Zondag 9 augustus 2015 om 9.30 uur Voorganger: ds. P.W. Dekker, Wierden Organist: Jan Quakkelaar Stiltemoment Welkom door de ouderling van dienst Aanvangslied: Opwekking 733 1. De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. Refrein: Loof de Heer, o mijn ziel, o mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. 2. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde. Uw Naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen; tienduizend redenen tot dankbaarheid. Refrein: 3. En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. Refrein: 2x Slot: Verheerlijk zijn heilige naam. 3x Stil gebed, bemoediging en groet Lied: Psalm 36:1 1. De zonde die de zondaars vleit / doet zacht en vol arglistigheid diep in hun hart zich horen. Zij vrezen niet voor God den Heer, / en hun geweten spreekt niet meer, zij zijn aan 't kwaad verloren. Vol list en leugen is hun woord, / zij laten door de schijn bekoord wat goed is achterwege. Bij nacht nog zinnen zij op kwaad, / zij hebben hun verdorven staat, de boosheid lief gekregen. Verootmoediging - We belijden voor U, Here God, en tegenover elkaar, dat we in onze gedachten, in onze woorden en in onze manier van doen, vaak niet zijn, zoals U van ons verwachten mocht en zoals onze medemensen het van ons nodig hebben. Voor onze zondigheid vragen we U om vergeving, en we bidden dat mensen om ons heen de kracht en de liefde ontvangen om ons telkens opnieuw te vergeven als we hen daar om vragen. We doen een beroep op Uw en hun geduld in de naam van Jezus alleen, uit genade. En leid ons nog weer verder op de weg tot het eeuwige leven. Amen. Vergeving, vrijspraak en kwijtschelding van al je zondigheid krijg je van de almachtig barmhartige God, vanwege wat Jezus voor ons bereikt heeft op Golgotha.
1
Lied: Opwekking 706 1. Zie hoe Jezus lijdt voor mij, aan het kruis de dood nabij. Die voor mij het oordeel draagt; Hij die tot zonde wordt gemaakt. Wat een offer - Hij voor mij! Wie wil worden zoals Hij? Zoveel pijn, ongerechtigheid, is op Hem die voor mij strijdt. 2. Zie hoe Jezus biddend strijdt met de pijn, verlatenheid. Zo alleen, verwond roept Hij: Mijn God, waarom verlaat U mij? Zie wat Jezus heeft gedaan; in zijn lijden heeft doorstaan. Zoveel liefde verwondert mij; niemand heeft zo lief als Hij. 3. Als de Heer zijn leven geeft vlucht de dag, de aarde beeft. Zelfs de dood verliest haar macht als Jezus roept: het is volbracht! Waarlijk Hij is Zoon van God, die voor ons gekruisigd wordt. Door zijn wonden genezen wij; in zijn dood maakt Hij ons vrij. 4. Heel de schepping slaakt een zucht; zij ontwaakt, het duister vlucht. Jezus leeft, is opgestaan; Hij roept ons uit de dood vandaan. Juich, want Hij, mijn Here leeft! Hij die overwonnen heeft. Nooit meer tranen en nooit meer pijn; nooit van God verlaten zijn. (laatste 4 regels 2x) Leefregel: 1. Er is er maar één die oordeelt naar waarheid en dat is God, en Hij zei: Ik ben de Here, die u uit Egypte en uit elke slavernij bevrijdt. 2. Laat je dus niet langer beoordelen naar de maatstaven van afgoden: heb je wel genoeg geld, heb je wel genoeg sex, heb je wel genoeg te zeggen 3. Veroordeel je zelf niet meer met een nare grove vervloeking 4. God is van oordeel dat jij er beter van wordt als je één op de zeven dagen in alle rust tijd met Hem doorbrengt 5. Iedereen heeft wel een stemmetje in zich van wat je vader of moeder er van zou vinden, maar daarbovenuit telt alleen wat God vindt 6. De enige die beoordeelt of jij het leven nog waard bent is God 7. Het is niet goed dat de mens alleen zij, iedereen heeft op aarde één speciaal iemand nodig die jou alleen maar beoordeelt met liefde 8. Het is niet aan jou om te beoordelen of een ander teveel bezit en jij daardoor het recht hebt wel iets van hem af te nemen
2
9. God stelde rechters aan om te oordelen, en het is aan jou om hen eerlijk te antwoorden als zij iets van je willen weten 10. God houdt van je. God geeft je geestelijke vrijheid. Beoordeel jezelf en wat je hebt daarom steeds met: mijn hartje, wat wil ik nog meer?! Lied: Psalm 36:2 2. Uw heil is als de hemel hoog, / uw trouw verheft zich voor ons oog tot in de hoogste wolken. Uw recht is als de bergen vast, / uw oordeel als de vloed die wast, tot schrik voor alle volken. Uw gunst alleen maakt waarlijk vrij, / ja, over mens en dier wilt Gij alom uw vleuglen spreiden. Bij U te wonen, HEER, is goed, / met spijs en drank in overvloed wilt Gij ons hart verblijden. Gebed om de Heilige Geest Vertreklied kinderverteldienst:
De kinderen nemen het licht mee en gaan naar de kinderverteldienst Schriftlezing: 1 Corinthe 4: 1 Men moet ons beschouwen als dienaren van Christus, aan wie het beheer over de geheimen van God is toevertrouwd. 2 Van iemand die deze taak vervult, wordt verlangd dat hij betrouwbaar is. 3 Maar hoe u of een menselijke instelling over mij oordeelt interesseert me niet, en hoe ik over mezelf oordeel telt evenmin. 4 Ik ben me weliswaar van geen kwaad bewust, maar dat betekent niet dat mij niets ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt. 5 Houd dus op te oordelen en wacht de tijd af dat de Heer komt, omdat Hij het is die aan het licht zal brengen wat in het duister verborgen is en zal onthullen wat de mensen heimelijk beweegt. En dan zal God het zijn die ieder de lof geeft die hem toekomt. Lied: OLB 440:1,3 1. Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aarde en hemel ondergaan.
3. O afgrond, waarin alle zonden verzinken en niet meer bestaan! O diep geheim van Christus' wonden, het oordeel is te niet gedaan! O Heer, uw bloed roept voor altijd: barmhartigheid, barmhartigheid!
3
Preek Lied: NLB Psalm 139b 1. Heer U doorgrondt en kent mij, mijn zitten en mijn staan. En U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend. En waar ik ook naartoe zou gaan, ik weet dat U daar bent. Refrein: Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, en U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, en U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Elke dag. 2. Heer U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven. U bent oneindig groot! Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat u mijn leven kent. En wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent! Refrein: Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, en U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, en U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Elke dag.
De kinderen komen terug uit de kinderverteldienst
Mededelingen door de ouderling van dienst
Dankgebed, voorbeden, stil gebed en gezamenlijk gebeden Onze Vader
Inzameling van de gaven: 1e Diaconale zorg eigen gemeente, 2e Wijkkerk Tijdens de collecte komen de kinderen uit de crèche in de kerk
Slotlied: NLB 939:1,2,3 1. Op U alleen, mijn licht, mijn kracht, stel ik mijn hoop, U zorgt voor mij. Door golven heen, door storm en nacht leidt mij Uw hand. U blijft nabij. Uw vrede diep, Uw liefde groot verjaagt mijn angst, verdrijft de dood. Mijn vaste rots, mijn fundament, U bent de grond waarop ik sta.
4
2. U werd een mens, U daalde neer in onze pijn en schuld en strijd. U droeg de last, verrezen Heer die ons van elke vloek bevrijdt: U sloeg de zonden aan het kruis en brengt ons bij de Vader thuis; want door Uw bloed, Uw levenskracht komen wij vrij voor God te staan.
3. Van eerste kreet tot laatste zucht leef ik in U, en U in mij. Geen boze macht, geen kwaad gerucht, niets is er dat mij van U scheidt. Want U regeert, U overwint, U neemt mij aan. Ik ben Gods kind. Totdat U komt, mij roept voorgoed, bent U het doel van mijn bestaan.
Slotwoord en zegen (met gezongen “amen”)
De uitgangscollecte is bestemd voor: Centraal Kerkenwerk
Ieder een goede zondag en een goede week toegewenst!
5