Zorgplichten en zorgethiek ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof.mr. P.F. van der Heijden ten overstaan van een door het collège voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op dinsdag 13 maart 2007, te 14.00 uur door Then Foek Eric Tjong Tjin Tai geboren te Arnhem
Inhoudsopgave
Afkortingen
V
Inleiding
1
Hoofdstuk 1. Zorg als ethisch probleem 1.1. Inleiding 1.2. Een korte historische schets van de hoofdstroom van ethiek 1.3. Gilligan's zorgethiek 1.4. Nodding's uitwerking van zorg 1.5. Verdere ontwikkelingen in de zorgethiek 1.6. Zorgethiek en negen kenmerken van ethiek 1.6.1. Inleiding 1.6.2. Zorg, gelijkheid en onpartijdigheid 1.6.3. Zorgethiek en de overige kenmerken 1.6.4. Het stelsel van zorgethiek en concurrerende theorieën 1.7. Conclusie
13 15 18 23 29 31 31 32 37 40 42
Hoofdstuk 2. Een begrip van zorg 2.1. Inleiding 2.2. Zorg van de moeder of ouder 2.3. Niet-essentiële aspecten van zorg: daad versus relatie 2.3.1. Zorgdaden en zorgrelaties 2.3.2. Bijzondere relaties van afhankelijkheid 2.3.3. Persoonlijke en meer afstandelijke relaties 2.3.4. Instandhouding van de relatie 2.3.5. Continue of onderbroken aandacht 2.3.6. Basisbehoeften 2.3.7. Zorg en verzorging 2.3.8. Lichamelijke arbeid en het delegeren van zorgtaken 2.3.9. Nabijheid en direct contact 2.3.10.. Conclusie 2.4. Zorgdaden 2.4.1. Een definitie van zorg als handelen 2.4.2. Belangen 2.4.3. Soorten zorgdaden 2.4.4. Aandacht en betrokkenheid 2.4.5. Belang, autonomie en overleg 2.4.6. Onmiddellijke, middelijke en afgeleide zorg 2.4.7. Personen of objecten 2.4.8. Conclusie
43 44 47 48 49 50 51 52 53 54 55 57 59 59 59 59 61 64 66 68 69 70
VII
INHOUDSOPGAVE
2.5. Zorg als relatie 2.5.1. Zorgrelatie en verantwoordelijkheid 2.5.2. Belangen binnen relaties 2.5.3. Betrokkenheid en zorgdaden binnen relaties 2.5.4. De respons van de zorgontvanger 2.5.5. Zorg voor het zelf 2.5.6. Conclusie 2.6. Bezorgdheid: zorg buiten relaties 2.7. Conclusie
70 70 71 72 73 74 74 74 76
Hoofdstuk 3. Zorg in het burgerlijk recht: achtergronden 3.1. Inleiding 3.2. Diligentia en culpa in het Romeinse recht 3.2.1. Inleiding 3.2.2. Diligentia en culpa in het overeenkomstenrecht 3.2.3. Custodia 3.2.4. Vis maior 3.2.5. Diligentia en culpa en de Lex Aquilia 3.2.6. Conclusie 3.3. De plaatsing van zorg in het Nederlandse overeenkomstenrecht 3.3.1. Doorwerking van het Romeinse recht in het BW van 183 8 3.3.2. Zorg van een goed huisvader versus overmacht 3.4. Zorgvuldigheid in het onrechtmatige-daadsrecht 3.5. Zorgplichten en zorgverplichtingen: een eerste analyse 3.5.1. Een definitie van zorgplichten en zorgverplichtingen 3.5.2. Enkele terminologische onderscheiden 3.5.3. Een zorgplicht als grondnorm?
77 77 77 78 83 84 85 87 87 87 89 94 97 97 98 99
Hoofdstuk 4. Zorgplichten binnen overeenkomsten 4.1. De algemene norrn van zorg van een goed schuldenaar 4.2. Grondslag van zorgplichten 4.3. Overeengekomen prestatie, belang en zorg 4.4. De maatman en toerekenbaarheid 4.5. Uitwerking van de zorgplicht 4.5.1. De mate van zorg 4.5.2. Concretisering van zorgverplichtingen 4.5.3. Zorg voor zaken 4.5.4. Zorg bij handelingen, in het bijzonder de opdracht 4.6. Verplichtingen, afdwingbaarheid en vertrouwen 4.7. Zorg en aansprakelijkheid 4.8. Zorg en andere vormen van toerekening 4.9. Exoneratie 4.10. De zorgplicht van de werkgever 4.11. Conclusie
101 103 105 110 113 114 115 118 120 122 125 129 131 133 137
Hoofdstuk 5. Zorgplichten buiten overeenkomst 5.1. Zorgvuldigheid en zorgplichten 5.2. Zorg, autonomie en belangenafweging 5.3. De grondslag voor buitencontractuele zorgplichten
139 141 146
VIII
INHOUDSOPGAVE
5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8.
De maatman en voorzienbaarheid Zorgvuldigheid binnen het stelsel van art. 6:162 BW De zorgvuldigheidsnorm in de praktijk Zorg voor bepaalde objecten Zuiver nalaten 5.8.1. Nalaten als daad 5.8.2. Een verplichting tôt handelen 5.8.3. Jurisprudentie 5.9. Grensgevallen 5.10. Conclusies
147 149 152 156 160 160 162 165 166 170
Hoofdstuk 6. Bijzondere en zwaarwegende zorgplichten 6.1. Inleiding 6.2. Beroepsaansprakelijkheid in het algemeen 6.2.1. Gewone beroepen 6.2.2. Institutionele beroepen 6.2.3. Contractuele aansprakelijkheid bij gewone beroepen 6.2.4. Denotaris 6.2.5. Banken en effecteninstellingen 6.2.6. Deadvocaat 6.2.7. De faillissementscurator 6.2.8. De accountant 6.2.9. De arts 6.2.10. Overige beroepsbeoefenaren 6.2.11. Conclusie 6.3. Bijzondere en zwaarwegende contractuele zorgplichten 6.3.1. Zwaarwegende contractuele zorgplichten 6.3.2. Het achterstellen van de eigen belangen 6.3.3. Bijzondere contractuele zorgplichten 6.4. Buitencontractuele zorgplichten 6.4.1. Na-contractuele zorgplichten 6.4.2. Pseudo-contract en informatieverschaffing aan derden 6.4.3. Doorwerking van de contractuele zorgvuldigheid naar derden 6.4.4. Aansprakelijkheid van de accountant jegens derden 6.4.5. Meewerken aan wanprestatie of onrechtmatige daad 6.4.6. Zorg voor een maatschappelijk belang 6.5. Conclusie
171 171 171 173 176 177 178 180 181 182 183 185 187 187 188 189 191 199 200 200 202 206 210 215 217
Hoofdstuk 7. Tussenconclusie: recht en zorg 7.1. Zorgplichten in het recht 7.2. Overgang naar de ethiek
219 223
Hoofdstuk 8. Zorgrelatie, zorghouding en zorgplicht 8.1. Inleiding 8.2. De zorgidentiteit 8.3. De zorghouding: karakter en emoties 8.3.1. Het zorgethisch karakter en emoties 8.3.2. De morele betekenis van karakter en emoties 8.3.3. Zorgethiek, deugdethiek, en consequentialisme
225 225 228 229 230 234 IX
INHOUDSOPGAVE
8.4. Zorgplichten en zorgdaden 8.4.1. Zorg als plicht 8.4.2. Minimumnormen en de drempelvisie op zorgplichten 8.4.3. Betrokkenheid en het ideaal van de perfecte zorgverlener 8.4.4. Demaatstaf voor zorg als plicht 8.5. Het motief van zorgdaden 8.6. Het zorgethische oordeel 8.6.1. De zorgethische afweging 8.6.2. Regels, principes, randvoorwaarden en minimumnormen 8.6.3. Zorgverplichtingen als prima facie of als absolute verplichtingen 8.6.4. Het goede in zorgethische zin 8.7. Conclusie Hoofdstuk 9. Zorgethiek buiten persoonlijke zorgrelaties 9.1. Rolmoraal als zorgethiek 9.1.1. Inleiding 9.1.2. Rolmoraal en morele arbeidsdeling 9.1.3. Zorg in een concrète relatie binnen de roi 9.1.4. De institutionele zijde van de roi 9.1.5. Zorg, rolmoraal en beroepsethiek 9.2. Zorg voor nabije vreemden 9.2.1. Bezorgdheid en nabijheid 9.2.2. Van bezorgdheid tôt zorg 9.2.3. Zorg, directe en indirecte inbreuk 9.2.4. Actieve zorg: Samaritaanse hulp en liefdadigheid 9.3. Zorg voor verre vreemden 9.3.1. Zorgethiek en verre vreemden 9.3.2. Kritiek op een zorgethische benadering van zorg voor verre vreemden 9.4. Zorg voor dingen 9.5. Zorg voor instituties 9.6. Conclusie Hoofdstuk 10. Het stelsel van zorgethische relaties 10.1. De rechtvaardiging van het zorgethisch stelsel 10.1.1. Het stelsel van zorgethische plichten 10.1.2. De rechtvaardiging van concrète zorgplichten 10.1.3. De rechtvaardiging van de verdeling van zorg 10.2. Zorgethische conflicten 10.2.1. De zorgethische behandeling van conflicten 10.2.2. Conflicten tussen zorginterne en zorgexterne elementen 10.2.3. Interpersoonlijke conflicten 10.3. Falende zorgrelaties 10.3.1. Overvragen door de zorgontvanger 10.3.2. Tekortschieten door de zorgverlener 10.4. Conclusie
X
237 238 241 243 246 248 255 255 257 262 264
267 267 270 271 273 274 278 278 280 282 285 288 289 294 296 299 301
303 303 304 307 312 312 317 322 325 325 329 334
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 11. Zorgethiek, rechtvaardigheid en autonomie 11.1. Inleiding 11.2. De relatie tussen zorg en rechtvaardigheid 11.2.1. Zorg en rechtvaardigheid: algemeen 11.2.2. Zorg binnen rechtvaardigheid als systeem 11.2.3. Beginselen van rechtvaardigheid en zorg bij het handelen 11.2.4. Distributieve rechtvaardigheid 11.2.5. Zorg voor rechtvaardigheid 11.2.6. Conclusie 11.3. Zorg en autonomie 11.3.1. Autonomie van de zorgontvanger 11.3.2. Autonomie van de zorgverlener 11.4. Conclusie
337 337 337 340 348 352 356 359 359 360 366 370
Conclusie
371
Samenvatting
375
Summary
383
Literatuurlijst Ethiek
391
Literatuurlijst Recht
415
Rechtspraakregister
437
Trefwoordenregister
447
XI