Het Rijk van Heen en Weer lesmateriaal
Introductie Bij de tentoonstelling Het Rijk van Heen en Weer en het gelijknamige boek van Wim Hofman heeft het Museum voor Communicatie lesmateriaal ontwikkeld. Maar ook los van de tentoonstelling en het boek zijn de lessen goed te gebruiken. Er zijn vijftien opdrachten: literaire opdrachten, beeldende opdrachten, theateropdrachten en muziekopdrachten. Ze sluiten aan op de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie, Nederlandse taal en ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’. Per opdracht wordt beschreven bij welke kerndoelen en leerdoelen de opdracht aansluit en hoe het boek van Wim Hofman kan worden gebruikt. Voor de docent is er steeds een instructie en voor de leerlingen zijn er werkbladen. In het boek Het Rijk van Heen en Weer reizen de personages Lusje en Fup onder andere met een reiskist. Op de laatste bladzijden van dit lesmateriaal vindt u een bouwplaat voor een reiskistje. Hiermee kunnen de kinderen hun eigen schatkist knutselen. Veel plezier met de lessen!
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
1
Inhoudsopgave Opdracht 1
Maak je eigen stad (beeldende vorming)
Opdracht 2
Je eigen identiteit (literaire vorming)
Opdracht 3
Bruggestjeswoorden (literaire vorming)
Opdracht 4
Nieuw communicatiemiddel (literaire en beeldende vorming)
Opdracht 5
Flessenpost (beeldende en literaire vorming)
Opdracht 6
Een lied (muzikale en literaire vorming)
Opdracht 7
Een droomdagboek (literaire vorming)
Opdracht 8
Schoenbekooievaar (literaire vorming)
Opdracht 9
Verzin je mensen! (dramatische expressie)
Opdracht 10
Schrijf eens een brief! (literaire vorming)
Opdracht 11
Nieuwe woorden (literaire vorming)
Opdracht 12
Communiceren met je lichaam (dramatische expressie)
Opdracht 13
Telegram (literaire vorming)
Opdracht 14
Een oud gedicht (literaire vorming)
Extra opdracht Een reiskistje bouwen Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
2
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 1 MAAK JE EIGEN STAD Beeldende vorming Tijd: 20- 30 minuten Leerdoelen voor kunstzinnige oriëntatie: De leerling gebruikt beeldend materiaal en onderzoekt dit. Daarnaast zijn de leerlingen in deze opdracht bezig met de eigen natuurlijke omgeving en hoe ze daar mee omgaan.
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘NAAR ONLAND’ blz. 11 t/m blz. 17. blz. 21 plattegrond, blz. 96 plattegrond, blz. 82 plattegrond.
Activiteiten: De leerlingen bedenken een stad met een naam. Ze maken een stadskaart.
Werkvorm: Klassikale start Samen een stad bedenken: groepje van 3 Samen de stad op papier zetten en vormgeven: groepje van 3
Benodigdheden: - Papier en pen - A2- papier - Gekleurde potloden, krijt, glitters voor kastelen - Stukjes gekleurd papier, plaatjes uit tijdschriften
Instructie leerkracht De leerlingen bedenken een nieuw land, een naam en een plek. Het land is verdeeld in steden. Kleine groepjes maken kaarten van de verschillende steden. Als de stadskaarten klaar zijn, worden ze bij elkaar geplakt. De steden bij elkaar vormen een nieuw land.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
3
Klassikale start: Stap 1 Bedenk met de hele klas een goede naam voor een nieuw land. Suggesties voor de aanpak: Vraag de leerlingen om een naam te verzinnen van een land waar iedereen graag op vakantie wil. Welke klanken klinken aantrekkelijk? Schrijf de namen van de nieuwe landen op het bord. De leerlingen stemmen voor een naam.
Stap 2 Bedenk met de klas waar het land is. Suggesties voor de aanpak: Stel vragen om ze zo breed mogelijk te laten denken. Is het vlabij Rusland? Of eerder vlakbij Pluto?
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
4
MAAK JE EIGEN STAD!
Werkblad
Over de hele wereld bestaan er tussen de 192 en 250 landen. Niemand weet het precies zeker. Dat komt omdat sommige landen zelf vinden dat ze een land zijn. Anderen vinden dat dan niet. Ook weet niemand precies waar een land begint en waar een land eindigt. In ieder geval zijn er minimaal 192 landen. In het Museum voor Communicatie is er een nieuw Rijk gemaakt. Er zijn in het Rijk 7 landen. Grensland, Vreemdland, Toenland, Thuisland, Anderland, Digiland en Droomland. Fup en Lusje komen terecht in Onland. Daar krijgen ze een rondleiding door het ‘Weeshuis Weesmuis’ en komen terecht in museum ‘Elf Tafeltjes’. Ook is er een berg die ‘Olifantkont’ heet en een plek die Pizza heet maar helemaal niet echt lijkt op een pizza. Wat heb je nodig? - Papier en pen - A2- papier - Gekleurde potloden, krijt, glitters voor kastelen - Stukjes gekleurd papier, plaatjes uit tijdschriften
Hoe ga je werken? In groepjes van 3. Je maakt in groepjes van 3 een eigen plattegrond van een stad. Je gebruikt al je fantasie. Misschien heeft jullie land wel een limonaderivier of een snoepkerk! Alles kan, het is tenslotte jullie eigen verzonnen stad.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
5
Stap 1 Bedenk in je groepje een naam voor jullie stad.
Stap 2 Schets de omtrek van jullie stad op het papier met een dun potlood. Zo kun je nog gummen als het niet goed is. Misschien heeft jullie stad wel de vorm van een hartje of van een letter. Zorg ervoor dat de grenzen aan de rand van het papier soms open zijn. Zo kunnen de andere steden eraan geplakt worden.
Stap 3 De stad moet natuurlijk helemaal ingevuld worden. Begin met het schetsen van de grote wegen. Loopt er een snelweg door de stad? Je kunt ook rivieren tekenen.
Stap 4 Hoeveel wijken telt jullie stad? Schets de wijken en de straten in de plattegrond. Je kunt hier ook straatnamen bijschrijven. Bijvoorbeeld: Pindakaasstraat of groep 5-laan, wijk van Stinkenburg.
Stap 5 Natuurlijk hebben de mensen in jullie stad veel te doen. Teken leuke culturele uitstapjes zoals een museum, een sportpark, een voetbalveld, een theater en een bibliotheek.
Stap 6 Zijn jullie tevreden over alles wat je geschetst hebt? Dan kunnen jullie het nu overtrekken met een kleur of met een donker potlood.
Stap 7 Kleur alles mooi in met gekleurde potloden. Je kunt je stadskaart ook versieren door plaatjes uit tijdschriften te gebruiken, te krijten of met gekleurd papier te plakken. Geef je stadskaart aan de leerkracht. Samen met de andere groepjes bepalen jullie hoe de steden aan elkaar ‘geplakt’ worden. Zo krijg je een land. De leerkracht hangt ‘ het nieuwe land’ op het bord of op de muur.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
6
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 2 JE EIGEN DIALECT Literaire vorming Tijd: 20 minuten Leerdoelen taal: ‘Aandacht voor taal en denken’ staat in deze opdracht centraal. Voorafgaand aan deze opdracht kunt u aandacht besteden aan cultureel erfgoed. U kunt dat doen door aandacht te besteden aan enkele (regionale) dialecten.
Verwijzing boek: Taal is een belangrijk onderdeel van het boek. In bijna elk hoofdstuk komen taalgrapjes en taalspelletjes voor. Het motto van het boek ‘ Het Rijk van Heen en Weer’ is ‘kekke pebber kikke pebber kikke pebber kukku pebber’. Hoofdstuk ‘NAAR OLIFANTKONT’ blz. 20.
Activiteiten: De leerlingen bedenken een eigen dialect door enkele letters van bestaande woorden te vervangen. Ze maken van deze woorden zinnen.
Werkvorm: In tweetallen. Benodigdheden: Pen en Papier. instructie leerkracht De leerlingen bedenken een eigen dialect. Ze vervangen enkele letters van bestaande woorden zodat er een nieuw woord ontstaat. Ze vertalen een aantal zinnen met hun eigen woorden. Ze kunnen eventueel nog een gesprek met een ander groepje aangaan in hun eigen ‘dialect’.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
7
JE EIGEN DIALECT
Werkblad
Elk land heeft een eigen taal. Bijna elke stad heeft een eigen dialect. Bedenk een eigen dialect of taal voor de stad die jullie hebben ontworpen. Wat heb je nodig? - Pen en papier.
Hoe ga je werken? - In tweetallen.
Stap 1Bedenk twee letters die goed bij de - door jullie verzonnen- stad passen. Als de stad bijvoorbeeld heel groen is kun je de letters ‘G’ en ‘R’ nemen. Als je stad heel rustig is, kun je de letters ‘R’ en ‘U’ nemen of de ‘K’ en de ‘A’ als het heel kalm is.
Stap 2Vervang bij de volgende zin bij elk woord de eerste twee letters door jullie gekozen letters. Als het woord met een klinker begint, mag je de letters er gewoon voor plakken. ‘De bomen in mijn stad zijn allemaal groen’. (Als je de letters ‘G’ en ‘R’ gekozen hebt, krijg je: ‘Gre gromen grin grijn grad grijn grallemaal groen’. Als je de letters ‘S’ en ‘N’ gekozen hebt omdat je stad bijvoorbeeld op snot lijkt, krijg je: ‘Sne Snomen Snin Snijn Snad Snijn Snallemaal Snoen’.)
Stap 3Maak een woordenlijstje voor de belangrijkste woorden. Zo kunnen vakantiegangers zich met dit woordenboekje redden. Hoe laat is het?: Dank u wel: Het is mooi weer: Waar is de bioscoop? Waar is de dichtstbijzijnde supermarkt? Wat zie je er mooi uit: Ja: Nee:
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
8
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 3 BRUGGETJESWOORDEN Literaire vorming Tijd: 15 minuten Leerdoel taal: In deze opdracht wordt het spelen met taal gestimuleerd. Naar vorm en inhoud leren de leerlingen tekst te schrijven met een vermakelijke en poëtische functie. Zo krijgen ze plezier in het schrijven van teksten.
Verwijzing boek: Taal is een belangrijk onderdeel van het boek. In bijna elk hoofdstuk komen taalgrapjes en taalspelletjes voor.
Activiteiten: De leerlingen maken bruggetjeswoorden. Ze schrijven deze bruggetjeswoorden op.
Werkvorm: In tweetallen. Benodigdheden: Pen en papier. instructie leerkracht De leerlingen maken bruggetjes van woorden. Door de klinkers en mede- klinkers te veranderen. Daarna kun je van het ene woord naar het andere schrijven. De bruggetjes worden maximaal 6 woorden. Bijvoorbeeld. Hoe wordt een slurf een hoorn? Het bruggetje kan dan worden: Slurf-snork-soort-hoort-hoorn.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
9
BRUGGETJESWOORDEN
Werkblad
Lusje heeft ooit gezegd dat een slurf heel makkelijk een hoorn wordt. Namelijk zo: Slurf-snork-soort-hoort-hoorn. Je maakt bruggetjes woorden van onderstaande woorden. Je werkt in tweetallen. Let op: verander eerst de mede- klinkers en dan de klinkers. Maak bruggetjes van maximaal 6 woorden. Wat heb je nodig? Pen en papier
Hoe ga je werken? In tweetallen.
Stap 1Pak pen en papier
Stap 2Maak bruggetjes van de woord- duo’s die hieronder staan. Hand
-----
Fluit
Ruit
-----
Olifant
Computer
-----
Konijn
Folder
-----
Telefoon
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
10
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 4 NIEUW COMMUNICATIEMIDDEL Literaire vorming, beeldende vorming Tijd: 15-20 minuten Leerdoelen erfgoed en beeldende vorming: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed en vooral over communicatiemiddelen. Daarnaast krijgen ze de mogelijkheid zich te uiten door middel van beeldende mogelijkheden.
Verwijzing boek: In het hoofdstuk ‘NAAR OLIFANTKONT’ op blz. 20 staan communicatiemiddelen.
Activiteiten: De leerlingen inventariseren communicatiemiddelen. Hierna bedenken ze zelf een communicatiemiddel.
Werkvorm: Individueel of in tweetallen. Benodigdheden: Papier en potlood instructie leerkracht De leerlingen ontwerpen een nieuw communicatiemiddel. Ze inventariseren de communicatiemiddelen die ze kennen zoals een mobiele telefoon en een computer. U kunt hun kennis aanvullen met informatie over historische communicatiemiddelen. Daarna maken ze een schets van een nieuw communicatiemiddel.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
11
NIEUW COMMUNICATIEMIDDEL
Werkblad
Communicatie: uitwisseling van informatie. Communicatiemiddel: middel dat communicatie mogelijk maakt, zoals telefoon, post en e-mail. Communiceer je ook met je lichaam? Wat heb je nodig? - Papier en potlood.
Hoe ga je werken? Alleen of in tweetallen.
Hoe communiceren de mensen in jullie land? Maak je eigen communicatiemiddel.
Stap 1 Bedenk hoeveel communicatiemiddelen jullie kennen. Schrijf ze onder elkaar op een vel papier.
Stap 2 Welk middel gebruiken jullie zelf het meest? Omcirkel dit communicatiemiddel
Stap 3 Welke communicatiemiddelen passen het best bij jullie zelfbedachte stad of land? Zet daar een streep onder.
Stap 4 Ontwerp een nieuw communicatiemiddel. Het moet iets zijn waarmee je informatie kan overbrengen van de een naar de ander. Bijvoorbeeld een extra oor waarmee je op grote afstand al gesprekken kunt horen. Of een touwtje waarmee je codes kunt doorgeven.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
12
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 5 FLESSENPOST Beeldende kunst en literaire vorming Tijd: 20- 30 minuten Leerdoelen voor taal: De leerlingen leren eigen gedachten en gevoelens uit te drukken in taal. Daarbij leren ze naar vorm en inhoud teksten te schrijven met verschillende functies. Ze leren een brief schrijven waarbij ze aandacht hebben voor beeld en beeldend materiaal ( schoonschrift en bladspiegel).
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘NAAR ONLAND’ blz. 20 t/m 22 Hoofdstuk ‘EEN SCHITTERENDE VONDST’ blz. 120, 121
Activiteiten: De leerlingen schrijven een brief in schoonschrift Ze versieren de fles waar de brief ingaat.
Werkvorm: Individueel Benodigdheden: - Voor iedere leerling een fles met een kurk - Papier - Vulpennen - Versiersels zoals gekleurd papier, watten en zand.
Instructie leerkracht De leerlingen maken een fles met een briefje erin. Dit briefje schrijven ze in schoonschrift. De inhoud van de fles versieren ze. De brief richten ze aan iemand die ze kennen. Uiteindelijk kunnen ze de fles met de brief aan die persoon geven.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
13
FLESSENPOST
Werkblad
Om een boodschap te versturen gebruiken mensen wel eens flessenpost. Dat betekent niet dat de postbode een fles door de brievenbus probeert te duwen. Wat is flessenpost? Je schrijft een briefje. Dat briefje doe je in een fles. De fles sluit je goed af en gooi je in het water. Je hoopt natuurlijk dat iemand de fles vindt. Je kunt er bijna nooit zeker van zijn dat de flessenpost aankomt bij wie je wilt. Schoonschrift schoon – schrift: mooi en duidelijk geschreven letters
Wat heb je nodig? - Een fles met een dop of een kurk - Een briefje - Versiersels zoals gekleurd papier, watten en zand. - Een vulpen
Hoe ga je werken? - Alleen.
Stap 1 Bedenk wat je wilt versturen. Aan wie wil je een briefje schrijven en wat wil je erop schrijven?
Stap 2 Schrijf het briefje heel netjes in schoonschrift. Bedenk de aanhef ( beste, geachte, lieve, enz.). Schrijf de kern en de inhoud van je boodschap. Sluit netjes af. De datum is ook belangrijk. Die schrijf je rechts bovenaan. Zorg dat de brief er mooi uitziet. Hou aan beide kanten van het papier ruimte over zodat de boodschap in het midden staat.
Stap 3 Zorg dat de fles aan de binnenkant goed schoon en droog is. Rol je brief op. Bind er een strook gekleurd papier omheen. Doe het briefje in de fles.
Stap 4 De versiersels kun je gebruiken om de fles er extra mooi uit te laten zien. Je kunt muizentrapjes maken van gekleurd papier. Je kunt zand onder in de fles doen zodat het op de zee lijkt. Je kunt er watten in doen, omdat het dan op de lucht lijkt. Ook glitters en slierten kun je natuurlijk gebruiken. Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
14
Stap 5 Nu denk je natuurlijk dat je hem in het water moet gooien, maar dat is niet zo. Het is namelijk erg slecht voor het milieu als je flessen in het water gooit. Het is beter als je de fles gewoon geeft. Dan loopt je ook niet het risico dat de inkt op je brief uitloopt van al het water.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
15
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 6 EEN LIED Muzikale en literaire vorming Tijd: 20- 30 minuten Leerdoelen taal en muziek: Aandacht voor taal en denken. Leerlingen leren ritme- instrumenten gebruiken als ondersteuning bij het zingen. Ze leren zichzelf uiten door middel van muziek.
In het boek: Hoofdstuk ‘WEEMANS LIED’ op blz. 39. Hoofdstuk ‘NEKKERKAMP’S LIED’ op blz. 40, 41.
Activiteiten: De leerlingen maken een lied. Ze bedenken een tekst en schrijven deze op. Met instrumenten maken ze een melodie.
Werkvorm: De bestaande liedjes uit het boek klassikaal bespreken Een lied schrijven: groepjes van 3 Een lied bedenken en presenteren: groepjes van 3
Benodigdheden: - Pen en papier - Muziekinstrumenten uit het schoolinstrumentarium - De liedjes op bladzijde 39 t/m 41 gekopieerd voor elk groepje.
Instructie leerkracht De leerlingen bedenken een nieuw lied. Het lied moet gaan over iets wat in eerste instantie onbelangrijk lijkt. Als voorbeeld kun je de liedjes van Nekkerkamps en Weeman op bladzijde 39 t/m 41 nemen. Deze liedjes gaan over een boterham. De kinderen bedenken een tekst. Met muziekinstrumenten maken ze een ritme of wanneer ze erg muzikaal zijn een melodie.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
16
Stap1 Lees samen met de kinderen de liedjes van Nekkerkamps en Weeman. Vraag de leerlingen wat ze van de liedjes vinden.
Stap 2 Verdeel de klas in groepjes van 3 leerlingen.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
17
EEN LIED!
Werkblad
In een groepje bedenken jullie een nieuw lied. Het lied gaat over iets onbelangrijks. In het boek ‘Het Rijk van Heen en Weer’ staan twee liedjes van Weeman en Nekkerkamps. Deze twee heren wonen op een schip. De liedjes die ze zingen gaan over een boterham. Ze willen een boterham. Een boterham is best onbelangrijk. Over de liefde zijn veel meer liedjes geschreven dan over een boterham. Wat heb je nodig? - De liedjes van Nekkerkamps en Weeman gekopieerd. - Pen en papier. - Instrumenten.
Hoe ga je werken? - In groepjes van drie.
Stap 1 Lees de liedjes rustig door. Probeer in je hoofd vast een melodie te bedenken die er bij past. Weemans lied staat op bladzijde 39 en Nekkerkamps lied op bladzijde 40 in het boek ‘Het Rijk van Heen en Weer’.
Weemans zingt: Plim
Plam
Een
Plomp
Plom
Bo
Plam
Plim
Ter
Plim
Ik
Ham
Plom
Wil
Me
Plam
Een
Jam
Ik
Bo
Wil
Ter
Een
Him
Bo
Plim
Ter
Plom
Ham
Plem
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
18
Nekkerkamp zingt: Pilim
En ik speel bim
Pilim
En ik speel bam
Pam pam
En ik speel
Ik
Bim bam banjo
Wil een bi
Bim bam
Ik
Boterham.
Wil Een Boterham Misschien denken jullie: ‘Zij doen zomaar wat’! Maar dat is niet waar. Deze deuntjes liggen makkelijk in het gehoor en zijn grappig. Ze zijn heel knap gemaakt.
Stap 2 Kies met je groepje een korte zin, zoals ‘ik wil een boterham’.
Stap 3 Bedenk bij de zin zoveel mogelijk rijmwoorden. Schrijf de woorden op een vel papier. De woorden hoeven niet allemaal iets te betekenen.
Stap 4 Kies de allerleukste rijmwoorden uit het rijtje en onderstreep ze.
Stap 5 Schrijf bij de onderstreepte woorden een paar woorden die er op lijken. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil geen huiswerk’. Rijmwoord: Kerk. Nieuwe woorden: Kurk, Kark, Kork, Kirk.
Stap 6 Schrijf nu de woorden uit stap 4 en 5 bij elkaar. Probeer ze zo op te schrijven dat er een ritme ontstaat. Zo maak je een lied. Tips: Je kunt woorden herhalen, uit elkaar trekken en rijmen, en zeg het eens hardop! Bijvoorbeeld: Kurk Kurk Kark, Ik wil, ik wil geen hoo, geen haa, gee hie, geen huis, ik wil geen huiswerk!
Stap 7 Je kunt net zo veel woorden wisselen, totdat je tevreden bent over de tekst van je nieuwe lied.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
19
De melodie van je lied:
Stap 8 Nu is het tijd om voor je lied een melodie te bedenken. Bedenk de melodie door de tekst zachtjes te zingen. Bedenk een melodie die je makkelijk kunt onthouden. Je kunt, als je noten kan lezen, de toonhoogtes erbij zetten.
Stap 9 Als je de melodie kan zingen kun je het ook vast spelen op een instrument! Hou het eenvoudig; je kunt met een instrument het ritme spelen en hoog en laag aangeven.
Stap 10 Oefen het ritme goed. Als het erg goed gaat kun je ook in canon zingen; om de beurt of op verschillende hoogtes.
Stap 11 Ga voor de klas staan alsof je een beroemde zanger/ zangeres bent en een optreden verzorgt. Zing en speel je eigen lied!
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
20
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 7 EEN DROOMDAGBOEK Literaire vorming Tijd: Een week Leerdoelen voor taal: De leerlingen leren hun eigen gedachten en gevoelens uit te drukken. Ze worden zich bewust van dromen en fantasieën. Daarbij hebben ze aandacht voor taal. Ze leren een vaak onbewuste en niet- chronologische droom in taal uit te drukken.
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘LOGBOEK’ blz. 42 t/m 44 Hoofdstuk ‘DROOMLAND’ blz. 107, 108 Hoofdstuk ‘TERUG IN DROOMLAND’ blz. 114
Activiteiten: De leerlingen houden een droomdagboek bij In dit dagboek schrijven ze elke ochtend wat ze hebben gedroomd.
Werkvorm: Introductie: Klassikaal Dagboek bijhouden: individueel Bespreking: klassikaal
Benodigdheden: Voor elke leerling een schrift. Instructie leerkracht De leerlingen houden een droomdagboek bij. In de klas kun je een aantal dromen bespreken uit het boek van Wim Hofman. ( blz. 107 t/m blz. 114) De leerlingen krijgen allemaal een schrift mee naar huis waarin ze elke ochtend als ze wakker worden een droom opschrijven. Jullie kunnen de dromen klassikaal bespreken.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
21
EEN DROOMDAGBOEK
Werkblad
Voorbeelden van dromen uit het boek Het Rijk van Heen en Weer: DE DROOM MET DE LADDER De ladder ging eerst rechtstaan. Dat was al moeilijk genoeg. Hij was erg lang en wiebelde. Eenmaal recht, ging hij lopen. Hij liep door de sneeuw en had rode laarzen aan. DE DROOM MET DE FIETSERTJES Er kwamen fietsers aangereden. Ze waren erg klein en naarmate ze dichterbij kwamen werden ze steeds kleiner. Ze reden over de vloer en over de plint en over het snoertje van de tv en dan langs de muur en over het plafond. Soms vielen ze naar beneden, maar daar gaven ze niets om. Ze reden gewoon weer omhoog. Lusje schrijft haar dromen op in een logboek. Ze heeft soms hele normale maar soms ook hele gekke dromen. Sommige mensen onthouden hun dromen, anderen niet. Als je het wilt onthouden kun je net als Lusje een dromendagboek bijhouden. Het kan gewoon een schriftje zijn. ’s Ochtends als je wakker wordt, moet je gelijk je droom opschrijven. Doe dit een paar weken lang en lees de leukste voor in de klas.
Wat heb je nodig? Een schriftje en een pen.
Hoe ga je werken? Alleen.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
22
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 8 SCHOENBEKOOIEVAAR Literaire vorming, beeldende vorming Tijd: 10 minuten Leerdoelen taal: De leerlingen schrijven een poëtische tekst. Zij kiezen zelf een vorm en inhoud. Zo krijgen ze plezier in het schrijven van teksten.
Verwijzingboek: Hoofdstuk ‘BEZOEK AAN DE DIERENTUIN’ blz. 53, 54. Hoofdstuk ‘HET GESPREK MET DE SCHOENBEKOOIEVAAR’ blz. 118,119
Activiteiten: De leerlingen voegen twee woorden samen tot een woord. Ze maken een tekening bij het nieuwe woord.
Werkvorm: Individueel. Benodigdheden: - Pen en Papier. - Gekleurde potloden.
Instructies leerkracht De leerlingen voegen twee namen van dieren samen tot een nieuw woord. Dit nieuwe woord vormt een nieuw dier. Naar aanleiding van de klank en het uiterlijk van het woord tekenen de leerlingen een nieuw dier.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
23
SCHOENBEKOOIEVAAR
Werkblad
Voeg de naam van twee dieren samen. Zo maak je een nieuw dier. Wat heb je nodig? - Pen en papier - Gekleurde potloden
Hoe ga je werken? - Alleen.
Stap 1 Bedenk een aantal dieren die jij leuk vindt. Schrijf ze op een leeg vel.
Stap 2 Kies twee dieren uit die helemaal niet op elkaar lijken.
Stap 3 Schrijf van dier 1 het eerste gedeelte van het woord op een vel. Van dier 2 schrijf je het tweede deel achter het gedeelte van dier 1.
Voorbeeldje: Olifant – eend
Oli- eend
Slak- Papegaai
Papeg- ak
Vogel- Kogelvis
Vog- gelvis
Chimpansee- Mier
Chimp- ier
Stap 4 Nu heb je een eigen diersoort bedacht. Maak een tekening van je nieuw verzonnen diersoort.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
24
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 9 VERZIN JE MENSEN! Drama Tijd: 20- 30 minuten Leerdoelen drama: De leerlingen leren zich uiten door middel van spel en beweging. Door spel en beweging leren ze om gevoelens en ervaringen uit te drukken en te communiceren.
Activiteiten: Dramales waarbij sociale omgangsvormen centraal staan. De leerlingen spelen situaties die voor hen herkenbaar zijn.
Werkvorm: Opwarming: klassikaal Repeteren: tweetallen
Benodigdheden: - Spellokaal - Gekopieerde vellen van het personage- profiel en de spelkaarten (het werkblad). Voor elk tweetal een spelkaarten- vel.
Instructie leerkracht De leerlingen maken kennis met elementair spel en spelen aan de hand van opdrachten scènes. Het uitgangspunt is het nieuwe land dat de leerlingen hebben bedacht.
Stap 1- Klassengesprek. - Bespreek nog even kort de inhoud van de landen en de talen die de leerlingen hebben bedacht. - Bespreek indien nodig wat toneelspel is. Toneelspel is ‘doen alsof’. Beweging, houding, mimiek en stemgebruik zijn daarbij heel belangrijk. Daarnaast zijn emoties belangrijk. Bedenk altijd of je personage bang, blij, boos, verdrietig, achterdochtig, nieuwsgierig, ontroerd of vrolijk is.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
25
Stap 2 - Opwarmen. Ga met de leerlingen in een kring staan. Vraag de leerlingen om de beurt een beweging voor te doen. De andere leerlingen doen deze beweging na. Als iedereen is geweest vraag je of ze nog een keer dezelfde bewegingen willen doen, maar nu met een geluid erbij. Vraag de leerlingen of ze van iedereen de beweging en het geluid nog weten. Als ze het denken te weten mogen ze het in de kring voordoen.
Stap 3- Opdracht. Deel de personageprofiel kaarten uit (het werkblad). De leerlingen werken in de groepjes waar ze de stad mee bedacht hebben (zie opdracht 1). In het groepje bedenken ze ieder een persoon die in hun stad woont. Na 5 minuten komt iedereen weer bij elkaar.
Stap 4Vraag nu iedereen neutraal door het lokaal te lopen. Wanneer je in je handen klapt, transformeren de kinderen in het personage. Geef de leerlingen een aantal suggesties waardoor ze op de vloer kunnen spelen: Situatie 1.
Je loopt even rustig door je stad.
Situatie 2.
Je loopt even heel gehaast door je stad, je bent te laat voor school.
Situatie 3.
Ga lekker rustig zitten in je stad, geniet van alles wat je ziet. Of is er in jouw land geen tijd?
Situatie 5.
Zeg iemand gedag. (hoe doe je dat? Zwaai je of peuter je in je neus als gebaar?)
Situatie 6:
Je bent onwijs boos op elkaar want de een heeft over de ander geroddeld. Of roddelen jullie niet?
Situatie 7:
Jullie pikken stiekem een snoepje uit een kast. Of hebben jullie geen kasten? Situatie 8: Jullie hebben een wandeling van drie dagen gemaakt en staan nu boven op de berg en het uitzicht valt tegen.
Situatie 9:
Jullie willen een liedje zingen in een talentenshow. Als je opgaat merk je dat een van jullie in zijn/ haar broek heeft geplast.
Situatie 10:
Je staat te wachten op de bus en iets stinkt heel erg.
Stap 5 De leerlingen maken nu in twee groepjes ( uit verschillende steden) een korte scène waarin de personen uit de verschillende steden elkaar voor het eerst ontmoeten. Op het werkblad staan voorbeelden van situaties waar ze er één uit kunnen kiezen. Geef ze hiervoor 10 minuten de tijd. Stel inspiratievragen als: ‘Hoe gaat dat?’ ‘Vinden ze elkaar aardig of niet?’ ‘Waar communiceren ze over?’
Stap 6 De leerlingen presenteren de korte scène aan elkaar.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
26
VERZIN JE MENSEN! Hoe heet het? Hoe oud is het? Wat zijn het’s hobby’s?
Werkblad
Wat is het’s lievelingseten? Hoe ziet het eruit?
Spelkaarten eerste ontmoeting: Jullie vinden elkaar niet aardig.
Jullie snappen niet wat de ander bedoelt.
Jullie spelen een spel.
Jullie gaan samen eten.
Jullie gaan elkaar nadoen.
Jullie worden verlegen van elkaar.
Jullie zijn bang van elkaar.
Jullie zijn heel beleefd tegen elkaar.
Jullie vinden elkaar meteen aardig.
Jullie worden meteen vrienden.
Jullie feliciteren elkaar ergens mee.
Jullie zien elkaar niet.
Jullie worden meteen verliefd.
Jullie worden erg jaloers op elkaar.
Jullie zijn bezorgd om elkaar.
Jullie willen de ander iets geven.
Jullie wijzen elkaar de weg naar een
Jullie kennen elkaar maar weten niet meer
bijzondere plek.
waarvan.
Jullie zijn verbaasd elkaar tegen te komen.
Jullie vertrouwen elkaar niet.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
27
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 10 SCHRIJF EENS EEN BRIEF! Literaire vorming Tijd: 15- 20 minuten Leerdoelen taal: De leerlingen leren informatie ordenen bij het schrijven van een brief. Ze besteden daarbij aandacht aan zinsbouw en betekenis. De leerlingen krijgen zo plezier in schrijven.
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘BRIEF VAN DE HUNKEMULLERS’ blz. 57 Hoofdstuk ‘E-MAIL VAN KILOMAN’ blz. 58 Hoofdstuk ‘BRIEF VAN WEEMAN EN NEKKERKAMP’ blz. 59
Activiteiten: De leerlingen maken een nieuwe brief maken van een bestaande brief (werkblad).
Werkvorm: Individueel Benodigdheden: - Pen en papier - Gekopieerd werkblad. Voor elke leerlingen één.
Instructie leerkracht De leerlingen schrijven een brief. Hiervoor krijgen ze een voorbeeldbrief waar heel veel zinnen in staan. Ze mogen zinnen wegstrepen zodat ze tot een kloppende brief komen. De inhoud van de brief is afhankelijk van de zinnen die ze wegstrepen. Als ze dit gedaan hebben schrijven ze de kloppende brief over en mogen ze er zinnen aan toevoegen.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
28
SCHRIJF EENS EEN BRIEF
Werkblad
Hoe moet je nou een brief schrijven? Hieronder staat een handig voorbeeld. Het lijkt een beetje een onhandige brief. Je begrijpt er eerst niets van. Maar je mag alle zinnen doorstrepen die je onnodig vindt. Kijk maar eens of je een mooie brief overhoudt. Je schrijft daarna de brief in het net. Dan mag je nog wat zinnen of woorden toevoegen.
Aanhef: Beste, Lieve, Geachte, Mooie, Hallo, Hai, Hee, Ha…..NAAM Hoe is het? Hoe gaat het? Alles goed? Hoe is het met u? Ik kom meteen ter zake. Met mij is het goed. Met mij oké. Het gaat niet zo goed met me. Ik schrijf niet zonder reden. Steeds als ik opsta denk ik aan u. Als de zon opkomt doe ik mijn ogen open. Ik sta ’s ochtends op en dan ben ik nog niet wakker. Er is iets vreemds aan de hand. Om me heen ruikt het naar roosjes. Ik zie het licht. Ik zie alleen maar dat het donker is. Ik ruik de hele tijd een vieze geur. Ik wil niet opstaan. Dan zeg ik mijn buurvrouw gedag en glimlach. Ik glimlach alleen. Ik voel me zo alleen. Ik mis je. Ik vind het fijn dat je er bent. Ik hoop dat het snel weekend is. Ik moet naar school. Ik hou van school. Ik heb een nieuwe fiets. Ik heb een nieuwe auto. Ik werk veel te hard. Mijn fiets is paars met stippels. Er zit airco in. Ik sta de hele dag bijna in de file. Als het nacht is doe ik geen oog dicht. Ik denk alleen maar aan u. Uw stropdas zat flink in de knoop laatst. Om mij heen lijkt iedereen haast te hebben. Om mij heen koopt iedereen taarten. We moesten lachen. Wat hebben we gelachen. Ik heb zelf heel erg trek in taarten. Chocolade is mijn favoriet. Er zit geen bagagerekje op. Dus je kunt niet achterop. Je moet lopen. Ik ga steeds maar weer lopen. Mijn nek doet zeer van het file rijden. Ik glimlach. In mijn hoofd zitten vlinders. Ik wil bij je zijn. Ik word de hele dag niet wakker. Het lijkt al weer jaren geleden. Zonde. Meteen. Varen. Er is maar een ding dat ik graag wil. Hoogachtend, Liefs, Groetjes, Mazzel, Kusjes, Met vriendelijke groet, De ballen, NAAM
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
29
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 11 NIEUWE WOORDEN Literaire vorming Tijd: 10-15 minuten Leerdoelen taal: Leerlingen denken na over hun woordenschat en passen dit op een creatieve manier toe.
Verwijzing boek: In het boek wordt veel aandacht besteed aan taal.
Activiteiten: De leerlingen voegen verschillende woorden samen om tot een nieuwe betekenis te komen.
Werkvorm: Individueel of in tweetallen
Benodigdheden: Pen en papier
Instructie leerkracht De leerlingen bedenken twee woorden die ze samenvoegen tot 1 woord. Bij dit nieuwe woord verzinnen ze een nieuwe betekenis.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
30
NIEUWE WOORDEN
Werkblad
Van twee woorden kun je best één woord maken. Dit nieuwe woord krijgt dan ook een nieuwe betekenis. In deze opdracht ga je nieuwe woorden en de betekenis bedenken. Wat heb je nodig? - Pen en papier.
Hoe ga je werken? - Alleen of in tweetallen.
Stap 1 Bedenk eens twee woorden. Bijvoorbeeld het woord: ‘Computer’ en het woord ‘Pizza’.
Stap 2 Voeg de twee woorden samen. Je kunt ze op verschillende manieren samenvoegen. Kies de manier die jij het leukst vindt klinken. Als je de woorden ‘Computer’ en ‘Pizza’ samenvoegt krijg je comizza.
Stap 3 Bedenk de betekenis van je nieuw verzonnen woord. Als je ‘Comizza’ hoort, wat zou het dan betekenen? Bijvoorbeeld: ‘kom later’, of ‘Ga maar weg’.
Stap 4 Schrijf je nieuwe woord en de betekenis op. Je kunt het nog met veel meer woorden doen. Zo maak je een eigen woordenboekje!
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
31
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 12 COMMUNICEREN MET JE LICHAAM Drama Tijd: 15-20 minuten Leerdoelen drama: De leerlingen leren hun gedachten en gevoelens op een nonverbale manier uit te drukken. Ze leren spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken.
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘STOOMMCURSUS’ blz. 72, 73
Activiteiten: De leerlingen gaan non- verbaal communiceren Zonder te praten moeten ze een aantal zinnen omzetten naar beweging.
Werkvorm: Tweetallen
Benodigdheden: -
instructie leerkracht De leerlingen leren non- verbaal te communiceren. Ze krijgen een aantal zinnen voorgeschreven die ze moeten vertalen naar non-verbale communicatie.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
32
COMMUNICEREN MET JE LICHAAM
Werkblad
Hoe communiceer je met je lichaam? Stel je voor: je kan niet praten en niet schrijven. Dan kan je met je lichaam communiceren. Als je eten vies vindt, wat doe je dan met je buik? Als je graag wil vliegen, wat doe je dan met je armen? Wat heb je nodig? - Twee stoelen tegenover elkaar.
Hoe ga je werken? - In tweetallen.
Stap 1 Hoe praat je met je lichaam? Bespreek welk lichaamsdeel jij veel gebruikt bij het praten.
Stap 2 Probeer eens te communiceren met je lichaam zonder woorden te gebruiken. Probeer eens te zeggen: -Ik vind het gezellig -Ik wil dit niet -Ik heb het koud -Ik ga weg -Ik ben misselijk -Ik vind jou erg lief
Stap 3 Bedenk eens hoe de mensen in jouw stad praten met hun lichaam. Ze zeggen het net even anders of juist heel anders dan in Nederland.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
33
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 13 TELEGRAM Literaire vorming Tijd: 15-20 minuten Leerdoelen taal: De leerlingen leren naar vorm en inhoud teksten te schrijven met verschillende functies. Ze leren informatie te ordenen bij het schrijven van een telegram. Plezier in lezen en schrijven staat voorop.
Verwijzing boek: Taal is een belangrijk onderdeel van het boek. In bijna elk hoofdstuk komen taalgrapjes en taalspelletjes voor.
Activiteiten: De leerlingen lezen wat een telegram is. Ze gaan zelf een telegram schrijven van een langer verhaal Ook gaan ze zelf het lange verhaal schrijven bij een telegram
Werkvorm: Introductie: klassikaal Opdracht: individueel Voorlezen: Klassikaal
Benodigdheden: - Pen en papier
Instructie leerkracht De leerlingen leren wat een telegram is en waarvoor dat gebruikt werd. Ze maken een korte samenvatting in de vorm van een telegram naar aanleiding van een langere boodschap. Dit doen ze ook andersom. Van een telegram maken ze zelf een langere boodschap. De telegrammen en de verhalen kunnen ze voorlezen in de klas.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
34
TELEGRAM
Werkblad
Een telegram werd vroeger gebruikt. Het is een korte brief die heel snel bezorgd kon worden. Het was snel maar wel duur. Tegenwoordig doen we dat met een e-mail of sms. Telegram betekent letterlijk ver-schrijfsel. Telegram: Een telegram is heel kort want elk woord kost geld. Omdat leestekens zoals een punt of komma meer geld kostten, gebruikte men vaak het woord STOP. Bijvoorbeeld: KOM DIRECT NAAR HUIS STOP WACHT OM DRIE UUR OP STATION WOLFHEZE STOP CHARLES
Wat heb je nodig? - Pen en papier.
Hoe ga je werken? - Alleen. Stap 1. Hieronder staan twee korte verhalen van Pietje. Maak van de korte verhalen twee telegrammen. Probeer een zo kort mogelijke telegram te maken. Schrijf je telegram op een leeg vel.
Boodschap 1 Laatst was ik in de snoepwinkel en ik heb daar 44 snoepjes gekocht omdat ik zo erg van snoep hou. Ik heb ze vervolgens allemaal in mijn mond gepropt tot er echt niets meer bij kon. Een uur later was ik zo misselijk dat ik niet meer kon lopen en toen ben ik op een bankje gaan liggen. Ik dacht: ik kom er nooit meer af. Maar een half uurtje later ging het weer wel en ben ik naar huis gegaan. Veel liefs Pietje. Boodschap 2 In de klas zit ik naast Klaasje. Klaasje heeft een rode, een groene en een blauwe trui. Op dinsdag draagt hij de blauwe trui en daar zit een soort sticker op waar ‘we are the champions’ opstaat. Maar ik snap nooit waarom je een trui zou willen dragen waar dat opstaat, want ik vind ze vies en mijn moeder doet ze altijd door de spaghetti en dan eet ik de hele spaghetti niet meer. Ik mag ze er ook nooit uitvissen van mijn moeder want dan zegt ze dat ik zit te viezikken. Al is dat volgens mij ook niet echt een bestaand woord. Groetjes Pietje.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
35
En nu andersom!
Stap 2 Hieronder staan twee telegrammen. Een van Pietje en een van Liesje. Maak van deze telegrammen een veel langer verhaal. Probeer het verhaal zo lang mogelijk te maken. Schrijf de verhalen op een leeg vel.
Telegram 1. DE COMPUTER IS VASTGELOPEN STOP HIJ HAD ALLEBEI ZIJN BENEN GEBROKEN STOP GRAPJE STOP PIETJE
Telegram 2. ALS IK JE ZIE STOP NH ER E RIN INN NE ERE REN N ST TOP OP WIL JE ME DAN HELPEN HERINNEREN STOP EENS NS N SB EL S EL TO T OP DAT IK JE SNEL WEER EE BEL STOP LIESJE
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
36
Instructie voor de leerkracht
Opdracht 14 EEN OUD GEDICHT Literaire vorming Tijd: 15-20 minuten Leerdoelen taal: De leerlingen verwerven enige kennis en waardering voor literair erfgoed. Begrijpend lezen speelt hierbij een grote rol. Daarnaast verwerven ze een woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Ze leren naar vorm en inhoud teksten te schrijven.
Verwijzing boek: Taal is een belangrijk onderdeel van het boek. In bijna elk hoofdstuk komen taalgrapjes en taalspelletjes voor.
Activiteiten: De leerlingen vertalen oud naar nieuw-Nederlands naar aanleiding van een gedicht van Jacob Cats. Hierbij kunnen ze gebruik maken van het internet.
Werkvorm: Introductie: klassikaal Opdracht: individueel Voorlezen: Klassikaal
Benodigdheden: - Pen en papier - Een computer met internet
Instructie leerkracht De leerlingen proberen een gedeelte van het gedicht Krepel wil altijt voor dansen van Jacob Cats van oud-Nederland naar nieuw-Nederlands te vertalen. Het gedicht staat op het werkblad. Voordat ze zelf gaan werken kunt u het gedicht op het bord schrijven en klassikaal behandelen. Ze vertalen het gedicht in een voor hen begrijpelijke taal. Ze kunnen bij het vertalen gebruik maken van het internet.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
37
EEN OUD GEDICHT
Werkblad
Hieronder staat het begin van het gedicht Krepel wil altijt voor dansen van Jacob Cats ( 1577-1660) Dit is dus in het Nederlands. Kan jij het lezen? Je probeert dit gedicht te vertalen in het nieuw- Nederlands. Je mag internet als zoekmachine gebruiken Wat heb je nodig? - Pen en papier.
Hoe ga je werken? - Alleen.
Stap 1. Lees het gedicht heel goed.
Stap 2 Probeer het gedicht woord voor woord te vertalen in woorden die jij begrijpt. Schrijf de vertaling op een leeg vel. Als je een woord niet weet kun je het openlaten of op het internet opzoeken.
Stap 3 Alle vertaalde woorden staan misschien nog niet in een goede volgorde. Probeer de woorden in een goede volgorde te zetten zodat je begrijpt wat er staat.
Stap 4. Lees het gedicht hardop voor zodat je hoort hoe het klinkt. Klinkt het goed? Dan ben je klaar. Klinkt het nog niet goed? Probeer dan door woorden weg te laten of toe te voegen het
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
38
gedicht wel te laten kloppen.
Het gedicht: Lestmael quam ick in een velt, Daer een yder was gestelt Tot een uytgelate vreught, Nae de wijse van de jeught; Jonge lieden van het landt Songen, sprongen handt aen handt: Yder maeckte groot geschal, Yder was’er even mal; Een paar oud- Nederlandse woorden ( www.inl.nl):
beknoedelen Ter ore komen, bekend worden.
stankwort Geurig kruid; reukwaar.
awiggi Onbegaanbare weg.
Pardonhol Verblijfplaats van een luipaard.
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
39
Instructie voor de leerkracht
Extra opdracht REISKIST BOUWEN Beeldende vorming en literaire vorming Tijd: 30 minuten Leerdoelen voor taal en beeldende vorming: In deze opdracht wordt aandacht voor taal en denken gestimuleerd. Plezier in schrijven staat voorop. De leerlingen maken een ruimtelijk werk, waarbij ze zelf de materialen en de vorm kiezen.
Verwijzing boek: Hoofdstuk ‘HET SCHIP’ blz. 30 t/m 32. Hoofdstuk ‘STINKRIVIER’ blz. 78 t/m 80. Hoofdstuk ‘DE OVERVAL’ blz. 81 t/m 86. Hoofdstuk ‘EEN OF ANDERLAND’ blz. 115 t/m 117. Hoofdstuk ‘TERUG NAAR ONLAND’ blz. 122 t/m 124.
Activiteiten: De leerlingen vouwen een reiskist. Ze bedenken waardevolle en waardeloze spullen en schrijven deze op. Ze versieren de reiskist.
Werkvorm: Reiskist maken en versieren: individueel. Waardevolle en waardeloze woorden bedenken: in tweetallen.
Benodigdheden: - Gekopieerde bouwplaten van de reiskist - Kleurpotloden - Lijm - Oude tijdschriften - Verf - Krijt - Gekleurd papier
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
40
instructie leerkracht De leerlingen maken een reiskist. Ze knippen en plakken de bouwplaat. Daarna bedenken ze of ze een waardevol of een niet waardevol uiterlijk aan de reiskist geven. Ze beplakken de reiskist of tekenen erop. De reiskist maken en versieren is een individuele opdracht. Het bedenken van waardevolle en waardeloze spullen kunnen de kinderen samen doen.
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
41
DE REISKIST
Werkblad
Je maakt een reiskist. Daarna bedenk je of je de reiskist een waardevol of een waardeloos uiterlijk geeft. Je bedenkt waardevolle en waardeloze spullen. Die spullen knip je uit tijdschriften en plak je op je reiskist. Of je tekent de spullen. Wat heb je nodig? - Gekopieerde bouwplaten van de reiskist - Kleurpotloden - Lijm - Oude tijdschriften - Verf - Krijt - Gekleurd papier
Hoe ga je werken? - Alleen of in tweetallen.
Stap 1 Knip de reiskist uit.
Stap 2 Vouw de reiskist op de vouwrandjes.
Stap 3 Plak de lipjes (1) vast met lijm
Stap 4 Aan de voorkant (3) maak je een klein sneetje Daar kan het slot in.
Stap 5 - Versieren. Tips om de reiskist te versieren: Omdat een reiskist heel waardevol is kun je het versieren op twee manieren doen: *Je geeft de kist een waardevol uiterlijk. *Je geeft de kist een waardeloos uiterlijk ( Zodat de inhoud niet snel gestolen wordt)
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
42
Stap 5a - Een waardevol uiterlijk: Schrijf op je papier alles wat je waardevol vindt. Het wordt waarschijnlijk een enorme lijst, maar dat geeft niet. Je mag alles opschrijven, van persoonlijke dingen tot niet- persoonlijke dingen, van dingen die iedereen waardevol vindt tot dingen die anderen misschien niet waardevol vinden. Schrijf 1 minuut zonder je pen of potlood van het papier af te halen. Als je klaar bent lees je de lijst voor aan je buurman of buurvrouw. Bespreek met elkaar: - Welke waardevolle dingen vind je mooi om te zien? - Welke waardevolle dingen zijn niet mooi om te zien, maar wel belangrijk ? - Lijken de waardevolle dingen een beetje op elkaar, of helemaal niet? Onderstreep alle waardevolle dingen. Deze waardevolle dingen kun je op de schatkist tekenen, schilderen of krijten. Ook kun je in oude tijdschriften, kranten of reclamefolders zoeken naar iets wat je onderstreept hebt in je lijst. Zo krijgt je reiskist een waardevol uiterlijk.
Stap 5 b Bij een niet- waardevol uiterlijk kun je dezelfde opdracht doen maar dan omgekeerd. Maak een lijst van dingen die absoluut waardeloos zijn. Dingen waar je niets aan hebt, dingen die je niet voor je verjaardag zou willen krijgen. Schrijf 1 minuut zonder je pen of potlood van het papier af te halen. Als je klaar bent lees je de lijst voor aan je buurman of buurvrouw. Bespreek met elkaar: - Welke waardeloze dingen zijn erg lelijk? - Welke waardeloze dingen zijn soms wel handig? - Lijken de waardeloze dingen een beetje op elkaar, of helemaal niet?
Stap 6 Onderstreep de meest waardeloze dingen en teken, schilder of krijt ze op je reiskist. Ook waardeloze dingen kun je zoeken in oude tijdschriften, kranten of reclamefolders. Knip (of scheur, dat is waardelozer) ze eruit en plak ze op je reiskist. Zo krijgt je reiskist een waardeloos uiterlijk en zal niemand hem proberen te pikken!
Den Haag www.muscom.nl
Het Rijk van Heen en Weer
43
Deel 1
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
44
Den Haag www.muscom.nl Het Rijk van Heen en Weer
45