Zonne-energie in het Rijk van Dommel en Aa. Haalbaarheidsonderzoek voor de agrarische sector
Ing. W.J. (Willem) Buiter Adviseur Duurzaamheid en Energie ZLTO-Advies
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het SRE.
Door : Ing. W.J. (Willem) Buiter
ZLTO Rapport ZLTO Onderwijsboulevard 225 5223 DE 's-Hertogenbosch Postbus 100 5201 AC 's-Hertogenbosch
- Overname en verveelvoudiging van dit rapport is toegestaan mits met duidelijke bronvermelding. – Overname en verveelvoudiging is niet toegestaan voor die gedeelten van dit rapport waarvan duidelijk is dat de auteursrechten liggen bij derden
Verantwoording
’s-Hertogenbosch, maart 2012
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
2
Inhoud Samenvatting, Conclusie en Advies......................................................................................................... 5 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 7
2.
Techniek .......................................................................................................................................... 8
3.
Onderhoud en Levensduur............................................................................................................ 10
4.
Aansluitwaarde.............................................................................................................................. 11
5.
Investeringsnormen ...................................................................................................................... 12
6.
Kostprijs en Terugverdientijd ........................................................................................................ 13
7.
De elektrafactuur .......................................................................................................................... 14 7.1
Vaste kosten......................................................................................................................... 14
7.2
Energiebelasting................................................................................................................... 15
7.3
Het stroomtarief .................................................................................................................. 15
7.4
De Totale factuur ................................................................................................................. 16
8.
Salderen......................................................................................................................................... 17
9.
Grootverbruikers ........................................................................................................................... 19
10. 10.1 11.
SDE- Subsidie............................................................................................................................ 20 Grootverbruik en Subsidie ................................................................................................... 20 Fiscale Aspecten ....................................................................................................................... 21
11.1
Energie-Investeringsftrek (EIA) ............................................................................................ 21
11.2
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) ............................................................................ 21
11.3
Belastingtarieven ................................................................................................................. 22
12.
Casussen................................................................................................................................... 23
12.1
Casus 1 ................................................................................................................................. 23
12.2
Casus 2 ................................................................................................................................. 24
12.3
Casus 3 ................................................................................................................................. 24
12.4
Casus 4 ................................................................................................................................. 25
12.5
Casus 5 ................................................................................................................................. 26
13. 13.1
Alternatieve Financieringsmogelijkheden................................................................................ 28 Boeren en Burgers linken..................................................................................................... 28
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
3
13.2
Lease-constructies ............................................................................................................... 28
13.3
Boer Zoekt Buur ................................................................................................................... 29
13.4
Asbest eraf Panelen er op.................................................................................................... 29
14.
Gesprekken met Energiebedrijven........................................................................................... 30
14.1
Morgen Groene Energie....................................................................................................... 30
14.2
Essent................................................................................................................................... 30
14.3
Greenchoice ......................................................................................................................... 30
14.4
Oxxio .................................................................................................................................... 31
15.
Begrippenlijst Zon PV ............................................................................................................... 32
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
4
Samenvatting, Conclusie en Advies
In het kader van het project EnergieRijk heeft ZLTO-advies, in opdracht van het SRE, aan de hand van een aantal praktijksituaties bekeken of toepassing van Zon PV, rendabel kan worden ingepast in de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven. Voordat tot conclusies wordt overgegaan is het van belang om te melden dat de conclusies op dit moment geldig zijn. De prijs van zonnepanelen is in de laatste jaren bijvoorbeeld hard gezakt. Deze ontwikkeling zou zich kunnen doorzetten. Ook de fiscale regelgeving kan zodanig worden aangepast dat de conclusies veranderen.
Conclusie Bedrijven met een jaarlijks elektraverbruik van minder dan 50.000 kWh per jaar, gecombineerd met fiscale ruimte, kunnen Zon-PV rendabel toepassen. De meeste agrarische bedrijven hebben echter verbruikscijfers die daar bovenuit stijgen. De casus die in dit rapport hier aan voldoet, is een melkveebedrijf met 60 melkkoeien, en een jaarlijks verbruik van 25.000 kWh. De overige bedrijven die bekeken zijn, zijn van een meer gangbare omvang, en in andere sectoren. Daar horen grotere verbruikscijfers bij, en dat leidt tot een niet rendabel te rekenen inzet van eigen productie met Zon-PV. Investerings en gebruikskosten Om inzicht te krijgen in het hoe en waarom van rendement, is het nodig de opbouw van investeringskosten, en gebruikskosten te kennen. De Elektrafactuur De elektrafactuur is opgebouwd uit 3 onderdelen: •
De vaste kosten die worden Bepaalt door de aansluitwaarde. De aansluitwaarde bepaalt hoeveel stroom op enig moment kan worden afgenomen of geleverd. Hoe hoger de aansluitwaarde, hoe hoger de vaste kosten.
•
De energiebelasting, die is opgebouwd uit 3 staffels: Tot 10.000 kWh verbruik per jaar is deze hoog, van 10.000 tot 50.000 kWh is het tarief lager, en boven de 50.000 kWh is het bedrag laag.
•
Het stroomtarief, zoals dat wordt afgesproken met de energieleverancier.
Salderen Aansluitingen tot en met 3 X 80 Ampere, kunnen onbeperkt salderen. Dat wil zeggen dat de op enig moment meer dan het eigen verbruik geproduceerde stroom, verrekend mag worden met de stroom die op andere momenten van het net wordt afgenomen, als er onvoldoende, of geen productie tegenover staat. Op de factuur staat dan nog de op jaarbasis netto afgenomen stroom, na aftrek van de eigen productie. Grootverbruikers, met een aansluiting van meer dan 3 X 80 Ampere, mogen niet onbeperkt salderen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
5
Fiscale voordelen Voor investeringen in Zon-PV kunnen 2 aantrekkelijke fiscale regelingen worden toegepast. De Energieinvesteringsaftrek, en de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Ze houden beiden in dat een aftrek op het inkomen (of de winst) mag worden toegepast, bovenop de afschrijving, die de investering verdeeld over de tijd in mindering brengt op het inkomen.
Wat zijn de meest bepalende factoren voor het rendement? De meest bepalende factoren voor rendement met Zon-PV zijn: •
Energiegbelasting. De staffeling van de Energiebelasting maakt dat het inverdieneffect het grootst is als alle verbruik door eigen productie wordt vervangen. De aansluitwaarde op de meeste agrarische bedrijven is een beperkende factor om tot volledige vervanging van het eigen verbruik over te gaan. Verzwaring van de aansluiting leidt tot hogere vaste kosten die niet door het inverdieneffect kunnen worden opgevangen.
•
Fiscale ruimte (een inkomen dat van een niveau is dat er belasting betaald moet worden) geeft de mogelijkheid twee aantrekkelijke regelingen toe te passen die, omdat ze snel inverdieneffect sorteren, op de investeringssom in mindering gebracht kunnen worden. De EIA (Energieinvesteringsaftrek) en de KIA (Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek) kunnen wanneer ze maximaal toegepast kunnen worden, bij 52 % belastingdruk, de investeringssom met 36 % verlagen.
Advies: Gerichte benadering van bedrijven, of categorieën bedrijven met een laag verbruik, d.w.z. minder dan 50.000 kWh/jaar, zal het areaal aan PV-oppervlak vergroten, en daarmee het aandeel duurzame Zon-PV-stroom doen toenemen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
6
1.
Inleiding
SRE voert het project EnergieRijk waarin o.a. wordt gezocht naar mogelijkheden om met innovatieve projecten duurzame energie op te wekken. Het centrale doel van het project EnergieRijk is het versterken van de economische mogelijkheden van het Rijk van Dommel en Aa, waarbij het groene gebied tussen Eindhoven en Helmond behouden blijft. Verschillende opties voor productie van duurzame energie in het beschouwde gebied zijn geïdentificeerd. Eén van de opties is de toepassing van zonne-energie (Zon PV) in de agrarische bedrijfsvoering. Het SRE is bovendien partner in het Europese project PURE Hubs. Het doel van dit project is het ontwikkelen van vitale, rendabele relaties tussen de ondernemers in het Rijk van Dommel en Aa en potentiële klanten in de steden en dorpen. Energie kan een van deze relaties zijn. In opdracht van het SRE heeft ZLTO-Advies aan de hand van een aantal praktijksituaties bekeken of toepassing van Zon PV, rendabel kan worden ingepast in de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven. Op 5 bedrijven is gekeken naar ligging, verbruik, tariefstelling, aansluitwaarde, fiscale mogelijkheden, subsidiemogelijkheden en saldering, om zo te bepalen welke factoren rendement mogelijk maken of in de weg staan. Door de spreiding in de bedrijven ten aanzien van bovengenoemde factoren, is een beeld ontstaan van wanneer Zon PV wel, en wanneer en waarom Zon PV niet rendabel kan worden toegepast. In dit rapport wordt eerst ingegaan op de diverse rendementsbepalende factoren, en vervolgens wordt per praktijkcasus vastgesteld welke van de factoren kansen bieden, dan wel een rendabele inpassing in de weg staan. Die rendementsbepalende factoren zijn: -
Techniek Levensduur Aansluitwaarde Investeringsbedragen Kostprijs en Terugverdientijd Elektrafactuuropbouw Salderen Subsidie Fiscale regelingen
Het rapport sluit af met mogelijkheden voor alternatieve financiering van investeringen en de actuele ontwikkelingen bij energiebedrijven. In hoofdstuk 15 is een begrippenlijst opgenomen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
7
2.
Techniek
Een Zon-PV-systeem zet licht om in spanning. Er zijn monokristalijne en polykristalijne panelen. De onder Nederlandse omstandigheden geproduceerde stroom per Watt Piek verschilt nauwelijks tussen deze 2 systemen. Optimalisatie van de systemen, heeft er toe geleid dat het Piekvermogen per m2 paneel in de afgelopen 15 jaar ca 50 % is gestegen. De huidige panelen hebben een piekvermogen van ca 145 Watt. Dat houdt in dat als de zon optimaal op de panelen schijnt, op dat moment per m2 145 Watt geproduceerd wordt. Die productie vindt plaats bij een spanning van 48 Volt. Om de geproduceerde stroom op het openbare net te kunnen zetten, of te kunnen gebruiken, wordt deze via een omvormer naar 230 Volt gebracht. Maximale productie onder Nederlandse omstandigheden ontstaat bij panelen die iets oostelijk ten opzichte van Zuidwaarts gericht staan (10 gr) onder een hellingshoek van 35 graden. Staldaken hebben meestal een hellingshoek van 22 graden Volledig west of oostwaarts georiënteerde panelen zullen ca 15 % minder produceren. Het hieronder weergegeven diagram geeft het productievermogen aan bij verschillende hellingshoeken en oriëntaties. Het donkerrode vlak geeft de hoogst mogelijke productie aan. De S staat voor South (Zuidwaarts), en op de verticale as staan de verschillende hellingshoeken weergegeven. Een volledig Zuidwaarts gericht paneel, zal volgens dit diagram tussen de 60 graden en 15 graden hellingshoek, maximaal produceren.
Figuur 1 Productievermogen bij verschillende hellingshoeken en oriëntaties
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
8
Interessant voor de vaststelling van rendement is natuurlijk wat panelen onder Nederlandse omstandigheden aan productie kunnen realiseren. De ZLTO is samen met Arvalis (Limburg) en de Noordelijke LTO-projectenorganisatie gestart met het vastleggen van productiegegevens van ZonPV-systemen op agrarische bedrijven. De eerste resultaten daarvan komen in Oost Brabant uit op een productie per Watt Piek van 0,90 kWh. Een systeem van 10 Kilowatt Piek zal volgens die norm dus 9.000 kWh per jaar produceren. Dit is uitgaande van een zuidwaartse oriëntatie en een dakhelling van de in de agrarische sector gebruikelijke 22 graden.
Houdt bij de bouwplanning van uw gebouwen rekening met de oriëntatie van de schuine zijde. Probeer deze zoveel mogelijk zuidwaarts te richten.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
9
3.
Onderhoud en Levensduur
De productiecapaciteit van een Zon-PV-systeem wordt natuurlijk sterk Bepaalt door de lichtinstraling. Factoren die de lichtinstraling negatief beïnvloeden, brengen de productie en dus het rendement omlaag. Het is zelfs zo dat wanneer door vervuiling één vlakje van een paneel minder produceert, alle panelen die in dezelfde lus zijn aangesloten, terugvallen in productie tot op het niveau van dat ene vlakje.
Figuur 2: 15 m2 Panelen = 2100 Watt Piek = 1800 kWh per jaar
Van belang dus om bij zichtbare vervuiling de panelen schoon te houden. Regenwater is het beste voor de panelen, omdat het zacht is en dus geen kalkafzetting veroorzaakt, die ook lichtinval reduceert. Diverse leveranciers geven tot 25 jaar garantie op de afgifte van vermogen. Veelal bedraagt deze garantie 80 % van het oorspronkelijke vermogen op 25 jaar. Er zijn al leveranciers die 90 % op 25 jaar garanderen. Wanneer bij 80 % op 25 jaar de afname van productiecapaciteit lineair verondersteld wordt, betekent dit een productieafname van 0,8 % per jaar. De verwachtte levensduur van panelen bedraagt meer dan 30 jaar.
Alle vervuiling op PV-panelen houden lichtinstraling, en dus rendement tegen. Houdt uw monitoring-systeem regematig in de gaten, en maak schoon als daar aanleiding toe is.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
10
4.
Aansluitwaarde
De door Zon-PV-systemen geproduceerde stroom kan direct in eigen verbruik op gaan, of aan het openbare net geleverd worden (zie hoofdstuk 8 Salderen). Bedrijven hebben in hun aansluitwaarde een begrenzing van de hoeveelheid stroom die op enig moment kan worden afgenomen (zie hoofdstuk 7 elektrafactuur). De zwaarte van die aansluiting Bepaalt bij Zon-PV ook hoeveel stroom op enig moment op het net geplaatst kan worden. Gelijktijdigheid van productie en verbruik Bepaalt de benodigde zwaarte van de aansluiting in relatie tot het paneelvermogen. Dat gaat alleen op als die gelijktijdigheid zonder uitzonderingen is. Een varkensbedrijf is een voorbeeld van een bedrijfsvoering waar altijd dieren aanwezig zijn en dus altijd (elektrische) ventilatie-energie nodig is. Daar is zelfs een verband tussen Zon-PV-productie en verbruik. De ventilatie neemt immers toe met het stijgen van de temperatuur (stand van de zon). In vrijwel alle andere vormen van agrarische bedrijven is soms wel sprake van gelijktijdigheid, maar die is niet zonder uitzonderingen. Als er momenten zijn waarin geen stroom verbruikt wordt terwijl de productie maximaal kan zijn, zal de aansluitwaarde voldoende moeten zijn. Enexis (netwerkbedrijf in Brabant) geeft aan dat de aansluitwaarde bij toepassing van Zon-PV een factor 1,6 X het piekvermogen van de panelen moet bedragen. Bij een paneelvermogen van 50 Kilowatt Piek, zal de aansluitwaarde 3 X 80 Ampère moeten bedragen. Onderstaande tabel geeft bij de verschillende aansluitwaarden het maximale paneelvermogen weer. Tabel 1 Maximaal paneelvermogen bij verschillende aansluitwaarden
3 x 25 =
16 Kilowatt Piek
3 x 35 =
22 Kilowatt Piek
3 x 50 =
31 Kilowatt Piek
3 x 63 =
40 Kilowatt Piek
3 x 80 =
50 Kilowatt Piek
Wanneer de aansluitwaarde beperkend is kan natuurlijk gekozen worden voor verzwaring van de aansluiting. Dit heeft extra vaste lasten tot gevolg (zie hoofdstuk 7 Elekrtafactuur).
Als er momenten zijn waarop er geen verbruik is, en wel productie, mag de PV-installatie niet zwaarder zijn dan de aansluitwaarde : 1,6 uitgedrukt in Kilowatts Piek.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
11
5.
Investeringsnormen
De laatste jaren is de prijs van zonnepanelen hard gezakt. 15 jaar geleden kostte een Zon-PV systeem meer dan € 10,= per Watt Piek, 5 jaar geleden ca € 5,=, tegenwoordig zijn systemen te koop bij enige omvang van rond de € 1,50 per Watt Piek. De prijs van systemen wordt uitgedrukt per Watt Piek, omdat daarmee een eerlijke vergelijking ontstaat ten aanzien van productievermogen en jaarlijkse productiecapaciteit. Belangrijke vraag van ondernemers blijft altijd: Bij wie kan ik het beste panelen kopen? De hype ten aanzien van Zonne-energie heeft ervoor gezorgd dat bedrijven die panelen verkopen als paddenstoelen uit de grond zijn gekomen. Leveranciers geven tot 25 jaar garantie op systemen, waardoor het extra belangrijk wordt een betrouwbare leverancier te vinden. Veel systemen zijn opgebouwd uit panelen die uit China geïmporteerd worden, en de prijs, en ook de kwaliteit daarvan varieert. Een advies is om panelen te kopen bij een leverancier die bijvoorbeeld als installateur zijn betrouwbaarheid al bewezen heeft. Voor het verkrijgen van een reëel beeld ten aanzien van de met een investering in Zon-PV gemoeide bedragen, is contact opgenomen met New Energy Systems, (www.newenergysystems.nl) New Energy Systems verkoopt onder andere panelen van Nederlandse makelij, zij hebben binnen een range van paneelcapaciteiten aangegeven wat de bij die capaciteit behorende investeringsbedragen zijn. Uitgedrukt in een prijs per Watt Piek, geeft de hieronder weergegeven grafiek de relatie aan tussen investeringsnorm en paneelcapaciteit. Bij 5 Kilowatt Piek, kost een systeem inclusief omvormer circa € 1,80 per Watt Piek (€ 9.000,=), bij bijvoorbeeld 15 Kilowatt Piek kost een systeem € 1,55 per Watt Piek (€ 23.250,=) en bij 60 kWp kost het systeem circa € 1,45 en dus € 87.000,=. Deze bedragen zijn richtbedragen exclusief BTW en inclusief installatie. Het aandeel van de omvormer in deze investeringsbedragen bedraagt circa 15 %.
Figuur 3 Investeringsbedragen per Watt Piek
De Investering per Watt Piek neemt af met de omvang van het systeem.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
12
6.
Kostprijs en Terugverdientijd
De kostprijs van een met een Zon-PV-systeem geproduceerde kilowattuur, zal in de afwegingen die een ondernemer maakt voor eventuele aanschaf, lager (of gelijk) uit moeten komen dan de prijs die hij Betaalt voor de van zijn leverancier afgenomen stroom. Daarbij gaat het om het variabele deel van zijn elektrafactuur. De vaste kosten (zie hoofdstuk 4 Aansluitwaarde en hoofdstuk 7 Elektrafactuur) veranderen immers niet door toepassing van eigen productie. De kostprijs wordt Bepaalt door diverse factoren. De afschrijftermijn (terugverdientijd), de hoogte van de investering, eventuele onderhoudskosten, de productie en rentekosten. Ook dient bij terugverdientijden langer dan 12 jaar rekening gehouden te worden met aanschaf van een vervangende omvormer. Omdat de afschrijftermijn een zeer bepalende factor is bij de vaststelling van de kilowattuurkostprijs van het systeem, en de systemen technisch langer dan 25 jaar meegaan, is het belangrijk hier aan te geven dat ondernemers bij investeringen in hun bedrijf, zeker wanneer het technische installaties betreft, een korte terugverdientijd eisen (wensen). De tabel hieronder geeft aan wat de kostprijs is per geproduceerde kilowattuur, afhankelijk van de investering per Watt Piek en de gehanteerde afschrijftermijn. Hierbij is rekening gehouden met de weergegeven productie per Watt Piek en het aangegeven rentepercentage over het geïnvesteerde vermogen. Tabel 2 Kostprijs per Kilowattuur afh van Afschrijftermijn (Gridparitytabel)
Na 12 jaar loopt de tabel qua kostprijs weer op, omdat dan rekening gehouden is met de aanschaf van nieuwe omvormers. Om die zelfde reden is de tabel niet doorgetrokken per jaar. Met onderhoudskosten is in de tabel geen rekening gehouden.
De prijs per Watt Piek, en de gewenste (geëiste) afschrijftermijn/terugverdientijd bepalen de kostprijs van de met Zon PV geproduceerde Kilowatturen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
13
7.
De elektrafactuur
Meer dan 70 % van de bedrijven in de agrarische sector heeft een kleinverbruikersaansluiting (inschatting ZLTO). Dat is een aansluiting tot en met maximaal 3 x 80 Ampère afgezekerd. De elektrafactuur op die bedrijven is uit drie componenten opgebouwd; vaste kosten, de kWh-prijs, en energiebelasting. Voor grootverbruikers is die opbouw in grote lijnen ook zo, daar zit echter ook een component in die wordt vastgesteld op basis van het op enig moment maximaal afgenomen vermogen. De specifieke aspecten van Zon-PV bij grootverbruikersaansluitingen, worden elders in dit rapport beschreven.
7.1
Vaste kosten
Naarmate de aansluiting zwaarder is afgezekerd, neemt het niveau van de vaste kosten toe. In onderstaande tabel is het totaal van de vaste kosten bij het netwerkbedrijf in het SRE-gebied, Enexis, weergegeven. Tabel 3 Vaste kosten Enexis
Afgezekerde waarde
Kosten per jaar excl. BTW
3 x 25
€
196
3 x 35
€
687
3 x 50
€
998
3 x 63
€ 1296
3 x 80
€ 1611
De vaste kosten op de factuur zijn onafhankelijk van de hoeveelheid afgenomen stroom. Ook al zou door eigen productie per saldo geen stroom meer zijn afgenomen, dan blijven deze kosten in rekening gebracht worden. Op de aansluitwaarde in relatie tot de toepassing van Zon-PV wordt elders in dit rapport ingegaan.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
14
7.2
Energiebelasting
In Nederland wordt over het stroomverbruik Energiebelasting (EB) geheven. Naarmate het verbruik toeneemt, neemt het betaalde tarief af. Onderstaande tabel geeft de EB-staffeling weer zoals die per 1-1-2012 van toepassing is. Tabel 4 Tarief per stroomverbruik
Verbruik
Tarief excl. BTW
0 – 10.000 kWh
11,4 ct
10.000 – 50.000 kWh
4,15 ct
Meer dan 50.000 kWh
1,11 ct
De staffeling geeft aan welk tarief in welk verbruiksdeel wordt betaald. Bij een verbruik van bijvoorbeeld 30.000 kWh per jaar, wordt over de eerste 10.000 kWh, 11,4 cent energiebelasting betaald en over de overige 20.000 kWh wordt 4,15 cent betaald. Bij toepassing van Zon-PV, is het van belang te onderkennen dat de productie van stroom met Zon-PV, eerst de “goedkoopste” energiebelasting weg neemt. Een bedrijf met een verbruik van 50.000 kWh, zal bij 30.000 kWh aan eigen productie, alle productie in de middelste staffel (4,15 cent) zien vallen. Anders gezegd, zolang per saldo nog stroom wordt afgenomen, wordt over de eerste 10.000 kWh nog steeds 11,4 cent energiebelasting. De verrekening van verbruik en productie, salderen, wordt elders in dit rapport beschreven.
7.3
Het stroomtarief
De derde component van de elektrafactuur is de eigenlijke stroomprijs. Op veel bedrijven is die opgesplitst in een Piek en een Daltarief. De piekperiode ligt in de doordeweekse dagen tussen 's ochtends 7:00 uur en 's avonds 19:00 uur. De dalperiode zijn de overige uren, inclusief de weekenden. 50 % van de tijd valt daarmee in de dalperiode. Het verbruik per periode wordt natuurlijk Bepaalt door het type bedrijfsvoering en de activiteiten daarin die stroomverbruik veroorzaken. De gelijktijdigheid van verbruik en productie, heeft invloed op de waarde van het afgevangen verbruik. Productie in de dalperioden levert minder op dan productie in de piekperioden, omdat de prijs voor de betaalde stroom in de dalperiode lager is dan die in de piekperiode. Zon-PV-productie vindt vanwege de zonuren voornamelijk plaats tussen 7:00 uur en 19:00 uur overdag. Vanwege de daluren in de weekenden zal dus grofweg 2/7 deel (30 %) van de productie in de dalperioden vallen. Om de stromen in piek en dal vast te leggen, wordt bij toepassing van Zon-PV een 4kwadrantenmeter geplaatst. Deze registreert levering en afname in piek en dalperioden. De tarieven die gelden voor Piek en Dalstroom, zijn onderhevig aan marktinvloeden. Op dit moment (maart 2012) wordt voor dalstroom circa 5,5 cent betaald en voor piekstroom circa 7,5 cent. Deze bedragen schommelen echter door de tijd nogal, en het kan zijn dat ondernemers voor langere termijn afspraken hebben gemaakt, die op andere prijsniveaus zijn vastgelegd.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
15
7.4
De Totale factuur
Om een beeld te geven van het variabele deel van de stroomafrekening bij verschillende verbruiksniveaus, is onderstaande tabel weergegeven. Bedragen exclusief BTW. Tabel 5 Variabel deel stroomafrekening
Verbruik in kWh/jaar
5.000
15.000
30.000
60.000
90.000
Energiebelasting
€ 570
€ 1.348
€ 1.970
€ 2.911
€ 3.244
Tarief bij 6,5 ct per kWh
€ 325
€ 975
€ 1.950
€ 3.900
€ 5.850
Variabel deel factuur
€ 0,179
€ 0,155
€ 0,131
€ 0,114
€ 0,101
Variabel deel bij 10.000 kWh productie
€ 0,122
€ 0,143
€ 0,107
€ 0,076
€ 0,076
Variabel deel bij 30.000 kWh productie
€ 0,084
€ 0,110
€ 0,131
€ 0,096
€ 0,076
Een Zon-PV-systeem met een productie van bijvoorbeeld 10.000 kWh per jaar levert bij deze verbruikscijfers dus niet overal de zelfde besparing op, en door de EB-staffeling is het verschil nog groter dan het variabele tariefdeel aan geeft. De onderste twee regels in bovenstaande tabel geven dat aan.
De 2 variabele componenten van de elektrafactuur, zijn de Energiebelasting, en het kale stroomtarief. Deze zijn door eigen productie te vervangen. De optelsom van die twee componenten Bepaalt de kostprijs waartegen met Zon-PV stroom maximaal geproduceerd mag worden om beter af te zijn. De Energiebelasting per kWh neemt af naarmate het stroomverbruik toe neemt.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
16
8.
Salderen
Het stroomverbruikpatroon op agrarische bedrijven is sterk afhankelijk van het type bedrijfsvoering en de toepassing van elektrische systemen. Bijvoorbeeld een melkveebedrijf dat traditioneel (2 x per dag) melkt zal in het patroon van het stroomverbruik over de dag 's ochtends en 's avonds tijdens en direct na het melken een piek in de afname zien, omdat het melken en het koelen met stroomverbruik gepaard gaan. Midden op de dag heeft zo’n melkveebedrijf nauwelijks stroomverbruik, behalve wanneer bijvoorbeeld de toepassing van een elektrische beregeningspomp in een droge periode extra stroomverbruik veroorzaakt. Een ander voorbeeld is een varkensbedrijf dat juist wel in toenemende mate stroom verbruikt als de zon gaat schijnen. De temperatuur in de stallen zal dan oplopen en als gevolg daarvan gaan ventilatoren harder draaien. Doordat verbruik, en eventueel daar tegenover geplaatste productie van stroom met Zon-PV, niet altijd gelijk opgaan, zullen er perioden zijn dat de productie het verbruik overstijgt, terwijl in andere perioden de productie ontoereikend voor het verbruik van het bedrijf. Met onderstaand diagram wordt een en ander duidelijk gemaakt.
Figuur 4 Productielijn en 24-uurs verbruikspatroon
De parabool geeft de productielijn van het Zon-PV-systeem weer. De glooiende lijn er doorheen geeft het verbruikspatroon van het bedrijf over de 24 uur van de dag weer. De twee verticale lijnen duiden de grens tussen piek en dalperiode op een doordeweekse dag aan. Het oppervlak aangeduid met A, is de stroom die door eigen productie niet meer van het openbare net hoeft te worden afgenomen. Het oppervlak aangeduid met B, is de productie aan stroom die op die momenten boven het verbruik van het bedrijf uit stijgt. De oppervlakten aangeduid met C, geven aan hoeveel stroom er op die momenten van het net wordt afgenomen, omdat er geen of onvoldoende eigen productie plaats vindt.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
17
Salderen houdt in dat de B-stroom en de C-stroom met elkaar verrekend mogen worden. Tot voor kort was dat maximaal 5.000 kWh per jaar en eerder zelfs maar 3.000 kWh per jaar. In verband met het wegvallen van SDE-subsidie voor kleinverbruikers heeft minister Verhagen aangegeven onbeperkte saldering (inclusief Energiebelasting) toe te staan voor aansluitingen tot en met 3 x 80 Ampère. Voor grootverbruik is onbeperkt salderen niet toegestaan. De energiebedrijven zijn natuurlijk vrij dat wel te doen met het tariefdeel van de factuur, maar de landelijke overheid staat onbeperkte saldering inclusief Energiebelasting niet toe. Voor grootverbruikers bestaat de mogelijkheid SDE+-subsidie aan te vragen waarvoor elders in dit rapport aandacht.
Door te salderen, kan de ‘s nachts verbruikte stroom verrekend worden met de stroom die overdag meer geproduceerd is dan het eigen verbruik. Niet alle energiebedrijven passen onbeperkte saldering toe. Als U zonnepanelen heeft, ga dan naar een energiebedrijf dat onbeperkte saldering toe past.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
18
9. Grootverbruikers Aansluitingen boven de 3 x 80 Ampère worden grootverbruikersaansluitingen genoemd. Bedrijven met een dergelijke aansluiting moeten afspraken maken met een energiebedrijf over de hoogte van de stroomprijs. De staffeling voor de EB is niet anders dan bij de kleinverbruikers. Vanwege het hoge verbruik van deze bedrijven valt het overgrote deel van het verbruik in de derde staffel (boven de 50.000 kWh per jaar) van de EB, 1,11 cent per kWh. De vaste kosten zijn voor die aansluitingen niet in een eenvoudige tabel weer te geven. In de vaste kosten zit een component voor het op enig moment maximaal afgenomen vermogen. Grootverbruikers hebben een vastekostenlast van meestal meer dan € 6000,= exclusief BTW per jaar, terwijl die vaste lasten bij de zwaarste kleinverbruikersaansluiting (3 x 80 Ampere) € 1700,= bedraagt. In het hoofdstuk 10 SDE subsidie wordt beschreven dat de SDE-subsidie is voorbehouden voor grootverbruikers.
Grootverbruikers (zwaarder dan 3 x 80 Ampère) mogen niet onbeperkt salderen. Wel kunnen zij SDE aanvragen. Deze zal echter veelal ontoereikend zijn.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
19
10.
SDE- Subsidie
Nederland kent voor de stimulering van Duurzame Energieproductie de SDE-regeling. Sinds 2008 is die afgestemd geweest op de methode van produceren. Voor Zon PV gold een specifieke subsidie, die qua niveau was afgestemd op de kostprijs van een Kilowattuur geproduceerd met een zonnepaneel. De niveaus liepen per jaar terug, omdat de panelen goedkoper werden en de kostprijs dus lager. Voor de regeling van 2010 gold een basisbedrag van 43 cent, daar werd jaarlijks de te verwachten marktprijs voor een kWh van afgetrokken en zo bleef er over 2010 een netto subsidie over van 37,7 cent. In 2011 heeft het kabinet besloten niet meer te werken met een subsidie specifiek geënt op het productiesysteem, maar in verschillende openstellingsrondes te werken met basisbedragen oplopend in niveau, waarbij bij budgetoverschrijding, de inschrijfmogelijkheid stopte en de volgende openstellingen niet meer zouden komen. Voor 2011 waren de openstellingen gepland op 9, 11, 13 en 15 cent basisbedrag per kilowattuur. Budgetoverschrijding vond plaats bij de eerste openstelling (9ct), en de erna geplande openstellingen met oplopend basisbedrag zijn niet meer gekomen. Zon PV, moet hierin “concurreren” met wind, en van de 37,7 cent in 2010, bleef in 2011 na aftrek van de marktwaarde voor de stroom, netto 3,5 cent subsidie over. 90 % minder dan in 2010 dus. In 2012 is besloten de SDE alleen open te stellen voor grootverbruikers, dat betekent dat bedrijven met een aansluiting tot en met 3 x 80 Ampère, geen subsidie meer aan kunnen vragen. Voor deze bedrijven is de mogelijkheid ontstaan onbeperkte saldering toe te passen (zie hoofdstuk 8 Salderen). Grootverbruikers, met een aansluiting zwaarder dan 3 x 80 Ampère, kunnen SDE aanvragen. De SDE in 2012 begint met een openstelling op 7 cent, en zal in 4 navolgende openstellingen steeds 2 cent meer inhouden, 7, 9, 11, 13, en 15 cent dus. Opnieuw eindigt de openstelling bij budgetoverschrijding en komen de volgende er niet. Inmiddels is duidelijk dat de SDE voor 2012 in de eerste openstelling is overschreven.
10.1 Grootverbruik en Subsidie Er van uit gaande dat bedrijven met een zware aansluiting, bij installatie van een Zon PV-systeem, de productie niet boven het op enig moment van toepassing zijnde eigen verbruik uit laten stijgen, ligt de waarde van de vermeden stroomafname op de netto stroomprijs, aangevuld met de EB, en de subsidie. Als de netto stroomprijs bij grootverbruik op 6 cent ligt (geschat), is de EB bij alle verbruik boven de 50.000 kWh 1,11 cent en bedraagt de netto subsidie (in de eerste openstelling) bij een marktwaarde van 5 cent, dus 2 cent. De Zonnestroom moet dan geproduceerd worden voor 9 cent (6 + 1 + 2) om te concurreren met afname van het net.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
20
11. Fiscale Aspecten Investeringen in Zon PV worden via fiscale maatregelen gestimuleerd. Dat gebeurt via 2 regelingen. Energie-investeringsaftrek (EIA) en kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Op investeringen in Zon PV is geen MIA (Milieu investeringsaftrek) of VAMIL (Willekeurige afschrijving milieu investeringen) van toepassing. Wel wordt gesproken over een regeling die versneld afschrijven mogelijk moet maken in combinatie met asbestverwijdering. Deze regeling is er nog niet.
11.1 Energie-Investeringsftrek (EIA) EIA is een aftrekmogelijkheid die boven op de afschrijving kan worden toegepast. Dat houdt in dat aftrek van de winst plaats vindt zonder dat daar kosten of investeringen tegenover staan. EIA is 41,5 %. Als bijvoorbeeld € 100.000,= in Zon PV is geïnvesteerd, kan € 41.500 van de winst afgetrokken worden en daardoor leiden tot het betalen van minder belasting. Vervolgens kan die € 100.000 via de afschrijving ook van de winst afgetrokken worden, waardoor in totaal € 141.500 aftrek plaats vindt, terwijl € 100.000,= is geïnvesteerd. Het is afhankelijk van het betaalde belastingtarief, hoe groot het door EIA gegenereerde voordeel is. Als de ondernemer 50 % belasting moet betalen is het netto voordeel door EIA dus 41,5 % X 50 % = 20,75 % van de investering. Bij een investering in Zon-PV van € 1,50 per Watt Piek, is het voordeel door EIA dan € 0,31 per Watt Piek, en kan in de Gridparitytabel (elders in dit rapport) uitgegaan worden van € 1,19. De EIA is gebudgetteerd en moet worden aangevraagd. Aanvragen lopen via de site van het Agentschap ( www.agentschapnl.nl/eia)
11.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) De tweede mogelijkheid via fiscale voordelen investeringen in Zon PV te stimuleren, is KIA. Het niveau van deze aftrek is afhankelijk van de hoogte van de investering. In onderstaande tabel staan de aftrekniveaus weergegeven. Tabel 6 Kleinschaligheidsaftrek
De KIA mag toegepast worden naast de EIA, dat houdt in dat in totaal maximaal 69,5 % aftrek kan worden toegepast via deze twee regelingen. Wanneer die mogelijkheid wordt benut, kan bij een investering van bijvoorbeeld € 50.000,= in een Zon-PV-Systeem, € 35.000 aftrek worden toegepast bovenop de afschrijving die de investering verdeeld over de tijd in mindering brengt op het inkomen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
21
11.3 Belastingtarieven De belastingtarieven die samen met de aftrekpercentages het niveau van het voordeel bepalen zijn afhankelijk van het winst of inkomensniveau. Bij lagere inkomens of winsten, of bij BV’s zijn de tarieven lager en is dus ook het te genereren voordeel lager. Als geen winst gemaakt wordt en dus geen belasting betaald wordt, kan ook geen voordeel uit toepassing van de EIA gehaald worden. In de weergaven hieronder staan de tarieven bij verschillende winstniveaus. Inkomstenbelasting (IB) wordt betaald door eenmanszaken, Vof’s en Maatschappen, terwijl BV’s afhankelijk van het winstniveau Vennootschapsbelasting betalen. Tabel 7 Inkomstenbelasting
Tabel 8 Vennootschapsbelasting
Het percentage voordeel dat van de Wattpiekprijs kan worden afgetrokken, kan worden berekend door het aftrekpercentage (EIA+KIA) te vermenigvuldigen met het belastingtarief. Iemand die 40 % belasting betaald, en bijvoorbeeld voor 60 % extra aftrek via EIA en KIA kan benutten, heeft zodra zijn belastingbetaling definitief is, 24 % (40 % x 60 %) voordeel genoten, die van de investering kan worden afgetrokken. Als gekocht wordt met een prijs per Watt piek van € 1,50, zorgt het fiscale voordeel voor een reductie tot € 1,14 per Watt Piek.
Eenmanszaken, Vof’s of maatschappen betalen tot 52 % inkomstenbelasting. Als er winst gemaakt wordt, kunnen 2 aantrekkelijke fiscale regelingen de kans op rendement met Zon PV aanzienlijk vergroten. Die regelingen zijn Energie-Investeringsaftrek, en Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
22
12. Casussen Aan de hand van vijf bedrijfscasussen, wordt een beeld geschetst van verschillende verbruiks- en productieconfiguraties. Door de spreiding in die configuraties, wordt een beeld verkregen van de voorwaarden waaronder Zon PV rendabel is of wordt. De bedrijven zijn bezocht en de gegevens met betrekking tot verbruik, afzekering, dakligging, fiscaliteit en verbruikspatroon zijn beschreven, om van daar uit een beeld te krijgen van de rentabiliteitskansen. De beschrijving van de configuratie en de daarbij gehanteerde weergave van kansen en mogelijkheden grijpt terug op de voorgaande hoofdstukken in dit rapport, waarin in algemene zin de rendementsbepalende factoren zijn omschreven. De bezochte bedrijven:
12.1 Casus 1 Een melkveebedrijf met 1,55 miljoen kg quotum. Met een stroomverbruik van 72.000 kWh in het afgelopen jaar, zit het bedrijf lager dan melkveebedrijven met die omvang, die komen gemiddeld uit op 90.000 kWh. Het stroomverbruik is ongeveer 50/50 Piek/Dal. Voor de Piekstroom betaald de ondernemer ongeveer 7,5 cent en voor de dalstroom circa 5,5 cent. De stroom wordt afgenomen van Oxxio. Het bedrijf is 3 x 50 Ampère afgezekerd. Een Zon-PV-installatie die het volledige verbruik van het bedrijf zou kunnen produceren, zou 80 Kilowatt Piek groot moeten zijn. Voor een dergelijke installatie is de aansluiting niet zwaar genoeg. Voor 80 KWp zou de aansluiting fors verzwaard moeten worden. Enexis hanteert een factor 1,6 dat wil zeggen dat de aansluiting naar meer dan 3 x 120 Ampère zou moeten, met een enorme vaste kosten verhoging tot gevolg. Bij de huidige aansluiting kan maximaal 32 KWp geïnstalleerd worden. Daarmee zal jaarlijks 29.000 kWh geproduceerd worden. Dat heeft tot gevolg dat de eerste 22.000 kWh die geproduceerd wordt, in de laagste EB-Staffel (Energiebelasting) valt. Die is 1,11 cent per kWh. De overige 7.000 kWh vallen dan in de staffel van 4,15 cent. Tellen we hier het tariefdeel van de rekening nog bij (gemiddeld 6,5 cent), dat levert de geproduceerde stroom 8,3 cent op. Wanneer de aansluitwaarde wordt verhoogd naar 3 x 63 Ampere, wordt een installatie van 40 KWp mogelijk. Daarmee zal jaarlijks ca 36.000 kWh geproduceerd worden. Vanwege de EB-staffeling, en de huidige stroomprijs, levert de geproduceerde stroom in die opzet 8,8 cent op. Daar moet dan nog wel € 300 kostprijsverhoging vanwege de vergrootte aansluitwaarde afgetrokken worden. Dan is de geproduceerde stroom 8,0 cent waard. Een verhoging van de aansluitwaarde naar 3 x 80 Ampère maakt een installatie van 50 KWp mogelijk. Jaarlijks zal er dan 45.000 kWh geproduceerd worden, maar ook € 600 aan extra vaste lasten berekend worden. De geproduceerde stroom is dan 7,8 cent waard. Investering in Zon-PV kost bij de bovengenoemde omvang(en) tussen de € 1,45 en de € 1,50 per Watt Piek. Bij de genoemde kilowattuurprijzen bedraagt de terugverdientijd meer dan 25 jaar. Bij 42 % belasting en maximaal EIA en KIA daalt de prijs per Watt Piek met 44 cent, en is de TVT nog steeds meer dan 25 jaar. Ook bij 52 % belasting is dat zo.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
23
12.2 Casus 2 Een gecombineerd Rosékalveren en Vleesvarkensbedrijf met een stroomverbruik van 210.000 kWh in het afgelopen jaar. De gemiddelde stroomprijs bedraagt 7,5 cent voor de Piekstroom en 5,0 cent voor de dalstroom. De stroom wordt afgenomen van Oxxio. Het bedrijf is 2 X 3 x 80 Ampère afgezekerd. Voor deze opzet is gekozen omdat één zware aansluiting van 3 x 160 Ampère fors hogere jaarlasten zou inhouden dan de nu gekozen optie, en vervolgens zou met de verzwaring van de aansluiting meer dan € 20.000 aan investering voor de ondernemer gemoeid zijn. Analyse van de stroomrekeningen van het laatste jaar, heeft echter wel duidelijk gemaakt dat 2 x in de duurdere staffels Energiebelasting wordt betaald, terwijl er voorbeelden zijn van situaties waarin met een dubbele aansluiting, toch een enkelvoudige EB-staffel wordt toegepast. De ondernemer gaat hier zelf achteraan en dat zal hem jaarlijks circa € 2.000 EB schelen. Ook werd duidelijk dat bij de meest recent geïnstalleerde aansluiting, een meter is geplaatst die Dag en Nachtverbruik registreert, terwijl op die factuur alle stroom tegen een enkelvoudig (hoog) tarief wordt afgerekend. Ook hier gaat de ondernemer achteraan, wat hem circa € 1.000 zal schelen. Een Zon-PV-installatie die binnen de huidige aansluitwaarde past, zou, 100 Kilowatt Piek groot zijn. Vanwege de forse varkenstak in het bedrijf, en sprake van gelijktijdigheid in productie en verbruik, zou de maximale omvang zelfs nog wat groter mogen zijn. De grote varkensstal is met de schuine zijde nagenoeg optimaal (zuidwaarts) georiënteerd. De variabele componenten op de elektrafactuur bedragen, 6,5 cent voor het tariefdeel, en 1,11 cent voor de EB. Eigen productie met Zon-PV moet qua kostprijs (Gridparitytabel) dus afgewogen worden tegen een inkoopprijs voor het variabele deel van 7,6 cent. Investeren in een Zon-PV-systeem kost bij de genoemde omvang(en) circa 1,45 per Watt Piek. Zonder fiscale voordelen bedraagt de terugverdientijd meer dan 25 jaar. Ook als maximaal EIA en KIA benut kunnen worden bedraagt de TVT meer dan 25 jaar, zowel bij 42 % als bij 52 % belasting.
12.3 Casus 3 Een Vleeskuikenbedrijf in de vorm van een eenmanszaak met een stroomverbruik van meer dan 300.000 mkWh per jaar. Het stroomverbruik is ongeveer 50/50 Piek/Dal. Voor de Piekstroom wordt 9,1 cent betaald en voor de dalstroom 5,5 cent (op baisi van factuur januari 2012). De ondernemer is te kennen gegeven dat zijn piektarief hoog is. De stroom wordt afgenomen van Essent. Het bedrijf is 3 x 160 Ampère afgezekerd. Een Zon-PV-installatie die op basis van de afgezekerde waarde van maximale omvang zou zijn, zou 100 Kilowatt Piek groot moeten zijn. Daarmee zal jaarlijks 90.000 kWh geproduceerd worden. Dat heeft tot gevolg dat die volledig in de “goedkoopste” EB-staffel geproduceerd wordt. De 1,11 cent EB en de 7,3 cent van het tariefdeel bepalen de waarde van de geproduceerde stroom op 8,4 cent. Als het piektarief wordt teruggebracht naar 7,5 cent, daalt de gemiddelde waarde naar 6,5 cent, en is de waarde van de zonnestroom 7,6 cent. Investeren in een Zon-PV-systeem van 100 Kilowatt Piek levert een investeringsbedrag op van € 145.000,=. Zonder fiscale voordelen levert dat een terugverdientijd van het systeem op van meer dan 25 jaar.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
24
Als fiscale voordelen in de vorm van EIA en KIA kunnen worden benut, betekent dat, dat deze gezamenlijk € 78.643,= extra aftrek opleveren. Bij 42 % Belasting daalt de prijs per Watt Piek met 33 cent. Ook dan blijft de terugverdientijd langer dan 25 jaar. Bij 52 % belasting daalt de prijs per Watt Piek met 41 cent, maar ook dan is de TVT langer dan 25 jaar. Als de gewenste terugverdientijd gelijkgesteld wordt aan de periode waarover SDE wordt verstrekt, 12 jaar, bedraagt de kWh kostprijs bij 42 % belasting 12,9 cent. Er is dus 5 cent subsidie per kWh nodig om dit verschil recht te trekken. Bij 52 % bedraagt de kWh-kostprijs 11,9 cent, en is dus 4 cent aanvullende subsidie nodig. Zoals in het hoofdstuk 9 Subsidies omschreven staat, zal bij de huidige marktprijzen, de subsidie in de tweede tot derde openstelling pas aan dat niveau komen. Vraag is of gezien het budget, die openstellingen er wel zullen komen. Daar komt voor deze ondernemer bij dat hij voorlopig geen belastingdruk ervaart en dat voordeel in zijn situatie niet ingerekend mag worden.
12.4 Casus 4 Een melkveebedrijf met een verbruik van 80.000 kWh in het afgelopen jaar. De gemiddelde stroomprijs bedraagt 7,3 cent. De stroom wordt afgenomen van Essent. Het bedrijf is 3 x 63 Ampère afgezekerd. Een Zon-PV-installatie die binnen de huidige aansluitwaarde past, zou 40 Kilowatt Piek groot zijn. Bij 40 Kilowatt Piek zal jaarlijks 36.000 kWh geproduceerd worden. 30.000 daarvan zouden in de derde EB-schijf vallen (1,11 cent) en de overige 6.000 kWh vallen in de tweede schijf (4,15 cent) De variabele componenten op de elektrafactuur bedragen, 7,3 cent voor het tariefdeel, en gemiddeld 1,62 cent voor de EB. Eigen productie met Zon-PV moet qua kostprijs (Gridparitytabel) dus afgewogen worden tegen een inkoopprijs voor het variabele deel van 8,9 cent. Wanneer gekozen wordt voor een verzwaring van de aansluitwaarde tot 3 x 80 Ampère, kan de paneelcapaciteit tot 50 Kilowatt Piek opgevoerd worden. De jaarlijkse productie zal dan 45.000 kWh zijn. De variabele componenten van de elektrafactuur bedragen dan 7,3 cent tarief, + 1,46 cent EB. Samen 8,76 cent. De verhoging van de vaste kosten als gevolg van de verzwaring brengt het in te verdienen tarief terug tot 8,1 cent. Investeren in een Zon-PV-systeem kost bij de genoemde omvang(en) circa 1,47 per Watt Piek. Zonder fiscale voordelen bedraagt de terugverdientijd meer dan 25 jaar. Ook als maximaal EIA en KIA benut kunnen worden bedraagt de TVT meer dan 25 jaar, zowel bij 42 % als bij 52 % belasting.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
25
12.5 Casus 5 Een melkveebedrijf met 60 melkkoeien. Het stroomverbruik bedraagt 25.000 kWh per jaar. De stroom wordt afgenomen van Essent, en het tarief bedraagt 6,9 cent. Het bedrijf is 3 x 35 Ampère afgezekerd. Een Zon-PV-installatie die het volledige verbruik van het bedrijf zou kunnen produceren, zou 28 Kilowatt Piek groot moeten zijn. Voor een dergelijke installatie is de aansluiting net niet zwaar genoeg, vraag is of vanwege gelijktijdigheid van productie en verbruik, toch van deze aansluiting uitgegaan kan worden. De EB bij deze afname bedraagt gemiddeld 7,1 cent. Samen met de 6,9 cent van het tarief, zal dus zonnestroom geproduceerd moeten kunnen worden voor 14,0 cent. Investeren in een Zon-PV-systeem van 28 Kilowatt Piek levert een investeringsbedrag op van € 42.000,=. Zonder fiscale voordelen levert dat een terugverdientijd van het systeem op van ruim 20 jaar. Als fiscale voordelen in de vorm van EIA en KIA kunnen worden benut, betekent dat, dat deze gezamenlijk € 29.190,= extra aftrek opleveren. Bij 42 % Belasting daalt de prijs per Watt Piek met 44 cent. Dan wordt de terugverdientijd ruim 12 jaar. Bij 52 % belasting daalt de prijs per Watt Piek met 54 cent, dan is de TVT 9 jaar. De ondernemer geeft aan toch niet tot investeren over te gaan, omdat gezien de omvang van het bedrijf en de leeftijd van de ondernemer, binnen 10 jaar besloten zal worden met de bedrijfsvoering te stoppen.
Samenvatting Casussen Het is aan de hand van deze casussen duidelijk dat de tariefstelling en opbouw van de Energiebelasting zeer bepalend is voor het rendement van Zon-PV. Bij de te verwachten investeringsbedragen, en gewenste terugverdientijden wordt stroom geproduceerd voor 10 tot 14 cent per kilowattuur (zie hoofdstuk Kostprijs en Terugverdientijd). De opgetelde variabele componenten van de elektrafactuur van 4 van de 5 casus-ondernemers liggen op minder dan 9 cent, waardoor voor 4 van de 5 ondernemers investeren in Zon-PV leidt tot een hogere stroomprijs dan bij afname van het openbare net. Energiebelasting en stroomtarief, zijn de in te verdienen kosten door daar eigen productie voor in te zetten. Vanwege de staffeling van de energiebelasting, is het inverdieneffect het grootst bij laag verbruik, en volledige vervanging van eigen verbruik door eigen productie.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
26
Onderstaande tabel laat zien dat bij een stroomtarief van 7 cent, het inverdieneffect wordt bepaald door de hoogte van het eigen verbruik, en de mate waarin dat wordt vervangen door eigen productie. De waarden in de omlijnde cellen geven aan tegen welke kostprijs Zon-PV moet worden geproduceerd om gelijk te zijn aan het inverdieneffect bij eigenproductie (verticaal) i.r.t. het eigen verbruik (horizontaal). De kostprijs van een met Zon PV geproduceerde kilowattuur ligt in de gunstigste situatie (inclusief fiscale voordelen) op ca 12 ct. De tabelcellen die daar bovenuit stijgen zijn daarom groen ingekleurd.
Bedrijven met een laag verbruik (minder dan 50.000 kWh) betalen Energiebelasting in de duurste staffels. De terugverdienpotentie met eigen productie door Zon PV is op die bedrijven het grootst. Hoe meer Energiebelasting in de duurste staffel (tot 10.000 kWh) kan worden vervangen door eigen productie, hoe groter de kans op rendement.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
27
13. Alternatieve Financieringsmogelijkheden Als gevolg van het (in Nederland) moeizaam van de grond komen van zonne-energie, wordt gekeken naar alternatieve financieringsconstructies of samenwerkingen, om daarmee meer installaties gerealiseerd te krijgen. Enkele voorbeelden daarvan zijn: 1.
Boeren en Burgers linken
2.
Lease-constructies.
3.
Boer zoekt Buur
4.
Asbest er af PV er op
13.1 Boeren en Burgers linken Bij het linken van boeren met burgers wordt gedacht aan zonnepanelen op daken van boeren gefinancierd door burgers die daar dan in hun stroomrekening voordeel bij hebben. Burgers betalen immers over hun volledige verbruik de hoogste staffel EB (11,4 cent), waardoor Zon PV voor burgers sneller aantrekkelijk is. De panelen liggen bij burgers echter lang niet altijd optimaal, kunnen niet rendabel geplaatst worden vanwege schaduwvorming vanuit de omgeving, of worden vanuit esthetisch oogpunt niet geaccepteerd. Boeren hebben veel dakoppervlak beschikbaar, maar kunnen zelf om uiteenlopende redenen geen rendement maken met Zon PV. De verbinding lijkt kansrijk. De reden dat deze verbinding nog niet van de grond komt is gelegen in de EB. De overheid staat het niet toe dat de op het dak van de boeren geproduceerde stroom, zelfs al is de investering door de burgers gedaan, wordt doorgeleverd naar de investerende burger zonder daar EB over te rekenen. De enige configuratie die de overheid in dit kader oogluikend toe staat, is die van toepassing is op een flatgebouw met een eigenaarsvereniging. Formeel wordt de stroom die op het dak van de flat met PV geproduceerd wordt, via het openbare net aan de bewoners in de flat geleverd en is dus EB verschuldigd. Hier maakt de overheid dus een uitzondering en kunnen de bewoners gezamenlijk voordeel genieten. Greenchoice geeft (elders in dit rapport) aan dat ook dat formeel nog niet bevestigd is.
13.2 Lease-constructies Bij de toepassing van een leaseconstructie met Zon PV, wordt gedacht aan investeerders die vanuit hun eigen situatie of bedrijf fiscale voordelen kunnen genieten, een investering doen in Zon PV op het dak van een gebruiker, die daar dan met enig voordeel gerelateerd aan zijn eigen stroomrekening, vergoeding voor betaald aan de investeerder. De investeerder gebruikt de vergoeding van de gebruiker tezamen met zijn fiscale mogelijkheden om rendement te maken. Deze “constructie” is door de fiscus nog niet geaccordeerd en hierover kan dus nog geen advies gegeven worden.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
28
13.3 Boer Zoekt Buur Een inmiddels op diverse plekken werkende vorm van alternatieve financiering, is het concept “Boer zoekt Buur”. Hierbij gaat het om boerderijwinkels die zonnepanelen hebben gelegd, en de financiering daarvan hebben geregeld met klanten van de winkel. De klant heeft de panelen gefinancierd, en krijgt de jaarlijkse rente en de aflossing van die financiering betaald in de vorm van producten uit de boerderijwinkel. Het concept werkt met certificaten van € 250,= per stuk. Op de website van de organisatie is uitgebreide informatie te vinden. www.boerzoektbuur.nl
13.4 Asbest eraf Panelen er op Er liggen nog veel staldaken bedekt met asbesthoudende golfplaten. Er wordt veel gesproken over asbestverwijdering in combinatie met investeren in Zon-PV. In Overijssel heeft in 2010 en 2011 een project gedraaid waarin asbestverwijdering gesubsidieerd plaats vond in combinatie met investeren in Zonnepanelen. Hiervoor werd door de Provincie Overijssel € 3.500.000,= subsidie uitgegeven. Deze subsidie werd gecombineerd met de toen nog aantrekkelijke SDE, ook voor kleinverbruikers. De combinatie van die subsidies heeft op ca. 115 bedrijven geleid tot 116.000 m2 asbestverwijdering, en daarbij, de installatie van 3,4 miljoen Watt Piek aan Zon-PV. De regeling hield in dat tot € 1,= per Watt Piek aan investeringssubsidie werd verstrekt. Het succes van dit project, kan helaas niet doorvertaald worden naar Brabant, omdat de Provincie er vooralsnog geen middelen in wil investeren, en er voor kleinverbruikers, geen SDE beschikbaar is. Investeren in Zon-PV op asbesthoudende daken is onverstandig, en leveranciers zijn terughoudend met het installeren van PV op asbest. Rendabele toepassing van Zon-PV zal asbestverwijdering stimuleren. De landelijke overheid overweegt variabele afschrijving van Zon PV toe te staan, als die wordt toegepast in combinatie met asbestverwijdering. Voor de investering in de asbestverwijdering zelf, mag al variabele afschrijving worden toegepast. Die regeling zou gaan inhouden dat de variabele afschrijving ook voor het PV-systeem gaat gelden.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
29
14. Gesprekken met Energiebedrijven
Met als doel de productie van duurzame energie (o.a. met Zon PV) uit te breiden, en daarin een beeld te krijgen van hoe energiebedrijven met dit onderwerp omgaan, is hier met een aantal Energiebedrijven over gesproken. Met Morgen-Energie (www.morgengroeneenergie.nl) Greenchoice (www.greenchoice.nl), Essent (www.essent.nl) en Oxxio (www.oxxio.nl) zijn gesprekken gevoerd over hun kijk op deze materie. Hiervan volgt de verslaglegging.
14.1 Morgen Groene Energie Morgen, is een energiebedrijf, dat is opgericht door een aantal vrijwilligers, met sterke ideeën over energie en duurzaamheid. In inmiddels 5 gemeenten, waaronder ook Nuenen, zijn, en worden initiatieven gestart om groene stroom lokaal op te wekken en te gebruiken. Morgen zoekt daarvoor de ruimte (rek) in de regelgeving op. Productie met potentie, en gebruik door burgers, is waar Morgen zich sterk voor maakt. Morgen heeft overeenkomsten met energiebedrijven die louter groene stroom produceren en verkopen. Van de verkochte stroom krijgt Morgen een klein deel, om daarmee te kunnen initiëren en de organisatie te kunnen exploiteren. Enkele voorbeelden van projecten die Morgen initieert, zijn de productie van groene stroom met watermolens in de Dommel, en Zonnepanelen op appartementencomplexen, waarmee voordeel in de elektrafactuur ontstaat voor alle eigenaren/huurders van het complex. Waar Morgen in de toekomst graag mee aan de slag zou willen gaan, en daarvoor ook de samenwerking met de agrarische sector wil aangaan, is om de productiepotentie van veehouderijbedrijven i.v.m. beschikbaar dakoppervlak, te benutten, en voordeel te genereren voor dakeigenaren, en daaraan verbonden stroomverbruikers (burgers) die willen financieren. Afgesproken is hierover in mei 2012 opnieuw contact over te hebben met dhr Andries Mulder van Morgen.
14.2 Essent Essent werkt samen met Friesland-Campina in het kader van de Duurzame Zuivelketen, en levert stroom, en neemt stroom af bij produktie door melkveebedrijven. Het gesprek met Essent heeft op 17-4-2012 nog niet plaats gevonden
14.3 Greenchoice Greenchoice is een energiebedrijf dat alleen groene energie verkoopt. Het biedt de mogelijkheid specifieke groene stroom te kopen, dus van een productiemethode, maar ook van één specifieke installatie als de klant dat wil. Dat biedt voor die klant de mogelijkheid zijn product met gerichte specificaties t.a.v. de gebruikte stroom te profileren. Greenchoice heeft geen eigen productie, en treed dus op als handelsbedrijf. Eén van de aspecten naast natuurlijk de verkoop van alleen groene stroom, waarmee Greenchoice onderscheidend is, is de inzet van personeel in haar eigen (vooral administratieve) processen. Greenchoice geeft aan haar bedrijfsvoering rond te zetten met 50 % van de fte’s per verkochte megawattuur, vergeleken met branchegenoten. Daar wordt dus kostenvoordeel gehaald. Greenchoice is voorloper geweest in de toepassing van onbeperkte saldering. Zij geeft aan dat de onbeperkte saldering zoals die in de publiciteit steeds besproken is geweest, vooral ging over de wettelijke bepalingen t.a.v. het tariefdeel van de elektrafactuur. De grote winst (bij klein verbruik) Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
30
zit hem echter in de saldering t.a.v. Energiebelasting. Greenchoice is één van de bedrijven geweest die als eerste in de wetgeving heeft onderkend dat slechts over de per saldo afgenomen stroom energiebelasting verschuldigd is. Per saldo betekent in deze, het verbruik na aftrek van eigen productie op jaarbasis. Een volgende stap in het op meer plaatsen rendabel maken van Zon PV, zit hem in de regelgeving rond verenigingen van eigenaren van appartementencomplexen. Ook daar is nu duidelijkheid over het tariefdeel, maar is nog onduidelijkheid over de heffing van Energiebelasting bij de afzonderlijke eigenaren. Greenchoice ziet voor zichzelf geen rol weggelegd in het initiëren van projecten t.a.v. de productie van stroom met Zon PV in combinatie met de agrarische sector, anders dan dat zij ook panelen verkopen, en zodoende betrouwbaar partner willen zijn waar je gerust een systeem kunt kopen. Tenslotte verwacht Greenchoice dat de prijs van systemen die nu vlgs. hen op ca € 1,20 per Watt Piek ligt, dat deze naar het eind van dit jaar nog zal dalen naar rond de € 1,=.
14.4 Oxxio Oxxio is een dochteronderneming van Eneco, en samenwerkingspartner met lto-commerce t.a.v. de levering van stroom, maar ook t.a.v. de mogelijkheid van de onbeperkte saldering bij toepassing van Zon-PV bij lto-leden. Oxxio geeft aan niet zelf met installaties, of initiatie van samenwerkingen tussen bijvoorbeeld agrarische bedrijven en burgers aan de slag te gaan. Wel geeft ze aan daarover in gesprek te zijn met lto-commerce, omdat die hierin een kans ziet voor agrarische bedrijven. Oxxio bevestigt nogmaals de onbeperkte saldering voor lto-leden toe te passen inclusief de energiebelasting, en de BTW. Juristen van Eneco hebben dat onderzocht, en aangegeven dat dat juridisch kan.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
31
15. Begrippenlijst Zon PV Zon PV
-
PV staat voor Photo Voltaïsch, Photo is licht, en Voltaïsch is stroom. Met licht stroom maken dus. De andere vorm van Zonne-energie is die waarbij warmte wordt geproduceerd. Deze systemen heten Zonnecollectoren. Die worden in dit rapport niet behandeld.
Watt Piek
-
De eenheid waarmee het vermogen van een Zonnepaneel wordt aangeduid. deze geeft aan hoeveel vermogen een zonnepaneel kan produceren als de zon er op de best mogelijke manier op schijnt.
Kilowatt Piek
-
1000 Watt Piek is 1 Kilowatt Piek, dat wil zeggen dat, als er maximale lichtinstraling plaats vindt, de productie 1000 Watt bedraagt.
Omvormer
-
Een apparaat dat de stroom van een zonnepaneel omzet naar netstroom. Zonnepanelen produceren stroom bij ca 48 Volt. Het net heeft 230 Volt. De omvormer zorgt er voor dat van 48 Volt, 230 Volt gemaakt wordt.
kWh
-
Kilowattuur. Een uur lang 1000 Watt produceren of verbruiken, levert 1 Kilowattuur op, of kost 1 kilowattuur.
SDE
-
Stimulering Duurzame Energieproductie, is de subsidieregeling waarmee de landelijke overheid o.a. zonne-energie subsidieert.
Salderen
-
het verrekenen van de op enig moment meer dan het eigen verbruik geproduceerde stroom, met de op andere momenten minder dan het eigen verbruik geproduceerde stroom.
Aansluitwaarde -
De zwaarte van de hoofdzekeringen, die bepalend is voor de hoeveelheid stroom die op enig moment van het net kan worden afgenomen, maar ook voor de hoeveelheid stroom die op enig moment op het net gezet kan worden.
Gelijktijdigheid -
Als productie en verbruik op het zelfde moment plaats vinden, is er sprake van gelijktijdigheid. In die situatie wordt het openbare net niet als buffer gebruikt, maar gaat de productie van stroom direct op aan eigen verbruik.
EB
-
Energiebelasting
EIA
-
Energie InvesteringsAftrek, een Fiscale stimuleringsmaatregel
KIA
-
Kleinschaligheids InvesteringsAftrek, een fiscale stimuleringsmaatregel
IB
-
Inkomstenbelasting, de belasting die eenmanszaken, Vof’s, en Maatschappen betalen over hun inkomen.
VB
-
Vennootschapsbelasting, de belasting die BV’s betalen over hun winst.
Afschrijftermijn
De termijn waarover de investering, verdeeld over de tijd, in mindering gebracht wordt op de fiscale winst (of het inkomen)
Terugverdientijd
De termijn waarover de investering wordt terugverdiend, door alle Financiële voordelen van de investering af te trekken, en de eventuele kosten er gedurende die periode weer bij op te tellen.
Haalbaarheidsonderzoek Zon PV in de agrarische sector
32