Zwemlessen via de Buitenschoolse opvang Samenwerking tussen zwembad en Commerciële Kinderopvangorganisaties (BSO) in ’s-Hertogenbosch
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
1
Inhoudsopgave 1)
Inleiding
3
2)
Algemene gang van zaken
4
3)
Oriënterende fase 3.1 Visie op opvoeding en beweging BSO 3.2 Het zwemles aanbod 3.3 Planning van cursussen 3.4 Inhouden 3.5 Reserveren 3.6 Betaling 3.7 Veiligheid en verantwoordelijkheid 3.8Voorlichting
5 5 5 6 6 7 7 7
Zwemles organisatie en inhouden 4.1 Doelstellingen 4.2 Gehanteerde niveaugroepen 4.3 Eindtermen 4.4 Groepsgrootte 4.5 Afspraken en procedures t.a.v. organisatie en veiligheid 4.6 Leerlingvolgsysteem 4.7 Beloningssysteem 4.8 Kijk- en informatie dagen 4.9 Afronding middels diplomazwemmen 4.10 Inschrijving vervolg opleidingen
8 8 9 9 9 10 10 10 10 11
Het veiligheidsprotocol 5.1 Het opstellen van het protocol 5.2 Afspraken over jaarlijkse evaluatie
12 12
Betaling op rekening 6.1 Kassaregistratie systeem 6.2 Facturering
13 13
Voorlichting aan ouders 7.1 Het nut van voorlichting 7.2 Voorlichting door de BSO 7.3 Voorlichting door het zwembad
14 14 14
8)
Agenda voor tussentijdsoverleg
15
9)
Bijlagen 9.1 Eindtermen twee per week half uur les 9.2 Eindtermen één keer per week drie kwartier/uur les EasySwim 9.3 Brief afspraken en procedures t.a.v. organisatie en veiligheid 9.4 Afspraken en procedures zwemonderwijzers 9.5 Brieven kijkdagen en kijk- en informatie dagen 9.6 Brieven kleding- en diplomazwemmen Zwem-ABC 9.7 Diploma eisen Zwem-ABC 9.8 Protocol BSO zwemmen
16 22 25 27 35 37 40 42
4)
5)
6)
7)
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
2
1)
Inleiding
Sinds enkele jaren leren kinderen via de buitenschoolse opvang zwemmen in Sportiom. De eerste aanzet hiertoe vond in 2005 plaats met de aanvraag voor zwemlessen van de toenmalige eerste sport BSO van ‘s-Hertogenbosch. Deze leek zijn tijd ver vooruit, want anno 2008 is sport en beweging niet meer weg te denken uit het activiteiten programma van de BSO’s. Inmiddels nemen twee grote kinderopvangbedrijven met verschillende locaties in de stad deel aan de gemeentelijke zwemlessen in Sportiom en staan nieuwe kinderopvang organisaties al weer op de stoep. De toevlucht van de BSO’s naar de zwembaden zal de komende jaren alleen maar toenemen en vragen om een gestructureerde werkwijze van alle partijen. Een goede samenwerking vraagt dan ook om duidelijke en eenduidige afspraken die de organisatie en de veiligheid van de zwemlessen waarborgen. Dit werkplan “Zwemlessen via de Buitenschoolse opvang” beschrijft zo volledig mogelijk alle factoren die van invloed zijn op deze activiteit. Sportiom hoopt hiermee inzicht te geven in de thematiek, welke tevens bruikbaar is voor Buitenschoolse opvangorganisaties en andere zwembaden in Nederland die willen starten met zwemmen leren via de BSO.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
3
2)
Algemene gang van zaken
In ’s-Hertogenbosch hebben verschillen BSO’s zwemlessen in hun activiteitenprogramma opgenomen en kennen een samenwerking met het sport en vrijetijdscentrum Sportiom. De doelgroep die zij laten deelnemen aan dit programma varieert van 4 t/m 7 jaar, de onderbouw van het basisonderwijs. De BSO’s motiveren het aanbod van zwemlessen, door ouders (deels) te willen ontlasten van deze taak en versterken hiermee hun positie in de markt. De manier waarop het zwemmen leren wordt georganiseerd is per BSO verschillend en afhankelijk van hun visie op opvoeding en beweging binnen hun BSO. Naast de BSO’s en Sportiom is de gemeente ’s-Hertogenbosch, als afdeling Sport en Recreatie, ook betrokken bij deze zwemlessen. De zwemlessen zijn een gemeentelijk activiteit. Het initiatief voor het zwemmen leren in BSO verband is in alle gevallen genomen door de BSO’s. Mogelijkerwijs onderneemt de afdeling Sport en Bewegen van de gemeente ’sHertogenbosch in de nabije toekomst zelf stappen om BSO’s te benaderen voor zwemlessen en zullen er zwemlessen in het kader van de Brede schoolontwikkeling en/of BOS projecten worden opgestart. Sportiom hanteert in de oriënterende fase van de BSO een vaste agenda om alle facetten van het zwemmen leren in BSO verband de revue te laten passeren. De BSO beschikt dan over alle in en outs voordat zij een en ander bespreken met hun achterban en een juiste keuze kunnen maken uit het zwemles aanbod. Bij het aangaan van een samenwerking dient de veiligheid en verantwoordelijk te zijn geregeld via een veiligheidsprotocol. (Het bestaande veiligheidsprotocol schoolzwemmen is hiervoor leidraad). Het zwembad geeft hiermee ook inzicht in en verantwoording over het te volgen lesprogramma. Bij de inschrijving voor de zwemlessen conformeert de BSO zich financieel aan het aantal gereserveerde lesplaatsen. De zwemlessen worden gefactureerd door Sportiom aan de BSO’s. De kindgegevens worden aangeleverd in de vorm van de stamgegevens. Deze omvatten alle informatie zoals personalia, medische indicaties, back-up op thuisfront, etc. Alle BSO’s nemen plaatsen af binnen de reguliere zwemles planning van Sportiom. Bijna alle BSO’s kiezen voor een vaste zwemdag en zwemtijd. Sommige reserveren één of meerdere volledige zwemlestijden (=10 kinderen per groep), anderen kiezen voor minder grote groepen. E.e.a. blijkt sterk afhankelijk te zijn van de vervoersmogelijkheden van de BSO’s. Alvorens de BSO’s starten met de zwemlessen wordt er een voorlichtingsavond voor ouders georganiseerd, waarbij zowel de BSO als het zwembad de organisatie en inhoud van de zwemlessen bespreken. Wanneer de zwemlessen daadwerkelijk plaatsvinden informeren de BSO’s de ouders over de vorderingen. Alle overige informatie gaat per brief vanuit het zwembad richting de ouders. Elke drie maanden is er een tussentijds overleg vanuit Sportiom met de BSO’s omtrent de organisatie, veiligheid en inhouden.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
4
3)
Oriënterende fase
In de oriënterende fase van de BSO en Sportiom worden een aantal zaken besproken die van invloed zijn op een mogelijke samenwerking. Dit hoofdstuk beschrijft de onderwerpen die aan de orde komen in een voorbespreking. 3.1 Visie op opvoeding en beweging BSO Elke BSO geeft vanuit hun eigen visie op opvoeding en verzorging gestalte aan hun BSO activiteiten. Dit kan consequenties hebben voor de keuze van het zwemles aanbod. BSO’s die ouders veelvuldig bij hun activiteiten betrekken kiezen bijvoorbeeld vaker voor de laatste zwemlestijden op de dag. De ouders participeren dan zelf in het vervoer van het zwembad naar huis, (de kinderen worden dan bij het zwembad opgehaald in plaats van de BSO), zijn gemakkelijker in staat om kijk- en informatielessen bij te wonen of zelfs alle lessen te volgen. Ook kan de visie van de BSO betrekking hebben op het pedagogische klimaat, de groepsgrootte, of de frequentie van de zwemlessen. Sportiom en de BSO’s spreken zich dus uit over hun visie op opvoeding en beweging. 3.2 Het zwemles aanbod De meeste zwembaden kennen een gevarieerd aanbod van zwemlessen voor het ZwemABC. Sportiom beschikt over zwemlessen die twee keer per week een half uur plaatsvinden en vooral geschikt zijn voor de hele jonge kinderen vanaf 4,5 jaar. Daarnaast zijn er ook zwemlessen die één keer per week plaatsvinden en een lesduur hebben van driekwart uur of zelfs één uur. Deze lessen zijn meer geschikt voor oudere kinderen. Sommige zwemlessen starten in diep water met behulp van het EasySwim pakje. Dit pakje is voorzien van drijfmiddelen waardoor het kind veilig in water kan bewegen waar het niet kan staan. In het algemeen vinden de lessen met een frequentie van één keer per week volgens de EasySwim methode plaats. In Sportiom is de gemiddelde opleidingsduur voor het zwemdiploma A voor kinderen vanaf 4,5 jaar is 40 klokuren, voor kinderen vanaf 6 à 7 jaar 30 klokuren en voor kinderen van 8 à 9 jaar 20 klokuren. De zwemlessen met de EasySwim methode verlopen gemiddeld 5 klokuren sneller. Lesdagen en lestijden: Twee keer per week Maandag en donderdag 16.00–16.30 uur A/B 16.30–17.00 uur A/B 17.00–17.30 uur A/C 17.30–18.00 uur A/B Eén keer per week Woensdag 13.15–14.00 uur 14.00–14.45 uur 15.15–16.00 uur 16.00–16.45 uur
A/B A/B A/C A/B
Dinsdag en Vrijdag 16.00–16.30 uur A/B 16.30–17.00 uur A/B 17.00–17.30 uur A/C 17.30–18.00 uur A/B Vrijdag 13.15– 14.00 uur 14.00– 14.45 uur 14.45 – 15.30 uur
Zaterdag (nvt) A/B 10.00–11.00 uur A/B A/B 11.00–12.00 uur A/B/C A/B/C 12.00–13.00 uur A/B
3.3 Planning van de cursussen Sportiom start op vaste momenten in het jaar met zwemlessen voor “nieuwe” kinderen. Er worden dus geen kinderen via wachtlijsten opgeroepen wanneer er plaatsen vrij komen in aanvangsgroepen. Voor dit systeem is bewust gekozen om meer rust en regelmaat in de lessen te brengen. De twee per week zwemlessen starten drie keer per jaar, namelijk in januari, april en oktober. Zwemlessen die één per week plaats vinden Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
5
starten slechts twee keer per jaar, in april en oktober. Alle nieuwe cursussen starten zowel voor zowel het deel, A als B als C van het Zwem-ABC. 3.4 Inhouden Sportiom leidt alle kinderen die deelnemen aan de zwemlessen op voor het nationale zwemdiploma, het Zwem-ABC. De vervolgopleidingen in de sfeer van zwemvaardigheidsdiploma’s worden door de zwemverenigingen in Sportiom georganiseerd. De inhouden van het Zwem-ABC zijn vastgesteld door het Nationaal Platvorm Zwembaden. Deze organisatie beheert en controleert alle aangevraagde en uitgaande diploma’s en bewaakt door middel van rapporteurs de afgesproken normering. Het Zwem-ABC is opgebouwd rondom een aantal basiselementen die te vergelijken zijn met essentiële grondvormen van bewegen in water. Alle basiselementen worden gefaseerd en getrapt tijdens de gehele opleidingsweg aangeboden en komen elke les aan de orde. Sportiom heeft de Zwem-A opleiding die twee keer per week plaatsvindt opgedeeld in vier niveaus (4 vakken) met elk een eigen docent. Elk vak kent specifieke eindtermen waaraan een kind moet voldoen wil het doorstromen naar een volgend vak. Om de niveaus herkenbaar te maken en om de kinderen snel in te delen heeft elk niveau een eigen kleur. De kinderen doorlopen vak A (wit), vak B (rood), vak C (blauw) en vak D (geel). De Zwem-B en Zwem-C opleiding kennen maar elk één niveau en twee kleuren, vak E (groen en oranje). De zwemlessen volgens de Easyswim methode kennen slechts 3 niveaus, vak 1 (rood), vak 2 (blauw) en vak 3 (geel). De Zwem-B en Zwem-C opleiding kennen ook hier maar elk één niveau en twee kleuren, vak 4 (groen en oranje). De kinderen dragen de betreffende kleur in de vorm van een lintje op hun badkleding. De basiselementen zijn: te water gaan onder water oriëntatie ademhaling drijven zweven en zinken draaien om lengte- en breedte-as voortbewegen middels school- en rugslag, borst- en rugcrawl survival watertrappen 3.5 Reserveren Sportiom en de BSO bepalen in de voorbereidingsfase hoeveel cursus plaatsen er worden afgenomen. Sportiom reserveert deze plaatsen voor de BSO en blokkeert de plaatsen voor particuliere lesklanten. De BSO wordt hiermee ook financieel verantwoordelijk voor de plaatsen, bij minder afname wordt het gereserveerde aantal toch in rekening gebracht. Sportiom kent een wachttijd voor de twee keer per week zwemlessen van ongeveer driekwart jaar en voor de één keer per week zwemlessen een wachttijd van minimaal één jaar. De keuze voor de lesplaatsen qua dag en tijd is afhankelijk van het aan kinderen die op de betreffende dagen gebruik maken van de BSO. Daarnaast spelen ook de gewenste opleidingswegen en lestijden een rol. (Zwemles voor Zwem-A en Zwem-B op dezelfde tijd). Het aantal af te nemen lesplaatsen is afhankelijk van de vervoercapaciteit van de BSO en de eventuele doorstroom van kinderen richting het
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
6
Zwem-B en Zwem-C. Minimaal twee weken voor aanvang de cursussen worden de personalia in de vorm van de stamgegevens door de BSO aan Sportiom doorgegeven. 3.6 Betaling Sportiom kent een geautomatiseerd kassa en registratie systeem. Dit systeem geeft tevens toegang tot de zwembaden en slagbomen van de parkeerplaatsen. Binnen het kassa programma hebben de BSO’s die zwemlessen in Sportiom een eigen account. Per kwartaal worden de zwemlessen door het administratie kantoor van Libema (=moeder bedrijf Sportiom) gefactureerd. Sportiom voorziet deze administratieve afdeling van kind specifieke informatie, zodat de BSO’s direct kunnen inzien welke ouders zij een rekening dienen te sturen. Vervolg leskaarten en parkeerkaarten worden op dezelfde manier meegenomen. Elke kwartaal bespreking komen de uitstaande factureringen aan de orde. 3.7 Veiligheid en verantwoordelijkheid Zwembaden in Nederland en zo ook Sportiom vallen onder de WHVBZ, Wet Hygiëne en Veiligheid van Bad- en Zweminrichtingen. Deze wet schrijft onder andere voor dat er in voldoende mate toezicht dient te worden gehouden bij de verschillende activiteiten in het zwembad. Omdat dit per zwembad erg verschilt is iedere accommodatie verplicht om het toezicht op de activiteiten inzichtelijk te maken middels een eigen toezichtplan. Sportiom heeft dus ook een toezichtplan waarin alle zwembad activiteiten zijn opgenomen. Bij zwemlessen in BSO verband speelt er een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij zowel het zwembad als de BSO ter verantwoording kan worden geroepen. Het is daarom zaak om aan de hand van een veiligheidsprotocol deze verantwoordelijkheden voor beide partijen inzichtelijk te maken. Het bestaande veiligheidsprotocol schoolzwemmen is leidraad voor deze verzameling van afspraken. Het is gebruikelijk dat Sportiom het protocol voorlegt en ter ondertekening aan de BSO’. Eén keer per jaar wordt dit protocol geëvalueerd en eventueel bijgesteld. 3.8 Voorlichting Voor aanvang van de zwemlessen worden de ouders van de kinderen die gaan zwemlessen uitgenodigd voor een voorlichtingsavond. Sportiom plant deze bijeenkomst twee weken voorafgaand aan de startdatum op een doordeweekse avond. Tijdens deze voorlichtingsavond wordt er door de BSO uitleg gegeven over hun organisatie en geeft Sportiom voorlichting over de inhoud en organisatie van de zwemlessen. De ouders krijgen deze avond een zwemtas overhandigd met alle inhoudelijke en organisatorische informatie, de polsband (= toelatingssysteem), een eventuele parkeerkaart. Voor het kind bevat deze tas de zwemposter, het badpakvignet een briefkaart en een sticker als psychologische voorbereiding op de zwemlessen. Als afsluiting volgt er een rondgang door het zwembad zelf, zodat ouders zich ook een beeld kunnen vormen van het reilen en zeilen rondom de zwemlessen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
7
4)
Zwemles organisatie en inhouden
4.1 Doelstellingen De algemene doelstelling van de particuliere zwemlessen in Sportiom luidt: het kind op een speelse, veilige en efficiënte werkwijze, veel en veelzijdige bewegingservaringen te laten opdoen, opdat het in, op en rondom het water zelfredzaam wordt. De afronding van de volledige Zwem-ABC opleiding wordt gezien is voorwaarde voor het behalen van deze doelstelling. Sportiom hecht veel waarde aan lessen met een verzorgd en warm pedagogische klimaat. Zwemonderwijzers geven kinderen bewust ruimte op zelf antwoorden te vinden op bewegingsopdrachten, waardoor het leerproces grondig en veelzijdig wordt doorlopen. Ieder kind dient elke les op zijn of haar niveau, bewuste en onbewuste bewegingservaringen op te doen, die hem ondersteunen op weg naar zijn Zwem-ABC. Sportiom investeert in de aanvangsfase van het leerproces uitgebreid aandacht aan het watervrij maken en “het vriendje van het water worden” van het kind. Bij de meer traditionele zwemlessen is e.e.a. ook voorwaarde om aan de voortbewegingstechnieken te gaan werken. Bij de zwemlessen volgens de EasySwim methode worden beide zaken gecombineerd en maken kinderen al in het voortraject kennis met stuwvormen van borst- en rugcrawl. De inleidingen en afsluitingen van de lessen worden veelal klassikaal aangeboden, terwijl er tijdens de kern van de les zo efficiënt mogelijk wordt gedifferentieerd. De individuele leerhulp van de zwemonderwijzer richt zich voornamelijk op de complexe voortbewegingstechnieken. De kinderen die zelfstandig oefenen krijgen gekende, maar toegepaste oefenvormen aangeboden. Hiermee probeert Sportiom zoveel mogelijk het inslijpen van foutieve voortbewegingstechnieken te voorkomen. 4.2 Gehanteerde niveau groepen Sportiom hanteert verschillende niveaugroepen voor de Zwem-A opleiding, waarvan er bij de traditionele zwemlessen vier zijn en bij de EasySwim methode drie. De niveau groepen hebben het voordeel, dat de aandacht van de zwemonderwijzer op slechts een deel van de te behandelen oefenstof hoeft te vallen en hij of zij gerichter kan werken. Voor kinderen betekent dit wel dat zij tijdens de gehele opleidingsweg met verschillende zwemonderwijzers te maken krijgen. De eerste twee niveau groepen krijgen zwemles in het instructie/doelgroepenbad, de andere niveaugroepen krijgen les in het 25 meter bad. De water temperatuur van het instructie/doelgroepenbad is 32 graden en het bad beschikt over een beweegbare bodem. De water diepte varieert in dit bad van 0.80 – 0.90 m. Slechts een beperkt aantal lessen wordt er, omwille van een kennismaking met dieper water, op een waterdiepte van 1.20 m gewerkt. Ook het 25 meter bad beschikt over een beweegbaar deel van de bodem, waarbij de diepte in het algemeen is ingesteld op 1.00m tot 1.20 m. De diepe gedeelte van het 25 meter bad is 3.80 m diep en beschikt over een 1 m springplank. Elke niveaugroep heeft een eigen kleur, welke correspondeert met de kleur van een lintje op de zwemkleding van het kind. De kinderen starten met wit en doorlopen vervolgens de kleuren, rood, blauw, geel voor de Zwem-A opleiding, groen voor de B en oranje voor de Zwem-C opleiding. Alle kinderen worden individueel beoordeeld, dat wil zeggen, wanneer een kind aan de eindtermen van een niveau voldoet wordt het overgezet naar een volgende niveau en ontvangt een nieuwe kleur lintje.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
8
Alleen omwille van de groepsgrootte kan het wel eens voorkomen dat een kind eerder of later wordt doorgezet. Het kind wordt dan wel beloond met het nieuwe kleur lintje. Wanneer een kind achterblijft bij het gemiddelde niveau van de groep en de zwemonderwijzer inschat dat het leerproces te traag blijft verlopen kan het kind extra les krijgen in de vorm van een bijles. De bijles zijn alleen toegankelijk voor de kinderen die een achterstand hebben opgelopen in de eerste twee lesniveaus, vak A (wit) en vak B (rood). De bijlessen vinden één keer per week op woensdag plaats en duren een half uur. 4.3 Eindtermen Elke niveau groep behandelt specifieke oefenvormen waarvan de basiselementen als leidraad worden gebruikt. Om de opleidingsweg getrapt en gestructureerd aan te bieden zijn voor alle niveau groepen eindtermen per basiselement benoemd. Daar de niveau indeling bij de meer traditionele zwemlessen verschillen van die van de EasySwim methode zijn er ook verschillen in de eindtermen van de opleidingen. In de bijlagen worden alle eindtermen specifiek benoemd. (Zie blz.16 t/m 21) 4.4 Groepsgrootte De aanvangsgroepen voor de Zwem-A opleiding bestaan uit 10 kinderen, de lesgroepen voor de Zwem-B en Zwem-C opleiding bestaan uit 12 kinderen. Naarmate kinderen doorschuiven van niveau kan de groepsgrootte wel eens toe of afnemen. Het streven is er op gericht groepen niet groter te maken dan 12 kinderen. Mocht dit onverhoopt door onvoldoende doorstroom toch gebeuren, dan worden ouders/begeleiders benaderd om op een andere zwemtijd te komen lessen. 4.5 Afspraken en procedures t.a.v. organisatie en veiligheid Aangezien er bij elke zwemtijd zo’n 60 kinderen en ouders/begeleiders betrokken zijn en er vaker broertjes/zusjes meekomen is het van belang om de zwemlessen zo gestructureerd en veilig mogelijk aan te bieden. Ouders worden daarom ook tijdens de voorlichtingsavond, maar ook voor en tijdens de eerste twee zwemlessen mondeling en schriftelijk voorgelicht over de geldende procedures en afspraken die Sportiom hanteert bij de zwemlessen. Daarnaast krijgen ouders/begeleiders twee per jaar een brief waarin alle afspraken nog eens worden herhaald. (Zie bijlage blz. 25 en 26) De BSO’s beschikken in dit kader dan ook over een eigen kleedruimte waarbij zij verplicht zijn om bij voortduring toezicht te houden op hun deelnemende kinderen. Dit toezicht blijft gelden totdat zij de kinderen hebben overgedragen aan de zwemonderwijzer. Tevens beschikken de begeleiders van de BSO’s over een BSO-Tas, waarin alle personalia van de kinderen, EHBO spullen en een logboek zit. In het logboek worden allerlei bijzonderheden, vorderingen van kinderen en informatie van en naar ouders opgeschreven en afgetekend. Daarnaast dienen de zwemonderwijzers zich ook te houden aan de afspraken en procedures die Sportiom voor hen heeft opesteld. Voor elke niveaugroep gelden aparte procedures die betrekking hebben op het reilen en zeilen voor, tijdens en na de zwemles. Deze afspraken komen voort uit de verschillende verantwoordelijkheden die voor ouders/begeleiders en zwemonderwijzers/zwembaden gelden. In algemene zin zijn ouders/begeleiders verantwoordelijk voor hun kind voor en na de zwemles en is het zwembad dit voor de overdracht en tijdens de zwemles. (Zie bijlage blz. 27 t/m 34).
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
9
4.6 Leerlingvolgsysteem Sportiom hanteert een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem, zodat op ieder moment via de computer inzichtelijk is op welke dag, hoe laat en op welk niveau een kind deelneemt aan de zwemlessen. De zwemonderwijzers muteren de kinderen elke week handmatig op door-testlijsten en de receptie verwerkt deze gegevens in het computer systeem. De begeleiders van de BSO’s nemen de vorderingen van de kinderen op in het logboek en communiceren dit met de ouders. 4.7 Beloningssysteem De kinderen die deelnemen aan de zwemlessen in Sportiom ervaren de lintjes veelal als beloning, terwijl het meer bedoeld is voor de organisatie en veiligheid van de lessen. Het beloningssysteem bestaat uit stickers die kinderen tijdens de gehele opleiding van het Zwem-ABC kunnen verdienen. Op iedere sticker staat een bepaalde vaardigheid beschreven en getekend. De sticker wordt geplakt op een grote poster die ouders/begeleiders bij aankoop van de eerste leskaart ontvangen. Binnen elk niveau van de Zwem-A op leiding worden twee stickers uitgegeven, bij de Zwem-B en Zwem-C opleiding elk vier. 4.8 Kijk- en informatie dagen Daar ouders/begeleiders alleen in het 25 meter bad op het terras de zwemlessen kunnen volgen organiseert Sportiom regelmatig kijklessen of kijk-en informatielessen. Elke 10e les is er een kijkles en elke 20e les is er een kijk- en informatieles. Ouders/begeleiders worden hierover schriftelijk geïnformeerd. Bij de kijkles mogen ouders letterlijk kijken, bij de kijk- en informatieles worden ouders ook kort door de betreffende zwemonderwijzer geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. Loopt het niveau van het kind achter op het gemiddelde dan kan het kind worden uitgenodigd voor één van de bijlessen van Sportiom. (Zie bijlage blz. 35 en 36) 4.9 Afronding middels diplomazwemmen Ongeveer een maand voor het diplomazwemmen worden de kinderen die eventueel in aanmerking komen om af te zwemmen voor het Zwem-A uitgenodigd om met boven kleding te zwemmen. De kinderen die deelnemen aan de Zwem-B en Zwem-C opleiding worden gevraagd allemaal met bovenkleding te oefenen daar dit een directe relatie heeft met het basiselement survival. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld middels een brief en vernemen hierin ook de planning van het diplomazwemmen. Zie bijlage blz. 37 t/m 42). Kinderen kunnen alleen dan diplomazwemmen, wanneer zij aan de eindtermen van de betreffende diploma’s voldoen. Deze worden beoordeeld in een testles. Na een positieve beoordeling kunnen ouders/begeleiders direct hun kind inschrijven voor het diplomazwemmen en een voorkeursdag of tijd opgeven. De begeleiders van de BSO’s zijn via het kwartaal overleg al op de hoogte gesteld van deze planning en kunnen de wensen over de afzwemdata en tijden al eerder afstemmen met de ouders, zodat zij ook kinderen kunnen laten inschrijven. Sportiom probeert van het diplomazwemmen een groot feest te maken, opdat de kinderen zo min mogelijk spanning ervaren en de oefenvormen op een goed niveau uitvoeren. Wanneer kinderen de testles positief hebben afgelegd, slagen alle kinderen voor hun diploma ook al mislukt er een onderdeel op het examen. Sportiom is van mening dat het pedagogisch onverantwoord is om een kind op zijn examen alsnog af te wijzen. Na afloop van het diplomazwemmen volgt direct het diploma uitreiking. De vestigingsmanager van Sportiom reikt alle diploma’s uit, waarbij de kinderen naast hun diploma ook een vrijkaartje van het subtropisch zwembad ontvangen. (Zie bijlage blz. 43).
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
10
4.10 Inschrijving vervolg opleidingen Aansluitend op de diploma uitreiking kunnen ouders/begeleiders hun kind opgeven voor de vervolgopleiding Zwem-B of Zwem-C. In de kwartaal bespreking met de BSO’s wordt een inschatting gemaakt van de gewenste doorstroom en worden er lesplaatsen gereserveerd voor de vervolg zwemlessen. Mochten ouders op hun leskaart nog lessen over hebben, dan mogen zij deze aanwenden voor de vervolg opleidingen. Stoppen kinderen met de zwemlessen, dan kunnen de lessen worden gerestitueerd.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
11
5)
Het veiligheidsprotocol
Zwemlessen via de BSO vraagt om een goede samenwerking tussen Sportiom en BSO ten behoeve van een efficiënte, verantwoorde en veilige organisatie. Beide partijen hebben duidelijke eigen taken en verantwoordelijkheden die inzichtelijk dienen te zijn ter verantwoording van derden. Het veiligheidsprotocol beschrijft deze taken en verantwoordelijkheden en is tussen Sportiom en de BSO’s gezamenlijk opgesteld. 5.1 Het opstellen van het protocol Voor het opstellen van het protocol dient het zwembad en de BSO na te gaan welke taken en verantwoordelijkheden zij ieder apart en gezamenlijk hebben ten aanzien van de veiligheid van de zwemlessen. Voor het zwembad geldt dat zij zaken als de hygiëne, kwalitatief goede lesinhouden, een deugdelijke bouw en zweminrichting, voldoende kleedruimte, etc. beschrijven. Voor de BSO geldt dat zij zaken als het vervoer, de begeleidingen kwalitatief en kwantitatief, het omkleden en overdragen, controle op en het bekend zijn met de lesinhouden, het doorgeven van medische indicaties en verzekering beschrijven. Wanneer er consensus bestaat over deze afspraken kunnen deze verwerkt worden tot een veiligheidsprotocol en ondertekenen beide partijen dit. Het bestaande protocol schoolzwemmen is een goede leidraad voor het opstellen van het protocol dat moeten dienen tussen zwembad en BSO. Echter in het geval van schoolzwemmen blijft de groepsleerkracht eindverantwoordelijk voor zijn of haar leerlingen. Bij zwemlessen is tijdens de les, het zwembad cq. de zwemonderwijzers volledig verantwoordelijk voor het kind. Het BSO zwemmen protocol van Sportiom is inzichtelijk in de bijlagen. (Zie blz.45 t/m 47) 5.2 Afspraken over jaarlijkse evaluatie Het veiligheidsprotocol dient jaarlijks herzien en geëvalueerd te worden. Hiermee wordt het een levend document, dat voorziet in algemene, maar ook specifieke afspraken. Medische indicaties van kinderen, nieuwe inzichten van lesinhouden, aanpassingen in de bouw van het zwembad, etc. kunnen aanleiding zijn om het protocol aan te passen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
12
6)
Betaling op rekening
6.1
Kassaregistratie systeem
Sportiom kent een geautomatiseerd kassa en registratie systeem. Dit systeem geeft tevens toegang tot de zwembaden en slagbomen van de parkeerplaatsen. De zwembaden zijn toegankelijk met de polsband, de slagbomen worden opengestuurd middels een parkeerkaart. Binnen het kassa programma hebben de BSO’s die zwemlessen in Sportiom een eigen account. Alle personalia van de deelnemende kinderen komen in dit systeem te staan via de stamgegevens die de BSO’s aanleveren bij inschrijving. Bijzonderheden, of medische indicaties kunnen ook in dit systeem worden ingevoerd. De gegevens van het kind worden gekoppeld aan de lesdagen, lestijden en les niveaus waarop het kind zwemt. Het kassa registratiesysteem is daarmee tevens ook het leerlingvolgsysteem van Sportiom. De begeleiders van de BSO’s laten de kinderen middels de persoonlijke polsband (=leskaart) die aan hun zwemtas hangt, toe in de zwembaden. Met het scannen van de polsband wordt er automatisch één les van de polsband afgeschreven. In het algemeen worden er alleen polsbanden van 22 lessen verkocht, waarmee een kind 26 geldige lesdata kan doen. De leskaart is voorzien van een begin- en einddatum. (Kinderen kunnen vier lessen missen zonder dat het ten koste gaat van hun geldige leskaart). De ouders van de BSO kinderen die ze zelf komen ophalen krijgen op vertoon van hun BSOPas een herstel polsbandje bij de receptie van Sportiom. Hiermee verkrijgen zij toegang tot het zwembad. De BSO-Pas wordt uitgegeven door de betreffende BSO. 6.2 Facturering Het kassasysteem bevat ook management informatie welke te gebruiken is voor facturering. Per kwartaal worden de zwemlessen door het administratie kantoor van Libema (=moeder bedrijf Sportiom) aan de BSO’s gefactureerd. Sportiom voorziet deze administratieve afdeling van kind specifieke informatie, zodat de BSO’s direct kunnen inzien welke ouders zij een rekening dienen te sturen. Vervolg leskaarten en parkeerkaarten worden op dezelfde manier meegenomen. Elke kwartaal bespreking komen de uitstaande factureringen aan de orde.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
13
7)
Voorlichting aan ouders
7.1 Het nut van voorlichting Ouders die hun kind via de BSO laten zwemlessen zullen in het algemeen de lessen niet of nauwelijks bijwonen. Daarnaast geven zij de verantwoordelijkheid over het zwemmen leren uithanden aan de BSO en het zwembad. Goede en duidelijke uitleg over het reilen en zeilen van de zwemlessen is dus voor deze groep ouders van groot belang. Sportiom en de BSO organiseren ongeveer twee weken voor de start van de zwemcursus een informatie avond op Sportiom waarbij alle aspecten van het zwemmen via de BSO worden meegenomen. 7.2
Voorlichting door de BSO
De BSO geeft uitleg over de volgende zaken; vervoer de begeleiding van de kinderen in het zwembad het omkleden de overdracht de functie van het logboek de communicatie de BSO-Pas de BSO-Tas de contactpersoon 7.3
Voorlichting door het zwembad
Sportiom geeft voorlichting over zaken als; informatie kanalen contactpersoon zwembaden niveau indeling en kleuren systeem Zwem-ABC en opleidingsduur organisatie toelatingssysteem Sportiom ondersteunt het inhoudelijke verhaal met een korte film over de te leren vaardigheden van het Zwem-ABC. Na afloop volgt er samen met de ouders een rondgang door het zwembaden om het beeld compleet te maken.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
14
8)
Agenda voor tussentijdsoverleg
Elk kwartaal wordt er een overleg met de BSO’s ingepland om allerlei zaken te bespreken die de aandacht vragen. Sportiom hanteert hiervoor een vaste agenda die alle processen zoveel mogelijk bewaakt. De agenda punten zijn; algemene gang van zaken reservering nieuwe instroom reservering doorstroom naar vervolgopleidingen vervoer in relatie tot capaciteit leerlingvolgsysteem vorderingen facturering planning kijkdagen en diplomazwemmen veiligheidsprotocol
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
15
9)
Bijlagen
9.1
Eindtermen twee per week half uur les:
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK A
DOELGROEPENBAD
Te water gaan
:Diverse springvormen vanuit het water en van de badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kijken, onder een lijn of stok, onder een mat door kunnen bewegen, door een hoepel en/of het kleine zeiltje kunnen bewegen. Materiaal van de bodem kunnen rapen. Voortbewegen onder water.
Drijven, zweven en zinken :Drijven zonder hulpmiddelen op buik en rug. Beheersing ademhaling naar zweven en zinken. Drijven op buik en rug met draaien om lengte as. (Van buik naar rug en van rug naar buik). Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. Rolvormen en steekvormen. Springvormen met een halve draai.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Vanuit diverse stuwvormen komen tot grove omhaal. Indien mogelijk verfijnen mbv drijfmiddelen tot juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme. Komen tot ssl. combinatie vormen onder water.
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Vanuit diverse stuwvormen komen tot grove flipper beweging. Indien mogelijk mbv drijfmiddelen verfijnen tot strekking benen en voeten evt. in combinatie met grove arm omhaal onder water.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen orienteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken. Evt. bevragen met t-shirt en korte broek.
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Nvt.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
16
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK B
DOELGROEPENBAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien vanuit het water en van de badrand. Komen tot zittende duikvormen vanaf de badrand. Rolvormen vanaf mat of badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kijken, onder een lijn of stok, onder een mat door kunnen bewegen, door een hoepel en/of het kleine zeiltje kunnen bewegen. Materiaal van de bodem kunnen rapen. Uitbouw voortbewegen onder water in verticale en horizontale richting.
Drijven, zweven en zinken
:Drijven en uitdrijven zonder hulpmiddelen op buik /rug en zelfstandig opstaan. Beheersing ademhaling naar zweven en zinken. Drijven op buik en rug met draaien om lengte as. (Van buik naar rug en van rug naar buik).
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit zit.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het verfijnen mbv drijfmiddelen tot van enkelvoudige rsl; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme. Komen tot ssl. combinatie vanuit totaal beweging met hoofd boven water.
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Komen tot het verfijnen mbv drijfmiddelen van de flipper beenslag;parallel bewegen van de benen, strekking van de benen en voeten in combinatie met grove arm omhaal onder water langs het lichaam.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in ondiep en dieper water. Evt. bevragen met t-shirt en korte broek.
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Komen tot verticale drijfvormen mbv. materialen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
17
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK C
25 METER BAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Komen tot staande duikvormen vanaf de badrand. Rolvormen vanaf mat en badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door kleine zeiltje kunnen zwemmen.
Drijven, zweven en zinken
:Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 5 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen.
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. ter voorbereiding van schroefje. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit zit.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment ; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme met en zonder hulpmiddelen. Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment met en zonder hulpmiddelen.
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van flipper beenslag met en zonder drijfmiddelen waarbij de benen parallel en gestrekt bewegen. (Ligging en ritme worden beheerst). De arm overhaal langs lichaam onder water laten plaatsvinden. Bcr en rcr vindt over enige afstand plaats.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Evt. bevragen met t-shirt en korte broek.
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Komen tot verticale drijfvormen mbv. Materialen en zonder materialen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
18
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK D
25 METER BAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Duiken vanaf de lage badrand. Rolvormen vanaf mat en badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door het grote zeil met een minimale afstand van 3 meter kunnen zwemmen.
Drijven, zweven en zinken
:Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 10 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen en watertrappen.
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. ter voorbereiding van schroefje. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit stand van de lage badrand.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment met en zonder kleding; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme zonder hulpmiddelen. (50 m). Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment zonder hulpmiddelen met en zonder bovenkleding. (50m)
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van bcr en rcr waarbij de te zwemmen afstand (8 m) ononderbroken afgelegd kan worden. Armoverhaal mag onder water worden uitgevoerd.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Evt. bevragen met t-shirt en korte broek.
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
Verticale drijfvormen en stuwvormen, waarbij de armen mogen mee bewegen gedurende 1 minuut.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
19
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK E
25 METER BAD
DIPLOMA B Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Duiken vanaf de hoge badrand. Rolvormen vanaf mat en badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door het grote zeil met een minimale afstand van 6 meter kunnen zwemmen.
Drijven, zweven en zinken
:Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 10 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen en watertrappen.
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. tbv het schroefje. Rolvormen en steekvormen vanuit het water. Springvormen met een halve draai. Duiken vanuit stand van de hoge badrand.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment met en zonder kleding; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme zonder hulpmiddelen. (75 m). Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment zonder hulpmiddelen met en zonder bovenkleding. (75m)
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van bcr en rcr waarbij de te zwemmen afstand (10 m) ononderbroken afgelegd kan worden. Armoverhaal moet boven water worden uitgevoerd.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder of over kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Evt. bevragen met kleding (lange mouwen en lange broek).
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
Verticale drijfvormen en stuwvormen, waarbij de armen passief zijn gedurende 1 minuut.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
20
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK E
25 METER BAD
DIPLOMA C Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Startduik en rol/salto vormen vanaf de hoge badrand.
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door het grote zeil met een minimale afstand van 9 meter kunnen zwemmen.
Drijven, zweven en zinken :
Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 15 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen en watertrappen. Wrikken in de richting van het hoofd.
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. tbv het schroefje. Rolvormen en steekvormen vanuit het water. Springvormen met een halve draai. Startduiken vanuit stand van de hoge badrand.
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment met en zonder kleding; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme zonder hulpmiddelen. (100 m). Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment zonder hulpmiddelen met en zonder bovenkleding. (125m)
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van bcr en rcr waarbij de te zwemmen afstand (15 m) ononderbroken afgelegd kan worden. Armoverhaal moet boven water worden uitgevoerd en ademhaling op zij.
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder of over kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Evt. bevragen met kleding (lange mouwen, broek en regenjas).
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Verticale drijfvormen en stuwvormen, waarbij de armen passief zijn gedurende 1 minuut en het lichaam zich kan verplaatsen in diverse richtingen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
21
9.2
Eindtermen één keer per week drie kwartier of uur les:
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK 1
EasySwim
25 METER BAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien vanuit het water en van de badrand. Komen tot staande duikvormen vanaf de badrand. Rolvormen vanaf mat of badrand. Met/zonder EasySwim pak
Onder water oriëntatie
:Onder water kijken, onder een lijn of stok, onder een mat door kunnen bewegen, door een hoepel en/of het kleine zeiltje kunnen bewegen. Materiaal van de bodem kunnen rapen. Uitbouw voortbewegen onder water in verticale en horizontale richting. Met/zonder EasySwim pak
Drijven, zweven en zinken
:Drijven en uitdrijven zonder hulpmiddelen op buik /rug en zelfstandig verticaal komen. Beheersing ademhaling naar zweven en zinken. Drijven op buik en rug met draaien om lengte as. (Van buik naar rug en van rug naar buik). Met/zonder EasySwim pak
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit stand. Met/zonder EasySwim pak
Voortbewegen tav ssl./rsl
:nvt
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Aanleren van de flipper beenslag; parallel bewegen van de benen, strekking van de benen en voeten in combinatie met grove arm omhaal onder water langs het lichaam. Komen tot combinatie borstcrawl via totaal methode. Met/zonder EasySwim pak
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Duiken en onder water kunnen oriënteren/zwemmen, door zeil voortbewegen middels bcr/rcl, drijven zweven en zinken in dieper water. Met/zonder EasySwim pak
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Komen tot verticale drijfvormen mbv. materialen. Met/zonder EasySwim pak
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
22
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK 2
25 METER BAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Staande duikvormen vanaf de badrand. Rolvormen vanaf badrand. Met/zonder EasySwim pak
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl/bcr beenslag. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door kleine zeiltje kunnen zwemmen. Met/zonder EasySwim pak
Drijven, zweven en zinken
:Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 5 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen. Met/zonder EasySwim pak
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. ter voorbereiding van schroefje. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit stand. Met/zonder EasySwim pak
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment ; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme met en zonder hulpmiddelen. Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment. Met en zonder EasySwim pak
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van een goede rcr/bcr. (Ligging en ritme worden beheerst). De arm overhaal langs lichaam onder water laten plaatsvinden. Bcr en rcr vindt over enige afstand plaats. Met/zonder EasySwim pak
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Met/zonder EasySwim pak
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Komen tot verticale drijfvormen mbv. materialen en zonder materialen. Met/zonder EasySwim pak
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
23
EINDTERMEN BASISELEMENTEN VAK 3
25 METER BAD
Te water gaan
:Diverse toegepaste springvormen met draaien van de badrand, waarbij het lichaam en hoofd totaal onder water komen. Duiken vanaf de lage badrand. Rolvormen vanaf mat en badrand. Zonder Easyswim pak
Onder water oriëntatie
:Onder water kunnen bewegen middels ssl. In lengte en diepte richting. Onder een mat en door het grote zeil met een minimale afstand van 3 meter kunnen zwemmen. Zonder Easyswim pak
Drijven, zweven en zinken
:Drijven op buik en rug kunnen combineren met zwemslagen, uitdrijven. Voorbereidende vormen van het schroefje. 10 Seconden buikdrijven/ rugdrijven afwisselen met stukjes voortbewegen en watertrappen. Zonder Easyswim pak
Draaien lengte en breedte-as
:Draaien in ligging van buik naar rug en vv. ter voorbereiding van schroefje. Rolvormen en steekvormen van uit het water. Springvormen met een halve draai. Komen tot duikvormen vanuit stand van de lage badrand. Zonder Easyswim pak
Voortbewegen tav ssl./rsl
:Komen tot het zwemmen van de enkelvoudige rsl met uitdrijfmoment met en zonder kleding; juiste ligging, stand stuwvlakken en ritme zonder hulpmiddelen. (50 m). Uitvoeren van de ssl. combinatie met uitdrijfmoment zonder hulpmiddelen met en zonder bovenkleding. (50m) Zonder Easyswim pak
Voortbewegen tav bcr/rcr
:Uitvoeren van bcr en rcr waarbij de te zwemmen afstand (8 m) ononderbroken afgelegd kan worden. Armoverhaal mag onder water worden uitgevoerd. Zonder Easyswim pak
Survival
:In en uit het water kunnen klimmen zonder trapje. Springenvormen toegepast naar hoogte en verte. Onder water kunnen oriënteren, ergens door of onder kunnen voortbewegen, drijven zweven en zinken in dieper water. Zonder Easyswim pak
Ademhaling
:Inzicht en beheersing ademhaling tbv onder water gaan, drijven, zweven en zinken.
Watertrappen
:Verticale drijfvormen en stuwvormen, waarbij de armen mogen mee bewegen gedurende 1 minuut.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
24
9.3
Brief Afspraken en procedures t.a.v. organisatie en veiligheid Aan de ouders/verzorgers van de kinderen die deelnemen aan de opleiding voor het Zwem-ABC ’s-Hertogenbosch, januari 2008 Ref.nr.3131/CvO
Onderwerp:
procedures en routing ma-do/di-vr
Geachte heer/mevrouw, Uw kind neemt sinds enige tijd deel, of gaat deelnemen aan de opleiding voor het Zwem-ABC in Sportiom en ik hoop dat u en uw kind tevreden (zullen) zijn over de inhoud van de zwemlessen. Aangezien per zwemtijd zo’n 60 kinderen actief zijn in de zwemlessen en er vaker broertjes en zusjes meekomen met u als ouder/verzorger, komen er dagelijks grote groepen mensen die allemaal binnen een bepaalde tijd gebruik maken van onze accommodatie. Ik zou u daarom op de volgende zaken willen wijzen die er hopelijk toe bijdragen dat onze zwemlessen zo veilig en gestructureerd mogelijk blijven verlopen. a) Wanneer u 10 minuten voor aanvang van de zwemtijd gebruik maakt van de tourniquet heeft u nagenoeg niet te maken met uitgaande klanten van de zwemles ervoor. b) Omwille van voldoende ruimte in de kleedzalen is deze ingedeeld per lestijd. Klanten van 16.00 en 17.00 uur kunnen gebruik maken van kleedzaal 4, 5 of 6. Klanten van de lestijden 16.30 en 17.30 uur kunnen gebruik maken van de zalen 1, 2 en 3. Kleedzaal 0 is een reserve ruimte. c) In het kader van veiligheid en verantwoordelijkheid raad ik u aan om samen met uw kind(eren) in de omkleed accommodatie te wachten totdat de zoemer gaat ten teken dat u en uw kind de zwemzaal kunnen betreden. (Laat uw kind(eren) niet in de lange gang, bij de tourniquet of bij het zwembad spelen voor tijdens of na de zwemles). d) Laat uw kind voor de zwemles gebruik maken van het toilet. Dit voorkomt veelal dat uw kind tijdens de zwemles zich alleen naar de toilet ruimte moet begeven. e) Omwille van het toezicht op uw kind is het wenselijk dat u uw kind op de banken in de zwemzaal laat plaatsnemen en daar wacht totdat de zwemonderwijzer uw kind mee neemt voor de zwemles. f)
Tijdens de zwemlessen is het niet toegestaan broertjes of zusjes te laten spelen in de zwemzaal of u zelf buiten het terras om ergens in de zaal op te houden. (Uiteraard geldt dit niet tijdens de kijkdagen).
g) Vijf minuten voor het einde van de les gaat wederom de zoemer en kunt u uw de zwemzaal betreden om uw kind op te wachten bij de dubbele deuren van het instructie bassin of bij de douche ruimte van het 25 meter bad. h) Voor vragen of opmerkingen met betrekking tot de zwemlessen verzoek ik u met ondergetekende contact op te nemen op maandag of vrijdag via de receptie of telefonisch op nummer 073-64 64 608. Tevens kunt u bellen tijdens het telefonisch spreekuur van de zwemlessen op dinsdagen van 09.00 – 12.00 uur via het telefoonnummer 073-6464680. U e-mail berichten kunt u het beste versturen naar
[email protected]. Het is in het kader van veiligheid niet wenselijk dat u voor tijdens of na de zwemles rechtstreeks in contact treedt met de zwemonderwijzer.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
25
i)
Wanneer u zelfstandig gaat oefenen of recreëren in zwembaden wil ik u adviseren om uw kind, wanneer het niet in het bezit is van een zwemdiploma (dus niet zwemvaardig is), van goede drijfmiddelen te voorzien. (Zwemvleugeltjes zijn dan veiliger als drijfgordels. De EasySwim, het zwempak volledig gevuld met drijvers is ook afdoende). Blijf altijd toezicht uitoefenen op uw kind en geef dit niet uit handen aan minderjarigen.
j)
Ten slotte vraag ik uw aandacht voor het parkeren en het gebruik van de polsband. Wilt u zo vriendelijk zijn om tijdig uw parkeerkaart te laten verlengen, zodat u en onze receptie geen hinder ondervinden van het niet kunnen uitrijden. In verband met het frequent uitgeven van herstel polsbanden, wordt u voortaan verzocht om een enkele zwemles te kopen indien u uw polsband vergeet.
Met bovenstaande afspraken hopen wij rust en structuur in de organisatie van de zwemlessen aan te brengen. Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd en wens u een prettig verblijf in Sportiom toe. Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom BV., Caroline van Oorschot, Manager Sport en Recreatie.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
26
9.4
Afspraken en procedures zwemonderwijzers twee keer per week vak A t/m E PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK A 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24)
25)
DOELGROEPENBAD
Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. Alle kinderen met de witte lintjes dienen op de banken in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind. Neem alle kinderen persoonlijk mee naar het doelgroepenbad en zorg dat ze daar ook eerst op de banken plaats nemen. Controleer de witte lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. Indien een kind even naar de toilet moet, informeer dan kort de collega van vak C. Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, drijven, zweven en zinken in speelse vormen. Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan. Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan watervrijheid, drijven met hulpmiddelen, zonder hulpmiddelen, stuwvormen op de rug/buik en behandel de combinatie schoolslag in de totaal beweging onder water. Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc. Laat de kinderen uit de dubbele deur naar buiten gaan en begeleidt hen naar de ouders die daar de kinderen van je overnemen. Beoordeel kinderen individueel en test alleen dan over wanneer het kind voldoet aan de geformuleerde eindtermen. Zie ommezijde. Test altijd over in overleg met je collega kinderen door en houdt rekening met de groepsgrootte van je collega. Test alleen over op donderdag en vrijdag. (Alleen van toepassing bij de 2x per week lessen). Informeer elkaar bij het verlaten van het bad! Noteer de volledige namen op de doortestlijsten, dwz. voor- en achternaam. Wanneer de collega van vak B naar het 25 m bad is om te testen, ga dan uit het water en houd vanaf de kant toezicht op de gehele groep kinderen. Op de 10e les is het kijkdag voor ouders. Op de 20e les is het kijk –en informatieles voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. Laat ouders de 10e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel het te water gaan, onder water gaan, drijven buik/rug en evt. diverse stuwvormen. Laat de ouders bij de 20e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. En zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). Wanneer een kind na de 20e les nog niet watervrij is dient het naar bijles te gaan. Bespreek dit met de ouders!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
27
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK B
DOELGROEPENBAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de rode lintjes dienen op de banken in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Neem alle kinderen persoonlijk mee naar het doelgroepenbad en zorg dat ze daar ook eerst op de banken plaats nemen. 4) Controleer de rode lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 5) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 6) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 7) Indien een kind even naar de toilet moet, informeer dan kort de collega van vak C. 8) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 9) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 10) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, drijven, zweven en zinken en survival in speelse vormen. 11) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan. 12) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan stuwvormen op de rug/buik met en zonder drijfmiddelen en behandel de combinatie schoolslag in de totaal beweging onder water.en boven water. 13) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 14) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 15) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 16) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 17) Laat de kinderen uit de dubbele deur naar buiten gaan en begeleidt hen naar de ouders die daar de kinderen van je overnemen 18) Beoordeel kinderen individueel en test alleen dan over wanneer het kind voldoet aan de geformuleerde eindtermen. Zie ommezijde. 19) Test altijd over in overleg met je collega kinderen door en houdt rekening met de groepsgrootte van je collega. (Infomeer elkaar bij het verlaten van het bad!) 20)Test alleen over op donderdag en vrijdag in de laatste 5 minuten van de les. (Alleen van toepassing bij de 2x per week lessen). 21) Noteer de volledige namen op de doortestlijsten, dwz. voor- en achternaam. 22) Op de 30e les is het kijkdag voor ouders. Op de 40e les is het kijk –en informatieles voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 23) Laat ouders de 30e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel het te water gaan, onder water gaan, drijven bui/rug en evt. diverse stuwvormen op buik en rug. 24) Laat de ouders bij de 40e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. En zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 25) Wanneer een kind na de 40e les nog onvoldoende kan stuwen op buik en rug dient het naar bijles te gaan. Bespreek dit met de ouders!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
28
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK C
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de blauwe lintjes dienen op de banken aan de kopse kant in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Controleer de blauwe lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, drijven, zweven en zinken en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan stuwvormen op de rug/buik met en zonder drijfmiddelen en behandel de combinatie schoolslag in de totaal beweging met het hoofd boven water. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Indien je in vak C de zoemer bediend om de nieuwe lesgroepen binnen te laten komen, zorg dan dat je toezicht blijft houden op je groep kinderen. 16) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 17) Beoordeel kinderen individueel en test alleen dan over wanneer het kind voldoet aan de geformuleerde eindtermen. Zie ommezijde. 18) Test altijd over in overleg met je collega kinderen door en houdt rekening met de groepsgrootte van je collega. (Infomeer elkaar bij het verlaten van het bad!) 19) Test alleen over op donderdag en vrijdag in de laatste 5 minuten van de les. (Alleen van toepassing bij de 2x per week lessen). 20)Op de 50e les is het kijkdag – en informatieles voor ouders. Op de 60e les is het kijkles voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 21) Noteer de volledige namen op de doortestlijsten, dwz. voor- en achternaam. 22) Laat de ouders bij de 50e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. En zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 23) Laat ouders de 60e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel het te water gaan, onder water voortbewegen, school- en rugslag, borst- en rugcrawl. 24) Wanneer een kind na de 60e les nog onvoldoende vaardig is om doorgezet te worden naar vak D informeer ouders daar dan eerlijk over!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
29
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK D
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de gele lintjes dienen op de banken aan de lange zijde in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Controleer de gele lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, voortbewegen en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan in groepjes bij de startblokken. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan te water gaan, oriëntatie onder water, stuwvormen op de rug/buik. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof.. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 16) Beoordeel kinderen individueel en test de kinderen in relatie tot alle eindtermen van het diploma A. Zie ommezijde. 17) Zorg dat je alle niveaus van de kinderen scherp in beeld hebt zodat je de laatste maand voor het diploma zwemmen nog kunt werken aan hun individuele bewegingsproblemen. 18) Op de 70e les is het kijk- en informatie dag voor ouders. Op de 80e les is het kijk les voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 19) Laat de ouders bij de 70e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. En zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 20)Laat ouders de 80e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel in verkorte vorm de eindtermen van het diploma A. 21) Wanneer een kind na de 70e les nog onvoldoende vaardig is om diploma te gaan zwemmen informeer ouders daar dan eerlijk over! 22) Geef alleen de kinderen die in aanmerking komen voor het diploma A zwemmen 5 lessen voor het diplomazwemmen de kledingbrief mee. De kinderen oefenen dan 5 lessen met bovenkleding. 23) Zorg dat je op de testdag weet welke kinderen er wel en niet gaan afzwemmen en dat e.e.a. geen verrassing voor kind en ouders is!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
30
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK E
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de groene/oranje lintjes dienen op de banken aan de terras zijde in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. 3) Controleer de groene/oranje lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, voortbewegen en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan in groepjes bij de startblokken. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan te water gaan, oriëntatie onder water, stuwvormen op de rug/buik. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 16) Beoordeel kinderen individueel en test de kinderen in relatie tot alle eindtermen van het diploma B of C. Zie ommezijde. 17) Zorg dat je alle niveaus van de kinderen scherp in beeld hebt zodat je de laatste maand voor het diploma zwemmen nog kunt werken aan hun individuele bewegingsproblemen. 18) Op de 90e les is het kijk- en informatie dag voor ouders. Op de 100e les is het kijk les voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 19) Laat de ouders bij de 90e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. En zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 20)Laat ouders de 100e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel in verkorte vorm de eindtermen van het diploma B of C. 21) Wanneer een kind na de 90e les nog onvoldoende vaardig is om diploma te gaan zwemmen informeer ouders daar dan eerlijk over! 22) Geef alleen de kinderen die in aanmerking komen voor het diploma B of C zwemmen 5 lessen voor het diplomazwemmen de kledingbrief mee. De kinderen oefenen dan 5 lessen met bovenkleding. 23) Zorg dat je op de testdag weet welke kinderen er wel en niet gaan afzwemmen en dat e.e.a. geen verrassing voor kind en ouders is!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
31
Afspraken en procedures zwemonderwijzers één keer per week vak 1 t/m 3 PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK 1
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de rode lintjes dienen op de banken aan de lange zijde in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Controleer de rode lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, drijven, zweven en zinken en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan watervrijheid, drijven op de rug/buik en stuwvormen middels rugcrawl beenslag/combinatie borstcrawl in de totaal methode aanpak. Bevraag alle oefenvormen één op één zonder EasySwim pak. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Indien je in vak 1 de zoemer bediend om de nieuwe lesgroepen binnen te laten komen, zorg dan dat je toezicht blijft houden op je groep kinderen. 16) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 17) Beoordeel kinderen individueel en test alleen dan over wanneer het kind voldoet aan de geformuleerde eindtermen. Zie ommezijde. 18) Test altijd over in overleg met je collega kinderen door en houdt rekening met de groepsgrootte van je collega. (Infomeer elkaar bij het verlaten van het bad!) 19) Test alleen over op in de laatste 5 minuten van de les. 20)Op de 10e les is het kijkdag voor ouders. Op de 20e les is het kijk-en informatie dag voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 21) Noteer de volledige namen op de doortestlijsten, dwz. voor- en achternaam. 22) Laat de ouders bij de 20e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. en zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 23) Laat ouders de 10e en 20e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel het te water gaan, onder water voortbewegen, drijven op buik en rug, borst- en rugcrawl. 24) Wanneer een kind na de 10e les nog onvoldoende vaardig is om het voortraject in les 13/14 af te sluiten en naar vak 2 door te gaan, informeer ouders daar dan eerlijk over!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
32
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK 2
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak C in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de blauwe lintjes dienen op de banken aan de kopse kant in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Controleer de blauwe lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, drijven, zweven en zinken en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan stuwvormen op de rug/buik met en zonder EasySwim pak en behandel de combinatie schoolslag en borstcrawl in de totaal beweging met het hoofd boven water. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Indien je in vak 2 de zoemer bediend om de nieuwe lesgroepen binnen te laten komen, zorg dan dat je toezicht blijft houden op je groep kinderen. 16) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 17) Beoordeel kinderen individueel en test alleen dan over wanneer het kind voldoet aan de geformuleerde eindtermen. Zie ommezijde. 18) Test altijd over in overleg met je collega kinderen door en houdt rekening met de groepsgrootte van je collega. (Infomeer elkaar bij het verlaten van het bad!) 19) Test alleen over in de laatste 5 minuten van de les. 20)Op de 20e les is het kijkdag – en informatieles voor ouders. Op de 30e les is het kijkles voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 21) Noteer de volledige namen op de doortestlijsten, dwz. voor- en achternaam. 22) Laat de ouders bij de 20e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. en zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 23) Laat ouders de 20e en 30e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel het te water gaan, onder water voortbewegen, school- en rugslag, borst- en rugcrawl. 24) Wanneer een kind na de 30e les nog onvoldoende vaardig is om doorgezet te worden naar vak 3 informeer ouders daar dan eerlijk over!
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
33
PROCEDURES EN ORGANISATIE VAK 3
25 METER BAD
1) Alle kinderen en ouders worden 5 minuten voor aanvang van de zwemles door de medewerker van vak 1 of 2 in de zwemzaal uitgenodigd door het laten klinken van de zoemer. 2) Alle kinderen met de gele lintjes dienen op de banken aan de lange zijde in de grote zwemzaal te wachten alvorens de les start. De ouders houden hierbij toezicht op hun kind 3) Controleer de gele lintjes, tel de kinderen van je les en train de namen. 4) Start je les zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk voorbereid op. 5) Zorg dat je altijd de kinderen in het zicht hebt, sta niet met je rug naar de groep. 6) Indien een kind even naar de toilet moet, blijf dan alert op dit kind. 7) Noteer medische indicaties van kinderen op de stickervellen. 8) Een kind met epilepsie of andere ernstige aandoening dient in het bij zijn van de ouder les te krijgen. (Eén op één toezicht vereist!). 9) De inleiding mag niet langer duren dan 4 minuten en dient betrekking te hebben op de basiselementen: te water gaan, oriëntatie onderwater, voortbewegen en survival in speelse vormen. 10) Kinderen dienen tijdens de les voortdurend te bewegen en niet stil te staan in groepjes bij de startblokken. 11) Differentieer binnen je vak op motorisch niveau. Dwz. werk in niveau groepjes aan te water gaan, oriëntatie onder water, stuwvormen op de rug/buik. Werk naar de afronding van de Zwem-A opleiding toe veelal zonder EasySwim pak. Varieer met diverse materialen en wees creatief in de aanbieding van je oefenstof.. 12) Voorkom te allen tijde dat kinderen foute bewegingen liggen in te slijpen door onvoldoende aandacht en differentiatie. 13) Sluit je les af door speelse vormen aan te bieden die betrekking hebben op de basiselementen die aan de orde zijn. 14) Stop je les 1 minuut of 2 minuten voor tijd om de kinderen uit het water te halen, te tellen en brieven, stickers, lintjes, etc mee te geven. Stuur de kinderen na de les naar hun ouders. (Laat ze nooit teruggaan naar het water). 15) Zorg dat je uit te delen spullen van te voren klaar liggen en je niet onnodig lang tijd verdoet met het zoeken naar de juiste stickers, etc 16) Beoordeel kinderen individueel en test de kinderen in relatie tot alle eindtermen van het diploma A. Zie ommezijde. 17) Zorg dat je alle niveaus van de kinderen scherp in beeld hebt zodat je de laatste maand voor het diploma zwemmen nog kunt werken aan hun individuele bewegingsproblemen. 18) Op de 30ee les is het kijk dag voor ouders. Op de 40ee les is het kijk –en informatie les voor ouders. Geef de kinderen de daarvoor bestemde brieven ten minste één week van te voren mee. 19) Laat de ouders bij de 40e les, eerst een 15 minuten kijken en informeer daarna kort iedere ouder. (Blijf wel alert op de lln. en zorg dat ze wel doorwerken aan hun opdrachten). 20)Laat ouders de 30e en 40e les zien van de kinderen allemaal het geleerd. Formuleer klassikale opdrachten en geef individuele leerhulp. Behandel in verkorte vorm de eindtermen van het diploma A. 21) Wanneer een kind na de 30e les nog onvoldoende vaardig is om diploma te gaan zwemmen informeer ouders daar dan eerlijk over! 22)Geef alleen de kinderen die in aanmerking komen voor het diploma A zwemmen 5 lessen voor het diplomazwemmen de kledingbrief mee. De kinderen oefenen dan 5 lessen met bovenkleding.
23)Zorg dat je op de testdag weet welke kinderen er wel en niet gaan afzwemmen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
34
9.5
Brieven kijkdagen en kijk- en informatie dagen Aan de ouders/begeleiders van de kinderen die deelnemen aan het Zwem-ABC ’s-Hertogenbosch, september 2007 Ref.nr. 0493/CvO
Onderwerp : Kijkdag instructie bassin maandag-donderdag Geachte heer/mevrouw, Gaarne nodig ik u uit om op donderdag 8 november 2007 de zwemles van uw kind in het doelgroepen/instructiebad bij te wonen. Omwille van de intensiteit en continuïteit zullen de zwemonderwijzers hun werkzaamheden gewoon voortzetten. In verband met de hygiëne in de zwemzaal verzoek ik u op blote voeten of met aangepast schoeisel de zwemzaal te betreden.
Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd en wens u en uw kind een prettig verblijf in het Sportiom toe.
Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom B.V.
C. van Oorschot Manager Sport en Recreatie.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
35
Aan de ouders/begeleiders van de kinderen die deelnemen aan het Zwem- ABC ’s-Hertogenbosch, september 2007 Ref.nr. 0882/CvO Onderwerp
: Kijk- en informatiedag maandag en donderdag groepen
Geachte mevrouw, mijnheer, Uw kind zit al geruime tijd op zwemles. Voor zover u in de afgelopen tijd uw kind niet meer heeft zien zwemmen of geen informatie omtrent de vorderingen van uw kind heeft ontvangen, stellen wij u graag in de gelegenheid om de kijk- en informatiedag te bezoeken. Deze wordt gehouden op: donderdag 8 november 2007. Gedurende de eerste 15 minuten van de les wordt u verzocht om plaats te nemen aan de bassinrand. Gedurende de tweede 15 minuten wordt u in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen aan de betreffende zwemonderwijzer. In verband met de hygiëne in de zwemzaal verzoek ik U op blote voeten of met aangepast schoeisel de zwemzaal te betreden. Ik hoop dat U in de gelegenheid bent kennis te maken met de leersituatie van uw kind. Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom B.V.
C. van Oorschot, Manager Sport en Recreatie
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
36
9.6
Brieven kleding- en diplomazwemmen Zwem-ABC Aan de ouders/begeleiders van de kinderen die deelnemen aan het Zwem- ABC ’s-Hertogenbosch, september 2007 Ref.nr. 0839/CvO
Onderwerp
: Voorbereiding diploma zwemmen A
Geachte mevrouw, mijnheer, Binnenkort is er weer diplomazwemmen, namelijk op woensdag 19 december en donderdag 20 december 2007 bestaat er de mogelijkheid een examen af te leggen ter verkrijging van het A-diploma. De voorlopige planning van het diploma zwemmen is als volgt: Woensdag 19 december 2007 van 13.15 uur tot 13.45 uur A-diploma. Woensdag 19 december 2007 van 13.45 uur tot 14.15 uur A-diploma. Donderdag 20 december 2007 van 16.00 uur tot 16.30 uur A-diploma. Ter voorbereiding is aan uw kind gevraagd om de volgende lessen kleding mee te brengen. Deze kleding bestaat uit: zwemkleding, overhemd of t-shirt (korte mouwen is toegestaan), bij voorkeur lange broek, geen legging (korte broek is toegestaan) en schoenen. Het verdient de aanbeveling om een plastic tas mee te geven, waarin de natte kleding kan worden opgeborgen, het voorkomt vermissing van kledingstukken. U wordt verzocht de kleding voor de les te laten aantrekken. De definitieve test voor dit examen wordt gehouden op woensdag 12 december, zaterdag 15 december, maandag 17 december en dinsdag 18 december 2007. Bij een positieve uitslag van de test krijgt uw kind een kaartje mee ten teken dat het aan het examen kan deelnemen. Uw kind is ingeschreven voor het examen als bovengenoemd kaartje aan de beneden balie van Sportiom volledig door u is ingevuld. Eisen A-diploma: Te water gaan, 15 seconden watertrappen met kleding gevold door, 12,5 schoolslag gekleed, onder een lijn door zwemmen en 12,5 rugslag gekleed. In zwemkleding te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 3 meter onder water zwemmen en aansluitend 50 schoolslag en 50 meter rugslag zwemmen. Te water gaan direct gevolgd door 10 seconden uitdrijven op de borst, waarna enkele meters borstslag en wederom 5 seconden drijven op de borst. Aansluitend een halve draai maken en 10 seconden rugdrijven, enkele meters rugslag en wederom 10 seconden rugdrijven. Van de kant te water gaan en aansluitend 8 meter beginners borstcrawl zwemmen. In het water van de wand afzetten en 8 meter beginners rugcrawl zwemmen. Te water gaan en 60 seconden watertrappen waarbij twee draaien om de lengte-as gemaakt worden. Na de uitreiking van het A-diploma kunt U uw kind aan de balie van het Sportiom direct laten inschrijven voor de B-opleiding. Deze opleiding start op maandag 7 januari en dinsdag 8 januari 2008 en wordt op woensdag of vrijdag 26 respectievelijk 28 maart 2008 afgerond met het diploma zwemmen. Ik hoop U voldoende te hebben geïnformeerd en wens U en uw kind een prettig verblijf in Sportiom toe. Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom B.V., C. van Oorschot, Manager Sport en Recreatie. Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
37
Aan de ouders/begeleiders van de kinderen die Zwem- ABC ’s-Hertogenbosch, september 2007 Ref.nr. 0839/CvO Onderwerp
Ref.n
: Voorbereiding diploma zwemmen B
Geachte mevrouw, mijnheer, Binnenkort is er weer diplomazwemmen, namelijk woensdag 19 december en donderdag 20 december 2007 bestaat er de mogelijkheid een examen af te leggen ter verkrijging van het B-diploma. De voorlopige planning van het diploma zwemmen is als volgt: Woensdag 19 december van 14.15 – 15.00 uur diploma B. Woensdag 19 december van 15.00 – 15.45 uur diploma B. Donderdag 20 december van 16.30 – 17.15 uur diploma B. Ter voorbereiding is aan uw kind gevraagd om de volgende lessen kleding mee te brengen. Deze kleding bestaat uit: zwemkleding, overhemd of t-shirt met lange mouwen, lange broek (geen legging) en schoenen. Het verdient de aanbeveling om een plastic tas mee te geven, waarin de natte kleding kan worden opgeborgen, het voorkomt vermissing van kledingstukken. U wordt verzocht de kleding voor de les te laten aantrekken. De definitieve test voor dit examen wordt gehouden op woensdag 12 december, zaterdag 15 december, maandag 17 december en dinsdag 18 december 2007. Bij een positieve uitslag van de test krijgt uw kind een kaartje mee ten teken dat het aan het examen kan deelnemen. Uw kind is ingeschreven voor het examen als bovengenoemd kaartje aan de balie van het Sportiom volledig door u is ingevuld. Eisen B-diploma: Te water gaan, 30 seconden watertrappen met kleding gevolgd door, 25 m schoolslag gekleed, onderbroken door 1 keer onder een vlot zwemmen en 25 m rugslag gekleed. In zwemkleding te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 6 meter onder water zwemmen en aansluitend 75 schoolslag, onderbroken door 3 keer voetwaarts richting bodem zakken, en 75 meter rugslag zwemmen. Te water gaan direct gevolgd door 10 seconden uitdrijven op de borst, waarna enkele meters borstslag en wederom 7 seconden drijven op de borst. Aansluitend een halve draai maken en 10 seconden rugdrijven, enkele meters rugslag en wederom 15 seconden rugdrijven. Van de kant te water gaan en aansluitend 10 meter beginners borstcrawl zwemmen. In het water van de wand afzetten en 10 meter beginners rugcrawl zwemmen. Te water gaan en 30 seconden watertrappen met en zonder gebruik van de armen. Na de uitreiking van het B-diploma kunt U uw kind aan de balie van het Sportiom direct laten inschrijven voor de C-opleiding. Deze opleiding start op maandag 7 januari en dinsdag 8 januari 2008 en wordt op woensdag of vrijdag 26 respectievelijk 28 maart 2008 afgerond met het diploma zwemmen. Ik hoop U voldoende te hebben geïnformeerd en wens U en uw kind een prettig verblijf in Sportiom toe. Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom B.V. C. van Oorschot, Manager Sport en Recreatie.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
38
Aan de ouders/begeleiders van de kinderen die deelnemen aan het Zwem- ABC ’s-Hertogenbosch, september 2007 Ref.nr. 0841/CvO Onderwerp
: Voorbereiding diploma zwemmen C
Geachte mevrouw, mijnheer, Binnenkort is er weer diplomazwemmen, namelijk woensdag 19 december en donderdag 20 december 2007 bestaat er de mogelijkheid een examen af te leggen ter verkrijging van het C-diploma. De voorlopige planning van het diploma zwemmen is als volgt: Woensdag 19 december 2007 van 15.45 uur tot 16.30 uur C-diploma. (Donderdag 20 december 2007 van 17.15 uur tot 18.00 uur C-diploma). Ter voorbereiding is aan uw kind gevraagd om de volgende lessen kleding mee te brengen. Deze kleding bestaat uit: zwemkleding, overhemd, t-shirt met lange mouwen of trui, lange broek, (geen legging) regenjas en schoenen. Het verdient de aanbeveling om een plastic tas mee te geven, waarin de natte kleding kan worden opgeborgen, het voorkomt vermissing van kledingstukken. U wordt verzocht de kleding voor de les te laten aantrekken. De definitieve test voor dit examen wordt gehouden op woensdag 12 december, zaterdag 15 december, maandag 17 december en dinsdag 18 december 2007. Bij een positieve uitslag van de test krijgt uw kind een kaartje mee ten teken dat het aan het examen kan deelnemen. Uw kind is ingeschreven voor het examen als bovengenoemd kaartje aan de beneden balie van het Sportiom volledig door u is ingevuld. Eisen C-diploma:
GEKLEED:
*Met een rol voorover te water – 30 seconden watertrappen – 30 seconden drijven - 50 meter schoolslag – onder vlot door zwemmen en over vlot heen klimmen – 50 meter enkelvoudige rugslag – uit het water klimmen. BADKLEDING: *In het water duiken – onder water oriënteren – onder water zwemmen en na 9 meter door een gat in zeil – 125 meter schoolslag waarbij 2x koprol voorover en 2x hoofdwaarts naar bodem duiken - 100 meter enkelvoudige rugslag. *Drijven op borst, drijven op rug – 15 meter borstcrawl – 15 meter rugcrawl. *30 Seconden watertrappen met armen en benen verplaatsen – 30 seconden verticaal drijven met gebruik van armen. Ik hoop U voldoende te hebben geïnformeerd en wens U en uw kind een prettig verblijf in Sportiom toe. Met vriendelijke groet, Exploitatie Maatschappij Sportiom B.V. C. van Oorschot, Manager Sport en Recreatie.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
39
9.7
Diploma eisen Zwem-ABC
DIPLOMA- EN KLEDINGEISEN ZWEM-ABC ZWEM DIPLOMA A: GEKLEED: *Te water springen – 15 seconden watertrappen – 12,5 meter schoolslag – onder een lijn door duiken – halve draai om lengte-as maken – 12,5 meter enkelvoudige rugslag – uit het water klimmen. BADKLEDING: *In het water springen – onder water oriënteren – onder water zwemmen en na 3 meter door een gat in zeil – 50 meter schoolslag – 50 meter enkelvoudige rugslag. *Drijven op borst, drijven op rug – 8 meter beginners borstcrawl, 8 meter rugcrawl. *60 Seconden watertrappen waarbij twee maal hele draai om lengte as. ZWEM DIPLOMA B: GEKLEED: *Te water springen – halve draai om lengte-as - 30 seconden watertrappen – 25 meter schoolslag – onder vlot door zwemmen – hele draai om lengte-as maken – 25 meter enkelvoudige rugslag – uit het water klimmen. BADKLEDING: *In het water duiken – onder water oriënteren – onder water zwemmen en na 6 meter door een gat in zeil – 75 meter schoolslag waarbij 3x voetwaarts naar de bodem zakken - 75 meter enkelvoudige rugslag. *Drijven op borst, drijven op rug – 10 meter beginners borstcrawl, 10 meter rugcrawl. *30 Seconden watertrappen met armen en benen en vervolgens 30 seconden alleen met benen. ZWEM DIPLOMA C: GEKLEED: *Met rol voorover te water – 30 seconden watertrappen en 30 seconden drijven – meter schoolslag – onder vlot door zwemmen en over vlot heen klimmen – 50 meter enkelvoudige rugslag – uit het water klimmen. BADKLEDING: *In het water duiken – onder water oriënteren – onder water zwemmen en na 9 meter door een gat in zeil – 125 meter schoolslag waarbij 2x koprol voorover en 2x hoofdwaarts naar bodem duiken - 100 meter enkelvoudige rugslag. *Drijven op borst, drijven op rug – 15 meter beginners borstcrawl, 15 meter rugcrawl. *30 Seconden watertrappen met armen en benen en verplaatsen - 30 seconden vertikaal drijven met gebruik van armen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
40
KLEDINGEISEN ZWEM-ABC ZWEM DIPLOMA A: Bij proeven die gekleed moeten worden uitgevoerd dient de kleding tot aan het einde van de proef te worden gedragen. -Badkleding -T-Shirt, hemd of blouse met korte mouwen, korte broek (d.w.z. broekje met pijpen; broekjes die naadloos op de huid aansluiten zijn niet toegestaan). -Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan). Het is toegestaan dat de kandidaten i.p.v. broek/blouse een jurk of rok/blouse dragen. De jurk/rok moet tot over de knie reiken. ZWEM DIPLOMA B: Bij proeven die gekleed moeten worden uitgevoerd dient de kleding tot aan het einde van de proef te worden gedragen. -Badkleding -T-Shirt, hemd of blouse met lange mouwen, lange broek (d.w.z. broekje met pijpen; broekjes die naadloos op de huid aansluiten zijn niet toegestaan). -Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan). Het is toegestaan dat de kandidaten i.p.v. broek/blouse een jurk of rok/blouse met lange mouwen dragen. De jurk/rok moet tot over de knie reiken. ZWEM DIPLOMA C: Bij proeven die gekleed moeten worden uitgevoerd dient de kleding tot aan het einde van de proef te worden gedragen. -Badkleding -T-Shirt, hemd of blouse met lange mouwen, lange broek (d.w.z. broekje met pijpen; broekjes die naadloos op de huid aansluiten zijn niet toegestaan). -Regen/windjack (bedoeld wordt een jack met lange mouwen, dat vaak is vervaardigd uit een soort nylon) -Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan). Het is toegestaan dat de kandidaten i.p.v. broek/blouse een jurk of rok/blouse met lange mouwen dragen. De jurk/rok moet tot over de knie reiken
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
41
9.8
Protocol BSO zwemmen
VEILIGHEIDSPROTOCOL BSO ZWEMMEN Partijen: 1. Kinderopvang … afdeling BSO, verder te noemen …, vertegenwoordigd door de directeur, de mevrouw/heer …, 2. Exploitatie Maatschappij Sportiom BV., verder te noemen Sportiom, vertegenwoordigd door de vestigingsmanager, de heer S. van den Boogaart. verklaren dit protocol van toepassing op het BSO Zwem-ABC lesprogramma van … in zwembad Sportiom te ‘s-Hertogenbosch. Het protocol treedt in werking per 1 januari 2008 Partijen beogen met dit protocol de onderlinge taken en verantwoordelijkheden vast te leggen, teneinde daarmee de veiligheid voor de kinderen zoveel mogelijk te waarborgen. 1. Verantwoordelijkheid zwembad Sportiom Het zwembad zal het zwemonderwijs uitvoeren conform het door het zwembad ontwikkelde en vastgestelde leerplan Zwem-ABC. Het zwemleerplan beschrijft in ieder geval:
De doelstelling van het Zwem-ABC. Gehanteerde niveaugroepen en maximale groepsgrootte; Bevoegdheidseisen; Het aantal kinderen per groep; De afspraken met betrekking tot veiligheid, hygiëne en toezicht; De wijze waarop de vorderingen van de kinderen worden geregistreerd; De in het zwembad geldende gedragsregels. Een planning met daarin de kijklessen, gekleed zwemmen, diplomazwemmen etc.
Het zwembad heeft als taak te waken over de veiligheid en hygiëne van de bezoekers in de totale accommodatie. Het zwembad is verantwoordelijk voor:
Een deugdelijke bouw (conform wettelijke bepalingen); Een deugdelijke zweminrichting (de baden); Voldoende kleedruimte; Voorzieningen en hulpmiddelen die voldoen aan geldende normen en bepalingen ten aanzien van veiligheid en hygiëne; De kwaliteit en veiligheid van het zwemonderricht ook tijdens het vrij zwemmen.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
42
2. Verantwoordelijkheid BSO a. BSO … draagt er zorg voor dat de inhoud van protocol en leerplan Zwem-ABC bekend zijn bij de groepsleidsters, begeleiders en andere bij het BSO Zwem-ABC lesprogramma betrokken personen. b. BSO… is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken bij:
Het ordelijk verlopen van het vervoer van en naar het zwembad; Het ordelijk verloop van de aankomst van de kinderen in het zwembad, alsmede het vertrek na afloop van het zwemmen; Het beheren en afscannen van de persoonsgebonden van de toelatingspolsbanden; De aanwezigheid van de groepsleidster en voldoende begeleiding bij het BSO zwemmen; Het gaan van de kinderen van en naar de kleedkamers; Het omkleden van de kinderen; Het overdragen van de kinderen aan de zweminstructeurs; Het douchen na het zwemmen.
c. BSO… informeert de manager Sport en Recreatie van het zwembad bij aanvang van het BSO zwemseizoen alsmede lopende het seizoen bij tussentijdse wijzigingen over: Het aantal van de deelnemende kinderen en de namen; De eventuele bijzonderheden (medische aandoeningen en andere zorgaspecten). d. Tijdens het BSO-zwemmen ziet de groepsleidster erop toe dat het BSO zwemmen plaatsvindt conform het onder 1 vermelde werkplan. Verder ziet de groepsleidster toe: Op de gang van zaken in de zwemlesbassins; Op de kinderen die (tijdelijk) niet aan het zwemlesprogramma kunnen deelnemen. Een groepsleidster is te allen tijde bevoegd de zwemlessen te onderbreken wanneer dat naar zijn/haar oordeel voor de veiligheid noodzakelijk is. e. BSO… informeert de manager Sport en Recreatie tijdig wanneer de leerlingen niet komen zwemmen i.v.m. studiedagen, afwijkende vakanties of andere activiteiten. 3. Verzekering BSO… heeft een ongevallenverzekering voor alle kinderen die gebruik maken van de opvang. Er is geen beperking mbt plaatsbepaling, dus ook in het zwembad is deze verzekering van toepassing. Wel is het zo dat kinderen tijdens de zwemles onder verantwoordelijkheid van zwemlesinstructeur vallen. Zodra de les is afgelopen is BSO… verantwoordelijk/aansprakelijk. Ook Sportiom heeft een WA-verzekering. Dit betekent: a. Dat het moment van overdacht tussen groepsleidsters en zweminstructeur duidelijk plaatsvindt. Zowel vóór als ná de les. b. Dat beide partijen elkaar aanspreken op het nalatig zijn bij het uitvoeren van deze regel.
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
43
4. Evaluatie BSO… en zwembad zullen het BSO zwemmen alsmede de werking van het protocol jaarlijks evalueren. Aldus overeengekomen te ‘s-Hertogenbosch,
Kinderopvang afdeling BSO, vertegenwoordigd door de mevrouw/heer …, directeur BSO;
datum;
Exploitatie Maatschappij Sportiom BV, vertegenwoordigd door de
datum;
heer S. van den Boogaart;
Zwemlessen via de BSO/CvO/Sportiom/april 2008
44