Z
ORG VOOR DE JEUGD
1 januari 2015
transitie
A>B
transformatie
A > Beter
ZORG VOOR DE JEUGD Met ingang van 1 januari 2015 komt er een stelselwijziging van de jeugdzorg. Met deze wijziging wil de landelijke overheid de druk op gespecialiseerde zorg terugdringen en de verkokerde manier van werken in de jeugdhulp aanpakken. Alle jeugdhulp komt in handen van de gemeente die hiermee een integrale aanpak van de jeugdhulp moet gaan organiseren. Gelijktijdig kunnen de ontwikkeling in Passend Onderwijs en de decentralisaties Begeleiding en Wet Werken naar Vermogen in samenhang worden afgestemd. Kortom: er vindt een bestuurlijke en organisatorische transitie plaats en een zorginhoudelijke transformatie. Dit is een enorme operatie die niet alleen grote verschuivingen geeft van geld, maar ook van professionals, van taken en van cultuur (houding en gedrag). WAT GAAT ER VERANDEREN? Er zijn nu verschillende financieringsstromen en diverse wetgevingstrajecten, straks is er één financieringsstroom en één wettelijk kader. De gemeente is nu verantwoordelijk voor preventieve jeugdzorg, na de stelselwijziging wordt de gemeente verantwoordelijk voor alle zorg voor de jeugd.
Emergis, T-care, Juvent, William Schrikker Zorg & Wonen (landelijk), Zeeuwse Gronden Bureau Jeugdzorg Zeeland, Raad voor de Kinderbescherming, William Schrikker Zorg & Wonen (landelijk) Tijdelijk huisverbod (gemeenten)
Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Jeugd Licht Verstandelijk Beperkt (LVB)
Jeugdbescherming
voorbeelden van betrokken partijen
Juvent, T-care, Amares (Emergis & Juvent), William Schrikker Zorg & Wonen (landelijk), MEE Zeeland
ZORG VOOR DE JEUGD
Provinciale Jeugdzorg
Jeugdreclassering
Bureau Jeugdzorg Zeeland, Raad voor de Kinderscherming
Gesloten Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg Zeeland, Juvent
JeugdzorgPlus (De Vliethoeve): Tender, Korczakschool
06/2012
Z
ORG VOOR DE JEUGD
Leeftijd - 9 mnd > 18 jaar
OVER WIE HEBBEN WE HET? Ouders willen het beste voor hun kinderen, maar de realiteit is soms anders. Door allerhande problematiek kan de zorg voor kinderen, van ‘min 9 maanden’ tot (jong) volwassene, in de verdrukking komen. Denk aan verslaving, crimineel gedrag, psychische aandoeningen in allerlei gradaties. Dit uit zich bijvoorbeeld in verwaarlozing, belemmering van ontplooiingskansen van kinderen of in het ergste geval: de veiligheid van het kind die in het geding komt. Voor sommige ouders is het runnen van een huishouden en het opvoeden van kinderen (tijdelijk) een zware taak. Het brede veld van Zorg voor de Jeugd bekommert zich om:
Doelgroep
•
JONGEREN MET ERNSTIGERE OPVOEDINGSPROBLEMEN (VOORAL AMBULANTE HULP)
•
JONGEREN MET ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN, HECHTINGSSTOORNISSEN, LEERSTOORNISSEN, AANDACHTS- EN GEDRAGSSTOORNISSEN (VOORAL 24-UURS HULP EN DAGBEHANDELING)
Verantwoordelijkheid
Aantallen
•
JONGEREN MET PROBLEMATIEK RONDOM OUDERS (VOORAL PLEEGGEZIN)
•
JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING (IN VERBLIJF OF BEHANDELING)
•
JONGEREN DIE STRAFBAAR GEDRAG HEBBEN VERTOOND (JEUGDRECLASSERING)
•
JONGEREN MET PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEK (GGZ)
Straks moeten de gemeenten deze kinderen bijstaan op een manier die de relatie tussen ouder(s)/gezin en kind zo goed mogelijk in tact laat, maar tegelijkertijd de veiligheid en toekomstkansen van het kind garandeert. Een moeilijke mix tussen zacht, liefdevol en hard, directief ingrijpen. Met Zorg voor de Jeugd krijgt de gemeente een zware verantwoordelijkheid erbij. OVER WAT VOOR AANTALLEN GAAT HET? Zo’n 78.500 kinderen onder de 18 jaar wonen in Zeeland. Jaarlijks komen zo’n 1600 meldingen bij Bureau Jeugdzorg binnen en circa 500 meldingen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dit betreft de zwaardere jeugdproblematiek. Globale indruk gebruik Zorgvoorzieningen (provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering en jeugdbescherming)
Middelburg
Veere
Vlissingen
235
55
250
licht verstandelijk beperkten
55
15
60
geestelijke gezondheidszorg
370
180
345
jeugdzorg
Globale indruk aantal justitiële cliënten Bureau Jeugdzorg (gedwongen jeugdhulpverlening)
Middelburg
Veere
Vlissingen
onder toezicht gesteld
65
10
45
onder voogdij gesteld
25
10
15
15
5
35
jeugdreclassering
06/2012
Z
ORG VOOR DE JEUGD
Meer doen met Minder geld
WAT KOST DE JEUGDZORG? Landelijk gezien bedraagt het budget voor de transitie jeugdzorg ruim 3 miljard euro. Hoe dit budget wordt verdeeld is nog niet bekend. Er wordt in ieder geval rekening gehouden met een bezuinigingstaakstelling (of efficiencykorting) van ca. € 300 miljoen (= 10%). Indicatie kosten jeugdzorg (excl. budget ziektekostenverzekeraars) 2011 voor Zeeland Bureau jeugdzorg
€ 11.125.000
Zorgaanbod
€ 23.600.000
Geestelijke gezondheidszorg jeugdigen
€ 13.025.000
Zorg voor licht verstandelijk beperkten
€ 10.000.000
Overig
€ 1.400.000
Totaal circa
1 januari 2015
€ 60.000.000
VANAF WELKE DATUM IS DE STELSELWIJZIGING EEN FEIT? De rijksoverheid werkt samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg aan een nieuwe jeugdwet. Hierin worden de wijzigingen voor het nieuwe stelsel geregeld. Er komt dus één wettelijk kader (Wet Zorg voor Jeugd) en één financieringssysteem, met een grote mate van beleidsvrijheid. Het is de bedoeling dat gemeenten vanaf 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk worden voor de uitvoering van alle vormen van jeugdzorg. VOLLEDIG VERANTWOORDELIJK VOOR DE JEUGD, WAT BETEKENT DAT? De transitie en transformatie van de jeugdzorg in samenhang met de andere decentralisaties is een ingrijpend en complex proces. In de gemeentelijke begroting betekent dit een financiële aardverschuiving. De taken en verantwoordelijkheden die hiermee gemoeid zijn, moeten we niet onderschatten.
Opvoeden versterken in de eigen omgeving
Landelijk, provinciaal en regionaal komt de visie op vernieuwing in de jeugdzorg met elkaar overeen. Iedereen is het erover eens dat het ‘opvoeden versterken’ het leidende principe moet zijn. De eigen kracht in het gezin moet zo veel mogelijk gemobiliseerd en benut worden. Ook zorgaanbieders en onderwijs scharen zich achter deze hoofdlijn. De gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen sluiten zich aan bij de Zeeuwse aanpak van de Task Force Jeugd, maar op Walcheren liggen een aantal specifieke kansen vanwege: • • •
Ambitie & Visie
‘Eigen Kracht’ ontwikkelen
Reeds bestaande geïntegreerde CJG/Wmo loketten. (Porthos Middelburg, Vraagpunt Veere en Porthos Vlissingen) Volume van de jeugdzorg vanwege de twee grotere gemeenten op Walcheren. De ambitie om de decentralisaties van het begin af aan in samenhang te bekijken en door te ontwikkelen.
WAT IS DE VISIE VOOR DE TOEKOMST? Onze ambitie is dat alle kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Primair zijn ouders zelf hiervoor verantwoordelijk. Uitgangspunt voor gemeenten is:
1. Ouders en opvoeders worden ondersteund om het zelf te doen. 2. Indien zij dit niet meer zelf kunnen, wordt professionele hulp geboden in eigen omgeving. 3. Bij uitzondering vindt behandeling buiten de eigen leefomgeving plaats. 4. Hulp moet zonder overbodige bureaucratie beschikbaar zijn. 06/2012
P
ASSEND ONDERWIJS
1/2
Leren omgaan met verschillen
Knelpunten
Locale aantallen
WAT IS PASSEND ONDERWIJS? Passend onderwijs beoogt een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen, vooral leerlingen met speciale zorgbehoeften. Het is een stelselwijziging waarvoor de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij het onderwijs, de schoolbesturen, ligt. Leraren moeten beter toegerust worden om met verschillen om te gaan. Het nieuwe systeem moet minder complex en bureaucratisch zijn, dus geen lange indicatieprocedures meer. Samenwerking en afstemming met andere sectoren, zoals Zorg voor de Jeugd, Wet maatschappelijke ondersteuning en de arbeidsmarkt, zijn essentieel. De stelselwijziging raakt daarom ook het gemeentelijk beleid op deze gebieden. Het nieuwe systeem is transparant en moet kosten beheersen. WAAROM VERANDEREN? De knelpunten van het huidige systeem zijn: • Lichte en zware ondersteuning zijn naast elkaar georganiseerd. Daarvoor lopen verschillende indicatieprocedures naast elkaar. Ouders moeten zelf nog op zoek naar een geschikte school en dat is hierdoor niet eenvoudig. Jaarlijks zitten zo'n 2.500 leerplichtige kinderen ten minste 4 weken thuis. • Het systeem is complex en bureaucratisch. • Sterke groei van het aantal leerlingen in (Voortgezet) Speciaal Onderwijs en met een rugzak, open einde financiering. • Onderwijs en het bredere (jeugd)zorgdomein zijn niet goed op elkaar afgestemd. • De kwaliteit van het onderwijs is vaak onvoldoende. WAT ZIJN DE FEITEN EN CIJFERS VOOR WALCHEREN? Primair onderwijs: 8500 leerlingen zitten op de reguliere basisschool, waarvan 250 op de speciale basisschool, lichte ondersteuning (Het Springtij). Daarnaast zitten 130 leerlingen in het speciaal onderwijs, zware ondersteuning (waaronder Korczakschool en Klimopschool). Voortgezet onderwijs: 5900 leerlingen, waarvan 920 een vorm van lichte ondersteuning krijgen (inclusief praktijkonderwijs Het Bolwerk). In het voortgezet speciaal onderwijs zitten zo’n 300 leerlingen, zware ondersteuning (Korczakschool, Klimopschool, OdyZeeCollege)
Kernpunten
WAT MAAKT PASSEND ONDERWIJS DE BESTE KEUS? Belangrijke kernpunten van de wet passend onderwijs zijn: •
Zorgplicht
•
Samenwerken
•
• • ‘Dicht bij huis‘
•
De zorgplicht ligt bij het schoolbestuur. Niet de ouders maar de school heeft de taak elk kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten scholen voor regulier onderwijs en speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband gaan samenwerken, zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs. Samenwerkingsverbanden stellen een ondersteuningsplan op. Dit beschrijft het geheel aan voorzieningen, de verdeling van beschikbare middelen en de samenwerking met aanpalende jeugdvoorzieningen. Dit plan komt ter tafel in het zogenaamde ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ met de gemeenten. Samenwerkingsverbanden krijgen een eigen budget voor extra ondersteuning. Betalen en bepalen van onderwijsondersteuning komt hiermee in één hand. Professionalisering: leraren worden beter toegerust om met verschillende soorten leerlingen in de klas om te gaan. Ondersteuning dichter bij de opvoeders, dat zijn de ouders en leraren.
06/2012
P
ASSEND ONDERWIJS
2/2
WAT IS DE OVERKOEPELENDE VISIE?
Het uitgangspunt is één kind, één gezin, één plan, één regisseur. Ingrediënten: 1 kind 1 gezin 1 plan 1 regisseur
Voor de toekomst vinden de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen het belangrijk om kinderen waar mogelijk in het reguliere onderwijs te houden in plaats van door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Vormen van speciaal onderwijs en speciale voorzieningen zullen altijd nodig blijven, maar kinderen zitten in het reguliere onderwijs in hun eigen leefomgeving. In principe moet iedere leerling naar de dichtstbijzijnde school voor regulier onderwijs kunnen gaan. In de nieuwe visie zijn de volgende uitgangspunten van belang:
naar school in eigen leefomgeving
leraren versterken in omgaan met verschillen
leerling centraal 1 regisseur
1.
THUIS NABIJ ONDERWIJS Kinderen gaan zoveel mogelijk naar het reguliere onderwijs in hun eigen leefomgeving. Dus waar haalbaar ook kinderen met een handicap, lichte problematiek en/of psychische problemen, uitgaande van wat kinderen wél kunnen.
2.
GEEN KIND ZIT THUIS
3.
ONDERSTEUNING VERSTERKEN Om bovenstaande te bereiken dienen ondersteuningsstructuren versterkt te worden, intern, bovenschools en buitenschools. Maar ook het ondersteunen van ouders bij de opvoeding van hun kind.
4.
SAMENWERKEN IS NOODZAKELIJK We moeten het samen doen: onderwijs, zorgaanbieders en gemeenten, ieder vanuit de eigen taken en verantwoordelijkheden, vanuit het principe één kind, één gezin, één plan, één regisseur.
5.
ONTSCHOTTING IS NODIG Partijen werken niet naast elkaar in ketens, maar met elkaar in netwerken. Daarvoor is het nodig elkaar te leren kennen om samen het proces naar passend onderwijs te doorlopen.
WELKE GEVOLGEN HEEFT HET VOOR DE GEMEENTE? Passend Onderwijs raakt in ieder geval de andere decentralisaties; Zorg voor de Jeugd, Begeleiding en Wet Werken naar Vermogen. Gemeenten worden bijvoorbeeld straks verantwoordelijk voor alle zorg voor de jeugd. Hierdoor ontstaat overlap met het onderwijs. En als de leerplicht eindigt is goede aansluiting op werk nodig. Daarnaast kan het voor gemeenten ook financiële consequenties hebben vanwege zorgplicht voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Planning
WANNEER STAAT DIT TE GEBEUREN? • Vanaf heden: overleg tussen onderwijs, zorgaanbieders en gemeenten (provinciaal en regionaal). • 1 augustus 2012: het wetsvoorstel passend onderwijs treedt in werking (mits goedkeuring door Eerste Kamer plaatsvindt). • Onderwijs, zorgaanbieders en gemeenten hebben vervolgens bijna 2 schooljaren de tijd voor: - de bestuurlijke inrichting van de nieuwe samenwerkingsverbanden; - om als samenwerkingsverband een ondersteuningsplan te maken (ingaande 1 augustus 2014); - voor het op overeenstemming gericht overleg over het ondersteuningsplan met de gemeenten. • 1 augustus 2014: De ondersteuningplicht (zorgplicht) voor schoolbesturen treedt in werking en de bekostiging van de nieuwe samenwerkingsverbanden start. Vanaf 1 augustus 2014 stopt de bekostiging van de huidige samenwerkingsverbanden en zijn ook de Regionale Expertise Centra opgeheven.
06/2012
W
ET WERKEN NAAR VERMOGEN
1/2
1 januari 2013
Doelgroep
Participatie & ontwikkeling Talenten
WAARUIT BESTAAT WET WERKEN NAAR VERMOGEN? In het wetvoorstel komen met ingang van 1 januari 2013 de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand samen. Ook mensen uit de Wajong die kunnen werken, zullen onder de nieuwe wet vallen. De Wajong en de Wet sociale werkvoorziening blijven als vangnet voor bepaalde doelgroepen bestaan. Door de nieuwe Wet Werken naar Vermogen krijgen gemeenten te maken met een nieuwe doelgroep, namelijk de mensen die niet meer in aanmerking komen voor de Wet sociale werkvoorziening of Wajong. Dit zijn mensen met een medische, sociale of psychische beperking die nu werkloos thuis zitten. Door hun beperking kunnen zij alleen in een lager tempo of op een lager niveau werken. Ze kunnen het minimum loon bij een reguliere werkgever niet terugverdienen. Deze groep mensen wordt geactiveerd om naar vermogen te gaan werken. Orionis Walcheren voert straks de Wet Werken naar Vermogen uit. Hierbij gaat het niet alleen om ondersteuning bij het vinden van regulier werk maar ook het bevorderen van de participatie en de persoonlijke ontwikkeling van de klant. Vooruitlopend op de nieuwe wet wordt de Wet werk en bijstand in 2012 al aangescherpt. In de nieuwe wet ontstaat de mogelijkheid om met loondispensatie bij reguliere werkgevers aan het werk te gaan. CONSEQUENTIE VOOR DE GEMEENTE • Werken en participeren komt nog meer centraal te staan, gemeenten moeten actiever samenwerking met werkgevers zoeken. • Gemeenten worden verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep (Wajong gerechtigden). • De nieuwe wet gaat gepaard met bezuinigingen op re-integratiebudget en op de sociale werkvoorziening.
Samenwerken
Kortom, de noodzaak om binnen en buiten de gemeente samen te werken neemt toe. WELKE PARTIJEN ZIJN ERBIJ BETROKKEN? Binnen het domein van de Wet werken naar vermogen zijn werkgevers, onderwijsinstellingen, re-integratiebedrijven en maatschappelijke organisaties belangrijke spelers.
Preventie & integrale aanpak
Werkgevers omdat zij de banen hebben, het onderwijs vanwege het kwalificeren van de klanten en re-integratiebedrijven vanwege trajecten tot arbeidstoeleiding en participatie. Daarnaast is het onderwijs ook in preventieve zin een belangrijke speler. ‘Passend onderwijs’ staat voor een integrale aanpak. Daarmee bevorderen we de soepele overgang van school naar werk om daarmee instroom in de Wet Werken naar Vermogen te voorkomen. Ook welzijnsorganisaties zijn actief in dit domein. Zij organiseren activiteiten waar vrijwilligers ingezet worden. Hiervoor is onder meer een vrijwilligerscentrale opgericht. In het kader van participatie wordt samenwerking met deze organisaties gezocht. WELKE INWONERS VALLEN ER STRAKS ONDER DE NIEUWE WET? Net als in de huidige Wet werk en bijstand gaat het om mensen mét arbeidsvermogen die als gevolg van een strengere indicatiestelling niet meer in aanmerking komen voor de Wet sociale werkvoorziening of Wajong. De mensen die op jonge leeftijd al volledig arbeidsongeschikt zijn, blijven onder verantwoordelijkheid van het UWV.
06/2012
W
ET WERKEN NAAR VERMOGEN
2/2
Nu
Globale indruk huidige situatie:
WET SOCIALE WERKVOORZIENING
WAJONG
1200
M 600 Ve 200 Vl 400
800
WET WERK EN BIJSTAND
2400
M 340 Ve 70 Vl 390
40 per jaar
Toekomst
Toekomstige situatie: WAJONG
WET SOCIALE WERKVOORZIENING
WET WERKEN NAAR VERMOGEN
UITSTROOM
530
1 totaal re-integratiebudget
HOE ZIET HET (NIEUWE) PARTICIPATIEBUDGET ERUIT? Het huidige budget is nu opgebouwd uit de onderdelen Wet werk en bijstand re-integratiebudget, educatiemiddelen en inburgeringmiddelen. Met de nieuwe wet krijgen gemeenten de beschikking over één ongedeeld re-integratiebudget waarin ook de huidige Wet sociale werkvoorziening en Wajong loonkostensubsidie is opgenomen.
2011
2012
definitief
re-integratie budget (werkdeel)
voorlopig
schatting
€ 10.500.000
€ 5.900.000
€
800.000
€
700.000
€ 400.000
inburgering middelen
€ 1.300.000
€
700.000
€ 300.000
Wet sociale werkvoorziening
€ 17.400.000
€ 17.300.000
educatie middelen
één re-integratie budget (nieuw)
Totaal
méér doen met minder geld
2013
€ 30.000.000
€ 24.600.000
2014
2015
schatting
€
400.000
schatting
€
400.000
€ 22.200.000
€ 20.300.000
€ 19.500.000
€ 22.900.000
€ 20.700.000
€ 19.900.000
WELKE DWARSVERBANDEN ZIJN ER MET DE ANDERE DECENTRALISATIES? Gemeenten moeten meer gaan doen met minder geld en de eigen kracht van inwoners aanspreken. Eén partij, de gemeente, krijgt zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. Dwarsverbanden kunnen worden gelegd tussen de Wet maatschappelijke ondersteuning, begeleiding en de jeugdzorg. Dat betekent: inzetten op preventie, ondersteuning bundelen en efficiënter aanbieden. Participatie en eigen kracht en verantwoordelijkheid staan centraal. Orionis Walcheren is regelmatig actief in dezelfde wijken en bij dezelfde gezinnen als de collega-professionals van zorginstellingen. Voorheen lag bij Orionis Walcheren de nadruk vooral op uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening. De focus breidt nu uit naar aanpalende domeinen. De transitie van begeleiding van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten naar Wet maatschappelijke ondersteuning en de decentralisatie van de jeugdzorg biedt kansen om slimme combinaties te maken en het krimpende budget adequater in te zetten.
06/2012
A
WBZ BEGELEIDING
zelfredzaamheid & participatie
Doelgroep
‘op eigen benen leren staan’
individueel of groep
WAT IS AWBZ-BEGELEIDING? Nederlandse gemeenten krijgen vanuit het Rijk nieuwe verantwoordelijkheden toebedeeld. Gemeenten worden binnenkort wettelijk verantwoordelijk voor zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Dit komt omdat de functie ‘Begeleiding’ uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt geschrapt. De begrippen zelfredzaamheid en participatie vragen om verdere verdieping. ‘Begeleiding’ wordt vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten door het Centrum Indicatiestelling Zorg en Bureau Jeugdzorg geïndiceerd bij mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke beperking. Daarnaast betreft het ouderen die te maken krijgen met beperkingen vanwege afnemende geestelijke vermogens. We hebben het over mensen die zelf niet goed in staat zijn om zelfstandig aan de maatschappij deel te nemen. Sommige van deze inwoners begeleiden we in de thuissituatie om te voorkomen dat ze verwaarlozen of in een speciale instelling worden opgenomen. We stimuleren dat ze zoveel mogelijk weer op eigen benen gaan staan. WELKE VORMEN VAN BEGELEIDING ZIJN ER NU? Begeleiding wordt individueel gegeven of in een groep. Groepsbegeleiding is bijvoorbeeld dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking en dagopvang voor ouderen. Individuele begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit praktische hulp en ondersteuning in het dagelijkse leven bijvoorbeeld (helpen) schoonmaken in huis bij jongeren met een verstandelijke beperking. Begeleiding kan ook ingezet worden als het gaat om het ondersteunen van de mantelzorger als dit aan de zorgvrager ten goede komt. Bijvoorbeeld de mantelzorger leren omgaan met de gevolgen van een aandoening. WELKE AANBIEDERS ZIJN ER NU? In het algemeen zijn aanbieders van ‘Begeleiding’ te vinden in de thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en in de maatschappelijke opvang. Op Walcheren zijn zo’n 70 aanbieders, variërend van grote instellingen zoals Emergis, Arduin, Stichting voor Regionale Zorgverlening, tot zelfstandigen zonder personeel en zorgboerderijen en tot dagactiviteitencentra en (particuliere) instellingen voor beschermd wonen.
cliëntgroepen
WIE MAKEN ER GEBRUIK VAN BEGELEIDING? Op Walcheren maken zo’n 1400 inwoners gebruik van diverse vormen van begeleiding. Welke vorm is afhankelijk van de reden waarom zij begeleiding krijgen. De volgende cliëntgroepen zijn te noemen:
•
0-64 JAAR LICHAMELIJK, CHRONISCH ZIEK
•
65+ LICHAMELIJK EN PSYCHOGERIATRIE
•
0-17 JAAR PSYCHIATRIE
•
VOLWASSENEN PSYCHIATRIE
•
VERSTANDELIJK GEHANDICAPT (ALLE LEEFTIJDEN)
•
ZINTUIGLIJK GEHANDICAPT (ALLE LEEFTIJDEN)
¹
¹ aandoeningen die gepaard gaan met beperkingen van de geestelijke vermogens op hogere leeftijd
06/2012
A
WBZ BEGELEIDING
Aantallen
Van de 1400 inwoners die gebruik maken van begeleiding zijn er zo’n 600 inwoners afkomstig uit de gemeente Middelburg, 200 uit Veere en nog eens 600 uit de gemeente Vlissingen. •
•
TOTAAL 1400 M Ve Vl
600
Vlissingen heeft relatief meer 65 plussers met lichamelijke en psychogeriatrische problemen
•
Middelburg heeft relatief veel verstandelijk gehandicapten
•
Vlissingen heeft relatief veel zintuigelijk gehandicapten
Ve
Vl
M
Ve
Vl
M
Ve
Vl
M
Ve
Vl
M
Ve
Vl
•
M
Ve
Vl
overzicht Kosten
67
202
111
1
167
Veere heeft relatief minder indicaties voor begeleiding individueel en begeleiding groep
231
33
3
Veere heeft relatief minder indicaties voor begeleiding groep met vervoer
157
44
153
(maar het blijft gaan om kleine aantallen)
•
600
M 119
Veere heeft relatief weinig volwassenen met psychiatrische problematiek
200
18
72
465
193
123
477
WAT KOST DE BEGELEIDING NU? De kosten worden in de regio Walcheren op 15,7 miljoen euro per jaar geschat. Middelburg
Veere
Vlissingen
Totaal
0-64 jaar lichamelijk, chronisch ziek
€
609.000
€
252.000
€
577.500
€
1.438.500
65+ lichamelijk en psychogeriatrie
€ 1.642.200
€
924.600
€ 2.166.600
€
4.733.400
€
574.200
€
198.000
€
€
1.356.300
€ 1.999.800
€
435.600
€ 2.286.900
€
4.722.300
Verstandelijk gehandicapt (alle leeftijden)
€ 1.683.000
€
363.000
€ 1.221.000
€
3.267.000
Zintuiglijk gehandicapt (alle leeftijden)
€
€
7.800
€
€
171.600
Totaal
€ 6.531.600
0-17 jaar psychiatrie Volwassenen psychiatrie
23.400
€ 2.181.000
584.100
140.400
€ 6.976.500
€ 15.689.100
06/2012
A
WBZ BEGELEIDING
1 januari 2014
Maatwerk
VANAF WELKE DATUM IS DE GEMEENTE VERANTWOORDELIJK? Begeleiding wordt met ingang van 2013 ondergebracht in de Wet maatschappelijke ondersteuning. Mensen kunnen vanaf 1 januari 2013 geen nieuwe indicatie meer krijgen voor begeleiding uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten. Diegenen waarvan de indicatie in de loop van 2013 afloopt, krijgen geen nieuwe meer. Alle andere mensen met een indicatie begeleiding vallen met ingang van 1 januari 2014 onder de directe verantwoordelijkheid van de gemeenten. WAT BETEKENT ZELFREDZAAMHEID EN PARTICIPATIE IN DE WMO? De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft het over compensatieplicht. Dit betekent dat er geen recht is op een individuele verstrekking. De inwoner heeft wel recht op een compensatie van zijn beperkingen. Hier moet per inwoner, per situatie serieus naar worden gekeken, het is maatwerk. De uitkomst kan per individu anders zijn. Het gaat concreet over: 1. Uitvoeren van dagelijkse zogenaamde ‘levensverrichtingen’ zoals eten, drinken, naar de wc gaan, aankleden, lichamelijke hygiëne, sociaal contact, medicijnen nemen etcetera... 2. Het structureren van het persoonlijke leven inclusief het voeren van de regie daarop. Het gaat om het (liefst tijdelijk) ondersteunen van inwoners bij ontwikkelen en vinden van nieuwe draagkracht.
transitie
A>B
transformatie
A > Beter
WAT IS DE WALCHERSE AANPAK? De gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen zien naast het integreren van de nieuwe taak (transitie) ook kansen voor doorontwikkeling (transformatie) omdat: •
Walcheren voldoende massa heeft om vernieuwing aan te kunnen;
•
Uitvoerende organisaties bereid zijn tot het denken in nieuwe oplossingen;
•
Er vanuit de praktijk de wens is om nieuw beleid vorm te geven;
•
Er goede combinaties en verbindingen (te maken) zijn met de decentralisaties Zorg voor de Jeugd en Wet Werken naar Vermogen.
WELKE MAATSCHAPPELIJKE SOCIALE WAARDEN ZIJN VAN BELANG? Uit gesprekken met inwoners die nu gebruik maken van begeleiding komt het volgende beeld naar voren: •
Ze willen graag als ‘normaal’ gezien worden.
•
Ze willen werken of ze zijn medewerker (en geen cliënt).
•
Ze willen een nuttige bijdrage leveren in plaats van thuis zitten.
•
Ze willen zelf de regie over hun leven hebben/houden.
Het is dan ook belangrijk om inwoners die zelf niet meer (goed) in staat zijn om deel te nemen aan de maatschappij aan te spreken op wat ze wél kunnen. Bij de leerwerkbedrijven is zichtbaar wat mensen kunnen en hoe dat leidt tot nog meer kunnen. De inwoner en de professional moeten samen verkennen wat er wel en niet goed gaat, wat de inwoner wil bereiken, wat de inwoner zelf kan doen met behulp van zijn omgeving en welke ondersteuning geboden moet worden om die doelen te bereiken. Dit geeft de inwoner de regie (terug).
06/2012