4e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in het faillissement van
Zwemcentrum Dalfsen B.V. gevestigd te 7722 SE Dalfsen, aan de Haersolteweg 23
Faillissementsnummer: Uitspraak faillissement: Rechter-commissaris: Curator: Datum verslag:
F/08/14/359 22 april 2014 mr M.C. Bosch mr S.J. de Vries te Zwolle 17 februari 2015
In dit verslag zijn de onderdelen niet meer opgenomen, waarvan in eerdere verslagen is vermeld dat de werkzaamheden in dat kader als afgerond kunnen worden aangemerkt. Voor die onderdelen wordt verwezen naar de eerdere verslagen. Ten aanzien van de overige onderdelen is de tekst cursief en vetgedrukt opgenomen voorzover de tekst afwijkt van het vorige verslag. III. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Activa onroerende zaken taxaties verkoopopbrengst hoogte hypotheek boedelbijdrage
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
3.6 bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen bestaan uit een beperkte inventaris die ten behoeve van de zwemlessen werd gebruikt, te weten wat plastic stoeltjes en kunststof banken, een PC met kassasysteem, een oudere HP Laptop, een zwemlift en zwemligbed, en divers klein materiaal. 3.7 Taxaties De bedrijfsmiddelen zijn op 28 april 2014 getaxeerd door Lubbers Taxaties. 3.8 Verkoopopbrengst De hiervoor genoemde roerende zaken zijn, samen met de goodwill die bestaat uit de gegevens/informatie omtrent de personen met wie afspraken over het verzorgen van zwemlessen zijn gemaakt, verkocht voor in totaal € 10.000,-. 3.9 Boedelbijdrage Een boedelbijdrage is niet aan de orde, nu geen sprake is van een financier met zekerheidsrechten. 3.10 bodemrecht fiscus Gezien het voorgaande niet aan de orde.
e
blad 2 – 4 verslag inzake Zwemcentrum Dalfsen BV -faillissement
3.11 andere activa De curator heeft in het kassasysteem € 50,- kasgeld aangetroffen. Dit kasgeld is op de faillissementsrekening gestort. Blijkens de door de curator ontvangen conceptjaarrekening 2013 is sprake van een vordering op M.P.J. Vaatstra Beheer BV uit hoofde van een rekening-courantverhouding van € 102.370,-. De curator heeft deze vennootschap tot betaling aangeschreven. De curator heeft verder gevraagd om de stukken toe te sturen waaruit het verloop van deze rekening-courantverhouding blijkt over de periode 2012 tot 1 maart 2014. In de 2e verslagperiode heeft de curator nadere stukken ontvangen, waaronder een grootboekoverzicht waaruit het verloop van de rekening-courantverhouding met de bestuurder blijkt. Er is sprake van diverse rekening-courantverhoudingen met gelieerde ondernemingen (M.P.J. Vaatstra Beheer BV, Pantjes & Vaatstra Vastgoed BV, Zwemcentrum Kollum BV, Zwemcentrum Mechelen BV, Zwemcentrum Alkmaar BV). Per saldo sluiten deze diverse rekeningen per ultimo 2013 op ongeveer het hiervoor genoemde totaalbedrag ad € 102.370,-. Volgens de grootboekkaarten van 2014 zou de vordering per 31 maart 2014 zijn teruggelopen tot € 74.944,89,-. Dat bedrag is Vaatstra Beheer dus in ieder geval nog aan gefailleerde verschuldigd. Er is niet betaald, terwijl inhoudelijk evenmin op de vordering is gereageerd. De curator is van oordeel dat sprake is van onttrekkingen in het zicht van faillissement. Dat lijkt ook in ieder geval deels het geval te zijn ten aanzien van door ouders in 2013/2014 voor zwemlessen betaalde gelden, nu uit de ontvangen administratie niet blijkt dat alle betaalde bedragen in de onderneming zijn verantwoord. Daarbij speelt met name een rol dat sprake is van veel contante betalingen, terwijl geen kasadministratie is aangetroffen. Door het Oudercomité De Reddingsboei zijn de gedane betalingen zo veel mogelijk geïnventariseerd, en daaruit is gebleken dat door ouders in 2013/2014 minimaal € 321.205,- en vermoedelijk in werkelijkheid circa € 396.223,- is betaald voor zwemlessen. Volgens het Oudercomité was sprake van 750 lessende kinderen, waar slechts sprake was van 608 geregistreerde lessende kinderen. Volgens het Oudercomité lijkt het er daarmee op dat een groot aantal lessen buiten beeld (buiten de administratie) zijn gehouden. Dit zou kunnen aansluiten bij contant betaalde bedragen die niet in de administratie zijn terug te vinden en mogelijk zou dit het verschil tussen de hiervoor vermelde bedragen kunnen verklaren. De curator heeft aangifte gedaan van vermoedelijke faillissementsfraude, waarbij het in ieder geval gaat om de hiervoor beschreven onttrekkingen. Door de FIOD is bevestigd dat de aangifte in behandeling is genomen, samen met de door de curator in het faillissement van Zwemcentrum Alkmaar gedane aangifte en dat de casus het strafrechtelijk traject in gaat. Door de curator is op grond van de daarvoor geldende regelingen bij de Belastingdienst een verzoek ingediend voor vergoeding van de uren die met de aangifte zijn gemoeid. Dit verzoek is toegekend en in de 4e verslagperiode is op de faillissementsrekening een vergoeding hiervoor betaald van € 1.089,- inclusief BTW. De curator wacht vooralsnog de ontwikkelingen in het strafrechtelijk traject af. Vermoedelijk zal dit geruime tijd vergen.
e
blad 3 – 4 verslag inzake Zwemcentrum Dalfsen BV -faillissement
VIII. Administratie 8.1 toestand administratie De curator heeft van de bestuurster diverse ordners ontvangen. Dit zou de volledige administratie betreffen die de bestuurster van de vorige eigenaar had ontvangen. Naar het oordeel van de curator ontbreken inkoopfacturen, bankafschriften, kasadministratie en gegevens omtrent de kennelijke aanwezige rekening-courantverhoudingen. De curator heeft nadere informatie opgevraagd bij de accountant (van de vorige bestuurder) nu er wel een conceptjaarrekening over 2013 is opgesteld. De curator heeft verder bij de vorige bestuurder de in zijn optiek nog ontbrekende administratie opgevraagd. In de 2e verslagperiode heeft de curator van de advocaat van de bestuurder de jaarrekening 2012 ontvangen en de nodige prints uit digitaal gevoerde administratie, waaronder prints van de mutaties op de grootboekrekeningen. De administratie is echter nog niet compleet, nu in ieder geval nog een kasadministratie ontbreekt, terwijl evenmin de bankafschriften zijn aangeleverd. 8.2 goedkeurende verklaring accountant Gezien de omvang van de onderneming is een goedkeurende verklaring niet vereist.
IX.
Pauliana/verrekening
9.1 verdachte transacties Gezien het feit dat veel ouders aangeven dat contant voor zwemlessen zou zijn betaald, terwijl een kasadministratie ontbreekt heeft de curator het vermoeden dat niet alle betalingen ten goede zijn gekomen van gefailleerde. 9.2 Maatregelen: Via Oudercomité De Reddingsboei is zoveel mogelijk in kaart gebracht welke bedragen door ouders voor de zwemlessen zijn betaald, wanneer, op welke manier en aan wie. Onder meer op basis van deze informatie is aangifte gedaan van vermoedelijke faillissementsfraude.
X. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht Gezien de door de curator ontvangen stukken is er in ieder geval een administratie gevoerd. Of deze voldoet aan de daaraan te stellen eisen is echter een reële vraag, met name nu uit de gevoerde administratie niet blijkt van een kas, terwijl wel sprake lijkt te zijn geweest van een aanzienlijke contante geldstroom. 10.2 depot jaarrekeningen De jaarrekening over 2012 is op 30 januari 2014 gedeponeerd. 10.3 stortingsverplichting aandelen Aan voldaan. 10.4 onbehoorlijk bestuur Op basis van de tot nu toe ontvangen stukken en informatie lijken vraagtekens gesteld te kunnen worden bij de wijze waarop de onderneming tot de datum van overdracht door Vaatstra Beheer is gevoerd.
e
blad 4 – 4 verslag inzake Zwemcentrum Dalfsen BV -faillissement
Hierbij speelt een rol dat sprake is van aanzienlijke vordering op de bestuurder, waardoor de onderneming feitelijk “leeg” aan de nieuwe eigenaar is overgedragen, terwijl wel sprake was van aanzienlijke verplichtingen ten aanzien van de te geven zwemlessen. Dit zou nog sterker het geval zijn indien zou blijken dat contante betalingen niet aan de vennootschap ten goede zijn gekomen en daarmee aan de vennootschap zijn onttrokken. De curator heeft aangifte gedaan van vermoedelijke faillissementsfraude. Civiele maatregelen zijn niet genomen. De curator wacht vooralsnog de ontwikkelingen in het strafrechtelijk traject af. 10.5 Maatregelen: Nog niet aan de orde.
XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden De boedelschulden bestaan uit de door het UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum ad (na correctie) € 7.986,40, reeds betaalde taxatiekosten ad € 211,75 inclusief BTW en uit salaris/verschotten curator. 11.1 vordering van de fiscus Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 11.404,-. 11.2 vordering van de UWV Door het UWV is een preferente premievordering aangemeld van € 5.586,61 en een preferente loonvordering van € 31.198,63. 11.3 overige preferente vorderingen Er zijn nog geen overige preferente vorderingen aangemeld.
XII.
Crediteuren
12.1 aantal concurrente crediteuren De uit de administratie van de vennootschap blijkende crediteuren zijn door de curator via een mailing aangeschreven met het verzoek hun vordering ter verificatie aan te melden. Inmiddels is van 17 crediteuren de vordering voorlopig door de curator erkend. Daarnaast zijn ouders die schade hebben geleden doordat is betaald voor niet (afgeronde) zwemlessen via oudercomité ‘De Reddingsboei’ in de gelegenheid gesteld hun vordering via een speciaal daarvoor functionerende rekeningmodule op www.reddingsboei.com aan te melden. 12.2 bedrag concurrente crediteuren Het door de zich inmiddels gemeld hebbende handelscrediteuren ter verificatie aangemelde en door de curator voorlopig erkende totale vorderingsbedrag bedraagt € 76.789,61. Met name via rechtsbijstandsverzekeraars zijn namens 33 ouders schadevorderingen bij de curator gemeld voor € 17.723,89. Daarnaast is via het Oudercomité per 13 november 2014 voor een bedrag van € 228.177,27 aan concurrente vorderingen gemeld.
e
blad 5 – 4 verslag inzake Zwemcentrum Dalfsen BV -faillissement
12.3 wordt het eigenlijke opheffer Op basis van de huidige stand van zaken kunnen de faillissementskosten niet worden betaald en dient het faillissement te worden opgeheven bij gebrek aan baten. De curator heeft tot dusver geen verhaalsmogelijkheden kunnen vinden voor eventuele vordering uit hoofde van de feiten waarvan door hem strafrechtelijk aangifte is gedaan. Mogelijk dat het strafrechtelijk traject hiervoor nog mogelijkheden zal gaan bieden. De curator wacht daarin de ontwikkelingen vooralsnog af, maar is gezien de omstandigheden weinig hoopvol hierin. 12.4
een vereenvoudigde afwikkeling : Zie 12.3
12.5
wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?: Zie 12.3
XIII. Rechtbank 13.1 toestemming afkoelingsperiode 13.2 toestemming voortzetting bedrijf 13.3 toestemming ontslag 13.4 toestemming opzegging/beëindiging huur 13.5 toestemming activatransacties 13.6 toestemming procederen 13.7 anderszins 13.8 termijn afwikkeling faillissement 13.9 plan van aanpak 13.10 indiening volgend verslag
n.v.t. n.v.t. 24 april 2014 n.v.t. 28 april 2014 n.v.t. n.v.t n.n.b. de gedane aangifte afwachten. 17 mei 2015
XIV. Overig Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten en een print van de mutaties op de faillissementsrekening gehecht – productie 1. Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt per de datum van dit verslag € 10.988,16. Aan dit verslag is verder een specificatie van de tot dusver verrichte werkzaamheden gehecht productie 3. Door de curator is in de 3e verslagperiode aan de afwikkeling 2,6 uur besteed waarmee het totaal aantal aan de afwikkeling bestede uren komt op 42,45.
Zwolle, 17 februari 2015 mr S.J. de Vries, curator
Dit faillissement is in behandeling bij: mr S.J. de Vries Postbus 289 8000 AG ZWOLLE telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349 email:
[email protected]