrijen, lasinrichtingen, bankwerken)
2852.1
3.2
28
Kerdel Zeefdruk (Drukkerij, kopieerinrichtingen)
222.10
30
J.Buijse en Zn. B.V. (Vervaardiging metalen constructiewerken, ramen e.d.)
38
Hyperbaar Zuurstof Centrum Rijnmond b.v. (welzijnszorg)
40
S.M.B. Vastgoedonderhoud b.v. (schilderen en glaszetten)
4544
-
1a
Velpa Enveloppen (groothandel in overige consumentenartikelen)
514.1
2
1
ABX Logistics Nederland (Goederenvervoer over de wegkantoorfunctie incl stalling)
4
Motorrevisie en Reparatiebedrijf Bogenda b.v. (vervaardiging/onderhoud machines en apparaten incl machinaal smeden)
6
Carrosserie- en Wagenbouwbedrij Booi b.v. (carrosseriebouw)
11
Brookland (distributiecentrum Bas van de Heyden, groothandel in voedings- en genotsmiddelen)
513.1
2
12
SCANIA Beers b.v. (handel in en reparatie van auto’s excl plaat-, spuitwerken, tectyleren)
5010.1
2
b.o. 1500 m2
Productie inpandig p.o. > 200 m2 281.1
3.2
853 (sb-2)
6024.2 (sb-4)
29.2
4.1
3420.1.1
4.1 (sb-5)
p.o.>2000m3
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
3
Visser en Leegwater (handel in en reparatie van auto’s excl plaat-, spuitwerken, tectyleren)
5010.2/50 20.6
2
5
Bring Logistics Netherlands b.v. (opslagfaciliteiten, veem en pakhuisbedrijven, koelhuizen)
6312.1
3.1
12
Schmolz + Birkenbach b.v. (groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten)
5152.2.1
3.2
12
Van Bockel Transport b.v. (goederenvervoer over weg, kantoor incl stalling)
17
Kleiss& Co b.v. (vervaardiging van produkten van kunststof, excl fenolharsen en geschuimde poystreen)
Achterlindtsestraat 1
Bootjessteeg Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
1
Poldergemaal gemeente Zwijndrecht (electromotoren-V k.d. 100M3/UUR) Gemeente Zwijndrecht (afvalwaterinzameling en – behandeling vloeropp. K.d. 500 m2) Storax b.v. (financiele instellingen) De Fruitenier Restaurant (restaurant)
Tevens benzinestation
6024.2 o.v.k.d . 40 KW
252.1.1
4.1 poldergemaal
7523.1.1
Rioolgemaal
9000.1.2
-
67.1.1
-
Horeca
5530.1.1 -
2
Kantoor
3
Trading & Industrial Services (Opslag activiteiten, Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen)
6312.1
3.1
6
Kleinwier B.V. ( HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTOS-PERSONENAUTOS E.D. EXCL. PLAAT-/SPUITWERK EN
5010.1
2
TECTYLEREN)
Fruiteniersstraat
9
Forceertechniek Koomees B.V. (Smeden, persen, stampen, profielwals, poedermetallurgie, algemeen)
Fruiteniersstraat
12
Inforcontracting b.v. (overige zakelijke dienstverlening n.e.g)
74.2
-
13
Vogel b.v. (bouwneiverheid alg n.e.g.)
45.1.2
3.2
13
Eneco nv (distributie van elektriciteit aardgas, stroom en warm waterelectiriceitsdistributie, transformatorstations o.v.k.d. 10 megavoltampaire)
16
Van Dam en de Koning Geveltechniek BV/Raku Dakkapellen BV (Vervaardiging van produkten van kunsstofalgemeen exclusief fenolharsen en geschuimde poystyreen, o.v.g.d. 40 KQ)
18
Machinefabriek Het Stempe B.V. (vervaardigen van machines en apparaten excl. Machinaal smeden)
19
Rotonde (benzinestation excl LPG)
23
Van der Linden GS (overige dienstverlening)
25
Stolk Recycling bv (Voorbereiding tot recycling van metaalafval)
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat Fruiteniersstraat Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
p.o.>200m2
2840.1
3.2 (sb-6) (sb-7)
b.o. > 2500 m2 o.v k.d. 10 megavoltampaire
4000.3.2. 1
2 (sb-8)
252.1.2
4.1 p.o. < 2000 m2
29.1.1
3.2 Detailhandel
5050.1.1 9305.2 (sb-9) 3710
5.1
Maximaal 3 afleverslangen
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Fruiteniersstraat
Gildenweg
Gildenweg Gildenweg
Gildenweg
Gildenweg
Gildenweg
Gildenweg
27
Getinge b.v.(Groothandel in overige consumentenartikelen neg)
43
Bouwbedrijf gebroeders groeneweg b.v. (bouwbedrijf alg)
46
Stedin (Distributie van elektriciteit, (aard)gas, stoom en warm waterelektriciteitsdistributie, transformatorstations)
1
PPE Merchandising Solutions B.V. (Handelsbemiddeling, uitsluitend kantoor)
511.1
3
Bakker & Co b.v./unistaal (Groothandel in machines, apparaten en toebehoren)
516.1
4
Oranjedak b.v. (Dakbedekken en bouwen dakconstructies)
514.1
2 b.o. <2500m2
45.1.1
3.1 o.v k.d. 10 megavoltampaire
4000.3.2. 1
2 Kantoor
(sb-10) 4522
-
9
Truck- en Industrie Service b.v. (handel in en reparatie van auto’s excl plaat- en spuitwerk en tectyleren)
5010.2
2
10
Dubbeldam & Groeneweg b.v. (Handel in en reparatie van auto’s, incl autoplaatwerkerijen en stralen)
2851
4.1
12
Verhage Fast Food Beheer b.v. (Opslagfaciliteiten, veem en pakuisbedrijven, koelhuizen)
6312.1
3.1
14
TelecomBedrijfscommunicatie b.v. (vervaardiging van producten van metaal, excl machines en transportmiddelen)
28
Futura (Overige metaalbewerking n.e.g.)
Gildenweg
2852 3.2
16 16
Regoort b.v. (Opslagfaaciliteiten)
18
Crown Wo;rldwide Movers b.v. (Goederenvervoer over weg, kantoorfunctie inclusief stalling)
Gildenweg
21
Schmolz & Bickenbach b.v.(groothandel in ferrometalen en –halffabrikaten alg)
Gildenweg
22
Snackbar-Eetcafe Pitstop
35
F. hoffmann b.v. (vervaardiging/onderhoud machines en apparaten excl machinaal smeden)
39
F.Hoffmann b.v. (overige dienstverlening tbv vervoer over water, reddings en bergingsdiensten)
6
Transportbedrijf groenen b.v. (goederenvervoer over weg, kantoor incl stalling)
8
Oostendorp-Nederland b.v. (bouwinstallatie alg)
9
Thyssen Krub Materials Nederland b.v. (groothandel in ferrometalen en – halffabrikaten,alg)
10
Piet de Keijzer Trailerservice (Handel in en reparatie van auto’s excl plaat- en spuitwerken en tectyleren)
Gildenweg
Gildenweg
Gildenweg
Gildenweg
Hoedemakersstraat Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
6312
2 Kantoor
6024.2
5152.2.1
3.2 Horeca
55302.1
p.o. < 2000 m2. geen motoren > 1 MW proefdraaien 29.1.1
3.2 (sb-11)
6322.1
Kantoor
6024.2 b.o. < 250 m2 453.1.1
2
5152.2.1
3.2
3.2
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Hoedemakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
14
Van Wijk & Boema Firepacks b.v. (Vervaardigen/onderhoud machines en apparaten n.e.g. incl machinaal smeden)
16+18
Dama (Vervaardigen/onderhoud machines en apparaten n.e.g. proefdraaien verbrandingsmotor g.d. 1 megawatt)
29.3
4.2
20
Dienstverlening Dani Yellow (Reiniging van gebouwen, uitwendige reiniging)
7470.1.1
3.1
28
Edwin Smulders Catering (cateringbedrijf, consumptie elders)
552.1
34
Drukkerij Valentijn/Elvos Verspreiding (drukkerij)
222.6
2
36
Auto Beauty Center Van Doeveren (handel in en reparatie van auto’s autoplaatwerkerijen)
5020.1
3.2
42
A&A A.P.K. Techno Center (Handel in en reparatie van ecl plaat- en spuitwerkerijen en tectyleren)
5010.2
2
44
Stoom Boiler b.v. (overige gespecialiseerde groothandel, alg, soortiment)
517.1
2
27
Schadenet Ames (handel in en reparatie van auto’s, autoplaatwekerijen)
5020.1
3.2
33A
Matrix Metaalbewerking BV (overige metaalbewerking, smederijen lasinrichtingen, bankwerken)
2852.1
3.2
p.o > 2000m2
29.2
4.1 (sb-12)
33
Henri Systems Holland B.V. (groothandel in machines, apparaten en toebehhoren)
516.1
-
Scheepmakersstraat
39
Cartuna greetings (groothandel in overige consumentenartikelen)
514.1
2
Scheepmakersstraat
41
Daklyn (groothandel in nonferrometalen en -halffabrikaten)
5152.3.1
3.2
43
R.B. van Pelt b.v. (reiniging van gebouwen, schoorsteenveger, glazenwassers)
7470.1.2
3.1
47
Verweijen Interieur b.v. (Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend personeel)
51
Weterings montage b.v. (vervaardiging van meubels en overige goederen)
53
Vector Eyes (computerservice en informatietechnologiebureaus)
10
Pullman Matrassenfabriek (vervaardiging van matrassenalgemeen)
Schrijnwerkersstraat
11
Azteco Electronics b.v. (vervaardiging van overige elektische benodigdheden n.e.g. huishoudelijke benodigdheden)
Schrijnwerkersstraat
13
1
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Scheepmakersstraat
Schrijnwerkersstraat
Zoutverkopersstraat
(sb-1)
(sb-13)
4550
-
36
3.1
72.1.1
1 (sb-14)
3615.1
-
316.1
2
PipeSurvey (overige metaalbewerking)
2852
3.2
Freba Bedrijfswagenservice (handel in en reparatie van auto’s)
5010
2
niet inpandig
Zoutverkopersstraat Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
Zoutverkopersstraat
1
Banden Swindregt b.v. (handel in en reparatie van auto’s)
3
Peter Holland b.v. (groothandel in bouwmaterialen)
4 B-C
Metaalhandel en Rececaling Hulters (overige metaalbewerking)
4
Rijksdienst voor het wegverkeer (overige dienstverlening tbv het vervoer over land, autoparkeer en stallingsbedrijven)
5
PTT Post b.v. (post- en koeriersdiensten)
6
Hoogendoorn Transport b.v. (Goederenvervoer over de weg, kantoorfunctie incl. stalling)
5010
2 b.o.<2.000 m2
5153.7
2
2852
3.2
6321.1 641.1
2 b.o.> 1000 m3
6024.2
3.2
7
Drukkerij van de Berg b.v. (drkkerij en aanverwacnte, hoogdrukkerij excl. rotatiepersen)
222.2
3.2
9
Johan Smit Fasteners Holland b.v.(overige gespecialiseerde groothandel, alg assortiment)
517.1
2
13
Dijke bedrijfsbenodigdheden b.v. (Groothandel in bouwmaterialen)
5153.7
15
Caravancentrum Zwijndrecht (overige dienstverlening tbv vervoer over land, parkeer- en stallingsbedrijven)
6321.1
18
Kontinex beheer b.v.(groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten)
b.o.>2000 m2
5152.2.1
3.1
3.2
66
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
65
Bijlage 3
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
(Water)Bodemonderzoek
139.15083.00
66
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1
2
Vooronderzoek en onderzoeksopzet 2.1 Locatiegegevens 2.2 Historisch gebruik 2.3 Toekomstig gebruik 2.4 Resultaten eerder uitgevoerd bodemonderzoek 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie 2.6 Onderzoeksopzet
2 2 3 4 4 4 5
3
Werkzaamheden en resultaten 3.1 Werkzaamheden 3.2 Resultaten veldonderzoek 3.3 Resultaten laboratoriumonderzoek
7 7 9 11
4
Interpretatie resultaten
13
5
Conclusies en advies
16
Bijlagen 1 Situatietekeningen 1.1 Topografische ligging locatie 1.2 Situatietekening met boorpunten 2 Boorstaten 3 Analyseresultaten 3.1 Grond 3.2 Grondwater 3.3 Asbest 3.4 Waterbodem 4 Toetsingscriteria en toetsingstabellen 5 Toelichting bodemonderzoek 6 Foto’s
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
1
Inleiding
In opdracht van de gemeente Zwijndrecht heeft Geofox-Lexmond bv, als onafhankelijk adviesbureau1, een verkennend (water)bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Achterlindt te Zwijndrecht. Het verkennend (water)bodemonderzoek wordt uitgevoerd in verband met de verkoop van de locatie en het aanvragen van een omgevingsvergunning, onderdeel bouwen in het kader van de ontwikkeling van de locatie als bedrijventerrein. Het doel van het bodemonderzoek is het aantonen of al dan niet verontreinigde stoffen aanwezig zijn in de grond of het freatisch grondwater die een belemmering kunnen vormen voor verkoop en de geplande ontwikkeling. Ook wordt (indicatief) de milieuhygiënische kwaliteit van de grond en baggerspecie bepaald die vrijkomt bij de terreininrichting (graven, dempen en of opschonen watergangen). In het rapport komt het volgende aan de orde: het vooronderzoek en de onderzoeksopzet, de veldwerkzaamheden inclusief het zintuiglijk onderzoek, het chemisch onderzoek, de interpretatie van de verzamelde gegevens, de conclusies en het advies.
1
De terreineigenaar is geen zuster- of moederbedrijf en komt niet uit de eigen organisatie zodat de onafhankelijkheid van het onderzoek is gewaarborgd.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
1 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
2
Vooronderzoek en onderzoeksopzet
2.1
Locatiegegevens
De onderzoekslocatie ligt ten zuidwesten van de kern van Zwijndrecht en ten westen van bedrijventerrein ‘De Geer’ en wordt omsloten door de Geerweg, de Lindtsedijk en de Scheepmakersstraat. De onderzoekslocatie ligt circa 1 meter lager dan het omliggende terrein. Op het oostelijk deel van de onderzoekslocatie bevindt zich een volkstuincomplex. Het terrein ten westen hiervan is dicht begroeid met bomen en struiken en moeilijk toegankelijk. Binnen de gehele onderzoekslocatie zijn verschillende watergangen gelegen. Op onderstaande foto is een (lucht)foto van de onderzoekslocatie weergegeven.
Foto: globale begrenzing onderzoekslocatie (bron www.afstandmeten.nl) In bijlage 1 zijn de topografische ligging van de onderzochte locatie en een situatietekening opgenomen. Bronnen: § Milieudienst Zuid-Holland Zuid; § Locatiebezoek 7 december 2010.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
2 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
2.2
Historisch gebruik
Om vast te stellen of er aanleiding is om op (delen van) de onderzoekslocatie verontreinigingen te verwachten, en zo ja, om welke stoffen het daarbij gaat, is in 2010 (MH Poly Consultants & Engineers, projectnummer B10.085.A1, oktober 2010) een vooronderzoek uitgevoerd. Het vooronderzoek is uitgevoerd op basis van de NEN5725 (Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader bodemonderzoek, januari 2009) met name gericht op vaststellen van de mogelijke aanwezigheid van asbest. Het vooronderzoek heeft bestaan uit een bureau onderzoek, waarbij onder andere archieven van de gemeente, milieudienst en bodemloket zijn geraadpleegd. Uit het uitgevoerde vooronderzoek blijkt het volgende: - de onderzoekslocatie is in gebruik geweest als landbouwgrond (en nooit bebouwd geweest); - in 1981 is het oostelijke deel van de locatie ingericht als volkstuincomplex en het westelijk deel als bos en gras; - het ten oosten van de onderzoekslocatie gelegen bedrijventerrein (De Geer) is in de jaren zeventig ontwikkeld; - Binnen de begrenzing van de onderzoekslocatie zijn twee bodemonderzoeken verricht. Nabij de locatie zijn diverse bodemonderzoeken verricht (de bodemonderzoeken zijn niet beschikbaar). Bodemkwaliteitskaart Voor het hergebruik van grond en bagger binnen de regio Zuid-Holland Zuid is (conform het Besluit bodemkwaliteit) gebiedsspecifiek beleid vastgesteld. Het gebiedsspecifieke beleid is beschreven in de Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid (1 juli 2010). Met het regionale beleid is het mogelijk om baggerspecie en grond binnen de regio als bodem (opnieuw) her te gebruiken. Voor zover bekend heeft de gemeente Zwijndrecht nog geen bodemkwaliteitskaart in het kader van het Besluit bodemkwaliteit vastgesteld, maar wordt gebruik gemaakt van een (interim) bodemkwaliteitskaart. Hierin is opgenomen dat de onderzoekslocatie is gelegen in zone DS4 (bron MH Poly Consultants & Engineers, oktober 2010). De lokale waarden van de bovengrond zijn in onderstaand overzicht weergegeven. De bovengrond is mogelijk licht verontreinigd met cadmium, nikkel en zink en de ondergrond is mogelijk licht verontreinigd met nikkel.
DS4 zone industrie DS4 zone industrie
(gehalten in mg/kgds) zone bg/og arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink PAK10 29 1,17 100 36 0,3 85 41,96 151,6 1 DS4 bg 29 0,8 100 36 0,3 85 37,73 140 1 og = streefwaarde = gehalte boven streefwaarde, beneden tussenwaarde = gehalte boven tussenwaarde, beneden interventiewaarde = gehalte boven interventiewaarde
bg: bovengrond (0 - 0,5 m) og: ondergrond (0,5 - 2,0 m)
bron: www.milieudienstzhz.nl
De gemeente heeft op 11 mei 2010 de Bodemfunctiekaart vastgesteld. De onderzoekslocatie heeft de functie Industrie.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
3 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
2.3
Toekomstig gebruik
Op de locatie is een bedrijventerrein (uitbreiding van bedrijventerrein De Geer) gepland, waarbij op het volkstuincomplex eerst (mogelijk) een tijdelijk depot wordt ingericht voor opslag van grond en overige materialen die vrijkomen bij de revitalisering van het bedrijventerrein ‘De Geer’. In de nieuwe situatie zijn vijf (bedrijfs)kavels voorzien en worden bestaande watergangen gedempt en nieuwe watergangen gegraven (bron schetsontwerp, versie 1 december 2010).
2.4
Resultaten eerder uitgevoerd bodemonderzoek
Op de onderzoekslocatie (met name volkstuincomplex) is in een verkennend asbestonderzoek uitgevoerd (MH Poly Consultants & Engineers, projectnummer B10.085.A1, d.d. oktober 2010). Het bodemonderzoek was met name gericht op het volkstuincomplex. In de bovengrond is geen asbest aangetoond boven de detectielimiet. Wel is op het maaiveld één stukje asbesthoudend materiaal aangetroffen. Geconcludeerd is dat het een incidentele waarneming betrof die niet representatief is voor de onderzoekslocatie. Zoals uit het vooronderzoek blijkt zijn er op en in de directe omgeving van de onderzoekslocatie meer bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze zijn echter niet beschikbaar gesteld.
2.5
Bodemopbouw en geohydrologie
Aan de grondwaterkaarten van de Dienst Grondwaterverkenning van TNO (kaartblad 43 Oost en 44 West, 1976) zijn gegevens ontleend over de regionale bodemopbouw en geohydrologie. Regionaal In tabel 2.1 is schematisch de regionale bodemopbouw weergegeven.
Tabel 2.1: Regionale bodemopbouw Diepte (m-NAP) 0 – 15 15 – 25 > 25
Samenstelling Afwisselend (zandige) klei, leem en veen Matig fijn tot uiterst grof (slibhoudend) zand Leem, (zandige) klei
Geohydrologische eenheid Deklaag 1e watervoerend pakket Scheidende laag
Lokaal Van maaiveld tot circa 1,0 m-mv bestaat de bodem uit klei. Deze kleilaag is tot 0,5 m-mv humeus ontwikkeld. Onder de kleilaag wordt tot in ieder geval 2 m-mv veen aangetroffen. Bron: § MH Poly Consultants & Engineers, oktober 2010.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
4 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
2.6
Onderzoeksopzet
Het bodemonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen: 1. verkennend bodemonderzoek (NEN5740), gehele onderzoekslocatie; 2. bodemonderzoek te graven watergangen (indicatief hergebruikonderzoek); 3. verkennend asbest onderzoek (NEN5707), strook ten westen van volkstuincomplex; 4. waterbodemonderzoek (NEN5720) te dempen en te handhaven watergangen; Hieronder worden de verschillende onderzoeksonderdelen nader toegelicht. Verkennend bodemonderzoek Bij het opstellen van het onderzoeksprogramma is uitgegaan van de NEN5740 (Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond (januari 2009). Er is geen vooronderzoek uitgevoerd (zie paragraaf 2.2). Op basis van de voorhanden zijnde informatie wordt de onderzoekslocatie als “onverdacht” gekwalificeerd ten aanzien van grond- en grondwaterverontreiniging. Tevens wordt er vanuit gegaan dat activiteiten op of in de omgeving van de locatie geen invloed hebben gehad op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie. Bij de uitvoering van het bodemonderzoek is derhalve de aanpak voor grootschalig onverdachte locaties (ONV-GR) gevolgd. De totale oppervlakte binnen de grenzen van de herinrichting bedraagt 3,15 ha (totaal oppervlakte binnen de werkgrens minus oppervlakte bestaand te handhaven water). In verband met het spoedeisende karakter van het onderzoek is met betrekking de grondwatermonstername, in overleg met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, afgeweken van de NEN5740. De standtijd van de peilbuizen is minder dan 1 week. Bodemonderzoek te graven watergangen (indicatief hergebruikonderzoek). Binnen de herinrichting worden nieuwe watergangen gegraven. De totale oppervlakte van het ‘nieuwe’ oppervlaktewater bedraagt 3.025 m2. Dit (indicatief) hergebruikonderzoek wordt gecombineerd met het verkennend bodemonderzoek (grootschalig-onverdacht). De diepe boringen uit het verkennend onderzoek worden zoveel mogelijk geplaatst bij de te ontgraven watergangen. Omdat het aantal diepe boringen niet toereikend is om een representatief beeld te krijgen van de (hergebruik)kwaliteit zijn aanvullend 4 boringen tot 2 m-mv geplaatst en 3 grond(meng)monsters geanalyseerd. Verkennend asbestbodemonderzoek Als onderzoekslocatie voor het bodemonderzoek met betrekking tot asbest wordt een strook van ongeveer 10 meter breed ten westen van de bestaande watergang, grenzend aan het volkstuincomplex, gedefinieerd. De lengte van de strook bedraagt circa 150 meter. Om de 25 á 30 meter worden inspectiegaten gegraven (totaal 6 gaten). De werkzaamheden ten aanzien van het asbestonderzoek zijn afgeleid van, maar niet conform, de strategie voor verkennend onderzoek uit de NEN5707 “Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond” (Nederlands Normalisatie-instituut, mei 2003). Het was niet mogelijk een deugdelijke maaiveldinspectie te doen.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
5 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Omdat de strategie voor ‘verkennend asbestonderzoek’ uitsluitend antwoord geeft op de vraag of de locatie asbestverdacht is, zijn ter indicatie twee grond(mengmonsters) geanalyseerd op asbest. Waterbodemonderzoek De onderzoeksopzet voor het waterbodemonderzoek is gebaseerd op de NEN 5720 ‘(BodemWaterbodem- Strategie voor het uitvoeren van verkennend onderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van waterbodem en baggerspecie’ (februari 2009)). Op basis van de voorhanden zijnde informatie wordt de onderzoekslocatie als “onverdacht” gekwalificeerd ten aanzien van verontreinigingen. Tevens wordt ervan uitgegaan dat activiteiten op of in de omgeving van de locatie geen invloed hebben (gehad) op de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem. Bij de uitvoering van het waterbodemonderzoek zal de strategie ‘onverdacht, overige wateren, lintvormig, normale onderzoeksinspanning (OLN)’ worden gevolgd. Binnen de onderzoekslocatie is sprake van verschillende aaneengesloten watergangen, die als één watergang worden beschouwd. Wel is onderscheid gemaakt tussen de te handhaven watergangen (gelegen aan de randen van de onderzoekslocatie) en te dempen watergangen (gelegen binnen de herinrichting). Opgemerkt wordt dat het waterbodemonderzoek zicht richt op het slib én de onderliggende vaste bodem. Te handhaven watergangen: Gezien de lengte van de watergangen (> 500 meter) is uitgegaan van 2 vakken (bemonsteringscompartimenten) per watergang. Te dempen watergangen: Gezien de lengte van de watergangen (< 500 meter) is uitgegaan van 1 vak (bemonsteringscompartimenten) per watergang. Evenredig verdeeld over elk compartiment zijn tien steekmonsters genomen van de gehele waterbodem, om de representativiteit zo goed mogelijk te waarborgen. Van de steekmonsters (slib) is in het laboratorium (per compartiment) één mengmonster samengesteld (totaal drie mengmonsters). Daarnaast zijn van de vaste ondergrond drie mengmonsters samengesteld.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
6 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
3
Werkzaamheden en resultaten
3.1
Werkzaamheden
De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder certificaat conform de richtlijnen en kwaliteitseisen genoemd in de Beoordelingsrichtlijn veldwerk voor milieuhygiënisch bodem en waterbodemonderzoek en mechanisch boren van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, nummer 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek" (kortweg: BRL SIKB 2000) en het werkprotocol VKB Protocol 2001 (Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen), VKB Protocol 2002 (Het nemen van grondwatermonsters) en het VKB Protocol 2003 (Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek). Het asbestonderzoek is uitgevoerd conform VKB-protocol 2018 “Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem”. Een algemene toelichting op de werkwijze bij het verrichten van boringen, het plaatsen van peilbuizen en het bemonsteren van de grond en het grondwater is weergegeven in bijlage 5. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd door de volgende geregistreerde veldmedewerkers: · de heer N. van Aarle; · de heer R. Slagter; · de heer R. Amatpawiro; · de heer J. Terlaak. Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd conform het AS3000 kwaliteitssysteem door een onafhankelijk, door de Raad voor Accreditatie erkend, laboratorium. In tabel 3.1 en 3.2 is een overzicht opgenomen van de uitgevoerde veldwerkzaamheden en de verrichte analyses voor het landbodem- en waterbodemonderzoek. Tabel 3.1: Overzicht werkzaamheden landbodemonderzoek (Deel)locatie
Veldwerk ondiepe boringen1 21
diepe boringen1 6
pb2
Inspectiegaten (30x30x50 cm) -
Analyses grond
grondwater
4 5 x standaardpakket 4 x standaardpakket Gehele locatie (3,15 ha) grond3 grondwater4 Te graven 4 3 x standaardpakket watergangen grond3 6 2 x NEN5707 (asbest Strook ten westen van volkstuinen in grond)5 Toelichting tabel 3.1: 1 : ondiepe boringen in principe tot 0,5 m-mv, diepe boringen tot de grondwaterstand met een maximum van 2,0 m-mv. Indien zintuiglijke waarnemingen hiertoe aanleiding geven, wordt van deze diepte afgeweken; 2 : boringen afgewerkt met peilbuizen; 3 : standaardpakket grond: : bepaling van percentages droge stof, organische stof en lutum, en analyse op barium, zware metalen (cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10), polychloorbifenylen (som-PCB) en minerale olie; 4 : standaardpakket grondwater: analyse op barium, zware metalen (cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen) en vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (vinylchloride, 1,1-dichlooretheen, dichloormethaan, trans-1,2-dichlooretheen, cis-1,2-dichlooretheen, som-1,2dichlooretheen, 1,1-dichloorethaan, chloroform, 1,1,1-trichloorethaan, tetrachloormethaan, 1,2dichloorethaan, trichlooretheen, 1,2-dichloorpropaan, 1,1-dichloorpropaan, 1,3-dichloorpropaan, somdichloorpropanen, 1,1,2-trichloorethaan, tetrachlooretheen (per) en bromoform); 5 : Omdat er vooralsnog geen aanleiding is om asbest in de bodem te verwachten zijn twee kwantitatieve analyse grond (conform NEN 5707) opgenomen.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
7 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
De boringen die zijn gezet om de algemene bodemkwaliteit vast te stellen zijn ruimtelijk evenredig verdeeld over het terrein. Opgemerkt wordt dat drie boringen extra zijn geplaatst op het terrein naast en achter de bebouwing aan de Achterlindtsestraat. Op 9 december was dit terreindeel niet toegankelijk (bewoners/gebruikers niet aanwezig), waardoor de boringen toen elders zijn geplaatst. Op 14 december zijn de boringen alsnog geplaatst op de gewenste plek (boring 6A, 17A en 29A). Boring/peilbuis 1 is gestaakt en iets verplaatst en 1A genoemd. Opgemerkt wordt dat het grondwater gezien het spoedeisende karakter van het onderzoek in afwijking van de geldende normen binnen een week is bemonsterd. Deze werkwijze is niet van invloed op de organische componenten in het grondwater. Met betrekking tot het asbestonderzoek en het waterbodemonderzoek dient te worden opgemerkt dat door de omstandigheden (sneeuw op maaiveld en ijs op de watergangen) de visuele beoordeling van het maaiveld en de slootkanten minder representatief is dan bij reguliere omstandigheden. Opgemerkt wordt dat door de hoge mate van begroeiing ook bij betere weersomstandigheden geen maaiveldinspectie conform NEN 5707 mogelijk was. In tabel 3.2 zijn de uit te voeren veld- en laboratoriumwerkzaamheden voor het waterbodemonderzoek weergegeven.
Tabel 3.2: Overzicht werkzaamheden waterbodemonderzoek Locatie
Te handhaven watergangen (> 500 m) Te dempen watergangen (< 500 m) * m-wb 1) standaardpakket slib
Veldwerkzaamheden Steken in de waterbodem aantal diepte 20 0,5 m-wb 10
0,5 m-wb
Laboratoriumwerkzaamheden waterbodem Aantal Pakket 2 Standaardpakket 2 Standaardpakket 1 Standaardpakket 1 Standaardpakket
slib1) grond slib1) grond
Meter minus waterbodem bepaling van percentages droge stof, organische stof en lutum, en analyse op barium, zware metalen (cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10), polychloorbifenylen (som-PCB) en minerale olie.
Het verrichten van de boringen, het plaatsen van de peilbuizen en de bemonstering van de grond en waterbodem heeft plaatsgevonden op 9 en 14 december 2010. Het grondwater is bemonsterd op 14 december 2010. De vrijgekomen grond uit de boringen is in het veld geclassificeerd (vaststellen bodemopbouw), beoordeeld op de aanwezigheid van verontreinigingen en voor chemisch onderzoek bemonsterd. Een grondmonster heeft betrekking op een maximaal bodemtraject van 0,5 meter. Indien bij een boring meerdere grondmonsters zijn genomen, is met een toenemende diepte de codering 1, 2, 3, enz. aan het monsternummer toegevoegd. De situering van de boorpunten en peilbuizen is weergegeven in bijlage 1.2.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
8 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
3.2
Resultaten veldonderzoek
In de boorstaten (bijlage 2) wordt de bodemopbouw van het onderzochte terrein weergegeven. Een globale beschrijving is opgenomen in tabel 3.3.
Tabel 3.3: Lokale bodemopbouw Diepte (m-mv) 0,0 - 1,0
Bodemsamenstelling
Opmerkingen
klei
1,0 – 3,0
veen
Dieptetraject varieert van 0,5 tot 1,5 m-mv; plaatselijk is in de bovengrond zand aanwezig (opgebracht) De bovenste halve meter van het veen is kleiig, hieronder mineraalarm
De watergangen zijn allen voorzien van een laag slib, waarvan de dikte varieert van 10 tot 50 cm. Onder de sliblaag is veen aanwezig. Bij het zintuiglijk onderzoek zijn bodemvreemde materialen aangetroffen in de vorm van puin en in mindere mate baksteen en glas. Er zijn voor zover zintuiglijk waarneembaar geen asbestverdachte materialen in de bodem aangetroffen. Er zijn plaatselijk op maaiveld platen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Het betreft platen van 1,5 bij 2 meter. Plaatselijk is aan de waterkant een asbestverdachte beschoeiing waargenomen. Voor de volledigheid wordt nogmaals opgemerkt dat er geen maaiveldinspectie is uitgevoerd conform NEN 5707. Voor de waargenomen afwijkingen wordt verwezen naar bijlage 2 en navolgende tabel.
Tabel 3.4: Zintuiglijk waargenomen afwijkingen Boring nr.
einddiepte (cm-mv)
Traject van
(cm-mv) tot
Afwijkingen
Gaten asbestonderzoek A3
50
0
50
zwak glashoudend
A5
50
0
30
zwak puinhoudend, zwak glashoudend
0 50
50 120 121
zwak puinhoudend sporen baksteen gestaakt op puin/oud pad
Verkennend waterbodemonderzoek 1 121
3
250
30
100
zwak puinhoudend
6
200
0
50
zwak puinhoudend
6A
200
20
100
sporen baksteen
In de waterbodem zijn zintuiglijk geen afwijkingen/bodemvreemde bijmengingen waargenomen. Opgemerkt wordt dat vanwege de aanwezigheid van ijs het moeilijker was dan normaal om de waterbodem te bemonsteren en te beoordelen. Alle monsters zijn vanaf de kant bemonsterd en er zijn geen dwarsprofielen gemaakt.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
9 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
De resultaten van de metingen aan het grondwater zijn opgenomen in tabel 3.5.
Tabel 3.5: Meetgegevens grondwater Peilbuis nr. 1 2 3 4 gws pH Ec
gws pH (m-mv) 1,42 6,63 1,03 6,48 1,23 6,75 1,00 6,34 = grondwaterstand = zuurgraad = elektrische geleidbaarheid
Ec (µS/cm) 2422 915 2910 1085
Opmerkingen
De gemeten waarden geven geen aanleiding om een verontreiniging in de bodem te verwachten
Op basis van de verzamelde (veld)informatie heeft een selectie plaatsgevonden van de te analyseren grond- en grondwatermonsters. Een overzicht van de uitgevoerde analyses is weergegeven in de tabellen 3.6 (grond), 3.7 (waterbodem) en 3.8 (grondwater).
Tabel 3.6: Monsterselectie en analyses grondmonsters (Meng)monster
Nummer boring
Verkennend bodemonderzoek MM1bg puin 1,3 en 6 MM2bg zand 3, 9, 20, 28 en 31 MM3bg klei 16, 18, 19, 22, 27 en 32 MM5og klei 1A, 2, 4, 8 en 9 MM6og veen 1A, 2, 4, 8 en 9 Aanvullend: te graven watergangen MM4bg klei 5, 10 , 11 en 12 MM7ogveen 5, 10 , 11 en 12 MM8bg zand 17A Asbestonderzoek MM1 A1, A2, A4 en A6 MM2 A3 en A5
Bijzonderheden
Traject (in m-mv)
Analyse
Puin (in klei) Zand (plaatselijk lavasteen) Klei Klei Veen
0,0-0,5 0,0-0,4
Standaardpakket grond Standaardpakket grond
0,0-0,5 0,5-1,4 1,0-2,0
Standaardpakket grond Standaardpakket grond Standaardpakket grond
Klei Veen Zand
0,0-0,5 0,5-2,0 0,0-0,9
Standaardpakket grond Standaardpakket grond Standaardpakket grond
Klei 0,0-0,5 Klei met glas en puin 0,0-0,5
asbest (NEN 5707) asbest (NEN 5707)
Tabel 3.7: Monsterselectie en analyses waterbodem en onderliggende grond (Meng)monster
Watergang te dempen WB1 MMog 1 (demp) Watergang te handhaven WB2 WB3 MMog2 MMog3
20102898/WWIJ december 2010
Samenstelling
Bijzonderheden
Traject (in mwaterspiegel)
Analyse
S6, S7, S8, S9, S18, S21, S22, S24, S25 S5, S6, S9, S22 en S24
Slib
0,3-1,0
Standaardpakket slib
Veen
0,4-1,5
Standaardpakket grond
S10, S11, S12, S13, S14 S15, S16, S17, S19, S20 S1, S2,S3, S4, S23, S26 S27, S28, S29, S30 S10, S12, S14, S16 en S20 S1, S3, S23, S27 en S29
Slib
0,3-1,0
Standaardpakket slib
Slib
0,1-1,1
Standaardpakket slib
Veen
0,3-1,5
Standaardpakket grond
Veen
0,4-1,6
Standaardpakket grond
20102898_a1RAP.doc
10 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Tabel 3.8: Monsterselectie en analyses grondwatermonsters Monster
Peilbuis
1-1-2 2-1-2 3-1-2 4-1-2
1 2 3 4
3.3
Filtertraject (in m-mv) 2,0-3,0 2,0-3,0 1,5-2,5 2,0-3,0
Analyse Standaardpakket Standaardpakket Standaardpakket Standaardpakket
grondwater grondwater grondwater grondwater
Resultaten laboratoriumonderzoek
De chemische analyses zijn uitgevoerd door het milieulaboratorium van ALcontrol te Hoogvliet. De analyseresultaten zijn getoetst aan het referentiekader van het Besluit bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering 2009. In het Besluit bodemkwaliteit wordt de achtergrondwaarde voor grond en in de Circulaire worden de streefwaarde (S) voor grondwater en de interventiewaarde (I) voor grond en grondwater onderscheiden. De chemische analyses op asbest zijn uitgevoerd door het milieulaboratorium van RPS te Ulvenhout. De resultaten van het asbestonderzoek zijn getoetst aan het referentiekader van de Circulaire bodemsanering 2009. In de Circulaire wordt als interventiewaardeniveau een gehalte van 100 mg/kg d.s. asbest gehanteerd. Het gehalte asbest wordt berekend uit het gewogen serpentijnasbestgehalte vermeerderd met 10 maal het amfiboolgehalte. De vrijkomende grond (te graven watergangen) is indicatief getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit en aan de lokale referentiegegevens (bodemkwaliteitskaart). In de tabellen 3.9 en 3.10 is een samenvatting van de analyseresultaten van respectievelijk de grond- en grondwatermonsters opgenomen. Kopieën van de analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 3. Een volledig overzicht van de toetsingsresultaten is opgenomen in bijlage 4.
Tabel 3.9: Toetsingsresultaten grond (mg/kg d.s.) Stof1) Cadmium kobalt Verkennend bodemonderzoek MM1bg puin < < MM2bg zand 0,5* 5,9* MM3bg klei 0,6* < MM5og klei < < MM6og veen < 4,8* Aanvullend: te graven watergangen MM4bg klei < < MM7ogveen < < MM8bg zand < < Grond onder waterbodem MMog 1 (demp) < 5,6* MMog2 < 7,8* MMog3 < < (Meng)monster
20102898/WWIJ december 2010
kwik
lood
molybdeen
nikkel
zink
PAK
PCB’s2)
0,44* 0,15* 0,16* < <
50* < 56* < <
< < < < 2,6*
32* < < < 24*
120* 64* < < <
1,8* < < < <
0,017* 0,04* < < <
< < <
< < <
< 2,6* <
33* 22* <
< < <
< < <
< < <
< < <
< < <
2,0* 1,6* 2,3*
27* 27* 19*
< < <
6,8* < <
< < <
20102898_a1RAP.doc
11 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Tabel 3.10: Toetsingsresultaten grondwater (µg/l) Monster (filterstelling) 1 (2,0-3,0) 2 (2,0-3,0) 3 (1,5-2,5) 4 (2,0-3,0)
Stof Barium 260* 90* 100* 130*
Naftaleen3) <0,7* <0,05 < 0,5* < 1,8*
Dichloorethenen2) < < < <
Overige parameters < < < <
Toelichting bij de tabellen 3.9 en 3.10: < = het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde/streefwaarde; * = het gehalte is groter dan achtergrondwaarde/streefwaarde; ** = het gehalte is groter dan de tussenwaarde; *** = het gehalte is groter dan de interventiewaarde; = niet geanalyseerd; 1) = voor grondmonsters is de norm voor barium tijdelijk buitenwerking gesteld en gelden alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene bodemverontreiniging. 2) = voor zowel PCB's als dichloorethenen geldt dat geen van de individuele componenten detecteerbaar is aangetroffen (alle gehalten/concentraties liggen beneden de detectiegrens). In dergelijke gevallen wordt bij de toetsing de rapportagegrens van de som-parameter vermenigvuldigd met een correctiefactor (0,7), waardoor toch een overschrijding van de achtergrond/streefwaarde kan ontstaan. Geconcludeerd kan worden dat er geen sprake is van een verontreiniging; 3) = voor naftaleen geldt bij 3 van de 4 peilbuizen de detectielimiet voor naftaleen verhoogd is. Naftaleen is niet aangetoond boven de detectielimiet, maar het is niet uit te sluiten dat er een overschrijding van de streefwaarde aanwezig is.
Asbest In beide mengmonsters van de bovengrond (0-0,5 m-mv) in de strook parallel aan de watergang ten westen van het moestuinencomplex is analytisch geen asbest aangetoond. Een kopie van het analysecertificaat is opgenomen in bijlage 3. Waterbodem In tabel 3.11 is een samenvatting van de analyseresultaten van het waterbodemonderzoek opgenomen. Kopieën van de analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 3. Een volledig overzicht van de toetsingsresultaten is opgenomen in bijlage 4. Tabel 3.11: Overzicht toetsing analyseresultaten Mengmonster
Verspreidbaarheid Toepassen op of in landbodem
WB1 (demp)
eindoordeel verspreidbaar
WB2
verspreidbaar
WB3
verspreidbaar
overschrijdingen molybdeen, nikkel >AW kobalt, koper, kwik, nikkel >AW zink > wonen minerale olie> wonen
eindoordeel vrij toepasbaar (AW) industrie industrie
Toepassen op in en onder oppervlaktewater en kwaliteit ontvangende bodem bij demping overschrijdingen eindoordeel molybdeen, nikkel vrij toepas>AW baar (AW) kobalt, koper, klasse B kwik, zink >AW nikkel > A minerale olie >AW klasse A
Toelichting tabel: AW = achtergrondwaarde
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
12 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
4
Interpretatie resultaten
Het bodemonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen: 1. verkennend bodemonderzoek (NEN5740), gehele onderzoekslocatie; 2. bodemonderzoek te graven watergangen (indicatief hergebruikonderzoek); 3. verkennend asbestonderzoek (NEN5707), strook ten westen van volkstuincomplex; 4. waterbodemonderzoek (NEN5720) te dempen en te handhaven watergangen. Hieronder worden de resultaten van de verschillende onderzoeksonderdelen besproken. Verkennend bodemonderzoek bovengrond Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat in de mengmonsters van de bovengrond (MM1bg puin, MM2bg zand, en MM3bgklei: 0-0,5 m-mv) cadmium, kobalt, kwik, lood, nikkel, zink, PAK en/of som PCB’s worden aangetoond in gehalten boven de desbetreffende Achtergrondwaarden. De gehalten in de bovengrond zijn wat hoger dan verwacht op basis van de bodemkwaliteitskaart. ondergrond De kleiige ondergrond (MM5ogklei: 0,5-1,4 m-mv) is niet verontreinigd met één van de geanalyseerde stoffen. In de venige ondergrond (MM6ogveen: 1,0-2,0 m-mv) zijn kobalt, molybdeen en/of nikkel aangetoond in gehalten boven de desbetreffende Achtergrondwaarden. De gehalten in de ondergrond zijn wat hoger dan verwacht op basis van de oude bodemkwaliteitskaart. grondwater In het grondwater is barium aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde. Vanwege een verstorende matrix is de detectielimiet voor naftaleen iets hoger dan normaal. Het is niet uit te sluiten dat naftaleen ook aanwezig is in een concentratie boven de streefwaarde. Er is op basis van het vooronderzoek (geen verdachtmaking), de resultaten van het grondonderzoek (geen naftaleen aangetoond in de veenlaag, waarin de filters staan) geen aanleiding om een (lichte) verontreiniging te verwachten. conclusie bodemonderzoek Aangezien er maximaal licht verhoogde gehalten zijn aangetoond is, er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren. Indicatieve toetsing hergebruiksonderzoek De puinhoudende kleigrond en de zandige bovengrond met plaatselijk wat lavasteen vertonen de meeste overschrijdingen en worden op basis van indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit als klasse industrie beoordeeld voor toepassing op of in landbodem (en klasse A voor toepassing onder oppervlaktewater). De kleiige boven- en ondergrond zonder bodemvreemde bijmengingen is op basis van indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit beoordeeld als klasse Achtergrondwaarde (vrij toepasbaar) voor toepassing op of in landbodem (en onder oppervlaktewater).
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
13 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
De venige ondergrond wordt op basis van indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit als klasse wonen beoordeeld voor toepassing op of in landbodem (en klasse B voor toepassing onder oppervlaktewater). Bodemonderzoek te graven watergangen (indicatief hergebruiksonderzoek) De zandige bovengrond (MM8bgzand: 0-0,9 m-mv) is niet verontreinigd met één van de geanalyseerde stoffen. In de kleiige bovengrond (MM4bgklei: 0-0,5 m-mv) is nikkel aangetoond in een gehalte boven de Achtergrondwaarde. De gehalten in de bovengrond zijn wat lager dan verwacht op basis van de bodemkwaliteitskaart. In de venige ondergrond (0,5-2,0 m-mv) zijn molybdeen en nikkel aangetoond in gehalten boven de desbetreffende Achtergrondwaarden. De gehalten in de ondergrond zijn wat hoger dan verwacht op basis van de bodemkwaliteitskaart. Aangezien er maximaal licht verhoogde gehalten zijn aangetoond is er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren. Indicatieve toetsing hergebruiksonderzoek bodemonderzoek te graven watergangen De zandige en kleiige bovengrond is op basis van indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit beoordeeld als klasse Achtergrondwaarde (vrij toepasbaar) voor toepassing op of in landbodem (en onder oppervlaktewater). De venige ondergrond is op basis van indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit beoordeeld als klasse Achtergrondwaarde (vrij toepasbaar) voor toepassing op of in landbodem (en onder oppervlaktewater). Verkennend asbestonderzoek Er is in de grond in de strook ten westen van de moestuinen zowel zintuiglijk als analystisch geen asbest aangetroffen. De grond is net zoals de grond ter plaatse van het moestuinencomplex onverdacht op het voorkomen van een bodemverontreiniging met asbest. Opgemerkt wordt wel dat plaatselijk asbestbeschoeiing aan de rand van een watergang aanwezig is en dat plaatselijk asbestverdacht plaatmateriaal (grote platen van 1,5 bij 2 meter) op het maaiveld aangetroffen is. Bij reconstructie van het terrein zal dit materiaal vooraf verwijderd moeten worden, zodat er geen asbest in de bodem terecht kan komen. Waterbodemonderzoek slib In de waterbodem ter plaatse van het te dempen gedeelte van de watergangen (WB1 demp) zijn molybdeen en nikkel aangetoond boven de betreffende achtergrondwaarde voor waterbodem (en landbodem). De waterbodem is op de aangrenzende percelen verspreidbaar en is beoordeeld als waterbodem die vrij toepasbaar is (achtergrondwaarde) zowel onder oppervlaktewater als op of in landbodem. In de te handhaven waterbodem zoals aanwezig op het zuidelijk en westelijk terreindeel zijn kobalt, koper, kwik en zink aangetoond boven de betreffende achtergrondwaarde voor waterbodem. Nikkel overschrijdt de toetsingswaarde voor klasse A en de waterbodem wordt derhalve beoordeeld als klasse B voor toepassing onder oppervlaktewater. Bij de toetsing voor
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
14 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
landbodems is het gehalte zink hoger dan de toetsingswaarde “wonen”waardoor de sliblaag voor toepassing op of in landbodem wordt beoordeeld als klasse industrie. In de te handhaven waterbodem zoals aanwezig op het noordelijk en oostelijk terreindeel is minerale olie aangetoond in een verhoogd gehalte. Minerale olie overschrijdt de toetsingswaarde voor de achtergrondwaarde en de waterbodem wordt derhalve beoordeeld als klasse A voor toepassing onder oppervlaktewater. Bij de toetsing voor landbodems is het gehalte hoger dan de toetsingswaarde “wonen”waardoor de sliblaag voor toepassing op of in landbodem wordt beoordeeld als klasse industrie. grond onder waterbodem De venige grond onder de waterbodem is licht verontreinigd met kobalt, molybdeen, nikkel en plaatselijk PAK. Bij indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit wordt de venige grond onder de te dempen watergangen beoordeeld als klasse wonen voor toepassing op of in landbodem en als klasse B (op basis van het nikkelgehalte) voor toepassing onder oppervlaktewater. Bij indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit wordt de venige grond ter plaatse van het zuidelijke en westelijke deel van de watergangen beoordeeld als vrij toepasbaar (Achtergrondwaarde) zowel op of in landbodem als onder oppervlaktewater. Bij indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit wordt de venige grond ter plaatse van het noordelijke en oostelijke deel van de watergangen beoordeeld als klasse wonen voor toepassing op of in landbodem en als klasse B (op basis van het nikkelgehalte) voor toepassing onder oppervlaktewater.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
15 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
5
Conclusies en advies
In opdracht van de gemeente Zwijndrecht is een verkennend (water)bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Achterlindt te Zwijndrecht. Aanleiding voor het onderzoek is de verkoop van de locatie en het aanvragen van een omgevingsvergunning, onderdeel bouwen ten behoeve van de ontwikkeling van de locatie als bedrijventerrein. Het doel van het bodemonderzoek is het aantonen of al dan niet verontreinigde stoffen aanwezig zijn in de grond of het freatisch grondwater die een belemmering kunnen vormen voor verkoop en de geplande ontwikkeling. Ook is (indicatief) de milieuhygiënische kwaliteit van de grond en bagger bepaald die vrijkomt bij de terreininrichting (graven, dempen en of opschonen watergangen). Navolgend zijn de meest relevante conclusies weergegeven: Verkennend bodemonderzoek Bij het chemisch onderzoek zijn verontreinigingen met cadmium, kobalt, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, PAK en/of som PCB’s aangetoond, in gehalten boven de achtergrondwaarde/streefwaarde. Op basis hiervan bestaat echter formeel geen reden om nader onderzoek uit te voeren. De hypothese van het verkennend onderzoek (onverdacht terrein) dient echter te worden verworpen, waarbij wordt opgemerkt dat de gemeten waarden niet veel hoger zijn dan verwacht op basis van de bodemkwaliteitskaart. De verzamelde gegevens worden voldoende geacht om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de chemische kwaliteit van de bodem. Het onderzoek kan derhalve dienen als nulmeting alvorens het terrein gebruikt wordt als tijdelijk depoten voor de aanvraag van een omgevingsvergunning (onderdeel bouwen). Er zijn plaatselijk platen op maaiveld en beschoeiing aan de rand van een watergang waargenomen die mogelijk asbestverdacht zijn. In de strook grond ten westen van het moestuinencomplex is echter in de grond (net zoals ter plaatse van het moestuinencomplex) zowel zintuiglijk als analytisch geen asbest aangetoond. Op basis van de resultaten is het terrein vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt voor het voorgenomen gebruik/functie (industrie). Er is dan ook geen belemmering voor de voorgenomen verkoop. Indicatief hergebruiksonderzoek Met betrekking van de vrijkomende grond ter plaatse van de te ontgraven watergangen kan worden geconcludeerd dat deze grond licht verontreinigd is, maar dat deze op basis van indicatieve toetsing als vrij toepasbaar wordt beoordeeld. Opgemerkt wordt hierbij dat op basis van de resultaten van het bodemonderzoek geen bindende uitspraak gedaan worden over de hergebruiksmogelijkheden van eventueel vrijkomende grond op de onderzoekslocatie. Op basis van de resultaten van de gehele locatie blijkt dat er ook grond aanwezig is, die indicatief beoordeeld is als grond in de klasse wonen of industrie. Verkennend waterbodemonderzoek De kwaliteit van de vrijkomende waterbodem (10 tot 50 cm dik) varieert van Achtergrondwaarde (ter plaatse van de te dempen watergangen) tot klasse A en B (en klasse industrie als landbodem). De ontvangende bodem onder de waterbodem is indicatief beoordeeld als klasse wonen (of klasse B voor toepassing onder oppervlaktewater) en plaatselijk achtergrondwaarde. 20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
16 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Advies Met betrekking tot de asbestverdachte materialen op maaiveld en als beschoeiing van de watergangen wordt aanbevolen om deze voorafgaand aan de ontwikkeling te verwijderen.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
17 van 17
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 1: Situatietekeningen
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 2: Boorstaten
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Boring: 1
Boring: 1A 0,00
0,00
0,00
Klei, zwak zandig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, zwak puinhoudend, lichtbruin
1 -0,50
0,50
Klei, matig zandig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, lichtbruin
1 0,50
Klei, zwak siltig, sterk humeus, sporen baksteen, bruin
2
09-12-2010 0,00
1,00
2 1,00
3
-1,20 -1,21
3
GESTUIT (op puin/oud pad ?)
-1,50
1,50
Veen, mineraalarm, bruin
4 2,00
5 2,50
6 -3,00
3,00
Boring: 2
Boring: 3 0,00
0,00
1
0,00
0,00
TuinKlei, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin
0,50
1 -0,30
0,50
Klei, matig siltig, matig wortelhoudend, zwak roesthoudend, zwak puinhoudend, lichtbruin
2
2 1,00
-1,00
1,00
3
Zand, matig fijn, zwak siltig, donkerbeige
Zand, zeer fijn, zwak siltig, lichtgrijs
3 -1,40
Veen, zwak klei‹g, donkerbruin
1,50
-1,50
1,50
Klei, matig siltig, sporen planten, lichtgrijs
4 4
-1,80
Veen, mineraalarm, bruin 2,00
2,00
5
5
2,50
2,50
-2,50
6 3,00
-3,00
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: 4
Boring: 5 0,00
0,00
0,00
TuinKlei, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtbruin
1
09-12-2010 0,00
0,50
-0,50
0,50
2
Klei, zwak zandig, matig humeus, grijsbruin
2 -1,00
1,00
Klei, zwak zandig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, lichtbruin
1
1,00
Veen, zwak klei‹g, donkerbruin
-1,20
3
Veen, mineraalarm, bruin -1,50
1,50
1,50
3
Veen, mineraalarm, bruin
4 2,00
-2,00
2,00
5 2,50
6 -3,00
3,00
Boring: 6
09-12-2010 0,00
0,00
-0,50
1
0,50
-0,20
-1,00
Veen, zwak klei‹g, bruin Klei, sterk zandig, zwak humeus, sporen baksteen, grijsbruin
2
Klei, matig siltig, zwak humeus, donkerbruin
2 1,00
14-12-2010 0,00
0,00
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, matig wortelhoudend, zwak puinhoudend, donkerbruin
1 0,50
Boring: 6A
-1,00
1,00
Veen, mineraalarm, donkerbruin
Veen, mineraalarm, bruin
3
3
1,50
1,50
4
4 -2,00
2,00
Boring: 7
09-12-2010 0,00
0,00
09-12-2010 0,00
0,00
-0,50
0,50
Boring: 8
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, laagjes zand, donkerbruin
1
-2,00
2,00
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, lichtbruin
1 0,50
Veen, mineraalarm, bruin
2
2
-0,90
1,00
Klei, matig siltig, sporen slib, grijs
1,00
3 3
-1,30
Veen, mineraalarm, bruin 1,50
1,50
4
4 2,00
-2,00
2,00
-2,00
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: 9
09-12-2010 0,00 -0,10
0,00
1 0,50
-0,30
TuinKlei, zwak siltig, grijs
1
-1,00
-0,50
0,50
Veen, mineraalarm, bruin
Klei, matig siltig, zwak roesthoudend, grijsbruin 1,00
09-12-2010 0,00
0,00
BosgrondZand, zeer fijn, zwak siltig, roodbruin, lavasteen 2 Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijsbruin
2
Boring: 10
2 1,00
Veen, mineraalarm, bruin
3
3
1,50
1,50
4
4 -2,00
2,00
Boring: 11
09-12-2010 0,00
0,00
-2,00
2,00
Boring: 12
09-12-2010 0,00
0,00
TuinKlei, zwak siltig, lichtgrijs
1
GrasKlei, zwak zandig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, grijsbruin
1
0,50
0,50
2
2
-0,80
Veen, mineraalarm, bruin
-1,00
1,00
1,00
Veen, mineraalarm, bruin
3
3 1,50
1,50
4
4 -2,00
2,00
Boring: 13
09-12-2010 0,00
0,00
-2,00
2,00
Boring: 14
09-12-2010 0,00
0,00
TuinKlei, zwak siltig, grijs
TuinKlei, zwak siltig, grijs
1
1 -0,50
0,50
Boring: 15
09-12-2010 0,00
0,00
0,50
Boring: 16
-0,50
09-12-2010 0,00
0,00
Klei, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin
1
-0,50
0,50
TuinKlei, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin
1 0,50
-0,50
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: 17
09-12-2010 0,00
0,00
Boring: 17A 0,00
TuinKlei, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs
1
14-12-2010 0,00
1 -0,40
-0,50
0,50
0,50
GrasZand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, bruinbeige Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs
2 -1,00
1,00
Klei, zwak siltig, zwak humeus, grijs
3 -1,40
Veen, mineraalarm, bruin
1,50
4 -2,00
2,00
Boring: 18
09-12-2010 0,00
0,00
-0,50
Boring: 20 0,00
1 2 3
-0,50
0,50
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, grijsbruin -0,50
0,50
Boring: 23
09-12-2010 0,00
0,00
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin -0,50
09-12-2010 0,00
1
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige
0,00
1 0,50
Boring: 21 0,00
09-12-2010
0,00
-0,50
Rood, LAVASTEEN
Klei, zwak siltig, grijsbeige
Boring: 22
TuinKlei, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin
1 0,50
09-12-2010 0,00 -0,10 -0,20
09-12-2010 0,00
0,00
TuinKlei, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs
1 0,50
Boring: 19
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin
1 0,50
-0,50
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: 24
09-12-2010 0,00
0,00
-0,50
Boring: 26 0,00
Boring: 28 0,00
1 2
-0,20 -0,40
0,50
-0,90
Boring: 29A
0,50
-0,50
0,50
Boring: 30
09-12-2010 0,00
0,00
Klei, matig zandig, sterk humeus, bruin -0,50
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, donkerbruin
1
Klei, matig siltig, grijsbruin
0,00
1
09-12-2010 0,00
0,00
14-12-2010
0,00
-0,50
Boring: 29
BosgrondZand, uiterst fijn, zwak siltig, aan maaiveld wat lavasteen Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijsbruin
3
BosgrondKlei, matig siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, donkerbruin
1 0,50
09-12-2010
0,00
09-12-2010 0,00
0,00
-0,50
0,50
-0,50
Boring: 27
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, sporen roest, grijsbruin
1
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, donkerbruin
1 0,50
09-12-2010
0,00
09-12-2010 0,00
0,00
BosgrondKlei, matig siltig, grijsbruin
1 0,50
Boring: 25
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, sporen roest, bruin
1 0,50
-0,50
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: 31
09-12-2010 0,00
0,00
1 -0,30
2 0,50
-0,50
Boring: 32
09-12-2010 0,00
0,00
BosgrondZand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, donkerbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs
BosgrondKlei, matig siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, lichtbruin
1 0,50
-0,50
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: A1 0,00
09-12-2010 0,00 -0,20
0,50
-0,50
Boring: A3 0,00
Boring: A2 0,00
09-12-2010 0,00
BosgrondKlei, zwak siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin Klei, zwak siltig, zwak wortelhoudend, lichtbruin
09-12-2010 0,00
BosgrondKlei, zwak siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, donkerbruin 0,50
-0,50
Boring: A4 0,00
09-12-2010 0,00
BosgrondKlei, zwak siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, zwak glashoudend, donkerbruin 0,50
-0,50
Boring: A5 0,00
0,50
0,50
09-12-2010 0,00
-0,30 -0,50
BosgrondKlei, zwak siltig, zwak wortelhoudend, lichtbruin
Boring: A6 0,00
BosgrondKlei, zwak siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, zwak puinhoudend, zwak glashoudend, donkerbruin
-0,50
0,50
09-12-2010 0,00
-0,40 -0,50
BosgrondKlei, zwak siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, donkerbruin Klei, zwak siltig, bruin
Klei, zwak siltig, resten wortels, bruin
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: S1
14-12-2010 0,00
0,00
0,50
1,00
14-12-2010 0,00
0,00
0,50
-0,80
-1,60
Boring: S4
14-12-2010 0,00
0,50
Slib, grijs
-0,60
1
Veen, mineraalarm, bruin
2
1,00
-1,30
14-12-2010 0,00
0,00
Slib, donkergrijs -1,00
Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,50
1,50
Boring: S5
Veen, mineraalarm, bruin
2
0,00
-0,60
1
Slib, donkergrijs -1,10
1,50
-1,60
Boring: S3
-0,60
1
Veen, mineraalarm, bruin
2
1,00
0,50
Slib, grijs -1,10
1,50
14-12-2010 0,00
0,00
-0,60
1 1,00
Boring: S2
Boring: S6
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
0,50
1
-0,50
Slib, donkergrijs
-1,00
1,00
0,50
Veen, mineraalarm, bruin
2
-0,60
1 1,00
Slib, donkergrijs -1,00
Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,50
1,50
Boring: S7
14-12-2010 0,00
0,00
Boring: S8
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
0,50
0,50
-0,60
1
-0,90
1,00
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2
1
-0,50
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,00
1,00
-1,40
Boring: S9
14-12-2010 0,00
0,00
1
-0,30 -0,40
0,50
2 -0,90
Boring: S10
14-12-2010 0,00
0,00
Slib, donkergrijs
0,50
Veen, mineraalarm, bruin
-0,60
1 1,00
Slib, donkergrijs -1,00
Veen, mineraalarm, bruin
2 1,50
-1,50
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: S11
14-12-2010 0,00
0,00
Boring: S12
14-12-2010 0,00
0,00
-0,20
0,50
0,50
-0,60
1
-0,90
1,00
-0,70
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2
Slib, grijs
1
1,00
Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,20
-1,40
Boring: S13
14-12-2010 0,00
0,00
Boring: S14 0,00
-0,30
0,50
1
-0,50
1 Slib, grijs
0,50
Boring: S15
14-12-2010 0,00
0,00
1
-0,40 -0,50
2 -1,00
1,00
Boring: S17
-0,80
Boring: S16 0,00
1 Slib, donkergrijs
2
Veen, mineraalarm, bruin
0,00
1
-0,50
-0,90
Boring: S18
Veen, sterk klei‹g, bruin
0,00
1
-0,30 -0,40
0,50
2
Veen, zwak klei‹g, bruin
2
Slib, donkergrijs
14-12-2010
0,00
Slib, donkergrijs
-0,30 -0,40
0,50
-0,30
-0,90
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
-1,00
1,00
Boring: S19
14-12-2010 0,00
0,00
Boring: S20
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
1
-0,50
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2 1,00
Veen, mineraalarm, bruin
14-12-2010
0,00
14-12-2010
0,00
0,50
Slib, donkergrijs
-1,00
1,00
0,50
-0,20 -0,30
2
Veen, mineraalarm, bruin
2
0,50
14-12-2010 0,00
1
-0,30 -0,40
0,50
2 -0,90
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
-1,00
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Boring: S21
14-12-2010 0,00
0,00
Boring: S22
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
0,50
1
-0,50
-0,30
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,00
1,00
Boring: S23
1
0,00
-0,60
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2 1,00
14-12-2010
0,00
0,50
-1,10
Boring: S24
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
0,50
1
-0,50
-0,40
Slib, grijs
0,50
Boring: S25
1,00
14-12-2010 0,00
-1,10
Boring: S26
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
0,50
1
-0,50
-0,30
Slib, donkergrijs
-1,00
1,00
Boring: S27
1
0,00
1
-0,60
14-12-2010 0,00
0,00
-0,30
Slib, donkergrijs
14-12-2010 0,00 -0,10
0,00
1
0,50
-0,40
0,50
-0,60
Slib, grijs Veen, mineraalarm, bruin
2 -1,10
Boring: S30
14-12-2010 0,00
0,00
-0,20
Slib
1
Veen, mineraalarm, bruin
2
1
1,00
-1,10
Boring: S29
Veen, mineraalarm, bruin
Boring: S28
Veen, mineraalarm, bruin
2 1,00
Slib, donkergrijs
-1,00
-0,30
0,50
-0,50
2 1,00
14-12-2010
0,00
0,50
Veen, mineraalarm, bruin
2
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2
-1,00
0,00
-0,60
Veen, mineraalarm, bruin
2 1,00
1
-0,40
0,50
-0,90
Slib, donkergrijs Veen, mineraalarm, bruin
2 -0,90
getekend volgens NEN 5104
Projectcode: 20102898
Projectnaam: Achterlindt te Zwijndrecht
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 3: Analyseresultaten
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
B i j l age 3 .1 :
20102898/WWIJ december 2010
G rond
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Postbus 2205 5001 CE TILBURG
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 10
: Achterlindt te Zwijndrecht : 20102898 : 11627415, versie nummer: 1 : NTZYP527
Rotterdam, 15-12-2010
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 20102898. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 10 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
69.4 <1 geen
87.2 <1 geen
69.6 <1 geen
74.1 <1 geen
71.1 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
7.6
1.8
6.9
6.3
5.5
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
19
1.5
27
19
30
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
140 0.4 11 30 0.44 50 <1.5 32 120
65 0.5 5.9 14 0.15 <13 <1.5 12 64
140 0.6 14 26 0.16 56 <1.5 34 140
150 0.4 11 22 0.13 36 <1.5 33 110
130 <0.35 13 21 <0.10 38 <1.5 37 98
0.02 0.20 0.06 0.45 0.22 0.21 0.13 0.21 0.15 0.15 1.8
0.02 0.03 0.02 0.08 0.06 0.05 0.04 0.07 0.05 0.06 0.47
<0.01 0.14 0.02 0.26 0.11 0.13 0.08 0.12 0.09 0.09 1.0
<0.01 0.02 <0.01 0.05 0.03 0.03 0.02 0.03 0.03 0.02 0.25
<0.01 0.17 0.06 0.28 0.16 0.12 0.08 0.12 0.09 0.09 1.2
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds
001
S S S S
1)
<1 <1 2.4 <1
002
2.6 6.4 7.0 3.7
1)
2)
003
1)
004
<1 <1 <1 <1
1)
<1 <1 <1 <1
005
1)
<1 <1 <1 <1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM1bg puin 1 (0-50) 3 (30-80) 6 (0-50)
002
Grond (AS3000)
MM2bgzand 20 (10-20) 28 (0-20) 28 (20-40) 3 (0-30) 31 (0-30) 9 (10-30)
003
Grond (AS3000)
MM3bgklei 16 (0-50) 19 (0-50) 22 (0-50) 27 (0-50) 32 (0-50)
004
Grond (AS3000)
MM4bgklei 10 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) 5 (0-50)
005
Grond (AS3000)
MM5ogklei 1A (50-100) 2 (100-140) 4 (50-100) 8 (90-130) 9 (30-80)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
001
PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S
4.6 3.8 4.6 17
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
16 16 31 19 80
1)
002 5.9 9.5 5.0 40
1)
<5 <5 <5 <5 <20
003 1.1 1.2 1.0 6.1
1)
<5 <5 <5 <5 <20
004 <1 <1 <1 4.9
1)
<5 <5 <5 <5 <20
005 <1 <1 <1 4.9
1)
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM1bg puin 1 (0-50) 3 (30-80) 6 (0-50)
002
Grond (AS3000)
MM2bgzand 20 (10-20) 28 (0-20) 28 (20-40) 3 (0-30) 31 (0-30) 9 (10-30)
003
Grond (AS3000)
MM3bgklei 16 (0-50) 19 (0-50) 22 (0-50) 27 (0-50) 32 (0-50)
004
Grond (AS3000)
MM4bgklei 10 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) 5 (0-50)
005
Grond (AS3000)
MM5ogklei 1A (50-100) 2 (100-140) 4 (50-100) 8 (90-130) 9 (30-80)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 2
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 PCB 28 is mogelijk vals positief verhoogd door de aanwezigheid van PCB 31
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
21.4 <1 geen
15.9 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
78.4
77.6
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
<1
7.4
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
85 <0.35 4.8 12 <0.14 <13 2.6 24 32
81 <0.35 6.1 10 <0.18 <13 2.6 22 36
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
006
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.03 naftaleen mg/kgds S 0.03 fenantreen mg/kgds S <0.02 antraceen mg/kgds S 0.02 fluoranteen mg/kgds S 0.03 benzo(a)antraceen mg/kgds S <0.03 chryseen mg/kgds S <0.02 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 3.0 benzo(a)pyreen mg/kgds S <0.02 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.03 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 3.2 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds
S S S S
<1.6 <1.8 1.7 <1.7
3)
3)
3)
3) 3)
3)
1)
3) 3)
3)
007
<0.03 <0.02 <0.02 0.02 0.04 <0.03 <0.03 0.03 <0.02 <0.03 0.22
<1.8 <2.1 <1.7 <2.0
3)
3) 3) 3)
3) 3)
3) 3) 1)
3) 3) 3) 3)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond (AS3000)
MM6ogveen 1A (150-200) 2 (140-180) 4 (100-150) 8 (130-180) 9 (100-150)
007
Grond (AS3000)
MM7ogveen 10 (50-100) 10 (100-150) 11 (100-150) 11 (150-200) 12 (80-130) 12 (130-180) 5 (120-170)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
006
PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S
<1.6 <1.1 <1.6 8.3
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 <5 <5 <5 <20
3) 3) 3) 1)
007 <1.8 <1.3 <1.8 8.8
3) 3) 3) 1)
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond (AS3000)
MM6ogveen 1A (150-200) 2 (140-180) 4 (100-150) 8 (130-180) 9 (100-150)
007
Grond (AS3000)
MM7ogveen 10 (50-100) 10 (100-150) 11 (100-150) 11 (150-200) 12 (80-130) 12 (130-180) 5 (120-170)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 7 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Monster beschrijvingen
006
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
007
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 3
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 Verhoogde rapportagegrens i.v.m. lage droge stof.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 8 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform OVAM-methode CMA 2/II/A.1 Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS3010-4 Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN-ISO 16772 (meting) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3010-7
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 002 002 002 003 003
Y2934943 Y2935303 Y2936425 Y2934459 Y2934898 Y2934934 Y2935182 Y2936437 Y2936438 Y2778681 Y2934478
09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010
09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 9 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
003 003 003 004 004 004 004 005 005 005 005 005 006 006 006 006 006 007 007 007 007 007 007 007
Y2934535 Y2934939 Y2936419 Y2778574 Y2934568 Y2934573 Y2934942 Y2934483 Y2934927 Y2934940 Y2935274 Y2935297 Y2778683 Y2934474 Y2934935 Y2934948 Y2935286 Y2778682 Y2934315 Y2934567 Y2934571 Y2934572 Y2934933 Y2934941
09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010
09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010 09-12-2010
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 10 van 10
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11627415 - 1
Monsternummer:
001
Monster beschrijvingen
MM1bg puin1 (0-50) 3 (30-80) 6 (0-50)
Orderdatum 10-12-2010 Startdatum 10-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Postbus 2205 5001 CE TILBURG
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 5
: Achterlindt te Zwijndrecht : 20102898 : 11628633, versie nummer: 1 : 2DD4WAFM
Rotterdam, 16-12-2010
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 20102898. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 5
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628633 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
81.4 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
2.2
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
3.5
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
<20 <0.35 3.1 <10 <0.10 <13 <1.5 7.8 32
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
001
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.01 naftaleen mg/kgds S 0.02 fenantreen mg/kgds S <0.01 antraceen mg/kgds S 0.04 fluoranteen mg/kgds S 0.02 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.02 chryseen mg/kgds S 0.01 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.02 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.02 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.18 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds
S S S S
1)
<1 <1 <1 <1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM8bgzand 17A (0-40) 17A (40-90)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 5
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628633 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
001
PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S
<1 <1 <1 4.9
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 <5 <5 <5 <20
1)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM8bgzand 17A (0-40) 17A (40-90)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 5
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628633 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628633 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform OVAM-methode CMA 2/II/A.1 Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS3010-4 Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN-ISO 16772 (meting) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3010-7
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001
Y2935128 Y2936357
14-12-2010 14-12-2010
14-12-2010 14-12-2010
ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
B i j l age 3 .2 :
20102898/WWIJ december 2010
G rondw at er
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Postbus 2205 5001 CE TILBURG
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 6
: Achterlindt te Zwijndrecht : 20102898 : 11628639, versie nummer: 1 : X6JYVXF6
Rotterdam, 15-12-2010
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 20102898. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628639 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S S
260 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
100 <0.8 6.8 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
90 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
130 <0.8 7.5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.70
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.50
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <1.8
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S
001
1)
002
1)
003
004
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
1)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
1-1-1 1 (200-300)
002 003 004
3-1-2 3 (150-250) 2-1-2 2 (200-300) 4-1-2 4 (200-300)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628639 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Eenheid
Q
001
002
003
004
chloroform vinylchloride tribroommethaan
µg/l µg/l µg/l
S S S
<0.6 <0.1 <0.2
<0.6 <0.1 <0.2
<0.6 <0.1 <0.2
<0.6 <0.1 <0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S
<25 <25 <25 <25 <100
<25 <25 <25 <25 <100
<25 <25 <25 <25 <100
<25 <25 <25 <25 <100
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
1-1-1 1 (200-300)
002 003 004
3-1-2 3 (150-250) 2-1-2 2 (200-300) 4-1-2 4 (200-300)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 6
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628639 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
Verhoogde rapportagegrens i.v.m. storende matrix.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 6
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628639 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik lood
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride tribroommethaan totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852 Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003
B0977227 G8154941 G8154944 B0977231 G8154936 G8154937 B0977230 G8154943
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 6
Analyserapport
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898 11628639 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 15-12-2010
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
003 004 004 004
G8154950 B0977232 G8154938 G8154939
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
ALC236 ALC204 ALC236 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
B i j l age 3 .3 :
20102898/WWIJ december 2010
A s bes t
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Analyse certificaat Monsternummer: 10-088538 Rapportnummer:
1012-0991_01
RPS Analyse B.V.
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
1012-0991 20102898 Geofox - Lexmond B.V. (Tilburg) Postbus 2205 5001 CE Tilburg
Datum order
E
[email protected] W www.rps.nl
Ulvenhout Tolweg 11 Postbus 3440 4800 DK Breda
13-12-2010
T 0880 - 235720
Datum analyse 15-12-2010 F 0880 - 235701 Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever Monsternummer opdrachtgever MM1 Hoogeveen Datum monstername Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 Adres monstername Achterlindt te Zwijndrecht 7900 BA Hoogeveen Monsternamepunt A1, A2, A4 en A6 T 0528 - 229011 Opmerking F 0528 - 229018 Soort monster Grond De analyse is uitgevoerd door RPS Analyse, vestiging: Ulvenhout Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII Aangetroffen materiaal: 0 Nat ingezet gewicht (kg) 10,0435
> 16 mm 8-16 mm 4-8 mm 2-4 mm 1-2 mm 0,5-1 mm < 0,5 mm Totaal
Gewicht
Gew mat
kg
gram
1,126 2,2615 1,274 0,7788 0,4675 0,228 0,235 6,3708
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Totaal asbest (mg/kg d.s.) Ondergrens (mg/kg d.s.) Bovengrens (mg/kg d.s.)
N
Niet Hechtgebonden hechtgebonden
Chrysotiel
Amosiet
Crocidoliet
mg
mg
mg
mg
mg
mg
-
-
-
-
-
-
0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Chrysotiel
Totaal Amosiet
Totaal Crocidoliet
-
-
-
Totaal Totaal niet hechtgebonden hechtgebonden Totaal asbest
-
-
Gewogen asbest (mg/kg d.s.) Droge stof
65.30
Totaal
<1,0 -
% d.s. *
Toelichting: * Droge stof is volgens eigen methode; deze valt niet onder de scope van accreditatie (L192) - = Niet aantoonbaar < = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende fractie LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels; LB <= 3 betekent 1-3 losse vezels en/of vezelbundels Bij aantreffen van NIET-hechtgebonden asbesthoudende materialen dient, indien relevant voor het onderzoek, voor de fractie < 0,5 mm tevens analyse m.b.v. SEM/EDX uitgevoerd te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Opmerking: indien de monstername uitgevoerd is door derden is RPS Analyse B.V. niet verantwoordelijk voor de representativiteit van de monstername. Boven- en ondergrenzen zijn bepaald m.b.v. het 95% betrouwbaarheidsinterval. Alleen aan het originele complete Analyse Certificaat kunnen rechten worden ontleend.
KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Pagina 1 / 2 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië
Angele de Leeuw Labcoördinator
Datum rapportage 15-12-2010 V171110_1
Analyse certificaat Monsternummer: 10-088539 Rapportnummer:
1012-0991_01
RPS Analyse B.V.
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
1012-0991 20102898 Geofox - Lexmond B.V. (Tilburg) Postbus 2205 5001 CE Tilburg
Datum order
E
[email protected] W www.rps.nl
Ulvenhout Tolweg 11 Postbus 3440 4800 DK Breda
13-12-2010
T 0880 - 235720
Datum analyse 15-12-2010 F 0880 - 235701 Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever Monsternummer opdrachtgever MM2 Hoogeveen Datum monstername Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 Adres monstername Achterlindt te Zwijndrecht 7900 BA Hoogeveen Monsternamepunt A3 en A5 T 0528 - 229011 Opmerking F 0528 - 229018 Soort monster Grond De analyse is uitgevoerd door RPS Analyse, vestiging: Ulvenhout Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII Aangetroffen materiaal: 0 Nat ingezet gewicht (kg) 10,1085
> 16 mm 8-16 mm 4-8 mm 2-4 mm 1-2 mm 0,5-1 mm < 0,5 mm Totaal
Gewicht
Gew mat
kg
gram
1,1635 2,2485 1,128 0,727 0,398 0,161 0,088 5,914
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Totaal asbest (mg/kg d.s.) Ondergrens (mg/kg d.s.) Bovengrens (mg/kg d.s.)
N
Niet Hechtgebonden hechtgebonden
Chrysotiel
Amosiet
Crocidoliet
mg
mg
mg
mg
mg
mg
-
-
-
-
-
-
0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Chrysotiel
Totaal Amosiet
Totaal Crocidoliet
-
-
-
Totaal Totaal niet hechtgebonden hechtgebonden Totaal asbest
-
-
Gewogen asbest (mg/kg d.s.) Droge stof
60.80
Totaal
<1,0 -
% d.s. *
Toelichting: * Droge stof is volgens eigen methode; deze valt niet onder de scope van accreditatie (L192) - = Niet aantoonbaar < = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende fractie LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels; LB <= 3 betekent 1-3 losse vezels en/of vezelbundels Bij aantreffen van NIET-hechtgebonden asbesthoudende materialen dient, indien relevant voor het onderzoek, voor de fractie < 0,5 mm tevens analyse m.b.v. SEM/EDX uitgevoerd te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Opmerking: indien de monstername uitgevoerd is door derden is RPS Analyse B.V. niet verantwoordelijk voor de representativiteit van de monstername. Boven- en ondergrenzen zijn bepaald m.b.v. het 95% betrouwbaarheidsinterval. Alleen aan het originele complete Analyse Certificaat kunnen rechten worden ontleend.
KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Pagina 2 / 2 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië
Angele de Leeuw Labcoördinator
Datum rapportage 15-12-2010 V171110_1
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
B i j l age 3 .4 :
20102898/WWIJ december 2010
W at erbodem
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Postbus 2205 5001 CE TILBURG
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 14
: Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht : 20102898 : 11628667, versie nummer: 1 : PAH912VF
Rotterdam, 16-12-2010
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 20102898. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 14 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
13.7 <1 geen
25.0 <1 geen
18.8 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
74.3
35.6
61.3
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
1.1
11
2.3
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
130 <0.35 5.6 16 <0.19 <13 2.0 27 45
89 <0.35 7.8 13 <0.13 <13 1.6 27 49
82 <0.35 4.9 12 <0.18 <13 2.3 19 33
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
001
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.04 naftaleen mg/kgds S 0.03 fenantreen mg/kgds S <0.03 antraceen mg/kgds S 0.04 fluoranteen mg/kgds S <0.05 benzo(a)antraceen mg/kgds S <0.04 chryseen mg/kgds S <0.04 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 6.5 benzo(a)pyreen mg/kgds S <0.03 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.05 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 6.8 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds
S S S S
<2.4 <2.8 2.3 <2.6
1)
1)
1)
1) 1) 1)
1)
2)
1) 1)
1)
002
<0.02 0.04 <0.02 0.04 0.04 <0.02 <0.02 0.02 0.02 <0.02 0.23
1.8 <1.5 <1.3 <1.4
1)
3) 1) 3) 3) 1) 3) 3) 3) 1) 3) 1) 3) 3) 3) 1) 2)
4) 3) 3) 1) 3) 1) 3) 1)
003
<0.03 <0.02 <0.02 0.03 <0.03 <0.03 <0.03 2.6 <0.02 <0.03 2.8
<1.8 <2.1 <1.7 <1.9
1)
1) 1) 1)
1) 1) 1)
1) 1) 2)
1) 1) 1) 1)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MMog1 (demp S22 (60-110) S24 (60-110) S5 (50-100) S6 (100-150) S9 (40-90)
002
Grond (AS3000)
MMog2 S10 (100-150) S12 (70-120) S14 (30-80) S16 (40-90) S20 (40-90)
003
Grond (AS3000)
MMog3 S1 (110-160) S23 (50-100) S27 (60-110) S29 (40-90) S3 (80-130)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Analyse
Eenheid
Q
001
PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S
<2.4 <1.7 <2.4 12
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 <5 <5 <5 <20
1) 1) 1) 2)
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010 002 <1.3 <1 <1.3 7.3
<5 <5 <5 <5 <20
3) 1) 3) 3) 1) 2)
003 <1.8 <1.3 <1.8 8.7
1) 1) 1) 2)
40 25 88 44 200
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MMog1 (demp S22 (60-110) S24 (60-110) S5 (50-100) S6 (100-150) S9 (40-90)
002
Grond (AS3000)
MMog2 S10 (100-150) S12 (70-120) S14 (30-80) S16 (40-90) S20 (40-90)
003
Grond (AS3000)
MMog3 S1 (110-160) S23 (50-100) S27 (60-110) S29 (40-90) S3 (80-130)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 2 3 4
Verhoogde rapportagegrens i.v.m. lage droge stof. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 Het gehalte is indicatief i.v.m. de aanwezigheid van componenten die een storende invloed hebben op de meting. PCB 28 is mogelijk vals positief verhoogd door de aanwezigheid van PCB 31
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
16.6 0 geen
23.5 0 geen
31.0 0 geen
organische stof (gloeiverlies) gloeirest
% vd DS % vd DS
S
29.2 69.4
24.1 75.6
16.7 81.7
KORRELGROOTTEVERDELING min. delen <2um % vd DS
S
20
5.3
24
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
97 <0.2 9.4 31 0.15 43 1.9 27 190
120 <0.2 8.8 44 0.23 41 <1.5 27 150
110 <0.2 7.5 25 0.09 30 <1.5 22 150
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.02 naftaleen mg/kgds S 0.14 fenantreen mg/kgds S 0.02 antraceen mg/kgds S 0.44 fluoranteen mg/kgds S 0.17 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.17 chryseen mg/kgds S 0.10 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.12 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.10 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.10 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 1.4 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor)
<0.02 0.67 0.08 1.1 0.27 0.27 0.16 0.23 0.18 0.17 3.2
<0.02 0.10 <0.02 0.28 0.12 0.13 0.09 0.10 0.12 0.10 1.1
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds
S S S
004
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
<1.9 <1.7 <1.5
1) 1) 1)
005
<1.3 <1.2 <1.1
1) 1) 1)
006
<1.1 <1 1.9
1)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
004
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
WB 1 (demp) S18 (30-40) S21 (30-50) S22 (30-60) S24 (40-60) S25 (30-50) S5 (30-50) S6 (60-100) S7 (60-90) S8 (30-50) S9 (30-40) WB2 S10 (60-100) S11 (60-90) S12 (20-70) S13 (30-50) S14 (20-30) S15 (40-50) S16 (30-40) S17 (30-50) S19 (30-50) S20 (30-40) WB3 S1 (60-110) S2 (60-110) S23 (30-50) S26 (30-50) S27 (30-60) S28 (30-60) S29 (10-40) S3 (60-80) S30 (20-40) S4 (60-100)
005 006
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Analyse
Eenheid
Q
004
PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S S
<1.6 <1 <1.2 <1 6.9
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S S S S
20 51 80 41 190
1)
1)
2)
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010 005 <1.2 <1 <1 1.6 6.4
18 59 130 85 290
1)
2)
006 2.1 4.5 6.3 1.6 18
2)
15 49 150 260 480
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
004
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
WB 1 (demp) S18 (30-40) S21 (30-50) S22 (30-60) S24 (40-60) S25 (30-50) S5 (30-50) S6 (60-100) S7 (60-90) S8 (30-50) S9 (30-40) WB2 S10 (60-100) S11 (60-90) S12 (20-70) S13 (30-50) S14 (20-30) S15 (40-50) S16 (30-40) S17 (30-50) S19 (30-50) S20 (30-40) WB3 S1 (60-110) S2 (60-110) S23 (30-50) S26 (30-50) S27 (30-60) S28 (30-60) S29 (10-40) S3 (60-80) S30 (20-40) S4 (60-100)
005 006
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 7 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Monster beschrijvingen
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
006
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 2
Verhoogde rapportagegrens i.v.m. lage droge stof. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 8 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40 droge stof
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform OVAM-methode CMA 2/II/A.1 Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS3010-4 Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN-ISO 16772 (meting) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
organische stof (gloeiverlies) gloeirest min. delen <2um barium cadmium kobalt koper kwik
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
lood molybdeen nikkel zink naftaleen
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Waterbodem (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3010-7 Eigen methode (analyse gelijkwaardig aan NEN-ISO-11465), AS3000-waterbodem: conform AS3210-1 en conform NEN-EN-12880 Conform AS3210-2a, gelijkwaardig aan NEN 5754 Gloeirest bepaling is gelijkwaardig aan NEN-EN 12879 Conform AS3210-3 Conform AS3210-4, ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966 Idem Idem Idem Conform AS3210-4, ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772 Conform AS3210-4, ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966 Idem Idem Idem Conform AS3210-5
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 9 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000) Waterbodem (AS3000)
Conform AS3210-7 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3210-6
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 001 001 002 002 002 002 002 003 003 003 003 003 004 004 004 004 004 004 004 004 004 004
A8889681 Y2936320 Y2936325 Y2936344 Y2936345 Y2935071 Y2935111 Y2935113 Y2935117 Y2935121 Y2935109 Y2935114 Y2936338 Y2936342 Y2936356 A8889512 A8889536 A8889541 A8889545 A8889552 A8889553 A8889562 A8889565 A8889573 A8889679
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 10 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
005 005 005 005 005 005 005 005 005 005 006 006 006 006 006 006 006 006 006 006
A8885905 A8887818 A8887913 A8889522 A8889531 A8889542 A8889549 A8889570 A8889680 A8889943 A8889548 A8889556 A8889568 A8889569 A8889571 A8889581 A8889667 A8889672 A8889673 A8889678
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010 14-12-2010
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
GEOFOX-LEXMOND Tilburg BV W. Wijnja Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 11 van 14
Analyserapport
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898 11628667 - 1
Orderdatum 14-12-2010 Startdatum 14-12-2010 Rapportagedatum 16-12-2010
Monsternummer:
003
Monster beschrijvingen
MMog3S1 (110-160) S23 (50-100) S27 (60-110) S29 (40-90) S3 (80-130)
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 4: Toetsingscriteria en toetsingstabellen
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Inleiding De mate van verontreiniging van grond en grondwater wordt vastgesteld door de gehalten/concentraties aan verontreinigende stoffen in de monsters van grond en grondwater te toetsen aan de norm die is vastgesteld door het ministerie van VROM. Dit betreft de circulaire "Bodemsanering 2009", die een onderdeel vormt van de Wet bodembescherming (Wbb). In de Circulaire wordt verwezen naar het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit ten aanzien van de Achtergrondwaarden voor grond. Hierin worden de volgende toetsingswaarden onderscheiden: § §
Grond: Achtergrondwaarden en Interventiewaarden Grondwater: Streefwaarden en Interventiewaarden
Toelichting normenstelsel Achtergrondwaarden (AW) & Streefwaarden (S) De achtergrondwaarden voor grond zijn vastgesteld op basis van de gehalten aan stoffen zoals die voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland die niet zijn belast door lokale verontreinigingbronnen. De streefwaarden voor grondwater zijn gebaseerd op de bescherming van de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem. De achtergrondwaarden en streefwaarden betreffen het concentratieniveau waarop of waaronder grond en/of grondwater als niet verontreinigd wordt beschouwd. Interventiewaarde (I) De interventiewaarde is het concentratieniveau voor verontreinigingen in grond en grondwater waarboven een ernstige vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Boven deze waarde is er mogelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Tussenwaarde (T) Het concentratieniveau waarboven aanvullend onderzoek noodzakelijk of gewenst is om vast te kunnen stellen of sprake is van een "geval van ernstige bodemverontreiniging". De tussenwaarde is gedefinieerd als het gemiddelde van AW- en I-waarde (grond) danwel de S- en I-waarde (grondwater). NB: Toetsingswaarden De toetsingswaarden voor de grond zijn afhankelijk van het bodemtype (zand, klei e.d.). Aan de hand van humus- en lutumgehalten zijn met een bodemtypecorrectieformule de feitelijke toetsingswaarden voor een bepaald type bodemtype te berekenen. De toetsingswaarden voor het grondwater zijn onafhankelijk van het bodemtype. Indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging Voor een aantal stoffen zijn nog geen achtergrond-, streef- en interventiewaarden opgesteld, omdat nog geen meet- en analysevoorschriften zijn vastgesteld, of omdat nog onvoldoende ecotoxicologische gegevens beschikbaar zijn om betrouwbare waarden vast te stellen. De wel beschikbare indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid en mogen dan ook niet op dezelfde wijze worden gehanteerd om uitspraken te doen over gevallen van al dan niet ernstige bodemverontreiniging. In bepaalde gevallen kan het bijvoorbeeld nodig zijn aanvullend onderzoek te doen naar de risico's van de betreffende stof. Niet genormeerde stoffen Stoffen waarvoor geen normen zijn opgesteld worden aangeduid als ‘niet-genormeerde stoffen’. Ook bij deze stoffen kan sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging en/of saneringsurgentie. De circulaire geeft een richtlijn die bij het aantreffen van niet-genormeerde stoffen kan worden gevolgd.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bouwen op verontreinigde grond De Model Bouwverordening (laatste versie: VNG 6 september 1993) is gebaseerd op de Woningwet 1991. De Bouwverordening stelt dat op verontreinigde grond niet mag worden gebouwd. Dit betekent dat een gemeente in principe een bouwvergunning kan weigeren, indien in de grond of het grondwater een stof is aangetroffen in een gehalte boven de achtergrondwaarde. Wanneer Saneren? Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (veroorzaakt na 1 januari 1987) dienen conform de zorgplicht in de Wet bodembescherming te worden gesaneerd. Bij zogeheten oude gevallen (veroorzaakt vóór 1987) dienen in principe alle ernstige gevallen van bodemverontreiniging (d.w.z. minimaal een bodemvolume van 25 m3 grond c.q. 100 m3 grondwater verontreinigd in een concentratie boven de interventiewaarde) op termijn gesaneerd te worden. Het tijdstip waarop dit moet gebeuren hangt af van de spoedeisendheid. De spoedeisendheid van sanering wordt bepaald door de onaanvaardbare risico's die aanwezig zijn voor mensen en ecosystemen alsmede de verspreidingsrisico's. Deze risico's hangen samen met het gebruik van de verontreinigde locatie (bijvoorbeeld wonen of bedrijfsmatig), en met zaken als de bodemopbouw ter plaatse (bijvoorbeeld grondsoort en grondwaterstroming). Verder kan onder andere de noodzaak tot het nemen van sanerende maatregelen ontstaan bij functiewijziging, bijvoorbeeld bij het bebouwen van het terrein. Ook kan door een koper of een verzekeringsmaatschappij sanering worden verlangd. Beleid voor hergebruik grond Om de hergebruiksmogelijkheden van grond te kunnen bepalen is een onderzoek conform het Besluit Bodemkwaliteit noodzakelijk. Bij een dergelijk onderzoek wordt de vrijkomende grond, op basis van de gemeten gehalten, ingedeeld in ‘klassen’ (klasse ‘altijd toepasbaar’, klasse ‘wonen’, klasse ‘industrie’ of klasse ‘niet toepasbaar’). In onderstaande figuur is deze klasseverdeling schematisch weergegeven. Tevens blijkt hieruit dat hier het Besluit Bodemkwaliteit en de Circulaire Bodemsanering samenkomen. Max. waarde klasse wonen
Achtergrondwaarde
Altijd toepasbaar
Klasse wonen
Max. waarde klasse industrie
Klasse industrie
Niet toepasbaar
Nooit toepasbaar
Ruimte voor lokale maximale waarden Achtergrondwaarde
20102898/WWIJ december 2010
Interventiewaarde (droge) bodem
Generiek gebiedsspecifiek
Sanerings criterium
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
grond
Projectnaam Projectcode
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype1)
droge stof(gew.-%) gewicht artefacten(g) aard van de artefacten(g)
MM1bg puin1 1 (klei)
69,4 <1 Geen
organische stof (gloeiverlies)(% vd DS)
7,6
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)(% vd DS) METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
19 140 0,4 11 30 0,44 50 <1,5 32 120
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
MM2bgzand2 2 (zand)
-69,6 -<1 -- Geen
-74,1 -<1 -- Geen
----
--
1,8
--
--
--
--
1,5
--
65 0,5 5,9 14 * 0,15 * <13 <1,5 12 64
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) <1 PCB 52(µg/kgds) <1 PCB 101(µg/kgds) 2,4 PCB 118(µg/kgds) <1 PCB 138(µg/kgds) 4,6 PCB 153(µg/kgds) 3,8 PCB 180(µg/kgds) 4,6 som PCB (7) (0.7 17 factor)(µg/kgds)
-------*
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
-----
20102898/WWIJ december 2010
MM4bgklei4 1
-87,2 -<1 -- Geen
KOOLWATERSTOFFEN -0,02 0,02 0,20 -0,03 0,06 -0,02 0,45 -0,08 0,22 -0,06 0,21 -0,05 0,13 -0,04 0,21 -0,07 -0,05 0,15 0,15 -0,06 1,8 * 0,47
16 16 31 19 80
MM3bgklei3 1
2,6 6,4 7,0 3,7 5,9 9,5 5,0 40
<5 <5 <5 <5 <20
* * *
*
6,9
27 140 0,6 14 26 0,16 56 <1,5 34 140
--
* * * * *
6,3
19
--
150 0,4 11 22 0,13 36 <1,5 33 110
-----------
<0,01 0,14 0,02 0,26 0,11 0,13 0,08 0,12 0,09 0,09 1,0
-----------
<0,01 0,02 <0,01 0,05 0,03 0,03 0,02 0,03 0,03 0,02 0,25
-----------
-------*
<1 <1 <1 <1 1,1 1,2 1,0 6,1
--------
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9
--------
-----
<5 <5 <5 <5 <20
-----
<5 <5 <5 <5 <20
20102898_a1RAP.doc
-----
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Monstercode en monstertraject 1 MM1bg puin 1 (0-50) 3 (30-80) 6 (0-50) 2 MM2bgzand 20 (10-20) 28 (0-20) 28 (20-40) 3 (0-30) 31 (0-30) 9 (10-30) 3 MM3bgklei 16 (0-50) 19 (0-50) 22 (0-50) 27 (0-50) 32 (0-50) 4 MM4bgklei 10 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) 5 (0-50) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7 april 2009 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde *** -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. 1)
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 1 lutum 23% ; humus 6.5% 2 lutum 2.5% ; humus 2%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Projectnaam Projectcode
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype1)
droge stof(gew.-%) gewicht artefacten(g) aard van de artefacten(g) organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)(% vd DS) METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
MM5ogklei1 1
71,1 <1 Geen 5,5
30 130 <0,35 13 21 <0,10 38 <1,5 37 98
MM6ogveen2 3 (veen)
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
20102898/WWIJ december 2010
<5 <5 <5 <5 <20
MM8bgzand4 2
-21,4 -<1 -- Geen
-15,9 -<1 -- Geen
-81,4 -<1 -- Geen
----
--
--
77,6
--
2,2
--
--
7,4
--
3,5
--
--
78,4
<1
85 <0,35 4,8 12 <0,14 <13 2,6 * 24 32
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN -<0,03 naftaleen <0,01 fenantreen 0,17 -0,03 antraceen 0,06 -<0,02 -0,02 fluoranteen 0,28 benzo(a)antraceen 0,16 -0,03 chryseen 0,12 -<0,03 benzo(k)fluoranteen 0,08 -<0,02 -3,0 benzo(a)pyreen 0,12 benzo(ghi)peryleen 0,09 -<0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,09 -0,03 pak-totaal (10 van VROM) 1,2 3,2 (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) <1 PCB 52(µg/kgds) <1 PCB 101(µg/kgds) <1 PCB 118(µg/kgds) <1 PCB 138(µg/kgds) <1 PCB 153(µg/kgds) <1 PCB 180(µg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 4,9 factor)(µg/kgds)
MM7ogveen3 3
--------
-----
<1,6 <1,8 1,7 <1,7 <1,6 <1,1 <1,6 8,3
<5 <5 <5 <5 <20
81 <0,35 6,1 10 # <0,18 <13 * 2,6 * 22 36
* # * *
<20 <0,35 3,1 <10 <0,10 <13 <1,5 7,8 32
--# ---# ----# --# ---# --
<0,03 <0,02 <0,02 0,02 0,04 <0,03 <0,03 0,03 <0,02 <0,03 0,22
--# --# --# ----# --# ---# --#
<0,01 0,02 <0,01 0,04 0,02 0,02 0,01 0,02 0,02 0,01 0,18
-----------
--# --# ---# --# --# --#
<1,8 <2,1 <1,7 <2,0 <1,8 <1,3 <1,8 8,8
--# --# --# --# --# --# --#
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9
--------
-----
<5 <5 <5 <5 <20
-----
<5 <5 <5 <5 <20
20102898_a1RAP.doc
a
-----
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Monstercode en monstertraject 1 MM5ogklei 1A (50-100) 2 (100-140) 4 (50-100) 8 (90-130) 9 (30-80) 2 MM6ogveen 1A (150-200) 2 (140-180) 4 (100-150) 8 (130-180) 9 (100-150) 3 MM7ogveen 10 (50-100) 10 (100-150) 11 (100-150) 11 (150-200) 12 (80-130) 12 (130-180) 5 (120-170) 4 MM8bgzand 17A (0-40) 17A (40-90) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7 april 2009 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde *** -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. 1)
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 1 lutum 23% ; humus 6.5% 3 lutum 4.5% ; humus 65% 2 lutum 2.5% ; humus 2%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Grond onder waterbodem Projectnaam Projectcode
Achterlindt (waterbodem) te Zwijndrecht 20102898
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype1)
droge stof(gew.-%) gewicht artefacten(g) aard van de artefacten(g) organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)(% vd DS) METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
MMog1 (demp1 MMog22 3 3
MMog33 3
-25,0 -<1 -- Geen
-18,8 -<1 -- Geen
----
74,3
--
35,6
--
61,3
--
1,1
--
11
--
2,3
--
13,7 <1 Geen
130 <0,35 5,6 16 <0,19 <13 2,0 27 45
* # * *
89 <0,35 7,8 13 <0,13 <13 1,6 27 49
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0,02 naftaleen <0,04 --# fenantreen 0,03 -0,04 antraceen <0,03 --# <0,02 fluoranteen 0,04 -0,04 benzo(a)antraceen <0,05 --# 0,04 chryseen <0,04 --# <0,02 benzo(k)fluoranteen <0,04 --# <0,02 benzo(a)pyreen 6,5 -0,02 benzo(ghi)peryleen <0,03 --# 0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,05 -<0,02 pak-totaal (10 van VROM) 6,8 * 0,23 (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) <2,4 PCB 52(µg/kgds) <2,8 PCB 101(µg/kgds) 2,3 PCB 118(µg/kgds) <2,6 PCB 138(µg/kgds) <2,4 PCB 153(µg/kgds) <1,7 PCB 180(µg/kgds) <2,4 som PCB (7) (0.7 12 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
20102898/WWIJ december 2010
<5 <5 <5 <5 <20
--# --# ---# --# --# --#
-----
1,8 <1,5 <1,3 <1,4 <1,3 <1 <1,3 7,3
<5 <5 <5 <5 <20
* # * *
82 <0,35 4,9 12 <0,18 <13 2,3 19 33
# * *
--# ---# ----# --# ----#
<0,03 <0,02 <0,02 0,03 <0,03 <0,03 <0,03 2,6 <0,02 <0,03 2,8
--# --# --# ---# --# --# ---# --#
---# --# --# --# ---#
<1,8 <2,1 <1,7 <1,9 <1,8 <1,3 <1,8 8,7
--# --# --# --# --# --# --#
-----
40 25 88 44 200
-----
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Monstercode en monstertraject 1 MMog1 (demp S22 (60-110) S24 (60-110) S5 (50-100) S6 (100-150) S9 (40-90) 2 MMog2 S10 (100-150) S12 (70-120) S14 (30-80) S16 (40-90) S20 (40-90) 3 MMog3 S1 (110-160) S23 (50-100) S27 (60-110) S29 (40-90) S3 (80-130) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7 april 2009 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde *** -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. 1)
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 3 lutum 4.5% ; humus 65%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven Toetsingswaarden1)
AW
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
1/2(AW+I) I
0,53 14 36 0,14 47 1,5 33 129
6,0 96 104 17 271 96 64 395
AS3000 eis
861 12 178 173 34 496 190 94 662
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) 1,5 21 40 (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
178 0,53 14 36 0,14 47 1,5 33 129 1,0
13
332
650
32
124
1687
3250
124
AW achtergrondwaarde 1/2(AW+I) gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde I interventiewaarde AS3000 laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 1: lutum 23%; humus 6.5%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven Toetsingswaarden1)
AW
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
1/2(AW+I) I
0,35 4,5 20 0,11 32 1,5 12 60
4,0 31 57 13 186 96 24 186
AS3000 eis
252 7,6 57 93 25 340 190 36 311
52 0,35 4,5 20 0,11 32 1,5 12 60
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) 1,5 21 40 (0.7 factor)
1,0
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds)
9,8
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
4,0
38
102
200
519
1000
38
AW achtergrondwaarde 1/2(AW+I) gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde I interventiewaarde AS3000 laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 2: lutum 2.5%; humus 2%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven Toetsingswaarden1)
AW
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
1/2(AW+I) I
1,4 5,4 63 0,16 70 1,5 14 161
16 37 181 19 408 96 28 494
AS3000 eis
312 30 69 299 39 745 190 41 828
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) 4,5 62 120 (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
64 1,4 5,4 63 0,16 70 1,5 14 161 3,2
60
1530
3000
147
570
7785
15000
570
AW achtergrondwaarde 1/2(AW+I) gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde I interventiewaarde AS3000 laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 3: lutum 4.5%; humus 65%
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Grondwater Projectnaam Projectcode
Achterlindt te Zwijndrecht 20102898
Tabel: Analyseresultaten grondwater (as3000) monsters (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven) Monstercode
1-1-11
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
3-1-22
260 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
<0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2 0,21 <0,2 <0,70
*
a
---
a
*#b
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan <0,6 1,2-dichloorethaan <0,6 1,1-dichlooretheen <0,1 cis-1,2-dichlooretheen <0,1 trans-1,2-dichlooretheen <0,1 som (cis,trans) 1,20,14 dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan <0,2 1,1-dichloorpropaan <0,25 1,2-dichloorpropaan <0,25 1,3-dichloorpropaan <0,25 som dichloorpropanen (0.7 0,53 factor) tetrachlooretheen <0,1 tetrachloormethaan <0,1 1,1,1-trichloorethaan <0,1 1,1,2-trichloorethaan <0,1 trichlooretheen <0,6 chloroform <0,6 vinylchloride <0,1 tribroommethaan <0,2 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<25 <25 <25 <25 <100
a
--a
a
---a a a a
a
-----
100 <0,8 6,8 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2 0,21 <0,2 <0,50 <0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 0,14 <0,2 <0,25 <0,25 <0,25 0,53 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1 <0,2
<25 <25 <25 <25 a <100
2-1-23
*
a
---
a
*#b
a
--a
a
---a a a a
a
-----
90 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2 0,21 <0,2 <0,05 <0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 0,14 <0,2 <0,25 <0,25 <0,25 0,53 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1 <0,2
<25 <25 <25 <25 a <100
4-1-24
*
a
---
a
a
a
--a
a
---a a a a
a
130 <0,8 7,5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2 0,21 <0,2 <1,8
*
a
---
a
*#b
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 0,14 <0,2 <0,25 <0,25 <0,25 0,53 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1 <0,2
-----
<25 <25 <25 <25 a <100
a
--a
a
---a a a a
a
-----
a
Monstercode en monstertraject 1 1-1-1 1 (200-300) 2 3-1-2 3 (150-250) 3 2-1-2 2 (200-300) 4 4-1-2 4 (200-300)
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7 april 2009. De gehalten die de betreffende streefwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde *** -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de streefwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht Tabel: Toetsingswaarden voor grondwater (as3000) Toetsingswaarden1) METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S
1/2(S+I)
50 0,40 20 15 0,050 15 5,0 15 65
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
0,20 7,0 4,0 0,20 6,0 0,01
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan 7,0 1,2-dichloorethaan 7,0 1,1-dichlooretheen 0,01 dichloormethaan 0,01 0,01 som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) som dichloorpropanen (0.7 0,80 factor) tetrachlooretheen 0,01 tetrachloormethaan 0,01 1,1,1-trichloorethaan 0,01 1,1,2-trichloorethaan 0,01 trichlooretheen 24 chloroform 6,0 vinylchloride 0,01 tribroommethaan MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
S 1/2(S+I) I AS3000
50
338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432
I
AS3000
625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800
50 0,80 20 15 0,050 15 5,0 15 65
15 504 77 35 153 35
30 1000 150 70 300 70
0,20 7,0 4,0 0,21 6,0 0,050
454 204 5,0 500 10
900 400 10 1000 20
7,0 7,0 0,10 0,20 0,20
40
80
0,52
20 5,0 150 65 262 203 2,5
40 10 300 130 500 400 5,0 630
325
600
0,10 0,10 0,10 0,10 24 6,0 0,20 2,0 100
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondwaterprotocollen 3110 t/m 3190 versie 3,25 juni 2008.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 5: Toelichting bodemonderzoek
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Algemeen In deze bijlage zijn de technische handelingen die worden verricht bij milieukundig bodemonderzoek in het algemeen, beschreven en toegelicht. De veldwerkzaamheden worden uitgevoerd conform een intern kwaliteitssysteem dat voldoet aan de ISO-9001 en de VCA** normen (VeiligheidsChecklistAannemers). Dit kwaliteitssysteem is gebaseerd op de voorschriften die zijn opgenomen of waarnaar wordt verwezen in de volgende documenten van het ministerie van VROM: de "NEN 5740, Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond" (NNI, januari 20009; ICS 13.080.05), het "Protocol voor het nader onderzoek deel 1 naar de aard en concentratie van verontreinigde stoffen en de omvang van bodemverontreiniging" (SDU uitgeverij Den Haag 1994; ISBN 90-12-08083-5), en de "Richtlijn nader onderzoek deel 1" (SDU uitgeverij Den Haag 1995; ISBN 90-12-08232-3). Het laboratoriumonderzoek is conform de normen uit de NEN 5740 of volgens gelijkwaardige methoden uitgevoerd. Boorwerkzaamheden en bemonstering Grond Meestal worden boringen handmatig verricht met een zogenaamde edelmanboor. In andere gevallen wordt gebruik gemaakt van een guts, een zuigerboor of een pulsboor. In beton- of asfaltverhardingen worden met een diamantboor gaten geboord om de onderliggende bodem te kunnen bereiken. Regelmatig komt het voor dat losse verhardingsmaterialen zijn aangebracht (met name puin). Om die reden moeten boringen soms (gedeeltelijk) worden uitgevoerd met een puinboor, een slagguts, een ramguts of een mechanische boorstelling. De grondmonsters worden ter plaatse gekoeld bewaard in afgesloten glazen potten met een kunststof schroefdeksel. Grondwater In een boorgat kan een peilbuis worden geplaatst om grondwatermonsters te nemen. Peilbuizen zijn kunststof buizen die over een lengte van (meestal) één meter zijn geperforeerd. Het geperforeerde gedeelte (filter) wordt voorzien van een filterkous om inspoeling van fijn bodemmateriaal te voorkomen. Voor het verkrijgen van een representatief grondwatermonster wordt de peilbuis afgepompt, direct na plaatsing en voorafgaand aan de monstername. Monstername vindt plaats na minimaal een week standtijd. Voor het afpompen en bemonsteren van het grondwater wordt gebruik gemaakt van een slangenpomp. Per peilbuis wordt het grondwater met een schoon stuk (siliconen)slang bemonsterd om contaminatie uit te sluiten. De grondwatermonsters worden gekoeld bewaard in luchtdicht afgesloten glazen flessen met kunststof schroefdop. Zintuiglijk onderzoek In het veld worden grond en grondwater zintuiglijk onderzocht. Het zintuiglijk onderzoek is te splitsen in: § lithologisch onderzoek, waarbij de opgeboorde grondsoorten worden geclassificeerd. § onderzoek naar verontreiniging, waarbij zintuiglijk waarneembare afwijkingen in of aan het bodemmateriaal worden beschreven1). 1)
Bij olieproducten wordt gebruik gemaakt van de 'oliepan-methode'. Daarbij wordt de grond verkruimeld in een schaal met water. Het verschijnen van een oliefilm op het water is een teken dat er olieachtige stoffen in de grond aanwezig kunnen zijn. Eventueel worden PID-metingen uitgevoerd (alleen als specifiek in rapport vermeld). Met behulp van de PID-meter kan de hoeveelheid ioniseerbare vluchtige bestanddelen in de opgeboorde grond worden bepaald.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Mede op basis van de resultaten van het zintuiglijk onderzoek wordt beslist welke monsters op welke chemische stoffen worden geanalyseerd. Stromingsrichting grondwater en doorlaatbaarheid van de bodem Via een waterpassing kan de lokale stromingsrichting van het grondwater worden bepaald. Met de gegevens van een waterpassing kan een inschatting worden gemaakt van het verspreidingspatroon van een verontreiniging in het grondwater. Bij een waterpassing wordt het grondwaterpeil in meerdere peilbuizen bepaald ten opzichte van een vast punt op het terrein. Hieruit volgt of er sprake is van een eenduidige grondwaterstromingsrichting, en hoe sterk deze stroming is. Via een zogenaamde doorlaatbaarheidstest kan de waterdoorlaatbaarheid van de grond onder de grondwaterspiegel worden vastgesteld. Bepaald wordt hoe snel een boorgat weer wordt gevuld met toestromend grondwater, nadat het gat is leeggepompt. Het resultaat van de test geeft, samen met de algemene geohydrologische informatie over de onderzoekslocatie een indicatie van de hoeveelheid grondwater dat zal toestromen bij ontgraving van een verontreiniging of bij een grondwatersanering. Chemisch onderzoek Indien bij het zintuiglijk onderzoek in overeenkomende bodemlagen uit verschillende boringen geen afwijkingen worden aangetroffen, mogen mengmonsters worden samengesteld van maximaal tien monsters. Voor chemische analyse op mengmonsters wordt gekozen om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen tegen relatief beperkte analysekosten. Het risico hierbij is dat in het mengmonster een verontreiniging wordt aangetroffen, waarbij niet duidelijk is of alle monsters in dezelfde mate zijn verontreinigd, ofwel dat één of enkele monsters relatief sterk zijn verontreinigd. Indien een dergelijke situatie optreedt, dan worden in principe de individuele monsters waaruit dat mengmonster was samengesteld, geanalyseerd op de betreffende stof. Op die manier wordt vastgesteld hoe de verontreiniging is verdeeld over de monsters. Indien er sprake is van een onverdacht terrein worden minimaal twee grondmengmonsters en minimaal één grondwatermonster geanalyseerd op een breed pakket aan stoffen. Deze stoffen zijn opgenomen in de zogeheten standaard-pakketten voor grond en grondwater. Indien er sprake is van aandachtspunten waarbij bekend is om welke verontreinigende stoffen het gaat, worden de betreffende monsters onderzocht op de relevante stoffen. In het algemeen worden monsters die tijdens het zintuiglijk onderzoek als afwijkend zijn beoordeeld, niet gemengd. Wel wordt met mengmonsters gewerkt indien een homogene afwijkende laag wordt aangetroffen, bijvoorbeeld een puinhoudende verhardingslaag. Grondwatermonsters worden in principe nooit gemengd. Het laboratoriumonderzoek zal worden uitgevoerd conform het AS3000 kwaliteitswaarborg door een onafhankelijk, door de Raad voor Accreditatie erkend, laboratorium. Op de kopieën van de certificaten in bijlage 3 is te zien door welk laboratorium de analyses in dit onderzoek zijn verricht. Afkortingen en begrippen m-gws meter beneden de grondwaterspiegel m-mv meter beneden maaiveld NEN 5740: NEderlandse Norm 5740, ICS 13.080.05, januari 2009. Door het Nederlands Normalisatieinstituut opgestelde richtlijnen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek. In de NEN 5740 wordt verwezen naar door het Nederlands Normalisatie-instituut opgestelde richtlijnen voor de technische uitvoering van werkzaamheden in het veld en in het laboratorium.
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Bijlage 6: Foto’s
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Foto: ingang moestuinencomplex (kijkrichting noord-zuid)
Foto: begroeiing parallel watergang ten westen moestuinencomplex tpv asbestonderzoek
Foto: watergang noordzijde locatie (kijkrichting noordwest-zuidoost)
20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
Verkennend (water)bodemonderzoek Achterlindt te Zwijndrecht
Foto watergang oostgrens locatie (kijkrichting zuid-noord)
Foto: zuidwesthoek centraal gedeelte locatie (kijkrichting zuid-noord)
Foto: noordwestelijke hoek (kijkrichting noord-zuid) 20102898/WWIJ december 2010
20102898_a1RAP.doc
Bijlagen
67
Bijlage 4
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Externe Veiligheidsadvies Aardgastransportleiding
139.15083.00
68
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Advies Aan
De heer P. Heeren, gemeente Zwijndrecht
Van
M.F. Jongerius, MZHZ
Dossier Datum Onderwerp
018534
Zaaknummer
75454
Kenmerk
8 november 2010 EV-advies Bestemmingsplan Achterlindt Zwijndrecht
Inleiding Naar aanleiding van de verstrekte opdracht van 7 oktober jl. tot het uitvoeren van onderzoek en advies externe veiligheid buisleiding voor het op te stellen bestemmingsplan Achterlindt ontvangt u hierbij ons advies hierover. Ten behoeve hiervan is met het rekenprogramma Carola een risicoanalyse met betrekking tot de in het plangebied gelegen hogedrukaardgasleiding uitgevoerd. Dit voor de huidige situatie en voor de situatie waarin het plan voorziet. In dit advies wordt eerst ingegaan op de bij de risicoanalyse gehanteerde populatiedichtheden zoals voorzien voor het plangebied Achterlindt. Vervolgens wordt ingegaan op de uitkomsten van de analyse en de consequenties hiervan voor het plangebied. Tenslotte wordt aangegeven hoe hiermee rekening te houden voor het bestemmingsplan Achterlindt. Populatiedichtheden plangebied Op basis van de per mail van 26 augustus verstrekte planinformatie en het verstrekte schetsontwerp Achterlindt van 3 augustus 2010 zijn de navolgende populatiedichtheden in de risicoanalyse voor het plangebied gehanteerd: Kavel
Bebouwings
Functie
aanwezigheidsfactor Aantal personen
oppervlak 2
(m ) A
2540
Lichte bedrijvigheid
Aantal personen per
per hectare***
kavel
Dag
Nacht
Dag
Nacht
Dag
Nacht
1
0
80
0
20,32
0
0,5
1
-
-
24
48
1
0
80
0
25,2
0
1
0
80
0
33,92
0
1
0
80
0
42,4
0
1
0
80
0
42,4
0
188,24
48
cat 1 t/m 3* 2540
Dienstverlening/hor eca/hotel**
B
3150
C
4240
D
5300
E
5300
Lichte bedrijvigheid cat 1 t/m 3* Lichte bedrijvigheid cat 1 t/m 3* Lichte bedrijvigheid cat 1 t/m 3* Lichte bedrijvigheid cat 1 t/m 3*
Totaal aanwezig plangebied
* Geen zelfstandige kantoren, geen bedrijfswoningen, geen detailhandel of dienstverlenende functies direct toegestaan (eventueel wel mogelijk via ontheffingsprocedure voor Welness, horeca en beperkte overnachting met max 10 kamers in Kavel A).
Kopie
[naam]
** functie voor 50 % kavelopp. en personencijfers zijn ingeschat waarbij aanwezigheid avondperiode als nacht zijn beschouwd. *** overeenkomstig tabel 16.3 uit de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico.
Uitkomsten risicoanalyse Uit de bijgevoegde “Kwantitatieve Risicoanalyse aardgastransportleiding plan Achterlindt Zwijndrecht” komt het navolgende naar voren. Er is sprake van een enkele aardgastransportleiding (W-507-14-KR) waarvan de invloed reikt tot in het plangebied Achterlindt. Eigenaar
Leidingnaam
Diameter [mm]
Druk [bar]
Datum aanleveren gegevens
N.V. Nederlandse
W-507-14-KR- 001
Gasunie
t/m 002
219.10
40.00
01-09-2010
Plaatsgebonden risico Met betrekking tot het plaatsgebonden risico is binnen het plangebied Achterlindt geen sprake van een PR 10
-6
contour voor de genoemde leiding. -7
Wel is er sprake van een PR 10 contour ter hoogte van de kavels B en C. Deze contour levert, gelet op de beoogde bestemmingen voor deze kavels, geen belemmeringen op voor de beoogde bestemmingen voor deze kavels. Groepsrisico Voor de huidige situatie is ter hoogte van het plangebied Achterlindt is geen sprake van enig vast te stellen groepsrisico. Er is sprake van een toename van het groepsrisico als gevolg van de planontwikkeling. Deze toename is echter zeer gering en leidt niet tot een significant groepsrisico. Advies externe veiligheid aardgastransportleiding Bestemmingsplan Achterlindt Zwijndrecht Er hoeft in het bestemmingsplan geen rekening gehouden te worden met een veiligheidszone verband houdend met het plaatsgebonden risico van de aardgastransportleiding. Een verantwoording van het door de aardgastransportleiding en de planontwikkeling veroorzaakte groepsrisico is niet noodzakelijk gelet op het zeer lage groepsrisico. Het bovenstaande kan als zodanig in de plantoelichting worden opgenomen onder verwijzing naar de bijgevoegde “Kwantitatieve Risicoanalyse aardgastransportleiding plan Achterlindt Zwijndrecht”. In het bestemmingsplan dient (in beperkte mate gelet op het geringe groepsrisico) in de plantoelichting aandacht geschonken te worden aan de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en de beperking van de omvang van een ongeval/calamiteit met de aardgastransportleiding en er dient hierbij tevens ingegaan te worden op de mogelijkheid van personen om zich hierbij in veiligheid te brengen. Hierover dient advies aan de regionale brandweer te worden gevraagd.
Kopie
[naam]
Het bestemmingsplan dient (op de plankaart) de ligging van de in het plangebied aanwezige aardgastransportleiding weer te geven alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van deze buisleiding. De belemmeringenstrook bedraagt ten minste vijf meter aan weerszijden van de aardgastransportleiding, gemeten vanuit het hart van deze buisleiding. Het bestemmingsplan waarbij aan gronden de bestemming wordt toegewezen die de aanwezigheid van een buisleiding toelaat, bevat in elk geval voor de belemmeringenstrook: a. geen nieuwe bestemmingen die het oprichten van bouwwerken toestaan; b. een vergunningenstelsel als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening, voor werken of werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de integriteit en werking van de buisleiding, niet zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten. Voor zover in een bestemmingsplan de bevoegdheid wordt opgenomen om in afwijking daarvan bij omgevingsvergunning het oprichten van bouwwerken in de belemmeringenstrook toe te staan, wordt daarbij bepaald dat de omgevingsvergunning uitsluitend kan worden verleend voor zover de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringenstrook gelegen buisleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten. Aan de vereisten in de punten a en b kan via het stellen van hierop toegesneden planregels worden voldaan.
Bijlage: “Kwantitatieve Risicoanalyse aardgastransportleiding plan Achterlindt Zwijndrecht” versie 2.0
Kopie
regionale brandweer, Bureau Expertise en Advies Brandweer
3
70
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
69
Bijlage 5
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Carola-Rapport Gasleiding
139.15083.00
70
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Kwantitatieve Risicoanalyse aardgastransportleiding plan Achterlindt Zwijndrecht
versie: 2.0 datum: 9 november 2010 opgesteld door: Milieudienst Zuid-Holland Zuid auteur: M. Jongerius
Samenvatting Er is sprake van een enkele aardgastransportleiding (W-507-14-KR) waarvan de invloed reikt tot in het plangebied Achterlindt. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico is binnen het plangebied Achterlindt geen sprake van een PR 10-6 contour voor de genoemde leiding. Wel is er sprake van een PR 10-7 contour ter hoogte van de kavels B en C. Voor de huidige situatie is ter hoogte van het plangebied Achterlindt is geen sprake van enig vast te stellen groepsrisico. Er is sprake van een toename van het groepsrisico als gevolg van de planontwikkeling. Deze toename is echter zeer gering en leidt niet tot een significant groepsrisico.
Pagina 2 van 15
Inhoud Samenvatting ............................................................................................................. 2 1 Inleiding ................................................................................................................. 4 2 Invoergegevens ....................................................................................................... 5 2.1 Interessegebied ................................................................................................ 5 2.2 Relevante leidingen ........................................................................................... 6 2.3 Populatie.......................................................................................................... 7 3 Plaatsgebonden risico ..............................................................................................10 Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie ......10 4 Groepsrisico screening .............................................................................................11 Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie huidige situatie......................................................................................................11 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie toekomstige situatie...............................................................................................11 5 FN curves ...............................................................................................................13 Figuur 5.1 FN curve voor W-507-14 van N.V. Nederlandse Gasunie huidige situatie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 940.00 ...........................................13 Figuur 5.2 FN curve voor W-507-14 van N.V. Nederlandse Gasunie toekomstige situatie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 940.00 ....................................13 6 Conclusies ..............................................................................................................14 7 Referenties .............................................................................................................15
Pagina 3 van 15
1 Inleiding De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een software pakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden. Om te bepalen of de berekende risico’s acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die worden vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico contour van 10 -6 per jaar. Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10 -6 per jaar PR criterium als richtwaarde. Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F∙N2 < 10-2 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid. Laatstgenoemde aspecten, en daarmee de verantwoordingsplicht, worden in dit rapport niet geadresseerd.
Pagina 4 van 15
2 Invoergegevens De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.49. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.0. De berekeningen zijn uitgevoerd op 21-09-2010 (huidige situatie) en 15-10 2010 (toekomstige situatie). Dit project is opgeslagen onder de naam “plan achterlindt Zwijndrecht .crp” en is laatstelijk bijgewerkt op 15-10-2010. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Rotterdam. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties. 2.1 Interessegebied Het interessegebied is weergegeven in figuur 2.1 met de naam “plangebied Achterlindt Zwijndrecht”. Figuur 2.1 Interessegebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen en aanwezige buisleidingen
Pagina 5 van 15
2.2 Relevante leidingen De leidingen in de omgeving van het interessegebied zijn met hun invloedsgebied gevisualiseerd in figuur 2.2.1 en 2.2.2 Figuur 2.2.1 Buisleiding W-507-14-KR aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Pagina 6 van 15
Figuur 2.2.2 Buisleiding W-507-1-KR aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Het invloedsgebied van de buisleiding W-507-01-KR raakt de westelijke zijde van het plangebied Achterlindt net. Gelet hierop zullen de externe veiligheidsrisico’s in het plangebied niet noemenswaardig door deze buisleiding beïnvloed worden. Op basis van het bovenstaande is alleen de volgende aardgastransportleiding meegenomen in de risicostudie. Eigenaar
Leidingnaam
Diameter [mm]
Druk [bar]
N.V. Nederlandse
W-507-14KR- 001 t/m
219.10
40.00
Gasunie
002
Datum aanleveren gegevens 01-09-2010
Voor de in bovenstaande tabel opgenomen leiding zijn geen risico mitigerende maatregelen verdisconteerd in de bijbehorende risicoberekeningen.
2.3 Populatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd. De relevante populatie voor de huidige situatie is weergegeven in figuur 2.3.1
Pagina 7 van 15
Figuur 2.3.1 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen huidige situatie
Populatiebestanden huidige situatie Pad
Type
Aantal
Populatiebestand GR_4114_20100902144231 RBM wonen
Wonen
155
Werken
226
Percentage Personen
v3\wonen nacht.txt Populatiebestand GR_4119_20100902170511 RBM werkenevenementen-recrea DAG.txt De relevante populatie voor de toekomstige situatie is weergegeven in figuur 2.3.2
Pagina 8 van 15
Figuur 2.3.2 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen toekomstige situatie
Kavel A
Kavel B Kavel C
Kavel E
Kavel D
Populatiepolygonen toekomstige situatie Label
Type
Aantal
Kavel A
Werken
46.0
Dichtheid
Vervangmodus
Percentage Personen
Vervangen Bestaande
100/ 100/ 7/ 1/
Populatie
100/ 100
Kavel B
Werken
25.0
Vervangen Bestaande Populatie
Kavel C
Werken
34.0
Vervangen Bestaande Populatie
Kavel D
Werken
43.0
Vervangen Bestaande Populatie
Kavel E
Werken
43.0
Vervangen Bestaande Populatie
Populatiebestanden toekomstige situatie Pad
Type
Aantal
..\populatiebestand GR\Populatiebestand
Wonen
155
Werken
226
Percentage Personen
GR_4114_20100902144231 RBM wonen v3\wonen nacht.txt ..\populatiebestand GR\Populatiebestand GR_4119_20100902170511 RBM werkenevenementen-recrea\werken-even-recr DAG.txt Pagina 9 van 15
3 Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leiding is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor deze leiding wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als iso-risicocontouren op een achtergrondkaart.
Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie
Hier uit komt naar voren dat er voor de beschouwde aardgastransportleiding ((W-507-14-KR-002) gelegen in het
PR 1E-7
plangebied geen sprake is van een plaatsgebonden risicocontour PR 10-6 . Over een lengte van ca. 50 meter van de beschouwde
PR 1E-8
aardgastransportleiding (W-507-14-KR-002) gelegen binnen het plangebied sprake is van een plaatsgebonden risicocontour PR 10-7 welk reikt tot op ca. 42 meter van dit leidingdeel en zich over de in 2.3 genoemde kavels B en C.
Pagina 10 van 15
4 Groepsrisico screening Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke leidingsegmenten FN-curves te visualiseren. Voor iedere leiding wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden. Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie huidige situatie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt voor de huidige situatie gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 940.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is donkerblauw gevisualiseerd in figuur 4.3 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie toekomstige situatie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt voor de toekomstige situatie gevonden bij 13 slachtoffers en een frequentie van 3.80E-008. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 6.428E-004 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 940.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is donkerblauw gevisualiseerd in figuur 4.3
Pagina 11 van 15
Figuur 4.3 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor W-507-14-KR van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 12 van 15
5 FN curves Voor de beschouwde leiding is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in het voorgaande hoofdstuk; in dit hoofdstuk wordt voor deze leiding de daadwerkelijke FN-curve gegeven van de (in termen van groepsrisico) “slechtste” kilometer van het betreffende tracé. Figuur 5.1 FN curve voor W-507-14 van N.V. Nederlandse Gasunie huidige situatie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 940.00
Figuur 5.2 FN curve voor W-507-14 van N.V. Nederlandse Gasunie toekomstige situatie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 940.00
Pagina 13 van 15
6 Conclusies Er is sprake van een enkele aardgastransportleiding (W-507-14-KR) waarvan de invloed reikt tot in het plangebied Achterlindt. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico is binnen het plangebied Achterlindt geen sprake van een PR 10-6 contour voor de genoemde leiding. Wel is er sprake van een PR 10-7 contour ter hoogte van de kavels B en C. Voor de huidige situatie is ter hoogte van het plangebied Achterlindt is geen sprake van enig vast te stellen groepsrisico. Er is sprake van een toename van het groepsrisico als gevolg van de planontwikkeling. Deze toename is echter zeer gering en leidt niet tot een significant groepsrisico.
Pagina 14 van 15
7 Referenties [1]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.
[2]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.
[3]
Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. RIVM-rapport 620121001/2008. 2008.
[4]
M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie. DEI 2008.R.0939. 2008.
Pagina 15 van 15
72
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
71
Bijlage 6
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
QRA Watertransport
139.15083.00
72
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Rapportage QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Versie: 1.3.0 Build: 247 Releasedatum: 30-10-2008 Datum: 6-6-2011, tijd: 10:40:12
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
2
1 Projectgegevens
1.1 Samenvatting Eigenschap
Waarde
Projectnaam
QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt Waterweg Rotterdam 10699 Plaatsgebonden- en groepsrisico’s
Omschrijving Modaliteit Weerfile Totale lengte van de route Berekend Gemiddelde afstand tot de contouren Contour
Afstand
1/j
m
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8 Oppervlak onder de contouren
Niet aanwezig 174 195
Contour
Oppervlak
1/j
m†
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8
Niet aanwezig 3826907 4280806
Eenheid
m
1.2 Versies Onderdeel
Versie
Datum
RBM_II.exe Parameters Weer Scenariobestand Stoffenbestand Helpbestand Systeemdatum
1.3.0 Build: 247 1.2.3 1.0 1.0 v2.0 2.2 -
30/10/2008 30/10/2008 20-3-2008 20-3-2008 20-3-2008 20-3-2008 6-6-2011
Punt
X-waarde
Y-Waarde
Linksonder
96521
421995
1.3 Werkgebied
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Rechtsboven
3
106521
431995
1.4 Algemene gegegevens Eigenschap
Waarde
Projectnaam
QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt indicatieve QRA, Basisnetplafond, standaardwaarden binnenvaart Standaardwaarden RBMII toegepast; Geen locatiespecifieke ongevalsfrequenties toegepast. 89412 05/06/2011
Omschrijving Extra informatie
Projectcode Datum afronding Uitgevoerd door Analist
M.Jongerius
Telefoon E-mail Bedrijf Postadres Postcode Plaats In opdracht van Naam
Niet ingevuld
[email protected] Omgevingsdienst ZHZ postbus 550 3300AN Dordrecht
Telefoon E-mail Organisatie contactpersoon Postadres Postcode Plaats check
Niet ingevuld Niet ingevuld gemeente Zwijndrecht Niet ingevuld Niet ingevuld Zwijndrecht K. Dijkman
A. Groenewegen
1.4.1 Weer: Rotterdam Eigenschap
Waarde
Eenheid
Weerstation Specificaties Aantal windrichtingen Aantal weersklassen Begin van de dag (hh:mm) Begin van de nacht (hh:mm) Meteo gegevens Meteo gegevens
Rotterdam CPR 18E pag. 4.32 12 6 08:00 18:30
Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5
2,200 2,000 2,900 2,900 1,600 1,300 1,700 1,600 2,000 2,800
0,800 0,800 0,900 0,800 0,500 0,900 1,200 1,100 1,300 1,400
2,300 1,600 2,100 2,000 1,400 1,600 3,300 3,800 3,900 4,100
1,900 1,400 2,200 1,900 0,900 0,800 2,400 4,900 7,100 4,400
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
4
5:5 o/o 5:6 o/o Meteo gegevens
2,400 1,200
0,900 0,600
2,700 2,000
2,900 2,700
0,000 0,000
0,000 0,000
Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
1,200 1,200 1,200 1,200 0,800 1,200 1,500 1,500 1,900 1,700 0,900 0,900
1,100 1,300 2,300 1,800 1,300 2,100 3,700 3,600 3,800 2,300 1,500 1,200
0,500 0,600 1,700 1,000 0,500 0,800 2,400 4,800 4,800 2,000 1,800 1,100
0,500 0,800 1,500 1,200 0,700 0,700 1,100 1,300 1,100 0,900 0,500 0,400
2,400 2,700 3,000 2,300 1,400 1,500 2,100 2,500 3,300 2,200 1,400 1,200
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
2 Situatie plot + PR-contouren
Figuur 1
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
5
3 Groepsrisico’s
3.1 Groepsrisicocurve
3.1.1 Kenmerken van het berekende groepsrisico
Eigenschap
Waarde
Naam GR-curve Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F) Naam GR-curve
Groepsrisico van de totale route. 0,00000 (11 : 3,7E-008) 31 (31 : 1,1E-009) 3,7E-008 (11 : 3,7E-008) Hoogste groepsrisico per km. Deelroute 1, 2480-3472 0,00000 (11 : 3,2E-008) 30 (30 : 1,2E-009) 3,2E-008 (11 : 3,2E-008)
Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F)
4 Route en transportgegevens
4.1 Vaarwegroute: Oude Maas Eigenschap
Waarde
Omschrijving
route Beneden Merwede - Dordtsche Kil
Bevaarbaarheidsklasse Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten
Bevaarbaarheidsklasse 6 300 4,140E-007 Niet waar
X (rdm)
Y (rdm)
Unit
m
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
m
m
102172,04 102681,27 103052,04 103475,62 103840,52 104201,91 104713,49 105005,65 105625,17 Transport van voorgaand traject
423762,91 423872,03 424019,87 424288,56 424546,70 425012,51 425547,55 425811,55 426184,67 Niet waar
Transport Stof
Transp. middel
Aantal transp. 1/jaar
LF2 (zeer brandbare vloeistoffen) LT1 (toxische vloeistoffen) GF3 (licht ontvlambare gassen) GT3 (toxische gassen cat. 3)
6
Transp. overdag
Transp. werkweek
o/o
o/o
13958
Enkelwandig binnenvaartschip
50
71,4
146
Dubbelwandig binnenvaartschip Drukbinnenvaartschip
50
71,4
50
71,4
Drukbinnenvaartschip
50
71,4
2135
196
4.2 Vaarwegroute: Oude Maas Eigenschap
Waarde
Omschrijving
Oude Maas, Route Botlekbrug Drechtsteden
Bevaarbaarheidsklasse Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten
Bevaarbaarheidsklasse 6 400 4,140E-007 Niet waar
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
97395,97 97574,88 97666,58 97848,50 97973,28 98063,48 98200,29 98443,84 98786,62 99120,38 99581,92 100002,88 100575,67 101050,75 101543,87 102169,28
427233,66 427098,35 426991,61 426576,67 426015,90 425767,84 425509,25 425222,10 424948,48 424762,06 424632,77 424589,17 424486,94 424305,03 424094,55 423763,80
Transport van voorgaand traject
Niet waar
Transport
Unit
m
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Stof
Aantal transp.
Transp. middel
1/jaar LF2 (zeer brandbare vloeistoffen) LT1 (toxische vloeistoffen) GF2 (brandbare gassen) GF3 (licht ontvlambare gassen) GT3 (toxische gassen cat. 3)
7
Transp. overdag
Transp. werkweek
o/o
o/o
10084
Enkelwandig binnenvaartschip
50
71,4
153
Dubbelwandig binnenvaartschip Drukbinnenvaartschip Drukbinnenvaartschip
50
71,4
50
71,4
50
71,4
Drukbinnenvaartschip
50
71,4
84 2212
196
5 Standaard bebouwing
5.1 DO3 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO3
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Bevolking Woonbebouwing
m
m
104354,85 104564,59 104382,99 104283,61 Aantal mensen
424706,82 424625,17 424380,15 424497,09
Dag Nacht
122 190
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
47696,7
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO1
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Bevolking Woonbebouwing
m
m
104309,41 104462,88 104502,29
424935,17 425031,61 424987,02
Y (rdm)
--
--
5.2 DO1
Y (rdm)
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
8
104389,26 104289,70 104225,41 104192,23 Aantal mensen
424893,69 424847,02 424757,84 424774,43
Dag Nacht
95 130
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
20914,6
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW34
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Maasboulevard Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104256,14 104315,68 104131,63 104024,71 Aantal mensen
425452,10 425374,95 425166,54 425295,11
Dag Nacht
245 381
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
36573,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW23
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103487,43 103624,12 103790,85 103477,96 103384,58 Aantal mensen
425033,91 425001,43 424823,83 424684,75 424906,70
Dag
377
--
--
5.3 ZW34
--
--
5.4 ZW23
--
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
9
Nacht
587
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
80749,9
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW22
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Bevolking Woonbebouwing
m
m
103441,42 103365,63 103124,74 103117,97
425040,68 424910,76 425082,63 425232,85
--
5.5 ZW22
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
270 421
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
45806,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW35
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103373,75 103468,61 103161,28 102962,33 102772,86 102946,09 103131,50 Aantal mensen
424903,99 424682,85 424552,12 424722,64 424952,71 425101,58 425067,74
Dag Nacht
1526 2374
--
5.6 ZW35
Fractie buitenshuis Dag
--
-0,07
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
10
Nacht
0,01
Oppervlak
217836
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW21
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht Woonbebouwing
m
m
103113,91 103050,30 102714,67 102806,70
425205,79 425125,94 425441,27 425519,76
5.7 ZW21
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
671 1043
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
49932,8
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW36
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102542,80 102757,98 102906,85 102736,32 102495,43 102295,13 102454,83 Aantal mensen
425567,13 425362,77 425171,95 424989,25 425170,60 425370,89 425529,24
Dag Nacht
1248 1941
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
172720
--
5.8 ZW36
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
11
5.9 ZW28 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW28
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Noord Woonbebouwing
m
m
102734,45 102932,56 102890,61 102724,14 102679,00
426245,11 426017,80 425942,01 426058,40 426220,91
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
-86 128
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
33468,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW29
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Noord Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102974,51 103132,75 103160,98 103285,01 103254,76 103524,99 103457,43 102925,79 Aantal mensen
426013,74 425898,24 425939,58 425856,90 425812,53 425620,95 425550,37 425931,18
Dag Nacht
440 675
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
71044,8
5.10 ZW29
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
12
5.11 ZW31 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW31
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Oude Centrum Woonbebouwing
m
m
103920,51 103869,08 103733,74 103655,06 103622,80 103601,62 103533,06 103553,22 Aantal mensen
425383,07 425300,52 425442,62 425442,47 425480,79 425549,36 425596,75 425618,93
Dag Nacht
462 727
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
28490,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW33
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Noord Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103764,96 103528,31 103262,07 103291,66 103160,18 103135,53 102977,77 103150,32 Aantal mensen
425897,99 425625,18 425812,53 425858,55 425945,65 425912,78 426022,89 426264,47
Dag Nacht
1451 2267
Y (rdm)
--
--
5.12 ZW33
Fractie buitenshuis Dag Nacht
--
-0,07 0,01
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Oppervlak
13
220815
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW25
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Woonbebouwing
m
m
102996,06 103330,72 103300,81 102959,85
425784,94 425548,08 425495,28 425735,16
5.13 ZW25
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
129 208
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
25208,2
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW26
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Bevolking Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103313,69 103573,96 103536,17 103327,97 103089,60 Aantal mensen
425486,88 425256,05 425202,59 425281,04 425454,54
Dag Nacht
394 606
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
55481,1
--
5.14 ZW26
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
14
5.15 ZW73 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW73
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
de Geer Woonbebouwing
m
m
99998,42 100153,33 100188,97 100185,87 100078,97 99939,55 Aantal mensen
425160,00 424797,49 424768,06 424726,23 424808,34 425142,96
Dag Nacht
21 27
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
26940,1
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW37
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102769,93 102958,93 103152,58 102896,96 102644,44 102553,04 102548,39 102655,29 Aantal mensen
424943,12 424712,29 424551,17 424428,78 424380,76 424574,41 424733,98 424814,53
Dag Nacht
807 1276
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
188132
Y (rdm)
--
--
5.16 ZW37
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
15
5.17 ZW4 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW4
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Oud Centrum Woonbebouwing
m
m
104247,86 103953,51 103917,88 104032,52
425485,34 425285,49 425328,87 425582,93
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
131 204
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
42894,1
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW27
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Corridor Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103468,61 103628,18 103577,06 103409,74 103439,18 103448,47 Aantal mensen
425452,80 425339,71 425262,25 425407,88 425441,96 425432,66
Dag Nacht
7 10
--
5.18 ZW27
--
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
17270,5
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
16
5.19 ZW24 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW24
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Woonbebouwing
m
m
102742,16 102810,34 102829,39 102878,52 102987,81 102952,72 103299,64 103083,06 102876,52 102735,15 Aantal mensen
425985,24 425931,10 425883,97 425876,95 425790,73 425736,58 425489,93 425459,85 425639,33 425975,21
Dag Nacht
9 13
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
79342,7
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW14
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Oud Centrum Woonbebouwing
m
m
104029,54 103927,65 103557,89 103758,38 103907,93
425628,47 425404,97 425631,76 425855,26 425669,56
Y (rdm)
--
--
5.20 ZW14
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
604 939
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
97694
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
17
5.21 DO5 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO5
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
104650,58 104446,29 104421,40 104644,36 104732,51 104770,88 104744,95 Aantal mensen
425252,49 425045,09 425057,54 425297,09 425257,68 425264,94 425207,90
Dag Nacht
94 147
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
14482,2
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO7
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104862,38 104920,02 104784,73 104735,90 Aantal mensen
425495,33 425434,49 425299,20 425372,85
Dag Nacht
104 136
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
15662,1
Y (rdm)
--
--
5.22 DO7
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
18
5.23 DO8 Eigenschap
Waarde
Naam
DO8
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
104896,80 104964,05 104938,43 104805,54
425389,66 425384,06 425275,19 425298,40
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
16 25
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
10855
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO4
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104844,77 104819,15 104640,64 104524,56 104635,03 Aantal mensen
425084,67 424886,14 424924,56 424987,00 425090,27
Dag Nacht
351 547
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
45016,1
--
5.24 DO4
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
19
5.25 DO6 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO6
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
105107,34 105125,75 105108,94 104823,16 104676,66 104663,85 104703,88 104747,91 104785,53 Aantal mensen
425242,37 425113,48 425090,27 425141,50 425116,69 425135,10 425223,15 425204,74 425283,19
Dag Nacht
612 952
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
58254,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO2
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104808,75 104767,92 104599,01 104531,77 104494,94 104506,95 104641,44
424876,53 424722,03 424792,48 424835,70 424902,95 424974,19 424910,15
Y (rdm)
--
--
5.26 DO2
Aantal mensen
--
Dag Nacht
303 471
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
40150,3
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
20
5.27 ZW10 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW10
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Maasboulevard Woonbebouwing
m
m
104465,07 104521,51 104320,36 104262,48
425656,28 425583,93 425381,34 425456,59
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
300 660
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
26395,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW11
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104549,00 104544,66 104250,90 104036,73 104227,75 Aantal mensen
425835,72 425761,92 425489,87 425588,27 426016,61
Dag Nacht
707 1100
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
148029
--
5.28 ZW11
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
21
5.29 ZW82 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW82
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Noord Woonbebouwing
m
m
103973,06 103796,52 103224,92 103185,85 102877,62 102997,73
426164,21 425918,21 426279,98 426358,12 426563,60 426743,04
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
--
Dag Nacht
1457 2267
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
302474
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW81
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104205,03 104045,59 103986,27 103837,95 103999,24 Aantal mensen
426024,42 425657,34 425696,27 425915,04 426152,34
Dag Nacht
460 715
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
96989,2
--
5.30 ZW81
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
22
5.31 ZW39 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW39
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Maasboulevard Woonbebouwing
m
m
104968,85 104520,20 104470,14 104627,73 104896,55
425970,65 425588,74 425662,90 425772,28 426054,08
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
-385 599
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
50621,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO10
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
105108,90 105142,93 105173,43 105221,54 104984,53 104898,87 Aantal mensen
425707,12 425676,62 425701,26 425651,98 425453,68 425535,82
Dag Nacht
385 599
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
34229,3
5.32 DO10
--
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
23
6 Bedrijven dagdienst
6.1 ZW17 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW17
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
103956,35 103861,07 103887,75 104048,77 Aantal mensen
424904,94 424984,98 425188,88 425040,24
Dag Nacht
23,12 118945968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118946128
Oppervlak
28543,9
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO3
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Bedrijven dagdienst Bedrijven (dagdienst)
m
m
104565,39 104382,99 104282,81 104354,05
424625,97 424380,15 424499,49 424705,22
Y (rdm)
1/ha
--
6.2 DO3
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
52,76 118946048
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118946448
Oppervlak
47760,1
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
24
6.3 ZW32 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW32
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Maasboulevard Bedrijven (dagdienst)
m
m
104135,69 104093,73 103975,20 104023,23
425147,59 425104,28 425245,21 425291,69
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
336,3 118946768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118946848
Oppervlak
11596,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW34
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Maasboulevard Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104256,14 104315,68 104131,63 104024,71 Aantal mensen
425453,45 425376,31 425165,19 425295,11
Dag Nacht
15,73 118947168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118947248
Oppervlak
36882,9
--
6.4 ZW34
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
25
6.5 ZW35 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW35
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht Bedrijven (dagdienst)
m
m
103372,40 103463,07 103161,28 102966,39 102772,86 102947,45 103130,15 Aantal mensen
424899,93 424683,39 424550,76 424717,23 424951,36 425100,22 425070,45
Dag Nacht
10,57 118947568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118947648
Oppervlak
216577
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW36
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102542,80 102752,56 102905,49 102733,62 102499,49 102295,13 102456,18 Aantal mensen
425567,13 425368,19 425174,66 424989,25 425167,89 425369,54 425529,24
Dag Nacht
21,79 118948128
Y (rdm)
1/ha
--
6.6 ZW36
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118948208
Oppervlak
172067
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
26
6.7 ZW20 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW20
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht Bedrijven (dagdienst)
m
m
102667,30 102732,26 102630,76 102541,44
425864,87 425636,15 425533,30 425634,80
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
565,3 118948528
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118948608
Oppervlak
31610,8
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW33
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Noord Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103526,66 103258,79 103293,30 103160,18 103135,53 102977,77 103153,61 103764,96 Aantal mensen
425630,11 425810,89 425861,83 425948,94 425914,42 426021,25 426266,11 425896,35
Dag Nacht
19,01 118948928
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118949008
Oppervlak
219922
--
6.8 ZW33
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
27
6.9 ZW25 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW25
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Bedrijven (dagdienst)
m
m
103330,72 103299,30 102961,36 102996,06
425546,08 425498,29 425736,67 425787,96
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
20,73 118949328
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118949408
Oppervlak
24598
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW24
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Corridor Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103302,32 103083,56 102876,88 102736,15 102742,16 102810,34 102830,40 102878,52 102988,52 102953,82 Aantal mensen
425489,24 425460,58 425641,62 425975,21 425985,24 425931,10 425881,97 425876,95 425790,98 425735,16
Dag Nacht
51,16 118949728
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118949808
Oppervlak
78773,7
--
6.10 ZW24
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
28
6.11 ZW27 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW27
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Bedrijven (dagdienst)
m
m
103628,18 103575,51 103412,84 103437,63 103451,57 103470,16 Aantal mensen
425339,71 425262,25 425407,88 425437,31 425431,11 425451,25
Dag Nacht
163 118950128
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118950208
Oppervlak
16867,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO11
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Bedrijven dagdienst Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104180,52 104347,58 104275,79 103912,57 103545,42 Aantal mensen
424749,74 424704,17 424505,36 423975,18 423815,03
Dag Nacht
26,75 118950528
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118950608
Oppervlak
208611
Y (rdm)
1/ha
--
6.12 DO11
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
29
6.13 ZW75 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW75
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
achterlindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
100125,45 100096,01 99975,18 100017,01
425187,89 425110,43 425190,99 425217,32
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
108,7 118950928
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118951008
Oppervlak
7909,22
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW78
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
de Geer Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
100537,54 100511,20 100102,21 100156,43 Aantal mensen
425124,37 424983,40 425094,94 425252,96
Dag Nacht
61,82 118948048
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118947968
Oppervlak
63894,2
--
6.14 ZW78
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
30
6.15 ZW77 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW77
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
de Geer Bedrijven (dagdienst)
m
m
100501,90 100463,17 100263,33 100157,98 100120,80 100157,98
424961,71 424744,82 424749,47 424802,14 424885,80 425048,46
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
66,97 118951568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118951648
Oppervlak
86161,5
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW79
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
de Geer Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
101188,20 100996,10 100951,17 100580,91 100597,95 100731,18 Aantal mensen
425102,68 424919,88 424966,35 425009,73 425115,08 425127,47
Dag Nacht
53,06 118951968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118952048
Oppervlak
74628,2
--
6.16 ZW79
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
31
6.17 ZW80 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW80
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
de Geer Bedrijven (dagdienst)
m
m
100952,72 100982,15 100574,72 100529,79 100576,27
424952,41 424910,58 424732,43 424738,62 424992,69
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
1/ha 62,41 118952368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118952448
Oppervlak
66014,6
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW56
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
100638,23 100624,29 100551,48 100563,87 Aantal mensen
424665,81 424613,14 424628,63 424679,75
Dag Nacht
261,7 118952768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118952848
Oppervlak
4012,81
6.18 ZW56
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
32
6.19 ZW59 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW59
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101140,17 101058,07 100673,86 100838,08 Aantal mensen
424617,79 424475,26 424668,91 424757,21
Dag Nacht
4,159 118953168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118953248
Oppervlak
60115,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW60
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101301,29 101121,58 100951,17 101160,31
424888,89 424633,28 424713,84 424984,94
Y (rdm)
1/ha
--
6.20 ZW60
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
12,89 118953568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118953648
Oppervlak
58172,6
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
33
6.21 ZW57 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW57
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101310,58 101267,21 101225,38 101268,76 Aantal mensen
425048,46 424998,89 425022,13 425074,80
Dag Nacht
326,7 118953968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118954048
Oppervlak
3213,61
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW58
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101439,17 101372,55 101295,09 101318,33
425125,92 425032,97 425079,45 425124,37
Y (rdm)
1/ha
--
6.22 ZW58
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
262,6 118954368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118954448
Oppervlak
7844,42
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
34
6.23 ZW61 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW61
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101381,85 101333,82 101230,03 101273,40 Aantal mensen
424495,40 424385,41 424430,33 424540,33
Dag Nacht
53,91 118954768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118954848
Oppervlak
13725,6
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW62
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101651,41 101525,92 101274,95 101412,83
424599,20 424422,59 424572,86 424758,76
Y (rdm)
1/ha
--
6.24 ZW62
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
27,48 118955168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118955248
Oppervlak
64766,6
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
35
6.25 ZW65 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW65
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101800,13 101654,51 101415,93 101546,06 Aantal mensen
424816,08 424606,94 424764,96 424972,55
Dag Nacht
13,15 118955568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118955648
Oppervlak
73005,8
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW66
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
101968,99 101801,68 101462,41 101536,77 101786,19 Aantal mensen
425050,01 424820,73 425025,22 425139,86 425139,86
Dag Nacht
49,41 118955968
Y (rdm)
1/ha
--
6.26 ZW66
Y (rdm)
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118956048
Oppervlak
95323,5
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
36
6.27 ZW67 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW67
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
102105,32 102142,50 102130,11 101891,53 101975,19
424957,06 424879,60 424768,06 424930,72 425043,81
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
14,09 118956368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118956448
Oppervlak
34070,5
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW63
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
101797,03 101728,87 101590,99 101645,21 Aantal mensen
424287,81 424205,70 424290,91 424374,56
Dag Nacht
10,42 118956768
--
6.28 ZW63
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118956848
Oppervlak
17266,9
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
37
6.29 ZW71 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW71
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
102381,50 102466,28 102484,87 102494,17 102401,22 102379,53 102168,84 102176,58 102145,60 102271,09 Aantal mensen
424858,34 424789,75 424726,23 424558,92 424580,60 424758,76 424778,90 424851,71 424958,61 424927,62
Dag Nacht
32,51 118957168
Eenheid
Y (rdm)
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118957248
Oppervlak
55674,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW70
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102269,54 102264,89 102051,10 102170,39 Aantal mensen
424758,76 424566,66 424608,49 424768,06
Dag Nacht
1,375 118957568
6.30 ZW70
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118957648
Oppervlak
29096,5
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
38
6.31 ZW68 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW68
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
m
m
102038,71 101944,20 101879,14 101745,91 101876,04
424263,02 424142,18 424126,69 424190,21 424354,42
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
1/ha 36,01 118957968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118958048
Oppervlak
36651,7
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW72
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102495,72 102505,01 102554,59 102630,50 102272,63 102176,58 102398,12 Aantal mensen
424551,17 424461,32 424376,11 424324,99 424188,66 424253,72 424572,86
Dag Nacht
5,039 118958368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118958448
Oppervlak
85331,1
6.32 ZW72
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
39
6.33 ZW37 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW37
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht Bedrijven (dagdienst)
m
m
102769,93 102962,03 103151,03 102896,96 102645,99 102551,49 102548,39 102659,93 Aantal mensen
424943,12 424707,64 424549,62 424427,23 424380,76 424574,41 424735,52 424820,73
Dag Nacht
32,94 118958768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118958848
Oppervlak
188521
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW22
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103440,73 103366,37 103123,14 103116,95 Aantal mensen
425040,72 424910,58 425081,00 425232,82
Dag Nacht
63,5 118959168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118959248
Oppervlak
46144,9
Y (rdm)
1/ha
--
6.34 ZW22
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
40
6.35 ZW4 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW4
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Oud Centrum Bedrijven (dagdienst)
m
m
104244,76 103953,51 103919,43 104034,07
425483,79 425285,49 425328,87 425581,39
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
27,45 118959568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118959648
Oppervlak
41892,1
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW14
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103906,29 104027,90 103929,30 103562,82 103760,03 Aantal mensen
425667,91 425626,83 425406,61 425631,76 425855,26
Dag Nacht
13,5 118959968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118960048
Oppervlak
95525,3
--
6.36 ZW14
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
41
6.37 ZW30 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW30
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Bedrijven (dagdienst)
m
m
103589,52 103600,61 103464,49 103498,77 Aantal mensen
425508,02 425437,43 425525,16 425561,46
Dag Nacht
133,7 118960368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118960448
Oppervlak
6880,8
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW31
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Oud Centrum Bedrijven (dagdienst)
m
m
103920,26 103868,83 103732,71 103655,06 103621,79 103599,61 103534,06 103553,22 Aantal mensen
425383,99 425300,30 425442,47 425441,47 425481,80 425548,35 425596,75 425618,93
Dag Nacht
76,76 118960768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118960848
Oppervlak
28920,7
Y (rdm)
1/ha
--
6.38 ZW31
Y (rdm)
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
42
6.39 DO12 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO12
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (dagdienst)
m
m
103578,55 103332,80 103031,81 Aantal mensen
424109,11 423721,14 423861,97
Dag Nacht
12,55 118961168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118961248
Oppervlak
75690,7
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO14
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (dagdienst)
m
m
102772,25 102852,33 102886,84 102884,08 102392,56 102385,66 102442,27 102530,63 102657,65 Aantal mensen
423577,55 423450,53 423273,81 423150,93 423103,99 423335,94 423482,29 423595,50 423634,16
Dag Nacht
20,41 118961568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118961648
Oppervlak
207214
Y (rdm)
1/ha
--
6.40 DO14
Y (rdm)
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
43
6.41 ZW50 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW50
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Hoa-Develpark Bedrijven (dagdienst)
m
m
102510,04 102432,71 102243,69 102398,35
425901,73 425757,39 425900,01 425998,82
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
8,7 118961968
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118962048
Oppervlak
32183
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW11
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104549,00 104544,66 104250,90 104036,73 104227,75 Aantal mensen
425835,72 425761,92 425489,87 425588,27 426016,61
Dag Nacht
545 118962368
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118962448
Oppervlak
148029
--
6.42 ZW11
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
44
6.43 ZW82 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW82
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Noord Bedrijven (dagdienst)
m
m
103975,14 103795,31 103224,30 103185,37 102883,17 102998,12
426163,46 425922,45 426276,55 426363,69 426565,77 426745,60
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
61,09 118962768
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118962848
Oppervlak
302013
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW81
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104205,03 104047,45 103984,41 103839,80 104001,10 Aantal mensen
426024,42 425657,34 425696,27 425911,33 426152,34
Dag Nacht
125,5 118963168
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118963248
Oppervlak
96977,1
--
6.44 ZW81
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
45
6.45 DO10 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO10
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (dagdienst)
m
m
105108,90 105142,93 105173,43 105221,54 104985,70 104900,05 Aantal mensen
425707,12 425676,62 425701,26 425653,15 425452,51 425535,82
Dag Nacht
67,49 118963568
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118963648
Oppervlak
34227,2
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW21
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102806,70 103113,91 103051,65 102716,02 Aantal mensen
425521,12 425207,14 425124,58 425441,27
Dag Nacht
115,7 68,91
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,05
Oppervlak
50211,2
Y (rdm)
1/ha
--
7 Bedrijven continue
7.1 ZW21
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
46
7.2 ZW76 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW76
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
achterlindt, dagdienst en horeca Bedrijven (continu dienst)
m
m
100147,14 100125,45 100034,05 99987,57 99945,74 99902,37 99927,15 100010,81 100001,51 Aantal mensen
425259,15 425194,09 425221,97 425300,98 425279,29 425347,46 425361,40 425331,96 425307,18
Dag Nacht
72,32 67,41
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
14241,6
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW64
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102125,46 101801,68 101645,21 101965,89 Aantal mensen
424760,31 424295,55 424397,80 424871,85
Dag Nacht
26,51 4,787
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
108620
Y (rdm)
1/ha
--
7.3 ZW64
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
47
7.4 ZW69 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW69
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (continu dienst)
m
m
102250,95 102037,16 101882,24 102049,55
424558,92 424270,77 424363,72 424600,74
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
16,94 3,858
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
59623,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW19
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Groote Lindt Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103079,77 103188,21 102373,33 102274,18 102638,24 102721,90 102870,62 Aantal mensen
424464,42 424267,67 423979,52 424182,46 424312,59 424320,34 424362,17
Dag Nacht
10,5 0,9744
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
184731
--
7.5 ZW19
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
48
7.6 ZW18 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW18
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Groote Lindt Bedrijven (continu dienst)
m
m
103806,34 103829,58 103611,14 103172,72 103090,61 103670,01 Aantal mensen
424816,08 424766,51 424541,87 424306,40 424465,96 424733,98
Dag Nacht
19,17 2,61
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
111111
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW20
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102670,78 102683,17 102630,50 Aantal mensen
425861,79 425795,17 425784,33
Dag Nacht
10,98 175,7
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
1821,61
Y (rdm)
1/ha
--
7.7 ZW20
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
49
7.8 ZW15 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW15
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Bedrijven (continu dienst)
m
m
103727,33 103728,88 103676,21 103676,21 Aantal mensen
425259,15 425214,23 425214,23 425259,15
Dag Nacht
17,16 4,289
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
2331,61
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW16
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Corridor Bedrijven (continu dienst)
m
m
103460,87 103448,47 103432,98 103409,74 103305,95 103343,13 Aantal mensen
425451,25 425434,21 425445,06 425414,07 425499,28 425545,75
Dag Nacht
80 20
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
8439,63
Y (rdm)
1/ha
--
7.9 ZW16
Y (rdm)
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
50
7.10 DO5 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO5
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
m
m
104643,32 104732,51 104769,84 104745,99 104650,58 104446,29 104422,44 Aantal mensen
425298,12 425257,68 425262,86 425208,94 425253,53 425045,09 425057,54
Dag Nacht
148,3 17,4
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
14365,5
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO8
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104964,85 104936,83 104805,54 104898,40 Aantal mensen
425383,26 425276,79 425298,40 425388,06
Dag Nacht
53,37 21,92
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
10493,2
Y (rdm)
1/ha
--
7.11 DO8
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
51
7.12 DO4 Eigenschap
Waarde
Naam
DO4
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
m
m
104843,97 104819,95 104642,24 104524,56 104635,03
425084,67 424884,54 424924,56 424986,20 425089,47
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
1/ha 64,95 12,68
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 0,01
Oppervlak
44954,3
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO6
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
105107,34 105125,75 105108,94 104822,36 104677,46 104662,25 104703,88 104747,91 104785,53 Aantal mensen
425241,57 425112,68 425089,47 425140,70 425116,69 425135,90 425223,15 425203,94 425283,99
Dag Nacht
41,1 4,434
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
58631,8
7.13 DO6
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
52
7.14 DO2 Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO2
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
m
m
104809,55 104766,32 104582,20 104529,37 104501,35 104506,95 104631,03 Aantal mensen
424872,53 424726,03 424794,08 424838,11 424887,74 424974,19 424914,16
Dag Nacht
284,6 31,2
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
40058,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO13
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103320,37 103000,06 102982,11 102918,60 102834,38 102844,04 102897,89 103027,67
423710,10 423155,07 423359,41 423552,70 423688,01 423763,94 423812,27 423855,07
Y (rdm)
1/ha
--
7.15 DO13
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
19,71 2,464
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
162319
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
53
7.16 ZW10 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW10
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Maasboulevard Bedrijven (continu dienst)
m
m
104465,07 104520,06 104320,36 104262,48
425654,84 425583,93 425381,34 425458,03
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
291 291
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
26114,8
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW39
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Maasboulevard Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104896,55 104967,00 104522,05 104468,29 104631,44 Aantal mensen
426055,94 425972,51 425586,89 425662,90 425775,99
Dag Nacht
23,66 9,777
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
Oppervlak
51140,3
--
7.17 ZW39
1/ha
--
m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
54
8 Evenementen werkweek
8.1 ZW35 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW35
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht (moskee) Evenementen (op werkdagen)
m
m
103147,93 103147,93 103078,22 103077,79 Aantal mensen
425054,66 425017,48 425019,03 425079,87
Dag Nacht
584 29,2
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
Eenheid
Y (rdm)
1/ha
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
6,99
1/week uur
Oppervlak
3424,43
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW36
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht (2 kerken) Evenementen (op werkdagen)
m
m
102750,21 102750,21 102650,21 102650,21 Aantal mensen
425244,09 425144,09 425144,09 425244,09
Dag Nacht
400 20
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
2 2
8.2 ZW36
Y (rdm)
1/ha
--
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
55
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2
1/week uur
Oppervlak
10000
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW37
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Kort Ambacht (kerk) Evenementen (op werkdagen)
m
m
103048,78 103067,37 103031,74 103006,95
424594,55 424562,01 424543,42 424577,51
2 2
8.3 ZW37
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
1193 59,65
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2
1/week uur
Oppervlak
1676,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW20
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Kort Ambacht (sporthal) Evenementen (op werkdagen)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
102680,07 102690,92 102604,16 102630,50 Aantal mensen
425784,33 425734,76 425731,66 425782,78
Dag Nacht
1465 1465
2 3
8.4 ZW20
Fractie buitenshuis
1/ha
--
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
56
Dag Nacht
0,25 0,1
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
6,999
Oppervlak
3414,01
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW33
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Noord Evenementen (op werkdagen)
m
m
103316,31 103290,01 103225,92 103254,80
426141,21 426096,84 426136,28 426181,35
1/week uur
3 3
8.5 ZW33
Y (rdm)
Aantal mensen Dag Nacht Fractie buitenshuis Dag Nacht
1/ha 512 51,2 -0,25 0,1
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
6,99
1/week uur
Oppervlak
3906,18
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW29
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Noord Evenementen (op werkdagen)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
103468,52 103453,40 103413,06 103427,18 Aantal mensen
425621,96 425601,79 425630,03 425649,18
Dag
1655
2 1
8.6 ZW29
1/ha
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Nacht
165,5
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
57
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
3
1/week uur
Oppervlak
1208,4
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO8
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Niet ingevuld Evenementen (op werkdagen)
m
m
104924,02 104921,62 104856,78 104858,38
425320,82 425292,80 425300,80 425327,22
3 3
8.7 DO8
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
558,6 1117
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
3
1/week uur
Oppervlak
1790,15
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
DO6
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Niet ingevuld Evenementen (op werkdagen)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104843,97 104843,97 104815,15
425187,93 425164,72 425187,13
3 3
8.8 DO6
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
Aantal mensen
58
1/ha
Dag Nacht
0 5979
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
3
1/week uur
Oppervlak
334,511
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW50
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
zwembad en sporthal Evenementen (op werkdagen)
m
m
102507,47 102432,71 102244,55 102398,35 Aantal mensen
425900,87 425757,39 425899,15 425997,96
Dag Nacht
284,3 284,3
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,2 0,05
0 6
8.9 ZW50
Y (rdm)
1/ha
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
6
1/week uur
Oppervlak
31655,2
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW11
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Oud Centrum (2x kerk) Evenementen (op werkdagen)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
4 3
8.10 ZW11
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
104341,42 104341,42 104241,42 104241,42 Aantal mensen
425781,53 425681,53 425681,53 425781,53
Dag Nacht
418 20
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
59
1/ha
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2
1/week uur
Oppervlak
10000
m†
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
ZW10
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten
Maasboulevard Evenementen (op werkdagen)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
104520,06 104320,36 104262,48 104465,07 Aantal mensen
425585,38 425379,89 425460,93 425656,28
Dag Nacht
0 45,13
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
3 3
8.11 ZW10
1/ha
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2,301
Oppervlak
26592,3
1/week uur
0 4 m†
Project: QRA-watervervoer GS plangebied Groote Lindt
60
8.12 ZW82 Eigenschap
Waarde
Naam
ZW82
Omschrijving Type bebouwing Co rdinaten X (rdm)
Noord (4x kerk) Evenementen (op werkdagen)
m
m
103974,51 103795,07 103223,47 103185,85 102880,52 102997,73
426162,76 425922,55 426278,53 426361,01 426565,05 426743,04
Eenheid
Y (rdm)
Aantal mensen
1/ha
Dag Nacht
26,62 2,662
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,25 0,1
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
3
Oppervlak
300517
1/week uur
3 3 m†
73
Bijlage 7
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Verantwoording Groepsrisico
139.15083.00
74
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Notitie verantwoording groepsrisico
Notitie verantwoording groepsrisico bestemmingsplan ‘de Geer’
1.
Inleiding
Aan een bestemmingsplan dient een goede ruimtelijke onderbouwing ten grondslag te liggen. Dit betekent onder meer dat het thema externe veiligheid op een adequate wijze binnen het planproces in acht moet worden genomen. In de procedure rond het bestemmingsplan ‘de Geer’ is onderzoek verricht naar externe veiligheidsaspecten die met het plan samenhangen. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Naar aanleiding van het onderzoek en het concept-ontwerpbestemmingsplan geven diverse overlegpartners aan, dat er een beperkte verantwoording van het groepsrisico moet plaatsvinden. Voorliggende notitie bevat deze verantwoording. Bij deze verantwoording is het advies van de regionale brandweer nadrukkelijk betrokken. In deze notitie zal voornamelijk worden ingegaan op de ontwikkeling van Achterlindt, aangezien daar op het gebied van externe veiligheid de grootste aandachtspunten liggen.
2.
Achtergronden en inperking
De ontwikkeling van Achterlindt kan vanuit twee invalshoeken worden beschouwd. De eerste invalshoek is die waarbij het plangebied wordt beschouwd als risicoveroorzakend object. Uit onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. De verantwoording van het groepsrisico als gevolg van objecten/activiteiten binnen het plangebied hoeft daarom niet plaats te vinden. De tweede invalshoek is die waarbij het plangebied als risico-ontvangend object kan worden beschouwd. Uit onderzoek blijkt dat alleen het vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen een risicorelevante bron is. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan ligt een hogedruk aardgastransportleiding. Uit de berekeningen blijkt dat de PR 10-6-risicocontour van deze leiding niet buiten de leiding ligt. Het plaatsgebonden risico van deze leiding vormt dan ook geen belemmering. Het groepsrisico neemt als gevolg van de ontwikkeling van Achterlindt toe. Binnen het plangebied zijn er in de huidige situatie 381 personen in het invloedsgebied van de hogedruk aardgastransportleiding aanwezig. Na realisatie van de beoogde ontwikkeling van Achterlindt zijn er 530 personen aanwezig. Als gevolg van de ontwikkeling van Achterlindt neemt het aantal personen binnen het invloedsgebied dus met 149 personen toe. Na de realisatie van nieuwe bedrijfsbestemmingen op Achterlindt is het groepsrisico nog steeds vele malen kleiner dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. De conclusie is dat er sprake is van een ‘nihil’ groepsrisico. In overleg tussen gemeente en de lokale en regionale brandweer is daarom bepaald dat de verantwoording van het groepsrisico beperkt kan blijven tot de thema’s beheersbaarheid en zelfredzaamheid.
Pagina
2 van 5
3.
Verantwoording
3.1.
Beheersbaarheid
De beheersbaarheid is afhankelijk van de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten. De brandweer moet in staat zijn om haar taken goed uit te kunnen voeren om daarmee verdere escalatie van en incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/ adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen, maar ook de brandweerzorgnorm wordt hier onder geschaard. Hierbij hanteert de regionale brandweer richtlijnen zoals beschreven in de NVBR publicatie “Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid”. 3.1.1. Bereikbaarheid Uit bovengenoemde handreiking volgt het advies dat Achterlindt goed bereikbaar moet zijn voor de hulpverleningsdiensten via twee van elkaar onafhankelijke aanvalswegen, waardoor in geval van calamiteiten het plangebied bereikbaar is. In het advies en het aanvullende advies van de Veiligheidsregio en regionale brandweer worden suggesties gegeven voor locaties voor een tweede noodontsluiting voor Achterlindt. Het advies wordt hieronder samengevat weergegeven:
De brandweer adviseert samengevat een noodontsluitingroute welke een directe verbinding legt tussen de Scheepmakersstraat en het plangebied Achterlindt. De noodontsluiting moet geschikt en toegankelijk zijn voor brandweervoertuigen bij calamiteiten. In andere situaties is het akkoord als de noodontsluiting uitsluitend geschikt is voor (brom)fietsers en voetgangers.
Pagina
3 van 5
Figuur 1: advies ontsluiting Acherlindt
Geel = nieuw aan te leggen hoofdontsluiting plangebied Grijs = huidig fietspad (niet bereidbaar voor brandweervoertuigen, i.v.m. wegbreedte, asbelasting en draaicirkels) Groen = vanuit hulpverleningperspectief brandweer meest wenselijke locatie, voor zowel noodontsluiting brandweer, maar ook geschikt voor ontvluchting Oranje = ongeschikte locatie voor noodontsluiting brandweer i.v.m. wegbreedte, asbelasting en draaicirkels, maar wel geschikt voor ontvluchting Rood = ongeschikte locatie voor noodontsluiting brandweer en niet geschikt voor ontvluchting, want te dicht bij hoofdontsluiting
Voor de ontsluiting van Achterlindt worden twee wegen aangelegd, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor langzaam verkeer. Achterlindt zal voor gemotoriseerd verkeer via een lusvormige ontsluiting (zogenaamde cul-de-sac) worden ontsloten. Hiervoor wordt een nieuwe ontsluiting gerealiseerd op de Geerweg (gele hoofdontsluiting op figuur 1). De tweede ontsluiting wordt via de woonwagenlocatie aan de Achterlindtsestraat gerealiseerd. De ontsluiting zal gerealiseerd worden ter hoogte van de zwarte pijl op figuur 1. Deze ontsluiting zal beschikbaar worden gemaakt voor de ontsluiting van langzaam verkeer. Tevens krijgt de ontsluiting een zodanig profiel dat de weg bij calamiteiten ook gebruikt kan worden door hulpdiensten. Deze ontsluiting is een ontsluiting van de risicobron af, aanwezigen in het plangebied kunnen daardoor in het geval van nood het plangebied verlaten.
Pagina
4 van 5
Met het aanleggen van de twee ontsluitingen wordt niet 100% voldaan aan de eis van de brandweer. Er kan niet voldaan worden aan het advies van de brandweer en het waterschap om een ontsluiting via de Scheepmakersstraat te creëren. Het aanleggen van een ontsluiting via de Scheepmakersstraat is overwogen, daarbij is gekeken naar de aspecten beheersbaarheid en zelfredzaamheid. Echter de voorkeur van de gemeente gaat uit naar een tweede ontsluiting via de Achterlindtsestraat. Verkeerstechnisch en kostentechnisch is het niet mogelijk om een ontsluiting via de Scheepmakersstraat aan te leggen. De gemeente is zich ervan bewust dat beide ontsluitingen dicht bij elkaar in de buurt komen te liggen, maar vindt de risico’s hiervan aanvaardbaar. Er komen straks twee ontsluitingen voor Achterlindt, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor de ontsluiting van langzaam verkeer. Beide ontsluitingen worden bereikbaar gemaakt voor hulpdiensten. Beide ontsluitingen krijgen voldoende capaciteit om enerzijds de aanwezigen uit het gebied te evacueren en anderzijds hulpdiensten het gebied in te laten komen.
3.1.2. Bluswatervoorziening Het is belangrijk dat er bij de inrichting van het terrein van Achterlindt voldoende bluswatervoorzieningen aanwezig zijn. Dit moet worden meegenomen in de inrichtingsplannen van het terrein. Tevens moet het open water rondom het plangebied Achterlindt ten alle tijd bereikbaar en beschikbaar te zijn voor de aanvulling op bluswater.
3.1.3. Zorgnorm De brandweerzorgnorm is een aanbevolen opkomsttijd die afhankelijk is van het soort object en de risico’s voor de aanwezige personen. In het geval van Achterlindt bedraagt de opkomsttijd 10 minuten. De brandweer kan in de meeste gevallen binnen de zorgnorm in het projectgebied aanwezig zijn. 3.2.
Zelfredzaamheid
3.2.1. Zelfredzaamheid De personen die op het bedrijventerrein Achterlindt komen zijn personeel en bezoekers. Zodoende kan worden aangenomen de personen in het plangebied zelfredzaam zijn. Bij de inrichting van Achterlindt als bedrijventerrein dient rekening te worden gehouden met de volgende maatregelen: - De gebouwen zodanig in te richten dat de vluchtwegen van de risicobron aflopen; - Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; - De gebouwen zodanig te ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc’s en trappenhuizen aan de gevaarzijde zijn geplaatst; - Het gebouw loodrecht te projecteren ten opzichte van de risicobronnen
Pagina
5 van 5
Voor de nooduitgangen/ vluchtwegen vanuit de gebouwen geldt dat deze bij voorkeur niet zitten aan de zijde van de risicobron, maar aan de achterzijde, zodat de mensen het gebouw snel kunnen verlaten en niet in de richting van de risicobron vluchten. Bij de verdere uitwerking van het ontwerp van gebouwen dient hiermee rekening gehouden te worden.
3.2.2. Ontvluchting Bij een calamiteit kunnen de aanwezige personen op Achterlindt het plangebied via het zuiden verlaten, zodat van de risicobron af kan worden gevlucht. 3.2.3. Risicocommunicatie Het punt van risicocommunicatie zal door de gemeente moeten worden uitgevoerd in het kader van de gemeentelijke informatieplicht over de voorbereiding op en alarmering bij rampen. 4.
Conclusie
In deze verantwoording is Achterlindt als risico-ontvangend objecten beschouwd. De bijdrage van Achterlindt op het groepsrisico is nihil. Daarom is er een beperkte verantwoording van het groepsrisico opgesteld. Daarbij is ingegaan op de beheersbaarheid en zelfredzaamheid. In het kader van zelfredzaamheid en hulpverlening is de bereikbaarheid een aandachtspunt. Er worden twee ontsluitingsroutes aangelegd, op twee manieren kunnen aanwezigen het gebied verlaten en op twee manieren kunnen hulpdiensten het gebied in. Met de voorliggende oplossing zijn uiteindelijk de brandweer en het waterschap akkoord gegaan. Vaststaat dat vanuit deze aspecten geen bezwaren bestaan tegen de beoogde ontwikkeling van Achterlindt als bedrijventerrein. De ontsluitingswegen worden op kosten van de gemeente aangelegd. Gelet op het feit dat de toename van het groepsrisico nihil is, er twee ontsluitingsmogelijkheden komen voor Achterlindt en het feit dat er voldoende bluswatervoorzieningen aanwezig zijn, acht de gemeente deze situatie acceptabel.
76
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
75
Bijlage 8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inventarisatie Flora & Fauna
139.15083.00
76
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
LI Noorderelsweg 4A 3329 KH Dordrecht Tel (078) 6213921 Fax (078) 6210099
MPGR32010032310260189
GR3
23.03.2010
0189
www. nwcadvies.nl e-mail:
[email protected]
Natuur-Wetenschappelijk Centrum
Bankrelatie: ABN Amro 50.83.75.800 KvK 41119400
Ingenieursbureau Drechtsteden T.a.v. dhr. R. Penning Postbus 619 3300 AP Dordrecht Dordrecht, 22 maart 2010 Uw kenmerk: Per mail d.d. 22 december 2009 Onzeref.:SB10bNWC028
Betreft: Notitie inventarisatie Flora- en faunawet
Geachte heer Penning,
Bijgaand ontvangt u de notitie, in tweevoud, met betrekking tot het voor de gemeente Zwijndrecht uitgevoerde onderzoek. Dit betreft een natuurwaardenonderzoek op het bedrijventerrein "De Geer" in Zwijndrecht.
Bedankt voor de prettige samenwerking en met vriendelijke groet, namens het Natuur-Wetenschappelijk Centrum,
Sharon Boekhout
Natuurwaardenonderzoek op het bedrijventerrein "De Geer" in Zwijndrecht
Maart 2010 P09-125/W459
Auteur: Sharon Boekhout Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4A 3329 KH Dordrecht 078-6.21.39.21
[email protected] www.nwcadvies.nl
Foto voorzijde: Een nestholte van de Grote bonte specht (Dendrocopos major) in een te rooien Abeel op het bedrijventerrein De Geer in Zwijndrecht
Natuurwaardenonderzoek op het bedrijventerrein "De Geer" in Zwijndrecht
Opdrachtgever:
Gemeente Zwijndrecht
Contactpersoon:
Ingenieursbureau Drechtsteden; Robert Penning
Uitvoering:
Natuur-Wetenschappelijk Centrum
Aanleiding:
De gemeente Zwijndrecht gaat de komende jaren de openbare infrastructuur van het bedrijventerrein De Geer herinrichten. Grofweg houdt dit in dat de wegen, het riool en het groen opnieuw worden ingericht en opgehoogd naar het oorspronkelijke peil. Naar verwachting vindt de herinrichting van het bedrijventerrein plaats in 2011-2012. Vooruitlopend op de herinrichting zal de oostelijke toegangsweg van het bedrijventerrein worden verlegd, dit in verband met de veiligere aansluiting van het bedrijventerrein op de Geerweg. Hierbij wordt de watergang gedeeltelijk gedempt, de uiteinden van de te handhaven watergang worden verbreed en negen bomen worden gekapt. Deze werkzaamheden worden naar verwachting in de periode februari tot en met april 2010 uitgevoerd. Tevens wil de gemeente in maart 2010 ook elders op het bedrijventerrein een aantal bomen kappen. In het kader van de Flora- en faunawet dient, bij ruimtelijke ingrepen, onderzoek gedaan te worden naar beschermde natuurwaarden en een beoordeling gemaakt te worden van eventuele negatieve effecten van de plannen op deze waarden. Aan het Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC) is gevraagd onderzoek uit te voeren naar de natuurwaarden en te adviseren in het kader van de Flora- en faunawet.
Locatiebeschrijving:
De onderzoekslocatie bevindt zich in Zwijndrecht en wordt ten noorden begrensd door de Geerweg, ten oosten en ten zuiden door de Houtkoperstraat en ten westen door Scheepmakersstraat. De onderzoekslocatie is een bedrijventerrein en er is een groot aantal bomen aanwezig. Ten noorden van het bedrijventerrein bevindt zich oppervlaktewater, in de vorm van een sloot.
Methode Er is een quick-scan uitgevoerd die zich heeft gericht op de beoordeling van de geschiktheid van het terrein als leefgebied voor beschermde soorten waarvoor een ontheffing nodig is en/of waarvoor speciale maatregelen nodig zijn in geval van ruimtelijke ingrepen. Het onderzoeksgebied is een aantal malen gebiedsdekkend onderzocht. Deze veldbezoeken hebben bestaan uit daginventarisaties waarbij alle soortgroepen zijn geïnventariseerd en waarbij gekeken is naar de geschiktheid van het gebied voor aanvullend beschermde flora en fauna. Specifiek is gekeken naar vleermuizen (geschiktheid van het gebied en de bomen), vogels met een vaste verblijf-plaats en vissen. Resultaten De bomen in het plangebied hebben weinig waarde als verblijfplaats voor vleermuizen. In een te rooien Abeel is een nestholte van een Grote bonte specht Dendrocopos major aangetroffen. In de te dempen watergang zijn algemeen beschermde vissoorten waargenomen. Conclusie Het grootste deel van de aanwezige soorten zijn algemene soorten die onder de vrijstellingsregeling in het kader van de Flora- en faunawet vallen (zie bijlage 1 Tabellen soorten Flora- en faunawet). Er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Uit de bomeninspectie is naar voren gekomen dat de bomen weinig waarde hebben als verblijfplaats voor vleermuizen en dat er op dit moment genoeg bomen overblijven. Deze kunnen de functie als jacht- of migratieroute blijven vervullen. Geadviseerd wordt om ter compensatie een aantal vleermuiskasten op te hangen. Voor de Grote bonte specht geldt dat rekening gehouden dient te worden met de broedperiode. Geadviseerd wordt om ter compensatie een aantal spechtenkasten op te hangen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels. Binnen deze periode (globaal van 15 maart -15 juli, soortspecifiek), maar ook daarbuiten, mogen door werkzaamheden geen broedende vogels, hun nesten of jongen verstoord worden. Uit de visinventarisatie is gebleken dat er algemeen beschermde vissoorten aanwezig zijn. Voor alle vissoorten geldt de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat alle mogelijke nadelige gevolgen voor (alle) planten en dieren (ook onbeschermde) zoveel mogelijk
vermeden moeten worden. Bij het dempen van sloten moeten de aanwezige vissen zoveel mogelijk worden overgezet en/of worden opgedreven naar een andere sloot. Zekerheidshalve wordt aangeraden hiervoor een ecologisch werkprotocol op te laten stellen. Aanbevelingen Aanbevolen wordt geen activiteiten zoals rooien, kappen en grondverzet, in de broedtijd van vogels uit te voeren, tenzij onderzoek door een deskundige heeft uitgewezen dat van broedgevallen op het moment van slopen of rooien geen sprake is. Op het moment dat de overige bomen gerooid zullen worden, wordt aanbevolen onderzoek uit te laten voeren naar de geschiktheid voor vleermuizen en vogels met een vaste verblijfplaats.
Bijlage 1: Tabellen soorten Flora- en faunawet Tabel 1: Algemene soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora en fauna wet aangevraagd te worden, maar wel moet de zorgplicht worden nagekomen.
Zooadieren Aardmuis Bosmuis Bunzing Dwergmuis Dwergspitsmuis Egel Gewone bosspitsmuis Haas Hermelijn Huisspitsmuis Konijn Mol Ondergrondse woelmuis Ree I Rosse woelmuis I Tweekleurige bosspitsmuis I Veldmuis , Wezel Woelrat
Microtus agrestis Apodemus sylvaticus Mustela putorius Micromys minutus Sorex minutus Erinaceus europaeus Sorex araneus Lepus europaeus Mustela erminea Crocidura russuia Oryctolagus cuniculus Talpa europaea Microtus subterraneus Capreolus capreolus Clethrionomys glareolus Sorex coronatus Microtus arvalis Vulpes vulpes Mustela nivalis Arvicola terrestris
■ Reptielen en amfibieën Bruine kikker Gewone pad Kleine watersalamander Middelste groene kikker Meerkikker
Rana temporaria Bufo bufo Lissotriton vulgaris Pelophylax klepton esculentus Pelophylax ridibundus
■ Vos
Mieren Behaarde rode bosmier Kale rode bosmier Stronkmier Zwartrugbosmier
Formica rufa Formica polyctena Formica truncorum Formica pratensis
' '
Vervolg tabel 1: Algemene soorten
Slakken Wijngaardslak
Helix pomatia
Vaatolanten Aardaker Akkerklokje Brede wespenorchis Breed klokje Dotterbloem* Gewone vogelmelk Grasklokje Grote kaardenbol Kleine maagdenpalm Knikkende vogelmelk Koningsvaren Slanke sleutelbloem Zwanenbloem
Lathyrus tuberosus Campanula rapunculoides Epipactis helleborine Campanula latifolia Caltha palustris Omithogalum umbellatum Campanula rotundifolia Dipsacus fullonum Vinca minor Omithogalum nutans Osmunda regalis Primula elatior Butomus umbellatus
* Uitgezonderd de ondersoort Spindotterbloem (Caltha palustris araneosa), deze staat in tabel 2 van de Flora- en faunawet
Tabel 2: Overige soorten Als een goedgekeurde gedragscode van toepassing is op de activiteiten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat. Tevens geldt de zorgplicht. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode, maar wel maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode en geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: • In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? • Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Zooadieren Damhert Edelhert Eekhoorn Grijze zeehond Grote bosmuis Steenmarter Wild zwijn
Cervus dama Cervus elaphus Sciurus vulgaris Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Martes foina Sus scrofa
Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis
Mesotriton alpestris Zootoca vivipara
Dagvlinders Moerasparelmoervlinder Vals heideblauwtje
Euphydryas aurinia Lycaeides idas
Vissen Bermpje Kleine modderkruiper Giebel
Barbatula barbatula Cobitis taenia Carassius gibelio
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vissen Marmergrondel Meerval Rivierdonderpad Witvingrondel Vaatolanten Aangebrande orchis Aapjesorchis Beenbreek Bergklokje Berg nachtorchis Bijenorchis Blaasvaren Blauwe zeedistel Bleek bosvogeltje Bokkenorchis Brede orchis Bruinrode wespenorchis i Daslook Dennenorchis Duitse gentiaan Franjegentiaan Geelgroene wespenorchis Gele helmbloem Gevlekte orchis Groene nachtorchis Groensteel Grote keverorchis Grote muggenorchis Gulden sleutelbloem Harlekijn Herfstschroeforchis Hondskruid Honingorchis Jeneverbes Klein glaskruid Kleine keverorchis Kleine zonnedauw Klokjesgentiaan
Proterorhinus semilunaris Silurus glanis Cottus perifretum Romanogobio belingi
Orchis ustulata Orchis simia Narthecium ossifragum Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha Ophrys apifera Cystopteris fragilis Eryngium maritimum Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens Allium ursinum Goodyera repens Gentianella germanica Gentinella ciliata Epipactis muelleri Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Coeloglossum viride Asplenium viride Neottia ovata Gymnadenia conopsea Primula veris Orchis morio Spiranthes spiralis Anacamptis pyramidalis Herminium monorchis Juniperus communis Parietaria judaica Listera cordata Drosera intermedia Gentiana pneumonanthe
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vaatolanten Kluwenklokje Koraalwortel Kruisbladgentiaan Lange ereprijs Lange zonnedauw Mannetjesorchis Maretak Moeraswespenorchis Muurbloem Pamassia Pijlscheefkelk Poppenorchis Prachtklokje Purperorchis Rapunzelklokje Rechte driehoeksvaren Rietorchis i Ronde zonnedauw Rood bosvogeltje i Ruig klokje Schubvaren Slanke gentiaan Soldaatje i Spaanse ruiter Spindotterbloem Steenanjer Steenbreekvaren Stengelloze sleutelbloem Stengelomvattend havikskruid Stijf hardgras Tongvaren Valkruid Veenmosorchis Veldgentiaan Veldsalie Vleeskleurige orchis Vliegenorchis Vogelnestje Voorjaarsadonis
Campanula glomerata Corallorhiza trifida Gentiana cruciata Veronica longifola Drosera anglica Orchis mascula Viscum album Epipactis palustris Erysimum cheiri Pamassia palustris Arabis hirsuta sagittata Aceras anthropophorum Campanula persicifolia Orchis purpurea Campanula rapunculus Gymnocarpium robertianum Dactylorhiza majalis praetermissa Drosera rotundifolia Cephalanthera rubra Campanula trachelium Ceterach officinarum Gentianella amarella Orchis militaris Cirsium dissectum Caltha palustris araneosa Dianthus deltoides Asplenium trichomanes Primula vulgaris Hieracium amplexicaule Catapodium rigidum Asplenium scolopendrium Arnica montana Hammarbya paludosa Gentianella campestris Salvia pratensis Dactylorhiza incamata Ophrys insectifera Neottia nidus-avis Adonis vernalis
1 1
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vaatolanten Wantsenorchis Waterdrieblad Weideklokje Welriekende nachtorchis Wilde gagel Wilde herfststijlloos Wilde kievitsbloem Wilde marjolein Wit bosvogeltje Witte muggenorchis Zinkviooltje Zomerklokje Zwartsteel
Orchis coriophora Menyanthes trifoliata Campanula patuia Platanthera bifolia Myrica gale Colchicum autumnale Fritillaria meleagris Origanum vulgare Cephalanthera longifolia Pseudorchis albida Viola lutea calaminaria Leucojum aestivum Asplenium adiantum-nigrum
Kevers Vliegend hert
Lucanus census
Kreeftachtiaen Rivierkreeft
Astacus astacus
Soorten van Tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/bijlage IV HRL Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantingsen/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit artikel 2 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (soorten bijlage 1 AMvB) of uit de Habitatrichtlijn (soorten bijlage IV HRL). Deze belangen zijn: • Bescherming van flora en fauna (b) • Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) • Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten (e) En alléén voor soorten van bijlage 1 AMvB: • Uitvoering werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling Ü) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: • In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? • Is er een wettelijk belang (belang b, d, e of j)? • Is er een bevredigende oplossing? • Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Soorten bijlage 1 AMvB: Zoogdieren Boommarter Das Eikelmuis Gewone zeehond Veldspitsmuis Waterspitsmuis
Martes martes Meles meles Eliomys quercinus Phoca vitulina Crocidura leucodon Neomys fodiens
Reptielen en amfibieën Adder
Vipera berus
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/bijlage IV HRL
Vervolg soorten bijlage 1 AMvB: Vervola reptielen en amfibieën Hazelworm Ringslang Vinpootsalamander Vuursalamander
Anguis fragilis Natrix natrix Lissotriton helveticus Salamandra salamandra
Vissen Beekprik Bittervoorn Elrits Gestippelde alver Grote modderkruiper Rivierprik
Lampetra planeri Rhodeus amarus Phoxinus phoxinus Albumoides bipunctatus Misgurnus fossilis Lampetra fluviatilis
Daavlinders Bruin dikkopje Dwergblauwtje Dwergdikkopje Groot geaderd witje Grote ijsvogelvlinder Heideblauwtje lepepage Kalkgraslanddikkopje Keizersmantel Klaverblauwtje Purperstreepparelmoervlinder Rode vuurvlinder Rouwmantel Tweekleurig hooibeestje Veenbesparelmoervlinder Veenhooibeestje Veldparelmoervlinder Woudparelmoervlinder Zilvervlek
Erynnis tages Cupido minimus Thymelicus acteon Aporia crataegi Limenitis populi Plebeius argus Satyrium w-album Spialia sertorius Argynnis paphia Polyommatus semiargus Brenthis ino Lycaena hippothoe Nymphalis antiopa Coenonympha arcania Euphydryas aurinia Coenonympha tullia Melitaea cinxia Melitaea diamina Bolaria euphrosyne
Vaatolanten Groot zeegras
Zostera marina
»1 AMvB/bijlage IV HRL
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1
Soorten bijlage IV HRL: Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus Cerambyx cerdo Osmoderma eremita
Unio crassus Anisus vorticulus
Zoogdieren Bechstein's vleermuis Bever Bosvleermuis Brandt's vleermuis Bruinvis Euraziatische lynx Franjestaart Gewone baardvleermuis Gewone dolfijn Gewone dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Grote hoefijzerneus Hamster Hazelmuis Ingekorven vleermuis Kleine dwergvleermuis Kleine hoefijzerneus Laatvlieger Meervleermuis Mopsvleermuis Nathusius' dwergvleermuis Noordse woelmuis Otter Rosse vleermuis Tuimelaar Tweekleurige vleermuis Vale vleermuis Watervleermuis Wilde kat Witflankdolfijn Witsnuitdolfijn Reptielen en amfibieën Boomkikker Geelbuikvuurpad Gladde slang
/lvB/bijlage IV HRL
Rana arvalis r riturus cristatus °elobates fuscus D odarcis muralis D elophylax lessonae zpidalea calamita \lytes obstetricans .acerta agilis
Vogels
Als maatregelen genomen kunnen worde en/of vaste rust- en verblijfplaats te garai faunawet aangevraagd te worden. Om 2 voldoende zijn en er inderdaad geen onthi worden om de maatregelen (goed) te later Als geen maatregelen genomen kunnen tings- en/of rust- en verblijfplaats te gan worden op grond van een wettelijk belang
Deze belangen zijn: • Bescherming van flora en fauna • Veiligheid van het luchtverkeer ( • Volksgezondheid of openbare v
\/laculinea nausithous .ycaena dispar Waculinea teleius Waculinea arion loenonympha hero
De aanvraag wordt beoordeeld op de volg • In welke mate wordt de function; verblijfplaats aangetast door de ac • Is er een wettelijk belang (belang I • Is er een bevredigende oplossing' • Komt de gunstige staat van instan
Dxygastra curtusii Dphiogomphus cecilia .eucorrhinia pectoralis \eshna viridis Sympecma paedisca .eucorrhinia albifrons Somphus flavipes .eucorrhinia caudalis
Bescherming van vogelnesten Artikel 11 van de Flora- en faunawet luidt: "Het is verboden nesten, holen of ander van dieren, behorende tot een bescher nielen, uit te halen, weg te nemen ofte v
Zoregonus maraena \cipenser sturio
-uronium natans Jparis loeselii \pium repens Spiranthes aestivalis
Tijdens de werkzaamheden moet rekenin* vogels. De Flora- en faunawet kent geen gaat er om of er sprake is van een broed zoen een nieuw nest of zijn in staat om ee eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het der de bescherming van artikel 11 van de ontheffing nodig voor werkzaamheden buil len worden getroffen die voorkomen dat d< dens het broedseizoen.
Een (beperkt) aantal soorten bewoont hel naar hetzelfde nest. Verblijfplaatsen van d< • Nesten die het hele jaar door zijn t • Nesten die niet het hele jaar door 2
Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Voor de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Floraen faunawet het gehele seizoen: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: Steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw en Huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil en Slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd en Ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Categorie 5-soorten vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd; deze soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten die momenteel door LNV wordt gehanteerd:
Nesten vande volgende soorten zijn jaarrond beschermd indien ze nog in functie zijn: Boomvalk Buizerd Gierzwaluw Grote gele kwikstaart Havik Huismus Kerkuil Oehoe Ooievaar Ransuil Roek Slechtvalk Sperwer
Falco subbuteo Buteo buteo Apus apus Motacilla cinerea Accipiter gentilis Passer domesticus Tyto alba Bubo bubo Ciconia ciconia Asio otus Corvus frugilegus Falco peregrinus Accipiter nisus
deze behouden blijven of anders tijdig op een goede manier vervangen worden. De functie die het leefgebied voor de betreffende populatie vervult moet onverminderd blijven bestaan. Om te voorkomen dat dieren gedood, verwond of actief verstoord worden, kunnen de volgende maatregelen nodig zijn: • niet slopen in de winterslaapperiode (in deze periode kan zelden met zekerheid worden vastgesteld dat vleermuizen afwezig zijn in een potentieel geschikt en onoverzichtelijk object, omdat ze dan ook 's nachts passief zijn. Dat maakt ze in deze periode overigens extra kwetsbaar); • vlak voor de sloop onderzoeken of er individuen aanwezig zijn in het te slopen object. Zijn deze wel aanwezig dan geldt dat in geval van een significant belangrijke verblijfplaats gewacht moet worden tot het dier of de dieren weg zijn, anders kan het dier/kunnen de dieren ook passief verjaagd worden (door verstoring van het microklimaat of 's nachts dichten van de invliegopening) mits zij niet verwond, gedood of actief verstoord worden. Bij het verdwijnen van een verblijfplaats kunnen maatregelen bestaan uit het aanbieden van inpandige voorzieningen in nieuwbouw, zodat deze geschikt is voor vleermuizen om in te verblijven. Om zeker te weten of de geplande maatregelen voldoende zijn kan een ontheffing aangevraagd worden bij de Dienst Regelingen. Een afwijzingsbrief, die stelt dat geen ontheffing nodig is, 'omdat als de voorgestelde maatregelen genomen worden er immers geen verboden overtreden worden' geldt als goedkeuring van de voorgestelde maatregelen. Zijn de maatregelen niet voldoende, dan moeten deze aangepast worden. Als dat niet mogelijk is, is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verstrekt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang. Jachtgebied en vliegroutes Naast verblijfplaatsen bestaat het leefgebied van vleermuizen uit foerageergebied en vliegroutes (vaak bomenrijen of waterlopen). Deze zijn ook beschermd als zij van significant belang zijn. Zij gelden als significant belangrijk indien, bij aantasting, de functionaliteit van de verblijfplaats(en) in het geding komt. Is dat het geval, dan zijn maatregelen nodig die dit voorkomen, anders is een ontheffing nodig. Ook hier geldt dat deze alleen verstrekt wordt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.
77
Bijlage 9
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Notitie Vooroverleg
139.15083.00
78
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Notitie vooroverlegreacties
Notitie vooroverlegreacties ‘de Geer’ Het concept-ontwerpbestemmingsplan ‘de Geer’ is toegezonden aan de bestuurlijke overlegpartners voor een reactie conform het bepaalde van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) met het verzoek om een reactie te geven op het plan. De bestuurlijke overlegpartners hebben van 16 maart 2011 tot en met 27 april 2011 de mogelijkheid gekregen om te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan de Geer. Er zijn zes reacties binnengekomen. De reacties van de overlegpartners zijn hieronder samengevat, de reactie van de gemeente is cursief weergegeven.
1. Provincie Zuid-Holland Samenvatting vooroverlegreactie; De provincie geeft aan dat het bestemmingsplan niet conform het provinciale beleid (provinciale structuurvisie en de verordening ruimte) is opgesteld. Het bestemmingsplan dient op het gebied van detailhandel aangepast en/of verduidelijkt te worden. Gemeentelijk standpunt: De toelichting en de planregels zijn naar aanleiding van de genoemde opmerkingen aangepast. 2. VROM-inspectie Samenvatting vooroverlegreactie: In de toelichting wordt geconstateerd dat als gevolg van het plan het aantal personen binnen het invloedsgebied van een hoge druk aardgastransportleiding het Groepsrisico (GR) toeneemt en dat in dat geval een beperkte verantwoording van het GR noodzakelijk is. De beperkte verantwoording is nog niet uitgevoerd en opgenomen in het conceptbestemmingsplan. De VROM-inspectie verzoekt deze verantwoording van het GR op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan. Gemeentelijk standpunt: Het klopt dat de verantwoording van het groepsrisico nog niet was opgenomen in het concept-ontwerpbestemmingsplan. Inmiddels is de verantwoording opgesteld en opgenomen in het bestemmingsplan. 3. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Samenvatting vooroverlegreactie: De veiligheidstoets van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid met betrekking tot het bestemmingsplan geeft aanleiding tot de volgende conclusies; - het groepsrisico ten gevolge van de aardgastransportleiding moet worden verantwoord. - De brandweer heeft de volgende knelpunten gesignaleerd aangaande de beheersbaarheid van mogelijke incidenten:
o o o o
Onbereikbaarheid Achterlindt: ontbreken tweede ontsluiting Onbereikbaarheid objecten (individueel): veel gesloten hekken en poorten Bluswatervoorziening op bedrijventerrein is onvoldoende Groot risico op grote branden op oorspronkelijk plangebied ‘de Geer’
Naar aanleiding van de conclusies worden de volgende aanbevelingen gegeven: - in het kader van zelfredzaamheid bij genoemde scenario’s dient rekening te worden gehouden met de volgende aandachtspunten o het gebouw zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; o het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde o de gebouwen dusdanig te ontwerpen zodat niet-verblijfsruimten als bergingen, keukens, wc’s en trappenhuizen aan de gevaarzijde zijn geplaatst o het gebouw loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobron. Om de door de Brandweer gesignaleerde knelpunten op te lossen, zijn de volgende maatregelen noodzakelijk: - Achterlindt dient te worden voorzien van een tweede (nood) ontsluitingsroute; - In overleg met de brandweer een verbeterplan te maken voor de bluswatervoorziening in het gehele plangebied Tevens heeft de brandweer in een aanvullend advies suggesties gegeven voor locaties voor de tweede noodontsluiting voor Achterlindt. Gemeentelijk standpunt: Het klopt dat de verantwoording van het groepsrisico nog niet was opgenomen in het concept-ontwerpbestemmingsplan. Inmiddels is de verantwoording opgesteld en opgenomen in het bestemmingsplan. Voor de ontsluiting van Achterlindt worden twee wegen aangelegd, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor langzaam verkeer. Achterlindt zal voor gemotoriseerd verkeer via een lusvormige ontsluiting (zogenaamde cul-de-sac) worden ontsloten. Hiervoor wordt een nieuwe ontsluiting gerealiseerd op de Geerweg. De tweede ontsluiting wordt via de woonwagenlocatie aan de Achterlindtsestraat gerealiseerd. Deze ontsluiting zal beschikbaar worden gemaakt voor de ontsluiting van langzaam verkeer. Tevens krijgt de ontsluiting een zodanig profiel dat de weg bij calamiteiten ook gebruikt kan worden door hulpdiensten. Deze ontsluiting is een ontsluiting van de risicobron af, aanwezigen in het plangebied kunnen daardoor in het geval van nood het plangebied verlaten. Met het aanleggen van de twee ontsluitingen wordt niet 100% voldaan aan de eis van de brandweer. Er kan niet voldaan worden aan het advies van de brandweer om een ontsluiting via de Scheepmakersstraat te creëren. Het aanleggen van een ontsluiting via de Scheepmakersstraat is overwogen, daarbij is gekeken naar de aspecten beheersbaarheid en zelfredzaamheid. Echter de voorkeur van de gemeente gaat uit naar een tweede ontsluiting via de Achterlindtsestraat. Verkeerstechnisch en
kostentechnisch is het niet mogelijk om een ontsluiting via de Scheepmakersstraat aan te leggen. De gemeente is zich ervan bewust dat beide ontsluitingen dicht bij elkaar in de buurt komen te liggen, maar vindt de risico’s hiervan aanvaardbaar. Er komen straks twee ontsluitingen voor Achterlindt, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor de ontsluiting van langzaam verkeer. Beide ontsluitingen worden bereikbaar gemaakt voor hulpdiensten. Beide ontsluitingen krijgen voldoende capaciteit om enerzijds de aanwezigen uit het gebied te evacueren en anderzijds hulpdiensten het gebied in te laten komen. De andere knelpunten die genoemd worden door de Veiligheidsregio/Brandweer zijn knelpunten die niet relevant zijn voor het bestemmingsplanproces. Echter de knelpunten worden wel meegenomen bij het inrichtingsplannen voor de Geer/Achterlindt.
4. N.V. Nederlandse Gasunie Geen reactie ontvangen
5. Waterschap Hollandse Delta Samenvatting vooroverlegreactie: In het vooroverleg tussen de gemeente Zwijndrecht en waterschap Hollandse Delta is het terrein Achterlindt besproken. Het waterschap heeft hierin aangegeven dat een directe aansluiting op de Geerweg niet wenselijk is. Ontsluiting via de Scheepmakersstraat is goed mogelijk en past binnen de verkeersafwikkeling. Het concept ontwerpbestemmingsplan voorziet nu in een directe aansluiting op de Geerweg, deze voorkeur kan het waterschap niet onderschrijven. Deze wijze van ontsluiting stuit op grote verkeersveiligheidsproblemen, die alleen tegen hoge maatschappelijke kosten opgelost zouden kunnen worden. Als wegbeheerder is het waterschap van mening dat hierbij het kostenveroorzakingsprincipe van toepassing is, waarbij de gemeente Zwijndrecht voor deze kosten zal worden gesteld. Het waterschap adviseert om het bestemmingsplan aan te passen zodat een ontsluiting via de Scheepmakersstraat mogelijk wordt gemaakt. Gemeentelijk standpunt: De gemeente ziet de nieuw aan te leggen ontsluiting op de Geerweg als de meest wenselijke ontsluiting voor Achterlindt. De gemeente is opnieuw in overleg gegaan met het waterschap over de aan te leggen ontsluiting. Met het waterschap is afgesproken dat de kosten voor de nieuwe ontsluiting voor de gemeente Zwijndrecht komen.
6. Rijkswaterstaat Geen reactie ontvangen 7. Air Products Nederland B.V. Geen reactie ontvangen 8. Kamer van Koophandel Geen aanleiding tot opmerkingen 9. Tennet Geen aanleiding tot opmerkingen 10. Oasen Geen reactie ontvangen
79
Bijlage 10
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Notitie zienswijzen
139.15083.00
80
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Notitie zienswijzen
Notitie zienswijzen ‘de Geer’
Het ontwerp-bestemmingsplan ‘de Geer’ heeft van 8 september 2011 t/m 19 oktober 2011 (6 weken) ter inzage gelegen met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Er zijn 4 zienswijzen ingediend. Eén zienswijze is niet binnen de termijn ontvangen en derhalve nietontvankelijk, echter de zienswijze is wel meegenomen bij de gemeentelijke beoordeling van de zienswijzen. In onderstaande notitie worden de zienswijzen samengevat. De gemeentelijke beantwoording is cursief weergegeven.
1. Samenvatting zienswijze: De Gasunie verzoekt de gemeente om het bestemmingsplan op de volgende punten aan te passen: a. In het plangebied ligt een gasontvangstation (GOS) van de Gasunie dat niet als zodanig is bestemd. Gelet op de veiligheidsaspecten (veilige ligging, bedrijfszeker gastransport en veiligheid van personen, goederen en milieu in de directe omgeving) die gelden voor dit GOS, verzoekt de Gasunie het GOS en de daarbij horende gronden afzonderlijk te bestemmen als ‘Bedrijf – Gasontvangstation’. b. aanpassing van het artikel ‘Leiding-Gas’ zodat de dubbelbestemming ‘Leiding-Gas’ bij het geheel of gedeeltelijk samenvallen met andere dubbelbestemmingen voorrang krijgt. c. Aanvulling van de regels, zodat ook het rooien van diepwortelende en hoogopgaande beplanting en bomen onder de omgevingsvergunningsplicht komen te vallen. d. Aanvulling van de regels dat wanneer omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, er hiervoor eerst schriftelijk advies ingewonnen dient te worden bij de leidingbeheerder. Gemeentelijk standpunt: a. Gelet op de systematiek van het bestemmingsplan, wordt er geen aparte bestemming voor het gasontvangstation opgenomen. Om de veiligheidsaspecten voor het gasontvangstation te garanderen wordt er wel een specifieke aanduiding voor het gasontvangstation opgenomen binnen de bestemming bedrijf. b. Als er voor een perceel meerdere dubbelbestemmingen gelden, dan dienen alle belangen van de verschillende dubbelbestemmingen afgewogen te worden. De ene dubbelbestemming kan geen voorrang boven de ander dubbelbestemming krijgen. c en d De regels worden hierop aangepast.
Datum
21 oktober 2011 Pagina
2 van 4
2. Samenvatting zienswijze: Indiener van zienswijze is het niet eens met de hoeveelheid m2 zelfstandige kantoren die zijn toegekend voor zijn perceel. In het ontwerp-bestemmingsplan is 125 m2 zelfstandige kantoren toegekend. Indiener van de zienswijze wil graag 750 m2 zelfstandige kantoren hebben, aangezien het pand al jarenlang en ook op dit moment voor 750 m2 gebruikt wordt als zelfstandig kantoor of het voor dat doel te huur staat. Tevens ziet hij graag dat de aanduiding voor zelfstandige kantoren aangepast zal worden voor het gehele pand en niet een deel, zodat het pand tot 750 m2 als zelfstandig kantoren kan worden verhuurd. Er wordt aangegeven dat het niet toestaan van zelfstandige kantoren een ingrijpende beleidswijziging is met het verleden. Indiener van zienswijze geeft aan de gemeente bij herhaling medewerking en toestemming heeft verleend om het pand te gebruiken als zelfstandige kantoorruimte en refereert hierbij aan een aantal verleende vergunningen. Tevens beroept reclamant zich op het overgangsrecht aangezien het gebruik als zelfstandig kantoor volgens hem in het vigerende bestemmingsplan onder het overgangsrecht is komen te vallen en in het nieuwe bestemmingsplan volgens vaste jurisprudentie positief bestemd dient te worden. Indiener van de zienswijze geeft ook aan dat hij vindt dat er rechtsongelijkheid is ontstaan door elders op het bedrijventerrein wel zelfstandige kantoren toe te staan. Tot slot wordt gevraagd om in de regels een ontheffingsmogelijkheid op te nemen voor het toestaan van zelfstandige kantoren tot 1000 m2, omdat op bedrijventerrein de Geer feitelijk meer kantoren zijn gevestigd of grote borden aan de weg staan waarop ‘zelfstandig kantoor ruimte te huur’ borden aangeboden op percelen die deze bestemming blijkens het ontwerpbestemmingsplan niet hebben.
Gemeentelijk standpunt: Nieuwe zelfstandige kantoren worden in het ontwerp-bestemmingsplan, maar ook in het vigerende bestemmingsplan niet toegestaan op bedrijventerrein de Geer. Er zijn drie percelen op bedrijventerrein de Geer waar zelfstandige kantoren wel zijn toegestaan. Dit zijn percelen waarvoor in het verleden een vergunning is voor verleend voor het gebruik van zelfstandige kantoren, deze zijn dus positief bestemd in het bestemmingsplan. Indiener van de zienswijze geeft aan dat er op bedrijventerrein de Geer meer panden als zelfstandig kantoor worden gebruikt of dat er ruimten voor zelfstandige kantoren te huur/ te koop worden aangeboden die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Als deze situatie zich inderdaad voordoet, dan is het de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het pand die de pand gebruikt in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente kan op basis van het vigerende en nieuwe (nog vast te stellen) bestemmingsplan hier op handhaven. De genoemde vergunningen waaraan gerefereerd worden in de zienswijze zijn bekeken. Aan de hand van de laatste verleende vergunning (2001- B149) is gebleken dat er voor het pand Gildenweg 16 door de gemeente toestemming is verleend voor het gebruik van zelfstandige kantoren. Ook gelet op de overgangsbepalingen uit het vigerende
Datum
21 oktober 2011 Pagina
3 van 4
bestemmingsplan is er gekozen om 750 m2 zelfstandige kantoren positief te bestemmen voor het perceel Gildenweg 16. De aanduiding zal voor het gehele pand gaan gelden, zodat door de eigenaar van het pand zelf gekeken kan worden hoe hij de 750 m2 gaat gebruiken. Het verzoek om een algemene ontheffingsmogelijkheid op te nemen voor het gebruik van zelfstandige kantoren op de Geer tot 1000 m2, zal niet meegenomen worden in het bestemmingsplan. Het beleidsuitgangspunt van de gemeente Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland is dat zelfstandige kantoren op een bedrijventerrein in feite niet zijn toegestaan. Andere locaties binnen de gemeente Zwijndrecht worden geschikter geacht voor de vestiging van zelfstandige kantoren dan op bedrijventerrein de Geer.
3. Samenvatting zienswijze: In het ontwerpbestemmingsplan wordt geen aandacht besteed aan Railverkeerlawaai, terwijl de spoorbaan HSL-Zuid nabij het plangebied ligt. De trein komt uit een tunnel ter hoogte van het ontwikkelgebied. Er wordt verzocht om in een volgende fase van het plan aandacht te besteden aan Railverkeerslawaai. Indien de voorkeurgrenswaarden voor Railverkeerslawaai worden overschreden, wordt verzocht aan te geven hoe hiermee zal worden omgegaan. Tevens wordt aandacht gevraagd voor de opstelplaatsen voor overheidshulpdiensten (calamiteitenplaform) bij de tunnelingang Tunnel Oude Maas. Deze opstelplaatsen mogen niet belemmerd worden (door bijvoorbeeld geparkeerde auto’s) en dienen te allen tijde bereikbaar te zijn in geval van een calamiteit. Er wordt verzocht hier zorg voor te dragen. Gemeentelijk standpunt: Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk. Bedrijven zijn geen geluidsgevoelige bestemmingen in het kader van de Wet geluidhinder, onderzoek naar railverkeerslawaai kan daarom achterwege blijven. In de toelichting van het bestemmingsplan zal dit worden opgenomen. De opstelplaatsen voor overheidshulpdiensten vallen buiten het plangebied van het bestemmingsplan. Echter het aandachtspunt is bij ons bekend en er wordt zorg voor gedragen dat de opstelplaatsen te allen tijde goed bereikbaar zijn in het geval van een calamiteit.
Datum
21 oktober 2011 Pagina
4 van 4
4. Indiener van de zienswijze is het niet eens met de hoeveelheid m2 zelfstandige kantoren die zijn toegekend voor zijn perceel. In het ontwerp-bestemmingsplan is 1000 m2 toegekend. Indiener van zienswijze wil graag 1500 m2 zelfstandige kantoren hebben. Tevens geeft indiener van de zienswijze aan dat voor andere belanghebbenden een maatwerkoplossing is gevonden. Gemeentelijk standpunt: Vanuit provinciaal beleid kan maximaal 1000 m2 zelfstandige kantoren toegekend worden. Aan het verzoek van indiener van de zienswijze kan dus geen medewerking worden verleend. Het klopt dat er voor zelfstandige kantoren maatwerk is gebruikt op de Geer, omdat zelfstandige kantoren in beginsel niet zijn toegestaan op de Geer. Er zijn drie percelen op bedrijventerrein de Geer waar zelfstandige kantoren wel zijn toegestaan. Dit zijn percelen waarvoor in het verleden een vergunning is voor verleend voor het gebruik van zelfstandige kantoren, deze zijn dus positief bestemd in het bestemmingsplan. Echter er is nooit meer dan 1000 m2 zelfstandige kantoren toegekend.
Conclusie De zienswijzen hebben geleid tot de volgende aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan:
Het gasontvangstation wordt binnen de bestemming Bedrijf met een aanduiding opgenomen. Het artikel leiding ‘Leiding – Gas’ wordt aangepast op de volgende onderdelen: o Het rooien van diepwortelende en hoopopgaande beplanting en bomen komt ook onder de omgevingsvergunningsplicht te vallen o wanneer omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, wordt er hiervoor eerst schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voor het perceel Gildenweg 16 wordt een aanduiding ‘specifieke vorm van kantoor‘opgenomen, waarbij 750 m2 aan zelfstandige kantoren zijn toegestaan. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt een stuk opgenomen over railverkeerlawaai.
regels
82
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
83
Hoofdstuk 1
Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan De Geer van de gemeente Zwijndrecht. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0642.bp08degeer-3001 met de bijbehorende regels. 1.3
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5
aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.6
aan-huis-gebonden bedrijf
een bedrijf dat in of bij de woning door de bewoners wordt uitgeoefend dat gericht is op het vervaardigen van producten of het leveren van diensten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is 1.7
aan-huis-gebonden beroepen
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.8
achtererf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
84
1.9
agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in: a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt; b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond; c. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel; d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; e. sierteelt: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen; f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond; g. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen; h. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht; i. een paardenfokkerij. 1.10
antennedrager
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. 1.11
antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.12
archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt. 1.13
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.14
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.15
bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.16
bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.17
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
85
1.18
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet. 1.19
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.20
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.21
Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.22
bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.23
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk bouwen, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.24
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.25
bouwmarkt
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden. 1.26
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.27
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel. 1.28
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.29
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.30
bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.31
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
86
1.32
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.33
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën: a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in zeer volumineuze goederen: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen; c. tuincentra; d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering; e. bouwmarkten. 1.34
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen. 1.35
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.36
geluidszone - industrie
een geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. 1.37
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.38
horeca
een onderneming waar in hoofdzaak en bedrijfsmatig: a. dranken, maaltijden en/of logies worden verstrekt; b. gelegenheid wordt geboden voor het gebruik van de producten ter plaatse en; c. sprake is van een zekere dienstverlening, zoals het serveren en/of verstrekken van servies en bestek; met een in principe open karakter (voor ieder toegankelijk) In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden: Categorie 1: logiesverstrekkers, zoals hotels, pensions en motels; Categorie 2: maaltijdverstrekkers, zoals restaurants, bistro's en eetcafes; Categorie 3: spijsverstrekker, zoals ijssalons, lunchrooms, croissanteriën, koffie-/theehuizen, waarbij geen alcoholische dranken worden geschonken; Categorie 4: Cafetaria's/snackbars, fastfoodrestaurants, creperies, grillrooms, shoarma/pizzabedrijven; Categorie 5: Drankverstrekkers, zoals cafes/bars, nachtclubs, dancings, disco's en partycentra.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
87
1.39
kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.40
NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan. 1.41
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie. 1.42
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak. 1.43 a. b.
peil
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.44
Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die van deze regels onderdeel uitmaakt. 1.45
verkoopvloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten. 1.46
volkstuinen
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld. 1.47
voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. 1.48
Wgh-inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken. 1.49
zijerf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
88
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3
breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.4
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5
inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7
vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
89
Hoofdstuk 2
Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Agrarisch
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd: a. de uitoefening van één agrarisch bedrijf per bouwvlak, in de vorm van akker- of vollegrondstuinbouw, grondgebonden veehouderij of fruitteelt; b. detailhandel in goederen welke ter plaatse worden vervaardigd of verwerkt voor zover zulks geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt; c. één bedrijfswoning per bouwvlak met aan-huis-gebonden bedrijven en beroepen; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en voet- en fietspaden. 3.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd, met dien verstande dat bij ieder agrarisch bedrijf ten hoogste één agrarisch bedrijfsgebouw zoals een veldschuur of een melkstal buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, mits: 1. de grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²; 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 4,5 m; 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m; b. de maximale goothoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' ten hoogste de aangegeven goothoogte; c. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte; d. binnen de bestemming mogen kassen worden gebouwd met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m; 2. het gezamelijk grondoppervlak niet meer dan 100 m2 bedraagt; e. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan waarvan de totale inhoud niet meer mag bedragen dan 500 m³. 3.2.2 aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen a. aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning dienen binnen het bouwvlak op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd; b. het gezamenlijke oppervlakte bedraagt ten hoogste 30 m²; c. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3 m; d. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
90
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen in voortuinen bedraagt ten hoogste 1 m; c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m; d. de bouwhoogte van krachtvoer, kunstmest- en ruwvoedersilo's bedraagt ten hoogste 12 m; e. de bouwhoogte van overkappingen, open constructies en carports bedraagt ten hoogste 3 m; f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 12 m. 3.3 a.
b.
3.4
Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van: 1. het bepaalde in artikel 3.2.1. sub a. voor het veranderen van de vorm, dan wel het vergroten van een op de kaart aangegeven bouwvlak, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening wenselijk of noodzakelijk is, mits: de vergroting van de oppervlakte van het bouwvlak zal worden afgestemd op de voorgenomen bedrijfsuitbreiding; het totale oppervlak van het bouwvlak niet groter wordt dan 1 ha; de vormverandering c.q. vergroting van het bouwperceel geen verkleining van de afstand tussen het bouwvlak en de grens van de weg zal inhouden; de bestaande, bij het agrarische bedrijf behorende gebouwen, met uitzondering van de gebouwen zoals bedoeld in lid 2 onder c en j binnen de gewijzigde bebouwingsgrenzen gelegen blijven; 2. het bepaalde in artikel 3.2.1. sub b. tot een goothoogte van 6,5 m; 3. het bepaalde in artikel 3.2.1. sub c. tot een bouwhoogte van niet meer dan 20 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is; de omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits naar het oordeel van het bevoegd gezag: 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; 2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad. Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voorzover: 1. het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis verbonden beroepen/bedrijven niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot een maximum oppervlak van 50 m2; 2. ten behoeve van aan huis verbonden beroepen/bedrijven wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; 3. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; 4. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep/bedrijf; 5. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de omgeving; 6. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
91
Artikel 4 4.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; f. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 13': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein': aanduiding
SBI-code
uit ten hoogste milieucategorie
specifieke vorm van bedrijf - 1
516.1
-
specifieke vorm van bedrijf - 2
4544
-
specifieke vorm van bedrijf - 3
3615.1
-
specifieke vorm van bedrijf - 4
29.2
4.1
specifieke vorm van bedrijf - 5
513.1
2
specifieke vorm van bedrijf - 6
74.2
-
specifieke vorm van bedrijf - 7
45.1.2
3.2
specifieke vorm van bedrijf - 8
252.1.2
4.1
specifieke vorm van bedrijf - 9
3710
5.1
specifieke vorm van bedrijf - 10
4522
-
specifieke vorm van bedrijf - 11
6322.1
-
specifieke vorm van bedrijf - 12
29.3
4.2
specifieke vorm van bedrijf - 13
4550
-
g. h. i. j. k.
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens een bedrijfswoning; ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens detailhandel in sanitair; ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', tevens horeca uit categorie 2; ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', tevens een medisch zuurstofcentrum; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation', tevens een gasontvangstation; l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1', tevens detailhandel in gereedschappen; m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2', tevens detailhandel in kampeerbenodigdheden; n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 1', tevens een uitzendbureau; o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 2', tevens een postkantoor; p. ter plaaste van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', tevens een verkooppunt in motorbrandstoffen zonder lpg met autowasstraat en bijbehorende detailhandel; q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1', tevens een bedrijfswoning,
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
92
r.
4.2
uitsluitend op de eerste verdieping; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeer-, verkeersvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen. Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 4.2.1 Gebouwen a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. het bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage, indien geen bebouwingspercentage is opgenomen bedraagt het bebouwingspercentage ten hoogste 100% van het bouwvlak; c. de maximale goothoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' ten hoogste de aangegeven goothoogte; d. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte; e. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m, over een strook van 10 m evenwijdig aan en achter de voorgevel. Indien de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in de bestaande situatie ter plaatse minder dan 3 m bedraagt, dient de afstand ten minste zo groot te zijn als bestaand. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooi, bedraagt ten hoogste 2,5 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 2,5 m; c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m; d. per bedrijfsperceel is ten hoogste 1 reclamezuil van ten hoogste 2 m toegestaan; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 10 m; f. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 6 m. 4.3
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; e. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen, detailhandel in bij de bedrijfsvoering passende goederen en detailhandel zoals bedoeld in lid 4.1; f. opslag van goederen voor de voorgevelrooilijn is niet toegestaan; g. opslag van goederen achter de voorgevelrooilijn met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan; h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.500 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
93
i.
j. k. l.
4.4
zelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 1 t/m 3', met dien verstande dat; 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 1' niet meer dan 750 m2 kantoorvloeroppervlakte is toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 2' niet meer dan 1.000 m2 kantoorvloeroppervlakte is toegestaan; 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 3' niet meer dan 700 m2 kantoorvloeroppervlakte is toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan, met een maximum inhoud van 500 m³; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – 1' is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend op de eerste verdieping; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend op de derde verdieping; Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1: 1. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd; 2. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd. b. De omgevingsvergunning kan worden verleend indien: 1. er geen onevenredige aantasting van de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid plaatsvind en dat voorzien wordt in voldoende parkeerruimte en laad- en losruimte; 2. er geen onevenredige aantasting van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden plaatsvind; 4.4.2 Afwijken van de kantoorvloeroppervlakte Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.3 onder h, voor een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 2.000 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte. De omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien: a. vestiging van het betrokken bedrijf bij een belangrijke openbaarvervoerlocatie niet mogelijk is vanwege: 1. een tekort aan ruimte bij openbaarvervoerlocaties in de regio; 2. een zodanig groot en extensief ruimtebeslag, dat realisering bij een openbaarvervoerlocatie in relatie tot de beschikbare capaciteit en het aanbod aan arbeidsintensieve functies niet gewenst is; 3. de milieuhygiënische situatie. b. er geen onevenredige aantasting van de verkeerssituatie en de verkeerveiligheid plaatsvind en dat voorzien wordt in voldoende parkeerruimte; c. er geen milieutechnische belemmeringen zijn, waarbij in ieder geval gekeken dient te worden naar externe veiligheid en luchtkwaliteit.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
94
4.4.3 Afwijken voor detailhandel a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.3 onder e, voor de vestiging van: 1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; 2. detailhandel in zeer volumineuze goederen: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen; 3. tuincentra; 4. grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) b. ter plaaste van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.3 onder e voor de vestiging van één bouwmarkt, mits: 1. uit onderzoek blijkt dat geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur; 2. advies wordt ingewonnen bij het Regionaal Economisch Overleg (REO); 3. het aandeel detailhandel niet meer bedraagt dan 10% van het totale oppervlak van het bedrijventerrein; 4. geen milieutechnische belemmeringen zijn. 4.5
Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 4.3 onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
95
Artikel 5 5.1 De a. b. c.
Groen
Bestemmingsomschrijving
voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; parkeren; bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.
5.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
96
Artikel 6 6.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca, uitsluitend uit categorie 4; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, parkeervoorzieningen, groen en water.
6.2
zoals
erven,
nutsvoorzieningen,
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 6.2.1 Gebouwen a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte; 6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
97
Artikel 7 7.1
Maatschappelijk - Dierenpension
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Dierenpension' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een dierenpension; b. een bedrijfswoning met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groen en water.
7.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 7.2.1 Gebouwen a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' ten hoogste de aangegeven goothoogte; c. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan waarvan de totale inhoud niet meer mag bedragen dan 500 m³. 7.2.2 Aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen a. aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning dienen binnen het bouwvlak op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd; b. het gezamenlijke oppervlakte bedraagt ten hoogste 30 m²; c. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3 m; d. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 m. 7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
7.3
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voorzover: 1. het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis verbonden beroepen/bedrijven niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot een maximum oppervlak van 50 m2; 2. ten behoeve van aan huis verbonden beroepen/bedrijven wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; 3. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; 4. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep/bedrijf; 5. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de omgeving; 6. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
98
Artikel 8 8.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, alsmede voor paden.
8.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste: 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen; 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen indien gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en gebouwd meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen; 3. 1 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
99
Artikel 9 9.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, alsmede opstelstroken, voet- en fietspaden; b. ter plaate van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens een parkeerterrein voor vrachtwagens; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.
9.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
100
Artikel 10 10.1 De a. b. c. d. e. f.
Water
Bestemmingsomschrijving
voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: water en groen; waterhuishouding; waterbeheer en waterberging; waterwegen; kruisingen met weg- en langzaam verkeer, bruggen en dammen; oevers en taluds.
10.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
101
Artikel 11 11.1 De a. b. c.
Wonen
Bestemmingsomschrijving
voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden bedrijven en beroepen; ter plaatse van de aanduidind 'woonwagenstandplaats', één woonwagen; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
11.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 11.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien: 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt; 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt; 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt; 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt. 11.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen a. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m; b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 of ten minste 1 m; c. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m; f. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m; g. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' bedraagt de bouwhoogte van bijgebouwen ten hoogste 6,5 m h. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 2,5 m; i. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 90 m². 11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 11.3
Specifieke gebruiksregels
De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m².
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
102
Artikel 12 12.1
Leiding - Gas
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 12,75 inch en een druk van ten hoogste 40 bar.
12.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
12.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 12.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 12.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; c. het rooien van diepwortelende en hoogopgaande beplantingen en bomen; d. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; e. het indrijven van voorwerpen in de bodem; f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
103
12.4.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 12.3 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. 12.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 12.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
104
Artikel 13 13.1
Leiding - Riool
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een rioolleiding. 13.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 13.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 13.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 13.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d. het indrijven van voorwerpen in de bodem; e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren. 13.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid 13.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 13.3 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. 13.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 13.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
105
Artikel 14 14.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. 14.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²; 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst. 14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 14.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte of hoogte dan 30 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; c. het verlagen of verhogen van het waterpeil; d. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
106
14.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid 14.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 14.2 in acht is genomen; b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 100 m²; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. 14.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 14.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien: a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
107
Artikel 15 15.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.
15.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
15.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
108
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
109
Hoofdstuk 3
Artikel 16
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft: a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen; b. brandweeringang; c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. de ruimte tussen bouwwerken; e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Artikel 18
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden - bij omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 19
Algemene bouwregels
Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
110
Artikel 20
Algemene gebruiksregels
Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van of het laten gebruiken van: a. gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor normale op de bestemming gericht gebruik of onderhoud; b. gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud
Artikel 21 21.1
Algemene wijzigingsregels
Waarde archeologie
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
21.2
Wro-zone - wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' wijzigen ten behoeve van bedrijven, mits: de bewoning ter plaatse van de bestemming Wonen is beëindigd; c. de bijbehorende bedrijfszonering wordt aangepast; d. ten minste hetzelfde oppervlak aan water wordt gerealiseerd; e. het gebied via de Geerweg wordt ontsloten; f. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.
Artikel 22 22.1
Overige regels
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
111
Hoofdstuk 4
Artikel 23 23.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
23.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 24
Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan De Geer'. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ...........................................................
de voorzitter,
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
de griffier,
139.15083.00
112
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
bijlagen bij de regels
114
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
behorende bij de regels van het bestemmingsplan De Geer van de gemeente Zwijndrecht
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' < > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag
w j B C D L Z R V G/P
week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing) Vuurwerkbesluit van toepassing verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer: 1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking 2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking 3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking
Bijlage 1
10
30
C
10
30
10
30
C
10
100
bloembollendroog- en prepareerbedrijven
30
10
30
C
10
witlofkwekerijen (algemeen)
30
10
30
C
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²
30
10
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o.<= 500 m²
30
10
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
0
Tuinbouw:
0112
4
-
champignonkwekerijen (algemeen)
0112
5
-
champignonkwekerijen met mestfermentatie
0112
6
-
0112
7
-
014
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
1
-
014
2
-
algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
STOF
30
-
0112
CATEGORIE
INDICES
100
01
014
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
2
2
1 G
3.2
1 G
30
2
1 G
10
30
2
1 G
50
10
50
3.1
2 G
30
10
30
2
1 G
D
014
3
-
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
2 G
014
4
-
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
1 G
30
10
30
C
0
30
2
1 G
100
0
100
C
50
100
3.2
2 G
50
0
50
C
10
50
3.1
1 G
100
30
50
C
0
100
3.2
1 G
50
0
50
C
0
50
3.1
1 G
0142 05
KI-stations -
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.1
Zeevisserijbedrijven
0501.2
Binnenvisserijbedrijven
0502
0
Vis- en schaaldierkwekerijen
0502
1
-
oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven
0502
2
-
visteeltbedrijven
15
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
1
-
slachterijen en pluimveeslachterijen
100
0
100
C
50
151
2
-
vetsmelterijen
700
0
100
C
30
151
3
-
bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval
300
0
100
C
50
151
4
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
100
0
100
C
50
151
5
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m²
50
0
50
C
30
R
R
100
3.2
2 G
700
D
5.2
2 G
R
300
4.2
2 G
R
100
3.2
2 G
50
3.1
1 G
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
3
151
6
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
30
0
50
10
50
3.1
1 G
151
7
-
50
0
50
10
50
3.1
1 G
151
8
loonslachterijen vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²
50
0
50
10
50
3.1
2 G
152
0
Visverwerkingsbedrijven:
152
1
-
drogen
700
100
200
C
30
700
5.2
2 G
152
2
-
conserveren
200
0
100
C
30
200
4.1
2 G
152
3
-
roken
300
0
50
C
0
300
4.2
1 G
152
4
-
verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m²
300
10
50
C
30
300
4.2
2 G
152
5
-
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m²
100
10
50
30
100
3.2
1 G
152
6
-
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
50
10
30
10
50
3.1
1 G
1531
0
Aardappelproductenfabrieken:
1531
1
-
vervaardiging van aardappelproducten
300
30
200
1531
2
-
vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
50
10
50
1532, 1533
0
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533
1
-
jam
50
10
100
C
1532, 1533
2
-
groente algemeen
50
10
100
C
1532, 1533
3
-
met koolsoorten
100
10
100
1532, 1533
4
-
met drogerijen
300
10
1532, 1533
5
-
met uienconservering (zoutinleggerij)
300
1541
0
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1541
1
-
p.c. < 250.000 ton/jaar
1541
2
-
p.c. >= 250.000 ton/jaar
1542
0
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
1
-
1542
2
-
1543
0
Margarinefabrieken:
1543
1
-
1543
2
-
C
D
50
R
300
4.2
2 G
50
R
50
3.1
1 G
10
100
3.2
1 G
10
100
3.2
2 G
C
10
100
3.2
2 G
200
C
30
300
4.2
2 G
10
100
C
10
300
4.2
2 G
200
30
100
C
300
50
300
C
p.c. < 250.000 ton/jaar
200
10
100
C
p.c. >= 250.000 ton/jaar
300
10
300
C
p.c. < 250.000 ton/jaar
100
10
200
C
p.c. >= 250.000 ton/jaar
200
10
300
C
Z
Z
Z
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
100
R
200
4.1
3 G
200
R
300
4.2
3 G
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
4
1551
0
Zuivelproductenfabrieken:
1551
1
-
gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton/uur
200
100
500
C
Z
50
R
500
5.1
3 G
1551
2
-
geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton/uur
200
30
500
C
Z
50
R
500
5.1
3 G
1551
3
-
melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
1551
4
-
melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar
100
0
300
C
50
R
300
4.2
3 G
1551
5
-
overige zuivelproductenfabrieken
50
50
300
C
50
R
300
4.2
3 G
1552
1
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
1552
2
-
10
0
30
2
1 G
1561
0
Meelfabrieken:
1561
1
-
p.c. >= 500 ton/uur
200
100
300
C
100
R
300
4.2
2 G
1561
2
-
p.c. < 500 ton/uur
100
50
200
C
50
R
200
4.1
2 G
50
100
200
C
50
4.1
2 G
1561
consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
Grutterswarenfabrieken
Z
0 Z
1562
0
Zetmeelfabrieken:
1562
1
-
p.c. < 10 ton/uur
200
50
200
C
1562
2
-
p.c. >= 10 ton/uur
300
100
300
C
1571
0
Veevoerfabrieken:
1571
1
-
destructiebedrijven
700
30
200
C
50
1571
2
-
beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek
700
100
100
C
30
1571
3
-
drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water
300
100
200
C
30
1571
4
-
drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit >= 10 ton/uur water
700
200
300
C
1571
5
-
mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur
200
50
200
C
1571
6
-
mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur
300
100
300
C
Vervaardiging van voer voor huisdieren
200
100
200
C
30
1572 1581
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1
-
v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
1581
2
-
v.c. >= 7.500 kg meel/week
1582
Banket, biscuit- en koekfabrieken
1583
0
Suikerfabrieken:
1583
1
-
v.c. < 2.500 ton/jaar
Z
Z Z
30
200
D
30
R
200
4.1
1 G
50
R
300
4.2
2 G
700
D
5.2
3 G
700
D
5.2
3 G
300
4.2
2 G
50
700
5.2
3 G
30
200
4.1
3 G
300
4.2
3 G
200
4.1
2 G
50
R
R
30
10
30
C
10
30
2
1 G
100
30
100
C
30
100
3.2
2 G
100
10
100
C
30
100
3.2
2 G
500
100
300
C
100
500
5.1
2 G
R
Bijlage 1
500
50
100
v.c. >= 2.500 ton/jaar
1584
1
-
1584
2
C
Z
VERKEER
cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
CATEGORIE
700
-
0
INDICES GROOTSTE AFSTAND
200
2
1584
GEVAAR
STOF
1000
1583
-
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
5
200
R
1000
5.3
3 G
100
50
R
500
5.1
2 G
30
50
30
100
3.2
2 G
1584
3
30
10
30
10
2
1 G
1584
4
-
suikerwerkfabrieken met suiker branden
300
30
50
30
R
300
4.2
2 G
1584
5
-
suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²
100
30
50
30
R
100
3.2
2 G
1584
6
-
suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²
30
10
30
10
30
2
1 G
50
30
10
10
50
3.1
2 G
1585
Deegwarenfabrieken
30
1586
0
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586
1
-
koffiebranderijen
500
30
200
10
500
5.1
2 G
1586
2
-
theepakkerijen
100
10
30
10
100
3.2
2 G
4.1
2 G
4.1
2 G
200
4.1
2 G
100
3.2
2 G
300
4.2
2 G
C
1587
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
200
30
50
10
200
1589
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200
1589.1
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
R
D
D
1589.2
0
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2
1
-
zonder poederdrogen
100
10
50
10
1589.2
2
-
met poederdrogen
300
50
50
50 30
200
4.1
2 G
300
4.2
2 G
1589.2
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
1591
Destilleerderijen en likeurstokerijen
300
30
200
C
30
R
1592
0
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592
1
-
p.c. < 5.000 ton/jaar
200
30
200
C
30
R
200
4.1
1 G
1592 1593 t/m 1595
2
-
p.c. >= 5.000 ton/jaar
300
50
300
C
50
R
300
4.2
2 G
2
1 G
R
300
4.2
2 G
300
4.2
2 G
100
3.2
3 G
10
0
30
C
0
1596
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke Bierbrouwerijen
300
30
100
C
50
1597
Mouterijen
300
50
100
C
30
1598
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
10
0
100
50
30
R
Bijlage 1
16
-
160 17
-
10
50
100
VERKEER
50
CATEGORIE
30
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
200
INDICES
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
171
AFSTANDEN IN METERS
STOF
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
GEUR
6
C
30
200
4.1
2 G
30
100
3.2
2 G
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
172
0
Weven van textiel:
172
1
-
aantal weefgetouwen < 50
10
10
100
172
2
-
aantal weefgetouwen >= 50
10
30
300
Z
0
100
3.2
2 G
50
300
4.2
3 G
173
Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
2 G
174, 175
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
1 G
1751
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
100
30
200
10
200
4.1
2 G
176, 177
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
0
10
50
10
50
3.1
1 G
18
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181
Vervaardiging kleding van leer
30
0
50
0
50
3.1
1 G
182
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer)
10
10
30
10
30
2
2 G
183
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
50
10
10
10
50
3.1
1 G
4.2
2 G
3.1
2 G
19
-
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
191
Lederfabrieken
300
30
100
10
300
192
Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)
50
10
30
10
50
193
Schoenenfabrieken
50
10
50
10
50
3.1
2 G
0
50
100
50
100
3.2
2 G
200
30
50
10
200
4.1
2 G
20
-
2010.1
D
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE Houtzagerijen
2010.2
0
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2
1
-
met creosootolie
R
Bijlage 1
202 203, 204, 205 203, 204, 205
2
met zoutoplossingen
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 0
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
205 21
-
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken -
2111
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
10
30
50
10
50
3.1
2 G
100
30
100
10
100
3.2
3 G
0
30
100
0
100
3.2
2 G
0
30
50
0
50
3.1
1 G
10
10
30
0
30
2
1 G
200
100
200
C
200
4.1
3 G
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp
2112
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1
-
p.c. < 3 ton/uur
50
30
50
C
2112
2
-
p.c. 3 - 15 ton/uur
100
50
200
C
Z
2112
3
-
p.c. >= 15 ton/uur
200
100
300
C
Z
30
30
100
C
212
INDICES
STOF
2010.2
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
7
Papier- en kartonwarenfabrieken
2121.2
0
Golfkartonfabrieken:
2121.2
1
-
p.c. < 3 ton/uur
30
30
100
C
2121.2
2
-
p.c. >= 3 ton/uur
50
30
200
C
22
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA C
Z
50
R
30
R
50
3.1
1 G
50
R
200
4.1
2 G
100
R
300
4.2
3 G
30
R
100
3.2
2 G
30
R
100
3.2
2 G
30
R
200
4.1
2 G
2221
Drukkerijen van dagbladen
30
0
100
10
100
3.2
3 G
2222
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
30
0
100
10
100
3.2
3 G
2222.6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
0
30
0
30
2
1 P
0
0
10
0
10
1
1 G
2223
A
Grafische afwerking
2223
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2 G
2224
Grafische reproductie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
2225
Overige grafische activiteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
223
Reproductiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
1 G
D
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
8
231
Cokesfabrieken
1000
700
1000
C
Z
100
R
1000
5.3
2 G
2320.1
Aardolieraffinaderijen
1500
100
1500
C
Z
1500
R
1500
6
3 G
50
0
100
30
R
100
3.2
2 G
4.2
2 G
23
-
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN
2320.2
A
Smeeroliën- en vettenfabrieken
2320.2
B
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
300
0
100
50
R
300
2320.2
C
Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
300
0
200
50
R
300
D
4.2
2 G
10
10
100
1500
1500
D
6
1 G
233
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
24
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2411
1
-
luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton/dag lucht
10
0
700
C
100
R
700
5.2
3 G
2411
2
-
overige gassenfabrieken, niet explosief
100
0
500
C
100
R
500
5.1
3 G
2411
3
-
overige gassenfabrieken, explosief
100
0
500
C
300
R
500
5.1
3 G
200
0
200
C
200
R
200
D
4.1
3 G
2412
Kleur- en verfstoffenfabrieken
Z
2413
0
Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
2413
1
-
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
100
30
300
C
300
R
300
D
4.2
2 G
2413
2
-
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
300
50
500
C
700
R
700
D
5.2
3 G
2414.1
A0
Organische chemische grondstoffenfabrieken:
2414.1
A1
-
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
2414.1
A2
-
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
2414.1
B0
Methanolfabrieken:
2414.1
B1
-
2414.1
B2
-
2414.2
0
Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
2414.2
1
-
2414.2
2
-
300
10
200
C
300
R
300
D
4.2
2 G
1000
30
500
C
700
R
1000
D
5.3
2 G
p.c. < 100.000 ton/jaar
100
0
200
C
100
R
200
4.1
2 G
p.c. >= 100.000 ton/jaar
200
0
300
C
200
R
300
4.2
3 G
p.c. < 50.000 ton/jaar
300
0
200
C
100
R
300
4.2
2 G
p.c. >= 50.000 ton/jaar
500
0
300
C
200
R
500
5.1
3 G
2415
Kunstmeststoffenfabrieken
500
300
500
C
500
R
500
5.1
3 G
2416
Kunstharsenfabrieken en dergelijke
700
30
300
C
500
R
700
5.2
3 G
Z
Z
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
9
242
0
Landbouwchemicaliënfabrieken:
242
1
-
fabricage
300
50
100
C
1000
R
1000
5.3
3 G
242
2
-
formulering en afvullen
100
10
30
C
500
R
500
D
5.1
2 G
300
30
200
C
300
R
300
D
4.2
3 G
243
Verf, lak en vernisfabrieken
2441
0
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441
1
-
p.c. < 1.000 ton/jaar
200
10
200
C
300
R
300
4.2
1 G
2441
2
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
300
10
300
C
500
R
500
5.1
2 G
2442
0
Farmaceutische productenfabrieken:
2442
1
-
formulering en afvullen geneesmiddelen
50
10
50
50
R
50
3.1
2 G
2442
2
-
verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2 G
2451
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
300
100
200
C
100
R
300
4.2
3 G
2452
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
300
30
50
C
50
R
300
4.2
2 G
2462
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
1
-
zonder dierlijke grondstoffen
100
10
100
50
100
3.2
3 G
2462
2
-
met dierlijke grondstoffen
500
30
100
50
500
5.1
3 G
Fotochemische productenfabrieken
50
10
100
50
R
100
3.2
3 G
50
10
50
50
R
50
3.1
3 G
4.1
2 G
2464 2466
A
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
2466
B
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
200
30
100
C
200
R
200
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
300
30
300
C
200
R
300
4.2
3 G
300
50
300
C
100
R
300
4.2
2 G
247 25
-
2511
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken
2512
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
1
-
vloeroppervlak < 100 m²
2512
2
-
vloeroppervlak >= 100 m²
2513
D
Rubber-artikelenfabrieken
50
10
30
30
50
3.1
1 G
200
50
100
50
R
200
4.1
2 G
100
10
50
50
R
100
3.2
1 G
D
252
0
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
1
-
zonder fenolharsen
200
50
100
100
R
200
4.1
2 G
252
2
-
met fenolharsen
300
50
100
200
R
300
4.2
2 G
Bijlage 1
50
30
30
100
30
100
300
glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar
300
100
100
glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton/jaar
500
200
300
productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
26
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
0
Glasfabrieken:
261
1
-
glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar
261
2
-
glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar
261
3
-
261
4
-
30
30 C
Z
50
R
30 C
Z
50
R
VERKEER
30
-
CATEGORIE
50
3
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
252
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
10
50
3.1
2 G
100
3.2
1 G
300
4.2
2 G
300
4.2
1 G
500
5.1
2 G
2612
Glas-in-loodzetterij
10
30
30
10
30
2
1 G
2615
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
1 G
262, 263
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
1
-
vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
10
10
30
10
30
2
1 G
262, 263
2
-
vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
30
50
100
30
100
3.2
2 G
264
A
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
30
200
200
30
200
4.1
2 G
264
B
Dakpannenfabrieken
50
200
200
100
R
200
4.1
2 G
2651
0
Cementfabrieken:
2651
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
10
300
500
C
30
R
500
5.1
2 G
2651
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
30
500
1000
C
50
R
1000
5.3
3 G
2652
0
Kalkfabrieken:
2652
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2652
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
2653
0
Gipsfabrieken:
2653
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2653
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
2661.1
0
Betonwarenfabrieken:
2661.1
1
-
zonder persen, triltafels en bekistingtrille
10
100
200
30
200
4.1
2 G
2661.1
2
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
10
100
300
30
300
4.2
2 G
2661.1
3
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton/dag
30
200
700
30
700
5.2
3 G
Z
Z
Z
Z
Bijlage 1
0
Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
10
50
100
2661.2
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
300
50
50
100
2662
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
Z
30
100
3.2
2 G
30
300
4.2
3 G
30
100
3.2
2 G
2663, 2664
0
Betonmortelcentrales:
2663, 2664
1
-
p.c. < 100 ton/uur
10
50
100
2663, 2664
2
-
p.c. >= 100 ton/uur
30
200
300
2665, 2666
0
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666
1
-
p.c. < 100 ton/dag
10
50
100
2665, 2666
2
-
p.c. >= 100 ton/dag
30
200
300
267
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
1
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
10
30
100
0
100
267
2
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
10
30
50
0
50
267
3
-
met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar
10
100
300
10
267
4
-
met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
700
10
30
50
2681
Slijp- en polijstmiddelenfabrieken A0
Bitumineuze materialenfabrieken:
2682
A1
-
p.c. < 100 ton/uur
300
100
100
2682
A2
-
p.c. >= 100 ton/uur
500
200
200
2682
B0
Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
2682
B1
-
steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar
100
200
300
C
2682
B2
-
overige isolatiematerialen
200
100
100
C
2682
C
50
50
Minerale productenfabrieken n.e.g.
3.2
1 G
3.1
1 G
300
4.2
1 G
10
700
5.2
2 G
10
50
3.1
1 G
D
D
30
300
4.2
2 G
50
200
4.1
2 G
100
50
100
3.2
2 G
30
200
4.1
3 G
50
300
4.2
3 G
700
5.2
2 G
700
500
700
p.c. < 1.000 ton/jaar
3 G
Z
300
-
2 G
4.2
3 G
100
Ruwijzer- en staalfabrieken:
3.2
300
3 G
200
1
100
R
5.1
D1 -
271
R
200
4.2
2682
VERVAARDIGING VAN METALEN
50 Z
500
200
-
3 G
300
50
0
3 G
4.2
50
100
271
3.2
300
30
D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur
27
100
10
Z
2682
asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
10 Z
Z
2682
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
2661.2
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
11
Z
200
R
D
Bijlage 1
p.c. >= 1.000 ton/jaar
2
-
272
0
IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:
1500
272
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
30
500
272
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
100
1000
273
0
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
273
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
30
300
273
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
50
700
274
A0
Non-ferro-metaalfabrieken:
274
A1
-
p.c. < 1.000 ton/jaar
100
100
300
274
A2
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
200
300
700
274
B0
Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:
274
B1
-
p.o. < 2.000 m²
274
B2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
50
500
200
100
1000
C
Z
300
R
1500
R
30 Z
50 30
Z
VERKEER
CATEGORIE
1000
GEVAAR
1500
271
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS
STOF
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
GEUR
12
6
3 G
500
5.1
2 G
1000
5.3
3 G
300
4.2
2 G
50
R
700
5.2
3 G
30
R
300
4.2
1 G
Z
50
R
700
5.2
2 G
50
R
500
5.1
2 G
Z
100
R
1000
5.3
3 G
30
R
300
4.2
1 G
50
R
500
5.1
2 G
30
R
300
4.2
1 G
50
R
500
5.1
2 G
2751, 2752
0
IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
2751, 2752
1
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
100
50
300
C
2751, 2752
2
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
200
100
500
C
2753, 2754
0
Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
2753, 2754
1
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
100
50
300
C
2753, 2754
2
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
200
100
500
C
28
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
281
0
Constructiewerkplaatsen:
281
1
-
gesloten gebouw
30
30
100
30
100
3.2
2 G
281
1a
-
gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
30
30
50
10
50
3.1
1 G
281
2
-
in open lucht, p.o. < 2.000 m²
30
50
200
30
200
4.1
2 G
281
3
-
in open lucht, p.o. >= 2.000 m²
50
200
300
30
300
4.2
3 G
2821
0
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2821
1
-
30
50
300
300
4.2
2 G
p.o. < 2.000 m²
Z
Z
Z
30
R
Bijlage 1
2
2822, 2830
VERKEER
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
STOF
2821
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
13
50
100
500
500
5.1
3 G
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
30
30
200
30
200
4.1
2 G
4.1
1 G
-
p.o. >= 2.000 m²
Z
50
R
284
A
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
10
30
200
30
200
284
B
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke
50
30
100
30
100
D
3.2
2 G
284
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
30
30
50
10
50
D
3.1
1 G
2851
0
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851
1
-
algemeen
50
50
100
50
100
3.2
2 G
2851
10
-
stralen
30
200
200
30
200
D
4.1
2 G
2851
11
-
metaalharden
30
50
100
50
100
D
3.2
1 G
2851
12
-
lakspuiten en moffelen
100
30
100
50
R
100
D
3.2
2 G
2851
2
-
scoperen (opspuiten van zink)
50
50
100
30
R
100
D
3.2
2 G
2851
3
-
thermisch verzinken
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2851
4
-
thermisch vertinnen
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2851
5
-
mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
30
50
100
30
100
3.2
2 G
2851
6
-
anodiseren, eloxeren
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2851
7
-
chemische oppervlaktebehandeling
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2851
8
-
emailleren
100
50
100
50
100
3.2
1 G
2851
9
-
galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke)
30
30
100
50
100
3.2
2 G
2852
1
Overige metaalbewerkende industrie
10
30
100
30
100
D
3.2
1 G
2852
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
10
30
50
10
50
D
3.1
1 G
30
200
4.1
2 G
30
500
5.1
3 G
R
287
A0
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287
A1
-
p.o. < 2.000 m²
30
50
200
287
A2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
100
500
287
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
30
30
100
30
100
3.2
2 G
287
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
30
30
50
10
50
3.1
1 G
29
-
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
0
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie:
29
1
-
30
30
100
30
100
3.2
2 G
p.o. < 2.000 m²
Z
D
Bijlage 1
-
p.o. >= 2.000 m²
50
30
200
3
-
met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ≥ 1 MW
50
30
300
30
30
30
29 30
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie
31
-
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
VERKEER
2
29
GROOTSTE AFSTAND
STOF
29
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
14
30
200
D
4.1
3 G
30
300
D
4.2
3 G
50
30
50
3.1
1 G
10
30
10
30
2
1 G
Z
311
Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie
200
30
30
50
200
4.1
1 G
312
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
1 G
313
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100
4.1
2 G
314
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
100
3.2
2 G
315
Lampenfabrieken
200
30
30
300
300
4.2
2 G
316
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
1 G
3162
Koolelektrodenfabrieken
1500
300
1000
1500
6
2 G
C
Z
200
R R R
200
D
321 t/m 323
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
50
30
50
3.1
2 G
3210
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
3.1
1 G
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
30
0
30
2
1 G
32
-
33
-
33
A
34 341
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0
Autofabrieken en assemblagebedrijven
D
Bijlage 1
-
p.o. < 10.000 m²
100
10
200
2
-
p.o. >= 10.000 m²
200
30
300
100
10
C
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
200
30
R
200
4.1
2 G
200
4.1
2 G
R
100
3.2
2 G
50
3.1
2 G
R
100
3.2
2 G
Z
3420.1
Carrosseriefabrieken
3420.2
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
10
200
30
343
Auto-onderdelenfabrieken
30
10
100
30
35
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
1
-
houten schepen
351
2
-
kunststof schepen
351
3
-
metalen schepen < 25 m
351
4
-
metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW
351
-
onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen
3511
Scheepssloperijen
D
VERKEER
1
341
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
341
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
15
30
30
50
10
100
50
100
50
50
100
200
30
200
4.1
2 G
100
100
500
50
500
5.1
2 G
30
50
50
30
50
3.1
2 G
100
200
700
100
700
5.2
2 G
352
0
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352
1
-
algemeen
50
30
100
352
2
-
met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW
50
30
300
353
0
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353
1
-
zonder proefdraaien motoren
353
2
-
met proefdraaien motoren
50
30
200
100
30
1000
C
Z
R
30
100
3.2
2 G
R
300
4.2
2 G
200
4.1
2 G
100
R
1000
5.3
2 G
R
100
3.2
2 G
Z
30
Z
30
354
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
30
10
100
30
355
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
50
50
100
30
100
D
3.2
2 G
0
10
10
0
10
1
1 P
36
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
1
Meubelfabrieken
361
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
30
10
10
10
30
2
1 G
363
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
2 G
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
16
364
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
365
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
3661.1
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
1 P
3661.2
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
30
10
50
30
50
3.1
2 G
30
100
500
30
500
5.1
2 G
37
-
371
D
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders
Z
372
A0
Puinbrekerijen en -malerijen:
372
A1
-
v.c. < 100.000 ton/jaar
30
100
300
10
300
4.2
2 G
372
A2
-
v.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
700
10
700
5.2
3 G
372
B
Rubberregeneratiebedrijven
300
50
100
50
300
4.2
2 G
372
C
Afvalscheidingsinstallaties
200
200
300
C
50
300
4.2
3 G
40
-
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
A0
Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)
40
A1
-
kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
100
700
700
C
Z
200
700
5.2
2 G
40
A2
-
oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth
100
100
500
C
Z
100
500
5.1
2 G
40
A3
-
gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
100
100
500
C
Z
100
R
500
5.1
1 G
40
A5
-
warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth
30
30
500
C
Z
100
R
500
5.1
1 G
40
B0
40
B1
Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie
100
50
100
30
R
100
3.2
2 G
40
B2
-
50
50
100
30
R
100
3.2
2 G
40
C0
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
C1
-
< 10 MVA
0
0
30
C
10
30
2
1 P
40
C2
-
10 - 100 MVA
0
0
50
C
30
50
3.1
1 P
40
C3
-
100 - 200 MVA
0
0
100
C
50
100
3.2
1 P
40
C4
-
200 - 1000 MVA
0
0
300
C
Z
50
300
4.2
1 P
40
C5
-
>= 1.000 MVA
0
0
500
C
Z
50
500
5.1
1 P
vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa
R
Bijlage 1
D0 Gasdistributiebedrijven:
40
D1 -
gascompressorstations vermogen < 100 MW
0
0
300
C
100
40
D2 -
gascompressorstations vermogen >= 100 MW
0
0
500
C
200
40
D3 -
gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A
0
0
10
C
10
40
D4 -
gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
0
0
30
C
10
40
D5 -
gasontvang- en -verdeelstations, categorie D
0
0
50
C
50
40
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
E1
-
stadsverwarming
30
10
100
C
40
E2
-
blokverwarming
10
0
30
C
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
40
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
17
300
4.2
1 P
500
5.1
1 P
10
1
1 P
30
2
1 P
50
3.1
1 P
50
100
3.2
1 P
10
30
2
1 P
5.3
1 G
3.1
1 G
R
R
41
-
41
A0
Waterwinning-/bereidingbedrijven:
41
A1
-
met chloorgas
50
0
50
C
1000
41
A2
-
bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling
10
0
50
C
30
41
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
B1
-
< 1 MW
0
0
30
C
10
30
2
1 P
41
B2
-
1 - 15 MW
0
0
100
C
10
100
3.2
1 P
41
B3
-
>= 15 MW
0
0
300
C
10
300
4.2
1 P
45
-
45
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER R
1000 50
D
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven/aannemers algemeen
45
0
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m²
10
30
100
10
100
3.2
2 G
45
1
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o. <= 2.000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
45
2
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
453
Bouwinstallatie algemeen
10
10
30
30
30
2
1 G
453
Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij
50
30
50
30
50
3.1
1 G
453
Elektrotechnische installatie
10
10
30
10
30
2
1 G
50
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
Bijlage 1
501, 504
VERKEER
GEVAAR
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
STOF
18
502,
501
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
10
0
30
10
30
2
2 P
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)
10
10
100
10
100
3.2
2 G
10
30
100
10
100
3.2
1 G
0
0
10
10
10
1
1 G
50
3.1
1 G
5020.4
A
Autoplaatwerkerijen
5020.4
B
Autobeklederijen
5020.4
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
5020.5
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3 P
503, 504
Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
1 P
30
30
50
30
R
50
3.1
2 G
50
R
300
4.2
2 G
2
2 G
51
-
GROOTHANDEL EN OPSLAG
5121
0
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
1
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer
5121
100
100
300
5122
Groothandel in bloemen en planten
10
10
30
5123
Groothandel in levende dieren
50
10
100
5124
Groothandel in huiden, vellen en leder
50
0
5125, 5131
Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
30
5132, 5133
Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
5134
Groothandel in dranken
5135
Z
R
0
30
0
100
3.2
2 G
30
0
50
3.1
2 G
10
30
50
R
50
3.1
2 G
10
0
30
50
R
50
3.1
2 G
0
0
30
0
30
2
2 G
Groothandel in tabaksproducten
10
0
30
0
30
2
2 G
5136
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
2 G
5137
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
30
10
30
0
30
2
2 G
5138, 5139
Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
2 G
514
Groothandel in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
2 G
C
5148.7
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7
1
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
10
0
30
10
V
30
2
2 G
5148.7
2
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
10
0
30
50
V
50
3.1
2 G
5148.7
5
-
munitie
0
0
30
30
30
2
2 G
5151.1
0
Groothandel in vaste brandstoffen:
5151.1
1
-
10
50
50
30
50
3.1
2 P
klein, lokaal verzorgingsgebied
Bijlage 1
2
-
5151.2
0
Groothandel in vloeibare brandstoffen:
kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m²
500
Z
100
500
VERKEER
500
CATEGORIE
50
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
STOF
5151.1
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
19
5.1
3 G
5151.2
-
ondergronds, K1/K2/K3-klasse
10
0
10
10
10
1
1 G
5151.2
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³
10
0
10
50
R
50
3.1
1 G
5151.2
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³
30
0
30
100
R
100
3.2
1 G
5151.2
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³
10
0
10
10
30
2
1 G
5151.2
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³
30
0
30
50
50
3.1
1 G
50
0
50
200
R
200
D
4.1
2 G
100
0
50
500
R
500
D
5.1
2 G
50
0
50
300
R
300
D
4.2
2 G
5151.2
1
-
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
5151.2
2
-
o.c. >= 100.000 m³
5151.2
3
-
tot vloeistof verdichte gassen
5151.2
0
Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):
5151.2
-
bovengronds, < 2 m³
0
0
0
30
30
2
1 G
5151.2
-
bovengronds, 2 - 8 m³
10
0
0
50
R
50
3.1
1 G
5151.2
-
bovengronds, 8 - 80 m³
10
0
10
100
R
100
3.2
1 G
5151.2
-
bovengronds, 80 - 250 m³
30
0
30
300
R
300
4.2
2 G
5151.2
-
ondergronds, < 80 m³
10
0
10
50
R
50
3.1
1G G
5151.2
-
ondergronds, 80 - 250 m³
30
0
30
200
R
200
4.1
2 G
5151.2
1
-
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
50
0
50
200
R
200
D
4.1
2 G
5151.2
2
-
o.c. >= 100.000 m³
100
0
50
500
R
500
D
5.1
2 G
5151.2
Gasvormige brandstoffen in gasflessen
5151.2
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
0
0
0
10
10
1
1 G
5151.2
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
10
0
10
30
R
30
2
1 G
5151.2
-
grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau
30
0
30
500
R
500
5.1
2 G
5151.2
Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld
10
0
10
50
50
3.1
1 G
5151.3
Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)
100
0
30
50
100
3.2
2 G
10
300
4.2
3 G
10
700
5.2
3 G
10
100
3.2
2 G
5152.1
0
Groothandel in metaalertsen:
5152.1
1
-
opslag oppervlak < 2.000 m²
30
300
300
5152.1
2
-
opslag oppervlak >= 2.000 m²
50
500
700
0
10
100
5152.2 /.3
Groothandel in metalen en -halffabricaten
Z
Bijlage 1
GROOTSTE AFSTAND
STOF
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-CODE 1993
GELUID
20
5153
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
1
-
algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
10
50
10
50
3.1
2 G
5153
2
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
5153.4
4
Zand en grind:
5153.4
5
-
algemeen: b.o. > 200 m²
0
30
100
0
100
3.2
2 G
5153.4
6
-
algemeen: b.o. <= 200 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
5154
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
1
-
algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
0
50
10
50
3.1
2 G
5154
2
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
0
0
30
0
30
2
1 G
3.2
2 G
5155.1
Groothandel in chemische producten
50
10
30
100
R
100
D
5155.2
Groothandel in kunstmeststoffen
30
30
30
30
R
30
2
1 G
5155.2
Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of gasflessen
5155.2
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
0
0
0
10
10
1
1 G
5155.2
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
0
0
0
30
R
30
2
1 G
5155.2
-
grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau
0
0
0
500
R
500
5.1
1 G
5156
Groothandel in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
30
2
2 G
10
30
100
30
100
3.2
2 G
10
10
50
10
50
3.1
2 G
10
30
100
10
100
3.2
2 G
10
10
50
10
50
3.1
2 G
5157
0
Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²
5157
1
-
5157.2/3
0
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²
5157.2/3
1
-
518
0
Groothandel in machines en apparaten:
518
1
-
machines voor de bouwnijverheid
0
10
100
10
100
3.2
2 G
518
2
-
overige
0
10
50
0
50
3.1
2 G
518
3
-
overig met oppervlak <= 2.000 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
0
0
30
0
30
2
2 G
0
0
10
10
10
1
1 P
519 52 527
autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m²
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke) -
D
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
Bijlage 1
-
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
0
0
30
C
0
30
2
2 P
10
0
100
C
0
100
3.2
2 G
0
0
100
C
30
100
3.2
3 G
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
3.1
2 G
3.1
2 G
2
2 G
3.2
2 G
VERVOER OVER LAND
6022
Taxibedrijven
6023
Touringcarbedrijven
6024
0
6024
1
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m² - goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²
63
-
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
631
INDICES
STOF
60
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
21
Loswal
10
30
50
6312
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
30
10
50
C
50
6312
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
0
0
30
C
10
30
6321
2
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
10
0
100
C
30
100
6321
3
Caravanstalling
10
0
30
C
10
30
2
2 P
64
-
POST EN TELECOMMUNICATIE 0
0
30
C
0
30
2
2 P
641 71
Post- en koeriersdiensten -
30
50 R
50
D
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711
Personenautoverhuurbedrijven
10
0
30
10
30
2
2 P
712
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
713
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
7133
Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers
10
0
30
10
2
2 G
72
-
72
-
725
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines
0
0
10
72
B
Datacentra
0
0
30
73
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
C
0
10
1
1 P
0
30
2
1 P
Bijlage 1
731 74
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk -
30
30
R
30
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
30
50
7481.3
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
C
10
30
7484.3
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
50
30
200
C
50
7484.4
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
0
0
10
-
2
1 P
3.1
1 P
2
2 G
4.1
3 G
1
2 P
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
74701
90
VERKEER
10
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
30
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS
STOF
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
GEUR
22
R
D
200
0
10
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
A0
RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:
9001
A1
-
< 100.000 i.e.
200
10
100
C
10
200
4.1
2 G
9001
A2
-
100.000 - 300.000 i.e.
300
10
200
C
Z
10
300
4.2
2 G
9001
A3
-
>= 300.000 i.e.
500
10
300
C
Z
10
500
5.1
3 G
9001
B
Rioolgemalen
30
0
10
C
0
30
2
1 P
9002.1
A
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
50
30
50
10
50
3.1
2 G
9002.1
B
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
30
30
50
30
50
3.1
2 G
9002.1
C
Vuiloverslagstations
200
200
300
30
300
4.2
3 G
9002.2
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2
A1
-
mestverwerking/korrelfabrieken
500
10
100
10
500
5.1
3 G
9002.2
A2
-
kabelbranderijen
100
50
30
10
100
3.2
1 G
9002.2
A3
-
verwerking radioactief afval
0
10
200
1500
1500
6
1 G
9002.2
A4
-
pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
50
10
30
10
50
3.1
1 G
9002.2
A5
-
oplosmiddelterugwinning
100
0
10
30
9002.2
A6
-
afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW
300
200
300
9002.2
A7
-
verwerking fotochemisch en galvano-afval
10
10
30
30
9002.2
B
300
200
300
10
9002.2
C0
Composteerbedrijven:
9002.2
C1
-
niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar
300
100
50
9002.2
C2
-
niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jaar
700
300
100
Vuilstortplaatsen
C C
C
Z
R
R
100
D
3.2
1 G
300
D
4.2
3 G
2
1 G
300
4.2
3 G
10
300
4.2
2 G
30
700
5.2
2 G
50 R
30
Bijlage 1
VERKEER
GEVAAR
STOF
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
OMSCHRIJVING
GELUID
SBI-CODE 1993
23
9002.2
C3
-
belucht v.c. < 20.000 ton/jaar
100
100
100
10
100
3.2
2 G
9002.2
C4
-
belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
200
200
100
30
200
4.1
3 G
9002.2
C5
-
gft in gesloten gebouw
200
50
100
100
200
4.1
3 G
R
93
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
A
Wasserijen en linnenverhuur
30
0
50
30
50
3.1
2 G
9301.1
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
2 G
Chemische wasserijen en ververijen
30
0
30
30
30
2
2 G
0
0
30
0
30
2
1 G
9301.2 9301.3 SBI 93/SvB b ex.o febr.2010
A
Wasverzendinrichtingen
C
R
eindnoten
Eindnoten 1. Ingenieursbureau Drechtsteden, memo ontsluiting Achterlindt , d.d. 23 november 2010 2. Goudappel Coffeng, Kwaliteit in Mobiliteit verkeers-en vervoersplan Zwijndrecht 2006-2015, d.d. 22 mei 2007. 3. Studie Hotelconcept Zwijndrecht, Klaassen Horeca-advies, 29 juni 2010
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139.15083.00
kaart(en)