Zorg voor zorgenden
Desiree Helmond 12 oktober 2011
www.trainenmetzorg.nl
Voel jij je ook wel eens… Voel jij je ook wel eens machteloos Als een bewoner verdrietig is of boos En je komt er maar niet achter waarom Begrijp ik het niet of ben ik nou zo dom Voel jij je ook wel eens verdrietig Als een bewoner waaraan je bent gehecht Steeds verder achteruit gaat En tenslotte niets meer zegt Voel jij je ook wel eens opstandig Als het met steeds minder moet En er steeds meer blijft liggen Hoe goed je je best ook doet Voel jij je ook wel eens boos Als er weer iemand komt klagen over iets Wat voor je gevoel zo onbelangrijk is Dat het bij al het andere valt in het niets Voel jij je ook wel eens belazerd Als je weer die dienst niet krijgt waar je om hebt gevraagd En je toch maar weer ‘ja’ hebt gezegd Omdat het anders ten koste van de bewoners gaat Voel jij je ook wel eens heel optimistisch Als het een dag heel lekker gaat En je alle aandacht kunt geven Waar de bewoner om vraagt Voel jij je achteraf wel eens gebruikt Als je iets moet doen wat je niet mag of wil Maar omdat er niemand anders is Sta je er maar niet bij stil Voel jij je ook wel eens warm Als een bewoner geniet van jouw arm Die je om haar heengeslagen hebt, bedoeld Om haar te troosten zodat ze zich veilig voelt Voel jij je ook wel eens koud Als iedereen tegen je snauwt De bewoners, collega’s, terwijl niemand merkt Dat je al zeven dagen hebt gewerkt Voel jij je ook wel eens miskend Als je je benen uit je lijf hebt gerend Als mede door jouw inzet, je kunt zeggen: we hebben het weer gered Maar er is niemand die ‘dank je wel’ tegen je zegt. Auteur onbekend, bewerkt door Lesly
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 2
Zorg voor zorgenden Inleiding Wij mensen zijn sociale wezens. Ons hele leven zijn we grotendeels met anderen bezig. Of je wilt of niet: je hebt anderen nodig. Ook om ‘werkstress’ de baas te kunnen hebben we anderen nodig. Jij en je collega’s hebben elkaar nodig om werkervaringen te verwerken. Je hebt van elkaar de erkenning nodig dat je door je werk geraakt kunt zijn. Die erkenning betekent niet alleen dat je ‘gezien wordt’, maar ook dat jij je zo mag voelen en dat je niet abnormaal bent. Zo werken ingrijpende situaties uit je privé leven ook door op je werk. Je hebt elkaar als collega’s nodig omdat je op moeilijke momenten iemand nodig hebt die met je meeleeft, die compassie heeft. Dezelfde compassie (het vermogen je in te leven in anderen) kan je veel werkstress opleveren, zeker als een cliënt terminaal is. Compassie hoeft niet zwaar te zijn, het kan al geuit worden in een klein gebaar, een blik van verstandhouding of een hand op een schouder. Veel van je collega’s en ook jijzelf hebben soms een luisterend oor nodig om de ervaringen echt te kunnen delen, te kunnen halveren. Zoals het oude spreekwoord zegt: ‘Gedeelde smart is halve smart’
Nare, ingrijpende en traumatische gebeurtenissen (Samenvatting ‘Nare, ingrijpende en traumatische gebeurtenissen’ uit ‘Einde goed, allen goed)
Werken in de zorg brengt allerlei situaties met zich mee die je als zinvol, prettig, verrijkend of inspirerend kunt ervaren. Er zijn echter ook situaties die als normaal, naar of juist heel erg moeilijk ervaren worden. Daarnaast kan het ook zo zijn dat jij een gebeurtenis als naar ervaart terwijl je collega er helemaal geen moeite mee heeft. Wat de een als druk of stress ervaart, kan door een ander als uitdagend of prettig ervaren worden. Dit heeft o.a. te maken met ons stressniveau. Net zoals ieder mens een ideaal gewicht heeft, heeft ook ieder mens een eigen optimaal stressniveau. Ieder mens heeft dus stress nodig, niet te veel, maar ook niet te weinig! Jouw optimale stressniveau is afhankelijk van de snelheid waarmee je informatie kunt verwerken, je persoonlijkheid, opvoeding etc. Als zorgverlener hebben anderen je misschien wel eens de volgende vraag gesteld: “Hoe houd je dat toch vol, mensen die je zelf hebt verzorgd, te zien sterven?” Of misschien heb je jezelf deze vraag wel eens gesteld. Emotionele gebeurtenissen die jij tijdens je werk kunt meemaken, hebben niet allemaal dezelfde intensiteit en dus ook niet dezelfde emotionele en psychische gevolgen. Oplopend naar de ernst zijn gebeurtenissen in drie groepen te verdelen: licht, zwaar en extreem. De persoonlijke beleving bepaalt uiteindelijk in welke categorie een gebeurtenis valt. We kunnen dus niet vooraf bepalen onder welke categorie jij of jouw collega’s eenzelfde gebeurtenis zal ervaren. Terwijl de ene van slag raakt bij het zien van een zeer terminale cliënt, kan de ander daar vrij onbewogen onder blijven. Wel bestaan er grote overeenkomsten in het ervaren van de hevigheid van een gebeurtenis. Zo wordt de opmerking onder collega’s: “Ik kan me goed voorstellen dat je het daar moeilijk mee hebt”, vaker gehoord dan: “Dat je het dáár nou moeilijk mee hebt!”. Als er gezegd wordt dat werken in de palliatieve zorg stressvol kan zijn, heeft men het meestal over de ingrijpende gebeurtenissen.
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 3
Traumatische gebeurtenissen Een traumatische gebeurtenis is de meest extreme, heftige ervaring die een mens kan meemaken. Ze staat het meest ver af van de alledaagse, normale ervaringen. Een traumatische ervaring wordt ook wel eens omschreven als ‘een gebeurtenis die buiten het patroon van de normale ervaringen valt en leed veroorzaakt bij vrijwel iedereen’. Een gebeurtenis dus, die bijna iedereen psychisch ernstig in de problemen brengt. Het is zo’n onmenselijke en gruwelijke ervaring dat het normaal is dat iemand het daar heel moeilijk mee heeft. Als je eraan wordt blootgesteld, ervaar je korte of langere tijd extreme angst, afschuw en machteloosheid. De ervaring confronteert je direct of indirect met de dood of fysieke kwetsbaarheid van jezelf of een ander. Een ander aspect is het onverwachte karakter ervan. Het onheil slaat plotseling toe, je kunt je niet voorbereiden. Het is als een aardbeving, je hele leven staat ineens op zijn kop. Hieronder de meest voorkomende oorzaken van een psychotrauma in de (palliatieve) zorg: - Een erg gecompliceerd verlopend overlijden; - Geheel onverwacht overlijden; - Verstikking of acute heftige bloedingen; - Een fout met ernstige gevolgen; - Een ernstige fout van een collega; - Zorgen bij uitzichtloos lijden; - Je gedwongen voelen mee te werken aan euthanasie; - Mislukte reanimatie; - Confrontatie met ernstige verminking; - Dood van kind(eren); - Dood van een bewoner / cliënt door ongeval; - Agressie (van familie of cliënt); - Zelfdoding of poging daartoe; - Plotselinge dood van een collega; - (Mogelijke) besmetting met HIV of het hepatitis virus. Ingrijpende gebeurtenissen Als een gebeurtenis als ingrijpend of schokkend wordt ervaren roept dat ook heftige emoties op. De gebeurtenis zelf is iets minder ernstig, dan een traumatische gebeurtenis. In plaats van extreme angst en machteloosheid ervaren we bij een ingrijpende gebeurtenis eerder grote verslagenheid, intens verdriet of medelijden. De angst en machteloosheid die eventueel ervaren worden zijn niet extreem. De ingrijpende gebeurtenis kan zich wel onverwacht voordoen, maar vaker heb je het zien aankomen. Ook al heb je jezelf er wat op voor kunnen bereiden, toch ben je flink geraakt. Hierbij is je eigen leven of je eigen veiligheid niet bedreigt. Er hoeft ook niet persé sprake te zijn van een indringende confrontatie met de dood of je eigen kwetsbaarheid. Je bestaan wordt niet acuut ontwricht. Voorbeelden hiervan in de palliatieve zorg zijn: - Overlijden van een geliefde bewoner of cliënt; - Heftige rouwreacties van een familielid, met wie je een goed band hebt opgebouwd tijdens de periode of jaren dat je voor de cliënt zorgde; - Niet in staat zijn om professionele doelen te bereiken of verwachtingen waar te maken, bijvoorbeeld iemands ziekte of pijn niet onder controle kunnen krijgen. Nare of ongewenste gebeurtenissen Nare gebeurtenissen, de minst zware categorie, horen ook bij je vak. Ze veroorzaken echter toch vaak gevoelens als verdriet, teleurstelling, ongemak en irritatie. Die gevoelens staan je functioneren niet in de weg, toch doen ze wel een aanslag op je werkplezier. Denk hierbij aan vervelende opmerkingen van cliënt, familie, collega’s of leidinggevende. Het gebeurde kan een poosje blijven hangen. Je denkt er korte of wat langere tijd aan. Misschien slaap je er een nachtje slecht van, maar je leven gaat toch gewoon door.
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 4
Opeenstapeling Gebeurtenissen in alle categorieën kunnen zich opstapelen. Als je in korte tijd meerdere ingrijpende gebeurtenissen te verwerken krijgt, kun je er net zo slecht aan toe zijn als iemand na een traumatische gebeurtenis. Dat komt niet alleen doordat je onvoldoende tijd hebt om te herstellen, maar ook omdat een dergelijke opeenstapeling als onverwacht wordt ervaren. Zo kun je het erg moeilijk krijgen als tijdens één dienst twee (geliefde) cliënten overlijden. Ook bij nare gebeurtenissen kan een opeenstapeling in korte tijd de psychische gevolgen verergeren. Verwerkingsstijlen Net zo goed als bij een lichamelijk blessure is het belangrijk je af te vragen of je hulp moet zoeken of dat je het zelf met vrienden, familie en/of collega’s redt. Bij een knieblessure krijg je vaak het advies rust en beweging af te wisselen. Te zorgen dat die beiden in balans zijn. Bij een psychische blessure is het eigenlijk hetzelfde. En net zo goed als je cliënten een verschillende pijndrempel hebben, zo hebben je collega’s en jij ook verschillende psychische pijndrempels. Ook de verwerkingsstijlen verschillen per mens. De een zal het verleden (de gebeurtenis) willen ‘herkauwen’ en er veel over willen praten. Een ander schrijft alles op om op die manier orde in de chaos te kunnen brengen. Weer een ander zoekt afleiding door lichamelijke inspanning, gaat zich te buiten aan bijvoorbeeld drank of stort zich op het werk.
Wat doet een ingrijpende situatie met ons? Een ingrijpende situatie of een ernstig verlies tast iemand aan in zijn KERN (Herman de Mönnink). Het woord KERN staat niet alleen voor de kern van jezelf als mens maar iedere letter heeft ook een eigen betekenis. Kontrole; bij een ernstig verlies hebben veel mensen het gevoel dat de wereld schudt op zijn grondvesten. Je hebt het gevoel dat je de controle over je leven verliest. Eigenwaarde; het gevoel van eigenwaarde krijgt bij sommigen een behoorlijke knauw. Wie ben je zonder die baan of zonder die partner? Rechtvaardigheidsgevoel; het is niet eerlijk dat dit mij / ons overkomt. Nu in relatie tot later; ik had nog zoveel plannen, hoe moet dit nu verder, hoe krijg ik mijn leven weer op de rails? Hoe gaat mijn toekomst er nu uitzien? Omgaan met verlies Om je aangetaste KERN te herstellen is het nodig te rouwen. Rouwen is keihard werken, hier goed doorheen komen gaat niet vanzelf. Je hebt daar meestal steun bij nodig. Jij en je team Als je geconfronteerd wordt met overlijden (van een cliënt) is dat ook een confrontatie met je eigen sterfelijkheid. Het doet dus ook wat met jou. Dat heeft niets met wel / niet professioneel zijn te maken. Vroeger ging men er van uit dat professionals in de zorg een overlijden goed aankonden omdat het bij hun werk hoorde. Helaas, betekende dit voor veel medewerkers dat zij nergens terecht konden met hun pijn, verdriet en angst. Erkennen dat het jou als mens ook raakt is echt professioneel. Daardoor ben je in staat ondersteuning te vragen en er mee om te leren gaan. Vaak helpt het om stil te staan bij wat de dood voor jou betekent. Welke gevoelens roept die bij je op? Wat helpt jou als je verdrietig bent? Waar haal jij troost uit? Of wat maakt je juist bang? Ook halen veel mensen troost uit hun geloof. Een stukje zelfinzicht in hoe jij met sterven en rouw omgaat heb je nodig om anderen te kunnen steunen in hun rouwarbeid.
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 5
Door je geraaktheid te erkennen en te benoemen kun je teamleden, die niet eerder geconfronteerd zijn met sterven, leren dat ook hun reacties er mogen zijn. Je laat concreet zien dat een professional bovenal mens is. Familieleden van een overleden cliënt ervaren het vaak als troostend als teamleden tonen dat zij ook verdriet hebben en dat het hen ook raakt. In het team is het belangrijk dat je er oog voor hebt dat collega’s heel verschillend op een overlijden kunnen reageren. Reacties zijn heel persoonlijk en afhankelijk van je karakter, je opvoeding en wat je in je leven hebt meegemaakt. Ook heb je met de ene cliënt / naaste een hechtere band dan met een andere. Een goed team maakt ruimte voor elkaar om die gevoelens te kunnen delen. Het delen van ervaringen en gevoelens rondom deze zorg binnen het team is van essentieel belang om het risico op overbelasting of burn-out te voorkomen. Zorgen voor een palliatief terminale cliënt is een zware emotionele belasting. Om het vol te kunnen houden is het van groot belang dat je zorgt voor een uitlaatklep voor alle emoties. Doe je dat niet dan holt het je van binnen uit en raak je emotioneel leeg. Tegenwoordig speelt soms ook de confrontatie met geweld / agressie tijdens je werk een rol. Vooral in de Thuiszorg en in kleinschalige woonvormen ben je extra kwetsbaar. Heb je er wel eens aan gedacht een zelfverdedigingscursus te volgen? Op die manier ben je weerbaar en het vergroot je zelfvertrouwen.
Communicatie in verdrietige situaties Het best kun je iemand helpen door de ‘SLOP’ vaardigheden (Herman de Mönnink) te gebruiken. SLOP staat voor: Stilte, Lichaamstaal, Onder woorden brengen, Praktische handreikingen. Stilte; stilte wordt beklemmend als jij je verantwoordelijk voelt voor het gesprek. Dan maalt er van alles door je hoofd: wat zeg ik hierop? Hoe krijg ik dit gesprek weer op gang? Durf ik hierop in te gaan? Vaak hoef je helemaal niet zoveel te zeggen, ‘Ik weet niet wat ik zeggen moet’ is al een gesprek en kan meer zeggen / oproepen dan de mooiste woorden. Geef de ander ook de ruimte stil te zijn, wellicht zoekt hij naar woorden of is even in gedachten. Lichaamstaal; via lichaamstaal laat je je betrokkenheid zien. Door middel van lichaamstaal wissel je voortdurend boodschappen uit, waarbij de inhoud van wat je zegt vaak minder belangrijk is dan je lichaamshouding en je toonhoogte: de menselijke communicatie verloopt voor 55 % non-verbaal, voor 38 % via de toon van onze stem en voor 7 % via onze eigenlijke stem. Lichaamstaal liegt nooit. Onder woorden brengen; hiermee wordt o.a. bedoeld het uitnodigen tot praten, samenvatten, normaliseren en geven van informatie. Neem verdriet serieus!! Zeg bijvoorbeeld: “het moet erg zwaar voor je zijn” of “ik merk dat je het erg moeilijk hebt’. Vaak hebben rouwenden het gevoel dat ze gek aan het worden zijn. Terwijl rouwen normaal gedrag is van gezonde evenwichtige mensen. Ze ervaren gevoelens en reacties bij zichzelf die ze niet kennen. Zo kan er sprake zijn van bijvoorbeeld: concentratiestoornissen, besluiteloosheid, hyperactiviteit of juist passiviteit, vergeetachtigheid, enorme woede en wrok, schuldgevoelens etc. Normaliseren is dan te benoemen dat het om een normale rouwreactie gaat. Zeg niet dat het normaal gedrag is. Dat herkent de ander immers niet van zichzelf! Zeg dus letterlijk dat het een normale rouwreactie is, van een gezond en evenwichtig mens. Praktische handreikingen; neem een klus uit handen van je collega die het moeilijk heeft, ga samen wandelen, probeer aan te sluiten bij wat de ander nodig heeft.
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 6
Tips om goed voor jezelf en je collega’s te zorgen Individueel - Erken of leer erkennen dat je geraakt kan worden door het werk. - Bewaak je grenzen zorgvuldig. - Zorg voor voldoende ontspanning en lichaamsbeweging. - Eet en drink gezond. - Zorg voor een ‘klankbord’. Dit kan een collega zijn maar iemand uit de privésfeer kan ook prima werken. - Probeer realistisch te blijven denken. - Zorg voor voldoende fysieke en emotionele ontlading. - Praat erover, lees erover, bezoek themabijeenkomsten als je daar behoefte aan hebt. - Niet alleen voor de cliënt en zijn naasten is geestelijke, spirituele en emotionele zorg noodzakelijk. Die zorg hoort er ook voor jou als zorgverlener te zijn. - Volg een zelfverdedigingscursus zodat je weerbaar bent op het moment dat je te maken krijgt met bedreiging of agressie. Teamgericht - Zorg voor een open communicatie. Wees eerlijk en duidelijk. De ander kan niet ruiken wat er aan de hand is. Als je iets nodig hebt, vraag er dan ook om. - Maak duidelijke afspraken over vertrouwelijkheid. Op die manier kun je in een veilige situatie je emoties uiten en praten over wat jou dwarszit. - Sta de ander toe te huilen. Huilen haalt de stoom van de emotionele ketel. Het is helend. - Oordeel niet over de gevoelens van je collega(’s). Ook boosheid en schuldgevoelens komen vaak voor. - Zorg voor voldoende mogelijkheden van overleg waarbij je als team kunt afstemmen of jullie nog op een lijn zitten. - Evalueer een paar weken na het overlijden van de cliënt met alle betrokkenen.
Iets ergs De eerste keer. Ze was zeventien. Net begonnen in een bejaardenhuis. Zaterdagmorgen. Kamer 14. Eten en kleden deed mevrouw zelf. Met zwachtelen van haar benen moest ze geholpen worden. Anneke maakte de deur open. Met haar loper. Zij lag in de keuken, half in de wc. Haar gezicht in de havermout. Bord op de grond, lepel ernaast. Tong uit de mond, nou ja, een scene uit een gruwelfilm. Anneke holde naar de directrice. Ze zei dat er iets ergs was gebeurd. En de directrice er op af. Heel kordaat: ‘Die kan hier niet blijven liggen. Ik pak haar bij de armen, pak jij de benen maar.’ Ze durfde niet. nog nooit had ze iemand aangeraakt die dood was. En de directrice deed niets om het haar gemakkelijker te maken. Nu achttien jaar later, zelf afdelingshoofd, is ze in een dergelijk geval alert op de reactie van de jonge personeelsleden. Niemand hoeft zich flink te houden. Huilen is menselijk. Nu denkt ze bij een elk sterfgeval wel even aan haar eigen dood. Nu kan ze zeggen: ‘Ja het is goed zo. Toen was er alleen de schrik, die ijzige ontzetting.’
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 7
En nóg, als er iemand op zo’n manier wordt aangetroffen… je gelooft misschien dat het voor de dode geen verschil maakt. Maar voor háár wel. Je wordt in bed geboren en in bed ga je dood, zo hoort dat nu eenmaal. (Uit Einde goed, allen goed. Van Huub Buijssen en Rob Bruntink)
Literatuur Berg, Marinus van den: Zingeving in zorg. ISBN: 90-5574-041-1 Buijssen, Huub en Bruntink, Rob: Einde goed, allen goed? Oog voor zorgenden in de palliatieve zorg. ISBN: 90-70415-291 Buijssen, Huub: Traumatische ervaringen van verpleegkundigen. Als je beroep een nachtmerrie wordt. ISBN: 90-352-1618-0 Huizing, Wout: Zorg rondom het levenseinde. ISBN: 978-90-435-1654-9 Siepkamp, Pouwel van de: Zorg met compassie, Boeddhisme als inspiratie voor zorg en welzijn. ISBN: 978-90-6963-869-0 Voorhoeve, Bert: Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood. ISBN: 90-6238-637-7
Desiree Helmond, trainen met zorg
Pagina 8