Zuiver van hart bijeenkomst in het bisschopshuis met het oog op de Vasten 8 februari 2010
2
bijeenkomst bisschopshuis met het oog op de Vasten 8 februari 2010
2
3
Een uitgave van het bisdom Breda, maart 2010 T 076 5223444 E
[email protected] I www.bisdombreda.nl 3
4
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
‘Met het oog op de vasten’ Aan de hand van Prefatie I Bisschop Van den Hende
6
Aanzet en vorming Vastenestafette 2010 bisdom Breda Diaken Peter Hoefnagels, hoofd pastorale dienstverlening
11
De beleving van de Veertigdagentijd op de priesteropleiding Rector Norbert Schnell, rector van de Priester- en diakenopleiding Bovendonk
15
4
5
5
6
Voorwoord In de Veertigdagentijd organiseerde het bisdom van Breda van 17 februari tot 4 april 2010 een vastenestafette in het hele bisdom. De vastenestafette werd georganiseerd in het kader van 50 jaar Bisschoppelijke Vastenaktie (www.vastenaktie.nl). In de vastenestafette stond telkens één dag op een andere plek in het bisdom het vasten centaal. Van de vastenestafette werd verslag gedaan via een blog op de website van het bisdom www.bisdombreda.nl. Voorafgaand aan de vastenestafette nodigde bisschop Van den Hende pastorale beroepskrachten uit voor een bijeenkomst op maandag 8 februari ‘Met het oog op de Vasten’. De vastenestafette werd gebaseerd op de drie pijlers van de Veertigdagentijd zoals deze verwoord zijn in de eerste prefatie van deze periode van het kerkelijk jaar: gebed, liefde tot de naaste en trouw aan de sacramenten. Bisschop Van den Hende ging aan de hand van deze prefatie nader in op de spiritualiteit van de Veertigdagentijd. Diaken Peter Hoefnagels, hoofd van de pastorale dienstverlening, gaf een toelichting op de vastenestafette. Rector Norbert Schnell, rector van de priester- en diakenopleiding Bovendonk te Hoeven, vertelde hoe de Veertigdagentijd in een priesteropleiding gestalte kan krijgen. De inleidingen van de bijeenkomst zijn bij elkaar gebracht in deze uitgave. 6
7
‘Met het oog op de vasten’ aan de hand van Prefatie I Bisschop Van den Hende We zijn vanavond in de hal van het bisschopshuis bijeen, met het oog op de Vasten. Dit jaar wordt in ons bisdom het daadwerkelijk beleven van de Vastentijd op een bijzondere manier benadrukt middels de vastenestafette. De estafette die gehouden wordt van dag tot dag in de 40-dagentijd, van plek tot plek (in parochies, op scholen en in kloostergemeenschappen) vormt een rondgaande en directe uitnodiging om de Vastentijd niet te vergeefs te ontvangen, om de 40-dagentijd in geloof en gemeenschap te beleven als een geschenk. In de woorden van de 1e prefatie van de 40-dagentijd: de vastentijd is een periode die ons van Godswege gegund wordt. In mijn korte inleiding zal ik met het oog op de Vasten stilstaan bij de 1e prefatie van de 40-dagentijd, ontleend aan het altaarmissaal. Het altaarmissaal biedt feitelijk vier prefaties van 40-dagentijd (nog afgezien van de speciale prefaties die op de afzonderlijke zondagen van de 40dagentijd in het missaal te vinden zijn, samenhangend met lezingen uit het evangelie van die zondag in de vasten). De 1e prefatie van de Vasten die ik vanavond in het bijzonder zal bespreken, staat in een reeks van vier. De 1e prefatie heeft als ondertitel danwel motto meegekregen: de geestelijke zin van de Veertigdagentijd. Omdat het vanavond gaat om de spiritualiteit van het vasten, is deze prefatie over de geestelijke zin van de Veertigdagentijd bij uitstek geschikt om bij stil te staan. De andere drie prefaties van de reeks in het missaal hebben 7
8
achtereenvolgens als motto: II de heilzame tijd van bekering; III de vruchten van de versterving; IV de vruchten van het vasten. Met betrekking tot de 1e prefatie wil ik inzoomen op de derde alinea, dus na de bekende aanhef en de openingszinnen. We richten onze aandacht met het oog op de Vasten juist op deze specifieke tijdeigen kerntekst. De vastentijd is een periode is ons als een geschenk van Godswege gegeven wordt, letterlijk een concessie van God op grond van zijn barmhartigheid en ontferming. Op Aswoensdag klinkt uit de profeet Joel de oproep: ‘Keert tot Mij terug, van ganser harte (Joel 2, 12-18)’. Het is een jaarlijks terugkerende kans die de Heer ons aanreikt, op het ritme van het kerkelijk jaar, om antwoord te geven op de indringende oproep tot terugkeer, tot bekering. Het gaat allereerst om ons hart, zo zegt ons de Nederlandse vertaling. In het Engelse missaal wordt vertaald met ‘mind and heart’, met geest en hart. De vastentijd richt zich dus allereerst op onze binnenkant. Die nadruk klinkt ook in de 1e schriftlezing op Aswoensdag in de woorden van de profeet Joel, die zegt: ‘scheurt uw hart en niet uw kleren’. In dit verband is het belangrijk om te verwijzen naar de boodschap van de paus die hij voor de vastentijd van 2010 heeft geschreven¹. De paus gaat dit jaar in zijn vastenbrief in op het begrip gerechtigheid. Paus Benedictus bepleit om in deze Vastentijd bij onze binnenkant te beginnen. ____________________________ ¹ Benedictus XVI, Boodschap voor de Vastentijd 2010, zie rkkerk.nl, kerkelijke documentatie 2010/1, 23-26 8
9
Het is de permanente bekoring van de mens, aldus de paus, om de oorzaak van kwaad en onrecht buiten zichzelf te zoeken, alsof onrecht van buitenaf zou komen. Maar allereerst heeft een mens de bevrijding nodig van het hart, n.l. ‘Om rechtvaardig te kunnen zijn is het nodig de illusie van zelfgenoegzaamheid, die diepgewortelde houding van geslotenheid die de ware oorzaak is van onrecht, op te geven’. Waar staan we zelf op dit moment, aan het begin van de Vastentijd? Zoek ook ik allereerst het onrecht buiten mijzelf: de balk en de splinter²? Benedictus wijst ons op een passage uit het Marcus-evangelie: ‘wat uit de mens komt, dat bezoedelt hem [..] uit het hart van de mensen komen boze gedachten’³. Het gaat dus op de eerste plaats om een zuiver hart en een zuivere geest. Dat is trouwens feitelijk niet het allereerste wat gebeurt: aller-allereerst is er de barmhartige God die ons kent als geen ander 4 en die ons de jaarlijkse Vastentijd vergund heeft. In de woorden van Joel: ‘keert terug tot de Heer uw God, want genadig is Hij en barmhartig’. Op grond van Gods ontferming en barmhartig worden we uitgenodigd in ons hart te kijken, toch minstens jaarlijks. Het doel van deze heilzame tijd die ons wordt aangeboden is een goede voorbereiding op het grootste feest dat we als christenen vieren: het paasfeest. We mogen ons leven verbinden met het nieuwe leven van _______________________ ² Mt. 7, 3 ³ Mc. 7, 14-15, 20-21 4 Cfr. Ps. 51, ps. 139
9
10
Christus. En ook het paasfeest is uiteindelijk geen doel op zich. Het gaat er om dat wij gebracht worden tot de volheid van de genade van de kinderen Gods, op z’n minst dat we daarin groeien. Immers, eenmaal gedoopt mogen we daadwerkelijk groeien in het leven van ons gedoopte bestaan. De prefatie noemt een aantal daden dan wel manieren om de groei als kind van God te bevorderen, echt door te maken van binnenuit (a) meer toeleg op het bidden, aldus de vertaling. (In ’t Latijn staat er: officia pietatis: werken van vroomheid). Dat kan bidden zijn maar is ook vasten! (b) grotere aandacht voor de liefde tot de naaste (In ’t Latijn staat er: met welwillendheid werken van liefde vervullen). (c) deelname aan de sacramenten ofwel naderen tot de mysteries waaruit we opnieuw geboren zijn. Na het doopsel (is eenmalig) zijn dat met name het ontvangen van het sacrament van boete en verzoening en de viering van de eucharistie. Het is duidelijk dat de prefatie in de vastentijd allereerst vraagt om onze aandacht te richten op ons hart. De voorbereiding op Pasen, het groeien als kind van God begint bij ons van binnen: naar geest en hart. Maar de 40-dagentijd beperkt zich niet tot de binnenkant. Meteen al kunnen we lezen in de prefatie dat het gepaard zal gaan met concrete handelingen en daden: bidden, vasten, de dienst aan onze naaste, het ontvangen van de sacramenten. Of zou je deze handelingen ook groeimiddelen mogen noemen?
10
11
Hoe het ook zij: in het evangelie van Aswoensdag uit Mattheüs 6 beklemtoont Jezus dat onze daden en oefeningen in de 40-dagentijd nooit een louter uiterlijke vertoning mogen worden, omdat ze in ons hart moeten beginnen en altijd vooral een innerlijke motivatie behoeven. Het gaat er in de 40-dagentijd ten diepste om onze betrekkingen met God en met onze medemens, in Zijn Naam. Dus geen gerechtigheid beoefenen, aalmoezen .geven, bidden en vasten om de aandacht te trekken, maar met het oog op onze verbondenheid met de Heer en met de naaste, met het oog op het koninkrijk Gods. Paus Benedictus zegt in zijn vastenbrief: ‘bekering tot Christus en het geloof in het evangelie betekent dat we de illusie van zelfgenoegzaamheid achter ons laten en aanvaarden dat we behoefte hebben aan anderen en aan God, aan zijn vergeving en zijn vriendschap’. Voor het daadwerkelijk beleven van de Vastentijd in de geest van de prefatie kun je stellen dat een zekere nederigheid wordt gevraagd. Benedictus zegt in zijn vastenbrief: ‘er is nederigheid voor nodig om te aanvaarden dat ik een Ander nodig heb om me te bevrijden van ‘wat van mij is’ en mij kosteloos te geven ‘wat van Hem is’. Dit laatste heeft alles te maken met van binnenuit te groeien als kind van God, op uitnodiging van de Heer zelf. Jaarlijks wordt het ons van Godswege gegund om voor die roeping open te staan en opnieuw te werken aan een antwoord met heel ons hart.
11
12
Aanzet en vormgeving Vastenestafette 2010 bisdom Breda Diaken Peter Hoefnagels, hoofd pastorale dienstverlening Dit jaar houden we het eerst in ons bisdom een vastenestafette. Over de aanzet tot en vormgeving wil ik u graag vanavond kort berichten. Aanleiding is het feit dat de bisschoppelijke Vastenaktie voor de 50e maal gehouden wordt: 50 jaar actie en verbondenheid met de Kerken en de allerarmsten in de wereld. Ook 50 jaar hulp om mensen hun eigen ontwikkeling ter hand te nemen en te zorgen voor basisbehoeften: water, gezondheid, voedsel in landbouwprojecten, eigen producten in ambachtelijke setting, wonen en onderwijs steeds in sociaal pastorale settings. Dit jaar is het thema ‘Behoud van de schepping’ en staat het Afrikaanse land Malawi centraal. Een land dat veel te lijden heeft onder de gevolgen van klimaatverandering: extreme droogte afgewisseld met periodes van hevige regenval. De bisschoppelijke Vastenaktie vraagt aandacht en financiële ondersteuning voor het werk van Cadecom. Dit is een kerkelijke organisatie die de bevolking onder andere helpt bij landbouw en irrigatieprojecten, en die daarbij aanspoort gemeenschappelijk zaken aan te pakken. Een door de bisschop ingestelde projectgroep heeft in de aanloop naar de Veertigdagentijd aandachtspunten activiteiten ontwikkeld om 50 jaar Vastenaktie voor het voetlicht te brengen, gebruikmakend van de inbreng uit 12
13
een brainstormbijeenkomst van pastorale beroepskrachten over Vastenaktie en duurzaamheid. In de projectgroep werd opnieuw de vraag gesteld waar het om gaat in de veertig dagen voorafgaand aan het Hoogfeest van Pasen. Een paar gedachten, ook verwoordt in een artikel in het bisdommagazine op weg naar Pasen, en waarop ook de bisschop en rector Schnell ingaan. Een tijd van bekering De Veertigdagentijd is een tijd van bekering, waarin gelovigen aan hun eigen doopsel worden herinnerd. Jezus Christus roept op tot bekering. Hij vraagt de mens om zich vrij te maken van alle zonde en bekoringen die de weg tot het Rijk Gods versperren. Iedere individuele gelovige moet zich steeds opnieuw tot God bekeren, en daarvoor kan de Veertigdagentijd in het bijzonder worden gebruikt. Ook de Kerk wil zich als geloofsgemeenschap in de Veertigdagentijd opnieuw tot Christus bekeren. De Veertigdagentijd is een tijd om je geloofsleven en schriftlezing beter te verzorgen, een tijd voor geloofsverdieping. Een tijd ook voor nadere toeleg op de eucharistie en sacrament van boete en verzoening.
13
14
Veertig dagen De Kerk heeft zich vanaf haar vroegste begin door boete, vasten en gebed voorbereid op Pasen. In de eerste eeuw van het christendom beperkte deze voorbereiding zich tot Goede Vrijdag en Paaszaterdag. Later werd de vastentijd steeds verder verlengd, totdat in 325 het Concilie van Nicea de duur ervan bepaalde op veertig dagen. Dat de Paasvasten een tijdsduur van veertig dagen heeft gekregen, gaat terug op de symbolische betekenis van het getal veertig. Veertig jaar zwierf het volk Israël door de woestijn op zijn tocht naar het beloofde Land. Veertig dagen verbleef Mozes op de berg, toen hij de Wet in tien geboden van God ontving. De profeet Elia ondernam een tocht van veertig dagen naar de berg, waarop God hem zou verschijnen. Jezus trok zich veertig dagen in de woestijn terug om zich door vasten en bidden voor te bereiden op zijn zending onder de mensen. Hij leefde veertig dagen onthecht, zodat Hij zich helemaal kon openstellen voor de kracht van God en de boodschap van Gods liefde. Naar Jezus’ terugtrekking in de woestijn is de Veertigdagentijd voor Pasen gemodelleerd. “Aan het begin van de Veertigdagentijd, die een weg van verdiepte geestelijke activiteit is, beveelt de liturgie ons opnieuw drie boetepraktijken aan, die in de bijbelse en christelijke traditie zeer belangrijk zijn - gebed, aalmoezen geven en vasten,” schreef paus Benedictus XVI in 2008 in zijn boodschap voor de Veertigdagentijd.
14
15
Bisschop van Luyn voegde aan de thema’s spiritualiteit en solidariteit een derde s toe: soberheid. De spiritualiteit is de persoonlijk beleefde ervaring met God. De solidariteit is de daadwerkelijk beleefde relatie met de medemens, met een voorkeursoptie voor de medemens in nood. Bisschop Van Luyn: “Mijn stelling is: soberheid is een voorwaarde om die twee andere s’en te beleven. Als ik alles voor mezelf opeis, al mijn geld, energie en tijd, dan houd ik geen tijd, aandacht en energie over voor de zorg voor de medemens in nood. Dan geef ik niets en probeer ik alleen maar zoveel mogelijk te krijgen, te pakken. En ook met God heb ik dan amper nog iets te maken, want ik denk dat dit materiële hier alles is.” Vasten, je van iets onthouden om dichter bij jezelf, dichter bij God te komen. Vanouds hebben christenen het delen met de armen als een bijzondere zin van vasten gezien. De bijzondere aandacht en ondersteuning voor de projecten voor de armsten in de wereld van de bisschoppelijke Vastenaktie mag dan ook niet ontbreken. Gebed, aalmoezen en vasten dienen als innerlijke voorbereiding, opdat we het Paasfeest beter kunnen vieren De bezinning en suggesties resulteerden in het idee van een vastenestafette. Een parochie, een zorginstelling, een school, een klooster komen een dag in die veertig dagen bijeen rond de drie pijlers: gebed, vasten, delen. Het wordt zo een gemeenschapsgebeuren; je doet het samen en je maakt er een keten van, in een estafette geef je het stokje door je bent verbonden met anderen in je bisdom en verbonden met katholieken wereldwijd die zich in de veertig dagen voorbereiden op het Paasfeest 15
16
De beleving van de Veertigdagentijd op de priesteropleiding Rector Norbert Schnell, rector van de Priester- en diakenopleiding Bovendonk De priesteropleiding heeft 2 doelstellingen: 1) kandidaten helpen hun roeping tot het priesterschap uit te zuiveren. 2) De kandidaten te vormen tot mannen van God en priester van de Kerk. De realisering van beide doelstellingen vraagt de nodige tijd. De vaak nog jonge mensen die zich aanmelden hebben niet altijd een vanzelfsprekend katholieke achtergrond, ook niet als ze uit een katholiek gezin komen. Ik wil dit illustreren met een kleine anekdote uit mijn periode als rector van het Ariënskonvikt. Tijdens de eerste week van de adventstijd is de maatschappij druk in de weer met de voorbereiding van het Sint Nicolaasfeest. Na dit feest veranderen de etalages van aanzicht. De Sinterklaasspullen verdwijnen en de kerstbomen verschijnen. Wie schetst mijn verbazing toen kort na het Sinterklaasfeest twee studenten in de huiskamer van het konvikt druk doende waren een kerstboom op te tuigen. Voor deze twee studenten bleek het de normaalste zaak van de wereld te zijn om in het begin van de Advent een kerstboom op te zetten. Ik realiseerde me toen dat de vanzelfsprekendheid waarmee jongeren binnen het gezin werden ingewijd in het katholieke geloof met al zijn gebruiken voorbij is. We zijn deze sensus catholicus kwijtgeraakt. Ook vele katholieke gezinnen drijven mee op de geest van de tijd. Ik wil niet 16
17
negatief over onze tijd en onze samenleving doen, integendeel, dit is de akker waarop gezaaid moet worden. Dit is de wereld waarin we de Blijde Boodschap mogen verkondigen. Wel stel ik vast dat christelijke noties als ‘wachten’, ‘uitzien naar’, ‘dienstbaarheid’ en zeker ook, ‘vasten en onthouding’ niet meer als vanzelfsprekend aanwezig verondersteld mogen worden, ook niet bij priesterstudenten. Dit type ervaringen bracht de staf van het Ariënskonvikt ertoe om samen met de studenten na te denken over de vraag hoe we deze sensus catholicus kunnen herontdekken. We kwamen tot de conclusie dat het ritme van het kerkelijk jaar voldoende mogelijkheden biedt om vorm te geven aan het leven in huis. Door te leven op het ritme van het kerkelijk jaar kunnen we laten zien dat we weliswaar in deze wereld leven maar niet van de wereld zijn. Als christenen onderscheiden we ons qua levensstijl van anderen, niet om het onderscheiden als doel op zich, niet om op te vallen, niet om de aandacht op onszelf te richten, maar juist om te verwijzen, te verwijzen naar een werkelijkheid, die groter is dan wijzelf zijn. Door een andere levensstijl willen we verwijzen naar Jezus Christus. In die sfeer bezonnen we ons op de Veertigdagentijd. We lieten ons leiden door de liturgische teksten van die tijd, met name de prefaties van de Veertigdagentijd. Daarin ontdekten we de drieslag. Het gaat in de Veertigdagentijd om vasten, gebed en het geven van aalmoezen. Het is een tijd van minder én van meer. Tevens realiseerden we ons dat de spiritualiteit van de Veertigdagentijd zowel een individuele als communautaire dimensie kent. We nodigden studenten uit te kijken wat ze persoonlijk 17
18
kunnen doen, om te onderzoeken waar hun gehechtheden liggen en welke hen afhouden van een relatie met God, om te kijken welke oefeningen op het gebied van het gebedsleven ze extra zouden kunnen doen en om te bezien wat ze in deze tijd over zouden kunnen hebben voor hun naasten. Over de persoonlijke invulling van de veertigdagentijd spraken zij met de spirituaal. Daarnaast keken we in de gemeenschap naar een collectieve invulling. In een periode van zeven tot acht jaar ontwikkelde zich in samenspraak met de studenten gaandeweg een ‘vastencultuur’. Ik noem enige concrete zaken. Vasten Bij de maaltijden kozen we voor versobering. Zo was er bij de broodmaaltijden minder beleg: twee soorten beleg in plaats van een keur aan vlees, kaas en zoetigheden. Degene die tijdens de week de boodschappen deed, bepaalde wat er op tafel kwam. De warme maaltijden waren eenvoudiger. Op de vrijdagen aten we geen vlees en was er geen nagerecht. We aten dan in stilte. Stilte bleek voor menig student heel moeilijk te zijn. Soms l uisterden we naar muziek. Er werd ook wel eens uit een boek voorgelezen, net zoals in de kloosters. Een keer per week hielden de studenten een krans. Dit is aan avondlijk gezellig samenzijn met meestal een wijntje of een biertje en een borrelnootje. Het idee is gerezen om tijdens de Veertigdagentijd geen alcoholische dranken te nuttigen maar zich te beperken tot vruchtensap, de zogenaamde ‘sapkrans’. 18
19
Op Aswoensdag en Goede Vrijdag werd er echt gevast. In het convict lieten we ons leiden door de katholieke vastenregels. Op zondagen vastten we niet. Tijdens de Veertigdagentijd zijn er meestal twee hoogfeesten, namelijk Sint Joseph (19 maart) en de Aankondiging van de Heer (Maria Boodschap) (25 maart). Op deze dagen geeft de Kerk ons wat lucht. De maaltijden waren uitgebreid en goed verzorgd én er was taart bij de koffie. Meer toeleg op gebed Tijdens de Veertigdagentijd legt de gemeenschap zich meer toe op het gebed. Zoals altijd wordt dagelijks de eucharistie gevierd en samen de lauden gebeden, de vespers en de completen. Daarnaast ontstond de praktijk om naast deze gebedstijden in de Veertigdagentijd samen een aantal zaken extra te doen: voor de maaltijd uit de heilige Schrift lezen, het aanreiken van een aantal mogelijkheden om dagelijks 20 tot 30 minuten met een bijbeltekst bezig te zijn. Denk aan een bijbeltekst voor iedere dag met een korte overweging en een aantal vragen ter bezinning. Dat is een soort van geestelijke oefening in het dagelijks leven. Tijdens de Veertigdagentijd kun je ook met elkaar spreken om je ervaringen uit te wisselen. Uit de studenten kwam het voorstel om tijdens de Veertigdagentijd de liturgische vieringen geleidelijk aan te laten verstillen en dus gaandeweg steeds minder te zingen, zodat we tijdens de Goede Week enkel stille Missen hadden. De studenten bidden tijdens de Veertigdagentijd elke week op vrijdag de Kruisweg. 19
20
Zelf preekte ik meer over de sacramenten en bemoedigde de studenten om voor Pasen het Sacrament van Boete en Verzoening te ontvangen. Dienst aan de naaste In een stad is er veel nood en dus zijn er genoeg mogelijkheden voor een dienst aan de naaste. Er zijn huizen voor dak- en thuislozen. Het is echter niet altijd mogelijk daar voor een avond of middag te helpen. Het vraagt dan ook enige creativiteit om als gemeenschap op dit terrein naar buiten te treden. Zo hebben we eens de mensen geholpen die zelf de armen helpen. We hebben bij de zusters Augustinessen van Sint Monica te Hilversum de tuin een goede beurt gegeven. Andere jaren collecteerden de studenten voor ZOA-vluchtelingenzorg. Het was een vormende ervaring om twee avonden met collectebussen door de wijk te lopen. Samenvattend We probeerden er werk van te maken in de geest van de Kerk samen op te trekken naar Pasen en ons voor te bereiden op het paasfeest. Door op de genoemde terreinen accenten te zetten en ze juist ook met elkaar te beleven werd de Veertigdagentijd niet alleen in naam, maar juist ook in de beleving een sterke tijd, die de studenten, en ook mij, hielpen het geloof te verdiepen en ontvankelijker te worden voor het paasmysterie. Ik heb in deze lezing vooral verteld over mijn ervaringen als rector van het Ariënskonvikt, waarin ik dag in en dag uit met de studenten leefde. Bij een weekendopleiding als de Priester- en diakenopleiding Bovendonk is dit anders en doen we tijdens een studieweekend mee met de 20 vastenestafette.
21
21